PLATOON VERZAMELD WERK. Plato MENEXENOS. November 2011



Vergelijkbare documenten
PLATOON VERZAMELD WERK. Plato KRITOON. Oktober 2010

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato HIPPIAS. Oktober 2010

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato MENOON. Oktober 2010

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato PHAIDOON. Oktober 2010

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato GORGIAS. December 2011

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato LACHES. Oktober 2010

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato LYSIS. Oktober 2010

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato IOON. November 2011

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato APOLOGIE. Oktober 2010

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato KRITIAS. November 2011

Noordhoff Uitgevers bv

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato SYMPOSION. Oktober 2010

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato PHAIDROS. Oktober 2010

In figuur 5-1 zie je een afbeelding van de snelheidsmeter en de kilometerteller van een nieuwe auto.

Zondag 13 maart Aanvang: uur Regenboogkerk Epe Ontmoetingsdienst Thema: Wijs mij de weg

Welke drie redenen kun je noemen voor het feit dat hun aantal in Zuid-Afrika achteruit is gegaan?

NEVAC examen Elementaire Vacuümtechniek Vrijdag 11 april 2003, 14:00-16:30 uur. Vraagstuk 1 (EV-03-1) (25 punten)

Bij de toepassing van de in paraplubestemmingsplan bedoelde ontheffing wordt verstaan onder:

Hoofdstuk 6 Machtsfuncties. Kern 1 Even en oneven exponenten. 4VWO B, uitwerkingen Hoofdstuk 6, Machtsfuncties1

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Antwoordblad. Hoofdstuk 2 Dansen door de eeuwen heen. 2.1 De dans. (melodie van de blazers)

Aanvraagformulier Persoonsgebonden Budget Verpleging en Verzorging

Noordhoff Uitgevers bv

Ajodakt Hoofdrekenen groep 5-6

HERHALING BRON 1 TEKST 2 FICTIE

Eigen mening op grond van bijvoorbeeld: de uitvoeringspraktijk, opzwepend ritme, hoog tempo, opgewekt karakter.

Motor-& Scooterverzekering MSG02

KALENDER VOOR ADVENT EN KERST

Hoofdstuk 1 - Functies differentiëren

Kinderboekenweek. Wie heeft de gouden griffel gewonen? : Simon van der geest. Welk boek heeft de gouden griffel gewonen?

Hoofdstuk 6 - Formules met breuken en machten

Hoofdstuk 6 - Formules met breuken en machten

Negatieve getallen in een assenstelsel

Buurtvereniging De Hoef. Nieuwsbrief. December 2014

Hoofdstuk 1 - Functies differentiëren

Verzoek om kwijtschelding particulieren 2016

e De omvang van de partij is van een lage bes tot een hoge d. De lage bes valt volgens het overzicht van opdracht 2c buiten het bereik.

herkennen herkennen fsdfdsfdssfdq

Noordhoff Uitgevers bv

Gelijknamige breuken kun je eenvoudig bij elkaar optellen of van elkaar aftrekken:

Hoofdstuk 1 Maten omrekenen

Voorwoord. Daarna zitten komende twee maanden net als altijd boordevol megaleuke activiteiten met voor elk wat wils.

= = ) = = = =

Noordhoff Uitgevers bv

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato TIMAIOS. November 2011

Nieuwsbrief Leerlingen. In deze nieuwsbrief. Schooljaar Januari nr. 5

Hoofdstuk 12A - Breuken en functies

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato EUTHYDEMOS. Augustus 2017

ASSESSMENT. Assessment. Wat is een assessment? Belang voor deelnemers Belang voor de werkgever Vijf stappen Waarom kiezen voor HRD Group? Interesse?

Hierbij de Stijl Nieuwsbrief van september. Elke maand wordt de nieuwsbrief verstuurd Deze verschijnt in de laatste week van de maand.

H22 NOU EN OF VWO 22.0 INTRO

getal en ruimte wi 1 vwo deel2 Uitwerkingen

Vragenlijst KEURINGSDOCUMENT MEDISCHE CHECKUP. Toelichting

Noordhoff Uitgevers bv

Kennismaking met Photoshop

Van Contrafeytsel* tot Selfie

LEERJAAR 3 MUZISCHE VORMING

Buurtparkjes en speelplekken

Antwoorden op de vragen uit het boek

Poort, school voor havo en mavo

Onomatopeeën. Inleiding. Doelgroep. Uitleg. Opzet van de lesbrief. Door Jan de Waard

Hoofdstuk 8 Grafieken

BCA.ALG.2015 Algemene Voorwaarden

Standaardantwoorden bij Recht op de praktijk af, Opgaven

Sports Center. 22 juni 2011

CBS Nije-Kroost 18 april

Hoeveel warmte heb je nodig om een stof op te warmen? Water is erg geschikt om warmte in op te slaan?

Derde editie. Tweede Fase. du français garan

Noordhoff Uitgevers bv

Statistiek. Waar gaat het om? S 3.1 Steekproeven. Dit is waarschijnlijk representatief als de steek- proef groot genoeg is.

fysieke belasting voor zorgverleners en medewerkers ondersteunende diensten in de gehandicaptenzorg

Vragenlijst Mantelzorg

Noordhoff Uitgevers bv

t J a g e r t j Nieuwsbrief van basisschool St. Hubertus, Jagerslaan 55, 5042 LJ Tilburg Nr maart 2014

Stoer, ik kan het heus wel! Zomerprogramma. Zomertour Buitenschoolse opvang Ondersteboven. 20 juli tot en met 28 augustus 2015

Noordhoff Uitgevers bv

Stoer, ik kan het heus wel! Zomerprogramma. Zomertour Buitenschoolse opvang Jump/Ondersteboven. 20 juli tot en met 28 augustus 2015

Samenvatting antwoorden eerste vragenronde panelonderzoek

Maandag 13 januari 2014, week 3. Deze Nieuwsflits bestaat uit 6 pagina s. eze maand ben ik, Sjoerdtsje Pasma, waarnemend directeur op school.

1.1 Doel. levertijd. 1 Voorraad Opslag van een hoeveelheid geneesmiddelen. Behalve voor het

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato EUTHYPHROON. Oktober 2010

af! Zomerprogramma Klaar voor de Zomertour 2016 Buitenschoolse opvang Drakesteyn 18 juli tot en met 26 augustus 2016 Bereikbaarheid in de vakantie

Bibliotheek. Hier melden. Lente. Bibliotheek. Beer Koning. Beer Koning. Beer Koning. Beertje An. Beer Koning. Beer Koning. Beer Koning.

Evaluatievragen Algemene economie reeks 1 (Thema 1, 1.1 De prijsvorming op competitieve markten)

de nationale E-bike verzekering

t J a g e r t j Beste ouders / verzorgers,

bra nd in IJs s elbro ek

Een uitgave van katholieke basisschool De Kinderarcke. Deze wordt eens in de twee weken verstuurd aan alle ouders.

Aanvoer van afval en grondstoffen. Op 10 januari zal het eerste afval voor BAVIRO worden aangevoerd. Dit gaat met containervrachtwagens

Noordhoff Uitgevers bv

PLATOON VERZAMELD WERK. Plato CHARMIDES. Oktober 2010

Een goede spreker maakt van zijn verhaal, ons verhaal,

Voorwaarden Bromfietsverzekering Algemene voorwaarden

Machten. Inhoud Machten

Ma Ma e paasdag. Di Di Di Woe Opening vernieuwde school. Do Do. 27-3

,,Ik was weduwe in mijn eigen huwelijk

Recreatieprogramma. Recreatieprogramma

Leiden Leadership Programme: Leiderschap in Praktijk

Derde editie. onderbouw

Oefenopgaven Schoolexamen 1 Scheikunde 6 VWO 1/5

Transcriptie:

PLATOON VERZAMELD WERK Plato MENEXENOS Novmr 2011 Dz tkst is uitsluitn voor prsoonlijk gruik. Commril gruik is nit togstaan. Evnmin is ht togstaan tkst t wijzign, wrkn, ghl of gltlijk t pulirn, of anrszins t vrmnigvulign. Togstaan is ht kopiërn van itatn of klin tkstgltn voor stui- n isussiolinn. Copyright 2011 - Stihting Ars Florat www.arsflorat.nl info@arsflorat.nl Uit: Platoon Vrzaml Wrk - l 4 - ISBN 90 6030 382 2 Vrtaling: Shool voor Filosofi, Amstram Copyright: 2011 Stihting Ars Florat, Postus 74082, 1070 BB Amstram Nits uit z tkst mag vrvlvouig n/of opnaar gmaakt worn oor mil van ruk, fotokopi, mirofilm, ltronish mia, of op wlk anr wijz ook, zonr voorafgaan shriftlijk tostmming van uitgvr. No part of this txt may rprou in any form, y print, photoopy, mirofilm, ltroni mia, or any othr mans, without writtn prmission from th pulishr.

INLEIDING MENEXENOS Aan z ialoog nmn Sokrats n jong Mnxnos l. Bij hun ontmoting komn zij t sprkn ovr offiiël tospraak i ghoun zal worn tr glgnhi van op hann zijn staatsgrafnis van in oorlog omgkomn strijrs. Mt n uithaal naar omastish rnaars van i tij shrijft Sokrats zijn jong vrin vol humor vooshi n gkunstlhi van tosprakn i ij zulk glgnhn gruiklijk zijn. Dan laat hij zih oor Mnxnos vrlin n voorraht t itrn, zoals i zou motn luin n i zijn rtorialrmstrs Aspasia hft voorri. Luistrn naar nvou n klaarhi van voorraht wort tohoorr uitgtil ovn gurtnis i r aanliing to is. Eignshappn als mo, vrtrouwn, volharing, i nkling kunnn inspirrn zijn ignlang onrgshikt t makn aan ht wlzijn van gmnshap, worn gshilr innn ht raam van gshinis van sta Athn. En wonrnswaarig talau-vivant. Daarnaast htr lijvn Sokrats' spottn woorn uit ht gin van ialoog naklinkn, zoat tohoorr zih vrwonr afvraagt wlk wgrn Platoon hft gha voor z kort ialoog. Dat stmt ons tot nankn. En is at nit ht sts glig motif voor all woorn van Sokrats? 2

Gsprkspartnrs: Sokrats, Mnxnos. MENEXENOS 234a 235a Sokrats: Waar komt g vanaan, Mnxnos, van agora? Mnxnos: Ja, Sokrats, n van ht raahuis. Sokrats: Waarom spiaal ht raahuis? Maar natuurlijk, g nkt at g uw opliing n filosofish sholing ht ëinig n g vronrstlt at g nu volon onrlg zijt, us wilt g u mt gwihtigr zakn zighoun; n, mijn st, zo jong als g zijt, wilt g nu ons ourn gaan rgrn, opat uw famili ononrrokn oor kan gaan iman t lvrn i voor ons zorgt. Mnxnos: Sokrats, als gij mij tostaat n aanraat n rgringsamt t aanvaarn, an zal ik at graag on, maar anrs nit. Dz kr htr ging ik naar ht raahuis, omat ik ghoor ha at Raa iman gaat kizn i zal sprkn voor gvallnn. G wt immrs at r grafnisplhtighn worn voorri? Sokrats: Ja zkr. En wi hn z gkozn? Mnxnos: Nog niman. Zij hn ht tot morgn uitgstl. Maar ik nk at ht Arhinos of Dioon zal worn. Sokrats: Waarahtig, Mnxnos, snuvln in oorlog lijkt wl hl voorlig. Dan krijgt mn immrs n prahtig grafnis, ook als mn ij zijn strvn n armozaair is, n zlfs n nitsnut krijgt lof togzwaai oor glr mannn i nit zomaar wat zggn, maar hun tosprakn langurig voorrin. En zij on at zo prahtig, mt vrhaln ovr wat ir hft n nit hft n mt woorshilrijn ovr shoonst ignshappn, waarm z onz ziln tovrn. Op allrli wijzn hulign zij sta n alln i in oorlog omgkomn zijn, n al onz voorours n ook ons lvnn, zoat ik mzlf oor hun loftuitingn vrazn vrhvn ga voln. En ir kr wr, Mnxnos, sta ik gfasinr t luistrn n vrl mij op atzlf momnt n grotr, lr n shonr mns t worn. En als r, zoals vaak gurt, n paar vrmlingn in mijn gzlshap mluistrn, an wor ik at in hun ogn op at momnt ook. Want zij lijkn voor mij n rst van sta zlf gvolns t kostrn, n mgslpt oor sprkr, lggn z aar graag nog n shpj ovnop. En at vrhvn gvol lijft mij minstns ri agn ij, zo inringn klinkn woorn n stm van sprkr nog na in mijn orn. Moizaam kom ik pas tgn vir of vijf ag tot mijzlf n mrk at ik toh op aar n. Tot at ognlik aht ik wlhaast op Eilann r Glukzalign t vrtovn. Zo kwaam zijn onz rnaars. Mnxnos: G stkt altij raak mt rnaars, Sokrats. Ik nk trouwns at uitvrkorn z kr nit rg uitvorig zal zijn, want vrkizing is hl plotsling aangkonig, zoat sprkr noogwongn misshin wat zal improvisrn. Sokrats: Maar waarom, mijn st? Allmaal hn z rvoringn klaar liggn n aar komt nog ij at ht nit moilijk is zulk tosprakn t improvisrn. Zkr, als Athnrs gprzn motn worn voor n ghoor van Ploponnsiërs, of Ploponnsiërs voor n ghoor van Athnrs, an mot rnaar van gon huiz komn wil hij rin slagn tgnpartij op t hmln. Maar wannr iman in zijn 3

236a 237a voorraht ign mnsn wil prijzn, an krijgt hij hann gmakklijk op lkaar. Mnxnos: Dnkt g at, Sokrats? Sokrats: Bij Zus, natuurlijk. Mnxnos: Zout g zlf zo'n tospraak kunnn houn, Sokrats, als Raa u aarvoor koos? Sokrats: Dat ook ik at zou kunnn, is nit zo vrwonrlijk, Mnxnos, omat mijn lrmstrs zr gaaf is in rtoria. Bovnin hft zij van zovl anrn go rnaars gmaakt, van wi r één zlfs all Grikn ovrtrof, namlijk Prikls, zoon van Xanthippos. Mnxnos: Wi is zij? Aspasia zkr? Sokrats: Ja, n ik nom ook Konnos, zoon van Mtroios. Dat zijn mijn tw lrmstrs, n in muzik n anr in rtoria. Ht is us nit t vrwonrn at n man i zo opgli is, go kan sprkn. Maar iman i minr go onrwzn is an ik n muzik glr hft van Lampros n rtoria van Antiphoon uit Ramnous, zal ook gvir zijn ij Athnrs om zijn loftuitingn. Mnxnos: Wat zout gij zggn, als g most sprkn? Sokrats: Uit mijzlf waarshijnlijk nits; maar gistrn nog hoor ik n tospraak van Aspasia i juist voor z mnsn n grafr hil. Zij ha namlijk ook ghoor wat gij nt vrtlt, at Athnrs n sprkr gaan kizn, n ton lit zij mij horn ho tospraak most worn. Zij sprak ls voor vuist wg n ls voorri n - naar mijn inruk - ovrgnomn uit vnns oor haar gshrvn grafr i Prikls ooit hil. Daaruit ha zij fragmntn ij lkaar gvog. Mnxnos: Kunt g u nog hrinnrn wat Aspasia zi? Sokrats: Zkr. Rkn maar at ik at glr h, want ht shl soms nit vl of ik krg slaag als ik its vrgat. Mnxnos: Waarom laat g ht nu nit horn? Sokrats: Om gn oos gziht t krijgn van mijn lrmstrs, als ik haar r opnaar maak. Mnxnos: Wln, Sokrats. Vooruit, o mij n gnogn n vrtl. D r van Aspasia of van iman anrs, als g maar sprkt. Sokrats: G zult mij alln maar uitlahn, als g vint at ik mij op mijn lftij nog als n lrjongn graag. Mnxnos: Hlmaal nit, Sokrats. To, sprk nu maar. Sokrats: Ah, ik mot u wl trwill zijn. Al zout gij mij vragn naakt t ansn, an zou ik at ijna nog on om u t plzirn. Wij zijn toh alln. Luistr an. Zij gon, gloof ik, rst ovr gstorvnn zlf t sprkn. Zij zi: Door hun nol an hn z mannn van ons ontvangn wat hun tokomt n aarm aanvaarn zij ris i ht lot hun tol. Zij worn immrs offiil tn grav gragn oor staat n privé oor hun famili. Maar nu rst nog huliging in woorn i wt z mannn wil aanin, n at is go. Want oor mil van fraai gkozn woorn ontvangn zij i nol an vrrihtn, huliging van al wi aarovr hoort. Di woorn motn zo gkozn zijn at sprkr gstorvnn op waarig wijz prijst n lvnn vrinlijk vrmaant n ook at zij kinrn n rors aansporn tot navolging van ugn r gstorvnn. Ook motn zij n troost zijn voor vars n mors n anr famililn i nog lvn. Ho nkn wij nu at zo'n tospraak mot luin n ho motn wij pris ginnn mt huliging van appr mannn i, ton zij nog lfn, oor hun moig 4

238a grag hun naastn tot vrug warn n i hun lvn gavn voor lvnn? Ik nk at wij hn motn prijzn oor hun afkomst na t gaan, want aaroor wrn zij als vanzlf ln. En l warn zij, omat zij uit l voorours gorn zijn. Latn wij us rst lof van hun l afkomst zingn n an van hun opvoing. Vrvolgns zulln wij vrtlln wat zij n, ho appr zij zih grogn, ghl in ovrnstmming mt hun afkomst n opvoing. Om t ginnn hun l afkomst. Zij wrn nit gorn als kinrn van vrmlingn n ook hun kinrn wrn gn vrmlingn gnom, i wl in it lan wonn maar gorn zijn uit uitnlans ours. N, zij warn kinrn van it lan n hn hir gwoon n glf. Zij zijn nit, zoals anrn, opgvo oor n stifmor, maar zij hn ht lan waar zij wonn, als mor, n nu zij hun in gvonn hn, liggn zij in vrtrouw gron i hn voortraht, hn opvo n nu wr trug ontvangt. Ht is allrrst onz hoogst pliht i mor t rn, want zo vrhogn wij tglijkrtij l afkomst van gsnuvln. Ht lan vrint lof van all mnsn, nit alln van onszlf, maar ook van anrn. Vooral omat gon it lan lifhn. D gon hn immrs nit voor nits gtwist om it lan. En waarom zou n lan at oor gon gprzn wort, nit vrinn oor hl mnshi t worn gprzn? Er is nog n tw go rn waarom ons lan mot worn gër. In tij namlijk at hl aar allrli wil n tamm wzns voortraht n opgroin, was ons lan ongrpt n vrij van vrslinn irn. Ht vrkoos mns voort t rngn i all lvn wzns ovrtrft in vrstan n als nig rht n rligi knt. En r zijn strk aanwijzingn at it lan voorours van gvallnn n van onszlf voortraht. Want it lan it volon vosl aan all wzns i jongn voortrngn. Ook ij n vrouw lijkt hiruit of zij al an nit ht mor is. Want wi gn ron van vosl is voor haar kin, is gn ht mor. Wlnu, ons lan, at onz mor is, it gnog aanwijzingn at ht mnsn voortraht. Want als nig n rst lan in i tij lvr gron mns grann als tarw n grst, waaroor ht mnslijk ras ht rijkst n ht st wort gvo. Daarom was z gron wrklijk mor van it shpsl. Dit kan ij n lan nog rr an ij n vrouw als wijs van morshap gln. Want ht is nit aar i ij zwangrshap n lvn gvn ht voorl van vrouw volgt, vrouw volgt ht voorl van aar. Ook misgun zij haar vruhtn nit aan anrn an haar ign kinrn, maar zij l rijklijk uit. Daarna raht zij voor haar kinrn als wlkom aanvulling ij hun zwogn olijf tot staan. En ton zij hn gvo ha n tot wasom ha graht, gaf zij mnsn gon als lirs n lrmstrs. D namn van i gon kunnn wij hir wl ovrslaan, irn knt i. Zij hn ons staan grgl oor ons als rstn vaarighn ij t rngn i noig zijn voor onz aglijks hoftn n oor ons t lrn ho wij aan wapns motn komn n ho z t gruikn voor waking van ht lan. Alus gorn n opgvo, lfn voorours van gvallnn n zij ontwikkln n staatsstuur at n kort shrijving vrint. En staat is immrs voingsom van mns; als staat go is, rngt hij go mnsn voort n als hij slht is, slht. Nu mot us worn aangtoon at onz voorours zijn opggroi onr n go stuur, waaroor zij go mnsn warn, vnals mnsn van nu, ij wi on horn. Want staatsvorm van ton staat nu nog, 5

239a 240a n aristorati, waarin wij urgrs vanaf i tij ijna zonr onrrking lvn. Sommign nomn ht n morati, anrn gvn voorkur aan n anr naam. Maar in wrklijkhi is ht n aristorati, n rgring van stn, gstun oor ht volk. Want wij hn altij staatshoofn, soms aangstl op gron van rflijkhi n soms oor vrkizing. Ht gzag in staat is mstal in hann van ht volk, maar amtn n maht gaan sts naar hn i aarvoor ht mst in aanmrking komn. Gn man wort n amt onthoun vanwg n zwak gstl, armo of vag afkomst. Ook komt hij nit, zoals in anr statn wl gurt, tot aanzin oor ht tgnl. Er glt maar één maatstaf: wi wijs n intgr wort gvonn, kan hrsn n rgrn. D oorzaak van it li is glgn in ht fit at wij van glijk goort zijn. D anr statn zijn immrs opgouw uit vrshilln volkrn, zoat ook hun rgringsvormn htrogn zijn. Z knnn tyranniën n oligarhiën, z hn sturn waarij n anr als slaaf of als mstr zit. Maar wij n onz murgrs, i alln als rors van één mor afstammn, willn lkaars slavn of mstr nit zijn. Glijkhi van afkomst volgns natuur rngt ons r juist to glijkhi voor wt t zokn n alln op gron van vronrstl gohi n wijshi shikkn wij ons naar lkaar. Zo hn onz gmnshapplijk voorours n ook onz rors zlf, opggroi als z zijn in vrijhi n alom, voor ghl mnshi vl go an vrriht in ht prsoonlijk n ht opnar lvn. Zij n it in ovrtuiging at omwill van vrijhi strij mot worn aangonn zowl mt Grikn, tr shrming van Grikn, als mt ararn, tn hov van hl Griknlan. Ho zij Eumolpos n Amazonn n nog vrogr aanvallrs afwrn, ton i tgn hun lan optrokkn, n ho zij wonrs van Argos tgn i van Kamos t hulp kwamn n Hraklin tgn wonrs van Argos - tij shit tkort om at uitgri t vrtlln. Dihtrs hn hun glori trouwns al vaak gnog poëtish zongn n aan ir vrkonig. Als wij hun nu lof tozwaain mt gwon woorn, an zoun wij aar wl ns in kunnn faln. Ik nk aarom at wij at nit motn on, tmr aar zij hun loning al hn. Maar r zijn nog anr hln i niman mr knt n i oor gn ihtr nog naar waar wrn zongn. Di motn - unkt mij - wr aan vrgtlhi worn ontrukt oor t zingn van hun glori n ook anrn t inspirrn tot on n anr poëzi, hln in kwsti waarig. Daarovr wil ik ht rst hn. Ton Przn hl Azië onr hun maht han n Europa gknht, hn wonrs van it lan hn tot staan graht. Dat warn onz voorours, i wij nu mt rht n rn in hrinnring rngn om hun mo. Als iman i naar waar wil shattn, mot hij i zin in ht liht van tij waar w ovr sprkn, ton hl Azië al onr slavrnij van r Przish koning lf. Cyrus, rst Przish koning, ha zijn (Przish) volk op ign kraht vrij n tglijk Mn, hun mstrs, gknht. Ook rst van Azië tot aan Egypt ha hij onrworpn. Zijn zoon hrst ovr Egypt n ovr zovl Liië als hij onr vot kon lopn. D r Przish koning, Darius, ri zijn hrshappij t lan uit tot aan Sythn n hrst mt zijn vloot z n ilann, zoat niman ht waag hm vot wars t zttn. D wil van all mnsn was gonn. En zo ha Przish maht vl grot n krijgshaftig volkrn aan zih onrworpn. Ton hft Darius, onr ht voorwnsl at wij mt Ertriërs samnspann tgn Saris, vijfhonruizn man in vrahtshpn, in tropnshpn n mt 6

214a rihonr oorlogsshpn op ons afgstuur onr liing van Datis. Dz ha opraht Ertriërs n Athnrs gvangn m trug t rngn, als hij tnminst zijn ign kop wil houn. Datis zil naar Ertria om t vhtn tgn mannn i hoorn tot romst krijgrs van Grikn uit i tij; zij warn ovnin nit winig in gtal. Binnn ri agn ovrmstr hij Ertriërs n om niman t latn ontsnappn, lit hij hun hl lan gronig uitkammn. Dat hij als volgt: Zijn solatn trokkn naar grnzn van Ertria n gingn van z tot z op nig afstan van lkaar staan. Ton trokkn zij han in han ht hl lan oor om koning t kunnn zggn at niman was ontsnapt. Mt htzlf plan gingn zij van Ertria naar Marathoon, in vronrstlling at ht n kou kunstj zou zijn ook Athnrs aan zih t onrwrpn n, nt als Ertriërs, gvangn wg t vorn. Bij ralisati van al z plannn kwam gn Grik Ertriërs of Athnrs t hulp, mt uitzonring van Spartann, maar i arrivrn pas n ag na strij. All anrn warn ghl uit ht vl gslagn n hiln zih kost, lij mt hun tijlijk ring. Wi zih n voorstlling kan makn van situati, kan grijpn wat voor appr mannn at warn i ij Marathoon tropnmaht van ararn afwahttn n hoogmo van hl Azië afstraftn. Als rstn haaln zij ovrwinning op ararn; zij warn koploprs n lrn anrn at Przish maht nit onovrwinnlijk was, maar at n ovrmaht aan tropn n rijkom ht aflgt tgn gstkraht n mo. Ik nu wr at i mannn nit alln gronlggrs warn van ons fysik staan, maar ook van onz vrijhi n van i van all anr volkrn op it ontinnt. Mt i prstati voor ogn urfn Grikn immrs ook latr gvhtn aan, als at voor vilighi noig was. Zij han at glr van mannn van slag ij Marathoon. In mijn tospraak mot ik hun us rpalm gvn. D tw prijs komt to aan hn i zslagn wonnn ij Salamis n Artmision. Want ook ovr hn zou vl t vrtlln zijn - ovr aanvalln i zij t lan n tr z t vrurn han n hun vriging aartgn. Maar ik wil u vooral vrtlln wat ik hun grootst vrinst vin, omat zij aarm prstati van strijrs ij Marathoon aanvuln n afronn. Want mannn van Marathoon litn Grikn alln zin at zij t lan mt winign n grot mnigt ararn konn vrslaan, maar uitslag van n zgvht was nog nit zkr. D Przn han ook rputati onovrwinnlijk t zijn op z oor hun grot vloot, hun rijkom, kwaamhi n maht. Daarom vrinn mannn i stijs zstrij aangingn, onz ahting, omat zij Grikn vrijn van hun osssi n vrs voor n ovrmaht aan shpn n manshappn rakn. En zo kwam ht at rst van Grikn oor i gvhtn - t lan ij Marathoon n tr z ij Salamis - langzamrhan lrn at z voor ararn nit ang hofn t zijn. D solatn gavn ht voorl t lan n matrozn tr z. Als r in volgor n in vrtoon van mo tot ring van ht Griks shirilan nom ik prstati ij Plataiai, waar tn slott Spartann n Athnrs samn vohtn. Mt z'n alln krn zij ht zr grot n rnstig gvaar. Om i mo worn zij nu oor ons ghulig n in latr tijn oor onz nakomlingn ook nog. Maar in tij i volg, stonn nog vl Griks stn aan kant van ararn n r wr gzg at Przish koning ht plan ha Grikn opniuw aan t valln. D rhtvaarighi git aarom ook t sprkn ovr mannn i vrijhisstrij van hun voorgangrs tot n go in rahtn oor zën t zuivrn van all 7

242a 243a araars shpn. Zij warn ht i zslag ij rivir Eurumon lvrn, i xpiti tgn Cyprus onrnamn n i naar Egypt n nog zovl anr stmmingn vorn - mannn i wij nit vrgtn n i onz ankaarhi vrinn, want zij zorgn rvoor at Przish koning zih oosang kommr om zijn ign hahj in plaats van vrnitiging van Grikn. En zo wr i oorlog tgn ararn oor all urgrs tot ht in to gvor tn at van zihzlf n van anr Griks sprkn volkrn. Maar ton vr kwam n sta in aanzin raakt, krg zij t makn mt its at wlonrs wl mr t vrragn krijgn: rst jalozi n latr afgunst n nij, waaroor zij tgn haar wil in oorlog kwam mt Grikn. En in i oorlog stoottn Athns solatn ij Tanagra op Spartann i vohtn voor vrijhi van Boötirs. Howl ht gvht onslist lf, gaf volgn strij oorslag. Want ton Spartann zih trugtrokkn - Boötirs i zij t hulp warn gkomn, litn zij us in stk - hn onz mannn op r ag ovrwinning haal ij Oinophuta n onrhtmatig vrannn wonrs wr truggraht. Dat warn na Przish oorlog onz rst hln, i anr Grikn i voor hun vrijhi vohtn tgn Grikn, t hulp kwamn n hn vrijn. Bij wijz van rtoon ztt sta hn als rstn ij in it graf. Daarna rak ovral oorlog uit n all Grikn trokkn tgn ons op, vrwosttn ons lan n sta krg stank voor ank. Onz mannn ovrwonnn hn in n zslag n hun Spartaans aanvorrs wrn gvangngnomn in Spahagia, maar zij wrn wl gspaar, howl wij ht rht han hn t on. Wij hn gvangnn truggstuur n vr gslotn in ovrtuiging at tgn m-grikn nit langr mot worn gvohtn an tot ovrwinning n at ij prsoonlijk wraakgvolns van n sta ht gmnshapplijk lang van Grikn nit uit ht oog mag worn vrlorn. Tgn ararn gingn zij wl tot ht uitrst. D mannn i i strij strn n nu hir liggn, vrinn zkr onz hul, want zij toonn aan at ir i nog moht nkn at in i rst oorlog tgn ararn sommig anr ongnotn apprr warn an Athnrs, ht ij ht vrkr in ha. Want at hn zij ton wl wzn, mt ovrwinning in i oorlog van Grikn onr lkaar, n mt ovrmstring van lirs van anr Grikn. Nu zgvirn zij op ign kraht ovr volkrn mt wi zij stijs ararn han vrslagn. Op vr volg n r oorlog, wanhopig n vrslijk, n vl appr mannn i nu hir liggn litn aarin ht lvn. Bij strij om Lontini han vln al talloz zgtkns naglatn op Siilië. Nu vorn zij r wr hn, omat zij plhtig hulp han loof. Maar wgns lang afstan was sta oor haar hoploz tostan nit ij maht hn t hlpn. Zij vrlorn mo n kamptn mt tgnslag. Hun vijann krgn mr rspt voor zlfhrsing n mo van hun tgnstanrs an ahting voor hun vrinn. Vln vohtn ook in zslagn ij Hllspont, waar zij in één ag all vijanlijk shpn vrovrn n nog zovl mr wonnn. D rn at ik z r oorlog 'wanhopig n vrslijk' nom, is at rst van Griknlan zo afgunstig wr op onz sta at zij zlfs onrhanlingn gingn aanknopn mt hun aartsvijan, koning van Przië. Dzlf koning i zij samn mt ons trwill van alln vrrvn han, haaln zij nu in hun ignlang wr trug! En araar tgn Grikn! En all tropn, Grikn n ararn samn, lipn t hoop tgn onz sta. Ook ton opnaarn zih kraht n mo van Athn. Want ton irn aht at sta al op haar kniën was gwongn - n haar 8

244a 245a shpn warn glokkr ij Mutiln - kwamn gwon urgrs t hulp mt zstig anr shpn n irn was ht rovr ns at zij appr warn, want zij ovrwonnn vijan n vrijn hun vrinn. En hun zlf ovrkwam aarij n onvrin lot, want zij litn ht lvn op z n us liggn z nit hir gravn. Latn w hn nooit vrgtn n altij lijvn wonrn. Door hun mo is nit alln i zslag gwonnn, maar ook hl vrr oorlog. Want oor hn krg sta rputati at zij nit klin t krijgn is, oor gn maht tr wrl. En zo is ht ook. Door twraht in ign glrn kunnn wij worn ovrmstr, nit oor anrn. Tot op ag van vanaag ovrwon immrs niman ons. Ovrwinning n nrlaag ankn wij aan onszlf. Daarna, ton rust was wrgkr n r vr hrst mt anr volkrn, wr onz urgroorlog uitgvohtn. En als mnsn ooit ht lot van n urgroorlog t urt valt, latn zij an in at ht nrgns rgr togaat an ij ons. Want ho vrinlijk n vrtrouw gingn urgrs uit Piraus n uit sta om mt lkaar n - ho is ht moglijk - ook mt anr Grikn, n ho hrst hn zij oorlog tgn Elusis tot n in graht. Voor it alls was maar één oorzaak, hun war lovrwantshap, i nit alln in woorn maar ook mttraa hht gvolns van vrinshap n vronnhi twgraht. Ook motn zij gnom worn i in i oorlog zijn gsnuvl oor gvhtn onrling. Latn wij hn mt lkaar vrzonn voor zovr at innn onz maht ligt, oor gn n offrann voor hn in wir maht zij zijn; at z zih mt lkaar vrzonn, zoals ook wij ons vrzon hn. Want nit uit kwaaaarighi hn zij zih aan lkaar vrgrpn of uit vijanshap, maar oor n onglukkig samnloop van omstanighn. En wij zijn aar nu lvn gtuign van. Van zlf stam als zij, hn wij lkaar vrgvn wat wij gaan n onrgaan hn. Daarna hrst r in ons lan volkomn vr n sta ha rust. Voor ararn i zih krahtig vrign, ton zij onr onz aanvalln t lijn han, was zij armhartig, maar op m-grikn was zij gtn ij hrinnring aan onankaarhi i voor vrogr wlan van onz kant was toon; z han zih mt ararn vrnig, ons shpn afgnomn i ooit hun ring warn n onz murn nrghaal, at alls in ruil voor ht fit at wij vrwosting van hun murn stijs vrhinrn. Voortaan zou Athn gn Grik mr t hulp komn, wi r ook oor n anr Grik of oor ararn onr vot wr glopn. En aar lf zij ij. Alus ons sluit, maar Spartann ahtn at wij, hors van vrijhi, ingstort warn n at ht nu op hun wg lag rst van Grikn t onrwrpn; wat z an ook n. Waarom ht vrhaal langr makn? Wat ik hirna nog kan vrtlln, gaat immrs nit ovr vrogr of mnsn van lang gln. Wij wtn toh zlf ho langrijkst statn van Griknlan: Argos, Boöti n Korinth, in panik op hulp van onz sta trugviln n at - o wonr - zlfs Przish koning zo wanhopig was at hij tot onlusi most komn at r voor hm van gn kant mr ring t vrwahtn vil an van zlf sta i hij zo graag ha willn vrnitign. En als iman sta al mt rht rgns van kan shulign, an in ir gval nit van ht fit at zij nit altij uitrst armhartig is gwst n zwakkn ijgstaan hft. En ook ij z glgnhi was zij nit in staat t volharn in haar sluit nit t hlpn wannr iman i haar onrht ha aangaan, wr gknht. Zij hrzag haar stanpunt n 9

246a hilp toh. All Grikn hilp zij n zij r hn van slavrnij. Zij lvn vrij tot ht tijstip waarop zij lkaar wr onrwirpn. Maar Athn zlf kon nit sluitn tot hulp aan Przish koning; ovrwinningn ij Marathoon, Salamis n Plataiai mostn immrs in r worn ghoun. Z stuur alln allingn n vrijwilligrs n zonr twijfl warn i zijn ring. Ton Athn haar murn n vloot wr opgouw ha, trok zij wr tn oorlog, noogwongn, n voht voor wonrs van Parion tgn Spartann. Bang gworn voor Athn wil koning ons afvallig worn, ton hij zag at Spartann zoorlog opgavn. Om aarvoor n go xuus t hn, vrog hij ons anr Grikn op ht vastlan aan hm ovr t latn, in vast ovrtuiging at wij at toh nit zoun willn. Dz Grikn warn oor Spartann al aan hm uitglvr in ruil voor zijn ongnootshap mt ons n anr mstrijrs. In rst van ongnotn vrgist hij zih, want Korinthiërs, Argivn, Boötirs n anrn slotn hm t gvn waar hij om vrog: all Grikn van ht vastlan in ruil voor gl. Wij hn als nign nit trurig mo gha ons tot i ovrgav t vrplihtn. Zo ip gwortl n lvn is alom van z sta. Van natur hft zij n afkr van ararn, want wij zijn pur Grikn, zonr ijmnging van vrm volkrn. Onr ons wonn gn mannn van ht gnr Plops, Kamos, Aiguptos, Danaos of al i anrn, araar van huis uit n alln in naam Grik. Maar als ht Grikn zijn wij vrij van araars smt n aarom is afkr voor vrm rassn onz sta aangorn. En zo kwamn wij us wr alln t staan mt onz onwil om its shanlijks n onhoorlijks t on als ht uitlvrn van Grikn aan ararn. Wij warn us wr in zlf situati als ton wij onr vot wrn glopn, maar oor Gos hulp konn wij strij nu tr ëinign an ton. Want mt hou van shpn, murn n koloniën hn wij strij slht. Zo warn ook vijann graag ri op t houn mt vhtn. Wl ontviln ons ook in i oorlog vl appr mannn - ij Korinth han zij t kampn mt moilijk trrin n ij Lhaion mt vrraa. Dappr warn ook mannn i Przish koning ontzttn n Spartann van z vrrvn. Ik rng z u alln in hrinnring; uw taak is ht, i appr mannn t lovn n t prijzn. Dit warn an an van mannn i hir liggn n van vl anrn i gsnuvl zijn voor hun lan. Vl nol an h ik gnom n r valt nog vl mr hlhaftigs t vrtlln. Dagn n nahtn shitn tkort om alls uitgri wr t gvn. Latn wij hn nit vrgtn n laat ir zijn nakomlingn aansporn om, nt als in tij van oorlog, linis van hun voorvarn vooral nit t vrlatn n nit t zwijkn voor lafhi. Thans rop ik u, kinrn van hln, op, n in tokomst zal ik at sts on, wannr ik u ontmot; ik zal nit aflatn uw hrinnring lvn t houn n u aan t sporn tot grootst moglijk apprhi. Dan is ht nu mijn pliht u t vrtlln wat uw vars ons oprogn aan hun nastaann oor t gvn voor ht gval hun its moht ovrkomn. Afgaan op wat zij ton zin, zal ik u vrtlln wat ik uit hun ign mon h ghoor op ht momnt at zij zih in ht gvaar gavn n wat zij u nu zo graag zoun zggn, als zij at han gkun. Do alsof g van hnzlf hoort wat ik nu ga zggn: - Zonn, at g van appr vars afstamt, wort oor plhtighi van it momnt uilijk wzn. Wij, i n onrvol lvn han kunnn houn, hn gkozn voor n rvoll oo, livr an u n alln i nog gorn zulln 10

247a 248a worn t shamn, livr an onz ign vars n ht hl voorgslaht t ontrn, want wij vinn at ht lvn gn waar mr hft voor iman i zijn ign gslaht shaamt. Zo iman hft gn vrin mr onr mnsn of gon, nit op aar n nit in onrwrl na zijn oo. Bwaar onz woorn us in uw hart n wat g ook onrnmt, laat l grag uw mtgzl zijn n wt wl at zonr at all zit n all strvn van nul n gnrli waar zijn. Want rijkom zorgt zittr gn voorspo, als hij n lafaar is - zo iman hft zijn rijkom voor n anr n nit voor zihzlf - n ook shoonhi n lihamlijk kraht zijn ij n laf n slht man knnlijk nit op hun plaats; zij makn at hij xtra opvalt n rngn zijn lafhi aan ht liht. En all knnis i nit vrgzl gaat van rhtvaarighi n anr ugn, lijkt lugnahtig n in gn gval wijshi. Laat ht aarom uw ipst wns zijn om als rst n laatst, t alln tij n op all manirn, nit alln ons, maar ook ons voorgslaht in rom n r t ovrtrffn. En wt wl, als wij ht in apprhi van u zoun winnn, an rngt i ovrwinning ons shan n als wij ht vrlizn, an zal nrlaag ons gluk rngn. En zij zoun zkr ovrwonnnn zijn n gij ovrwinnaars, als g u voornmt faam van uw voorgslaht nit t misruikn n t vrkwansln, in wtnshap at voor n man mt zlfrspt nits zo vrahtlijk is als r i nit ontln is aan ign vrinstn, maar aan i van ht voorgslaht. D rwijzn aan voorours vrtgnwoorign voor ht nagslaht zkr n waarvoll n prahtig shat, maar n shat, gorn n faam gruikn zonr z oor t gvn aan zijn kinrn, is vrahtlijk n karaktrloos n wijst op grk aan ignwaar. Do mt towijing wat wij zggn, n wij zulln lkaar als vrinn ontmotn, wannr u t stmr ur hirhn wort gvor. Maar als g onz woorn nit wilt horn n u in it lvn laf graagt, zal niman u wlkom htn. Dit is ooshap voor onz kinrn. Als wij nog vars n mors hn, moig hn an aan oo van hun zonn - als zo'n lot hun shorn is - t ragn mt n liht gmo n l nit in hun klaagzangn; zij hn gnog aan hun ign vrrit n ht lot at hn trft n hn aarij niman noig. Latn wij livr hun wonn hln n hn gruststlln mt vrzkring at gon hun vurigst hn vrhoor. Zij hn voor hun kinrn immrs ht uwig lvn nit gvraag, maar at zij appr n rom mohtn worn. Dit hoogst go is hun toh vrln. En strvling kan nauwlijks vrwahtn at wrklijk alls in zijn lvn uitkomt zoals hij zih at in zijn romn voorstlt. Door slagn van ht lot appr t vrurn, zulln zij aawrklijk wijzn appr vars van appr kinrn t zijn. Maar als zij zih latn gaan, lan zij vrnking op zih of at zij onz vars nit zijn of at ons tn onrht lof wort togzwaai. Dat mot alli worn vrmn. Juist zij motn oor hun grag onz lof zingn n uilijk latn zin at zij ht mannn zijn, vars van mannn. Ht ou gzg 'in nits t vl' lijkt n prahtig uitspraak n ht is ook wrklijk waar. Want i mns is voor ht lvn ht st togrust i, wat zijn gluk trft, alls of ijna alls van zihzlf laat afhangn n zijn wlzijn nit ophangt aan anrn, waaroor onvrmijlijk ook zijn staan aan shommlingn onrhvig wort, al naar glang ht hun go of slht gaat. Zo iman is zonnn, appr n vrstanig. Zo iman kan zih ij ht krijgn of vrlizn van zit n kinrn ht st rihtn naar at gzg. Want omat hij op zihzlf vrtrouwt, zal hij zih 'nit al t' juihn n 'nit al t' rof gragn. Wij vragn onz vrinn n famili om zo vnwihtig t zijn n wij wnsn at zij at ook latn zin, zoals ook wij ons nu 11

249a 'nit t' opgwonn n 'nit t' vrs tonn, ook al zoun wij in strij i nu wot, motn strvn. Wij vragn van onz vars n mors rst van hun staan in z gst t lvn n t sffn at zij ons winig gnogn on mt klag n gjammr. Want als on nig gwaarzijn hn van lvnn, an on z ons alln maar vrrit oor in zak n as t zittn n hun vrlis moizaam t ragn. Maar als z hun lot nit zwaar opnmn n vnwihtig lijvn, an zulln zij ons ht mst gnogn on. Ons lot zal an mst rvoll stmming hn gvonn i mnsn shorn kan zijn, zoat ht rr jul an jammr mot worn. Door hun aanaht t rihtn op ht vrzorgn n von van onz vrouwn n kinrn, zulln zij hun ongluk ht snlst vrgtn n n lr n zinvollr lvn lin n ons iraarr zijn. Dit is alls wat wij onz vrwantn t zggn hn. D staat willn wij mt klm vragn in onz plaats voor onz ours n kinrn t zorgn. Gf onz kinrn n go opvoing n gf onz ours wat zij op hun ou ag vrinn. Wij wtn trouwns at sta aar ook zonr onz aansporing go voor zal zorgn. Kinrn n ours van gvallnn, it is ooshap i ik u op hun aanringn oorgf. Van z taak h ik mij zo nauwgzt moglijk gkwtn. In hun naam vrog ik u, zonn, t hanln als uw vars n ours vraag ik zih gn zorgn t makn om ht ign staan, omat wij u als nkling n als gmnshap op uw ou ag zulln von n vrzorgn waar n van ons ook maar iman van u moht ontmotn. D zorg i sta gft, is uzlf wl kn. Zij hft in wttn vastglg at zij zal zorgn voor kinrn n ours van hn i in oorlog zijn omgkomn. D hoogst autoritit onr urgrs hft opraht rop to t zin at vars n mors van onz hln gn onrht ovrkomt. D kinrn rngt staat zlf groot n hij ot zijn st hn zo min moglijk t latn mrkn at zij wzn zijn. Zolang zij nog kinrn zijn, nmt hij zlf plaats in van var n wannr zij volwassn mannn zijn gworn, stuurt hij hn ghl voorzin van militair uitrusting naar hun ign gi. Hij wijst aarij op taak i hun var ha n rngt z wr in hrinnring oor hun instrumntn van hun vars mo uit t rikn. En tvns aht hij ht n go voortkn als jong man, voorzin van i wapnrusting, naar zijn varlan gaat om aar mt kraht t rgrn. En wat on zlf trft, staat zal nooit ophoun hun r t wijzn oor zlf lk jaar in ht opnaar voor alln gruiklijk plhtighn t vrrihtn, i voor ir apart ook in klin kring plaatsvinn. Bovnin hout hij an sportwstrijn n paarnras n r zijn allrli muzikal vnmntn. Hij nmt zonr mr plaats in van opvolgr n zoon van on; voor zonn is hij n var n voor ours n anr our vrwantn nmt hij t alln tij vollig zorg op zih in alls wat noig is. Laat at go tot u oorringn, an zult g uw ongluk s t lihtr ragn. Zo zult gij on n lvnn ht iraarst zijn n vrzahting voor ht l gvn n ontvangn. En nu gij n all anrn samn on ht wn, kunt g gaan. Wl, Mnxnos, at is tospraak van Aspasia uit Milt. Mnxnos: Bij Zus, Sokrats, g kunt Aspasia wl glukkig prijzn at zij als vrouw in staat is zulk tosprakn t shrijvn. Sokrats: Als g m soms nit glooft, ga an m om t luistrn als zij zlf sprkt. Mnxnos: Ik h Aspasia vaak ontmot n ik wt wat voor iman zij is. Sokrats: Wl, wonrt g haar an nit n zijt g haar nu nit ankaar voor z woorn? 12

Mnxnos: O ja, Sokrats, ik n hm of haar, wi ht ook was i u z tospraak oorgaf, hl ankaar n aarij ank ik sprkr nog voor vl anr gunstn. Sokrats: Go zo! Maar laat anrn ht nit horn, want an kan ik u nog ns vakr anr mooi politik rvoringn latn horn. Mnxnos: Ws maar nit ang, at o ik nit. Maar laat z mij wl horn. Sokrats: Afgsprokn. 13