BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.

Vergelijkbare documenten
UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)

Hoofdstuk 24. Nettowinstopslagmethode

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

* goed lezen! * let op terugrekenen!

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

6, Samenvatting door een scholier 2300 woorden 8 november keer beoordeeld. M&O eenmanszaak deel 2

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

6,4. Samenvatting door M woorden 23 januari keer beoordeeld. Waarom is het belangrijk om een voorraad te hebben?

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

Hoofdstuk 3: Resultaten

Workshop 17 november 2012

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

Hoeveel moet u omzetten om quitte te spelen?

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

-> Bereken de brutowinst en de nettowinst van Jeroen.

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

modellen m&o havo Modellen voor management en organisatie 1. Inleiding

Overzicht formules. Copyright OVD Educatieve Uitgeverij bv Pagina 1 van 6 VERKOOPSPECIALIST/ EERSTE VERKOPER

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

Samengevat bereken je de nettowinst van een onderneming zo:

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Inkoopprijs 100% + marge 10% = verkoopprijs 110% Stel de inkoopprijs bedraagt 800 en de winstmarge 10% van de

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

M&O VWO 2011/

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

Vraag Antwoord Scores

Samenvatting Management & Organisatie Berekeningen

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management

2 Constante en variabele kosten

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

De kostprijs en capaciteiten. De normale en werkelijke bezetting De integrale kostprijs Bezettingsresultaten Capaciteiten

Examen HAVO. Voorbeeldopgaven Hazo. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Antwoordenbijlage Bedrijfscalculatie Uitbreidingsstof

Bovenstaande begrippen worden veelal weergegeven in onderstaand schema of overzicht. We noemen dit overzicht het exploitatieoverzicht.

Voorbeeld 1 In een klas van 29 leerlingen hebben 3 leerlingen een onvoldoende behaald voor een toets.

Hoofdstuk 21. De voorraad. Wat is de voorraad waard? Dat is afhankelijk van het product en het moment waarop het gekocht is!

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

De break-evenanalyse. De break-evenanalyse De veiligheidsmarge Het indifferentiepunt Differentiële kosten

UITWERKINGEN OPGAVEN

ELEMENTAIRE BEDRIJFSECONOMISCHE MODELLEN Auteurs: Fons Vernooij en Paul van der Aa Website: fons-vernooij.nl/bm-site/ebm

3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

Hoofdstuk 3: Resultaten

MARKETING / 09A. HBO Marketing / Marketing management. Raymond Reinhardt 3R Business Development.

v6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Verantwoording SBU KD Financieel administratieve beroepen

Direct costing en break even analyse

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 2

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

Kengetallen met betrekking tot de vermogensbehoefte. Opgave 3.6a hoort bij paragraaf 3.3, De gemiddelde opslagduur van de voorraad goederen.

LANDSEXAMEN HAVO

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Vraag Antwoord Scores. De bank heeft een onderpand/zekerheid voor de lening 1 Daphne legt eigen geld in waardoor de lening lager is 1

Eindexamen m&o havo 2008-II

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: Een eigen bedrijf

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Kaarten module 4 derde klas

Marketingmix. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 6

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

M & O Case 3.10 Plentium De berekeningen staan in volgorde van hoe het op de begroting en op de balans staat.

Financiële aspecten van de planning

Uitwerkingen. Bedrijfsrekenen Voor het hoger onderwijs. drs. H.J.Ots. Hellevoetsluis

Vraag Antwoord Scores. inkoopwaarde van de omzet 835,20 (= 816 x 0, x 1,05) brutowinst 1.564,80

Achter het correctievoorschrift is een aanvulling op het correctievoorschrift opgenomen.

Examen HAVO. Voorbeeldopgaven HAZO. Bedrijfseconomie, ondernemerschap en financiële zelfredzaamheid

Examen HAVO. management & organisatie. tijdvak 1 vrijdag 1 juni uur. Bij dit examen horen een bijlage en een uitwerkbijlage.

Omzetsnelheid en omzetduur Het beheren van de voorraad doe je op basis van kengetallen. Kengetallen helpen je te bepalen of je voorraad optimaal is.

Hoofdstuk 25, 30 en 31

Antwoorden hoofdstuk 14

Bij deze opgave horen de informatiebronnen 1 tot en met 4. In deze opgave blijven de belastingen buiten beschouwing.

Vraag Antwoord Scores. vaste verrekenprijs 180 opslag overheadkosten 150 x 180 = kostprijs nettowinstopslag... +

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

Financiën. Exploitatiebegroting Omzet ,50 x 50 = 625,00. 0,67 x 350 = 234,50. Inkoopwaarde. Brutowinst 390,50. Promotie kosten 10,00

consumentenprijs btw tarief Rekenvoorbeeld Een bakker heeft aan het eind van de ochtend de volgende artikelen verkocht.

Toegepast Rekenen Opdrachten:

Uitwerkingen proefexamen I PDB kostencalculatie

Transcriptie:

BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.) Een handelaar wil de van het artikel Bomol berekenen. Hij maakt daarbij gebruik van een aantal gegevens uit de maand april. In die maand heeft hij 5600 stuks Bomol ingekocht en 4200 stuks verkocht. De directe inkoopkosten bedroegen in april 16.800. De (noodzakelijke) algemene bedrijfskosten bedragen 42.000 per maand. De inkoopprijs van Bomol is 80,00 per stuk. Om de opslag voor de nettowinst te berekenen, hanteert de handelaar een percentage van 40% over de kostprijs. Ter dekking van de algemene bedrijfskosten neemt de handelaar een opslag voor algemene bedrijfskosten van 30% van de inkoopprijs inclusief directe inkoopkosten per eenheid product. Bij de vaststelling van de houdt de ondernemer rekening met een gebruikelijke korting van 5%. In de maand april is aan de afnemers echter 4% korting gemiddeld genomen toegekend. Gevraagd 1. Geef een berekening van de kostprijs van Bomol. Geef de uitkomst van elk stukje van de 2. Geef een berekening van de officiële van Bomol. Geef de uitkomst van elk stukje van de Uitwerking: Het model Verkoopprijs-via-kostprijs officiële gewenste + kortings opslag kostprijs + opslag voor % x officiële nettowinst inkoopprijs + opslag alg. % x kostprijs inclusief DI bedrijfskosten inkoop + DI % x inkoopprijs prijs inclusief DI Uitwerking: 1. a. inkoopprijs 80,00 1 p. b. directe inkoopkosten: 16.800 / 5600 eh 3,00 1 p. c. inkoop + DI 83,00 1 p. d. opslag algemene kosten: 30% x 83,00 24,90 1 p. e. kostprijs 107,90 1 p. 2. f. nettowinstopslag: 40% x 107,90 43,16 1 p. g. gewenste 151,06 1 p. h. opslag voor korting 5% + 1 p. i. officiële 100 / 95 x 151,06 159,02 1 p. 9 p. h. indien opslag voor korting 4% + 0 p. i. officiële : 100 / 96 x 151,06 157,35 1 p. h. indien opslag voor korting 5% + 1 p. i. officiële : 105 /100 x 151,06 158,61 0 p.

BIJLAGE 9.B: FRAGMENT VAN OPGAVE b2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES Een handelsbedrijf verkoopt uitsluitend het product Bimba. Zij wil informatie verzamelen over de brutowinst en de nettowinst over de maand juni. Zij heeft daarvoor de volgende gegevens verzameld. De is opgebouwd uit de volgende bestanddelen: inkoopprijs 22,50 directe inkoopkosten 7,50 opslag algemene bedrijfskosten 10,00 opslag nettowinst 6,00 gewenste 46,00 Aangezien het handelsbedrijf veelal korting verleent, houdt zij bij het vaststellen van de rekening met een extra opslag om korting te kunnen geven van 4,00 per eenheid product. In de maand juni blijkt achteraf dat gemiddeld 3,50 per product aan korting is verleend. Er zijn in juni 4.200 stuks Bimba ingekocht en 4.000 stuks verkocht. Op 1 juni was er geen beginvoorraad. De (noodzakelijke) directe inkoopkosten bedroegen in juni 31.500. De directe inkoopkosten variëren met de omvang van de inkopen. De algemene bedrijfskosten zijn elke maand even groot en bedragen 41.000. Het handelsbedrijf heeft echter een te groot pakhuis gehuurd, waardoor de kosten elke maand 1.000 hoger zijn dan nodig is. Gevraagd: 1. Geef een berekening van de brutowinst over juni. Geef de uitkomst van elk stukje van de 2. Hoe groot is de brutowinstmarge? 3. Geef een berekening van de nettowinst over juni. Geef de uitkomst van elk stukje van de 4. Hoe groot is de nettowinstmarge? 5. Hoe groot is de kostprijs van Bimba? NORMERING ANTWOORDEN OPGAVE KVP-B2 Indien model A is gekozen: 1. De is 46,00 + 4,00 = 50,00 1 p. Omzet 4.000 x 50,00 = 200.000 1 p. Inkoopwaarde 4.000 x 22,50 = 90.000 1 p. Directe inkoopkosten 4.000 x 7,50 = 30.000 + 1 p. Inkoopwaarde incl DI 120.000-1 p. Brutowinst (indien BW per eenheid product: 2 punten eraf) 80.000 1 p. 2. De omzet is 200.000 (geen doorwerkende fout vanuit vraag 1) 1 p. brutowinst / omzet = 80.000 / 200.000 x 100% = 40%%. 1 p. 3. Algemene bedrijfskosten: 41.000 1 p. Korting (geen doorwerkende fout) 14.000 1 p. 55.000 - Nettowinst 25.000 1 p. 4. Nettowinst / omzet = 25.000 / 200.000 = 12,5%. 1 p. (indien dezelfde omzet als bij vraag 2, als doorwerkende fout aanmerken) 12 p.

Indien model B is gekozen: 1. De is 46,00 + 4,00 = 50,00 1 p. Opbrengst verkopen 4.000 x 50,00 = 200.000 1 p. Korting 4.000 x 3,50 = 14.000-1 p. (netto opbrengst) 186.000 1 p. Kostprijs verkopen 4.000 x 22,50 = 90.000-1 p. Brutowinst (indien BW per eenheid product: 2 punten eraf) 96.000 1 p. 2. De omzet is 200.000 (geen doorwerkende fout vanuit vraag 1) 1 p. brutowinst / opbrengst verkopen = 96.000 / 200.000 x 100% = 48%. 1 p. 3. Directe inkoopkosten 4.000 x 7,50 = 30.000 1 p. Algemene bedrijfskosten 41.000 + 1 p. Totalebedrijfskosten 71.000 - Nettowinst 25.000 1 p. 4. Nettowinst / opbrengst verkopen = 25.000 / 200.000 = 12,5%. 1 p. (indien hier dezelfde omzet als bij vraag 2, dan hier wel als doorwerkende fout aanmerken) SUBTOTAAL 12 p. Indien model E is gekozen: 1. opslag ABK 10,00 1 p. + opslag NW 6,00 1 p. + opslag korting 4,00 2 p. Brutowinst p.p. = 20,00 Totale brutowinst: 4000 x 20 = 80.000 2 p. De rest: zie model A (maar wel E invullen op het scoreformulier) 5. Kostprijs Bimba: code C': 22,50 + 7,50 + 10,00 = 40. 2 p. code A': 22,50 + 7,50 = 30. 0 p. code B': 22,50 0 p.

BIJLAGE 9.C: FRAGMENT VAN OPGAVE c4 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES Een handelaar wil een verkoopplan maken voor 1992. De gegevens die hij daarvoor nodig heeft, haalt hij uit zijn administratie over 1991. In deze berekeningen blijven de BTW-bedragen volledig achterwege. Er is ook geen sprake van kortingen. De directe inkoopkosten zijn geheel variabel met de inkoopwaarde van de goederen. In 1991 heeft hij 10.000 stuks Dexxo verkocht voor 200 per stuk. De opbouw van de van Dexxo is als volgt: Inkoopprijs 128,- Directe inkoopkosten p.p. 16,- Opslagen voor algemene bedrijfskosten: - variabel 24,- - constant 12,- Opslag nettowinst 20,- Verkoopprijs (excl. BTW) 200,- Aangezien de normale afzet van Dexxo is ingeschat op 10.000 stuks is het totaal bedrag aan noodzakelijke constante kosten 120.000 per jaar. In werkelijkheid hebben de constante kosten in 1991 116.000 bedragen. Wat betreft de variabele algemene bedrijfskosten kwamen de werkelijke kosten overeen met de noodzakelijke kosten. 1. Geef aan hoe de kostprijs van Dexxo is opgebouwd. 2. Geef een berekening van de brutowinst op Dexxo in 1991. 3. Geef een berekening van de nettowinst op Dexxo in 1991. 4. Geef de berekening van de break-even-omzet met behulp van de formule. Je mag aannemen dat alle overige gegevens onveranderd blijven. 5. Hoe groot is het brutowinstpercentage dat in de formule naar voren komt? NORMERING ANTWOORDEN OPGAVE KVP-C4 1. Kostprijs van Dexxo = 128 + 16 + 24 + 12 = 180. 1 p. Alternatief: - opslag nettowinst = 200-20 = 180. Berekening brutowinst en nettowinst volgens: model D: break-even benadering: 2. Omzet: 10.000 x 200 2.000.000 Inkoopwaarde omzet: 10.000 x 128 = 1.280.000 3. Brutowinst 720.000 3 p. Variabele kosten: 400.000 Dekkingsbijdrage 320.000 Constante kosten 116.000 model A: calculatorische benadering: 2. Omzet: 10.000 x 200 2.000.000 Inkoopwaarde incl DI: 10.000 x ( 128 + 16) 1.440.000 Brutowinst: 560.000 3 p. 3. Alg.bedr.ko.: 10.000 x 24 + 116.000 356.000

model E: 2. Brutowinst per product: 200-144 = 56 1 p. Brutowinst = 10.000 x 56 560.000 2 p. 3. Alg. Bedr. Kosten: 10.000 x 24 + 116.000 356.000 Nettowinst 204.000. 2 p. model B: boekhoudkundige benadering: 2. Opbrengst verkopen: 10.000 x 200 2.000.000 Kostprijs verkopen: 10.000 x 128 1.280.000 Brutowinst 720.000 3 p. 3. Tot. bedr.ko.: 10.000 x ( 16 + 24) + 116.000 516.000 4. Formule: Bij model D en model B: Brutowinst percentage = 72 / 200 x 100% = 36%. Variabel kosten% = 40 / 200 x 100% = 20%. 1 p. Const. ko. + gewenste winst 100% x 116.000 = = 725.000. 2 p. Brutowinst% - variabel kosten% 36% - 20% = 16% Bij model A en model E: Brutowinst percentage = 56 / 200 x 100% = 28%. Variabel kosten% = 24 / 200 x 100% = 12%. 1 p. Const. kosten + gewenste winst 100% x 116.000 = = 725.000. 2 p. Brutowinst% - variabel kosten% 28% - 12% = 16% (Indien eerder model E is gebruikt, dient ook hier model E vermeld te worden in de codekolom.) Bij model M: Hier is de bestaande formule niet bruikbaar. Het brutowinst% is hier 36%. 0 p. (Deze vraag is opgenomen in verband met oplossingen waarin de break-evenomzet berekend wordt via constante kosten / dekkingsbijdrage p.e.p.)