Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hervergunning van een veeteeltbedrijf tot slachtkuikens

Vergelijkbare documenten
Richtlijnen voor het Project-MER Oiltanking AGT

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 5280 varkens te Stekene

Richtlijnen voor het Project-MER Belgoprocess bouw gebouw 167X opslag vaten

Initiatiefnemer: Van Rooy Kathleen Hegge Ravels. 12 februari 2016 PRMER-PR2299-RL

Richtlijnen voor het Project-MER Hervergunning en verandering van een pluimveehouderij te Wuustwezel

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een veeteeltbedrijf : De Lindehoeve/Carrebrouck Koen te Diksmuide

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van een slachtkuikenbedrijf. Aerts Kristof te Beerse

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding van een gemengde veehouderij met pluimvee en rundvee : Van De Locht Guy te Wuustwezel

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij : Messely Klaas te Kortrijk

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing milieuvergunning van slachtkuikenbedrijf Pollo NV te Oud-Turnhout

Goedkeuringsverslag milieueffectrapport

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een varkensbedrijf

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van het gemengd veeteeltbedrijf Danny Delcroix

Richtlijnen voor het Project-MER Spent Fuel Facility voor Kerncentrale Doel

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en verandering van pluimveehouderij Bart Bax LV in Weelde

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en vroegtijdige hernieuwing van een gemengd veeteeltbedrijf in Poperinge (Watou)

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding van een bestaande varkenshouderij en exploitatie van een nieuwe pluimveehouderij te Borgloon.

Richtlijnen milieueffectrapportage

Milieueffectrapport voor het uitbreiden van een varkensbedrijf

Scopingsadvies Project-MER Productie en bewerking van glas AGC Glass Europe NV in Mol Hervergunning en uitbreiding/wijziging

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een bestaand legkippenbedrijf tot legkippen

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing en uitbreiding van de varkenshouderij PPS bvba tot varkens te Hoogstraten

Scopingsadvies Project-MER Modernisering van het Albertkanaal tussen de Noorderlaanbrug en de sluis van Wijnegem

Scopingsadvies Project-MER Verandering van een varkenshouderij DGST BVBA in Lille

Richtlijnen voor het Project-MER Uitbreiding, wijziging en hernieuwing van drie varkensbedrijven tot 6272 varkens te Merksplas

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot varkens te Beveren- Waas

Richtlijnen milieueffectrapportage. Verbindingsweg Brussels Expo en de heraanleg en uitbreiding van het Verregatpark

Varkensbedrijf Kodeva te Torhout

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hernieuwing van de milieuvergunning voor een pluimveehouderij met stalruimte voor leghennen (Vanthournout)

Scopingsadvies Project-MER Aanleg infrastructuur industrieterreinontwikkeling Kluizendok te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage

Wiga NV: uitbreiding van een varkenshouderij tot varkens te Heuvelland

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding productie Brouwerij Duvel-Moortgat te Breendonk (Puurs)

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en hernieuwing van de vergunning voor een varkensbedrijf: Desmedt Wim te Hooglede

Richtlijnen voor het Project-MER Windpark Nieuwpoort-Middelkerke

Scopingsadvies Project-MER Regularisatie en uitbreiding van kippenslachterij Nollens NV te Kruishoutem

Scopingsadvies Project-MER Uitbreiding en gedeeltelijke retrofit van het windturbinepark Kristalpark in Lommel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER voor Noordoostelijke omleidingsweg Tongeren

Richtlijnen milieueffectrapportage Project-MER. Doortocht Brugge - Vernieuwing Steenbruggebrug

Ontbossing en bouw en exploitatie van een nieuwe elektriciteitscentrale van Electrabel op de terreinen van Arcelor Gent te Gent

Scopingsadvies Project-MER Galloo Uitbreiding opslag schroot

Richtlijnen voor het Project-MER Luchthaventram

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van het grond- en slibverwerkingscentrum Rodenhuize te Gent

Richtlijnen milieueffectrapportage

Goedkeuring milieueffectrapport. Kerncentrale van Doel hernieuwing van de Vlarem-vergunning

Hervergunning en verandering van een attractiepark

Richtlijnen milieueffectrapportage. Opwaardering van het Kanaal naar Charleroi

Richtlijnen milieueffectrapportage: Uitbreiding pluimveebedrijf Segers Dirk (Arendonk) tot braadkippen.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Gemengd Regionaal Bedrijventerrein Veedijk te Turnhout.

Hervergunning van de Electrabel - elektriciteitscentrale

Richtlijnen milieueffectrapportage. Plan-MER OMLOOP VOOR GRONDGEBONDEN GEMOTORISEERDE SPORTEN TE MAASEIK (Neeroeteren), Waterloos

Richtlijnen milieueffectrapportage: Varkensbedrijf Voeder Seurynck NV

Renogen biomassa-wkk te Ham

/11/2015

Verzoek tot ontheffing van het opstellen van een project-mer: Ontheffingsbeslissing. Project:

Richtlijnen voor het Project-MER Monument Chemical BVBA Uitbreiding en hervergunning

Richtlijnen milieueffectrapportage

Plan-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport. Plan: Nationaal Operationeel Plan voor de Belgische Visserijsector

Beslissing over het verzoek tot ontheffing van de project-mer-plicht. Duurzaam Beheerplan Boven-Zeeschelde

Richtlijnen voor het Project-MER Woon- en retailcomplex Akzo te Vilvoorde

Nieuwe elektriciteitscentrale van T-Power NV te Tessenderlo

Uitbreiding van de kopersmelter

Monsanto: MER voor diverse uitbreidingsprojecten

Scopingsadvies project-mer Verandering / herstructurering varkensbedrijf Suin bvba te Kruishoutem

Richtlijnen milieueffectrapportage: Gallina NV Hoogstraten

Eurostadium Brussels

Een overzicht van de mer-procedure en bespreking van de terinzagelegging van de kennisgeving

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen

Scopingsadvies Project-MER Hervergunning en uitbreiding van een varkenshouderij tot 7241 andere varkens te Wuustwezel

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding van een bestaand slachthuis te Ruiselede

Project-MER-Verslag. Verdere exploitatie van elektriciteitscentrale Langerbrugge

Richtlijnen milieueffectrapportage: Uitbreiding en hervergunning Inbev Belgium NV te Leuven

Aanbevelingen voor het opstellen van een kennisgevingsdossier. MER-forum 10 juni 2004

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: MER Prayon te Ruisbroek. Initiatiefnemer: Prayon NV Gansbroekstraat Ruisbroek

Terinzagelegging Kennisgeving voor MER Eurostadium 25 augustus Karen Polfliet Arcadis Belgium

Hervergunning en verandering van de activiteiten van URSA BENELUX bvba te Waregem-Desselgem

Uitbreiding milieuvergunning pluimveehouderij. NV Sininvest, Moorslede (Roeselare)

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Sint-Janspoort Kortrijk. Initiatiefnemer:

Richtlijnen voor het Project-MER Stadsontwikkelingsproject O-Sea in Oostende

Aanvullende richtlijnen milieueffectrapportage. Project-MER. Oosterweelverbinding

Richtlijnen voor het Project-MER Leemontginning te Schendelbeke (Geraardsbergen)

Vormen van milieueffectrapportage in Vlaanderen. Pascal Van Ghelue Geograaf Dienst Begeleiding Gebiedsgerichte Planprocessen

PROVINCIE ANTWERPEN STAD HERENTALS GEMEENTE GROBBENDONK RUIMTELIJK UITVOERINGSPLAN HAZENPAD VERZOEK TOT RAADPLEGING BIJLAGE BUNDELING ADVIEZEN

Richtlijnen milieueffectrapportage. Bouw en exploitatie van een nieuwe gevangenis in Dendermonde

Hervergunning en verandering van Bayer Antwerpen

Richtlijnen milieueffectrapportage: Inza Schoten: Hernieuwing van de milieuvergunning

Richtlijnen milieueffectrapportage. Hervergunning en uitbreiding Veolia ES MRC te Antwerpen

Project-MER-Verslag. Project: Initiatiefnemer:

Project-MER verslag Goedkeuring milieueffectrapport

Richtlijnen milieueffectrapportage. Uitbreiding en hernieuwing van een varkenshouderij tot 4286 varkens te Knesselare

Project-MER-Verslag. Goedkeuring milieueffectrapport. Project: Uitbreiding Recreatiepark Hengelhoef te Houthalen-Helchteren.

Hervergunning van de volledige eenheid en uitbreiding met een zesde gietinstallatie CORUS Aluminium NV

Richtlijnen milieueffectrapportage. Windturbineproject langsheen de E40 te Oud- Heverlee, Bierbeek, Boutersem, Tienen en Hoegaarden

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project:

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Aanleg hoogspanningsleiding Zandvliet-Lillo.

Ontheffing tot het opstellen van een MER. Ontheffingsbeslissing. Project: Grondwaterwinning Algist Bruggeman. Gent.

HERVERGUNNING EN UITBREIDING VAN METALLO-CHIMIQUE NV TE BEERSE

Project-MER-Verslag. Project: Initiatiefnemer:

Richtlijnen milieueffectrapportage

Nieuwe installatie voor de productie van PET van JBF Industries te Laakdal/Geel

Transcriptie:

Vlaamse overheid Departement Leefmilieu, Natuur en Energie Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Koning Albert II-laan 20 bus 8 1000 BRUSSEL Tel: 02/553.80.79 e-mail: mer@vlaanderen.be Richtlijnen milieueffectrapportage Uitbreiding en hervergunning van een veeteeltbedrijf tot 282.000 slachtkuikens Initiatiefnemer: Hendrickx Van Loon LV Maxburgdreef 43 2990 Wuustwezel 12 oktober 2015 PRMER-2215-RL

1. Inleiding Het voorgenomen project betreft een uitbreiding van het vergunde dierenaantal van 80.000 naar 282.000 slachtkuikens. Hiervoor zullen 4 ammoniakemissiearme stallen bijgebouwd worden volgens stalsysteem 6.4. Deze activiteiten zijn onderworpen aan de m.e.r.-plicht volgens het project-m.e.r.-besluit 1, met name: Bijlage I 21a) Installaties voor intensieve pluimveehouderij met meer dan 85.000 plaatsen voor mesthoenders (ander gevogelte dan legkippen) De initiatiefnemer heeft er bij de start van de m.e.r.-procedure expliciet voor gekozen om de in de kennisgeving voorgestelde methodologie reeds verder uit te werken tot ontwerp-mer en beide gebundeld in te dienen als één document. De dienst Mer van de Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid verklaarde het kennisgevingsdossier volledig op 26/06/2015. De terinzagelegging in de gemeente Wuustwezel liep van 14/07/2015 tot en met 12/08/2015. Parallel vroeg de dienst Mer adviezen bij de administraties en openbare besturen. De Dienst Mer stelde deze bijzondere richtlijnen (verder richtlijnen) op met het oog op de inhoudsafbakening/methodologie van het MER. Zij houden rekening met principieel verplichte onderdelen van een project-mer op basis van art. 4.3.7. van het DABM 2 en de ontvangen adviezen (zie bijlage). Deze richtlijnen hebben betrekking op de reikwijdte, het detailleringsniveau en de inhoudelijke aanpak van het project-mer. Het project-mer moet opgesteld worden zoals door de initiatiefnemer voorgesteld is in de kennisgeving en aangevuld/aangepast worden met de specifieke vereisten die in deze richtlijnen geformuleerd zijn. Waar de kennisgeving en de richtlijnen van elkaar zouden afwijken, moet voorrang gegeven worden aan de richtlijnen. 2. Doelstelling, verantwoording en besluitvorming Het project heeft tot doel het vergunde dierenaantal van 80.000 naar 282.000 slachtkuikens uit te breiden met de bouw van 4 stallen om te komen tot een goed economisch leefbaar bedrijf. Het MER zal een overzicht bevatten van de bestaande en aan te vragen vergunningstoestand (zowel stedenbouwkundige vergunning als milieuvergunning). Relevante vorige bijzondere vergunningsvoorwaarden zullen worden opgesomd en het MER zal aangeven hoe dit MER hierop een antwoord kan geven. o In het MER zal aangegeven worden of het bestaande groenscherm werd aangelegd cfr. de bijzondere milieuvergunningsvoorwaarden. 1 Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, B.S. 17 februari 2005, zoals herhaaldelijk gewijzigd. 2 Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, B.S. 3 juni 1995, zoals herhaaldelijk gewijzigd (DABM). Dienst Mer Richtlijnen PR02215 2

Het MER moet relevante gegevens en conclusies uit voorgaande rapportages oplijsten (alle relevante milieustudies, ook andere dan m.e.r.-rapportages). Het MER dient bij de vergunningsaanvraag gevoegd te worden. Het MER is niet alleen een hulp bij de besluitvorming, maar volgens art. 4.1.7. van het DABM moeten de conclusies ook doorwerken in de besluitvorming. Het MER moet hiermee rekening houden bij de formulering van mogelijke alternatieven, milderende of compenserende maatregelen. 3. Beschrijving project en alternatieven Aanvullend op de kennisgeving moeten de volgende punten ook beschreven worden: o o Verduidelijk of de bouwtijd van 6 maanden die vermeld staat in de kennisgeving de totale bouwtijd is voor de 4 bijkomende stallen of dat dit de bouwtijd voor 2 stallen is. Beschrijf welke ingrepen nodig zijn op de twee bestaande stallen om het dierenaantal uit te breiden. Het MER beschrijft bovendien volgende alternatieven: o het nulalternatief Inzake uitvoeringsalternatieven gaan de deskundigen na of er relevante BBT-studies of BREFnota s beschikbaar zijn en toetsen het bedrijf/project hieraan. De BBT toetsing moet duidelijk terug te vinden zijn door bv. de checklist BBT/BREF tabelmatig toe te voegen. 4. Juridische en beleidsmatige context De volledig verklaarde kennisgeving doet opgave van het juridische/beleidsmatige kader dat voor dit MER van belang is in de vorm van een duidelijke overzichtsmatrix. Het MER zal zorgvuldig nagaan waar de projectrelevantie zich situeert en in het bijzonder ook aangeven of de voorwaarde onderzoekssturend kan zijn dan wel procedurebepalingen bevat of de combinatie van beide. Het is van belang om ook tijdens het opstellen van het MER de stand van zaken hiervan op te volgen. De juridische en beleidsmatige randvoorwaarden met een duidelijke ruimtelijke component moeten cartografisch gepresenteerd worden. Volgende relevante randvoorwaarden dienen bijkomend te worden aangepast, opgevolgd of aangevuld: o Vlaams klimaatbeleidsplan 2013-2030 5. Algemene en Methodologische aspecten De afbakening van het studiegebied zal voldoende gemotiveerd worden per discipline, rekening houdend met het feit dat het studiegebied zowel het projectgebied als het gebied met effecten Dienst Mer Richtlijnen PR02215 3

moet omvatten. De ruimtelijke afbakening moet voor elke discipline duidelijk tekstueel omschreven worden en indien mogelijk, voorgesteld worden op kaart. Wanneer er tijdens het opstellen van het project-mer nieuwe ontwikkelingsscenario s naar voor zouden komen dan deze die momenteel gekend zijn, moeten deze toegevoegd worden aan het afwegingskader. Cumulatieve effecten dienen onderzocht te worden. De methodologie voor de effectvoorspelling zal binnen elke discipline in het project-mer duidelijk en transparant omschreven worden. Tevens zal per discipline aangegeven worden op basis van welke criteria een effect als significant of als niet significant beoordeeld wordt. Het resterend effect na de milderende maatregelen zal aangegeven en gekoppeld worden aan het gehanteerde beoordelingskader. De effectenbespreking en -beoordeling dient transparant en op voldoende wijze te gebeuren. De dienst Mer vraagt om bij de beschrijving van de bestaande toestand en milieueffecten, als aanvulling op de volledig verklaarde kennisgeving, voldoende aandacht te besteden aan het volgende: Met betrekking tot de discipline lucht: - Verduidelijk bij tabel 22 (p.56) of het bedrijf zelf mee opgenomen is in de cumulatieve geurmodellering of dat het enkel om de omliggende bedrijven gaat. Onder tabel 22 wordt verwezen naar enkele figuren. Neem ook de referenties van de betrokken figuren op. - Volgens de stofmodellering blijkt er een effect te zijn ter hoogte van de bedrijfswoning en één andere woning. Binnen het project wordt voorzien dat er stofbakken geplaatst worden. Hierdoor zal de gemodelleerde situatie een overschatting zijn ten opzichte van de reële situatie, omdat het effect van de stofbakken niet meegenomen is in de modellering. In de kennisgeving staat dat de stofbakken te vergelijken zijn met de droogwanfilters (die beschreven zijn in de BBT fijn stof, Wageningen UR Livestock Research 2011) en met het Nederlands systeem E7 (additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof). Beschrijf in het MER in welke mate de technieken te vergelijken zijn en voer een indicatieve modellering uit met het meest relevante systeem waarvan een reductiepercentage beschreven is; eventueel kan uitgegaan worden van het laagst beschreven reductiepercentage. Beschrijf of er dan nog een negatief effect optreedt ter hoogte van deze ene woning. Met betrekking tot de discipline water: - Volgens de berekening van de hemelwateropvang zal er zo n 1.796 m 3 hemelwater per jaar kunnen opgevangen worden. Volgens de BBT en VMM-waterverbruikscijfers zal het opgevangen hemelwater de behoefte aan reinigingswater niet kunnen dekken. Verklaar in het MER hoe het bedrijf zal voldoen aan de waterbehoefte om te reinigen. - De aangevraagde capaciteit van de grondwaterwinning is groter dan de watercapaciteit die volgens de BBT en VMM-waterverbruikscijfers nodig is om de dieren van drinkwater te voorzien (ca. 4.000 m 3 /jaar). Motiveer in het MER waarom de aanvraag overgedimensioneerd is. - Beschrijf wat er gebeurt met het afvalwater. - Het hemelwater dat op de daken van de 4 nieuwe stallen valt, zal afgeleid worden naar een infiltratiezone. Neem in het Mer op waarom het regenwater niet opgevangen wordt om later eventueel te hergebruiken. Dienst Mer Richtlijnen PR02215 4

- Bij het item overmatig waterverbruik moet ook ingegaan worden op huishoudelijk afvalwater. Het significantiekader voor waterverbruik (tabel 35) is te herbekijken. Het veeteeltbedrijf is een GPBV-inrichting waardoor het moet voldoen aan BBT. Het voorgestelde significantiekader laat meer toe dan de regelgeving, waardoor het niet kan toegepast worden. - Geef in het MER voor elke grondwaterwinning aan of het grondwater onttrokken wordt uit een freatische of een gespannen watervoerende laag. De grondwatertafeldaling wordt in de kennisgeving berekend met de formule van Theis. Voor de twee boorputten werd telkens een pomptijd opgenomen (5,8 h en 9,4 h). De pompen zullen enkele malen per dag aan- en afslaan. De formule van Theis laat toe om op basis van de bodemkarakteristieken (dikte aquifer, doorlaatbaarheid, etc.) en het debiet van de pomp, de invloedskegel in een bepaalde watervoerende laag te berekenen na een bepaalde tijd pompen aan een constant debiet uit de watervoerende laag. De invloedsstraal, berekend met de formule van Theis, ligt steeds op oneindig. Er wordt dus nooit een evenwicht bereikt. Bij de effectbepaling van een grondwaterwinning zijn er dus twee mogelijkheden : o De formule van Theis laat toe om de afstand van een verlaging te berekenen in functie van de verlopen tijd van de pomping. De formule is bruikbaar indien een bedrijf zijn dagelijkse waterbehoefte zou winnen binnen een gekend tijdsinterval van enkele uren, waarbij de winning de rest van de dag stil ligt. In het MER dient deze tijdsduur, die bij de berekening werd gebruikt, te worden opgegeven. De bekomen waarde van de reikwijdte voor een bepaalde verlaging stemt dan overeen met het maximum op het ogenblik van het uitschakelen van de pomp. Vervolgens dient te worden nagegaan of in de periode van stilstand van de pomp, er genoeg herstel optreedt zodat het grondwaterpeil terug stijgt tot het oorspronkelijke rustpeil van vóór de pomping. Geef in het MER aan hoeveel tijd er tussen twee pompbeurten zit. Toon in het MER aan dat de tijd tussen twee pompbeurten voldoende is om de grondwatertafel terug tot zijn oorspronkelijk niveau te laten komen. Zo niet, dan zullen er cumulatieve verlagingseffecten optreden, tot er een evenwicht zal zijn met de grondwatervoeding. Deze evenwichtstoestand kan niet met de formule van Theis worden berekend, alvast niet zonder dat er aannames zouden worden gemaakt voor de parameters die eigenlijk in het MER moeten worden berekend om het effect van de waterwinning in te schatten. o Indien niet kan worden aangetoond dat het grondwaterpeil zich volledig herstelt tussen twee pompingen in, dan dient gebruik te worden gemaakt van berekeningsmethoden voor permanente stroming in evenwichtstoestand met de grondwatervoeding (bij voorkeur de methoden van Dupuit voor freatische aquifers en de formule van Thiem voor gespannen aquifers). - De berekende grondwaterdaling reikt tot aan een andere bedrijfsvreemde winning. Bespreek de interferentie tussen de twee eigen boorputten en de interferentie met de bedrijfsvreemde boorput. Bij het analyseren van de wederzijdse beïnvloeding van grondwaterwinningen, dient steeds een analyse van de overlappende verlagingskegels te worden uitgevoerd. Een uitspraak over de aanzienlijkheid van elkaar beïnvloedende bemalingen, moet steeds gebaseerd zijn op de specifieke omstandigheden, eigen aan het project. - In de kennisgeving wordt voor de grondwaterwinning een nieuw significantiekader voorgesteld in tabel 33. Het voorgestelde significantiekader wijkt af van dat in het richtlijnenboek water. Om de impact van een grondwaterwinning te beoordelen staat in het richtlijnenboek water een schematische voorstelling (figuur 5-5). Motiveer uitgebreid om welke reden er afgeweken wordt van het richtlijnenboek. - In het MER moet getoetst worden aan de doelstellingen die voor het betrokken grondwaterlichaam zijn gedefinieerd in het stroomgebiedsbeheerplan. Dienst Mer Richtlijnen PR02215 5

- Het bedrijf is gelegen in een speerpuntgebied waar extra wordt ingezet op het bereiken van een goede oppervlaktewaterkwaliteit. Het is aangewezen om een timing in te voeren voor het versneld aanleggen van een operationele IBA. In het MER wordt een indicatieve timing opgenomen. - VMM vraagt om bij de berekening van de hemelwateropvang aan te geven met welke gemiddelde leegstand gewerkt wordt. Hieruit kan berekend worden wat de kans is op droogvallen van de hemelwaterput van 96 m 3. Deze berekening moet in het MER opgenomen worden. Indien onvoldoende hemelwater ter beschikking is, moet gezocht worden naar mogelijke methodes om extra hemelwater op te vangen. Met betrekking tot de discipline geluid & trillingen: - Voor geluidsarme ventilatoren wordt gerekend met een geluidsvermogenniveau van 71 db(a). Dit is afwijkend van de 85 db(a) voorzien in het richtlijnenboek Landbouwdieren. Deze afwijking moet grondig gemotiveerd worden in het MER( bv. met productfiches). De berekening die aan de basis ligt om met 71 db(a) te tellen wordt in het MER opgenomen. Toon aan dat zowel de bestaande als de nieuwe ventilatoren geluidsarm zijn. - Op p.100-102 wordt het specifiek geluid van de bestaande inrichting beoordeeld, op p.102-104 dat van de geplande inrichting. Verduidelijk bij de tabellen telkens of het gaat om de bestaande bronnen (30 ventilatoren), de bijkomende bronnen (60 ventilatoren) of het totaal (90 ventilatoren). - Bereken in de discipline geluid de totale geluidshinder van de continue en incidentele bronnen. Verduidelijk dat er voor het totaal geluid niet kan afgetoetst worden aan de wettelijke VLAREM normen omwille van de verschillende normenkaders voor bestaande en nieuwe inrichtingen. Het totale geluidsniveau van de inrichting is wel nodig om een beoordeling te maken in de discipline Mens gezondheid en psychosomatische effecten. Met betrekking tot de discipline mens: - Geef meer informatie over het verkeer in de referentiesituatie. Geef aan of er reeds een probleem is met de verkeersafwikkeling of niet. Geef meer informatie over hoe groot de kans is dat vrachttransport moet kruisen met plaatselijk verkeer en of dat makkelijk gaat of mogelijke risico s inhoudt. - Er moet een beoordeling van de geluidshinder gebeuren. Hiervoor wordt best afgetoetst aan de WGO norm. Voor deze aftoetsing moet het totale geluidsniveau berekend worden. Met betrekking tot de discipline 3 landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie: - Motiveer in het MER waarom er een bijkomende oprit zal voorzien worden. Met betrekking tot de (gewest-)grensoverschrijdende effecten: - De afstand van het bedrijf tot de Nederlandse natura-2000 gebieden het Ulvenhoutse bos en Brabantse Wal worden in het MER opgenomen. De effecten op deze twee gebieden zullen in het MER ingeschat worden en beoordeeld volgens de praktische wegwijzers van ANB en de instandhoudingsdoelstellingen voor deze gebieden. 6. Leemten in de kennis Het MER zal opgave doen van de leemten in kennis die tijdens het uitvoeren van het onderzoek werden vastgesteld. Deze zijn opgedeeld naar aard van de leemte waarbij dan onderscheid gemaakt wordt tussen leemten m.b.t. het project, m.b.t. inventarisatie en aangaande methode en inzicht. 3 Reminder: al dan niet van toepassing zijn van de zorgplicht (en bijhorende nota). Dienst Mer Richtlijnen PR02215 6

Het MER zal ook aangeven hoe met deze leemten is omgegaan en hoe zij kunnen doorwerken naar de besluitvorming. 7. Monitoring en evaluatie Het MER zal per discipline/thema eventueel opvolgingsmaatregelen voorstellen, bijvoorbeeld vanuit de vergunningsreglementering of vanuit de leemte(n) in de kennis. 8. Integratie en eindsynthese Het MER zal in een afzonderlijk deel een discipline overschrijdende, leesbare samenvatting bevatten over de verwachte gevolgen voor het milieu en hoe en in welke mate de voorgestelde maatregelen deze kunnen milderen. De milderende maatregelen die voorgesteld worden vanuit verschillende disciplines zullen discipline-overschrijdend t.a.v. elkaar afgewogen worden. Bij de milderende maatregelen zal in de mate van het mogelijke aangegeven worden waar deze zullen/kunnen doorwerken. Deze synthese zal aangeven of het project een voor het milieu haalbaar project is of welke maatregelen nodig zijn om het project haalbaar te maken. 9. Tewerkstelling, investering en gebruikte materialen In dit hoofdstuk zal het rapport aangeven welke de verwachte tewerkstellings- en investeringseffecten zijn van de voorgenomen activiteit. In dit hoofdstuk zal tevens worden aangegeven welke materialen (aard en hoeveelheid) er voor dit project zullen worden gebruikt, indien dit nog niet beschreven werd bij de projectbeschrijving. 10. Niet-technische samenvatting De niet-technische samenvatting zal een afzonderlijk leesbaar deel van het rapport vormen, dat de essentie van de overige delen beknopt en correct weergeeft. De tekst moet zodanig geschreven zijn dat hij begrijpelijk is voor een gemiddelde lezer. Figuren of kaarten dienen ter ondersteuning van de tekst in deze samenvatting te zijn opgenomen. Bij het schrijven van de niet-technische samenvatting kan gebruik gemaakt worden van de handleiding niet-technische samenvatting zoals gepubliceerd op www.mervlaanderen.be. Deze niet-technische samenvatting zal in het project-mer als afzonderlijk hoofdstuk opgenomen ofwel als afzonderlijk document opgesteld worden en zal tevens in digitale vorm aangeleverd worden. De dienst Mer vraagt ook om op het voorblad van de niet-technische samenvatting de handtekeningen van alle deskundigen op te nemen. 11. Vorm van het MER Met betrekking tot de vorm en presentatie vraagt de dienst Mer: - recent kaartmateriaal te gebruiken, telkens voorzien van een duidelijke bronvermelding, schaalaanduiding, noordpijl en legende. Waar mogelijk dienen de grenzen van het terrein Dienst Mer Richtlijnen PR02215 7

duidelijk aangegeven te zijn en dient door het kaartmateriaal ook duidelijk te zijn welke de omringende activiteiten/bedrijven zijn; - achtergrondinformatie in de bijlagen op te nemen; - na te gaan of de in de kennisgeving vermelde gegevensbronnen, die bij de realisatie van het MER zullen worden gebruikt, nog steeds de meest actuele zijn; - een verklarende woordenlijst, afkortingenlijst en literatuurlijst bij het rapport op te nemen; - te waken over de afstemming tussen de tekst van het eigenlijke MER en de niet-technische samenvatting; - de ingediende eindversies van het rapport en de niet-technische samenvatting door de initiatiefnemer, de coördinator en alle deskundigen te laten ondertekenen; - Het definitieve project-mer evenals de niet technische samenvatting wordt digitaal aan de dienst Mer bezorgd. 12. Goedkeuring team van erkende MER-deskundigen Zoals voorgesteld in de volledig verklaarde kennisgeving worden volgende disciplines in het project-mer opgesteld door een erkend MER-deskundige: lucht, water en bodem. De optiedisciplines geluid en trillingen, mens-toxicologie, mens-ruimtelijke aspecten, mobiliteit, landschap, bouwkundig erfgoed en archeologie en fauna & flora zullen door de coördinator van het MER opgesteld worden. Het in de volledig verklaarde kennisgeving voorgestelde team van erkende MER-deskundigen wordt goedgekeurd. Wijzigingen aan het team van deskundigen in de loop van het m.e.r. moeten gemeld worden aan de dienst Mer. De beslissing over deze wijzigingen zal per brief meegedeeld worden aan de initiatiefnemer. Tenslotte wordt aanbevolen tijdens het opstellen van het MER contact te houden met de dienst Mer en met de overige instanties, in het bijzonder in functie van de verwerking van hun adviezen in het MER. Digitaal getekend Door Paul Van Snick Algemeen directeur Afdelingshoofd Afdeling Milieu-, Natuur- en Energiebeleid Dienst Mer Richtlijnen PR02215 8

Bijlage Lijst van inspraakreacties tijdens de terinzagelegging bij: - Gemeente Wuustwezel: geen - Dienst Mer: geen Lijst met de instanties die gereageerd hebben (schriftelijk/op vergadering), incl. verontschuldigden, die verder betrokken worden in de procedure: - Agentschap Natuur en Bos buitendienst Antwerpen - VMM Afdeling Operationeel Waterbeheer - Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant, Directie Ecologie - Fluxys Infoworks Lijst met de instanties die niet gereageerd hebben: - Provincie Antwerpen - Onroerend erfgoed Antwerpen - Ruimte Vlaanderen APL Antwerpen - Departement LNE; Dienst Lucht en Klimaat - Departement Landbouw en Visserij; Afd. Duurzame Landbouwontwikkeling Antwerpen - Departement LNE; Afdeling Milieuvergunningen Antwerpen - Departement LNE; Dienst Milieuhinder - VMM Afdeling Ecologisch Toezicht Milieureglementering - Gemeenteraad van Zundert & Burgemeester en Wethouders van Zundert Dienst Mer Richtlijnen PR02215 9