Samenvatting Aardrijkskunde Wonen in Nederland Hoofdstuk 1

Vergelijkbare documenten
Beschouwing Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Grote rivieren in Lage landen Terra

AK HF SE 2 'Wonen in NL' hoofdstuk 1

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4

AK samenvatting H4. Het stroomstelsel is de hoofdrivier met alle zijtakken, het bestaat uit drie delen:

Samenvatting Aardrijkskunde H1 en 2 Nederland verandert

Help! Het water komt!

2 rivieren: natuurlijke systeem

Daarnaast wordt er ook nog onderscheid gemaakt in de soort rivieren. Ook hier zijn er drie van:

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4: Rivieren en Kust

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4, Nederland Wateroverlast

Samenvatting Aardrijkskunde Wonen in Nederland

Paragraaf 2 hoe de rivier werkt

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 - Nederland als leefomgeving

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

5,9. Samenvatting door een scholier 1458 woorden 18 januari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Menselijke ingrepen vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

Samenvatting Aardrijkskunde Wonen in Nederland Hoofdstuk 1 Paragraaf 1 Rijn en Maas

Maascollege. Waterstanden in de Maas, verleden, heden, toekomst

Thema 3 Waterland. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. De Rijn. Rivierenland. Onder de loep. Begrippen. bron. gemengde rivier.

Samenvatting Aardrijkskunde Nederland als leefomgeving 01 - "Actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in NL"

Overstromingen en wateroverlast

Rivieren 2 vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De Geo H3 Nederland duurzaam: energie en water 3.1 Energie en klimaatverandering Energie de kracht die dingen laat werken aardgas Slochteren

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Middelburg Polder Tempelpolder. Polder Reeuwijk. Reeuwijk. Polder Bloemendaal. Reeuwijksche Plassen. Gouda

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Samenvatting Aardrijkskunde Actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in Nederland

Verdroging: tegen gaan van verdroging in het algemeen door beperken van verharding, ruimte voor infiltratie, hydrologisch neutraal ontwikkelen etc.

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

Rijnreis hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

grondwater doorgrond wat kunt u doen tegen grondwateroverlast?

2 Mavo H3 Europa: van de bergen naar de zee. versie A. toets par 4, 5 en 6.

Klimaateffectschetsboek West-en Oost-Vlaanderen NATHALIE ERBOUT ZWEVEGEM, 5 DECEMBER 2014

Waar komt het water vandaan

Rivieren vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

3 havo 4 water, 2 t/m 4

Het groeiende beek concept

Vervolg aantekeningen H1 Nat. Hulpbronnen. Omgaan met Natuurlijke Hulpbronnen Hoofdstuk 1.1 Aardrijkskunde CA-3

De Rijn van bron tot monding

H1: GROTE RIVIEREN IN LAGE LANDEN

Bodem & Klimaat. Op weg naar een klimaatbestendig bodembeheer

Samenvatting Aardrijkskunde Wonen in Nederland H1 & H2

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

(Regionale) gebiedsinformatie over huidig watersysteem

Ruimte voor water. in het rivierengebied

1 Kwel en geohydrologie

Waterbeheer. Semester 3 periode 1, minor water. Docent: E. Jonker. Datum: Gemaakt door: Lútsen Bonekamp. Johannes Woudsma.

Laag Nederland ligt lager dan 1 meter boven NAP. De zee heeft een belangrijke rol gespeeld bij de opbouw van het land.

Presentatie van gebiedsavond Peilbesluit Zegveld Gebiedsavond De Haak 29 oktober 2018

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Droogtebericht. Waterbeheerders spelen in op actuele situatie. Watermanagementcentrum Nederland. Landelijke Coördinatiecommissie Waterverdeling (LCW)

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Nederland Waterland Basisonderwijs

Soorten rivieren vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Studiewijzer Aardrijkskunde 12 e klas VWO

Module Het Rivierengebied

17 Peilafwijking 17.1 Inleiding

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

De Noordzee HET ONTSTAAN

Toepassing klimatologische data binnen de water sector National consultation on Climate Services September 8 th 2015

Een zeer lage Rijnafvoer, nog geen problemen met de watervoorziening.

Naar een nieuw Schoonebeekerdiep Denk mee, schets mee

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002

3. Hydrologie van Nederland

Van de regen in de drup

HUISSENSCHE WAARDEN AANVULLENDE GRONDWATERBEREKENING

Natuurlijke Klimaatbuffer Ooijen-Wanssum. Natte natuur voor droge voeten

Watermanagement in een veranderend klimaat

tuinweek 2015 Water(overlast) in de tuin Lara de Graaf Landschapsarchitect Groei & Bloei Houten 16 juni 2015

Saint-Quentin (Frankrijk) Frankrijk. België. Nederland. in de Noordzee (Nederland) Vlaams Gewest. Waals Gewest

Soorten rivieren vmbo-kgt34

Verdeling van al het water op aarde

Saint-Quentin (Frankrijk) Frankrijk. België. Nederland. in de Noordzee (Nederland) Vlaams Gewest. Waals Gewest

RISICOSIGNALERING Droogte

Bijdorp. 15 maart Watersysteem Bijdorp. Geachte mevrouw, heer,

Ruimte voor de rivier hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Watersnoodramp 1953 hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde Wonen in Nederland

Kustlijn van de Noordzee

het noordelijk deel (nabij de woningen) en het zuidelijk deel. Vanwege de invloed naar de omgeving is alleen het noordelijk deel beschouwd.

Score-overzicht. 2 0 Correctievoorschrift: Uit het antwoord moet blijken dat in het oosten de matigende invloed van de zee kleiner is.

Huidige situatie en verwachtingen voor rivierafvoeren, (water)temperaturen en grondwater

Bodemgeschiktheidseisen stedelijk gebied

Vragen en antwoorden Aanpak Agniesebuurt

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

LESBLAD WATERKRINGLOOP GROEP 5-6

Roestig land. De Wijstgronden

Opdracht 1: rivieren het stroomgebied en kanalen van in Vlaanderen

2Perspectieven voor benedenrivieren: een lange termijn visie

OM MEER TE WETEN OVER DE INRICHTINGEN

Klimaatverandering in Utrecht. Erwin Rebergen Beheerder/Beleidsadviseur stedelijk water gemeente Utrecht Groenmoetjedoen!

In de directe omgeving van de Ir. Molsweg is geen oppervlaktewater aanwezig.

Praktische opdracht Aardrijkskunde Wateroverlast langs de grote rivieren

Datum 14 december Herstel Meander Lunterse Beek Scherpenzeel. Het college van dijkgraaf en heemraden van Waterschap Vallei en Veluwe

Transcriptie:

Samenvatting Aardrijkskunde Wonen in Nederland Hoofdstuk 1 Samenvatting door Fleur 4002 woorden 11 juli 2017 5,5 2 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 1.1 Brede rivieren door oneindig laagland Laaglandrivieren Estuarium Verwijde, trechtervormige rivier-mondig waarin de waterbeweging behalve door de afstroming van rivierwater ook beïnvloed wordt door getijden. Delta Een rivier die via verschillende kleine rivieren uitmond in de zee. Stroomgebied Gebied dat afwatert op een bepaalde rivier en zijn zijrivieren De Rijn, slagader van West-Europa De Rijn ontstaat op 2.100 m hoogt in de Zwitserse alpen. Voordat de Rijn uitmond in zee stroomt de Rijn door 6 verschillende landen, die worden ook wel de rijoeverstaten genoemd. De grens tussen twee stroomgebieden noemt men de waterscheiding. Lengteprofiel Pagina 1 van 13

Grafische weergave van de hoogteligging van de loop van een rivier of beek over een bepaald traject bijvoorbeeld vanaf de bron tot de monding, waaruit het verval blijkt. De Rijn stroom in 3 verschillende lopen: De boven-, midden- en benedenloop Bovenloop. Deze worden ook wel Alpenrhein, Oberrhein, Mittelrhein en Niederrhein. Het verval van de Rijn neemt af naarmate je dichter bij zee komt. Verval en verhang Verval Hoogteverschil tussen twee plaatsen langs een rivier of beek. Verhang Hoogteverschil in een rivier of beek, uitgedrukt per kilometer / verval per meter. Bovenloop Deel van een rivier of beek vanaf de bron of oorsprong tot de middenloop, waar het verval, de stroomsnelheid en de uitschuring over het algemeen groot zijn. Middenloop Deel van een rivier of beek tussen de bovenloop en benedenloop waar erosie en sedimentatie ongeveer in evenwicht zijn. Benedenloop Deel van een rivier of beek vanaf de middenloop tot de mondig, waar het verval en stroomsnelheid over het algemeen Pagina 2 van 13

gering zijn en de sedimentatie groot is. Langs het Rijndal liggen twee bergketens, het Zwarte Woud en de Vogezen. Deze zijn ontstaan door breuken in de aardkorst. Hierdoor vormt de Bovenrijnslenk een reusachtige goot in het stroomdal van de Rijn. Stroomstelsel Rivier met alle zijrivieren en vertakkingen die deel uitmaken van hetzelfde stroomgebied. De Maas, een grillige rivier De Maas is 900km lang. De bron is in Noordoost-Frankrijk. Het stroomgebied van de Maas is makkelijk te verdelen in 3 stukken: een Frans, Belgisch en Nederlands deel. Het Franse deel van de rivier kronkeld door de Franse Ardennen. Het stroomgebied is langgerekt en smal met weinig verhang. Het grootste deel van het regenwater in Frankrijk zakt in de bodem en komt in de Maas terecht. In het Belgische deel heeft de Maas zich diep ingesneden in de Ardennen. Dat komt omdat het gebied rotsachtig is en de ondergrond is slecht doorlatend. Het regenwater verzameld zich in vele riviertjes die uiteindelijk in de Maas uitkomen. Het Nederlandse deel begint in Limburg. De schepen varen niet via de Maas maar via het Juliana kanaal omdat de maas in de zomer droog staat. Vertragingstijd Periode tussen de waterstandsverhoging in een bovenstrooms gedeelte van een rivier en de te verwachten verhoging in een kwetsbaar benedenstrooms gelegen gebied. De Franse Maas is bevaarbaar gemaakt via stuwen en sluizen. De Belgische is volledig gekanaliseerd. Een groot gebied van de Maas in Nederland is gestuwd zodat er nog steeds schepen kunnen varen in drogere periodes. Meanders, uiterwaarden en kribben Rivieren maken natuurlijke bochten, deze worden meanders genoemd. Ze ontstaan doordat het snelle water in de buitenbocht aarde wegspoelt en in de binnenbocht de grond weer wordt afgezet door de lagere stroomsnelheid. De oever waar de rivier voor erosie zorgt, wordt stootoever genoemd. De oever waar de rivier grond afzet, wordt glijoever genoemd. De stootoever is diep en de glijoever is ondieper. Na verloop van tijd maakt de rivier een lus die Pagina 3 van 13

uiteindelijk weer wordt afgesneden. Deze afsnijding heeft de vorm van een hoefijzer. Dwarsprofiel Een afbeelding van een rivier die dwars is afgebeeld. Door deze afsnijding zijn de uiterwaarden en zomer- en winterbed goed zichtbaar. Kribben zorgen ervoor dat het water sneller wordt afgevoerd. Wanneer je kribben aan de randen van de rivier plaatst gaat het water in de vaargeul sneller stromen waardoor deze de juiste diepte behoud. Een rivier kan ook gekanaliseerd worden, een beek of kanaal wordt dan rechtgetrokken zodat je een rechte vaargeul maakt. Door de hulp van stuwen kan de waterstand onder controle gehouden worden. Ruimtelijke inrichting Aanleg en constructie van gebouwen, wegen, waterwerken en kunstwerken en de inpassing daarvan in het landschap. Dijkverzwaring Versterking van een dijk door verbreding, verhoging of versteviging. De watersnoodramp in 1953 leidde tot de aanleg van de Deltawerken en het verhogen van de dijken. Voortdurend de dijken verhoging is geen geschikte oplossing voor een langdurige oplossing dus er moest een nieuw plan komen. Pagina 4 van 13

1.2 Met de klompen in het water Over waterafvoer en regime Waterafvoer De manier waarop overtollig water uit een gebied wordt verwijderd. De term debiet geeft aan hoeveel kubieke meters water per seconde een bepaald punt in de rivier passeert. Per jaar kan het debiet erg verschillen. De jaarlijkse schommelingen in de waterafvoer van een rivier of beek wordt ook wel regime genoemd. Rijn Gemengde rivier Regenwater Smeltwater Maas Regenwater Evapotranspiratie is de optelsom van het water dat rechtstreeks verdampt en het water dat via levende organisme (voornamelijk vegetatie) verdampt. Hoogwater in de Rijn Gemiddeld brengt de Rijn 2.200 m3/sec water over de grens, in extreme gevallen kan dit oplopen tot 16.000 m3/sec. De verdeling van de afvoer van het water wordt geregeld door Rijkswaterstaat. Piekafvoer Betrekkelijk kortdurende, snel opkomende en aanzienlijk grote extra waterafvoer van een rivier die gemiddeld één keer Pagina 5 van 13

per jaar of minder voorkomt. In 1995 bracht de Rijn veel smeltwater vanuit Duitsland mee. Dit zorgde voor een plotselinge stijging van de rivier. Dit leidde tot een noodsituatie waarbij vele mensen geëvacueerd moesten worden. Extreem hoogwater: liever niet Gevolgen hoge waterstand heeft tot dat veiligheid van het binnenlandse land in gevaar komt. Dit heeft als risico s: Dat de waterdruk op de rivierdijken te groot worden dat leidt tot een doorbraak. Wanneer de rivier veel zand meesleept kunnen er gemakkelijker stukken van de dijklichamen afzakken Veel campings in de uiterwaarden lopen onder. Water- en oeverrecreatie hebben dan geen omzet meer. Door golfslag aan de oevers moeten de scheepvaart rekening houden met vaar- en snelheidsbeperkingen. Gevolgen lage waterstand Door een lage waterstand stroomt zeewater het land in. Dit zorgt voor verzilting. Om dit tegen te gaan moet het lage deel van Nederland goed doorstromen, dat kan niet bij een geringe zoetwatervoorraad. Elektriciteitscentrales moeten in de zomerperiode een tandje lager draaien vanwege problemen met koelwater. Als gevolg van sterke opwarming van het weinige rivierwater daalt het zuurstofgehalte en daardoor treedt vissterfte op. Lagere waterstanden zijn ook lastig voor de scheepvaart. Er is minder manoeuvreerruimte en de schippers kunnen hun schepen niet vol beladen. Een langere periode van lage rivierstanden leidt tot verlaging van het grondwaterpeil en verdroging van kwetsbare natuurgebieden. Nog meer water Door klimaatverandering neemt de neerslag in het stroomgebied van de Rijn en de Maas toe. Het stroomgebied van de Rijn is erg dichtbevolkt gebied. Het gevolg van toenemende verstening (meer aanleg van stenen/beton dan vegetatie) is dat het regenwater slechter opgenomen wordt in de grond. Dit zorgt voor een snelle afvoer van het regenwater. In de landbouw legt men sloten en beken aan zodat de gewassen niet te veel water opnemen. Deze sloten zorgen ervoor dat het water nog minder de kans krijgt om de grond in te zakken. Pagina 6 van 13

Dalend land Zeespiegelstijging Verhoging van de gemiddelde stand van het zeewater. Absolute zeespiegelstijging betekent dat het gemiddelde peil van eb en vloed ten opzichte van een vast punt omhoog gaat in de loop van tijd. Een relatieve zeespiegelstijging is wanneer dit gecombineerd wordt met de daling van het land. De absolute bodemdaling is het zakken van het niveau van het maaiveld ten opzichte van een referentiepunt (nap) Er zijn meerdere oorzaken voor de daling van de bodem. In Scandinavië lag in de late ijstijd een enorm dik pak ijs. Door dit gewicht is het vasteland van Scandinavië naar beneden geduwd. Toen dit ijs begon te smelten kwam het vasteland meer naar boven terwijl Nederland als een soort wip naar beneden daalt. De Noordzee lag tijdens de ijstijden droog. Gaandeweg werd het Noordzeebekken opgevuld met sedimenten die door smeltwaterrivieren werden afgevoerd. Door het toenemende gewicht bleef het gebied dalen. Nederland kantelt nu diagonaal. Door aardgaswinning zakken de gebieden in Groningen. Doordat je de gaslaag weg haalt zakt de bodem in. Ondanks de daling van het land, daalt het water in sloten en rivieren niet. Dijken en bruggen zouden daardoor verhoogd moeten worden. Verzakking is een veelvoorkomende soort bodemdaling. Het inzakken van de bodem kan komen door 4 processen. Inklinking, krimp, oxidatie en zetting. -Door het graven van sloten en vaarten wordt water ontrokken aan de bodem, waardoor de opwaartse druk in de bovenste grondlagen vermindert. Door het zware gewicht van de bodem zakt de grond (inklinking) -Veen dat door ontwatering boven het grondwaterpeil komt te liggen zal uitdrogen. Hierdoor neemt het volume af (krimp) Pagina 7 van 13

-Veengrond die niet onder water staat, zal vergaan ten gevolge van oxidatie vanwege het contact met zuurstof. -Door druk van buitenaf kan veen- of kleigrond in elkaar worden geperst (zetting). Snel stromend water zorgt ervoor dat grof zand snel in beweging komt. De rivieren worden dus uitgediept. De uitdieping heeft tot gevolg dat de de waterstand in Duitsland enigszins daalt waardoor de scheepvaart in droge tijden in de problemen raakt. Pompen is verzuipen Tot 1450 werd overtollig water afgevoerd door uitwateringssluisjes. Bij hoogwaterstand werden de sluizen dicht gezet en bij laagwater open. Ontwatering zorgde voor zakking en daardoor kwam het grondwaterpeil weer hoger te staan. Om te voorkomen dat de polders vol liepen ontwierp men windmolens. Nu pompt men het water zo snel mogelijk het water naar de zee. Dit heeft tot gevolg dat we onszelf omlaag pompen. Van koelkast tot broeikast Versterkte broeikaseffect leidt tot klimaatverandering. De temperatuurstijging heeft 2 gevolgen voor de waterkringloop. Ten eerste zal de bedekking van de aarde met sneeuw en ijs verder afnemen en ten tweede zal er meer water door de rivieren worden aangevoerd dan dat er wordt verdampt. Het grootste gevolg van temperatuurstijging is de verandering van het neerslagregiem (verdeling van de neerslaghoeveelheid over een bepaalde periode). De neerslag onregelmatiger en heftiger vallen in de winter dan nu. Bovendien worden de winters ook warmer en de zomers droger en warmer. Amersfoort aan zee Met behulp van klimaatmodellen worden de verwachtingen van het toekomstig zeeniveau berekend. Het 4e rapport van het IPCC zegt dat de zeespiegel in 2100 18 tot 59 cm hoger zal zijn dan in 1990. Ernstige gevolgen De kans op overstromingen van rivieren en van de zee neemt toe. Dit zijn niet de enige gevolgen. Het afvoergedrag van de Rijn en de Maas wordt extremer. De ene keer zullen piekafvoeren hoger worden en de andere keer zullen laagwaterperiodes langer duren. Het winterbed van de Rijntakken moet vergroot worden. Er moet nu veel rekening gehouden worden met ruimtelijke inrichting. De binnenvaart krijgt steeds meer overlast bij laagwaterperiode. Landbouw krijgt meer last van verzilting omdat er meer zeewater binnendringt. De grondwaterspiegel stijgt en lage Pagina 8 van 13

polders krijgen meer wateroverlast. Waterafvoer van grote rivieren zal vanwege hogere zeespiegel meer tegenstand ondervinden Kusterosie kan optreden als gevolg van veranderingen in zeestromen. Grote stukken land kunnen in korte tijd verdwijnen. Menselijk ingrijpen in het stroomgebied van een rivier leidt tot een onregelmatiger regime en een verkorting van de vertragingstijd. 1.3 Ruimte voor de rivier Een nieuw waterbeleid De overheid is erachter gekomen dat alsmaar de dijken verhogen geen oplossing is, vandaar dat er een ander plan moet komen. Dit nieuwe beleid geeft de rivieren de kans om op natuurlijke wijze door te stromen. Het nieuwe waterbeleid steunt op twee uitgangspunten. Techniek en ruimte worden slim gecombineerd en er wordt gewerkt via een drietrapsstrategie: Vasthouden, bergen en afvoeren. drietrapsstrategie Aanpak volgens de Nota Ruimte die moeten voorkomen dat waterhuishoudkundige problemen van het ene gebied op het andere gebied worden afgewenteld, volgens het principe van vasthouden, bergen en afvoeren van overtollig water. Een slimme combinatie van techniek en ruimte Om de rivieren hun ruimte te geven heeft de overheid het project Ruimte voor de Rivier opgezet. Op 16 verschillende manieren willen ze er voor zorgen dat de rivier niet meer belemmerd wordt, maar gewoon zijn eigen gang kan gaan. Ruimte voor de rivier Pakket overheidsmaatregelen om het Nederlandse rivieren gebied veiliger te maken en leefbaar te houden RvdR maakt ruimte voor de rivieren via Het verlagen van de uiterwaarden. Als de uiterwaarden worden afgegraven kan de rivier meer water afvoeren. Pagina 9 van 13

Het aanleggen van nevengeulen in uiterwaarden. Een nevengeul zorgt ervoor dat er meer water kan worden. Daardoor daalt het waterpeil. Het verleggen van de dijken. Door de dijken verder van de rivier te bouwen worden de uiterwaarden groter en krijgt de rivier meer ruimte Het creëren van een hoogwatergeul. Deze geul wordt gegraven achter de dijken waar de gebieden normaal droog staan. Als het waterpeil stijgt stroomt deze geul vol wordt het water afgevoerd en uiteindelijk weer samengevoegd met de rivier. Retentie. Een retentiegebied is een gebied binnen de dijken waar het water heen kan stromen bij hoog water. Verwijdering van obstakels. Door het weghalen of aanpassen van obstakels zoals bruggen kan het water makkelijker doorstromen waardoor het waterpeil daalt Verlaging van de kribben. Kribben zijn bedoeld om de vaar geul vast te leggen zodat het niet verplaatst, en om de diepte van de rivier te behouden. Door de kribben te verlagen daalt het waterpeil om dat de watergeul dieper wordt. Verruiming van het zomerbed. Het zomerbed is de oorspronkelijke stroom van de rivier. Door deze te verbreden en te verdiepen krijgt het water meer ruimte. Maatregelende afvoer De maximale hoeveelheid water die de rivier kan afvoeren zonder dat het achterland overstroomt. Deze hoeveelheden worden op een bepaald punt van de rivier gemeten, rekening houdend met een bepaalde, vooraf aangenomen, overstromingskans. Noodoverloopgebieden Polders die gecontroleerd onder water kunnen worden gezet om een extreem hoge waterstand in een rivier te verlagen Verhoogde piekafvoer Tijdelijke toename van de maximale hoeveelheid waterafvoer die tot dan toe werd gemeten in een beek of rivier. Flessenhalzen Doordat de steden langs ze rivieren groeien hebben de rivieren minder ruimte gekregen. Hierdoor zijn er flessenhalzen (versmalling van de rivier) ontstaan. Om opstuwing van het water tegen te gaan worden er groene rivieren of een bypass aangelegd. Een groene rivier is een droog liggende aftakkingen van een rivier die vol kan stromen met water wanneer het waterpeil stijgt. Een bypass is een omleiding van een rivier (bypass bij Kampen) Pagina 10 van 13

Een levende rivier Het Grensmaasproject is een project die ontstaan is na de hoogwaterstanden in 1993. Er werden toen meteen onbedijkte grenzen aangelegd langs de Maas. De plannen van het project zijn het verbreden van de stroomgeul en verlaging van de uiterwaarden. De onverkoopbare afgegraven bovenste laag wordt gedumpt in diepe gaten waaruit grind wordt gewonnen. (Atlas 45 c) 1.4 Een omgangsregeling met water De watertoets Het is belangrijk dat de rivier nog voldoende ruimte krijgt om te kunnen overstromen. Deze ruimtelijke veiligheidsbuffer mag niet verloren gaan door nieuwbouw en wegen. Daarom is een zogenoemde watertoets verplicht. Een watertoets houdt in dat alle nieuwbouw die gevolgen heeft voor het wateroverlast gemeld moet worden in een waterparagraaf. In de watertoets wordt er gecontroleerd op drie punten: De bouwactiviteit mag het vasthouden, bergen en afvoeren van water niet in de weg staan. Het gevolg van bouwactiviteit mag niet zijn dat waterproblemen worden afgewenteld op naburige gebieden. Als een bouwproject om goede redenen toch moet doorgaan, moet worden aangegeven welke maatregelen nodig zijn om het watersysteem op orde te houden. De kosten hiervan komen voor rekening van de opdrachtgever. Drietrapsstrategie De drietrapsstrategie (vasthouden,bergen en afvoeren) moet worden gevolgd om het teveel of tekort aan water in de hand te houden. De eerste stap is het opvangen van overtollig water op de plek waar het overschot ontstaat. Dit houdt in dat het water niet wordt afgevoerd naar een lager gelegen plek. Het opslaan van dit water heeft een positief gevolg. Landbouwgronden en waardevolle natuurgebieden drogen niet snel meer uit. Vasthouden wil zeggen dat het water tijdelijk wordt opgeslagen in een gebied (sloten en vijvers). De waterstand stijgt vanzelf wanneer het regenwater niet afgevoerd kan worden, na verloop van tijd begint het gebied blank te staan en wordt het water uiteindelijk weer in de grond opgenomen. Het nadeel hiervan is dat tijdens noodsituaties er amper meer plek is om extra water vast te houden. In dorpen en steden wordt het regenwater afgevoerd via de riolering. Bij hevige regenval stromen de afvoerputten soms over. Het overtollige vervuilde water komt nu in sloten en vijvers terecht. Men kan ook, in plaats van het water af te voeren via de riolering, het water laten opnemen in de bodem. Zo komt het water op natuurlijke wijze terecht in de rivieren. Een voorwaarde is wel dat er minder bestraat wordt zodat het water makkelijker in de bodem kan zakken. Pagina 11 van 13

Bergen is de tweede stap. Water wordt tijdelijk opgevangen in open wateren zoals plassen, vijvers en kanalen. Er kan extra berging gemaakt worden door de dijken die om het bergingsgebied heen liggen te vergroten. Bergingsgebieden kunnen ook tegelijkertijd dienen voor recreatie. Afvoeren is de derde stap. Als het niet meer mogelijk is om het water te bergen of vast te houden, wordt er water naar een ander gebied afgevoerd. In natte periodes met veel neerslag wordt het water vaak snel afgevoerd naar zee. Door de daling van het land wordt dat steeds moeilijker, in de toekomst moeten er grotere pompen komen om het overtollige water af te voeren. Verdroging en verzilting aangepakt Verdroging is een probleem in Nederland, het is tevens ook de belangrijkste oorzaak van de afname in biodiversiteit (soortenrijkdom in de natuur). Verdroging heeft 3 oorzaken Ontwatering en versnelde afwatering voor de landbouw. Het aan de bodem onttrekken van grondwater voor drink- en industriewater. Overige oorzaken zoals verstening (toename van verharde opp), bebossing en zandwinning Om deze voorraad weer aan te vullen wordt er vaak ander water (gebiedsvreemd water) aangevoerd. Dit verstoort het ecologische evenwicht in de natuur. Bij een lage grondwaterstand neemt ook de kweldruk af. Er is sprake van kwel wanneer een gebied met een hoger grondwaterstand het water via de bodem verplaatst naar een gebied met een lager grondwaterpeil. De afname van de kweldruk kan leiden tot ernstige verdroging Bij vloed stroomt er zout zeewater de riviermondingen in, dit leidt tot verzilting. Wanneer het rivierwater minder snel stroomt kan het zeewater makkelijker het land binnendringen. Droogteschade en zoutschade zijn nauw met elkaar verbonden. Het verzilten oppervlakte water in West- en Noord- Nederland is zo verdund dat het kan worden gebruikt voor beregening in de landbouw. Internationale afspraken Waterproblematiek wordt op fluviaal schaalniveau bekeken. Een groot deel van het water in Europa stroomt richting Nederland. De problemen die omliggende landen veroorzaken, zoals overtollig regenwater of vervuild water, komt bij Nederland terecht. Door bochtafsnijding en de toename van het verharde oppervlak komt het water sneller richting Nederland. Om deze problemen op te lossen is er een intergouvernementele samenwerking tussen andere landen over de stroomgebieden. Ze hebben een commissie opgericht genaamd Rijnconferentie. Later is dit het ICBR genoemd. Er Pagina 12 van 13

worden afspraken gemaakt over rivier verruimende ingrepen en maatregelen getroffen tegen hoogwaterstanden. IRMA is ook een Europees samenwerkingsverband waarin de Rijn- en Maasstaten samenwerken om de oorzaken van hoogwater aan te pakken. Aanleidingen tot een hoogwatergolf zijn Hoeveelheid neerslag Reliëf en hoogteligging Bodemdikte Aard van de gesteente in berggebieden Vegetatie bedekking Hoeveelheid en duur van de neerslag in hoger gelegen gebieden Temperatuur Mate en duur van sneeuwbedekking in hoger gelegen gebieden Verstening (asfalt, bestrating) Invloeden van waterafvoer zijn Bron van de rivier (gemengde of regenrivier) Het klimaat en weersomstandigheden (droog, regenachtig) Bodem, grondsoort en onderliggende gesteente in het stroomgebied Bodemdekking door vegetatie en bodemgebruik door mens (landbouw) Oppervlakte van het stroomgebied (veel/weinig ruimte) Hoogteverschillen in het landschap (verhang) Aantal en soort zijrivieren. Eigenschappen van de hoofdrivier (bedijkt, stuwen/sluizen, kanalisatie) Pagina 13 van 13