STEUNPUNT BELEIDSRELEVAN T ONDERZOEK SPORT



Vergelijkbare documenten
Veranderingen in fysieke activiteit, sedentair gedrag en fitheidsparameters bij Vlaamse volwassenen

Hoe ziek word je van zitten?

Samenvatting. Opvoeding en thuis omgeving als aangrijpingspunten in de preventie van overgewicht bij kinderen: resultaten van de ChecKid studie

EVALUATIE GEZONDHEIDS DOELSTELLINGEN

Kent u de cijfers van uw hart?

Samenvatting Dankwoord About the author

METING TANITA INNERSCAN. NAAM:. LEEFTIJD:. LENGTE cm:. GESLACHT: M / V. Gewicht. Vetpercentage. Watergehalte % Spiermassa.

Samenvatting SAMENVATTING

Prof. Greet Cardon Vakgroep Bewegings- en Sportwetenschappen. Beweging

Voedselconsumptiepeiling : De consumptie van voedingsmiddelen

VOOR ANTROPOMETRISCHE VETMASSA BIJ KINDEREN

Samenvatting. Het Terneuzen Geboortecohort. Detectie en Preventie van Overgewicht en Cardiometabool Risico vanaf de Geboorte

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Fysieke fitheid, fysieke activitiet in relatie tot gezondheid

BEWEGEN IN NEDERLAND

Preventie van type 2 diabetes bij volwassenen

Consortium K.U. Leuven U. Gent V.U. Brussel. Gaston Beunen, K.U. Leuven Promotor - Coördinator

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

Bewegen in Nederland

DE ACTIEVE VOEDINGSDRIEHOEK: OM DAGELIJKS EVENWICHTIG TE ETEN EN VOLDOENDE TE BEWEGEN.

Hoe word je 100? (en willen we dat eigenlijk wel?)

De Relatie tussen Dagelijkse Stress, Negatief Affect en de Invloed van Bewegen

Prevention of cognitive decline

Sportparticipatie en fysieke (in)activiteit van de Vlaamse bevolking: huidige situatie en seculaire trend ( )

Bijlage 1: Gezondheidsdoelstellingen Vlaamse Overheid

Workshop diabetes en koolhydratenbeperking bij overgewicht. Graag in samenwerking

SAMENVATTING. MVW_proefschrift_170x240_ indd 172

Effectieve voeding en beweging bij overgewicht Esther van Etten Sportdietist

De voedingsmiddelendriehoek.

Overgewicht en Obesitas op Curaçao

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

CheckTeen 2011: Eet- en beweeggedrag van leerlingen in het voortgezet onderwijs in Zwolle

Hoofdstuk 2 Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4. Hoofdstuk 3 Hoofdstuk 4

Nieuwe guidelines voor preventie. Cardio 2013 Johan Vaes

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Energiestofwisseling diagnose

Klinische inspanningstesten in de (kinder)revalidatie

Wie doet aan sport? Een korte analyse van sportparticipatie uit het Vlaams Tijdsbestedingsonderzoek 2013

hoofdstuk 1 hoofdstuk 2 hoofdstuk 3

Gezonder eten, meer bewegen: leuk voor jezelf en goed voor je hart

1 gram verteerbare koolhydraten levert 4 kcal (afkorting verteerbare koolhydraten =

GEEN TIJD TE VERSPELEN VOOR MIJN HART CARDIOVASCULAIRE PREVENTIE : IK BEGIN ERAAN ÉN IK HOU VOL!

SAMENVATTING Dijkstra, Coosje.indd :45

Nieuwe Richtlijnen Goede Voeding

Monitor jongeren 12 tot 24 jaar

Casus mevrouw Driebergen. 52 jaar, status na icva mei Thuiswonend. Goede cognitie. Lopen: FAC 4. Couch potato: overdag veelal inactief

oinleiding 1 c oovergewicht en ernstig overgewicht (obesitas) in Nederlandd

CHOLESTEROL EN OVERGEWICHT WAT DOEN ZE MET JE HART?

GEZONDHEIDSENQUETE 2013

WAT HEBBEN WE GEMETEN? Inner Scan Body Composition

BELGISCHE CARDIOLOGISCHE LIGA ZWAARLIJVIGHEID. Blaine Stiger - FOTOLIA DUIDELIJKE ANTWOORDEN

Er zijn verschillende meetmethodes waarmee u kunt vaststellen of u een gezond gewicht hebt:

Infofiche 2. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen

Physical Activity, Physical Fitness and Cardiovascular Risk Factors in Suriname Se-Sergio Baldew

Gezonde. voeding en. Eet gevarieerd en beweeg voluit!

Gezonde. voeding en. Eet gevarieerd en beweeg voluit!

BEWEGEN IN NEDERLAND

Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet

gegevens van de mannen die aan het begin van het onderzoek nog geen HVZ en geen diabetes hadden.

Lichamelijke factoren als voorspeller voor psychisch. en lichamelijk herstel bij anorexia nervosa. Physical factors as predictors of psychological and

Samenvatting resultaten voedselconsumptiepeiling 2014

VOEDSELCONSUMPTIEPEILING

Gezonde voeding. Jan Yperman Ziekenhuis Briekestraat Ieper N Diensthoofd keuken

Koolhydraten en de preventie van welvaartsziekten

De barometer van de fysieke fitheid van de Vlaamse jeugd

Overgewicht Inhoud Inleiding Oorzaken van overgewicht

Sport en Bewegingsstimulering voor Gezonde Ouderen

Introductie. Introductie. Inleiding Methode Interventie Resultaten Conclusies. Preventie van overgewicht bij jonge kinderen.

Cholesterol. Alles wat je ooit wilde weten

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Leefstijl Nederlander niet verbeterd. Weer meer mensen met overgewicht

Hoe fit is de Vlaming?

Kieskeurig dossier: De Actieve voedingsdriehoek

TRANSPLANTOUX Getransplanteerden en de magie van de Mont Ventoux

Chapter 10 Samenvatting

Fysieke fitheid meten bij kinderen met een verstandelijke beperking. Marieke Wouters, Aleid Laan, Laurine Croonen NVFVG congres - april 2015

Bewegen op het werk Is dat wel gezond? Pieter Coenen Afdeling sociale geneeskunde Amsterdam UMC, locatie VUmc

SAMENVATTING. 140 Samenvatting

Het syndroom van Klinefelter: Screening en opvolging van metabole afwijkingen. David Unuane Endocrinologie Klinefelter Kliniek

De causale Relatie tussen Intimiteit en Seksueel verlangen en de. modererende invloed van Sekse en Relatietevredenheid op deze relatie

Dutch Summary. (Nederlandse Samenvatting) Tim Takken

24 mei 2011 Gezonde voeding voor senioren

Nederlandse Samenvatting

Praktische opdracht ANW Obesitas

Resultaten vragenlijst leerlingen en meten & wegen Drie scholen, nulmeting (T0) voorjaar 2017

Physical activity in a multi-ethnic population: measurement and associations with cardiovascular health and contextual factors de Munter, J.S.L.

1. Voedingsadvies 1.1 Inleiding

BEWEGEN IN NEDERLAND

Beweegrichtlijnen Nr. 2017/08. Samenvatting

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Gezonde leefstijl wint langzaam terrein. Licht dalende trend van zware drinkers

Evaluatiestudie naar de Beweegprogramma s in Gezondheidscentrum. Gein, Determinanten van Beweeggedrag. Evaluation Study on Exercise Programs in

Infofiche 2. De actieve voedingsdriehoek. Doelstellingen

NEDERLANDSE SAMENVATTING

Inleiding. Bespreking pagina 1

Het verband tussen alledaagse stress en negatief affect bij mensen met een depressie en de rol van zelfwaardering daarbij

Een onderzoek naar de ontwikkeling in omvang, kenmerken en ervaren belasting van mantelzorgers in Limburg tussen 2008/2009, 2012 en 2016

Vragenlijst kandidaat

VOEDINGSAANBEVELINGEN. AUTEURS Thérésa LEBACQ Cloë OST

Transcriptie:

STEUNPUNT BELEIDSRELEVAN T ONDERZOEK SPORT Leeftijdsgerelateerde veranderingen en stabiliteit van gezondheidsgerelateerd gedrag en fysieke fitheid bij Vlaamse volwassenen Evelien Mertens, Ruben Charlier, Sara Knaeps, Peter Clarys, Benedicte Deforche, Martine Thomis, Prof. Jan G. Bourgois & Johan Lefevre 2016

Deze publicatie is beschikbaar via www.steunpuntsport.be. Voor meer informatie over deze publicatie kan u contact opnemen met Peter.Clarys@vub.ac.be Betrokken onderzoeksgroepen Lichamelijke opvoeding, fysieke activiteit en voeding Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan, 2 1050 Brussel Maatschappelijke Gezondheidkunde Inspanningsfysiologie en Sportvoeding Universiteit Gent Watersportlaan 2 9000 Gent Fysieke Activiteit, Sport & Gezondheid KU Leuven Tervuursevest 101 - bus 1500 3001 Leuven Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Sport 2012-2015 Deze studie werd uitgevoerd in het kader van het Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Sport (samenwerkingsverband tussen de Vrije Universiteit Brussel, de KU Leuven en de Universiteit Gent) met steun van de Vlaamse overheid. In de teksten komt de mening van de auteurs naar voor en niet die van de Vlaamse overheid. Steunpunt Beleidsrelevant Onderzoek Sport Pa. Onderzoeksgroep SASO Vrije Universiteit Brussel Pleinlaan, 2 1050 Brussel helena.wittock@vub.ac.be

INHOUDSOPGAVE 1 Management- samenvatting... 3 1.1 Rationale van het onderzoek... 3 1.2 Hoe is het onderzoek aangepakt?... 3 1.2.1 Methodologie... 3 1.2.2 Resultaten... 4 1.2.3 Beleidsaanbevelingen... 4 2 Engelstalige samenvatting... 5 3 Inleiding... 6 4 Literatuurstudie... 7 4.1 Definiëring... 7 4.1.1 Hieronder worden kort de gebruikte begrippen gedefinieerd en gesitueerd.... 7 4.1.2 Levensstijl factoren Fysieke activiteit en sedentair gedrag... 7 4.1.3 Levensstijl factoren Roken en voeding... 7 4.1.4 Fysieke fitheid... 8 4.2 Probleem & relevantie... 9 5 Methodiekomschrijving... 11 5.1 Deelnemers studie... 11 5.2 Morfologische fitheid... 11 5.3 Metabole fitheid... 11 5.4 Musculaire fitheid... 12 5.5 Cardiorespiratoire fitheid... 12 5.6 Fysieke activiteit en sedentair gedrag... 12 5.7 Voedingsgewoonten en rookgedrag... 13 6 Beschrijving van data en analyse... 15 6.1 Evolutie in fysieke fitheid bij Vlaamse volwassenen... 16 6.2 Evolutie in fysieke activiteit en sedentair gedrag bij Vlaamse volwassenen... 19 6.3 Evolutie in sportbeoefening bij Vlaamse volwassenen... 21 6.4 Evolutie in voedingsgewoonten en rookgedrag bij Vlaamse volwassenen... 23 6.5 Stabiliteit van fysieke fitheid bij Vlaamse volwassenen... 26 6.6 Stabiliteit van fysieke activiteit en sedentair gedrag bij Vlaamse volwassenen... 27 6.7 Stabiliteit van voedingsgewoonten bij Vlaamse volwassenen... 28 6.8 Beweegnorm... 29 6.9 Aantal stappen per dag... 31 7 Beleidsaanbevelingen en - relevantie... 33 8 Slot... 36 9 Literatuurlijst... 37 1

2

1 Management- samenvatting 1.1 Rationale van het onderzoek Het is reeds veelvuldig aangetoond dat fysieke inactiviteit, sedentair gedrag en een lage fitheid risicofactoren zijn voor tal van aandoeningen, zoals een hoge bloeddruk, diabetes type 2 of obesitas (Strasser 2013, Lavie, McAuley et al. 2014, Brocklebank, Falconer et al. 2015). Over het algemeen is de fysieke activiteit te laag en het sedentair gedrag te hoog, met vaak een te lage fysieke fitheid tot gevolg. Dit heeft tal van negatieve gevolgen voor de levenskwaliteit van volwassenen en ouderen, zoals bijvoorbeeld afhankelijkheid van anderen. Binnen het huidige werkpakket (WP3/4) zijn daarom de longitudinale veranderingen in fysieke fitheid, fysieke (in)activiteit en sedentair gedrag van een groep Vlaamse volwassenen in kaart gebracht. Verder zijn ook de voedingsgewoonten en een aantal gezondheidsgerelateerde parameters gemeten of bevraagd. Tot slot is nagegaan welk aandeel van de onderzochte populatie de beweegnorm haalt (30 minuten bewegen per dag), alsook de stappennorm. Het doel is om na te gaan hoe fysieke activiteit en fitheid veranderen met het ouder worden. We verwachten dat de meeste gezondheidsgerelateerde parameters een negatieve evolutie zullen vertonen en dat we een matige tot hoge stabiliteit zullen observeren, wat er op wijst dat fitte personen dat na 10 jaar waarschijnlijk ook zullen zijn en andersom de minder fitte zich ook na 10 jaar eerder onderin de groep zullen bevinden. Er zijn in de literatuur slechts weinig studies die longitudinale data hebben van dergelijke uitgebreide testbatterij, wat WP3/4 toch wel uniek maakt. 1.2 Hoe is het onderzoek aangepakt? 1.2.1 METHODOLOGIE Aan de deelnemers werd gevraagd om het onderzoekscentrum van het Steunpunt Sport te bezoeken om een medisch onderzoek, antropometrische tests en fysieke tests te voltooien en een aantal fysieke activiteits- en gezondheidsgerelateerde vragenlijsten in te vullen. Op deze manier werden er in totaal 652 van de oorspronkelijke 1569 proefpersonen getest: 420 mannen en 232 vrouwen. Zij werden voor het eerst getest in de periode 2002-2004 en nadien opnieuw in 2012-2014. De proefpersonen werden op basis van hun leeftijd op het eerste meetmoment ingedeeld in drie leeftijdscategorieën, namelijk de jongvolwassenen (18-45 jaar), de volwassenen (45-60 jaar) en de oudere volwassenen (60+). Morfologische fitheid werd gemeten op basis van de lendenomtrek, de body mass index en het vetpercentage. Cardiovasculaire fitheid (VO 2piek ) werd bepaald op basis van een maximale inspanningstest op een fietsergometer. Metabole fitheid werd gemeten aan de hand van een nuchter bloedstaal ter bepaling van bloedlipiden en glucose. Tot slot werd musculaire fitheid vastgesteld aan de hand van een handdynamometer en een Biodex toestel. Fysieke activiteit en sedentair gedrag werden bevraagd aan de hand van de Flemish Physical Activity Computerized Questionnaire (FPACQ) en voedingsgewoonten werden bevraagd aan de hand van een voedingsdagboek dat op voorhand naar de proefpersonen werd opgestuurd en nadien geanalyseerd werd met de Becel voedingssoftware. Het nadeel van longitudinaal onderzoek is dat bij de vervolgmeting telkens dezelfde tests en metingen moeten uitgevoerd worden als bij de eerste meting. Dit maakt dat relatief nieuwe technieken zoals Bodpod en SenseWear geïntegreerd werden bij de vervolgmeting, maar nog niet bestonden of te nieuw waren bij de eerste meting. Om die reden is er helaas enkel cross- sectionele en geen longitudinale data beschikbaar over deze relatief nieuwe metingen. 3

1.2.2 RESULTATEN Fysieke fitheid daalt na een opvolgingsperiode van 10 jaar. Wat betreft musculaire fitheid zien we echter geen verandering in krachtuithouding (beide geslachten) en handknijpkracht (enkel bij vrouwen). Alle componenten van fysieke fitheid dalen bij volwassenen en oudere volwassenen, op ballistische en isokinetische kracht na, zij dalen op oudere leeftijd. Wat betreft fysieke activiteit en sedentair gedrag zagen we een daling in de actieve vrije tijd na 10 jaar. Actief transport steeg bij jongvolwassenen en volwassenen. Bij oudere volwassenen werd er geen verandering waargenomen in sedentair gedrag. Bij jongvolwassenen en volwassenen werd er een stijging in de fruitinname en de kwaliteit van voedingsinname waargenomen. Bij ouderen zagen we echter enkel bij vrouwen een stijging in de kwaliteit van de voedingsinname, terwijl er bij mannen een daling hierin werd waargenomen. Cardiorespiratoire fitheid en morfologische fitheid waren hoog stabiel in alle leeftijdsgroepen. Metabole fitheid en musculaire fitheid waren matig tot hoog stabiel in alle leeftijdsgroepen Een lage tot matige stabiliteit werd waargenomen voor fysieke activiteit en sedentair gedrag en voor voedingsinname in alle leeftijdsgroepen. Een daling in sportbeoefening werd waargenomen in alle leeftijdsgroepen. Over alle leeftijfsgroepen heen, haalt ongeveer twee op vijf de beweegnorm elke dag van de week. In elke leeftijdsgroep haalde het merendeel van de subjecten de stappennorm wel. 1.2.3 BELEIDSAANBEVELINGEN Belangrijk is dat er rekening gehouden wordt met het feit dat de deelnemers van WP3/4 over het algemeen heel gezonde en geïnteresseerde mensen zijn. Deze resultaten weerspiegelen dus niet echt de gemiddelde Vlaamse man of vrouw, aangezien we mogen verwachten dat gezondheidsgerelateerde parameters beter zullen zijn bij de gemeten proefgroep. De gezondheidsvoordelen van fysieke activiteit, waaronder sport, zijn legio, daarom moet de overheid blijven inzetten om haar bevolking aan het bewegen te zetten via een verdere uitwerking van het sport- voor- allen beleid (slechts 65,4% van de mannen en 68,8% van de vrouwen in de ondervraagde populatie deed in 2012-2014 aan sport). Op basis van de overige bevindingen binnen dit onderzoek kunnen we concluderen dat de campagnes van de overheid best gericht kunnen worden tot mensen met een lage tot matige fitheid, aangezien fitheidsparameters een hoge stabiliteit vertonen en het net deze personen zijn die nood hebben aan verandering. Ook de stijging in sedentair gedrag (schermtijd) is alarmerend. Er is nood aan sensibilisering van de bevolking om hen bewust te maken dat meer sedentair gedrag negatieve gezondheidsgevolgen heeft, onafhankelijk van fysieke activiteit. Hoewel de stabiliteit van voedingsinname matig is, kunnen de voedingsgewoonten best aangepakt worden op jongere leeftijd, omdat de stabiliteit van deze parameters toeneemt met veroudering. Tot slot kunnen we de overheid nog aanbevelen om te investeren in longitudinaal onderzoek, aangezien dit soort onderzoeksdesign het meest geschikt is om de langetermijneffecten van haar campagnes te evalueren. 4

2 Engelstalige samenvatting Physical activity, sedentary behavior and diet quality are important parameters for an individual s health, which is reflected in various health- related fitness parameters. The separate associations between physical activity, sedentary behavior, diet quality and fitness has been described in previous research, though information about the age- related evolution in and the stability of these parameters is scarce. Therefore, a longitudinal study was initiated in 2002 by the Policy Research Centre Sport, Physical Activity and Health. A total of 1569 men and women were measured and tested on health- related parameters and behavior. In 2012, 10 years later, a second set of tests and measurements was performed and a total of 652 men and women returned for retesting. The overall trend indicated a decrease in physical activity parameters. However, activities with lower intensities, such as active transportation and walking increased. In general, participants had a better diet quality at follow- up compared to baseline. Nevertheless health- related fitness parameters decreased, indicating a decline in health. From baseline to follow- up, fitness parameters showed the highest stability over time compared to physical activity and diet quality. A low stability implies that it is easier to change your physical activity behavior and diet quality. This longitudinal study provides important insights in the evolution and stability of health- related parameters of a group of Flemish adults. The government should aim to promote sufficient physical activity and a healthy diet and to decrease sedentary time, with a special focus on those people with a low health- related fitness. Therefore physical activity promotion programs should be developed to increase physical activity in those specific target groups, as those groups are at risk for a higher decline in health. 5

3 Inleiding Meer dan 10 jaar geleden peilde het Steunpunt Sport, Beweging en Gezondheid (eerste generatie steunpunten) naar de levensstijl van de Vlaamse volwassen bevolking en hun gezondheid (Steunpunt Sport 2006). Verschillende parameters, zoals fysieke activiteit, sportparticipatie, fysieke fitheid, sedentair gedrag, roken en voedingsgewoonten werden in kaart gebracht. Verder werden enkele gezondheidsgerelateerde parameters gemeten en bevraagd. In 2012-2015 peilde het Steunpunt Sport (derde generatie steunpunten) naar de veranderingen en evoluties bij diezelfde doelgroep. Door vele promotie- en bewustmakingscampagnes is het belang van een gezonde levensstijl reeds bekend. Toch moeten we vaststellen dat het in onze moderne samenleving steeds moeilijker wordt om voldoende fysiek actief te zijn, sedentair gedrag te beperken en gezond te eten. In het licht van voorgaande vaststelling bespreken we in dit rapport de veranderingen over een periode van 10 jaar (2002-2004 2012-2014) in fysieke activiteit, sedentair gedrag, roken en voedingsgewoonten bij een groep Vlaamse volwassenen. Om een idee van de veranderingen in gezondheid te krijgen over deze periode wordt er ook gekeken naar de gezondheidsgerelateerde fitheid, meer bepaald, vier specifieke componenten van fysieke fitheid, namelijk cardiorespiratoire fitheid, morfologische fitheid, metabole fitheid en musculaire fitheid. Er werden analyses uitgevoerd om een idee te krijgen van de stabiliteit in de groep. Hadden de mensen die nu een gezonde levensstijl hebben 10 jaar geleden ook een gezonde levensstijl? Hoe gemakkelijk veranderen mensen van levensstijl? Ten slotte worden op basis van de resultaten enkele beleidsadviezen uitgewerkt. Welke conclusies kunnen er getrokken worden uit de gevonden resultaten en hoe kan het beleid hier op inspelen? Op welk gebied is er nood aan nieuwe promotiecampagnes? 6

4 Literatuurstudie 4.1 Definiëring 4.1.1 HIERONDER WORDEN KORT DE GEBRUIKTE BEGRIPPEN GEDEFINIEERD EN GESITUEERD. 4.1.2 LEVENSSTIJL FACTOREN FYSIEKE ACTIVITEIT EN SEDENTAIR GEDRAG Fysieke activiteit wordt gedefinieerd als bodily movement via skeletel muscles resulting in energy expenditure (Caspersen, Powell et al. 1985). Fysieke activiteit is positief geassocieerd met een hogere fysieke fitheid. In tegenstelling tot sport hoeft fysieke activiteit niet gepland of gestructureerd hoeft te zijn en het uiteindelijke doel is ook niet de verbetering van (prestatiegerelateerde) fysieke fitheid. Tijdens fysieke activiteit is het energieverbruik minimum anderhalve keer het energieverbruik in rust. Sedentair gedrag omvat alle zittende en liggende activiteiten met een zeer laag energieverbruik zoals passief transport, TV kijken, computeren, zitten op school, het werk of tijdens de maaltijd (Pate, O'Neill et al. 2008). Het energieverbruik ligt tussen het energieverbruik in rust en anderhalve keer het energieverbruik in rust. Slapen wordt niet als sedentair gedrag beschouwd. Belangrijk om op te merken is dat sedentair gedrag en fysieke inactiviteit geen synoniemen zijn. Iemand kan de beweegnorm van een half uur per dag matige fysieke activiteit halen, maar langdurig zitten gedurende de rest van de dag. Aanbevelingen voor volwassenen (18-65 jaar) zijn: Minstens 30 minuten matig intensief bewegen per dag (beweegnorm) OF 10.000 stappen per dag (stappennorm) OF minstens 3 keer 20 minuten intensief bewegen per week (fitheids- of sportnorm) EN bijkomend minstens 2 maal per week specifieke activiteiten om de spieren en botten te versterken EN langdurige periodes van sedentair gedrag beperken en regelmatig onderbreken (om de 20 à 30 minuten). Aanbevelingen voor ouderen (65+) zijn: Minstens 30 minuten matig intensief bewegen per dag (beweegnorm) OF 8.000 stappen per dag (stappennorm) OF minstens 3 keer 20 minuten intensief bewegen per week (fitheids- of sportnorm) EN bijkomend minstens 2 maal per week specifieke activiteiten om de spieren en botten te versterken EN langdurige periodes van sedentair gedrag beperken en regelmatig onderbreken (om de 20 à 30 minuten). Bij ouderen is dit extra belangrijk voor de preventie van spierafbraak. 4.1.3 LEVENSSTIJL FACTOREN ROKEN EN VOEDING Behalve fysieke activiteit en sedentair gedrag, geven ook rookgedrag en voeding een beeld van de levensstijl van een persoon. Gezonde voeding is niet enkel een kwestie van caloriearme voeding, maar het is ook belangrijk dat de voeding nuttige voedingsstoffen bevat zoals vitaminen, mineralen en vezels. Daarom kunnen voedingsgewoonten worden opgesplitst in enkele belangrijke parameters (ViGeZ 2015). Een eerste factor die inzicht verschaft in voedingsgewoontes is de totale calorie- opname. Wanneer men meer calorieën opneemt dan men verbruikt kan dit leiden tot overgewicht en obesitas. Een tweede factor is de getrouwheid aan de Belgische actieve voedingsdriehoek. De actieve voedingsdriehoek is opgedeeld in acht voedingsgroepen en één deel lichaamsbeweging. Hoe lager voedingsgroepen zich in de driehoek bevinden, hoe gezonder en hoe meer men hiervan moet opnemen. Van onder naar boven in de driehoek zijn de voedingsgroepen water; graanproducten en 7

aardappelen; groenten; fruit; melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten; vlees, vis, eieren en vervangproducten; smeer- en bereidingsvetten en ten slotte de restgroep waaronder onder andere snoepgoed, gefrituurde bereidingen en sauzen vallen. Ten slotte kan een algemene maat van voedingskwaliteit (de Healthy Eating Index- 2010, de Diet Quality Index, de Mediterranean Diet Score) ook een inzicht verschaffen in voedingsgewoontes. Hoe hoger de score op deze index, hoe hoger de gemeten voedingskwaliteit. 4.1.4 FYSIEKE FITHEID Fysieke fitheid wordt gedefinieerd als the ability to carry out daily tasks with vigor and alertness, without undue fatigue and with ample energy to enjoy leisure- time pursuits and to meet unforeseen emergencies (Caspersen, Powell et al. 1985). Fysieke fitheid bestaat uit verschillende factoren of componenten (bijvoorbeeld lenigheid, kracht,...). In dit rapport wordt de focus geplaatst op vier componenten, namelijk cardiorespiratoire fitheid, morfologische fitheid, metabole fitheid en musculaire fitheid. Deze vier componenten zijn elk geassocieerd met gezondheid en levenskwaliteit (American College of Sports Medicine 2014). 4.1.4.1 Cardiorespiratoire fitheid Cardiorespiratoire fitheid wordt gemeten met een maximale uithoudingstest. Hieruit kan de VO2 piek berekend worden, die het vermogen om zuurstof op te nemen weergeeft. Verder beschrijft deze parameter het geïntegreerde uithoudingsvermogen van hart, longen, vaatstelsel en spieren. Het is een belangrijke predictor voor cardiorespiratoire aandoeningen zoals atherosclerose, een hartaanval of een hersenbloeding. 4.1.4.2 Morfologische fitheid Met morfologische fitheid wordt verwezen naar de lichaamssamenstelling en - vorm van een persoon. Parameters die hiervoor gebruikt worden zijn de Body Mass Index (BMI), het vetpercentage en de lendenomtrek. De BMI geeft een beeld van hoe zwaar iemand is voor zijn grootte. Over het algemeen wordt een BMI hoger dan 25 gezien als overgewicht en hoger dan 30 als obesitas. De BMI is een goede parameter wanneer we grote groepen gaan bestuderen. Het is echter zo dat mensen met een grote spiermassa ook een hoger gewicht zullen hebben en bijgevolg een hogere BMI. Daarom dient ook het vetpercentage bekeken te worden. Deze parameter geeft weer hoeveel vetweefsel er is ten opzichte van het totale lichaam. Ten slotte geeft de lendenomtrek weer waar het vet in het lichaam is gelokaliseerd. Deze parameter geeft weer waar het vet zich voornamelijk bevindt. Zo is abdominaal vet sterker gelinkt met cardiovasculaire aandoeningen, diabetes mellitus type 2 en mortaliteit dan onderhuids vet (Lee, Sui et al. 2012, Kaess, Jozwiak et al. 2014). 4.1.4.3 Metabole fitheid Bloeddruk en bloedwaarden vallen onder metabole fitheid. Een systolische bloeddruk hoger dan 135 en een diastolische bloeddruk hoger dan 85 worden aanzien als (lichte) hypertensie en gaat reeds gepaard met een verhoogd gezondheidsrisico. De bloedparameters zijn glucose, totale cholesterol, high- density lipoprotein (HDL) cholesterol, low- density lipoprotein (LDL) cholesterol en triglyceriden. Een combinatie van verlaagde morfologische en metabole fitheid noemt met het metabool syndroom. Indien iemand gediagnosticeerd wordt met het metabool syndroom dan heeft deze persoon een dubbel zo groot risico op een hartaanval en vijf keer meer risico op diabetes mellitus type 2. 4.1.4.4 Musculaire fitheid Musculaire fitheid bestaat uit verschillende componenten. Ten eerste is er statische of isometrische kracht, waar er kracht wordt geleverd zonder beweging. Verder is er ballistische kracht, isokinetische kracht en krachtuithouding. Ballistische kracht is de kracht bij een maximale bewegingsnelheid, 8

isokinetische kracht is het leveren van kracht aan een vastgelegde snelheid en ten slotte is krachtuithouding het vermogen om krachtlevering lang vol te houden. 4.2 Probleem & relevantie De vier componenten van fysieke fitheid hebben een sterke associatie met gezondheid en levenskwaliteit (American College of Sports Medicine 2014). In het algemeen daalt de fitheid wanneer we ouder worden. Om deze leeftijd gerelateerde daling tegen te gaan is het belangrijk dat we voldoende fysieke actief zijn, sedentair gedrag beperken, niet roken en gezond eten. Het probleem is vaak dat mensen, ondanks het feit dat er informatie beschikbaar is over wat al dan niet gezond is, er niet echt in slagen om er een gezonde levensstijl op na te houden. Technologie wordt steeds goedkoper en toegankelijker voor alle lagen van de bevolking. Zo zijn een auto, televisie en computer gebruiksvoorwerpen die we niet meer kunnen wegdenken uit onze moderne maatschappij. Door de beschikbaarheid van veel van deze gebruiksvoorwerpen wordt de bevolking steeds minder actief. Verschillende studies toonden aan dat zowel het aantal uren fysieke activiteit, waaronder het aantal uren sport daalde ten opzichte van midden vorige eeuw. Bovendien stijgt het sedentair gedrag van kinderen, volwassenen en senioren (Nelson, Neumark- Stzainer et al. 2006). Daarenboven neemt met het ouder worden meestal de fysieke activiteit af en het sedentair gedrag toe. Bijgevolg haalt nog slechts één derde van de volwassenpopulatie 150 minuten fysieke activiteit per week, de aanbeveling van de Wereldgezondheidsorganisatie (Tucker, Welk et al. 2011). Niet enkel de keuze voor een inactieve en sedentaire levensstijl wordt ons steeds gemakkelijker gemaakt, ook ongezonde voeding is vaak de gemakkelijkste keuze (Booth, Sallis et al. 2001). Suikerrijke koeken en vettige snacks zijn vaak een goedkoper alternatief dan hun gezonde tegenpool. Behalve de prijs speelt ook gemak een grote rol. In de winkels is er steeds een grotere variëteit aan kant- en- klare maaltijden. Hier zitten vaak grote hoeveelheden suiker, vet en zout in om de smaak en textuur te kunnen garanderen. Ook de media promoot deze ongezonde voedingsmiddelen nog te vaak, zodat mensen geneigd zijn deze te kopen en te consumeren. Meer fysieke activiteit en minder sedentair gedrag, maar waarom is dit belangrijk? Dat matig en intensief bewegen (vb.: sport) gezond is, wordt algemeen aanvaard. Meer en meer wordt door recente studies aangetoond dat ook lichte fysieke activiteit al verschillende positieve effecten met zich mee brengt. De grootste gezondheidseffecten worden steeds gevonden bij de overgang van fysieke inactiviteit, naar lichte fysieke activiteit (Woodcock, Franco et al. 2011). Zo is een tekort aan fysieke activiteit reeds geassocieerd met een hoger risico voor bepaalde kankers, diabetes mellitus type 2, obesitas en osteoporose (Warburton, Nicol et al. 2006). Ook een teveel aan sedentair gedrag werd reeds met meerdere niet- overdraagbare ziektes geassocieerd onafhankelijk van de mate van fysieke activiteit (Rezende, Rodrigues Lopes et al. 2014). Mensen motiveren om lichte en matige fysieke activiteit te beoefenen is gemakkelijker dan hen aan te porren tot meer intensieve activiteiten. Meer nog, bij lichte en matige fysieke activiteit blijven mensen ook langer fysiek actief en geven ze hun beweegprogramma minder snel op (Wen, Wai et al. 2014). Een belangrijke vaststelling is dat de seniorenpopulatie zeer snel groeit, er is zelfs sprake van een dubbele vergrijzing. Zo neemt niet enkel het aantal 60- plussers toe door de babyboom van de jaren vijftig. Ook de huidige seniorenpopulatie leeft steeds langer. De afgelopen 25 jaar is de gemiddelde levensverwachting met bijna vijf jaar toegenomen. Wereldwijd verwachten studies een stijging van 45% in het aantal 60- plussers. In België zou tegen 2060 één vierde van de populatie bestaan uit 65- plussers (Federaal Planbureau 2008). Het is dus belangrijk deze populatie gezond te houden op een goedkope manier en met niet- invasieve methoden. Dit kan onder andere door voldoende te bewegen, minder lang stil te zitten, niet te roken en gezond te eten, aangezien deze factoren zowel 9

preventief als therapeutisch kunnen worden voorgeschreven. Op die manier kan men volwassenen en ouderen zo lang mogelijk gezond en onafhankelijk houden. Dit leidt tot een aantal onderzoeksvragen die in dit rapport aan bod zullen komen en die met de verzamelde data beantwoord kunnen worden. Een eerste onderzoeksvraag luidt als volgt: hoe veranderen hierboven beschreven gezondheidsgerelateerde parameters met het ouder worden? Met andere woorden, wat is de evolutie in deze gezondheidsgerelateerde parameters na een periode van 10 jaar? We stellen ons ook de vraag hoe stabiel deze gezondheidsgerelateerde parameters blijven. Wat betreft de beweegnorm vragen we ons af hoeveel mensen effectief deze norm behalen. Als hypothese kunnen we vooropstellen dat het merendeel van de gezondheidsgerelateerde parameters negatief zullen evolueren na een periode van 10 jaar tijd. 10

5 Methodiekomschrijving 5.1 Deelnemers studie Data voor de huidige studie werden verzameld in het kader van de eerste (2002-2004) en derde (2012-2015) generatie van het Steunpunt Sport. Het doel van deze longitudinale studie was om de relaties tussen fysieke activiteit, fysieke fitheid en verscheidene gezondheidsgerelateerde parameters te onderzoeken in een at random geselecteerde steekproef van gezonde, Vlaamse volwassenen. Bij de eerste meting (2002-2004) werden door het Nationaal Instituut voor Statistiek 46 Vlaamse steden en gemeenten geselecteerd. Binnen de steden en gemeenten werd een at random geselecteerde steekproef van mannen en vrouwen tussen de 18 en de 75 jaar getrokken. Hoewel er kleine verschillen waren, kan de steekproef beschouwd worden als voldoende representatief voor geografische spreiding, leeftijd, geslacht en opleidingsniveau. Aan de deelnemers werd gevraagd om tijdens 2012-2014 opnieuw het onderzoekscentrum van het Steunpunt Sport te bezoeken om ongeveer dezelfde tests en metingen te voltooien (medisch onderzoek, antropometrische tests, fysieke tests, fysieke activiteits- en gezondheidsgerelateerde vragenlijsten). Het voedingsdagboek met een informatieve brief werd vooraf opgestuurd. In totaal werden er 652 van de oorspronkelijke 1569 personen getest, gemeten en bevraagd: 420 mannen en 232 vrouwen. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de deelnemers over het algemeen een hoge sociaal- economische status hadden. Voorafgaand aan hun deelname werden het doel en de procedures van deze studie aan de participanten uitgelegd, waarna de participanten een schriftelijke goedkeuring gaven. Ethische goedkeuring voor deze studie werd gegeven door het medische, ethische committee van de KU Leuven. Alle onderzoek werd gevoerd in consensus met de verklaring van Helsinki. 5.2 Morfologische fitheid Antropometrische metingen werden uitgevoerd door opgeleide testleiders die gebruik maakten van standaard materiaal en - technieken. Alle subjecten werden blootvoets gemeten en droegen minimale kleding. Gewicht werd gemeten tot op 0,1 kg aan de hand van een digitale weegschaal (Seca 841, Seca GmbH, Hamburg, Duitsland) en lengte werd gemeten tot op 1 mm nauwkeurig met een Holtain stadiometer (Holtain, Crymych, VK). Lendenomtrek werd bepaald op het smalste punt tussen de onderste ribben en de bekkenkammen aan de hand van een lintmeter (Rosscraft, Surrey, BC, Canada) tot op 1 mm precies. Achteraf werd ook de body mass index (BMI) als volgt berekend: [gewicht (kg)/ (lengte (m))²]. Lichaamssamenstelling werd bepaald aan de hand van bio- elektrische impedantie (BIA) volgens standaardprocedures. Uit deze informatie werd het vetpercentage berekend. 5.3 Metabole fitheid Aan de participanten werd gevraagd om zich nuchter aan te melden in het laboratorium. Een nuchter bloedstaal werd vervolgens door een dokter of verpleegster afgenomen om totaal cholesterol, HDL cholesterol, LDL cholesterol en triglyceriden te bepalen. Triglyceriden werden geanalyseerd aan de hand van de lipase/glycerol kinase/glycerol fosfataat oxidase enzymatische methode. HDL cholesterol werd geanalyseerd met de homogene polyanion/cholesterol esterase/oxidase enzymatische methode. Nuchter glucose werd geanalyseerd aan de hand van de hexokinase methode. Triglyceriden, HDL cholesterol en glucose werden gemeten op een Olympus AU5400 analyzer (Olympus Diagnostica, Hamburg, Duitsland). LDL cholesterol werd berekend volgens de formule: LDL cholesterol = totaal cholesterol HDL cholesterol triglyceriden/5. Systolische en diastolische bloeddruk (mmhg) werden drie keer gemeten aan beide armen met een elektronische bloeddrukmeter (Omron, Nederland) terwijl de subjecten neerzaten. Het gemiddelde van de drie metingen werd vervolgens gebruikt voor de statistische analyses. 11

5.4 Musculaire fitheid Handgrijpkracht. Handgrijpkracht werd bepaald aan de hand van een hydraulische handgrip dynamometer (Jamar, Sammons Preston Rolyan, Bolingbrook, IL). Aan de participanten werd gevraagd om zo hard mogelijk te knijpen nadat de dynamometer aangepast was aan de dominante hand van elk subject. Elke poging duurde ongeveer drie seconden. De beste prestatie van twee maximale pogingen werd gebruikt voor verdere analyse. Kracht van de knie- extensoren. Kracht- snelheidskarakteristieken van de knie- extensoren werd gemeten met een Biodex Medical System 3 dynamometer (Biodex Medical Systems, Shirley, New York, VS) waarbij de deelnemers in een gestandaardiseerde positie zaten. Tenzij er een medische contra- indicatie was, werden alle metingen unilateraal aan de rechterzijde uitgevoerd. Drie gestandaardiseerde metingen werden uitgevoerd: isometrische tests, tests die de snelheid van beweging meten en isokinetische tests. Elke test werd tweemaal uitgevoerd en de beste prestatie werd gebruikt voor verdere analyse. Isometrische tests: Statische kracht van de knie extensoren werd onderzocht in een kniehoek van 120 en 90. Subjecten voerden 2 maximale statische knie- extensies uit in elke kniehoek. Piekkracht (Nm) werd geregistreerd. De hoogste score van de test in 120 werd gebruikt voor de verdere analyse om maximale isometrische knie extensie kracht te beoordelen. Isotone tests: Drie maximale ballistische knie- extensies werden uitgevoerd tegen een constante belasting van 20% van de maximale isometrische kracht in een kniehoek van 90. Aan de deelnemers werd gevraagd om hun been zo snel mogelijk te strekken van een kniehoek van 90 tot 160 en dan het been passief terug te brengen naar de startpositie (90 ). De beste prestatie van 3 herhalingen werd gedefinieerd als de maximale snelheid van beweging ( /s) aan 20% en werd gebruikt voor de verdere analyses. Isokinetische tests: Dynamische knie extensie kracht werd gemeten door 4 maximale knie extensie- flexie bewegingen uit te voeren aan een lage (60 /s) of hoge (240 /s) snelheid. Piekkracht (Nm) van beide knie extensies werd geregistreerd voor verdere analyses. Musculaire uithouding: Ten slotte moesten de subjecten 25 knie extensie- flexie bewegingen uitvoeren aan een snelheid van 180 /s. Totaal geleverde arbeid (J) werd genoteerd als een maat voor weerstand tegen vermoeidheid van de knie extensor en flexor spieren. 5.5 Cardiorespiratoire fitheid Cardiorespiratoire fitheid werd gemeten aan de hand van een maximale inspanningstest op een Lode Excalibur fietsergometer (Lode, Groningen, Nederland). Een gestandaardiseerd inspanningsprotocol werd gebruikt. De test startte aan een belasting van 20 Watt, waarna er elke minuut 20 Watt bijkwam. Er werd de participanten gevraagd om te fietsen aan 70 omwentelingen per minuut. De testleider moedigde hen aan om tot het uiterste te gaan. Een Cortex Metalyser 3B (Cortex Biophysic GmbH, Leipzig, Duitsland) werd gebruikt om zuurstofconsumptie te meten met een respiratoire gasuitwisselingsanalyse. Cardiorespiratoire fitheid werd bepaald als piek- zuurstofopname genormaliseerd voor lichaamsgewicht (VO 2piek in ml/kg/min). 5.6 Fysieke activiteit en sedentair gedrag Fysieke activiteit. Fysieke activiteitsvariabelen werden beoordeeld op basis van de Flemish Physical Activity Computerized Questionnaire (FPACQ) en de Sensewear Pro 3 armband. De FPACQ is een vragenlijst die betrouwbaar en valide werd bevonden voor het beoordelen van verschillende dimensies van fysieke activiteit gedurende een gemiddelde week in werkende/werkloze en gepensioneerde volwassenen (Matton et al., 2007). In de huidige studie werden er op basis hiervan zeven variabelen berekend: Physical Activity Level (PAL), sport (uren/week), gezondheidsgerelateerde sport (uren/week), actieve vrije tijd (uren/week), actief transport (uren/week), wandelen (uren/week) en totaal energieverbruik (kcal/dag). PAL is een indicator van 12

het algemene activiteitsniveau en wordt uitgedrukt in Metabole equivalent waarden (METs (MET Metabool equivalent: 1 MET staat voor de waarde van het rustmetabolisme, namelijk 1 kcal/kg/uur)). De PAL wordt berekend door het volledige energieverbruik gedurende een doorsnee week te delen door 168 (aantal uren in een week) en door het lichaamsgewicht. Het aantal uren sport per week werd bevraagd met behulp van een lijst van sporttakken, waar zowel fysiek actieve sporten zoals lopen, fietsen, zwemmen op vermeld staan, maar ook sporten zoals vissen, petanque en darts die minder fysieke activiteit vergen. De gezondheidsgerelateerde sport per week werd berekend door alle activiteiten op te tellen die een MET- waarde van 4,5 hebben voor mensen jonger dan 35 jaar, van 4 voor mensen tussen de 35 en de 50 jaar en van 3,5 voor mensen ouder dan 50 jaar. De actieve vrije tijd omvat alle sportactiviteiten, alle vormen van verplaatsingen en lichte, matige en zware huis- en tuinactiviteiten. Actief transport omvat alle vormen van transport waarbij men fysiek actief is, zoals wandelen, fietsen,... Onder wandelen vallen alle vormen van wandelen, zowel sportgericht/vrije tijd als om zich te verplaatsen. Het totaal energieverbruik werd berekend door alle activiteiten op te tellen, rekening houdend met het lichaamsgewicht. Het totaal energieverbruik werd berekend door alle dagelijkse activiteiten op te tellen rekening houdend met het calorieverbruik dat met een bepaalde activiteit gepaard gaat. De Sensewear Pro 3 armband (BodyMedia, Inc., Pittsburgh, PA, USA) is een multisensor lichaamsmonitor die over de triceps van de rechterarm gedragen wordt. De Sensewear meet vanuit vijf sensoren een aantal fysiologische lichaamssignalen en berekent het energieverbruik (in kcal en MET s) en de intensiteit en duur van de fysieke activiteit. Ook geeft het toestel informatie over sedentair gedrag en het aantal stappen. Deze monitor werd gebruikt om het aantal stappen per dag te meten en na te gaan wie dagelijks de beweegnorm haalt. Voor deze laatste norm werd nagegaan hoeveel minuten (in blokken van minstens 10 minuten) subjecten matig tot zwaar fysiek actief waren. Sedentair gedrag. Sedentair gedrag werd eveneens geëvalueerd op basis van de FPACQ. Hiervoor werden er twee variabelen berekend: schermtijd (uren/week) en passief transport (uren/week). Schermtijd omvat activiteiten zoals televisie kijken, PC- gebruik en console spelletjes. Auto, metro, bus en trein zijn voorbeelden van passief transport. 5.7 Voedingsgewoonten en rookgedrag Voedingsgewoonten. Voedingsgewoonten werden bevraagd aan de hand van een voedingsdagboek waarin participanten alle voeding en drank noteerden gedurende twee weekdagen en één weekenddag. Er werd de subjecten gevraagd om de hoeveelheden drank en voeding te wegen indien mogelijk. Anders moesten ze de hoeveelheden schatten door standaard huismaten (bv. lepel, glas) te gebruiken. Informatie omtrent het voedingsdagboek werd bijgevoegd in het drie- dagen dagboek. Nadien werden de voedingsdagboeken geanalyseerd aan de hand van de Becel Voedingssoftware (Unilever Co.; Rotterdam, Nederland). Totale energie- inname (in kcal/dag), consumptie van voedselgroepen (in g/dag), macronutriënten (in g/dag) en micronutriënten (in mg/dag of µg/dag) werden berekend. Uit deze data werd de consumptie binnen de voedingsgroepen van de actieve voedingsdriehoek gehaald, alsook voedingsindexen berekend. De actieve voedingsdriehoek is opgedeeld in acht voedingsgroepen en één deel lichaamsbeweging. Van onder naar boven in de driehoek zijn de voedingsgroepen water; graanproducten en aardappelen; groenten; fruit; melkproducten en calciumverrijkte sojaproducten; vlees, vis, eieren en vervangproducten; smeer- en bereidingsvet en de restgroep waaronder onder andere snoepgoed, gefrituurde bereidingen en sauzen vallen. Ten slotte kunnen voedingsgewoonten ook nog worden geëvalueerd in verschillende indexen. Hoe hoger de score op deze index, hoe hoger de gemeten voedingskwaliteit. De Healthy Eating Index- 2010 is een index die gebaseerd is op Amerikaanse voedingsrichtlijnen, maar die redelijk goed aansluit bij onze Belgische voedingsdriehoek. Deze index is gebaseerd op 12 voedingsgroepen en nutriënten (fruit- en vruchtensappen, fruit, groenten, peulvruchten, granen, zuivel, totale eiwitrijke producten, eiwitten uit vis en schaaldieren, eiwitten uit vruchten, vetzuren, verfijnde granen, natrium en lege calorieën) waarbij de persoon afhankelijk van de component een 13

score op 5 of een score op 10 krijgt. De totale score is een percentage. De Diet Quality Index is gebaseerd op de Belgische voedingsdriehoek en bestaat uit vijf componenten (kwaliteit, variatie, evenwicht, maaltijdindex en fysieke activiteitsindex) die samengeteld worden tot een percentage. De Mediterranean Diet Score evalueert de getrouwheid aan de Mediterraanse voeding aan de hand van negen componenten (fruit en noten, groenten, peulvruchten, granen, vis, vlees, gevogelte, zuivel en alcohol). Deze laatste index wordt berekend op basis van de geslachtsspecifieke mediaan van inname. Als men voor gezonde componenten een inname onder de mediaan heeft, dan krijgt de persoon score 0. Als men voor gezonde componenten een inname boven de mediaan heeft, dan krijgt de persoon score 1. Het omgekeerde geldt voor de ongezonde componenten. Rookgedrag. Rookgedrag werd geëvalueerd op basis van de WHO Monica Smoking vragenlijst. De participanten werden ingedeeld in twee categorieën op basis van hun antwoorden: huidige rokers en niet- rokers. 14

6 Beschrijving van data en analyse Om de onderzoeksvragen te beantwoorden werden een aantal analyses uitgevoerd. De evolutie tussen de twee meetmomenten (2002-2004 2012-2014) werd bekeken, de verschillen tussen de leeftijdsgroepen (jongvolwassenen: 18-45 jaar, volwassenen: 45-60 jaar, oudere volwassenen: 60+), alsook de stabiliteit van gezondheidsgerelateerde parameters. Tot slot werd ook nog nagegaan of de proefpersonen tijdens het tweede meetmoment aan de beweegnorm en stappennorm voldoen. Een belangrijke opmerking hierbij is dat we rekening moeten houden met het feit dat de proefpersonen vrijwillig hebben deelgenomen aan de tests en metingen en dat dus voornamelijk de meest gezonde en geïnteresseerde deelnemers zijn teruggekomen. In tabel 1 worden de resultaten van de drop- out analyse weergegeven. Uit deze resultaten blijkt dat bij de mannen diegenen die zijn teruggekomen een lagere ratio totale/hdl cholesterol en een lager triglyceriden niveau hebben in vergelijking met diegenen die niet zijn teruggekomen. Bij de vrouwen scoren diegenen die zijn teruggekomen beter wat betreft BMI, lendenomtrek, PAL, VO 2piek, HDL cholesterol en ratio totale/hdl cholesterol. Voornamelijk bij de vrouwen zijn de meest gezonde en geïnteresseerde deelnemers dus teruggekomen. Tabel 1. Drop- out analyse Mannen Vrouwen Drop- out (N = 503) Follow- up (N = 420) Drop- out (N = 414) Follow- up (N = 232) Gem. (SD) Gem. (SD) Gem. (SD) Gem. (SD) Body Mass Index (kg/m²) 25.7 (3.4) 25.4 (2.8) 24.6 (4.2) 23.5 (3.2)* Lendenomtrek (cm) 89.5 (10.4) 89.2 (8.8) 77.9 (10.0) 75.7 (7.6)* Physical Activity Level (PAL) 1.8 (0.3) 1.8 (0.2) 1.7 (0.2) 1.7 (0.2)* Schermtijd (uren/dag) 2.1 (1.3) 2.0 (1.1) 1.8 (1.2) 1.8 (1.1) VO 2piek (ml/kg/min) 36.9 (9.0) 37.5 (8.1) 27.2 (6.3) 29.3 (6.1)* Totale cholesterol (mg/dl) 209.1 (41.4) 206.0 (37.5) 203.3 (36.4) 205.2 (38.8) HDL cholesterol (mg/dl) 54.4 (12.5) 55.5 (11.7) 65.7 (14.8) 70.0 (15.4)* LDL cholesterol (mg/dl) 130.3 (36.5) 128.0 (33.8) 118.5 (32.0) 116.1 (35.0) Ratio totale/hdl cholesterol 4.0 (1.1) 3.9 (1.0)* 3.2 (0.8) 3.1 (0.9)* Triglyceriden (mg/dl) 122.4 (84.1) 111.8 (66.4)* 93.9 (43.1) 93.3 (42.1) *p<0.05 15

Tabel 2. Beschrijvende data van de deelnemers Jongvolwassenen (18-44,99 jaar) (N = 134) Vrouwen Volwassenen (45-59,99 jaar) (N = 94) Oudere volwassenen (60+) (N = 14) 2002-2004 2012-2014 2002-2004 2012-2014 2002-2004 2012-2014 Leeftijd (jaar) 38.81 (5.86) 48.72 (5.72) 51.85 (5.21) 60.74 (5.70) 66.48 (0.83) 77.46 (2.49) Gestalte (cm) 165.76 (5.34) 166.03(5.23) 163.74 (6.35) 163.47 (6.24) 166.20 (2.47) 166.08 (2.37) Gewicht (kg) 63.08 (7.83) 65.99 (9.56) 65.11 (10.41) 66.21 (11.20) 64.13 (5.71) 65.14 (7.03) Educatieniveau 63% 67% 45% 48% 0% 0% Jongvolwassenen (18-44,99 jaar) (N = 156) Mannen Volwassenen (45-59,99 jaar) (N = 242) Oudere volwassenen (60+) (N = 22) 2002-2004 2012-2014 2002-2004 2012-2014 2002-2004 2012-2014 Leeftijd (jaar) 36.81 (6.27) 48.72 (6.20) 51.19 (5.71) 61.74 (5.19) 67.91 (2.60) 75.84 (1.22) Gestalte (cm) 178.64 (6.69) 178.92 (6.74) 176.15 (5.91) 175.95 (5.96) 172.96 (7.70) 172.21 (7.49) Gewicht (kg) 79.07 (11.422) 81.65 (11.55) 79.86 (9.73) 80.40 (10.87) 78.05 (10.35) 76.13 (10.86) Educatieniveau 49% 45% 47% 59% 16% 27% Educatieniveau = percentage met een diploma hoger onderwijs (hogeschool en/of universitair niveau) De gemiddelde (SD) leeftijd bij het eerste meetmoment (2002-2004) was bij de mannen 46.7 (10.3) jaar en bij de vrouwen 44.6 (8.9) jaar. Bij de tweede meetmoment (2012-2014) waren de mannen gemiddeld 57.3 (10.3) jaar oud en de vrouwen 55.2 (8.9) jaar oud. Tabel 2 geeft de karakteristieken van de proefgroep per leeftijdscategorie weer. 6.1 Evolutie in fysieke fitheid bij Vlaamse volwassenen De fysieke fitheid is onderverdeeld in verschillende componenten die zowel in 2002-2004 als in 2012-2014 werden gemeten, namelijk cardiorespiratoire fitheid, morfologische fitheid, metabole fitheid en musculaire fitheid. Tabel 3. Leeftijdsgebonden evolutie in fysieke fitheid Groep 1: jongvolwassenen (18-45 jaar) Mannen (N = 156) Vrouwen (N = 134) 2002-2004 2012-2014 2002-2004 2012-2014 Gem. (SD) Gem. (SD) Gem. (SD) Gem. (SD) Cardiorespiratoire fitheid VO 2piek (ml/kg/min) 40.41(7.22) 40.40 (8.90) 31.07 (5.84) 29.29 (6.01)* Morfologische fitheid Lendenomtrek (cm) 86.72 (9.03) 88.52 (9.17)* 74.42 (6.09) 76.81 (7.62)* Body Mass Index (kg/m²) 24.72 (2.85) 25.48 (3.08)* 22.95 (2.62) 23.94 (3.34)* Lichaamsvetpercentage (%) 18.67 (4.66) 20.56 (4.70)* 29.05 (4.48) 31.69 (5.55)* Metabole fitheid Systolische bloeddruk (mm Hg) Diastolische bloeddruk (mm Hg) 126.63 (13.17) 80.72 (7.93) 133.19 (13.36)* 85.11 (9.72)* 116.60 (11.41) 74.75 (7.33) 124.68 (15.99)* 81.59 (10.55)* 16

Glucose (mg/dl) 91.78 (7.57) 92.59 (11.52) 87.16 (6.99) 86.05 (7.36) 209.67 218.48 197.00 (38.65) 195.14 (31.65) Totale cholesterol (mg/dl) (38.37)* (34.20)* HDL cholesterol (mg/dl) 53.31 (10.45) 53.38 (11.58) 68.81 (13.60) 68.31 (14.13) LDL cholesterol (mg/dl) 123.05 (34.44) 133.71 (32.95)* 108.63 (28.99) 132.05 (29.81)* Ratio Totale/HDL cholesterol 3.81 (0.95) 4.11 (1.27)* 2.92 (0.64) 3.33 (0.85)* Triglyceriden (mg/dl) 102.17 (60.91) 112.59 (96.40) 86.50 (37.61) 93.40 (58.15) Musculaire fitheid Handgrijpkracht (kg) 51.76 (10.17) 55.45 (9.18)* 32.25 (7.25) 33.72 (6.41) 174.89 111.89 188.26 (41.76) 122.21 (26.51) Statisch 120 (Nm) (41.63)* (25.95)* 373.06 335.00 414.16 (40.53) 367.82 (42.66) Ballistisch 20 /s (Nm) (46.36)* (52.01)* 169.27 108.73 176.26 (39.25) 117.29 (22.88) Isokinetisch 60 /s (Nm) (39.84)* (22.64)* Isokinetisch 240 /s (Nm) 102.17 (22.21) 98.47 (22.77)* 65.48 (13.13) 62.24 (13.84)* Uithouding (J) Cardiorespiratoire fitheid 3184.3 (705.27) 3201.7 (706.12) Mannen (N = 242) 1970.1 (439.75) Groep 2: volwassenen (45-60 jaar) Vrouwen (N = 94) 1980.9 (433.65) 2002-2004 2012-2014 2002-2004 2012-2014 Gem. (SD) Gem. (SD) Gem. (SD) Gem. (SD) VO 2piek (ml/kg/min) 36.51 (7.93) 35.54 (7.77)* 26.89 (5.40) 26.10 (5.20) Morfologische fitheid Lendenomtrek (cm) 89.99 (8.12) 90.92 (8.74)* 77.03 (8.78) 79.47 (9.70)* Body Mass Index (kg/m²) 25.65 (2.78) 25.93 (3.13)* 24.26 (3.66) 24.80 (3.97)* Lichaamsvetpercentage (%) 22.09 (3.73) 23.11 (3.79)* 33.65 (5.64) 35.92 (5.47)* Metabole fitheid Systolische bloeddruk (mm Hg) Diastolische bloeddruk (mm Hg) 128.86 (13.94) 81.57 (8.53) 143.08 (17.91)* 124.53 (16.60) 136.10 (19.71)* 88.27 (10.63)* 76.49 (7.35) 84.84 (11.29)* Glucose (mg/dl) 94.43 (10.54) 96.65 (17.93)* 88.53 (7.68) 91.43 (10.93)* 227.20 209.85 (36.29) 205.57 (37.80) 215.76 (42.29) Totale cholesterol (mg/dl) (38.61)* HDL cholesterol (mg/dl) 56.44 (12.19) 53.55 (11.38)* 72.24 (17.92) 69.18 (16.67) 138.43 129.29 (33.78) 129.80 (34.03) 123.12 (39.03) LDL cholesterol (mg/dl) (33.75)* Ratio Totale/HDL cholesterol 3.89 (1.11) 4.01 (1.15) 3.17 (1.11) 3.43 (0.87)* 111.27 120.44 (73.54) 100.17 (43.15) 98.22 (46.36) Triglyceriden (mg/dl) (58.07)* Musculaire fitheid Handgrijpkracht (kg) 48.07 (9.96) 50.23 (8.26)* 30.63 (7.35) 30.37 (5.21) 154.90 177.10 (39.29) 123.03 (25.65) 99.22 (22.75)* Statisch 120 (Nm) (30.58)* 334.99 313.82 402.18 (41.85) 358.46 (37.59) Ballistisch 20 /s (Nm) (49.14)* (39.66)* 153.34 101.83 173.16 (40.65) 113.31 (23.34) Isokinetisch 60 /s (Nm) (32.11)* (21.04)* 17

Isokinetisch 240 /s (Nm) 97.80 (22.69) 84.36 (18.27)* 60.43 (12.96) 54.16 (11.60)* 2995.6 2697.2 1719.1 1654.2 Uithouding (J) (709.65) (684.43)* (408.73) (388.53) Cardiorespiratoire fitheid Groep 3: oudere volwassenen (60+) Mannen (N = 22) Vrouwen (N = 14) 2002-2004 2012-2014 2002-2004 2012-2014 Gem. (SD) Gem. (SD) Gem. (SD) Gem. (SD) VO 2piek (ml/kg/min) 31.24 (7.03) $ 28.26 (5.08)* 24.77 (6.24) 20.00 (3.54)* Morfologische fitheid Lendenomtrek (cm) 93.33 (8.43) $ 92.57 (8.80) 79.34 (10.22) 81.11 (10.31) Body Mass Index (kg/m²) 26.23 (2.70) 25.91 (2.98) 24.20 (4.06) 24.26 (4.00) Lichaamsvetpercentage (%) 25.56 (3.41) $ 26.39 (3.29)* 36.96 (6.68) 39.79 (6.11)* Metabole fitheid Systolische bloeddruk (mm Hg) Diastolische bloeddruk (mm Hg) 137.84 (18.49) $ 152.77 (21.31)* 128.82 (15.68) 146.18 (16.60)* 81.48 (6.03) 88.29 (10.19)* 80.00 (8.45) 87.21 (10.57)* Glucose (mg/dl) 96.37 (10.29) 99.90 (12.08)* 93.36 (12.91) 94.62 (10.15) 195.74 217.35 (33.86) 238.79 (45.54) 232.31 (34.41) Totale cholesterol (mg/dl) (38.14)* HDL cholesterol (mg/dl) 58.23 (12.00) 55.69 (12.61)* 68.93 (15.00) 72.54 (13.82) 122.27 137.92 (29.21) 145.79 (39.99) 139.62 (31.34) LDL cholesterol (mg/dl) (34.68)* Ratio Totale/HDL cholesterol 3.84 (0.81) 3.63 (0.82) 3.59 (0.95) 3.29 (0.65) Triglyceriden (mg/dl) 104.12 (40.59) 92.18 (29.96) 118.29 (61.15) 100.23 (23.81) Musculaire fitheid Handgrijpkracht (kg) 43.04 (8.01) $ 39.31 (7.16)* 28.08 (4.25) 26.86 (5.04)* 134.26 165.30 (41.66) Statisch 120 (Nm) (31.37)* 92.83 (20.78) 77.91 (10.45)* Ballistisch 20 /s (Nm) 373.84 (40.65) $ 306.36 (43.26)* 323.76 (45.62) $ 274.51 (28.20)* 152.54 130.74 Isokinetisch 60 /s (Nm) (37.01) $ (27.11)* 87.62 (25.80) $ 75.39 (17.94)* Isokinetisch 240 /s (Nm) 80.90 (19.41)$ 69.80 (14.82)* 45.61 (12.96) $ 37.53 (11.16)* Uithouding (J) 2200.2 (614.59) $ 1741.5 (508.05)* 1301.1 (347.87) $ 1081.9 (241.82)* * = significant (p<0.05) verschil tussen 2002-2004 en 2012-2014. = significant (p<0.05) verschil met jongvolwassenen. $ = significant (p<0.05) verschil met volwassenen. Tabel 3 geeft de evolutie weer in fysieke fitheid met toenemende leeftijd tussen 2002-2004 en 2012-2014 in Vlaamse volwassen mannen en vrouwen per leeftijdscategorie (jongvolwassenen: 18-45 jaar, volwassenen: 45-60 jaar, oudere volwassenen: >60 jaar). Gemiddelden en standaarddeviaties worden gerapporteerd, alsook p- waarden die aantonen of er al dan niet een significant verschil is tussen beide meetmomenten. Bij jongvolwassen vrouwen (18-45 jaar) is er, gemiddeld gezien, een daling in VO 2piek. Dit betekent dat het piekvolume zuurstofgas dat het lichaam kan transporteren en metaboliseren bij lichamelijke inspanning, gemeten op zeeniveau, gedaald is bij toename in leeftijd van 10 jaar. Dit leidt tot een verminderde sportprestatie en maakt dat een fysieke inspanning minder intensief zal kunnen volgehouden worden. De VO 2piek is voor een deel erfelijk bepaald, maar het is ook voor een groot 18

deel trainbaar. Bij mannen wordt deze daling pas waargenomen op middelbare leeftijd (45-60 jaar). De vergelijking van parameters tijdens de eerste meting tussen de leeftijdsgroepen toont aan dat baseline cardiorespiratoire fitheid lager ligt bij de volwassenen in vergelijking met jongvolwassenen en bij oudere volwassenen in vergelijking met jongvolwassenen, en dit zowel bij mannen als vrouwen. Zowel bij mannen als bij vrouwen in de jongvolwassen en de volwassen groep is er een daling vast te stellen van de morfologische fitheid. Zowel de lendenomtrek, de BMI en het lichaamsvetpercentage zijn gestegen bij toename in leeftijd van 10 jaar. Lendenomtrek geeft meer informatie over de plaatselijke vetverdeling; buikvet is meer gerelateerd met gezondheidsrisico s in vergelijking met onderhuids vet. De BMI geeft informatie over de algemene vetverdeling, maar houdt geen rekening met lichaamssamenstelling, daar waar het lichaamsvetpercentage wel rekening mee houdt. Bij de oudere volwassenen is er geen verandering in lendenomtrek of BMI meer waargenomen. Wanneer leeftijdscategorieën vergeleken worden zien we dat zowel bij mannen als vrouwen er een lagere baseline morfologische fitheid is vastgesteld vanaf volwassen leeftijd (45+). Wat betreft metabole fitheid is er bij jongvolwassen mannen en vrouwen een stijging van de systolische bloeddruk, diastolische bloeddruk, totale cholesterol, LDL cholesterol en de ratio totale/hdl cholesterol, maar er is geen verandering in glucose, HDL cholesterol en triglyceriden met toenemende leeftijd. In de volwassen groep zien we dat er bij vrouwen geen stijging is in HDL cholesterol en triglyceriden, terwijl er bij de mannen geen verandering is in LDL cholesterol en ratio totale/hdl cholesterol. Bij oudere vrouwen stijgt enkel de systolische en diastolische bloeddruk significant. Bij oudere mannen blijven enkel de ratio totale/hdl cholesterol en de triglyceriden gelijk, terwijl totale, HDL en LDL zijn gedaald en de systolische bloeddruk, diastolische bloeddruk en glucose zijn gestegen. Een vergelijking tussen leeftijdsgroepen wijst uit dat de baseline systolische bloeddruk bij mannen hoger ligt vanaf volwassen leeftijd en diastolische bloeddruk vanaf oudere leeftijd. Enkel baseline systolische bloeddruk is hoger bij vrouwen vanaf oudere leeftijd (65+). Baseline totaal cholesterol is hoger bij mannen en vrouwen vanaf volwassen leeftijd, terwijl baseline HDL cholesterol enkel bij mannen hoger is vanaf volwassen leeftijd. Baseline ratio totale/hdl cholesterol is hoger enkel bij vrouwen vanaf 65- jarige leeftijd. De musculaire fitheid is gemeten aan de hand van handgrijpkracht en Biodex test, waarbij verschillende vormen van kracht in het bovenbeen bepaald worden. Bij mannen en vrouwen zien we in elke leeftijdscategorie een daling met toenemende leeftijd in de gemeten Biodex krachtparameters, namelijk de statische kracht, de ballistische kracht en de isokinetische kracht. De enige krachtparameters die niet significant dalen bij jongvolwassenen waren de krachtuithouding (bij mannen en vrouwen) en de handknijpkracht (bij vrouwen). Bij volwassen vrouwen zien we dezelfde resultaten, maar bij de mannen kan een lichte stijging in handgrijpkracht en een daling in krachtuithouding waargenomen worden. Wanneer de leeftijdsgroepen vergeleken worden zien we dat baseline handknijpkracht daalt bij mannen vanaf volwassen leeftijd, maar dat dit bij vrouwen niet zo is. De overige baseline krachtparameters kennen een daling vanaf volwassen leeftijd bij zowel mannen als vrouwen. Uitzonderingen hierop zijn baseline ballistische kracht bij vrouwen en isokinetische kracht aan 60 /s bij mannen en vrouwen. Deze parameters dalen vanaf oudere leeftijd. 6.2 Evolutie in fysieke activiteit en sedentair gedrag bij Vlaamse volwassenen Om gezond te blijven en de fysieke fitheid op peil te houden moet er aandacht besteed worden aan de fysieke activiteit, maar ook aan het sedentair gedrag, aangezien ook te lang stilzitten aan één stuk beschouwd wordt als een risico voor allerlei gezondheidsproblemen. Tabel 4. Leeftijdsgebonden evolutie in fysieke activiteit en sedentair gedrag Groep 1: jongvolwassenen (18-45 jaar) Mannen (N = 156) Vrouwen (N = 134) 19