Bos & milieu. Ontbossing 2013/12

Vergelijkbare documenten
Bos en klimaatverandering

Bossen ingedeeld in zes bostypen. Centrum Hout. Centrum Hout Postbus 1380, 1300 BJ Almere Westeinde 8, 1334 BK Almere-Buiten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 's-gravenhage. Geachte Voorzitter,

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen

Beschikbaarheid en duurzaamheid in EU

Nederlands bosbeheer in Europese context

Balans van tropisch hout en houtproducten voor Nederland,

Betekenis van bos(beheer) in de Lage Landen? Kris Verheyen. Aanleiding

Bosbeheer in de (weerbarstige) Indonesische praktijk nr. 8

Wat zijn de belangrijkste doelen en resultaten van de Readiness fase voor REDD+?

Wetenschappelijke Feiten. over. Bos & Energie

VERPAKKINGEN, DE LINK TUSSEN BOS EN CONSUMENT. Hét keurmerk voor duurzaam bosbeheer

MTCS Informatiepakket. Feiten en cijfers over het Malaysian Timber Certification Scheme

In dit boekje komt u alles te weten over

ABiodiversiteit en natuur & landschap in de samenleving

Is er nog hoop voor de natuur? Lancering Athena 10 april 2015

VLP Werkstuk Ontbossing van de aarde

Presentatie Themadagen Granen. De (on)mogelijkheden van de Oekraïense akkerbouwsector

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN WERKDOCUMENT VAN DE DIENSTEN VAN DE COMMISSIE. Begeleidend Document. bij het Voorstel voor een

Balans voor hout en houtproducten voor Nederland,

STAP 1: FairClimateFund investeert in de implementatie van klimaatprojecten in onderontwikkelde gebieden.

Natuurlijke verspreiding van ijzerhout bossen en diversiteit aan boomsoorten

Flora van naaldbossen,

Waar is onze ondernemingsdynamiek gebleven?

HOUTSKELET BOUW VOOR EEN BETER KLIMAAT

ECONOMIE. Begrippenlijst H8 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

duurzaam bosbeheer en certificering Uw keuze maakt het verschil PEFC/

FSC-gecertificeerde producten van SCA

OPLEIDING DUURZAME GEBOUWEN

In de resterende hoofdstukken van dit proefschrift worden de inzichten welke zijn verkregen op basis van de studie van het ontbossingsproces in

HOUT, DE LINK TUSSEN BOS EN BOUWEN. Hét keurmerk voor duurzaam bosbeheer

Toets_Hfdst9_ArmEnRijk

FSC-gecertificeerde producten van SCA

Gezondheid & Voeding

Introductie. Figuur 1 De actie van Coca Cola

De staat van de visserij en aquacultuur in de wereld

Keurmerken duurzame soja: ontbossing

Boodschap uit Gent voor Biodiversiteit na 2010

Bijstandsuitkeringen in veel OESO-landen gedaald

INDONESIË. Sociaaleconomische positie en ontwikkelingen

PEFC: het label voor duurzaam bosbeheer

Achter het correctievoorschrift zijn twee aanvullingen op het correctievoorschrift opgenomen.

Programma, na de excursie

Nederlands bos. Nederlands bos: hoeveel bos is er?

NATIONALE BOOMFEESTDAG

VLAAMS PARLEMENT VOORSTEL VAN RESOLUTIE. van mevrouw Vera Dua c.s. betreffende de instelling van een certificaat voor duurzaam bosbeheer

Gerard Koopmans en Jan Rots 19 April 2018 FSC -training 2018

Het thema omvat vier domeinen die met behulp van modellen bestudeerd worden. De vier modellen functioneren onafhankelijk van elkaar.

2 Landschapszones op aarde SO 1

Het Regenwoud in Amazonië

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nederlandse samenvatting

Nieuwe strategieën voor mondiale biodiversiteit. Prof. dr. Maarten Hajer

VAN DEN BERG HARDHOUT

Voetafdruk van de Nederlandse consumptie, 2005

Print en papier De mythen en feiten

Michel Roggo / WWF-Canon. Isabelle Vertriest WWF 2018

Bodem, productiefactor onder druk - Verslag

Print en papier De mythen en feiten. folder_p&p, mythen&feiten_full_nw achterplat_def.indd :31

De fosfaatbalans Huidige ontwikkelingen en toekomstvisie Schuiling, R. e.a. InnovatieNetwerkrapport nr E, Utrecht, februari 2011.

HET EU FLEGT- Actieplan

Teaser. Pieter Vermeer Exit ready E: T: + 31(0) M: + 31(0) Teaser Milan InnoVincY Pagina 1

PEFC en FSC wat zijn de

Grote gemeenten goed voor driekwart van bevolkingsgroei tot 2025

De opwarming van de aarde

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De praktijk van duurzaam bosbeheer in de tropen Door: Mark Diepstraten, Milieucoördinator

Eindexamen aardrijkskunde havo 2005-I

OVER DE WERKWIJZE VAN KEURHOUT

Wereldklasse doen! Havenbedrijf Rotterdam. Henk de Bruijn 25 september Copyright - Port of Rotterdam

Verder verduurzamen melkveehouderij; Pro-actieve aanpak Route2020

Staatsbosbeheer vernielt onze bossen, vindt een ouddirecteur. Ze maken mooie bossen lelijk

Klimaatverandering en onze voedselzekerheid

> Inzet: CO 2 reductie en eerlijke carbonhandel

een wereld apart Vanuit aardrijkskundige (= geografische) invalshoek

Bossen en Biodiversiteit

Biologische landbouw: arealen en veestapels,

World oil production & peaking outlook. Bio energie in de industrie, 11 mei 2006, Eindhoven

Uw bedrijf en FSC. FSC-SECR Forest Stewardship Council A.C. Contactgegevens FSC Nederland Cornelis Houtmanstraat 17

Effecten van toenemende warmte en CO 2 op het leven in zee

Convenant Duurzaam Bosbeheer

Klimaatverandering, kansen voor agrarische ondernemers

PCSN X Leidraad. PEFC Certificeringssysteem Nederland - Leidraad. Versie PEFC Nederland

Juridische Analyse Bos- en Bomenaanplant op landbouwgrond. Klimaatenvelop Bijeenkomsten 1 en 8 november 2018 Gijs van Heemstra

DEEL A: SAMENVATTING. 2. Het tropisch regenwoud

Voedselverlies en-verspilling in het Zuiden. FRDO Forum Brussel, 25 november 2014 Marc Maes,

5 Kansen en knelpunten voor de houtsector en boseigenaren

Veel veld voor vlees, weinig veld voor groenten

Waarom kiest u voor PEFC? Redenen die hout snijden.

EU-Houtverordening vanuit de houthandel

Vergrijzing, verkleuring en individualisering. Voor wie verstandig handelt!

Balans van de Leefomgeving

Hoog tijd voor een écht duurzame landbouw

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Herbebossing in het Andesgebergte van Ecuador

WAAROM DUURZAAM BOSBEHEER?

Nederland importland. Landgebruik en emissies van grondstofstromen

Hendrik Segers Nationaal Knooppunt Biodiversiteit Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen

Dit notitieboekje is gedrukt op PEFC gecertificeerd papier.

Draagvlak voor natuur en natuurbeleid, 2017

Transcriptie:

2013/12 Bos & milieu Ontbossing Een complex probleem Er is de afgelopen decennia een groot aantal studies verricht naar de oorzaken van ontbossing. Hieruit blijkt dat ontbossing niet veroorzaakt wordt door één enkel mechanisme of bedrijfstype, maar aan een complex van oorzaken is toe te schrijven. In een onderzoek van het internationale bosbouwonderzoeksinstituut CIFOR wordt hiervan een overzicht gegeven. De oorzaken van ontbossing (Bron: Contreras-Hermosilla, 2000) Directe oorzaken Niet de houtoogst voor commerciële doeleinden, maar de omzetting van bos naar andere gebruiksvormen blijkt in vele studies als belangrijkste directe oorzaak te worden aangemerkt voor ontbossing. Veelal wordt de omzetting van bos in landbouwgronden als belangrijkste oorzaak genoemd - hetzij naar niet-permanent middels zwerflandbouwactiviteiten, hetzij naar (door overheden gestuurde) 1 van 5

grootschalige permanente landbouw. Voorbeelden hiervan zijn de omzetting van bos naar voedselgewassen en cashcrops zoals soja, tabak, oliepalm en rubber. Volgens John Revington (Revington,1992) is alleen al in Maleisië 3,5 miljoen ha bos omgevormd tot rubber- en oliepalmplantages en is er jaarlijks wereldwijd 1,2 tot 5,5 miljoen ha bosgrond nodig voor de productie en het drogen van tabak*. Indonesië heeft op dit moment 3,2 miljoen ha oliepalmplantages, die per jaar met 330.000 ha worden uitgebreid. Ook de omzetting van bos naar weidegronden is in sommige regio s een belangrijke factor. Zo is in Centraal-Amerika de afgelopen 40 jaar 40% van alle bossen omgevormd ten behoeve van hoofdzakelijk veeteelt. * Voor de productie van 1 kg gedroogde tabak is tussen de 5 en 130 kg hout nodig (brandhout, stokken etc.) (Geist, 1997) Bosbouw Landbouw: Zwerflandbouw EK (1990) 1981-1985 Brüning (1989) 1980-1988 Amelung and Diehl (1992) 1981-1990 Myers (1991) 1980-1990 10 10 2-10 21 40 60 41-49 61 a) 50 45 Permanente landbouw Mijnbouw, waterkrachtcentrales en 30 18 andere Industrieën b) 0 4 b) a) en veeteelt b) inclusief wegenbouw De directe oorzaken van wereldwijde ontbossing in de tropen (in % van de ontbossing) (Bron: Van Soest, 1998) Onderliggende oorzaken De directe oorzaken van ontbossing zijn vaak het resultaat van onderliggende factoren die meestal sociaal, geografisch, politiek of economisch zijn bepaald. Sterke bevolkingsgroei in ontwikkelingslanden gekoppeld aan armoede zijn belangrijke drijfveren voor zwerflandbouw. Vaak zijn ook de eigendomsverhoudingen en gebruiksrechten van bos niet vastgelegd of onduidelijk, waardoor omvorming van bos kan plaatsvinden of het duurzame beheer ervan wordt ontmoedigd. Daarbij komt dat bos vaak wordt gezien als onontgonnen land en een rem op de economische ontwikkeling, zeker als het bos gezien wordt als plaats van kwade geesten en bron van ziektes. De wereldwijd stijgende brandhoutconsumptie is een belangrijk gevolg van bevolkingsgroei. In Afrika beloopt het gebruik van brandhout bijna 80% van de totale lokale houtproductie. Er wordt steeds vaker gerapporteerd dat ook het bos in de nabijheid van veel Aziatische steden verdwijnt als gevolg van de stedelijke brandhoutbehoefte. Overheden kunnen valuta genereren en buitenlandse schuldenlast verlichten door het beleidsmatig stimuleren en subsidiëren van bosomvorming naar grootschalige 2 van 5

landbouwgronden met exportgewassen. Daarnaast wordt soms transmigratiebeleid gevoerd om economische welvaart te spreiden of om de politieke invloed in bepaalde gebieden te vergroten. Stukken bosgrond elders in het land worden uitgedeeld aan bewoners uit dichtbevolkte gebieden, die binnen een paar jaar omgevormd moeten worden tot landbouwgrond, anders verliezen de boeren het gebruiksrecht. Ook beleid gericht op economische ontwikkeling van regio s door infrastructurele werken hebben een indirecte invloed op de achteruitgang van het bosareaal. Gebrek aan financiën en politieke instabiliteit kunnen leiden tot een zwakke institutionele situatie, waardoor bijvoorbeeld controle en rechtshandhaving in bosgebieden achterblijven. Corruptie en machtspolitiek kunnen ontbossing of illegale activiteiten versterken. De onderliggende oorzaken van ontbossing hebben niet uitsluitend hun oorsprong in de betreffende landen zelf, want ook internationale politiek (onder andere monetair, handels-) en consumptiegedrag in het noorden kunnen een sterke invloed hebben op de omvorming en degradatie van tropische bossen. Zo zou de uitbreiding van veeteeltgebieden in Midden- en Latijns-Amerika direct gekoppeld zijn aan de opkomst van fastfoodketens in Noord-Amerika** en de uitbreiding van het areaal soja wereldwijd gedreven worden door de behoefte aan diervoerders vanuit Europa (Third World Institute,1999). Door de economische ontwikkeling van vooral Aziatische landen groeit de behoefte aan massief hout en houtvezels, waardoor niet alleen de totale houtconsumptie stijgt, maar de houtstroom ook richting deze landen verschuift. Een groot markttechnisch probleem vormt tevens de waardering van bosproducten en diensten. Hoe moet bijvoorbeeld de positieve invloed van het bos op het wereldklimaat, bodembescherming en biodiversiteit worden gewaardeerd. Ook al zouden daar alom geaccepteerd modellen voor te ontwikkelen zijn, de vraag blijft hoe deze omgezet kunnen worden in directe financiële of economische output. Hout en bosbijproducten kennen wel een dergelijke directe financiële waardering, waardoor het gebruik ervan een belangrijke drijfveer blijft om bossen duurzaam in stand te houden. ** Voor de productie van een ¼ pounder hamburger is gemiddeld 15,2 m2 (bos)grond nodig. (Rose, 1997) Regionale verschillen Onderzoek van de wereldvoedselorganisatie FAO van de Verenigde Naties geeft een beeld in hoeverre oorzaken van ontbossing per regio kunnen verschillen. Onder de in figuur genoemde overige vallen onder andere de aanleg van wegen, mijnbouw, bouw van dammen, houtoogstactiviteiten en stedelijke uitbreiding. Invloed houtoogst De oogst van hout voor commerciële doeleinden heeft slechts een relatief gering aandeel in de ontbossing in de tropen. Zowel FAO als vele andere bronnen bevestigen dit. Het overgrote deel van de houtoogst gebeurt op basis van selectieve kap (FAO, 2001; Contreras-Hermosilla, 2000; Van Soest, 1998), waarbij slechts een klein deel van de aanwezige bomen met een minimumdikte wordt geoogst. Hierna krijgt het bos de gelegenheid zich decennia lang te herstellen alvorens er opnieuw 3 van 5

wordt geoogst. De aanleg van boswegen is hierbij noodzakelijk. Een goed aangelegd wegennet verstoort het bos zo min mogelijk en leidt niet tot erosie. Percentage van de totale gebiedsverandering door individuele veranderingsprocessen op regionaal en pan-tropisch niveau in de periode 1990-2000 (Bron: FAO, 2001) Neveneffect is evenwel dat de aanleg van wegen de toegankelijkheid van een gebied verhoogt, waardoor economische verhoudingen in het gebied kunnen veranderen, grondprijzen kunnen stijgen etc. In veel gebieden is er zelfs een actief overheidsbeleid om het wegennetwerk te intensiveren. Dat zwerflandbouwers, jagers en dagmijnbouwers boswegen gebruiken om dieper in het gebied door te dringen en het bosecosysteem aantasten, kan door bosbedrijven vaak moeilijk worden voorkomen. Duurzaam bosbeheer, gekoppeld aan certificering, biedt kansen deze neveneffecten te verminderen, doordat bij het beheer alle betrokken partijen ('stakeholders') worden geconsulteerd. Zo ontstaat consensus over waarden, belangen en verantwoordelijkheden. Ook ontstaat meer duidelijkheid over eigendomsverhoudingen en gebruiksrechten. Daarnaast komen er meestal extra faciliteiten op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en opleidingen voor bosarbeiders, die door dit werk een redelijk vast inkomen genereren. Illegale kap en malafide bedrijven Houtoogst, transport en handel die niet geschieden volgens de geldende nationale wet- en regelgeving, wordt aangeduid als illegaal. Sociale, economische en politieke scheefgroei in voornamelijk de tropen en subtropen schept een klimaat waarin illegale activiteiten voor kortetermijnbejag plaatsvinden. Handhaving van boswet- en regelgeving in deze landen wordt bemoeilijkt door financiële tekorten, slechte infrastructuur, armoede, corruptie en machtspolitiek. Ook krijgen bedrijven die zich hieraan op grote schaal schuldig hebben gemaakt, in andere gebieden een tweede en soms derde kans. Met deze bedrijven wil de Nederlandse houthandel zich niet identificeren. Trend 4 van 5

Aan de hand van de cijfers van de FAO is een dalende trend waar te nemen als het gaat om ontbossing: was de jaarlijkse afname in de periode 1980-1990 nog netto 15,6 miljoen, 13,7 miljoen ha in de periode 1990-1995, netto 9,4 miljoen ha tussen 1995 en 2000 en volgens de laatste statistieken is dit teruggelopen tot gemiddeld 5,2 miljoen ha per jaar tussen 2000 en 2010 (FAO, 2010). Dit laatste cijfer is samengesteld uit een netto verlies van 12,3 miljoen ha in tropische gebieden en een netto uitbreiding van bijna 7 miljoen ha door herbebossing. Met het voortschrijdende besef dat duurzaam bosbeheer een positieve bijdrage kan leveren aan de duurzame instandhouding van bossen, resulterend in een steeds verder toenemend gecertificeerd areaal, zal deze trend zich hopelijk versneld doorzetten. Om aan te tonen dat hout aantoonbaar van legale herkomst is, zijn sinds 2005 diverse certificeringssystemen ontwikkeld om de legale herkomst te beoordelen en via een gecontroleerde handelsketen in de markt te brengen. Referenties Contreras-Hermosilla, A.:The underlying Causes of Forest Decline, CIFOR, Occacional Paper No. 30, June 2000 Geist, A.: 'How tabacco farming contributes to tropical deforestation', Institute of Geography, University of Düsseldorf, Düsseldorf, Germany; Paper presented at the National Committee for International Coorporation and Development, Utrecht, October 1997 FAO1: State of the Worlds Forests, Rome 2010 Revington, J.: 'The causes of tropical deforestation', World Rainforest Report, World Rainforest Movement, 1992 Van Soest, Dr. D.: 'Tropical Deforestation: An economic Perspective', Proefschrift Economische wetenschappen Rijks Universiteit Groningen, Labyrint Publication, Capelle a/d IJssel, 1998. Occasional Paper No. 30, June 2000 FAO2: Global Forest Resources Assesment 2010, Main report, FAO Forestry Paper 163, Rome, 2010. 5 van 5