Onderzoeksvraag: Welke bestuurlijke, godsdienstige en economische oorzaken waren bij de Opstand in de Nederlanden het belangrijkst, en wat waren de gevolgen? De Nederlandse Opstand is de strijd van de Nederlandse gewesten tegen hun landsheer, de Spaans Habsburgse koning Filips II. De opstand leidde uiteindelijk tot een splitsing van de Nederlanden in de Noordelijke en de Zuidelijke Nederlanden. In het noorden werd de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden gevormd. In de moderne geschiedschrijving is deze benaming gebruikelijker dan het daarbuiten bekendere begrip van de Tachtigjarige Oorlog. In deze PowerPoint gaan we de oorzaken van deze opstand bekijken. (VOGGP Verschijnsel: opstand) Hoe waren de Nederlanden ook weer in Spaans Habsburgse handen gekomen? Onderzoeksvraag: Oorzaken van de opstand. I. Politieke bestuurlijke oorzaken Welke bestuurlijke, godsdienstige en economische oorzaken waren bij de Opstand in de Nederlanden het belangrijkst, en wat waren de gevolgen? De 17 gewesten of provinciën waarover Karel V heer was, de Nederlanden vormden rond 1500 nog geen eenheid. Steden en gewesten haddenindeloopderjarenveelprivileges en een grote mate van zelfbestuur verworven. (zie het particularisme, H4) Door centralisatie van het bestuur vanuit de hoofdstad Brussel wilde Karel V van de Nederlanden een eenheid gaan maken. Hierdoor zouden de privileges van de steden, de gewesten en de adel moeten worden aangepakt. Karel V was naast Heer van de Nederlandse gewesten trouwens ook nog: Keizer van het Duitse Rijk Koning van Italië en Spanje Koning over de ontdekte gebieden in middenenzuid Amerika 1543 1581 1
Het paleis van Karel V in Brussel Kroning van Karel V tot keizer I. Politieke bestuurlijke oorzaken Karel V wilde het bestuur centraliseren door de instelling van een Grote Raad (hoogsterechtbankdiezijn bevoegdheden over alle gewesten probeerde uit te breiden) en 3 Collaterale Raden (1531). (VB HC) Deze Collaterale Raden moesten de landsheer (Karel V) en zijn plaatsvervanger de landvoogd(es) bijstaan in het bestuur, kwaliteit ging hier vaak boven afkomst. Om de hoge edelen te vriend te houden werd de Raad van State het belangrijkste adviserende orgaan. Maar ook in deze Raad van State werd de traditionele adel van het zwaard ( noblesse dʹépée ) steeds vaker vervangen door geschoolde ambtsadel ( noblesse de robe ). Collaterale Raden Geheime Raad Raad van Financien Raad van State Wie Universitair geschoolde beroepsambtenaren Edelen, diverse juristen en financieel deskundigen. 12 hoge edelen en geestelijken. Taken Juridisch adviescollege voor het opstellen van centrale wetten en regels. Beheren bezit van de vorst en zorgen voor de inning van de belastingen (via beden aan de Staten Generaal). Het uitzetten van het regeringsbeleid, geven van politieke adviezen (b.v. buitenlandse zaken en oorlog). Kortom door deze politiek van centralisatie verloren de 17 gewesten met hun steden en oude adellijke families steeds meer voorrechten en macht en dat riep weerstand op. Het bestuurssysteem in de 17 gewesten onder Karel V 2
Het bestuurssysteem in de 17 gewesten onder Karel V Oorzaken van de opstand. II. Religieuze oorzaken A. Eenheid van geloof zou goed zijn voor de eenheid in het Rijk en de gehoorzaamheid van zijn onderdanen vergroten. Daarom traden de streng gelovige katholieke Karel V en zijn opvolger Filips II hard op tegen kerkhervormers. Via plakkaten (wettenverordeningen, 1550) en de inquisitie werden ketters met de dood bestraft. Vanwege deze harde straffen werden deze wetten daarom al snel bloedplakkaten (VB HC) genoemd. De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West Europa tot gevolg had. Bron: ketterplakkaat (bloedplakkaat) van Karel V (1550) Wij bevelen en verbieden: ten eerste dat niemand zal mogen drukken, schrijven of ook met zijn medeweten in bezit hebben, noch verkopen, kopen, weggeven, of verspreiden in kerken, straten of op andere plaatsen, enig boek of geschrift van de hand van Maarten Luther, Ulrich Zwingli, Martinus Bucer, Johannes Calvijn, of van andere ketters die veroordeeld zijn door de Heilige Kerk Eveneens verbieden wij alle leken en anderen om met elkaar de Heilige Schrift in het openbaar of in het geheim te bespreken, met name wat betreft twijfelachtige of moeilijke zaken, tenzij zij godgeleerden zijn. Op straffe dat hij zal worden vervolgd als oproerige persoon en verstoorder van de rust van onze staat en de algemene welvaart en als zodanig gevonnist.te weten, de mannen met het zwaard en de vrouwen levend begraven, voor zover ze hun dwalingen niet willen volhouden of verdedigen. En wanneer zij hun dwalingen, meningen of ketterijen willen volhouden, dat zij dan gestraft worden met de brandstapel. En in alle gevallen wordt hun bezit in beslag genomen en verkocht, waarbij de opbrengst ons toekomt. 3
II. Religieuze godsdienstige oorzaken De raadsheren van de Gewestelijke Hoven (rechtbanken) protesteerden tegen deze zware straffen. Het werk van de inquisiteurs werd dan ook vaak gesaboteerd. B. Karel maakte daarom samen met paus Paulus IV plannen om de kerkelijke bestuurlijke indeling in de Nederlanden te veranderen. Meer bisschopszetels betekende ook een betere controle over priesters en gelovigen. De plannen werden pas onder zijn opvolger uitgevoerd, maar zorgden wel voor veel verzet. Het was immers weer een centralistische maatregel die ook tot verscherping van de vervolging van protestanten zou leiden. Na het aftreden van Karel V in 1555 nam diens zoon Filips II het landsbestuur over. Vanaf 1559 besloot hij zijn rijk echter vanuit Madrid te besturen. Hij stelde zijn halfzus Margaretha van Parma aan als landvoogdes en kardinaal Granvelle als haar belangrijkste adviseur. 4
Filips II gebruikte bij het bestuur steeds meer de diensten van zijn eigen Spaanse adviseurs en beroepsambtenaren. Ook bestreed hij de kerkhervormers nog feller dan zijn vader. Hierdoor werd de verstandhouding met de hoogste edelman in de Nederlanden, Willem van Oranje (die ook was opgegroeid aan het hof van Karel V) alsmaar slechter. Karel V draagt, steunend op Willem van Oranje, de regering over aan Philips II Op 5 april 1566 boden tweehonderd edellieden landvoogdes Margaretha van Parma een smeekschrift aan. Zij wilden dat er een einde kwam aan de geloofsvervolgingen en dat er een vergadering van de Staten Generaal werd uitgeschreven om de problemen in het land te bespreken. "N'ayez pas peur, Madame, ce ne sont que des gueux" Profiterend van de weifeling die zich na de aanbieding van het smeekschrift meester maakte van het landbestuur, kwamen de ontevreden edellieden in de maanden daarop steeds openlijker in verzet, terwijl aanhangers van het nieuwe geloof zich in de openlucht verzamelden om naar preken van rondtrekkende calvinistische predikanten te luisteren (hagenpreken). Staat er niet God laat zich niet geschreven dat God omkopen door aflaten.. geen aanbidding van beelden wil? Niet de paus maar de bijbel vormt de basis van het ware geloof! 5
Opgezweept door de hagenpreken (en soms gesteund door hogere kringen) drongen in 1566 hervormers de katholieke kerken en kloosters binnen en vernielden alle religieuze versieringen (Beeldenstorm). Verering van beelden was immers afgoderij, zostondindebijbel. 6
Sint Bavo kerk Haarlem Sint Janskathedraal Den Bosch Filips II verving in 1567 als reactie hierop Margaretha door de hertog van Alva. Hij liet de aanstichters straffen door een speciale rechtbank; de Raad van Beroerten (ook wel Bloedraad genoemd). Ook hoge katholieke edelen zoals Egmont en Horne werden door de Bloedraad ter dood veroordeeld. 7
III Economische oorzaken Om zijn soldaten te kunnen betalen voerde Alva ook nog een nieuwe belasting in de zogenaamde tiende penning (Een omzetbelasting van 10% op de verkoop van roerende goederen (eten en drinken, kleding enz.) De belasting leidde tot grote woede in de Nederlanden en kan als een belangrijk element gezien worden voor de Nederlandse Opstand, die later de Tachtigjarige Oorlog zou heten. Hij deed dit zonder overleg terwijl in de Nederlanden het normaal was dat de landsheer slechts een nieuwe belasting hief via een bede of verzoek. De Nederlanden zouden als handelsnatie door de Tiende Penning in zijn concurrentiepositie worden aangetast, hierdoor dreigde Alva de economie hard te treffen terwijl brede lagen van de bevolking toch al in armoede leefden. Deze armoede stond in schril contrast met de rijkdom van de katholieke kerk. Zinneprent op de tiende penning. Alva heeft een grote schaar ʺom dʹinwooners te scheeren en tot bedelaars te makenʺ. Over de inquisitie en de tirannie van Alva, 8