De Vlaamse gaai is dol op eikels. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk?

Vergelijkbare documenten
Thema 4 Voortplanting

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 1

Moeder Natuur BESCHUIT MET MUISJES

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 2

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

Aftekenlijst. Naam:

uitga uitg v a e v 2013

Materiaal Groen. Deel 3: Groen groeit

Lente. groep 3, 4 en 5

Raar, maar waar! deel 1. groep 3 en 4

Raar, maar waar! Natuur Na

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

Hoek 1. Wat weet jij al over de lente? Zet woorden die jullie aan de lente doen denken rond het kadertje. De lente

Kopieer dit e-boek en stuur het door naar anderen.

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6.

Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 4,5 en 6.

8,7. Samenvatting door L. 580 woorden 5 maart keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie. hoofdstuk 1. biologie. is de leer van het leven

1 Gemiddelde lengte van jongens en meisjes. In de grafiek kun je zien dat er al groei is vóór het 0 e jaar. Waar groeit de baby dan?

verspreiding van zaden

Boterbloemen in het gras

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 5-6. uitgave 2013

Lessuggesties voor groep 3 & 4

8 5 Aarde en heelal. Lees de vragen over de planeten in de tabel hieronder. Vragen over de planeten. Aarde Maan Mars

Van eitje tot vlinder

inhoud 1. Mmmmm lekker zoet 2. Waar komt suiker vandaan? 3. Suiker vind je overal 4. Nog meer suiker 5. Te veel suiker 6. Hoe word je te dik?

4 In de tekst staat: Dit is een recept voor een toetje. Weet jij wat een recept is? Kruis de goede zin aan.

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Van meizoentje tot liefkruid

Jong zijn, oud worden

Naut. Natuur en techniek INFORMATIE VOORAF

Voorplanting bij zaadplanten vmbo-b34

Suchmann. Natuur, hoofdstuk Lente en natuurverschijnselen

Lente. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Liefde? Naam: Datum: Seksuele opvoeding. Van wie kan je allemaal houden? Wat doe jij voor iemand die je graag ziet?

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

opdracht 1 opdracht 2 opdracht 3 opdracht 4 Beweging en voeding Leven en waarnemen Welke woorden horen bij elkaar?

Werkblad Naut Thema 2: Planten en dieren

Introductieles. Vogels in de klas. groep 5/6. Handleiding leerkracht. Inhoud in het kort. Kerndoelen. Lesdoelen

PLANTEN VOORTPLANTING

Project Planten ABC. Week 1ABC: Algemeen

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

Een zadenwandeling over het Dreuzelpad door Natuurtuin t Loo voor kinderen van groep 1-4 onder begeleiding van een volwassene.

1. Seizoenen Lente Zomer Herfst Winter Filmpje Pluskaarten 17 Bronnen 19 Colofon en voorwaarden 20

Kinderen groeien op tot volwassenen in verschillende fasen. Iedereen groeit. Maar ons lichaam maakt heel ons leven kleine of grote veranderingen mee.

Naut. Natuur en techniek HANDLEIDING THEMA 4 LES 3

Zaden. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

Samenvatting Biologie Thema 3: Voortplanting en ontwikkeling

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

Lessuggesties voor groep 5-8

Voortplanting bij zaadplanten vmbo-kgt34

Molsla Paardenbloem. Achtergrondinformatie

Samenvatting Biologie Planten en cellen

Voortplanting bij planten

Naam:...

Woordenschat Taal Actief groep 4 Thema 7 Les 1

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

Amfibieën. Les 1 Kenmerken amfibieën en de kikker. 1. De leerkracht vertelt dat de les gaat over hoe je amfibieën kunt herkennen.

vlinders infoblad Meer informatie van de afdeling NME (Natuur en Milieu Educatie) van Carmabi is te vinden op:

DE DAPPERE REIZIGER WERKBLAD DE STEKELBAARS: 1. DE STEKELBAARS IN BEELD 2. DAPPERE REIZIGER. De stekelbaars is een veelvoorkomend visje in Nederland.

7.4: Naar het Natuurwetenschappelijk museum

De kolibrie. Lievelingsbloemen

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 5: planten

Kennisnet community 5-6 / herfst 2006

Auditieve oefeningen thema het bos

Over het MEISJESLICHAAM op

Anatomie en Morfologie. Wortel. Plantencel. Stengel. Delen van een zaadplant

Monique Picavet Twee hondjes in het gras

ZAAI- GOED DEZE LESBRIEF IS VAN..

werkboek Bij deze lessen kan je ook Het Grote Voortplantingsspel gebruiken. ISBN

Wriemelbeestjes. Als je een holletje gaat graven kom je kleine beestjes tegen. Kun jij kleine beestjes vinden als je in de bladhoop graaft?

Waar gaan we het over hebben?

Het onderste deel van de stamper is het vruchtbeginsel. Hierin liggen de eicellen. Na bevruchting groeien hier vruchten.

Benodigheden. Lesdoelen. Puberteit. Begrippen

kleuter 4 6 jaar Veters strikken. Zijn vaak al zindelijk. (Maar er kunnen ook andere dingen genoemd worden)

Bouw van zaadplanten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

W.O. Tweede leerjaar Geert DE JAEGER

BIOBOER. Maar vandaag is het aardoliealarm. Kijk op je aardoliekaart of er voor jou een probleem is.

* Bloemen van heel dichtbij *

1 De tropische regenwouden liggen.. de evenaar. 2 Nederland ligt.de evenaar. 3 Het Amazone gebied ligt. de evenaar.

ONDERZOEKERS:...(vul je naam in)

Koningin. Opdracht Wie van de drie? Bekijk de bijen in het doosje en zoek op. Welke bij is de koningin? Wat valt je op aan de koningin?

Volg de aanwijzingen en ontdek met de cijfercode wat de naam van de boom is. Onze boom heet :...

Werkkatern 7 Op speurtocht in de berm. Op speurtocht in de berm De ene berm is de andere niet!

Bijlage 2. Werkbladen

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

Aardoliealarm in het bos

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

BOSSEN. Dwaal door onze groene wereld. Christiane Dorion

Voorbereiding post 3. Oei, ik groei! Groep 1-2-3

Puberteit - HV 2. Saskia Tuenter. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Waar gaan we het over hebben?

Voorbereiding post 4. Van ven en veen Groep 3-4

Aquarium. Groep 6, 7 en 8 van het basisonderwijs

Plattegrond. Een zadenwandeling door de tuin voor kinderen van groep 1,2,3 en 4

( DATUM) WAARNEMERS : SCHOOL:

Dit is het lenteboekje van:

Transcriptie:

Lees de uitleg over de eik en de vlaamse gaai. Dit is een Vlaamse gaai, zie jij het eikeltje in zijn bek? Zie jij ook zijn dikke nek? Zijn keel zit ook vol eikels! De Vlaamse gaai is dol op eikels. In de herfst zoekt hij mega veel eikels, soms wel 100! De Vlaamse gaai verstopt de eikels onder de grond. Later zoekt de Vlaamse gaai de eikels weer op. Hij eet de eikels op, maar het plantje laat hij staan. Dan groeit er een nieuwe boom op die plek. De Vlaamse gaai is dus een boom-planter! Zet een X voor het juiste antwoord. Waarom zegt de Vlaamse gaai op het laatste plaatje Mijn boom mijn werk? Omdat hij de boom voor zichtzelf wil hebben, want hij is dol op eikels. Omdat hij de eikel heeft geplant. En hij heeft het plantje niet opgegeten. Schrijf op hoe de boomzaden heten en trek een lijn naar de juiste boom. Kies uit: dennenappel / kastanje / beukennootje Beukeboom Kastanjeboom Dennenboom 1

Lees de uitleg over parende planten. Weet je nog van de les uit groep 6? Het zaadje van de man gaat in het eitje van de vrouw. Pas dan groeit er een baby in de buik van de vrouw. Het zaadje bevrucht het eitje. Bij planten gaat het anders. Planten kunnen niet lopen, en ook niet vliegen. De insecten helpen dus een handje. Ze brengen stuifmeel naar een andere plant. Schrijf de naam van de delen van de bloem: Kies uit: stamper / meeldraad / stengel / bloemblad. Kleur de bloem: stengel bloemblaadjes, stamper, meeldraden + stuifmeel. Schrijf de naam van de delen van de stamper: Kies uit: stuifmeel-korrel / vrucht-beginsel / zaad-beginsel / zaad / vrucht. - - - 2

Weet jij de volgorde van de bonen-plant nog? 1 Zaadje met kiem 2 klein plantje 3 De plant bloeit 4. De peul is groen 5. De plant is oud. 6...maar de droge zaadjes kunnen straks weer ontkiemen. Zet een X voor het juiste antwoord. Als de peulen droog zijn en er loopt een dier tegen de plant, wat gebeurt er dan? Niets, de peulen blijven altijd aan de plant vast-zitten De peulen vallen op de grond en springen en rollen overal naartoe. Wat zou er gebeuren als de zaadjes allemaal op 1 plek zouden vallen? Dan zouden er heel veel grote planten op 1 plek groeien. Dan zou er niet genoeg licht en water zijn voor al die planten. 3

Lees de uitleg over zaden op reis. Er zijn planten met slimme zaadjes. De esdoorn bijvoorbeeld, de esdoorn gebruikt de wind. De zaadjes van de esdoorn hebben een soort vleugels. De gele lis maakt hele droge zaadjes. De zaadjes drijven als bootjes op het water. Het water brengt de zaadjes naar een nieuwe plek. Kun jij voorspellen hoe deze zaadjes reizen? Wind Dieren paardenbloem Springen Spring balsemien Water Klis 4

Lees de uitleg over voortplanting zonder bevruchting. Aardappel plant Oude aardappel Nieuwe aardappel Tulpen bol De aardappel kan zich voortplanten zonder zaadjes en vruchten. Een tulp ook. Uit 1 aardappel groeit een plant. Aan de wortels groeien nieuwe aardappelen. Uit de nieuwe aardappel kan ook weer een nieuwe plant groeien. Hoeveel nieuwe aardappelen tel jij op het plaatje hierboven? Welke plant komt uit het zaadje, welke plant komt uit de bol? Schrijf: zonnebloem / tarwe / tulp / ui Schrijf: zaad of bol 5

Weet jij wie wat zegt? Trek een lijn naar het juiste tekst-wolkje. Schrijf de juiste woorden naast de foto s, kies uit: bejaarde / schoolkind / peuter / volwassene / puber / baby. Ik kan al praten en ik fiets op mijn drie-wieler. 0 jaar Ik ga naar school en ik lees al AVI 4! 2 jaar Ga ga goe goe da da (= baby taal: ik wil mijn speen!) 8 jaar Dit jaar wordt ik oma. 16 jaar Ik ga naar de middelbare school. 45 jaar 69 jaar Ik ben moeder van 2 kinderen. 6

Lees de uitleg over de groei van het hoofd en het gebit. Bij een baby moet het hoofd nog groeien De botjes van de schedel zitten nog een beetje los. Anders kan het hoofd niet groeien. Met een baby moet je extra voorzichtig doen. Een baby krijgt eerst melk-tanden. De melktanden zijn kleiner, een kind heeft 20 melktanden. Later krijg je grote tanden: wel 32. Zet een X voor het juiste antwoord. Wat is waar? De schedel bestaat uit 1 stuk bot. De schedel bestaat uit veel stukjes bot. Wat zou er gebeuren als een baby meteen grote tanden krijgt? Niets, dat is geen probleem. Het past niet, het mondje is te klein. Dit is jou mond! Kijk goed in de spiegel en teken jou tanden. = een kies = een hoek-tand = een tand Hoeveel tanden heb jij al? 7

Een baby kan nog niet zoveel. Maar als je ouder wordt leer je steeds meer. Wat past er bij welke fase. Schrijf ja of nee. ademen fietsen lezen praten groeien koken horen lachen baby peuter schoolkind puber Dit meisje droomt ervan om later zelf auto te rijden. Waar droom jij van? Welke dingen wil jij doen als je volwassen bent? Schrijf 3 dingen op. 1 2 3 8

Lees de uitleg over de puberteit. In de puberteit verandert je lichaam: Jongens krijgen een baard en een zware stem. Meisjes krijgen borsten. Je krijgt schaamhaar en haar onder de oksels. Vanaf de puberteit maakt je lichaam zaadcellen of ei-cellen. Je groeit heel hard: je wordt volwassen. Jongens en meisjes komen allebei in de puberteit. Sommige dingen zijn gelijk. Sommige dingen zijn anders. Waar hoort het bij? Schrijf een X onder meisjes of jongens. Volwassen worden Er groeit haar onder je oksels Er groeit een baard De borsten groeien Het lichaam maakt zaad-cellen De ei-cellen zijn geslachtsrijp. Je krijgt een zware stem Je groeit heel hard jongens meisjes Wat vindt jij van de puberteit? Schrijf het op. 9

Wat weet jij van het leven van de mug? Schrijf de juiste woorden naast de foto s, kies uit: eitjes / mug / pop in een cocon / maden. Metamorfose Maak het verhaal over de metamorfose van de vlieg af. Gebruik de volgende woorden: metamorfose / mug / eitjes / pop / made / cocon Als eerste legt de mug heel veel Uit een eitje kruipt een Na een tijdje verandert deze in een in een Hieruit kruipt na een tijdje een jonge Op het plaatje zie je de van de mug. Zet een X voor het juiste antwoord. Wat gebeurt er in de cocon? Niets, de pop ligt te slapen in de cocon. In de cocon verandert de pop in een vlieg. 10

Wat weet jij van het leven van de kikker? Schrijf de juiste woorden naast de foto s, kies uit: eitjes / kikker / kikkervisje. Metamorfose Maak het verhaal over de metamorfose van de kikker af. Gebruik de volgende woorden: metamorfose / kikker / kikkervisje / staart / eitjes Als eerste legt de kikker heel veel Uit een eitje kruipt een Na een tijdje verliest deze zijn Dan wordt het kikkervisje een echte Op het plaatje zie je de van de kikker. Zet een X voor het juiste antwoord. Wat is kikkerdril? Wat is een dikkopje? Wat is een metamorfose? Kikker-visjes Een soort kikker. Een planten-eter. Kikker-eitjes. Een kikker-visje. Een grote verandering. 11