Samenvatting Nederlands Werkwoordspelling Samenvatting door L. 1375 woorden 4 november 2013 5,2 13 keer beoordeeld Vak Nederlands Persoonvorm à tegenwoordige tijd - ik erbij of jij/je erachter = alleen stam - de rest = stam + t - in het meervoud = hele werkwoord à verleden tijd - zwak werkwoord = - enkelvoud: stam + de of te - meervoud: stam + den of ten ( taxi kofschip ) - sterk werkwoord = zo kort en eenvoudig mogelijk à import werkwoorden - zelfde manier als in het nederlands - deleten, ik delete, hij deletet, hij deletete, hij heeft gedeletet Infinitief = hele werkwoord Gebiedende wijs = gewoon stam Onvoltooid deelwoord = hele werkwoord + d(e) Voltooid deelwoord = taxi kofschip Bijvoegelijknaamwoord = zo kort mogelijk Lastige gevallen in wwspelling -d of dt? Kijk naar de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd. Dus stam of stam + t -d of t? Pagina 1 van 7
Kijk of het persoonsvorm verleden tijd is of dat het een voltooid deelwoord is. - vt = + de of te - vdw = taxi kofschip -de(n) of dde(n) / -te(n) of tte(n)? Kijk of het een persoonsvorm verleden tijd is of dat het een bijvoegelijk naamwoord is. - bnw = zo kort mogelijk - vt = taxi kofschip punt - aan het eind van een zin - bij afkortingen - maten en gewichten zonder punt Komma - opsomming ( maar niet voor en ) - tussen 2 persoonsvormen - voor of na een aanspreking of tussenwerpsel ( zeg, mag ik je dochter trouwen, ouweheer? ) - voor en na een bijstelling ( ollie, de bekende stripfiguur, is een heer van de stad ) Dubbele punt - om een opsomming aan te kondigen - om de directe reden aan te kondigen - om een verklaring aan te kondigen ( ik wil niet naar noorwegen: daar is het te koud ) Puntkomma ( betekend en ) - tussen zinnen die sterk met elkaar samenhangen - tussen delen van opsommingen, vooral bij lange zinnen Aanhalingstekens - bij een citaat - bij een directe reden - bij gedachten NIET - bij bijvoorbeeld een woord wat je niet zo bedoeld ( het was geweldig` ) Pagina 2 van 7
- als je het woord bedoeld en niet de betekenis ( hoe schrijf je goedemorgen? ) Vraagteken - aan het eind van een vraag Uitroepteken - aan het eind van een zin met een bevel of uitroep Haakjes - informatie die je geeft als toelichting, uitleg of voorbeeld. Beletselteken (... ) - aan het eind van een zin die niet af is - om onvolledige citaten aan te duiden, zet er dan haakjes om hoofdletters - aan het begin van een zin ( bij een apostrof op het begin, krijgt het 2 e woord hoofdletter ) - bij persoonsnamen - bij namen van verenigingen, instellingen en bedrijven - bij aardrijkskundige namen, namen van merken, historische gebeurtenissen, straten, hemellichamen,gebouwen, feestdagen en namen van boeken en films KLEINE LETTER: soorten, historische periodes,afleidingen van feestdagen, maanden, dagen, jaargetijden, windstreken, religies en afleidingen ervan Meervoud op s - schrijf de s aan het woord vast als de uitspraak correct blijft. - schrijf s achter het woord als het uitspraakproblemen krijgt - bij afkortingen s - woorden die eindigen op a,i,o,u,y en uitspraakproblemen bezorgen krijgt s Meervoud op en - als een woord eindigt op ik es of et, verdubbelt de laatste medeklinker niet (monnik-monniken) - woorden op ie krijgen soms een s. Maar in andere gevallen een n of en. Voor die meervouden is de regel: klemtoon op ieà meervoud met ën Klemtoon niet op ieà meervoud met n, trema op de e die er al staat Pagina 3 van 7
Meervoud op s of en - woorden op ee hebben soms een meervoud op s en soms op en. Bij een s schrijf je hem er gewoon aan het woord vast ( abonnees, dominees ). Bij een en komt er een trema op de e van de uitgang en ( zeeën, ideeën ) Meervoud op s en en - er zijn veel woorden waarbij je het meervoud met een s en en kan schrijven Vreemde meervouden - dosis à doses dosissen - museum à musea museums - datum à data datums - medium à media - medicus à medici Tussen s - schrijf hem als je hem hoort - als je hem moeilijk hoort, kijk of je hem met een andere samenstelling beter hoort - soms zijn 2 manieren goed Tussen e of tussen-(e)n - schrijf in een samenstelling de tussen-en als het 1 e woord een zelfstandig naamwoord is dat alleen een meervoud op en heeft en niet ook nog een meervoud op s ( hond-honden à hondenhok ) in de volgende gevallen geen tussen en maar zo nodig een tussen-e : - het eerste deel heeft alleen een meervoud op s ( parade-parades à paradepaard ) - het eerste deel heeft 2 meervouden ( gedachte-gedachten+gedachtes à gedachtesprong ) - het eerste deel heeft geen meervoud ( tarwe à tarwemeel ) - het eerste deel verwijst naar een uniek exemplaar ( maan à maneschijn ) - het eerste deel versterkt een bijvoegelijk naamwoord ( à beresterk ) - het eerste deel is geen zelfstandig naamwoord ( goede à goedenacht ) - het woord word niet meer als samenstelling gezien ( à apekool ) Verkleinwoorden - maak verkleinwoorden door je, -kje, -pje, -tje of etje achter het zelfstandig naamwoord te zetten Pagina 4 van 7
- korte klanken worden in het verkleinwoord soms langer ( vat vaatje ) - let op bij woorden die op een klinker eindigen ( piano pianootje ) - afkortingen krijgen een apostrof ( sms je ) Aan elkaar of los Schrijf de volgende woorden aan elkaar : - samenstellingen van 2 of 3 woorden ( bagagedrager ) - getallen tot duizend en samenstellingen met honderd en duizend (achthonderdtien, twintigduizend) Maar à drie miljoen, zes miljard etc. Liggend streepje Koppelteken - om uitspraakproblemen te voorkomen, klinkerbotsing ( giro-overzicht ) MAAR à warmteafgifte, radioactief - in de naam van getrouwde vrouwen ( mevrouw De Groot-van Dam ) - in woorden met voorvoegsel : adjunct, aspirant, collega, ex, interim, niet, non, oud ( ex-vrouw ) - voor een hoofdletter ( anti-duits ) -in combinaties van titels en beroepen ( tolk-vertaler ) - bij aardrijkskundige namen of woorden die daarvan afgeleid zijn ( Noord-spanje ) - bij letters, cijfers, andere tekens en St of Sint/sint ( hbo-docent, 40+-kaas, VVD-kantoor ) - in woorden die anders onoverzichtelijk worden ( kant-en-klaarmaaltijd, zwart-witfoto ) Weglatingsstreepje - zet een streepje op de plek waar een deel van het woord is weggelaten ( in- en uitvoer ) MAAR à hoge en lage gebouwen Afbreekstreepje -gebruik het liggende streepje als afbreekteken als een woord niet meer op de regel past. Breek alleen af tussen 2 lettergrepen. MAKKELIJKSTE REGELS - breek ze af tussen delen ( energie-rekening ) - breek af tussen het grondwoord en een voor- of achtervoegsel ( on-denk-baar ) - breek bij 1 alleenstaande tussenmedeklinker af voor die medeklinker ( drij-ven, bo-chel ) Pagina 5 van 7
- als je tussenmedeklinker een i is, breek dan af na de i ( zwaai-en ) - breek bij 2 tussenmedeklinkers af tussen die 2 medeklinkers ( frat-sen, moor-den ) - breek bij 3 of meer tussenmedeklinkers zo af dat er geen combinaties van medeklinkers aan het begin van een lettergreep komen te staan die nooit in het nederlands voorkomen ( herf-stig ) - als je een woord afbreekt voor een trema, verdwijnt het trema ( kopiëren à kopi-eren ) Trema -plaats het trema altijd op de 1 e letter van de volgende lettergreep ( zoo-oloog à zooöloog ) Apostrof - op de plaats van een weggelaten letter ( s morgens ) - op de plaats van een weggelaten bezits-s ( Lies haar broekà Lies broek ) - om uitspraakproblemen te voorkomen ( opa s ) - in afleidingen van letter- en cijferwoorden ( vmbo er, 55+ er ) - bij verkleinwoorden op y ( pony tje ) LET OP! afleidingen van letterwoorden die je uitspreekt als woord, schrijf je zonder apostrof. ( havoër ). En in samenstellingen met een letter- of cijferwoord zet je geen apostrof maar een liggend streepje ( vwo-leerling ) ( 50+kaas ) Accenten ( é è ê ) - accenten komen vooral op de letter e - slechts in enkele woorden komen ze voor op andere letters ( drie à vier eetlepels ) - om de klemtoon aan te geven word het streepje voorover gebruikt. ( ik heb twéé zoons en geen 3 ) Getallen à je gebruikt cijfers: - bij getallen boven de 20, uitgezonderd de ronde getallen ( 73 mensen, tweehonderd boeken ) - voor maten, gewichten, bedragen, data, adressen, rekeningnummers ( 7 januari 1990 ) à je gebruikt letters: - voor getallen tot en met 20 en voor tientallen ( acht, twintig ) Pagina 6 van 7
- voor getallen als honderd, duizend, miljoen, miljard, biljard ( vijftien miljard, 48 miljard ) Sommige of sommigen à met een e - als ze bijvoeglijk worden gebruikt ( vele bekenden, beide broers ) - als ze betrekking hebben op zaken of dieren ( de tropische slangen waren alle gestorven ) à met een en - als ze zelfstandig worden gebruikt EN betrekking hebben op persone ( slechts enkelen haalden het) Pagina 7 van 7