Jaarrekening Stichting Orion

Jaarrekening 2018

INHOUDSOPGAVE Pagina 5.1 Jaarrekening 2018 5.1.1 Balans per 31 december 2018 1 5.1.2 Resultatenrekening over 2018 2 5.1.3 Kasstroomoverzicht over 2018 3 5.1.4 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 4 5.1.5 Toelichting op de balans per 31 december 2018 7 5.1.6 Mutatieoverzicht materiële vaste activa 14 5.1.7 Overzicht langlopende schulden ultimo 2018 15 5.1.8 Toelichting op de resultatenrekening over 2018 16 5.1.9. WNT-verantwoording 2018 21 5.1.10 Vaststelling en goedkeuring 23 5.2 Overige gegevens 5.2.1 Nevenvestigingen 25 5.2.2 Controleverklaring 26

5.1 JAARREKENING

5.1 JAARREKENING 5.1.1 BALANS PER 31 DECEMBER 2018 (na resultaatbestemming) ACTIVA Ref. 31-dec-18 31-dec-17 Vaste activa Materiële vaste activa 1 7.332.585 7.930.719 Totaal vaste activa 7.332.585 7.930.719 Vlottende activa Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 2 202.384 155.208 Debiteuren en overige vorderingen 3 189.301 260.415 Liquide middelen 4 2.447.690 2.026.797 Totaal vlottende activa 2.839.375 2.442.420 Totaal activa 10.171.960 10.373.139 Ref. 31-dec-18 31-dec-17 PASSIVA Eigen vermogen 5 Bestemmingsreserves 1.238.940 1.217.195 Bestemmingsfondsen 4.811 4.811 Algemene reserves 1.815 1.815 Totaal eigen vermogen 1.245.566 1.223.821 Voorzieningen 6 190.284 111.715 Langlopende schulden (nog voor meer 7 6.151.461 6.568.136 dan een jaar) Kortlopende schulden (ten hoogste 1 jaar) Overige kortlopende schulden 8 2.584.649 2.469.467 Totaal passiva 10.171.960 10.373.139 Pagina 1

5.1.2 RESULTATENREKENING OVER 2018 Ref. 2018 2017 BEDRIJFSOPBRENGSTEN: Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning 11 13.105.323 12.290.176 Subsidies (exclusief Wmo en Jeugdzorg) 12 61.879 56.714 Overige bedrijfsopbrengsten 13 130.274 60.717 Som der bedrijfsopbrengsten 13.297.476 12.407.607 BEDRIJFSLASTEN: Personeelskosten 14 9.997.745 9.786.029 Afschrijvingen op materiële vaste activa 15 543.382 596.154 Overige bedrijfskosten 16 2.512.781 2.408.402 Som der bedrijfslasten 13.053.908 12.790.585 BEDRIJFSRESULTAAT 243.568-382.978 Financiële baten en lasten 17-221.823-252.420 RESULTAAT UIT GEWONE BEDRIJFSUITOEFENING 21.745-635.398 RESULTAATBESTEMMING Het resultaat is als volgt verdeeld: 2018 2017 Toevoeging/(onttrekking): Bestemmingsfonds aanvaardbare kosten 21.745-635.398 21.745-635.398 Pagina 2

5.1.3 KASSTROOMOVERZICHT Kasstroom uit operationele activiteiten Ref. 2018 2017 Bedrijfsresultaat 243.568-382.978 Aanpassingen voor: - afschrijvingen 543.357 596.154 - mutaties voorzieningen 78.569-12.038 621.926 584.116 Veranderingen in werkkapitaal: - vorderingen 71.114-109.163 - vorderingen/schulden uit hoofde van bekostiging -47.176-126.248 - kortlopende schulden (excl. schulden aan banken) 115.182 87.765 139.120-147.646 Kasstroom uit bedrijfsoperaties 1.004.614 53.492 Ontvangen interest 0 1.644 Betaalde interest -221.823-254.064-221.823-252.420 Totaal kasstroom uit operationele activiteiten 782.791-198.928 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen materiële vaste activa -151.800-224.422 Desinvesteringen materiële vaste activa 206.577 0 Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 54.777-224.422 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossing langlopende schulden -416.675-329.675 Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten -416.675-329.675 Mutatie geldmiddelen 420.893-753.025 Stand geldmiddelen per 1 januari 2.026.797 2.779.822 Stand geldmiddelen per 31 december 2.447.690 2.026.797 Mutatie geldmiddelen 420.893-753.025 Toelichting: Het kasstroomoverzicht is opgesteld op basis van de indirecte methode. Pagina 3

5.1.4 GRONDSLAGEN VAN WAARDERING EN RESULTAATBEPALING 5.1.4.1 Algemeen Orion is een antroposofische woon en werkgemeenschap voor zowel volwassenen als kinderen. De kernactiviteit bestaat uit het bieden van woonzorg en dagbesteding op basis van zorgzwaartekostiging Wlz. De statutaire (en feitelijke) vestigingsplaats is de gemeente Rotterdam, op het adres Boy Edgarstraat 208 en is geregistreerd onder KvK-nummer 41134062. De Stichting beheert locaties in de gemeente Rotterdam en in de gemeente Zuidplas. Grondslagen voor het opstellen van de jaarrekening De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Regeling verslaggeving WTZi (RvW). De grondslagen die worden toegepast voor de waardering van activa en passiva en het resultaat zijn gebaseerd op historische kosten, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen. De jaarrekening is opgesteld in euro. Toelichtingen op posten in de balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht zijn in de jaarrekening genummerd. Verslaggevingsperi Deze jaarrekening heeft betrekking op het boekjaar 2018, dat is geëindigd op balansdatum 31 december. Gebruik van De opstelling van de jaarrekening vereist dat het management oordelen vormt en schattingen en veronderstellingen maakt die van invloed zijn op de toepassing van grondslagen en de gerapporteerde waarde van activa en verpichtingen en van baten en lasten. De daadwerkelijke uitkomsten kunnen afwijken van deze schattingen. De schattingen en onderliggende veronderstellingen worden voortdurend beoordeeld. Herzieningen van schattingen worden opgenomen in de periode waarin de schatting wordt herzien en in toekomstige perioden waarvoor de herziening gevolgen heeft. Continuïteitsveronderstelling Deze jaarrekening is opgesteld uitgaande van de continuïteitsveronderstelling. Vergelijking met voorgaand jaar De grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van voorgaand jaar. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Activa en passiva Activa en passiva worden tegen verkrijgingsprijs of vervaardigingsprijs opgenomen, tenzij anders vermeld in de verdere grondslagen. Een actief wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar de stichting Orion zullen toevloeien en het actief een kostprijs of een waarde heeft waarvan de omvang betrouwbaar kan worden vastgesteld. Activa die hier niet aan voldoen worden niet in de balans verwerkt, maar worden aangemerkt als niet in de balans opgenomen activa. Activa waarvan het waarschijnlijk is dat de realiseerbare waarde lager is dan de boekwaarde, worden afgewaardeerd tot het niveau van de hoogste van de indirecte en directe realiseerbare waarde. Een verplichting wordt in de balans verwerkt wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen die economische voordelen in zich bergen en de omvang van het bedrag waartegen de afwikkeling zal plaatsvinden op betrouwbare wijze kan worden vastgesteld. Onder verplichtingen worden mede voorzieningen begrepen. Verplichtingen die hier niet aan voldoen worden niet in de balans opgenomen, maar worden verantwoord als niet in de balans opgenomen verplichtingen. Een in de balans opgenomen actief of verplichting blijft op de balans opgenomen als een transactie niet leidt tot een belangrijke verandering in de economische realiteit met betrekking tot het actief of de verplichting. Dergelijke transacties geven evenmin aanleiding tot het verantwoorden van resultaten. Bij de beoordeling of er sprake is van een belangrijke verandering in de economische realiteit wordt uitgegaan van de economische voordelen en risico s die zich naar waarschijnlijk in de praktijk zullen voordoen, en niet op voordelen en risico s waarvan redelijkerwijze niet te verwachten is dat zij zich voordoen. Een actief of verplichting wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico's met betrekking tot het actief of de verplichting aan een derde zijn overgedragen. De resultaten van de transactie worden in dat geval direct in de winst-en-verliesrekening opgenomen, rekening houdend met eventuele voorzieningen die dienen te worden getroffen in samenhang met de transactie. Indien de weergave van de economische realiteit ertoe leidt dat het opnemen van activa waarvan de rechtspersoon niet het juridisch eigendom bezit, wordt dit feit vermeld. De jaarrekening wordt gepresenteerd in euro's, wat ook de functionele valuta is van Orion. Materiële vaste activa De materiële vaste activa worden gewaardeerd tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs onder aftrek van cumulatieve afschrijvingen en cumulatieve bijzondere waardeverminderingen. De afschrijvingen worden berekend als een percentage over de verkrijgings- of vervaardigingsprijs volgens de lineaire methode op basis van de economische levensduur. Er wordt afgeschreven vanaf het moment van ingebruikneming. Op bedrijfsterreinen en op vaste activa in ontwikkeling en vooruitbetalingen op materiële vaste activa wordt niet afgeschreven. De volgende afschrijvingspercentages worden hierbij gehanteerd: Bedrijfsgebouwen : 2 % Machines en installaties : 5 % Andere vaste bedrijfsmiddelen : 10 %, 20 %. en 33 % Pagina 4

Groot onderhoud Kosten voor periodiek groot onderhoud worden ten laste gebracht van het resultaat op het moment dat deze zich voordoen. Vaste activa - bijzondere waardeverminderingen Vaste activa met een lange levensduur worden beoordeeld op bijzondere waardeverminderingen wanneer wijzigingen of omstandigheden zich voordoen die doen vermoeden dat de boekwaarde van een actief niet terugverdiend zal worden. Als dergelijke indicaties aanwezig zijn, wordt de realiseerbare waarde van het actief geschat. De realiseerbare waarde is de hoogste van de bedrijfswaarde en de opbrengstwaarde. De terugverdienmogelijkheid van activa die in gebruik zijn, wordt bepaald door de boekwaarde van een actief te vergelijken met de opbrengstwaarde of de bedrijfswaarde zijnde de geschatte contante waarde van de toekomstige netto kasstromen die het actief naar verwachting zal genereren. Wanneer de boekwaarde van een actief hoger is dan de geschatte contante waarde van de toekomstige kasstromen, worden bijzondere waardeverminderingen verantwoord voor het verschil tussen de boekwaarde en de realiseerbare waarde. De opbrengstwaarde is gebaseerd op de geschatte verkoopprijs minus de geschatte kosten welke nodig zijn om de verkoop te realiseren. heeft de toekomstige kasstromen van het totaal van haar zorgvastgoedlocaties benaderd op het niveau van de vanuit de zorgexploitatie kasstroomgenererende eenheden en vergeleken met de boekwaarde van het vastgoed. Hiervoor is gebruik gemaakt van taxaties van een onafhankelijk taxateur. Bij een grotendeels ongewijzigde zorgexploitatie leidt dat niet tot bijzondere waardeverminderingen van het vastgoed. Momenteel verkeert Orion in een fase van verkenning en onderzoek naar mogelijkheden voor vernieuwing van het vastgoed. Deze planvorming heeft nog niet tot besluitvorming geleid en is derhalve niet betrokken in de beoordeling van de waardering van het vastgoed per ultimo 2018. Voorraden Gezien de omvang en het doel van het aanhouden van voorraden zijn deze niet in de balans gewaardeerd. Financiële instrumenten Financiële instrumenten omvatten handels- en overige vorderingen, geldmiddelen, leningen en overige financieringsverplichtingen, handelsschulden en overige te betalen posten. Financiële instrumenten worden verwerkt tegen reële waarde. Vorderingen Vorderingen worden opgenomen voor de geamortiseerde kostprijs (nominale waarde). Een voorziening wordt getroffen op de vorderingen op grond van verwachte oninbaarheid. Een vordering uit hoofde van financieringstekorten of een schuld uit hoofde van financieringsoverschotten is het aan het einde van het boekjaar bestaande verschil tussen het wettelijk budget voor aanvaardbare kosten en de ontvangen voorschotten en de in rekening gebrachte vergoedingen voor diensten en verrichtingen ter dekking van het wettelijk budget (artikel 6 Regeling verslaggeving WTZi). Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit kas, banktegoeden en direct opeisbare deposito s met een looptijd korter dan twaalf maanden. Rekeningcourantschulden bij banken zijn opgenomen onder schulden aan kredietinstellingen onder kortlopende schulden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 5.1.4.2 Grondslagen van waardering van activa en passiva Voorzieningen (algemeen) Voorzieningen worden gevormd voor in rechte afdwingbare of feitelijke verplichtingen die op de balansdatum bestaan en die het gevolg zijn van een gebeurtenis uit het verleden, waarbij het waarschijnlijk is dat een uitstroom van middelen noodzakelijk is en waarvan de omvang op betrouwbare wijze is te schatten. De voorzieningen worden gewaardeerd tegen nominale waarde van de uitgaven die naar verwachting noodzakelijk zijn om de verplichting en verliezen af te wikkelen. Indien het verschil tussen de nominale en contante waarde van de verplichtingen materieel is, worden voorzieningen gewaardeerd tegen contante waarde. Hieronder is een nadere uiteenzetting van de grondslagen per voorziening uitgewerkt. Wanneer verplichtingen naar verwachting door een derde zullen worden vergoed, wordt deze vergoeding als een actief in de balans opgenomen indien het waarschijnlijk is dat deze vergoeding zal worden ontvangen bij de afwikkeling van de verplichting. Voorziening persoonlijk budget levensfase (zonder toerekening aan jaren) De voorziening persoonlijk budget levensfase (PBL) betreft een voorziening voor opgebouwde PBL uren met een meerjarig karakter. De overige PBL uren staan vermeld onder de kortlopende schulden. Voorziening jubileumverplichtingen De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen en is gebaseerd op de geschatte verplichting op basis van het huidige personeelsbestand. Voorziening langdurig zieken De voorziening langdurige zieken is bestemd voor loondoorbetalingsverplichtingen van medewerkers die op balansdatum langdurig ziek zijn en waarvan niet verwacht wordt dat zij weer zullen terugkeren in actieve dienst. De hoogte van de voorziening is individueel bepaald. De berekening is gebaseerd op het te verwachten aantal maanden ziekte. Schulden Onder de langlopende schulden worden schulden opgenomen met een resterende looptijd van meer dan één jaar. De kortlopende schulden hebben een verwachte looptijd van maximaal één jaar. De schulden worden bij eerste verwerking opgenomen tegen de reële waarde en vervolgens gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. Indien geen sprake is van (substantiële) agio/disagio of transactiekosten dan is de geamortiseerde kostprijs gelijk aan de nominale waarde. De aflossingsverplichtingen voor het komend jaar van de langlopende schulden worden opgenomen onder kortlopende schulden. 5.1.4.3 Grondslagen van resultaatbepaling Algemeen Het resultaat wordt bepaald als het verschil tussen de baten en de lasten over het verslagjaar, met inachtneming van de hiervoor reeds vermelde waarderingsgrondslagen. Baten en lasten worden verwerkt in het jaar waarop zij betrekking hebben. Daarbij wordt voorzichtigheid betracht overeenkomstig de grondslagen die gelden voor het opnemen van activa en passiva (zoals eerder vermeld). Baten en lasten uit voorgaande jaren die in dit boekjaar zijn geconstateerd, worden aan dit boekjaar toegerekend. In het geval van een geconstateerde fout in voorgaande boekjaren wordt foutherstel toegepast. Pagina 5

Opbrengsten Opbrengsten uit het verlenen van diensten worden in de winst-en-verliesrekening verwerkt wanneer het bedrag van de opbrengsten op betrouwbare wijze kan worden bepaald, de inning van de te ontvangen vergoeding waarschijnlijk is, de mate waarin de dienstverlening op balansdatum is verricht betrouwbaar kan worden bepaald en de reeds gemaakte kosten en de kosten die (mogelijk) nog moeten worden gemaakt om de dienstverlening te voltooien op betrouwbare wijze kunnen worden bepaald. Indien het resultaat van een bepaalde opdracht tot dienstverlening niet op betrouwbare wijze kan worden bepaald, worden de opbrengsten verwerkt tot het bedrag van de kosten van de dienstverlening die worden gedekt door de opbrengsten. De met de opbrengsten samenhangende lasten worden toegerekend aan de periode waarin de baten zijn verantwoord. Personele kosten Lonen, salarissen en sociale lasten worden op grond van de arbeidsvoorwaarden verwerkt in de resultatenrekening voorzover ze verschuldigd zijn aan werknemers, respectievelijk de belastingautoriteit. Pensioenen heeft voor haar werknemers een toegezegde pensioenregeling. Hiervoor in aanmerking komende werknemers hebben op de pensioengerechtigde leeftijd recht op een pensioen dat is gebaseerd op het gemiddeld verdiende loon berekend over de jaren dat de werknemer pensioen heeft opgebouwd bij. De verplichtingen, die voortvloeien uit deze rechten van haar personeel, zijn ondergebracht bij het bedrijfstakpensioenfonds Zorg en Welzijn. betaalt hiervoor premies waarvan de helft door de werkgever wordt betaald en de helft door de werknemer. De pensioenrechten worden jaarlijks geïndexeerd, indien en voor zover de dekkingsgraad van het pensioenfonds (het vermogen van het pensioenfonds gedeeld door haar financiële verplichtingen) dit toelaat. Per 1 januari 2015 gelden nieuwe regels voor pensioenfondsen. Daarbij behoort ook een nieuwe berekening van de dekkings-graad. De 'nieuwe' dekkingsgraad is het gemiddelde van de laatste twaalf dekkingsgraden. Door een gemiddelde te gebruiken, zal de dekkingsgraad nu minder sterk schommelen. In december 2018 bedroeg de dekkingsgraad 97,5%. Het vereiste niveau van de dekkingsgraad is 124%. Het pensioenfonds verwacht volgens het herstelplan (maart 2017) in het jaar 2026 hieraan te kunnen voldoen en voorziet geen noodzaak voor de aangesloten instellingen om extra stortingen te verrichten of om bijzondere premieverhogingen door te voeren. heeft geen verplichting tot het voldoen van aanvullende bijdragen in geval van een tekort bij het pensioenfonds, anders dan het effect van hogere toekomstige premies. heeft daarom alleen de verschuldigde premies tot en met het einde van het boekjaar in de jaarrekening verantwoord. Financiële baten en lasten De financiële baten en lasten betreffen van derden ontvangen (te ontvangen) en aan derden betaalde (te betalen) interest. 5.1.4.4 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de indirecte methode. De geldmiddelen in het kasstroomoverzicht bestaan uit de liquide middelen en beleggingen die zonder beperkingen en zonder materieel risico van waardeverminderingen als gevolg van de transactie kunnen worden omgezet in geldmiddelen. 5.1.4.6 Grondslagen voor gebeurtenissen na balansdatum Gebeurtenissen die nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum en die blijken tot aan de datum van het opmaken van de jaarrekening worden verwerkt in de jaarrekening. Gebeurtenissen die geen nadere informatie geven over de feitelijke situatie per balansdatum worden niet in de jaarrekening verwerkt. Als dergelijke gebeurtenissen van belang zijn voor de oordeelsvorming van de gebruikers van de jaarrekening, worden de aard en de geschatte financiële gevolgen ervan toegelicht in de jaarrekening. 5.1.4.7 Waarderingsgrondslagen WNT Voor de uitvoering van de Wet normering topinkomens (WNT) heeft de instelling zich gehouden aan de wet- en regelgeving inzake de WNT, waaronder de instellingsspecifieke (sectorale) regels. Pagina 6

5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2018 ACTIVA 1. Materiële vaste activa De specificatie is als volgt: 31-dec-18 31-dec-17 Bedrijfsgebouwen en terreinen 6.699.847 7.145.896 Machines en installaties 323.124 404.665 Andere vaste bedrijfsmiddelen, technische en administratieve uitrusting 284.189 380.158 Materiële vaste bedrijfsactiva in uitvoering en of vooruitbetaald 25.425 0 Totaal materiële vaste activa 7.332.585 7.930.719 Het verloop van de materiële activa in het verslagjaar is als volgt weer te geven: 2018 2017 Boekwaarde per 1 januari 7.930.719 8.302.452 Bij: investeringen 151.800 224.422 Af: afschrijvingen 543.357 596.155 Af: desinvesteringen 206.577 0 Boekwaarde per 31 december 7.332.585 7.930.719 Toelichting: Voor een nadere specificatie van het verloop van de materiële vaste activa per activagroep wordt verwezen naar het mutatieoverzicht onder 5.1.6. De vaste activa zijn als zekerheid gesteld voor de langlopende schulden. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het overzicht van de langlopende leningen in onderdeel 5.1.7. Pagina 7

5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2018 ACTIVA 2. Vorderingen en schulden uit hoofde van bekostiging Vorderingen uit hoofde van bekostiging: 31-dec-18 31-dec-17 1. Vorderingen uit hoofde van financieringstekort 202.384 155.208 Totaal vorderingen uit hoofde van bekostiging 202.384 155.208 Specificatie vorderingen en schulden uit hoofde van financieringstekort respectievelijk financieringsoverschot 2017 2018 totaal Saldo per 1 januari 155.208 0 155.208 Financieringsverschil boekjaar 202.384 202.384 Correcties voorgaande jaren 1.617 1.617 Betalingen/ontvangsten -156.825-156.825 Subtotaal mutatie boekjaar -155.208 202.384 47.176 0 202.384 202.384 Stadium van vaststelling (per erkenning): c a a= interne berekening b= overeenstemming met zorgverzekeraars c= definitieve vaststelling NZa 31-dec-18 31-dec-17 Waarvan gepresenteerd als: - vorderingen uit hoofde van financieringstekort 202.384 155.208 - schulden uit hoofde van financieringsoverschot 202.384 155.208 Specificatie financieringsverschil in het boekjaar 2018 2017 Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten 12.421.781 11.743.393 Af: ontvangen voorschotten 12.219.397 11.588.185 Totaal financieringsverschil 202.384 155.208 Pagina 8

5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2018 ACTIVA 3. Overige vorderingen De specificatie is als volgt: 31-dec-18 31-dec-17 Vorderingen op debiteuren 77.727 38.696 Vooruitbetaalde bedragen: 39.245 43.065 Nog te ontvangen bedragen: 72.329 178.654 Totaal overige vorderingen 189.301 260.415 Toelichting: De voorziening die in aftrek op de vorderingen is gebracht, bedraagt nihil. Ultimo 2017 was de voorziening eveneens nihil. 4. Liquide middelen De specificatie is als volgt: 31-dec-18 31-dec-17 Bankrekeningen 781.453 416.708 Kassen 16.237 10.089 Deposito 1.650.000 1.600.000 Totaal liquide middelen 2.447.690 2.026.797 Toelichting: De liquide middelen staan ter vrije beschikking van de stichting. De deposito gelden zijn eveneens dagelijks opneembaar. Pagina 9

5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2018 PASSIVA 5. Eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de volgende componenten: 31-dec-18 31-dec-17 Bestemmingsreserves 1.238.940 1.217.195 Bestemmingsfondsen 4.811 4.811 Algemene en overige reserves 1.815 1.815 Totaal eigen vermogen 1.245.566 1.223.821 Kapitaal Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2018 bestemming mutaties 31-dec-2018 Kapitaal 0 0 0 0 0 0 Bestemmingsreserves Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2018 bestemming mutaties 31-dec-2018 Reserve aanvaardbare kosten: 1.217.195 21.745 1.238.940 Totaal bestemmingsreserves 1.217.195 21.745 0 1.238.940 Bestemmingsfondsen Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2018 bestemming mutaties 31-dec-2018 Reservering dagbesteding 2.716 2.716 Voorziening outplacement 2.095 2.095 Totaal bestemmingsfondsen 4.811 0 0 4.811 Algemene en overige reserves Saldo per Resultaat- Overige Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2018 bestemming mutaties 31-dec-2018 Algemene reserves: 1.815 1.815 Totaal algemene en overige reserves 1.815 0 0 1.815 Pagina 10

5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2018 PASSIVA 6. Voorzieningen Saldo per Dotatie Onttrekking Vrijval Saldo per Het verloop is als volgt weer te geven: 1-jan-2018 31-dec-2018 Voorziening jubilea 61.715 38.780 5.696 94.799 Voorziening PBL 50.000 0 50.000 Voorziening langdurig zieken 45.485 45.485 Totaal voorzieningen 111.715 84.265 5.696 0 190.284 Toelichting in welke mate (het totaal van) de voorzieningen als langlopend moeten worden beschouwd: 31-dec-2018 Kortlopend deel van de voorzieningen (< 1 jr.) 39.871 Langlopend deel van de voorzieningen (> 1 jr.) 150.413 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 45.469 Toelichting per categorie voorziening: De jubileumvoorziening betreft een voorziening voor toekomstige jubileumuitkeringen. De voorziening betreft de contante waarde van de in de toekomst uit te keren jubileumuitkeringen. De berekening is gebaseerd op gedane toezeggingen, blijfkans en leeftijd. De gehanteerde disconteringsvoet bedraagt 2%. De PBL voorziening is alleen obv langlopende verplichtingen. De kortlopende verplichtingen zijn opgenomen als kortlopende schulden bij de Vakantiedagen en PBL uren De voorziening langdurig zieken betreft een voorziening voor werknemers waarvan verwacht wordt dat ze na een ziekte periode van 2 jaar niet meer terugkeren in het arbeidsproces. 7. Langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) De specificatie is als volgt: 31-dec-18 31-dec-17 Schulden aan banken 6.151.461 6.568.136 Totaal langlopende schulden (nog voor meer dan een jaar) 6.151.461 6.568.136 Het verloop is als volgt weer te geven: 2018 2017 Stand per 1 januari 6.897.811 7.227.486 Bij: nieuwe leningen 0 0 Af: aflossingen 416.675 329.675 Stand per 31 december 6.481.136 6.897.811 Af: aflossingsverplichting komend boekjaar 329.675 329.675 Stand langlopende schulden per 31 december 6.151.461 6.568.136 Toelichting in welke mate (het totaal van) de langlopende schulden als langlopend moeten worden beschouwd: Kortlopend deel van de langlopende schulden (< 1 jr.), aflossingsverplichtingen 329.675 329.675 Langlopend deel van de langlopende schulden (> 1 jr.) (balanspost) 6.151.461 6.568.136 Hiervan langlopend (> 5 jaar) 4.832.761 5.249.436 Voor een nadere toelichting op de langlopende schulden wordt verwezen naar de bijlage overzicht langlopende schulden. De aflossingsverplichtingen zijn verantwoord onder de kortlopende schulden. Toelichting: De verstrekte zekerheden voor de opgenomen lening bij ING Bank en Triodos luiden als volgt: hypothecaire zekerheid op bedrijfsgebouwen en -terreinen; Pagina 11

5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2018 PASSIVA 8. Overige kortlopende schulden De specificatie is als volgt: 31-dec-18 31-dec-17 Crediteuren 278.336 197.112 Aflossingsverplichtingen langlopende leningen 329.675 329.675 Belastingen en sociale premies 462.838 522.083 Schulden terzake pensioenen 67.571 61.362 Nog te betalen salarissen 77.814 74.850 Vakantiegeld 308.413 347.569 Vakantiedagen en PBL uren 686.069 627.920 Overige schulden: Nog te betalen kosten 373.933 308.896 Totaal overige kortlopende schulden 2.584.649 2.469.467 Toelichting: De kredietfaciliteit in rekening-courant bij ING bedraagt per 31 december 2018 250.000. 9. Financiële instrumenten Algemeen De instelling is in de normale bedrijfsuitoefening blootgesteld aan markt- en/of kredietrisico s. De instelling maakt geen gebruik van en handelt niet in financiële derivaten om zich tegen die risico's in te dekken. De contractwaarde of fictieve hoofdsommen van de financiële instrumenten zijn slechts een indicatie van de mate waarin van dergelijke financiële instrumenten gebruik wordt gemaakt en niet van het bedrag van de krediet- of marktrisico s. Kredietrisico De vorderingen uit hoofde van zorgfinanciering zijn geheel geconcentreerd bij Wlz-uitvoerende instanties.. Renterisico en kasstroomrisico Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen leningen. 10. Niet in de balans opgenomen regelingen Huurverplichtingen Orion heeft de volgende huurovereenkomsten: Gehuurd object Verhuurder looptijd huurovereenkomst 2018 Tochtenweg 32, Rotterdam Woonbron onbepaalde tijd 6.959 Zevenkampring 137, Rotterdam Woonbron onbepaalde tijd 7.782 Frida Kahlopad 82, Rotterdam Woonbron 10 jaar vanaf 01 mei 2007 met stilzwijgende 58.348 verlenging van telkens 2 jaar René Magrittestraat 22, Rotterdam Woonbron 10 jaar vanaf 15 april 2007 met stilzwijgende 58.348 verlenging van telkens 2 jaar Jan Sluijterstraat 42, Rotterdam Woonbron 5 jaar vanaf 01 september 2009 met stilzwijgende 82.352 verlenging van telkens 2 jaar 2 Woningen, Aar 137 en Aar 299, De Aarhof, Rotterdam Wooncompas 1 jaar vanaf 01 september 2008 met stilzwijgende 15.994 verlenging van telkens 1 jaar Houtwerkplaats, Wollefoppenweg 61a, Zevenhuizen Vestia 20 jaar vanaf 10 september 2009 18.546 Dorpstraat 190, kantoor Knaap 2 jaar vanaf 01 april 2015 met stilzwijgende 23.112 verlenging van telkens 1 jaar Dorpstraat 202 A Winkel Bink Beheer 5 jaar vanaf 01 augustus 2015 met stilzwijgende 30.000 verlenging van 5 jaar Dorpstraat 202 Bedrijfsruimten Bink Beheer en Withouse 5 jaar vanaf 01 augustus 2015 met stilzwijgende 20.400 verlenging van 5 jaar Dorpstraat 202C Bink Beheer 5 jaar vanaf 01 november 2016 met stilzwijgende 21.600 verlenging van 5 jaar Dorpstraat 202 B Bink Beheer 1 jaar vanaf 01 januari 2019 met stilzwijgende 22.200 verlenging voor onbepaalde tijd Totaal huurverplichtingen 365.641 Pagina 12

5.1.5 TOELICHTING OP DE BALANS PER 31 DECEMBER 2018 PASSIVA 10. Niet in de balans opgenomen regelingen Investeringsverplichtingen in brandmeldinstallaties van 58.000 Onzekerheden opbrengstverantwoording Als gevolg van materiële nacontroles door zorgkantoren, zorgverzekeraars en gemeenten op de gedeclareerde zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning kunnen correcties noodzakelijk zijn op de gedeclareerde productie. De effecten van eventuele materiële nacontroles zijn vooralsnog onzeker. heeft op basis van een risicoanalyse een zo nauwkeurig mogelijke inschatting gemaakt van de hieruit voortvloeiende risico s en verplichtingen. Daarbij is rekening gehouden met uitkomsten van interne en externe controles. Pagina 13

5.1.7 MUTATIEOVERZICHT MATERIELE VASTE ACTIVA Andere vaste Materiële vaste bedrijfs- bedrijfsactiva in middelen, uitvoering en Niet aan het Bedrijfs- technische en vooruitbetalingen bedrijfsproces gebouwen en Machines en administratieve op materiële dienstbare Totaal terreinen installaties uitrusting vaste activa materiële activa Stand per 1 januari 2018 - aanschafwaarde 12.175.728 1.618.314 1.114.901 0 0 14.908.943 - cumulatieve herwaarderingen 0 - cumulatieve afschrijvingen 5.029.832 1.213.649 734.743 0 0 6.978.224 Boekwaarde per 1 januari 2018 7.145.896 404.665 380.158 0 0 7.930.719 Mutaties in het boekjaar - investeringen 76.773 19.965 29.637 25.425 151.800 - herwaarderingen 0 - afschrijvingen 342.022 75.729 125.606 543.357 - bijzondere waardeverminderingen 0 - terugname geheel afgeschreven activa.aanschafwaarde 0 0 0 0.cumulatieve herwaarderingen 0.cumulatieve afschrijvingen 0 0 0 0 - desinvesteringen aanschafwaarde 270.735 103.152 373.887 cumulatieve herwaarderingen 0 cumulatieve afschrijvingen 89.935 77.375 167.310 per saldo 180.800 25.777 0 0 0 206.577 Mutaties in boekwaarde (per saldo) -446.049-81.541-95.969 25.425 0-598.134 Stand per 31 december 2018 - aanschafwaarde 11.981.766 1.535.127 1.144.538 25.425 0 14.686.856 - cumulatieve herwaarderingen 0 0 0 0 0 0 - cumulatieve afschrijvingen 5.281.919 1.212.003 860.349 0 0 7.354.271 Boekwaarde per 31 december 2017 6.699.847 323.124 284.189 25.425 0 7.332.585 Afschrijvingspercentage 0-5% 5% 10-33% 0% Pagina 14

BIJLAGE 5.1.7 Overzicht langlopende schulden ultimo 2018 Leninggever Datum Hoofdsom Soort lening Restschuld 31 december 2017 Nieuwe leningen in 2018 Aflossing in 2018 Restschuld Restschuld 31 december over 5 jaar 2018 Resterende looptijd in jaren eind 2018 % Totale looptijd Werkelijkerente Aflossingswijze Aflossing Gestelde zekerheden 2019 ING Bank NV 1-jan-97 3.630.242 40 hypothecaire 2,75% 1.815.121 90.756 1.724.365 1.270.585 18 lineair 90.756 Neg. Hypoth. Clausule Triodosbank NV 1-jan-98 907.560 40 hypothecaire 5,30% 476.469 69.769 406.700 293.255 19 lineair 22.689 Neg. Hypoth. Clausule ING Bank NV 1-jan-00 5.218.472 40 hypothecaire 3,75% 2.672.466 130.462 2.542.004 1.889.694 21 lineair 130.462 Neg. Hypoth. Clausule Triodosbank NV 1-jan-01 2.904.193 40 hypothecaire 2,80% 1.604.769 112.528 1.492.241 1.129.201 22 lineair 72.608 Neg. Hypoth. Clausule Bank Nederlandse Gemeenten 1-jan-02 523.685 40 hypothecaire 3,25% 328.986 13.160 315.826 250.026 23 lineair 13.160 Neg. Hypoth. Clausule 0 Totaal 6.897.811 0 416.675 6.481.136 4.832.761 329.675 Pagina 15

5.1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2018 BATEN 11. Opbrengsten zorgprestaties en maatschappelijke ondersteuning De specificatie is als volgt: 2018 2017 Wettelijk budget voor aanvaardbare kosten Wlz-zorg (exclusief subsidies) 12.421.781 11.743.393 Correctie voorgaand jaar 1.617 172 Persoonsgebonden en -volgende budgetten 165.831 146.006 Opbrengsten Wmo 516.094 400.605 Totaal 13.105.323 12.290.176 Toelichting: De opbrengsten Wlz-zorg zijn gestegen als gevolg van een toename van de bezetting. De opbrengsten WMO zijn gestegen als gevolg van een toename van het aantal cliënten. 12. Subsidies (exclusief WMO en Jeugdzorg) De specificatie is als volgt: 2018 2017 Rijkssubsidies vanwege het Ministerie van VWS (waaronder opleidingsfonds) 61.879 56.714 Totaal 61.879 56.714 13. Toelichting overige bedrijfsopbrengsten De specificatie is als volgt: 2018 2017 Overige opbrengsten (waaronder vergoeding voor uitgeleend personeel en verhuur onroerend goed) 130.274 60.717 Overige bedrijfsopbrengsten 130.274 60.717 Toelichting: In 2018 bestaan de overige opbrengsten voor ruim 84.000 uit de verkoop van een woning en een boekverlies op een erfpacht van bijna 16.000. Daarnaast heeft ruim 61.000 betrekking op de verhuur van onroerend goederen. Pagina 16

5.1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2018 LASTEN 14. Personeelskosten De specificatie is als volgt: 2018 2017 Lonen en salarissen 7.407.246 7.246.631 Sociale lasten 1.172.389 1.127.174 Pensioenpremies: 574.995 553.168 Andere personeelskosten 430.676 415.772 Subtotaal 9.585.306 9.342.745 Personeel niet in loondienst 412.439 443.284 Totaal personeelskosten 9.997.745 9.786.029 Specificatie gemiddeld aantal personeelsleden (in FTE's) per segment: Gemiddeld aantal personeelsleden op basis van full-time eenheden 161 153 161 153 Aantal personeelsleden dat buiten Nederland werkzaam is 0 0 Toelichting: De personele kosten zijn fors gestegen als gevolg van een stijging van het aantal personeelsleden. Daarnaast was er een verhoogde inzet van personeel als gevolg van het ziekteverzuim. Pagina 17

5.1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2018 LASTEN 15. Afschrijvingen vaste activa De specificatie is als volgt: 2018 2017 Afschrijvingen: - Materiële vaste activa 543.382 596.154 Totaal afschrijvingen 543.382 596.154 Pagina 18

LASTEN 5.1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING OVER 2018 16. Overige bedrijfskosten De specificatie is als volgt: 2018 2017 Voedingsmiddelen en hotelmatige kosten 500.425 502.674 Algemene kosten 730.007 528.229 Patiënt- en bewonersgebonden kosten 463.519 612.580 Onderhoud en energiekosten: - Onderhoud 188.609 181.896 - Energiekosten gas 80.278 66.065 - Energiekosten stroom 71.540 77.557 - Energie transport en overig 14.624 12.894 Subtotaal 355.051 338.412 Huur en leasing 356.240 332.941 Vervoerskosten 113.744 99.771 Doorberekende kosten -6.205-6.205 Dotaties en vrijval voorzieningen Totaal overige bedrijfskosten 2.512.781 2.408.402 Toelichting: De algemene kosten zijn fors toegenomen door ingehuurde specialisten De patiënt- en bewonersgebonden kosten zijn fors gedaald als gevolg van een afname van de kosten van de onderaannemers. 17. Financiële baten en lasten De specificatie is als volgt: 2018 2017 Rentebaten 0 1.644 Subtotaal financiële baten 0 1.644 Rentelasten -221.823-254.064 Subtotaal financiële lasten -221.823-254.064 Totaal financiële baten en lasten -221.823-252.420 Toelichting: De post rentelasten is gedaald als gevolg van de "normale" en extra aflossingen van de leningen Pagina 19

5.1.8 TOELICHTING OP DE RESULTATENREKENING 19. Honoraria accountant 2018 2017 De honoraria van de accountant over 2018 en 2017 zijn als volgt: 1 Controle van de jaarrekening 29.375 36.988 2 Overige controlewerkzaamheden (w.o. Regeling AO/IC en Nacalculatie) 7.250 3 Fiscale advisering 2.450 6.788 4 Niet-controlediensten 0 0 Totaal honoraria accountant 39.075 43.776 De bezoldiging van de bestuurders en toezichthouders is opgenomen onder punt 25. pagina 20

5.1.9. WNT-VERANTWOORDING 25. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) De bezoldiging van de leden van de Raad van Bestuur [en overige topfunctionarissen] over het jaar 2018 is als volgt: Leidinggevende topfunctionarissen in dienstbetrekking met bezoldiging boven 1.700 W. de Lege 1 Functie (functienaam) Bestuurder 2 In dienst vanaf (datum begin functievervulling) 1-jan-12 3 In dienst tot (datum einde functievervulling) 31-dec-18 4 (Fictieve) dienstbetrekking? Ja 5 Deeltijdfactor (minimaal 0,025 fte) 100% 6 Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 116.803 7 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn 11.270 8 Totaal bezoldiging 128.073 9 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 125.000 10 Uitkeringen in verband met beëindiging van het dienstverband 60.000 11 Individueel toepasselijk maximum 75.000 Vergelijkende cijfers 2017 1 (Fictieve) dienstbetrekking? Ja 2 Deeltijdfactor (minimaal 0,025 fte) 100% 3 Beloning plus belastbare onkostenvergoedingen 117.082 4 Voorzieningen ten behoeve van beloningen betaalbaar op termijn 10.991 5 Totaal bezoldiging 128.073 6 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 121.000 Leidinggevende topfunctionarissen die regeling voor ingehuurde topfunctionarissen toepassen met bezoldiging boven 1.700 C. Hoek 1 Functie (functienaam) Bestuurder 2 In dienst vanaf (datum begin functievervulling) 1-nov-18 3 In dienst tot (datum einde functievervulling) 4 Aantal kalendermaanden functievervulling in het kalenderjaar 2 5 Werkelijk uurtarief lager dan het (gemiddeld) maximum uurtarief? Ja 6 Totale bezoldiging 26.565 7 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 50.600 Toezichthoudende topfunctionarissen met bezoldiging boven 1.700 J. van Ginneken P.A. Trommelen K. Vosters 1 Functie (functienaam) Voorzitter RvT Lid RvT Lid RvT 2 In dienst vanaf (datum begin functievervulling) 1-sep-17 1-jul-12 1-jul-15 3 In dienst tot (datum einde functievervulling) heden heden 30-sep-18 4 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 9.000 6.000 4.500 5 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 18.750 12.500 12.500 Vergelijkende cijfers 2017 1 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 0 6.000 6.000 2 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 18.150 12.100 12.100 pagina 21

5.1.9. WNT-VERANTWOORDING 25. Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) Toezichthoudende topfunctionarissen met bezoldiging boven 1.700 E. Groeneveld A.C.W. Pijls 1 Functie (functienaam) Lid RvT Lid RvT 2 In dienst vanaf (datum begin functievervulling) 1-jul-16 19-feb-18 3 In dienst tot (datum einde functievervulling) heden heden 4 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 6.000 5.250 5 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 12.500 12.500 Vergelijkende cijfers 2017 1 Totaal bezoldiging in kader van de WNT 9.000 0 2 Individueel toepasselijk bezoldigingsmaximum 12.100 Toezichthoudende topfunctionarissen met bezoldiging onder 1.700 Naam functie A. Theunissen Lid RvT Toelichting De Raad van Toezicht heeft conform de Regeling bezoldigingsmaxima topfunctionarissen zorg- en jeugdhulp aan een totaalscore van 8 punten toegekend. De daaruit volgende klasseindeling betreft klasse II, met een bijbehorend bezoldigingsmaximum voor de Raad van Bestuur van 125.000. Dit maximum wordt overschreden door de heer de Lege van de Raad van Bestuur. Op zijn bezoldiging is het WNT-overgangsrecht van toepassing. De bezoldiging voldoet aan het toepasselijke bezoldigingsmaximum waarnaar dient te worden afgebouwd conform het WNT-overgangsrecht. Het bijbehorende bezoldigingsmaximum voor de voorzitter van de Raad van Toezicht bedraagt 18.750 en voor de overige leden van de Raad van Toezicht 12.500. Deze maxima worden niet overschreden. pagina 22

5.1.10 VASTSTELLING EN GOEDKEURING Vaststelling en goedkeuring jaarrekening De raad van bestuur van heeft de jaarrekening 2018 vastgesteld in de vergadering van 15 mei 2019 De raad van toezicht van de heeft de jaarrekening 2018 goedgekeurd in de vergadering van 15 mei 2019 21 Statutaire regeling resultaatbestemming Het behaalde resultaat staat ter vrije beschikking van de Stichting 22 Resultaatbestemming Het resultaat wordt verdeeld volgens de resultaatverdeling in paragraaf 5.1.2. 23 Gebeurtenissen na balansdatum Er zijn geen gebeurtenissen na balansdatum met een materiele invloed op onderhavige jaarrekening. pagina 23

Ondertekening door bestuurders en toezichthouders W.G. Mevr. J. van Ginneken W.G. Mevr. E. Groeneveld W.G. Dhr. A. Theunissen W.G. Dhr. P.A. Trommelen W.G. Dhr. A.C.W. Pijls W.G. Mw. A. Goossensen W.G. C. Hoek pagina 24

5.2 OVERIGE GEGEVENS

5.2 OVERIGE GEGEVENS 5.2.1 Nevenvestigingen heeft haar hoofdvestiging aan de Boy Edgarstraat te Rotterdam. Van daaruit worden de woonlocaties en werkplaatsen van de cliënten in Rotterdam Zevenkamp en in Zevenhuizen beheerd. 5.2.2 Controleverklaring De controleverklaring is opgenomen op de volgende pagina. Pagina 25

Controleverklaring van de onafhankelijke accountant Pagina 26