2 e tussentijdse bestuursrapportage CJG+ de Kempen

Vergelijkbare documenten
1 e tussentijdse bestuursrapportage CJG+ de Kempen

Voor u ligt de eerste managementrapportage (marap) CJG+ de Kempen van het eerste kwartaal van 2015.

Eerste Bestuursrapportage 2016 CJG+ de Kempen Sept 2016, Concept DB SK september

CJG+ TWEEDE KWARTAALRAPPORTAGE

Presentatie hoe werkt de jeugdhulp in de Kempen vanaf 2015 Bijeenkomst Wmo raden op 11 december 2014

December CJG+ Jeugdhulp in de Kempen

Kempen g em eenten. Gemeenteraad. Bladel 23 oktober Geachte heer, mevrouw, Met Samenwerking Kem

Kempische Krachtsessie CJG-partners in de Kempen

Rapportage resultaten van de pilot De bedoeling op 10 in 2017

Raadsinformatiebrief. In deze voortgangsrapportage informeren wij u over:

Voortgang Wmo en Jeugdwet gemeente Buren Vierde kwartaalrapportage 2015

Oplegnotitie verlenging beleidsplan Jeugdhulp

Transformatie Jeugdzorg

Bijlage 3: Duiding financiële risico s nieuw jeugdstelsel en conversie

Proces gespecialiseerde jeugdhulp (ZIN): Toegang door huisartsen jeugdartsen en medisch specialisten

Bijlage 1 - Gegevens monitor Sociaal domein - Gemeente Oirschot Inhoud

Inleiding Hierbij informeren wij u over de belangrijkste resultaten van de volgende onderzoeken:

Er is voldaan aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Stand van zaken experiment persoonsvolgende bekostiging in Zuid-Limburg Effect op inkoop en wachtlijsten

Jeugdhulp in de Regio Gooi en Vechtstreek. Regiopodium, 5 oktober 2017

Monitor aanpak wachtlijsten 2018 Pagina 1 van 7

Instructie cliëntprofielen

Instructie Outcome-indicatoren

Oplegnotitie Verlenging regionale Beleidsplan Jeugdhulp voor de periode

Macroanalyse beleidsinformatie 2015

88% Inwoner enquête (onderzoek)

Pagina 1 van 10. Legenda voortgang. Resultaten Veilig Thuis NHN Datum 1 april 2019

Vragen fractie PVDA Reusel-De Mierden naar aanleiding van Meerjaren beleidskader Jeugdhulp in De Kempen

Stadsteam Welzijn Oudewater. Resultaten 2015

iiiiiiiniiiiiiiiiniiiiiiii D

Presentatie Monitoring. Ontwikkelrichting monitoring en eerste (voorlopige) cijfers

De leden van de raad van de gemeente Groningen te GRONINGEN

Transitie Autoriteit Jeugd

Inkoop Jeugdhulp regio IJsselland. i-sociaal Domein 20 maart 2018

Stand van zaken experiment persoonsvolgende bekostiging in Zuid-Limburg Effect op inkoop en wachtlijsten

Kempenteam voor Jeugdhulp i.o. 2e rapportage 2014 Kempenteam voor Jeugdhulp i.o. Derde kwartaal Periode juli, augustus, september 2014

23 maart Tellen en Vertellen. Regionale conferentie Jeugdhulpregio Haaglanden

Hendrik-Ido-Ambacht. jeugdhulp 9,9% 11,7% 10,3% 10,8% 10,2% 12,3% 10,0% jeugdbescherming 0,9% 1,6% 0,7% 1,1% 1,1% 1,3% 1,2%

Rapportage Jeugdzorg derde kwartaal 2006

MANAGEMENTRAPPORTAGE WMO JEUGD

JJEUGDHULP. Specialistische jeugdhulp in regio Amsterdam-Amstelland en Zaanstreek-Waterland vanaf 2018

INKOMEN Ontwikkeling uitkeringenbestand

Toewijzings- en declaratieprotocol Wmo BOV- en Kempengemeenten voor maatwerkvoorzieningen. begeleiding 18+

Weten wat er verandert in de jeugdhulp in 2015? Deze lijst geeft antwoord op de meest gestelde vragen.

Ervaringen Jeugdhulp. Regio Noordoost Brabant Gemeente Boxtel

Indicatorenset. voor monitoring en verantwoording over de Wmo Werkgroep 2 Ontwikkelen een systematiek. (versie: oktober 2014)

KWARTAALINFORMATIE Jeugdzorg Zuid-Holland e kwartaal versie 13/3/15

JAARRAPPORTAGE 2015 JEUGDHULP NO-BRABANT

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Wat is Jeugdhulp? Kaders, uitgangspunten en inkoop, directeur sociaal domein Informatiebijeenkomst Raad 11 oktober 2017

ADMINISTRATIEVE VRAAGSTUKKEN I N F O R M A T I E D A G I M P L E M E N T A T I E P D C

1. Onderwerp Kwartaalrapportage Jeugdhulp Holland Rijnland Q Rol van het samenwerkingsorgaan Holland Rijnland

Cijfers Jeugd, Wmo en Participatiewet

Inkoopproces jeugdhulp en Wmo Informatiebijeenkomst Hart van Brabant

Bijlage bij BURAP Monitor sociaal domein gemeente Cranendonck

Ontwikkelingen binnen de jeugdhulp

INFORMATIENOTITIE. College van Burgemeester en Wethouders. Informatienotitie ontwikkelingen Wmo-Jeugd budget

Sociaal Domein 2016 in de IJmond

BELEIDSKADER SOCIAAL DOMEIN (NIEUWE WMO EN JEUGDWET)

Raad op zaterdag 30 januari 2016

Tussenrapportage sociaal domein. 1 e helft 2016

Verordening jeugdhulp Utrecht 2015

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juni 2009

Aanvullende TOELICHTING OP HET AANBOD EN DE CONCEPTOVEREENKOMST VOOR HET OVERGANGSREGIME 2015

B&W Vergadering. Voorgesteld besluit Het college heeft kennisgenomen van de evaluatie herindicaties nieuwe taken Wmo 2015.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Beoordelingskader Tijdelijk Fonds Jeugdhulp Holland Rijnland

Outcome in Zicht via CBS. Startpakket

Kwartaal-in-beeld rapportage Q Woerden

Raad op zaterdag Eindhoven 28 januari 2017 Ronde 1 van uur

Decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten

Beoogd effect We voldoen aan de verplichting in de Jeugdwet om een beleidsplan en een verordening vast te stellen.

Betreft: Veranderingen in de jeugdhulp en het overgangsrecht - informatie voor ouders en verzorgers van kinderen in jeugdhulp

Verordeningen Jeugd en Wmo Wmo-raden

Ik krijg ondersteuning bij de opvoeding en zorg voor mijn kind. Wat verandert er in 2015?

Hoe werk je samen voor kind en gezin in 2018? Informatie voor professionals over de transitie specialistische jeugdhulp Versie december 2017

NIEUWSBRIEF CJG+ TRANSITIE JEUGD IN DE KEMPEN: UPDATE VAN NOVEMBER 2014 VOORWOORD. Zoals Loesje het beschrijft: Als de tijd vliegt, vlieg mee.

Bestuursrapportage. Sociaal Domein. 3 de kwartaal 2017

Inkoopstrategie Specialistische Jeugdhulp Regio IJsselland

Kostenniveau zorg in natura (ZIN) 2016 en 2017

Raad op zaterdag 24 september 2016

Kwartaal-in-beeld rapportage Q Bodegraven-Reeuwijk

Economisch hart van de Kempen *R *

UITVOERINGSREGELS. Bij de verordening jeugdhulp SWW. Programma Jeugd SWW. Uitvoeringsregels bij de verordening jeugdhulp SWW. Datum 01 december 2014

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost

Gouda, 11 september Geachte lezer,

Kwartaalrapportage CIZ 2016 Q3 t/m 2017 Q2 Indicatiestelling Wlz

Onderwerp Administratief verlengen persoonsgebonden budgetten tot 1 mei 2016 / Aanleveren budgetten voor 1 november 2015 bij SVB

Handreiking administratieve afspraken jeugdhulp Zeeland, bijlage E van de overeenkomst

Beleidsregels Jeugdhulp gemeente Tytsjerksteradiel 2017

behorend bij: Overeenkomst Jeugdhulp met Verblijf Pleegzorg Overeenkomst Jeugdhulp met Verblijf Residentieel2016-

Aanpak: Gezinscoaching. Beschrijving

Vragen risico-indicatoren Jeugdhulp in het netwerk

Informerend overleg over de transitie Jeugd in Midden-Holland

Voortgangsrapportage PGB derde kwartaal 2016 Peildatum 30 september

Wachttijden. in ggz-instellingen. GGZ Nederland Amersfoort Publicatienummer: juli 2010

Cliëntervaringsonderzoek Wmo en Jeugdwet

WMO-raad Utrechtse Heuvelrug

Enquête onder de vijftien gemeenten in de Leidse regio.

Transcriptie:

2 e tussentijdse bestuursrapportage 2017 CJG+ de Kempen Februari 2018 1

Inhoud 1. Inleiding...3 2. Samenvatting resultaten eerste half jaar...4 2.1. Dichtbij...4 2.2. In Samenhang...4 2.3. Effectief...4 2.4. Uitgaven...5 2.5. Aanbevelingen...5 2.6. Focusgroepen...6 3. Bijlage 1: Beleidsinformatie...7 3.1. Het aantal cliënten dat ondersteund wordt door het CJG+ komt redelijk in balans 7 3.2. Instroom naar CJG+...8 3.3. Inzet specialistische jeugdhulpaanbieders...9 3.4. Meer inzet Zorg in Natura (ZiN) dan persoonsgebonden budget (pgb)... 10 3.5. Zorgstapeling... 10 3.6. Het grootst aantal vragen van CJG+ blijft opvoedondersteuning... 12 4. Bijlage 2: Prestatie indicatoren... 13 4.1. Verhouding CJG+/Specialistische zorg... 13 4.2. Gezinsplan... 13 4.3. Doelrealisatie... 14 4.4. Clienttevredenheid blijft groot... 14 4.5. Opschalingsprincipe... 15 4.6. Inzet specialistische Jeugdhulp (per zorgtype)... 15 4.7. Klachten en bezwaren... 17 4.8. Inzet capaciteit... 18 5. Risicoparagraaf... 20 6. Bijlage 3: Verklarende woordenlijst... 21 2

1. Inleiding De tweede helft van 2017 De Kempengemeenten Bergeijk, Bladel, Eersel en Reusel-De Mierden 1 hebben voor de uitvoering van de jeugdhulp, het Centrum voor Jeugd en Gezin+ de Kempen (CJG+) ingericht. Voor u ligt de tweede bestuursrapportage (berap) 2017 van het CJG+. Deze berap wordt na een portefeuillehoudersoverleg ter vaststelling aangeboden aan het Dagelijks Bestuur van de GRSK. Daarna wordt de informatie verstrekt aan gemeenteraden via bijvoorbeeld een warme overdracht. Sturen en beheersen Twee maal per jaar geven wij, gebaseerd op de door alle gemeenteraden in de Kempengemeenten vastgestelde monitor, inzicht in de behaalde resultaten. De (voortgang van) de uitvoering van het jeugdstelsel staat centraal. In de bestuursrapportage worden kwantitatieve cijfers gecombineerd met kwalitatieve onderzoeken en analyses. De inzet van de teams betreft bedrijfsvoeringskosten. De inzet van specialistische jeugdhulp betreft programmakosten. Beide kostensoorten worden in deze rapportage beschreven. De resultaten worden in de separate jaarrekening opgenomen. Lerend ontwikkelen Naarmate de tijd vordert, worden de gepresenteerde gegevens completer en betrouwbaarder. Analyses worden mogelijk en we krijgen zicht op de effecten van het nieuwe jeugdstelsel, zodat we lerend ontwikkelen en waar nodig tijdig kunnen bijsturen. Maatschappelijke effecten Na afronding van het jaar 2017 worden de maatschappelijke effecten gemeten. Heeft het ingezette beleid geresulteerd in de beoogde effecten? In een separate publicatie wordt hierover geïnformeerd. Met deze berap wordt getracht voldoende monitor informatie te verstrekken. Op deze wijze wordt de gelegenheid geboden om te sturen op onze visie: Jeugdhulp in de Kempen, dichtbij, in samenhang en effectief. Leeswijzer Gerapporteerd wordt aan de hand van de drie kernbegrippen welke de rode draad van het CJG+ vormen: dichtbij, in samenhang en effectief en de financiële gegevens. De relevante achtergrond informatie, inclusief de daarbij behorende toelichting, treft u in de bijlagen. Als u deze rapportage digitaal ontvangt, kunt u eenvoudig naar de bijbehorende tabellen gaan door op de hyperlink te klikken. 1 Kempengemeente Oirschot sluit enkel voor de taken van de backoffice aan bij het CJG+. In de bestuursrapportage worden de gegevens van de gemeente Oirschot buiten beschouwing gelaten. De gemeente Oirschot rapporteert hierover afzonderlijk. 3

2. Samenvatting resultaten eerste half jaar 2.1. Dichtbij 2.2. In Samenhang Het CJG+ streeft ernaar om jeugdigen met een ondersteuningsvraag zo dichtbij mogelijk en zo licht mogelijk te ondersteunen. 768 jeugdige inwoners van de Kempengemeenten (Tabel 1), waren op het eind van het tweede half jaar 2017 geregistreerd als actieve cliënten in ondersteuning bij het Centrum voor Jeugd en Gezin+ (CJG+). Huisartsen, voor veel inwoners van oudsher zeer nabij in de ondersteuning, verwijzen in een vrij stabiel aantal situaties door naar specialistische jeugdhulp (Tabel 5). De medici verwezen 315 keer. Dat is 11 cliënten meer dan in de eerste helft van 2017. Het CJG+ verwees zelf in de tweede helft van 2017, 377 keer door naar specialistische jeugdhulp. In totaal werden 815 beschikkingen verstrekt. Het CJG+ zoekt de samenhang onder andere in het samenwerken met de aandachtsgebieden. Een goed voorbeeld hiervan is de samenwerking met huisartsen. In 2017 werden twee instrumenten aangeschaft om de samenwerking te verbeteren: Zorgmail en Zorgdomein. Met het laatste systeem kan een huisarts rechtstreeks naar het CJG+ verwijzen via hun eigen systeem. In 2017 werd een aanvang gemaakt met een proeftuinontwikkeling specifiek met huisartsen. Zowel met het voortgezet onderwijs als ook met basisscholen, verenigingen, loketten en met de politie vindt veelvuldig overleg, afstemming en evaluatie plaats. Hier gaat een preventieve werking van uit. Dit moet er op den duur toe leiden dat er minder (specialistische) jeugdhulp nodig is. Samenwerking met de aandachtsgebieden doet een beroep op de formatie. De formatie van CJG+ is in het eerste half jaar van 2017 niet volledig ingevuld door de hoofdaannemer waardoor wachttijden ontstonden. In de tweede helft van 2017 is hierdoor extra menskracht ingezet om de grote werkvoorraad te verkleinen. 2.3. Effectief Om effectief te kunnen werken, dient de formatie op orde te zijn. Dit bleek in de eerste helft van 2017 een zware taak voor de hoofdaannemer hetgeen een weerslag heeft op diverse onderdelen van CJG+. Onderbezetting betekent wachttijden, werkdruk, klachtgevoeligheid en mogelijk minder preventie en meer inzet van specialisten. Het is belangrijk om zicht te houden op de doorstroming in het CJG+. Als de uitstroom (afsluiten van ondersteuning) (lang) achterblijft bij de instroom in de teams, heeft dit invloed op de wachtlijst en de flexibele schil. Ook in de tweede helft van 2017 heeft dit invloed gehad op de effectiviteit. 4

Behalve door het CJG+ kunnen jeugdigen geholpen worden door specialistische jeugdhulpaanbieders. Het CJG+, maar ook de medici (waaronder huisartsen), kunnen verwijzen naar deze gecontracteerde specialistische jeugdhulpaanbieders 2. Er is in 2017 (nog) geen totale daling te zien van het totaal aantal beschikkingen 3 (tabel 5). In sommige gemeenten is sprake van een lichte daling. Het KTJ gaf minder beschikkingen af ten opzichte van het vorige jaar. Het CJG+ wil als regisseur zo veel mogelijk zorgstapeling 4 voorkomen waar mogelijk. Wij zien in alle Kempengemeenten een daling van het aantal zorgstapelingen. Een kwalitatieve evaluatie van de ingezette jeugdhulp heeft een goede score opgeleverd; de klanttevredenheid werd zowel door ouders als jeugdigen met scores tussen 7-9 beoordeeld. Ook de trainingen van CJG+ voorzien in grote mate van tevredenheid (figuur 3). Eind 2017 was één klacht nog in behandeling. Het totaal aantal (informele) klachten die afgevangen zijn zonder dat een formeel proces ingezet diende te worden is toegenomen. Er is in 2017 in totaal tweemaal een bezwaar ontvangen hetgeen met een herziene beschikking is afgehandeld (Tabel 13). Helaas was ook driemaal sprake van een geweldsincident waarbij in totaal vier jeugd- en gezinswerkers van het CJG+ betrokken waren. 2.4. Uitgaven De individuele Kempengemeenten zijn kwetsbaar voor wat betreft de programmakosten. Een relatief kleine wijziging in het aantal jeugdigen met een specialistisch traject met verblijf kan verstrekkende financiële gevolgen hebben. Versterking vanuit de teams (bedrijfsvoeringskosten) en de sociale omgeving van jeugdigen is een belangrijke factor waarmee de programmakosten in een gunstig opzicht te beïnvloeden zijn. De (financiële) risicoparagraaf wordt in hoofdstuk 5 beschreven. 2.5. Aanbevelingen Het CJG+ heeft als rode draad in de visie opgenomen dichtbij, effectief en in samenhang te willen zijn. Het CJG+ heeft een contract voor de bemensing van de teams met een hoofdaannemer tot 2020. De teams hebben te maken met onderbezetting door te late levering van de benodigde formatie. Dit heeft een weerslag op diverse onderdelen van de werking van het CJG+ zoals wachttijden, tevredenheid, inzet specialisten en doorlooptijden. Het verdient aanbeveling deze ervaringen mee te nemen in de oriëntatie op een vervolg van de bemensing van de teams wanneer het contract met de hoofdaannemer afloopt. De aanbeveling om blijvend te investeren op de aandachtsgebieden vergt formatie maar deze investering is duurzaam en werkt preventief. Huisartsen zijn daarbij een voorname partij evenals het onderwijs. 2 Voor alle gespecialiseerde jeugdhulp wordt een beschikking naar het gezin verstuurd 3 Aan de hand van een beschikking wordt een opdracht aan een jeugdhulpaanbieder (niet zijnde CJG+) gegeven om specialistische jeugdhulp uit te voeren 4 Het ontvangen van meerdere ondersteuningsvormen buiten het CJG+ door één cliënt 5

- 2.6. Focusgroepen Beleidsinformatie uit deze bestuursrapportage kan geduid worden in focusgroepen. In deze groepen die incidenteel worden samengesteld, wordt gereflecteerd op de informatie uit de bestuursrapportage. Is de informatie te duiden vanuit de praktijk? Voor Reusel-De Mierden is een focusgroep georganiseerd met het thema depressieve gedachten in relatie tot suïcide(poging) geselecteerd waarbij signalering en preventie centraal staat en het vergelijk tussen data sets van GGD en CJG+. De algemene conclusie en aanbeveling wordt hieronder verwoord. Algemene bevindingen Gedurende de avond zijn een aantal onderwerpen op verschillende momenten teruggekomen: Gedachten aan of pogingen tot suïcide verschillen enorm in ernst. De prevalentie lijkt niet veel veranderd te zijn de laatste jaren, maar kan wel in hozen voorkomen. Een negatief zelfbeeld, pesten/discriminatie en depressiviteit worden het vaakst aangemerkt als onderliggende problemen. Preventie zou zich vooral moeten toespitsen op het signaleren van suïcidale gedachten/pogingen. Hulpverleners en andere professionals die werken met jongeren moeten dit bespreekbaar kunnen maken met jongeren. Bij een acute situatie moet er altijd een professional worden betrokken. Het ontmoeten van elkaar is een grote meerwaarde van dit soort bijeenkomsten. Aanbevelingen: Het belang van aandacht voor (gedachten aan) suïcide wordt breed gedragen. Op het gebied van preventie gebeurt er landelijk en regionaal op dit moment voldoende. Er moet meer aandacht besteed worden aan de onderliggende problematieken. Het is van groot belang dat professionals die betrokken zijn bij jongeren de juiste vragen durven te stellen. Je kunt bijvoorbeeld een standaardvraag aan je anamnese toevoegen. Vraag door bij twijfel en schakel de juiste instanties in als daar aanwijzingen voor zijn. 6

3. Bijlage 1: Beleidsinformatie 3.1. Het aantal cliënten dat ondersteund wordt door het CJG+ komt redelijk in balans Kwartaal jaar LOT Bergeijk LOT Bladel LOT Eersel LOT Reusel- De Mierden Kempenteam 1e kwartaal 2015 124 125 112 80 92 533 2e kwartaal 2015 131 131 95 84 107 565 3e kwartaal 2015 129 168 149 92 135 703 4e kwartaal 2015 130 211 193 110 182 826 1e kwartaal 2016 141 221 151 130 247 890 2e kwartaal 2016 109 159 132 87 190 677 3e kwartaal 2016 126 197 131 88 175 717 4e kwartaal 2016 149 206 120 94 139 732 1e kwartaal 2017 152 229 146 113 160 800 2e kwartaal 2017 126 207 140 98 197 768 3 e kwartaal 2017 142 213 158 112 170 795 4 e kwartaal 2017 140 195 150 97 178 760 vierde kwartaal t.o.v. -2-18 -8-15 +8-35 derde kwartaal 2017 vierde kwartaal 2017 ten opzichte van vierde kwartaal 2016-9 -11 +30 +3 +39 +28 Tabel 1: Aantal cliënten die ondersteuning krijgen door CJG+, per kwartaal in 2015 en 2016 en 2017 Totaal Kwartaal- jaar Bergeijk Bladel Eersel Reusel- Totaal KTJ De Mierden 1e kwartaal 2015 16 24 19 17 92 2e kwartaal 2015 23 26 27 16 107 3e kwartaal 2015 41 32 35 27 135 4e kwartaal 2015 52 38 56 36 182 1e kwartaal 2016 61 49 67 38 247 2e kwartaal 2016 45 61 56 28 190 3 e kwartaal 2016 44 50 56 25 175 4 e kwartaal 2016 37 34 48 20 139 1e kwartaal 2017 48 36 55 21 160 2e kwartaal 2017 70 36 58 29 193 3 e kwartaal 2017 54 37 52 27 170 4 e kwartaal 2017 54 42 51 31 178 vierde kwartaal t.o.v. derde +/- 0 +5-1 +4 +8 kwartaal 2017 vierde kwartaal 2017 ten opzichte van vierde kwartaal 2016 +17 +8 +3 +11 +39 Tabel 2: Specificatie cliënten Kempenteam voor Jeugdhulp (KTJ) per gemeente, per kwartaal 2015, 2016, 2017 Kwartaal- jaar LOT Bergeijk LOT Bladel LOT Eersel LOT Reusel- De Mierden Kempenteam 1e kwartaal 2015 15 23 6 11 2 57 2e kwartaal 2015 - - - - - - 3e kwartaal 2015 40 25 36 22 7 130 4e kwartaal 2015 19 8 7 2 2 38 1e kwartaal 2016 16 10 43 5 12 86 2e kwartaal 2016 33 59 28 49 75 202 3e kwartaal 2016 10 17 12 23 11 73 4e kwartaal 2016 21 29 22 11 26 109 1 e kwartaal 2017 14 26 13 7 25 85 2 e kwartaal 2017 26 24 29 17 36 132 3 e kwartaal 2017 23 21 17 9 16 86 4 e kwartaal 2017 13 32 21 19 23 108 Tabel 3: Aantal afgesloten trajecten/afsluitingen per kwartaal 2015, 2016, 2017 Totaal 7

De jeugdigen en hun gezinnen noemen we cliënten. Elke jeugdige met een ondersteuningsvraag is een afzonderlijke cliënt. Deze worden door een jeugd- en gezinswerker van CJG+ ondersteund. Het totaal aantal cliënten is vrij stabiel. Het aantal cliënten wat afgesloten wordt is over het algemeen kleiner dan het aantal cliënten wat toetreedt tot het CJG+: 1.1 Figuur 1: Het aantal nieuwe en beëindigde cliënten fluctueert per maand, er worden iets minder zaken afgesloten dan er nieuwe aanwas is. 3.2. Instroom naar CJG+ Aanmeldingen CJG+ Bergeijk Bladel Eersel Reusel- CJG+ De Mierden Familie of Cliënt zelf 66,9% 57,1% 63,9% 57,7% 61,9% Onderwijs 4,2% 5,6% 11,6% 7,4% 6,8% Gecertificeerde Instelling GI 2,1% 3,4% 7,7% 14,8% 6,3% Veilig thuis 7,1% 10,7% 3,9% 1,3% 6,1% Zorgaanbieder 8,8% 1,1% 3,9% 3,4% 4,7% Opschaling vanuit LOT 5,9% 5,6% 2,6% 2,0% 4,3% Huisarts 2,1% 2,8% 1,3% 8,1% 3,3% Samenwerkingspartner 2,9% 3,4% 1,9% 3,4% 2,9% Ander generalistenteam 0,0% 6,8% 0,0% 0,7% 1,8% Loketten 0,0% 2,8% 1,3% 0,7% 1,1% Politie 0,0% 0,0% 1,9% 0,0% 0,4% Afschaling KTJ 0,0% 0,6% 0,0% 0,0% 0,1% RvdK 0,0% 0,0% 0,0% 0,7% 0,1% Eindtotaal 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% 100,0% Tabel 4: Instroom naar het CJG+ LOT en KTJ (gesorteerd van groot naar klein in de Kempen) (%) in de tweede helft van 2017 8

De verbinding van het CJG+ met de aandachtsgebieden, de partijen waar jeugdigen en hun gezinnen in het dagelijks leven mee te maken (kunnen) hebben, is belangrijk. We noemen de betrokken partijen van het CJG+, de aandachtsgebieden. Dit betreft: het onderwijs, opvang en werk; vrije tijd, buurt en verenigingen; veiligheid, politie, Halt; medisch; (huis)artsen en andere medici zoals ook consultatiebureau; de diverse loketten zoals van de Wmo of het vluchtelingenwerk/vluchtelingenhulp. De instroom vanuit de diverse aandachtsgebieden en andere samenwerkingspartners is in tabel 4 zichtbaar gemaakt. Het inzicht in deze tabel geeft aanwijzingen hoe gestuurd kan worden op de visie om dichtbij, in samenhang en effectief jeugdhulp aan te bieden in de Kempen. Politie meldt in bijna alle gevallen bij Veilig Thuis (en Veilig Thuis bij CJG+) zodat de aanmeldingen direct door politie logisch klein in aantal is. In Reusel-De Mierden verwijzen huisartsen het meest van alle Kempengemeenten door naar CJG+. 3.3. Inzet specialistische jeugdhulpaanbieders Bergeijk Bladel Eersel Reusel- De Mierden Periode Beschikki ngen door LOT CJG+ Beschikking en door KTJ Tabel 5: Inzet specialisten per half jaar (niet cumulatief) ZiN + Pgb Totaal CJG+ Huisarts/ medici Beschikkingen door medici Beschik kingen voor EED Overig Beschikki ngen door GI overig Totaal aantal afgegeven beschikkingen per gemeente 1 e half jaar 2015 5 - - 27 69 29 125 2 e half jaar 2015 - - 36 61 37 134 1e half jaar 2016 66 27 93 60 153 2 e half jaar 2016 46 42 88 80 27 8 205 1 e half jaar 2017 68 27 95 73 6 3 6 183 2 e half jaar 2017 69 41 110 88 18 12 7 235 1 e half jaar 2015 - - 30 54 4 88 2 e half jaar 2015 - - 53 54-16 91 1 e half jaar 2016 92 30 127 39 166 2 e half jaar 2016 89 35 124 80 27 7 238 1 e half jaar 2017 96 32 128 105 15 1 6 255 2 e half jaar 2017 93 17 110 102 21 11 244 1 e half jaar 2015 - - 30 69 4 103 2 e half jaar 2015 - - 55 64 35 154 1 e half jaar 2016 72 25 97 73 170 2 e half jaar 2016 37 46 83 86 18 9 197 1 e half jaar 2017 79 10 89 95 10 5 6 206 2 e half jaar 2017 54 24 78 81 11 6 6 182 1 e half jaar 2015 - - 27 16 18 61 2 e half jaar 2015 - - 35 24 27 86 1 e half jaar 2016 29 20 49 10 59 2 e half jaar 2016 35 22 57 36 22 4 119 1 e half jaar 2017 47 14 61 28 10 5 4 108 2 e half jaar 2017 61 18 79 44 10 12 9 154 5 In 2015 was dit aantal nog niet te herleiden per team. 9

Tabel 5 geeft per half jaar inzicht in het aantal keer dat specialistische jeugdhulp werd ingezet door ofwel CJG+, ofwel medici. De hiermee gepaard gaande kosten worden (gemeentelijke) programmakosten genoemd. Als specialistische jeugdhulp wordt ingezet, wordt een beschikking afgegeven. Er zijn het tweede half jaar van 2017 in totaal 815 beschikkingen voor specialistische jeugdhulp afgegeven. Dit werd gezamenlijk gedaan door medici, gecertificeerde instellingen en CJG+. Ook behoren de beschikkingen voor Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) hiertoe. Medici waaronder huisartsen, hebben in het tweede half jaar 315 beschikkingen verstrekt. Met een verschil van 14 met het half jaar daarvoor is dit vrij stabiel. Welke consequentie de totale inzet van specialisten heeft voor de programmakosten is niet te herleiden uit het aantal beschikkingen. Het onderscheid tussen Zorg In Natura mét en zonder verblijf is uit de tabel niet af te leiden (zie paragraaf 4.6). De zwaarte van de ingezette trajecten (en daarmee de kosten) is niet te herleiden vanuit tabel 5. 3.4. Meer inzet Zorg in Natura (ZiN) dan persoonsgebonden budget (pgb) Bergeijk Bladel Eersel Reusel-De Mierden Afgegeven Beschikking en ZiN Afgegeven Beschikking en pgb Afgegeven Beschikking en ZiN Afgegeven Beschikking en pgb Afgegeven Beschikking en ZiN Afgegeven Beschikking en pgb Afgegeven Beschikking en ZiN Afgegeven Beschikking en pgb 1 e half jaar 2015 125 3 88 12 103 8 58 3 2 e half jaar 2015 134 5 91 11 154 11 86 2 1 e half jaar 2016 153 2 166 0 170 1 59 0 2 e half jaar 2016 195 10 224 14 185 12 115 4 1 e half jaar 2017 172 11 242 13 193 13 100 8 2 e half jaar 2017 223 12 239 5 174 8 145 9 Tabel 6: Aantal beschikkingen ZiN & pgb (per half jaar, niet cumulatief) In tabel 6 zijn alle nieuw afgegeven beschikkingen voor persoonsgebonden budget (pgb) en Zorg in Natura (ZiN) weergegeven, per half jaar. Er wordt aanzienlijk meer Zorg in Natura ingezet dan pgb. 3.5. Zorgstapeling Bergeijk Bladel Aantal lopende specialistische ondersteuningsvormen per cliënt (%) 1 2 3 4 (of meer) 1 e half jaar 2015 56% 27% 8% 9% 2 e half jaar 2015 65% 24% 6% 5% 1 e half jaar 2016 62% 26% 8% 4% 2 e half jaar 2016 76% 15% 8% 3% 1 e half jaar 2017 76% 17% 4% 3% 2 e half jaar 2017 80% 17% 2% 2% 1 e half jaar 2015 64% 20% 10% 7% 2 e half jaar 2015 62% 25% 9% 5% 1 e half jaar 2016 64% 26% 8% 3% 2 e half jaar 2016 76% 15% 5% 4% 1 e half jaar 2017 70% 19% 4% 7% 10

2 e half jaar 2017 79% 17% 3% 2% 1 e half jaar 2015 59% 28% 9% 5% 2 e half jaar 2015 61% 29% 7% 4% Eersel 1 e half jaar 2016 68% 20% 8% 5% 2 e half jaar 2016 80% 14% 4% 3% 1 e half jaar 2017 72% 18% 4% 6% 2 e half jaar 2017 87% 11% 2% 1% 1 e half jaar 2015 85% 12% 3% 0% 2 e half jaar 2015 78% 18% 4% 1% Reusel-De Mierden 1 e half jaar 2016 56% 23% 14% 8% 2 e half jaar 2016 78% 15% 7% 1% 1 e half jaar 2017 74% 18% 5% 2% 2 e half jaar 2017 78% 18% 5% 0% Tabel 7: Percentage cliënten met 1,2,3 of 4 verwijzingen naar specialistische ondersteuning (excl. Vervoer) per half jaar in 2015, 2016, 2017. Tabel 7 laat zien dat in iedere gemeente cliënten voorkomen met twee, drie of vier verwijzingen naar specialistische ondersteuning. We noemen dit zorgstapeling. Er wordt een afname geconstateerd van het aantal verwijzingen van meer dan twee (gelijktijdig)voor een individuele cliënt. Op 31-12-2017 werden 760 cliënten ondersteund door het CJG+. Op dat moment werd 57% van de cliënten enkel door het CJG+ ondersteund zonder extra inzet van een specialist. Alle overige beschikkingen komen van medici of door bijvoorbeeld de rechter. Ter illustratie treft u onderstaand figuur 2 aan. Figuur 2: Visualisatie van het aantal beschikkingen en het aantal cliënten in ondersteuning 11

3.6. Het grootst aantal vragen van CJG+ blijft opvoedondersteuning Tabel 8: Aard van de ondersteuningsvragen tot en met de tweede helft van 2017 (aflopend in frequentie) Het CJG+ wordt onveranderd het meest ingezet bij opvoedondersteuning. In de top wijzigt de problematiek nauwelijks. Wel is er een kleine toename van ontwikkelingsproblematiek (LVG bijvoorbeeld). Dat kan een relatie hebben met de toename van cliënten die eerder een beroep deden op de Wet Langdurige Zorg. Binnen de teams is de expertise aanwezig om aan te sluiten op de aard van de hoofdproblematieken die voorkomen. Hier zijn de professionals specifiek op geselecteerd en geschoold. 12

4. Bijlage 2: Prestatie indicatoren 4.1. Verhouding CJG+/Specialistische zorg Aantal jeugdig en totaal 6 Bergeijk Bladel Eersel Reusel-De Mierden % bij CJG+ % in speciali stisch traject Aantal jeugdig en totaal % bij CJG+ % in speciali stisch traject Aantal jeugdig en totaal % bij CJG+ % in speciali stisch traject Aantal jeugdig en totaal % bij CJG+ % in speciali stisch traject 4 e kwartaal 2015 4112 4% 5% 4490 6% 5% 3990 6% 6% 2829 5% 5% 1 e kwartaal 2016 4041 5% 6% 4466 6% 5% 3981 5% 7% 2821 6% 5% 2 e kwartaal 2016 4041 3% 6% 4466 5% 5% 3981 4% 7% 2821 4% 4% 3 e kwartaal 2016 4041 4% 6% 4466 6% 6% 3981 5% 7% 2821 4% 5% 4 e kwartaal 2016 4041 5% 6% 4466 6% 5% 3981 4% 6% 2821 4% 5% 1 e kwartaal 2017 3999 6% 5% 4437 6% 5% 3949 6% 5% 2837 6% 4% 2 e kwartaal 2017 3999 6% 5% 4437 6% 6% 3949 6% 5% 2837 6% 4% 3 e kwartaal 2017 3999 5% 7% 4437 7% 7% 3949 6% 7% 2837 6% 6% 4 e kwartaal 2017 3999 6% 6% 4437 6% 7% 3949 6% 6% 2837 5% 6% Tabel 9: percentage jeugdigen per Kempengemeenten met Jeugdhulp (ondersteuning CJG+ dan wel specialistisch), per kwartaal. Uit Tabel 9 is op te maken dat 2015, 2016 en 2017 nagenoeg hetzelfde patroon geeft voor het beroep wat gedaan werd op zowel CJG+ als ook op specialistische inzet. Landelijk is het beeld dat 1 op de 10 jongeren gebruik maakt van specialistische jeugdhulp 7 in de vorm van Zorg in Natura (ZiN) of pgb. In de Kempengemeenten ligt dat met 6% een stuk lager. 4.2. Gezinsplan De werkwijze rondom gezinsplannen blijft ongewijzigd ten opzichte van voorgaande jaren. Ook de accountant heeft de gezinsplannen in de controles 2017 als voldoende gemarkeerd. De eerste helft van 2017 stond in het teken van een kwaliteitsverbetering op de gezinsplannen waarna implementatie en herhaling van monitoring op gezinsplannen plaats vindt. Eind 2017 stond in een externe audit de gezinsplannen centraal. Hiervan zijn de resultaten nog niet bekend. 6 Bron: Statline.cbs.nl, jongeren tot en met 20 jaar (per 1 januari van het jaar) 7 https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2016/17/een-op-de-tien-jongeren-krijgt-jeugdhulp 13

4.3. Doelrealisatie Bergeijk Bladel Eersel RDM + - overig + - overig + - overig + - overig 8 1 e half jaar 2015 81% 19% 1 55% 45% 1 81% 19% 1 87% 14% 0 2 e half jaar 2015 87% 14% 0 93% 7% 0 80% 20% 6 92% 9% 0 1 e half jaar 2016 88% 12% 1 80% 20% 0 93% 7% 4 75% 25% 0 2 e half jaar 2016 94% 6% 11 97% 3% 7 100% 0% 9 95% 5% 6 1 e half jaar 2017 93% 7% 5 98% 2% 17 100% 0% 5 100% 0% 3 2 e half jaar 2017 100% 0% 3 90% 10% 1 100% 0% 4 100% 0% 0 Tabel 10: Doelrealisatie CJG+ per gemeente (bij einde zorg) in procenten(%). (Norm = 80%) Bij het beëindigen van een traject wordt de reden door de Jeugd- en Gezinswerker van CJG+ weergegeven. Dit noemen we doelrealisatie. In tabel 10 is te zien hoe de doelrealisatie bij einde ondersteuning is gewaardeerd per half jaar. Dit zijn doelen behaald door inzet van en coördinatie door CJG+. 4.4. Clienttevredenheid blijft groot 1.1 Figuur 3: cliënt tevredenheid; tweede half jaar 2017 op de schaal van 1-10 (meer dan 150 respondenten) 8 Overig: het aantal trajecten waarbij de begeleiding is beëindigd door een oorzaak die buiten de invloed van het CJG+ ligt. Bi jvoorbeeld een verhuizing, of het bereiken van de 18 jarige leeftijd. 14

Het gemiddelde cijfer voor de tevredenheid is voor alle onderdelen goed. De gemiddelden liggen tussen de 7 en 8 voor CJG+ gemeten door ouders, jeugdigen zelf scoren tussen de 7 en de 9 gemiddeld. De omvang van de respons betrof in het tweede half jaar ongeveer 150 gezinnen. De trainingen die CJG+ aanbiedt worden unaniem met een hoge waardering beoordeeld. 4.5. Opschalingsprincipe Bergeijk Bladel Eersel Reusel-De Mierden CJG+ 1 e half jaar 2015 9 2 4 3 18 2 e half jaar 2015 9 5 5 1 20 1 e half jaar 2016 LOT > 13 30 29 2 74 2 e half jaar 2016 KTJ 9 10 5 5 1 21 1 e half jaar 2017 14 0 8 2 24 2 e half jaar 2017 25 6 13 1 45 Bergeijk Bladel Eersel Reusel-De Mierden CJG+ 1 e half jaar 2015 0 4 0 0 7 2 e half jaar 2015 1 0 1 0 2 1 e half jaar 2016 KTJ > 3 0 0 0 3 2 e half jaar 2016 LOT 10 3 2 5 1 11 1 e half jaar 2017 0 5 4 6 15 2 e half jaar 2017 6 4 8 4 22 Tabel 11: Aantal op- en afschalingen per gemeente Binnen het CJG+ zijn afspraken gemaakt, wanneer een jeugdige door een jeugd- en gezinswerker van een LOT, óf van het KTJ, ondersteund wordt. Een gezin kan bijvoorbeeld een ontwikkeling doormaken, waardoor opschaling vanuit het LOT naar het KTJ plaats moet vinden. Of andersom. Als opschaling of afschaling plaatsvindt, is dit voorzien van een warme overdracht; het gezinsplan staat centraal. Het is belangrijk dat het juiste team ingezet wordt vanwege de specialisaties. In het tweede half jaar van 2017 is beduidend meer op- en afgeschaald. De gedragswetenschapper heeft hierin adviserend een grote rol gehad. In de tweede helft van 2017 is een nieuwe gedragswetenschapper aangetreden voor CJG+. 4.6. Inzet specialistische Jeugdhulp (per zorgtype) Periode Bergeijk Bladel Eersel Reusel-De Mierden Kempen Zonder verblijf 84% 87% 88% 83% 85% 1 e kwartaal 2016 Met verblijf 9% 9% 8% 12% 9% EED 8% 4% 4% 5% 5% 2 e Zonder verblijf 82% 85% 87% 80% 84% kwartaal 2016 Met verblijf 10% 10% 8% 11% 9% 9 Er is sprake van opschaling als een cliënt van het LOT aan het KTJ (Kempenteam) wordt overgedragen. 10 Er is sprake van afschaling als een cliënt van het KTJ aan het LOT wordt overgedragen. 15

EED 8% 5% 5% 9% 6% Zonder verblijf 73% 69% 77% 69% 72% 3 e kwartaal 2016 Met verblijf 11% 11% 9% 9% 10% EED 16% 20% 14% 23% 18% Zonder verblijf 81% 84% 82% 77% 82% 4 e kwartaal 2016 Met verblijf 8% 11% 12% 11% 10% EED 11% 5% 6% 13% 8% Zonder verblijf 89% 88% 88% 79% 87% 1 e kwartaal 2017 Met verblijf 11% 10% 12% 11% 11% EED 0% 2% 0% 11% 2% Zonder verblijf 82% 82% 80% 77% 81% 2 e kwartaal 2017 Met verblijf 12% 8% 8% 11% 9% EED 7% 10% 11% 11% 10% Zonder verblijf 86% 85% 88% 84% 85% 3 e kwartaal 2017 Met verblijf 9% 8% 6% 9% 8% EED 5% 7% 6% 8% 6% Zonder verblijf 78% 79% 90% 81% 81% 4 e kwartaal 2017 Met verblijf 11% 9% 4% 13% 9% EED 11% 11% 6% 6% 9% Tabel 12: Specialistische jeugdhulp (per zorgtype) beschikt per kwartaal uitgedrukt in percentages van alle nieuwe specialistische jeugdhulp. 60% 50% 40% Bergeijk Bladel Eersel Reusel-De Mierden 30% 20% 10% 0% Behandeli ng zonder verblijf Jeugdhulp Ondersteu ning zelfstandig leven DBC EED Ondersteu ning veilig wonen jeugd Vervoer pleegzorg Behandeli ng zonder verblijf Kindergen eeskunde Landelijk Ondersteu ning veilig wonen jeugd - crisis Bergeijk 48% 19% 7% 8% 6% 4% 3% 3% 2% 1% Bladel 47% 26% 6% 9% 8% 1% 0% 2% 0% 0% Eersel 56% 18% 9% 6% 3% 4% 1% 0% 1% 1% Reusel-De Mierden 41% 24% 12% 7% 6% 6% 3% 0% 0% 1% 1.2 Figuur 4 - Inzet specialistische zorg (in natura) tweede half jaar 2017 (nieuwe indicaties) Een belangrijk onderscheid wordt gemaakt tussen jeugdhulp zonder verblijf in een jeugdhulpinstelling en jeugdhulp met verblijf in een jeugdhulpinstelling (of bijvoorbeeld pleegzorg/gezinshuis). Ernstige Enkelvoudige Dyslexie (EED) vormt een specifieke categorie (zonder verblijf). Specifiek omdat deze vorm van Jeugdhulp niet door CJG+ zelf te ondersteunen (of te voorkomen) valt. De categorie jongeren in de Kempen dat buiten de thuissituatie Jeugdhulp ontvangt in een verblijfssituatie blijft nagenoeg hetzelfde rond 9%. 16

4.7. Klachten en bezwaren Kempengemeente Gericht tegen Status 2017 Januari Reusel-De Mierden Bezwaar pgb Herziene beschikking Januari Eersel Klacht over proces In minnelijk proces afgerond Februari Bladel incident Aangifte gedaan bij Politie Maart Reusel-De Mierden Bezwaar pgb Herziene beschikking April Bladel 6x Klacht over proces In minnelijk proces afgerond, klacht niet doorgezet April Reusel-De Mierden 3x Klacht over proces In minnelijk proces afgerond, klacht niet doorgezet Mei Bergeijk 14x Klacht m.n. over proces, wachttijden In minnelijk proces afgerond, klacht niet doorgezet Mei Eersel 6x Klacht m.n. over In minnelijk proces afgerond, proces, wachttijden Juni Bladel Klacht over een Jeugd- en gezinswerker juli Bergeijk 1x, Eersel 2x Klacht over wachttijd Klacht over jeugden gezinswerker Klacht over ingezette zorg augustus Bladel 4x Wachttijd 2x klacht over jeugd- en gezinswerker 1x ingezette jeugdhulp september 1x Eersel, 2x Bergeijk, 1 x Bladel, 1x Dubai Wachttijd 2x klacht over jeugd- en gezinswerker 1x ingezette jeugdhulp oktober Bladel, Eersel, 2x Bergeijk, 3x onbegrip ingezette zorg (waarom geen bekostiging van bepaalde zorg). 1x klacht over jeugden gezinswerker november 3x Eersel, 1x Bergeijk, 1x Bladel 1x wachttijd, 1x pgb, 1x klacht over jeugd- en gezinswerker, 1x klacht over ingezette hulp december 1x Reusel-De Mierden Klacht over ingezette jeugdhulp Tabel 13: overzicht ontvangen klachten en bezwaren in 2017, per Kempengemeente klacht niet doorgezet In minnelijk proces afgerond, klacht niet doorgezet In minnelijk proces afgerond, klacht niet doorgezet In minnelijk proces afgerond, klacht niet doorgezet In minnelijk proces afgerond, klacht niet doorgezet. 1x loopt nog In minnelijk proces afgerond, klacht niet doorgezet In minnelijk proces afgerond, klacht niet doorgezet In minnelijk proces afgerond, klacht niet doorgezet 17

Er is in de eerste helft van 2017 tweemaal een bezwaar ontvangen van dezelfde bezwaarmaker. Dit is in een minnelijk proces en herziene beschikkingen afgerond. In februari vond een incident plaats waarbij een inwoner fysiek geweld heeft gebruikt richting twee jeugd- en gezinswerkers. Het agressieprotocol is toegepast, aangifte bij politie is gedaan. In de zomer van 2017 vond nog tweemaal een geweldsincident plaats waarbij sprak was van verbale agressie en bedreiging. Alle klachten 2017 zijn in het minnelijke proces afgehandeld waarmee een formele klacht voorkomen is. Deze klachten zijn veelal gerelateerd aan het feit dat er binnen CJG+ wachttijden zijn ontstaan door grote toestroom en lengte van ondersteuning die nodig is, in relatie tot de verlate toelevering van extra dan wel vervangende formatie door de hoofdaannemer. Daarnaast is er ook meerdere malen een klacht geuit over de niet- of juist wel ingezette jeugdhulp. Door klager te informeren over de werkwijze, Jeugdwet en (on)mogelijkheden is begrip ontstaan. Ook wordt er geklaagd over de jeugd- en gezinswerker. Het komt voor dat een jeugd- en gezinswerker geen match heeft met het gezin. Ook komt het voor dat er voor gezinnen in een stressvolle situatie een jeugd- en gezinswerker een lastige positie heeft waardoor de klachtgevoeligheid groot is. 4.8. Inzet capaciteit LOT Bergeijk LOT Bladel LOT Eersel LOT Reusel- De Mierden LOT Totaal Kempenteam voor Jeugdhulp Totaal tov norm 11 Norm 2,8 3,6 3,5 2,1 12 6,24 18,24 jan-16 +0,4 +0,5 +1,6 +1,0 +3,5 +1,4 +4,9 feb-16 +0,7 +0,5 +0,3 +1,0 +2,6 +1,4 +4,0 mrt-16 +0,9 +0,9 +0,8 +1,0 +3,6 +1,4 +5,0 apr-16 1.3 +1,6 +0,9 +1,4 +5,3 +1,5 +6,8 mei-16 +1,5 +1,6 +0,3 +1,5 +4,9 +1,7 +6,7 jun-16 +2,2 +1,6 +0,5 +1,7 +5,9 +1,7 +7,6 jul-16 +2,0 +1,6 +0,5 +1,4 +5,6 +1,6 +7,2 aug-16 +1,1 +1,6 +0,5 +1,4 +4,7 +1,2 +5,9 sep-16 +0,8 +1,6 +0,5 +1,2 +4,2 +1,2 +5,3 okt-16 +0,7 +1,6 +1,1 +1,1 +4,5 +1,1 +5,5 nov-16 +0,2 +1,6 +1,7 +1,4 +5,0 +0,8 +5,8 dec-16 +0,2 +1,6 +1,7 +1,4 +5,0 +0,8 +5,8 jan-17 +0,5 +1,1 +1,1 +2,0 +4,7 +0,7 +5,4 feb-17 +0,5 +1,1 +1,2 +2,0 +4,8 +0,7 +5,5 mrt-17 +0,5 +1,1 +1,5 +2,0 +5,1 +0,3 +5,3 apr-17-0,1 +1,5 +1,8 +2,0 +5,2-0,1 +5,1 mei-17 +0,3 +1,5 +1,8 +2,0 +5,6 +0,2 +5,8 jun-17 +0,5 +0,5 +1,2 +1,8 +3,9 +1,2 +5,1 jul-17 +2,3 +1,0 +1,9 +1,2 +6,4-0,1 +6,4 aug-17 +2,7 +1,0 +1,1 +1,2 +6,0-0,1 +5,9 sep-17 +2,3 +0,9 +1,4 +1,1 +5,7 +0,0 +5,7 okt-17 +1,7 +1,3 +1,8 +1,4 +6,3 +0,9 +7,2 nov-17 +1,8 +1,5 +2,5 +1,6 +7,4 +1,4 +8,8 dec-17 +2,0 +0,9 +1,6 +1,5 +6,0 +0,9 +6,5 Tabel 14: Inzet capaciteit ten opzichte van de norm (positief = overschrijding Fte t.o.v. de norm) 11 Met hoofdaannemer Combinatie Jeugdzorg is een bepaald aantal fte afgesproken 18

jan-15 feb-15 mrt-15 apr-15 mei-15 jun-15 jul-15 aug-15 sep-15 okt-15 nov-15 dec-15 jan-16 feb-16 mrt-16 apr-16 mei-16 jun-16 jul-16 aug-16 sep-16 okt-16 nov-16 dec-16 jan-17 feb-17 mrt-17 apr-17 mei-17 jun-17 jul-17 aug-17 sep-17 okt-17 nov-17 dec-17 70.000,00 60.000,00 50.000,00 40.000,00 30.000,00 20.000,00 10.000,00 - (10.000,00) Inzet flexibele schil Inzet flexibele schil (per maand) Lasten flexibele schil obv begroting (per maand) Figuur 5: Uitname flexibele schil t/m 2e kwartaal 2017 (kosten per maand in euro s) Samenhangend met de vraagzijde naar ondersteuning door het CJG+ wordt waar nodig een beroep gedaan op de flexibele schil. De begroting is hiervoor in de eerste helft van 2017 overschreden. De hoofdaannemer is er aanvankelijk niet in geslaagd tijdig vervangende medewerkers in de teams te laten plaatsnemen bij ziekte van een medewerker. Hierdoor ontstonden wachttijden waardoor later met meer medewerkers de wachttijden zijn beslecht. 1.2 Figuur 6 Impact nieuwe jeugd- en gezinswerkers: Aantal wachtenden daalt 19

5. Risicoparagraaf Vanaf 2015 zijn ervaringen opgedaan met de uitvoering van de Jeugdhulp. Het CJG+ bouwt sindsdien ervaringsgevens op waardoor het mogelijk moet worden om accurater te begroten. Aangezien er bij de programmakosten inhoudelijk sindsdien enkele grote wijzigingen hebben opgetreden, blijft voorspellen lastig. In 2018 is (opnieuw) een nieuw productcatalogus van start gegaan. Zowel sub regionaal als regionaal wordt gemonitord wat hiervan de impact is. 2017 De begroting en eventuele voorstellen voor aanpassingen van de begroting worden voor een groot deel opgesteld aan de hand van de realisatiecijfers van het voorafgaande jaar. In 2017 wordt er voor zorg in natura in het geheel niet meer met voorschotten gewerkt en moeten alle facturen voor geleverde zorg ingediend worden middels het digitale berichtenverkeer. Hoewel dit leidt tot een hogere betrouwbaarheid en rechtmatigheid, zorgt dit er nog voor niet dat alle facturen direct na de geleverde zorg worden ingediend. De huidige uitgaven zijn dan ook onvoldoende maatgevend om de begroting bij te stellen. De kosten kunnen positief en negatief beïnvloed worden door enkele cliënten. Zeker bij Zorg in Natura met verblijf. Maar ook een groot aantal (medische) verwijzingen naar specialisten zonder verblijf. Dit was en blijft een risico voor de realisatie van de begroting, de samenwerking met huisartsen blijft een voornaam aandachtspunt. 2018 en verder In de begroting 2017-2020 hebben we rekening gehouden met een stabilisatie van de kosten. Vanaf 2018 gaat er gewerkt worden met objectieve genormeerde tarieven voor alle aanbieders die Zorg in Natura leveren. Samen met de inkooporganisatie is hiervoor een intensief traject doorlopen. De definitieve nieuwe tarieven zijn eind 2017 bekend gemaakt. Het macrobudget jeugd (Rijksbudget) laat nog steeds grote schommelingen zien. Dit wordt voor een groot deel veroorzaakt door de berekening van de cliënten met voogdij. Het CJG+ tracht het risico te verkleinen door meer duidelijkheid te scheppen in de relatie tussen deze kosten in relatie tot de hoogte van het macrobudget. In 2018 (31-12-2017) houdt de DBC-financiering op te bestaan. Alle cliënten die daar nu mee te maken hebben, moeten de juiste indicatie ontvangen volgens de nieuwe systematiek. Het prijseffect is momenteel nog niet te duiden. In 2019 of uiterlijk 2020 wordt een ingrijpende wijziging van het woonplaatsbeginsel verwacht. Het CJG+ onderzoekt op dit moment samen met het ministerie van VWS welke risico s hieraan verbonden zijn. Het is vooralsnog niet duidelijk of, of in hoeverre de nieuwe (objectieve) tarieven, schommelingen in het macrobudget en het aflopen van de DBC-systematiek het resultaat positief dan wel negatief gaan beïnvloeden. Voor jeugd geldt overigens, net als bij de Wmo taken, dat sprake is van een open-eind regeling en het risico blijft onveranderd dat in 2018 het Rijksbudget ontoereikend is. 20

6. Bijlage 3: Verklarende woordenlijst CJG+ Combinatie Jeugdzorg DBC GRSK HRM ISD de Kempen KTJ LOT MJBK pgb TAJ ZiN Centrum van Jeugd en Gezin Plus, de Kempen Hoofdaannemer van het CJG+ Diagnose Behandel Combinatie Gemeenschappelijke Regeling Samenwerking Kempengemeenten Human Resource Management Intergemeentelijke Sociale Dienst Kempenteam voor Jeugdhulp. Zorgt voor ondersteuning bij complexe Lokaal Ondersteunings Team. Per gemeente is er één team. Meerjaren Beleidskader Jeugdhulp 2015-2019. Dit is voor elke gemeente vastgesteld door de gemeentraad en heeft geleid tot een eenduidig beleid voor de gehele Kempen. Persoonsgebonden budget Transitie Autoriteit Jeugd Zorg in Natura 1.3 Tabel 15: Lijst met afkortingen & verklarende woordenlijst 21