Factsheets indicatoren Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen.



Vergelijkbare documenten
Vitaal bedreigde patiënt: de structuur van het spoed interventie systeem

Factsheets indicatoren Verwisseling van en bij patiënten

Factsheets indicatoren High Risk Medicatie: klaarmaken en toedienen van parenterale geneesmiddelen

Factsheets indicatoren Acute Coronaire Syndromen

Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen

Factsheets indicatoren Vroege herkenning en behandeling van pijn. Structuurindicatoren

Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen

Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen

Voorkom contrastnefropathie VMS thema in uitvoer

Nieuwe richtlijn contrastnefropathie

Op weg naar veilige zorg met de veiligheidsthema s

Vulling. Hoeveel water heeft een mens en waar zit het?

Kwaliteitsindicatoren in verband met de preventie, diagnostiek en behandeling van hyperbilirubinemie bij de pasgeborene, geboren na een

De contrastpoli Poli ter voorkoming van nierfunctieverlies

Kwaliteitsindicatoren kinderen met diabetes type 1 (fase 1)

Chronische nierschade bij volwassenen

CASE REPORT FORM. (1) Bronovo (2) MCH (3) Haga Ziekenhuis (4) LUMC (5) Maasstad zks (6) Lucas Andreas (7) St. Antonius Nieuwegein.

INTERNE INDICATOREN BEHORENDE BIJ DE RICHTLIJN ASPECIFIEKE LAGE RUGKLACHTEN

Veilig gebruik van contrastmiddelen

Verwijzing van patiënten met chronische nierschade

Chronische Nierschade in Nederland

Jodiumhoudende contrastmiddelen Informatie voor patiënten

HANDLEIDING INDICATORENONTWIKKELING

adviezen jodiumhoudende na een hernia-operatie contrastmiddelen ZorgSaam

Schatting van de nierfunctie met de egfr implicaties voor de klinische praktijk. Iefke Drion 30 oktober 2014

Contrastnefropathie en sterfte na contrastonderzoek

Jodiumhoudende contrastmiddelen in bloedvat

Nierfunctie: benazepril 186

Nierfunctie: perindopril 174

Factsheet Indicatoren Dutch Hip Fracture Audit (DHFA)

Veiligheid van contrastmiddelen. Björn Meijers Dienst nierziekten

Chronische nierschade (CNS)

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

Stadia chronische nierschade

Jodiumhoudende contrastmiddelen

STAPPENPLAN BIJ HET MODEL STUURYSTEEM DECUBITUS (PROJECT DECUBITUSZORG IN DE DAGELIJKSE PRAKTIJK; DOOR STUREN STEEDS BETER)

12 Ziekenhuissterfte, dossieronderzoek en onverwacht lange opnameduur

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2016

Informatie over jodiumhoudende contrastmiddelen

Röntgenonderzoek van de vena spermatica

CT-scan hart Voorbereiding één uur van tevoren aanwezig moeten zijn

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Heupprothese

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland

Voorbereiding Als het onderzoek s ochtends plaatsvindt: Een licht ontbijt bestaande uit twee beschuiten en een kop thee.

Jodiumhoudend contrastonderzoek bij een verminderde nierfunctie.

Bijsluiter gebruik CVRM (verhoogd risico)- indicatoren in de huisartsenpraktijk

Factsheet Indicatoren Acute en Electieve PCI registratie (NHR) Versie:

Implementatie NHG standaard Chronische Nierschade Ketenzorg Arnhem 2018

DOELGROEPENONDERZOEK CHRONISCHE NIERSCHADE

Factsheet Indicator Signalering Kindermishandeling op de Spoedeisende Hulp

Nierinsufficiëntie bij DM en CVRM

Nierschade. Kernboodschap. Nierfunctiestoornissen en albuminurie. Hart- en vaatziekten. Tijdige behandeling kan dit risico verminderen!

Richtlijn Voorzorgsmaatregelen bij jodiumhoudende contrastmiddelen

Bijwerkingen op de nier. Patricia van den Bemt Lareb Bijwerkingendag

Samenvatting. Factsheet Indicator Triage op de Spoedeisende Hulp

(I) Contrastmiddelen; jodiumhoudende, voorzorgsmaatregelen bij, richtlijnen v. 5, te gebruiken tot 24 uur na

INVENTARISATIEFORMULIER IN- EN EXCLUSIE CVRM Versie w1.1 Jan. 2017

Nierschade: erger voorkomen... Wybe Douwe Kloppenburg, nefroloog

Werkinstructies voor de CQI Hartfalen

CT-scan CT-scan van de bloedvaten (CTA) CT-scan van de buik CT-scan van de nieren/ urinewegen en blaas

Chronische Nierschade

CEL Indicatorenset DM

Protocol Chronische nierschade op basis van de LTA

Chronische nierschade: hoe vaak, stadia en risico s

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Indicatoren. Richtlijn urine-incontinentie voor de tweede- en derdelijnszorg. Definitief mei 2013

Patiënteninformatie over jodiumhoudende contrastmiddelen

1. Welke stof speelt de belangrijkste rol bij het bepalen van de glomulaire filtratiesnelheid, een maat voor nierschade? 1 van de 1 punt behaald

PLAN VAN AANPAK MEDICATIEVERIFICATIE BIJ OPNAME EN ONTSLAG

Factsheet Indicatoren CVA (CVAB) 2017 Versie: 2017 Registratie gestart: 2014

patiënteninformatie medische beeldvorming Contrastnefropathie

Kwaliteitsindicatoren diabetes type 2 (fase 1)

Bijsluiter gebruik HVZ-indicatoren in de huisartsenpraktijk. Fenna Schouten Versie 3

Verplichte indicatoren die moeten worden aangeleverd aan Zorginstituut Nederland

CBO RICHTLIJN. Multidisciplinaire richtlijn Hartfalen Ad Bakx, cardioloog BovenIJ Ziekenhuis Amsterdam SAHO 28 juni 2011

Factsheet Indicatoren Beroerte (CVAB)

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Haagse Nieren 2.0. Disclosure belangen spreker

CT-onderzoek met contrast

De ontwikkeling van een heropnamemodel. Corine Penning, Jan van der Laan, Agnes de Bruin (CBS) Landelijke Themabijeenkomst Heropnamen DHD

Ascenderend flebogram Röntgenonderzoek van de beenaders

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Indicatorgids Cataract verslagjaar 2015 ZIN besluit

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten Versie mei 2016

Indicatoren CV-risicomanagement bij patiënten met een bekende Hart- of Vaatziekten

Voorzorgsmaatregelen bij radiologisch onderzoek met jodiumhoudend contrastmiddel

CT-scan van het hart BELANGRIJK

1. Wat is de naam van het meetinstrument? (incl. versienummer of jaartal van ontwerp) Indicatorenset kraamzorg verslagjaar 2015

Chronische Nierschade

Uitvoering dossieronderzoek in Rijnland Ziekenhuis 16 juni 2014 Coördinatorenbijeenkomst VMS

CT-scan met intraveneus contrastmiddel B

Nierfunctie bij oudere patiënten

Transcriptie:

aan Factsheets indicatoren Voorkomen van nierinsufficiëntie bij intravasculair gebruik van jodiumhoudende contrastmiddelen Publicatienummer: 2009.1901 Versiebeheer Wijzigingen 2009.1900 (okt 2009) Eerste versie (concept) 2009.1901 (dec 2009) Lay-out conform factsheets andere thema s Toevoegingen o.b.v. praktijktest in begeleidende tekst validiteit en registreerbaarheid Procesindicatoren Percentage patiënten bij wie de egfr vóór contrasttoediening bekend is Doel Een verminderde glomerulaire filtratiesnelheid (GFR = glomerular filtration rate) is de belangrijkste risicofactor voor het optreden van contrastnefropathie. Daarom moet een geschatte GFR (de egfr) van alle patiënten voor toediening van jodiumhoudend contrastmiddel bekend zijn. Dit advies wijkt af van de richtlijn (NVR/CBO 2007). Zie hiervoor bijlage 1 van de praktijkgids. Op basis van de egfr en een aantal andere risicofactoren kan een inschatting worden gemaakt of de patiënt een verhoogd risico heeft op het ontwikkelen van contrastnefropathie. Omschrijving Het percentage patiënten bij wie de egfr, voorafgaand aan het onderzoek met intravasculair jodiumhoudend contrastmiddel, bekend is. Teller --------- x 100 = % patiënten bij wie de egfr vóór Noemer contrasttoediening bekend is Teller Aantal patiënten bij wie de egfr vóór contrasttoediening bekend is Noemer Aantal patiënten bij wie een onderzoek is uitgevoerd met intravasculair jodiumhoudend contrastmiddel. Definitie (s) Zie einde document. 1 van 8

In-/exclusiecriteria Inclusiecriteria teller: Volwassen patiënten waarbij de egfr is vastgesteld met behulp van de MDRD-formule Exclusiecriteria teller: Patiënten met een egfr ouder dan 12 maanden Kinderen (jonger dan 18 jaar) IC-patiënten Inclusiecriteria noemer: Volwassen patiënten bij wie intravasculair contrastonderzoek is uitgevoerd met laag- of isoosmolaire jodiumhoudende contrastmiddelen Alle patiënten (zowel electief als acuut) Exclusiecriteria noemer: Kinderen jonger dan 18 jaar IC-patiënten Bron teller Bron noemer Meetfrequentie Meetperiode/ Radiologie Informatie Systeem en/of Ziekenhuis Informatie Systeem Radiologie Informatie Systeem en/of Ziekenhuis Informatie Systeem Gedurende het Veiligheidsprogramma De meetfrequentie is continue. Indien het nog niet mogelijk is om bronbestanden te koppelen kan in eerste instantie worden volstaan met een steekproef. Meetniveau Rapportageniveau Rapportage frequentie Type indicator Patiëntniveau Ziekenhuisniveau Ieder kwartaal Proces Achtergrond en doel Een verminderde glomerulaire filtratiesnelheid (GFR = glomerular filtration rate) is de belangrijkste risicofactor voor het optreden van contrastnefropathie. Daarom moet de egfr van alle patiënten voor toediening van jodiumhoudend contrastmiddel bekend zijn. Dit advies wijkt af van de richtlijn (NVR/CBO 2007) waarin niet voor alle patiënten maar voor specifieke patiëntengroepen wordt aanbevolen de egfr te bepalen. Zie voor de argumentatie waarom hiervan wordt afgeweken bijlage 1 van de praktijkgids. De egfr is een schatting van de GFR. Deze schatting wordt berekend met de MDRDformule op basis van onder andere de serumcreatinineconcentratie, de leeftijd en het geslacht. (Schatting van de GFR = estimated GFR=eGFR). Zie voor de formule bijlage 1 van de praktijkgids. pagina 2 van 8

Het expertteam is van mening dat een in het verleden bepaalde egfr 12 maanden houdbaar is, tenzij: - patiënt bekend is met een nierziekte of verminderde nierfunctie (egfr < 60 ml/min/1.73 m 2 ) - patiënt in de periode na vaststellen van de egfr relevante medische problemen heeft gehad die de nierfunctie nadelig kunnen hebben beïnvloed. Voorbeelden hiervan zijn o.a. een cardiovasculair event, langdurige opname in het ziekenhuis, behandeling met nefrotoxische medicatie, toediening van jodiumhoudend contrastmiddel. In bovenstaande gevallen en indien de egfr ouder is dan 12 maanden moet de egfr opnieuw worden bepaald. Op basis van de egfr en een aantal andere risicofactoren kan een inschatting worden gemaakt of de patiënt een verhoogd risico heeft op het ontwikkelen van contrastnefropathie. Validiteit De vijf deelnemende ziekenhuizen aan de praktijktest hebben aangegeven dat deze indicator een goede maat is voor de kwaliteit van de geleverde zorg. De praktijkgids wijkt ten aanzien van het bepalen van de egfr af van de richtlijn (NVvR/CBO 2007). Zie bijlage 1. Indien een ziekenhuis de richtlijn (NVvR/CBO 2007) volgt dan is dat voldoende voor het leveren van verantwoorde zorg. Op de indicator (Percentage patiënten bij wie de egfr vóór contrasttoediening bekend is) zal dan geen 100% gescoord worden. Het ziekenhuis moet hier rekening mee houden bij het interpreteren van de eigen indicatorgegevens in vergelijking met de andere ziekenhuizen (benchmark). Betrouwbaarheid Het expertteam is van mening dat de indicator onder de gekozen voorwaarden en bij gelijkblijvende omstandigheden (min of meer) dezelfde resultaten oplevert. Discriminerend vermogen Cijfers over variatie in de Nederlandse ziekenhuizen zijn niet bekend. Het expertteam verwacht dat er voldoende variatie is tussen ziekenhuizen zodat ziekenhuizen de eigen cijfers kunnen benchmarken met andere ziekenhuizen. Minimale bias / beschrijving relevante case-mix De indicator is afhankelijk van het aantal spoedpatiënten in de populatie. De indicator zal daarom verschillende cijfers laten zien voor de afdelingen waar contrastonderzoek wordt uitgevoerd. Zo heeft de afdeling cardiologie veel meer spoedpatiënten (soms tot wel 50% van de populatie). Het zal dan niet altijd mogelijk zijn om een juiste risico-inschatting te maken voorafgaand aan het contrastonderzoek. De indicator zal daarom apart worden uitgevraagd voor de afdeling radiologie, cardiologie en nucleaire geneeskunde. Registreerbaarheid In de praktijktest zijn wisselende ervaringen opgedaan met betrekking tot de regsitreerbaarheid. Deze liepen uiteen van aanzienlijk en niet ingebed in bestaande werkwijzen, tot registratie aan de bron en ingebed in de bestaande werkwijze. De pagina 3 van 8

uiteindelijke registratielast is afhankelijk van lokale (on)mogelijkheden. Het expertteam is van mening dat dit geen belemmering hoeft te zijn voor de registratie. De gegevens van uw ziekenhuis kunt u insturen aan het Veiligheidsprogramma via een web-based module (beschikbaar op www.vmszorg.nl). De gegevens zullen binnen het Veiligheidsprogramma vertrouwelijk worden behandeld en alleen in geaggregeerde vorm (de resultaten van alle deelnemende ziekenhuizen tezamen) naar buiten worden gebracht. De gegevens zullen niet herleidbaar zijn naar individuele ziekenhuizen. U kunt de gegevens van uw ziekenhuis via de web-based module benchmarken met andere ziekenhuizen. Hierbij wordt de anonimiteit van deze ziekenhuizen gewaarborgd. Referenties NVR/CBO. Richtlijn Voorzorgsmaatregelen bij jodiumhoudende contrastmiddelen. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVR) / Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO; 2007. Te raadplegen via: http://www.cbo.nl/product/richtlijnen/folder20021023121843/rl_jodium_2007.pdf pagina 4 van 8

Percentage hoogrisicopatiënten dat gehydreerd is voor contrasttoediening (apart voor radiologie, cardiologie en nucleaire geneeskunde) Doel Omschrijving Het risico op het ontwikkelen van contrastnefropathie kan worden verlaagd indien hoogrisicopatiënten voorafgaand aan het onderzoek worden geïdentificeerd en op adequate wijze behandeld. Hydratie volgens een hydratieschema is hierbij essentieel. Percentage hoogrisicopatiënten dat gehydreerd is voor contrasttoediening. Teller --------- x 100 = % hoogrisicopatiënten dat gehydreerd is Noemer voor contrasttoediening Teller Aantal hoogrisicopatiënten dat gehydreerd is voor contrasttoediening Noemer Totaal aantal hoogrisicopatienten Definitie (s) Zie einde document. In-/exclusiecriteria Inclusiecriteria teller: Hydratie met NaCl of Natriumwaterstofcarbonaat hydratieschema Inclusiecriteria noemer: Volwassen patiënten bij wie intravasculair contrastonderzoek is uitgevoerd met laag- of isoosmolaire jodiumhoudende contrastmiddelen Alle patiënten (zowel electief als acuut) Patiënten bij wie contrastonderzoek is uitgevoerd op resp. de afdeling radiologie, cardiologie of nucleaire geneeskunde (afh. van de afdeling waar de indicator voor wordt berekend). Exclusiecriteria noemer: Kinderen jonger dan 18 jaar IC-patiënten Bron teller Bron noemer Meetperiode/ meetfrequentie Radiologie Informatie Systeem, Cardiologie Informatiesysteem, Ziekenhuis Informatie Systeem, Veiligheidsformulier Radiologie Informatie Systeem, Ziekenhuis Informatie Systeem Gedurende het Veiligheidsprogramma. De meetfrequentie is continue. Indien dit niet mogelijk is wordt een steekproef genomen per kwartaal. Meetniveau Rapportageniveau Patiëntniveau Ziekenhuisniveau pagina 5 van 8

Rapportage frequentie Type indicator Ieder kwartaal Proces Achtergrond en doel Het risico op het ontwikkelen van contrastnefropathie kan worden verlaagd indien hoogrisicopatiënten voorafgaand aan het onderzoek worden geïdentificeerd en op adequate wijze behandeld. Deze behandeling bestaat uit adviezen t.a.v. medicatie, hydratie en beperking van de dosis van het jodiumhoudend contrastmiddel. Hydratie volgens een hydratieschema is essentieel in de preventie van contrastnefropathie bij hoogrisicopatiënten. Validiteit Volgens de deelnemende ziekenhuizen aan de praktijktest geeft deze indicator een goed beeld van de kwaliteit van het zorgproces. De indicator is sterk afhankelijk van het percentage spoedpatiënten in de populatie. Bij spoedpatiënten zal het vaak niet mogelijk zijn om voorafgaande aan het contrastonderzoek te hydreren. Op de cardiologie zullen in vergelijking met de radiologie meer spoedpatiënten komen. Daarom zal de indicator apart worden uitgevraagd voor de afdeling radiologie, cardiologie en nucleaire geneeskunde. Het percentage spoedpatiënten binnen een afdeling radiologie (resp. cardiologie, nucleaire geneeskunde) kan ook verschillen tussen ziekenhuizen. Doordat ziekenhuizen zich via de themamonitor, de registratiemodule van de thema s, kunnen benchmarken met gelijken, zal de verhouding spoed/electief voor de ziekenhuizen in de benchmark ongeveer gelijk zijn. (bijv. een vergelijking met alleen de academische ziekenhuizen, of alleen algemene ziekenhuizen zonder SEH). Betrouwbaarheid Het expertteam is van mening dat de indicator onder de gekozen voorwaarden en bij gelijkblijvende omstandigheden (min of meer) dezelfde resultaten oplevert. Discriminerend vermogen Cijfers over variatie in de Nederlandse ziekenhuizen zijn niet bekend. Het expertteam verwacht dat er voldoende variatie is tussen ziekenhuizen zodat ziekenhuizen de eigen cijfers kunnen benchmarken met andere ziekenhuizen. Minimale bias / beschrijving relevante case-mix Controle voor verschillen in gezondheidstoestand of in demografische en sociaaleconomische samenstelling van patiëntengroepen is volgens het expertteam niet nodig. Registreerbaarheid Tijdens de praktijktest is aangegeven dat de registreerbaarheid van deze indicator problematisch kan zijn, wanneer wordt gewerkt met papieren dossiers. Een tijdelijke oplossing hiervoor is het gebruik van een turflijst (veiligheidsformulier. De gegevens van uw ziekenhuis kunt u insturen aan het Veiligheidsprogramma via de web-based module Mijn monitor (beschikbaar op www.vmszorg.nl). De gegevens zullen binnen het Veiligheidsprogramma vertrouwelijk worden behandeld en alleen in geaggregeerde vorm pagina 6 van 8

(de resultaten van alle deelnemende ziekenhuizen tezamen) naar buiten worden gebracht. De gegevens zullen niet herleidbaar zijn naar individuele ziekenhuizen. U kunt de gegevens van uw ziekenhuis via de web-based module Mijn monitor benchmarken met andere ziekenhuizen. Hierbij wordt de anonimiteit van deze ziekenhuizen gewaarborgd. Referenties NVR/CBO. Richtlijn Voorzorgsmaatregelen bij jodiumhoudende contrastmiddelen. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Radiologie (NVR) / Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO; 2007. Te raadplegen via: http://www.cbo.nl/product/richtlijnen/folder20021023121843/rl_jodium_2007.pdf pagina 7 van 8

Gebruikte definities Gebruikte definities Intravasculair jodiumhoudend contrastmiddel: Het gaat hier, net als in de CBO richtlijn Voorzorgsmaatregelen bij jodiumhoudende contrastmiddelen, om laag- en iso-osmolaire jodiumhoudende contrastmiddelen bij intravasculair gebruik. egfr: De egfr is een schatting van de GFR (glomulaire filtratiesnelheid). Deze schatting wordt berekend met de MDRD-formule op basis van onder andere de serumcreatinineconcentratie, de leeftijd en het geslacht. (Schatting van de GFR = estimated GFR=eGFR). Zie voor de formule bijlage 1 in de praktijkgids. Houdbaarheid egfr: Een in het verleden bepaalde egfr is 12 maanden houdbaar, tenzij: - patiënt bekend is met een nierziekte of verminderde nierfunctie (egfr < 60 ml/min/1.73 m²) - patiënt in de periode na vaststellen van de egfr relevante medische problemen heeft gehad die de nierfunctie nadelig kunnen hebben beïnvloed. Voorbeelden hiervan zijn o.a. een cardiovasculair event, langdurige opname in het ziekenhuis, behandeling met nefrotoxische medicatie, of het gebruik van jodiumhoudend contrastmiddel. Hoogrisicopatienten: Gezonde mensen zullen vrijwel nooit nierschade ondervinden, maar hoogrisicopatiënten lopen risico op ernstige nierinsufficiëntie na het intravasculair toedienen van jodiumhoudende contrastmiddelen. Het risico op het ontstaan van contrastnefropathie is het grootst bij patiënten met een sterk verlaagde egfr en bij patiënten met diabetes mellitus. Andere risicofactoren zijn: hypotensie, perifeer vaatlijden, hartfalen, gebruik van diuretica en nefrotoxische medicatie (zoals NSAID s), en groot volume jodiumhoudend contrastmiddel. Zie ook: indeling risicocategorie contrastnefropathie (tabel 2 in de praktijkgids). Risico-ïdentificatie: Om na te gaan of hoogrisicopatiënten voor contrastnefropathie adequaat worden geïdentificeerd, wordt de risicoschatting gedaan door zowel de aanvrager als de uitvoerder. Er wordt een steekproef genomen van de patiënten die een dergelijk onderzoek hebben ondergaan. Van deze patiënten wordt niet alleen door de aanvrager maar ook door door de uitvoerder of MBB-er bepaald welke hiervan tot de hoogrisicopatiënten voor contrastnefropathie behoren. Vervolgens wordt nagegaan in welke mate de uitkomsten van de risicoschatting overeenkomen. Hydratie: Hoogrisicopatiënten moeten voorafgaand aan het contrastonderzoek extra gehydreerd worden. Specifieke uitvoering kan per ziekenhuis verschillen. Bij niet uitgedroogde patiënten wordt aanbevolen een hydratieschema met NaCl van 3-4 ml/kg/uur gedurende 4 uur voor en 4 uur na dit contrastonderzoek (zie tabel 3). Voor gedehydreerde patiënten, patiënten met hartfalen of een ernstig gestoorde nierfunctie is een aangepast hydratieschema vereist. Dit dient opgesteld te worden in overleg met de behandelend internist of cardioloog. pagina 8 van 8