LMM-nieuws. juli Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

Vergelijkbare documenten
LMM-nieuws. November Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

Nitraatrichtlijnrapportage

Nitraatuitspoeling en stikstofoverschot op de bodembalans: verschillen tussen regio s en tussen gewassen.

LMM-nieuws. Februari Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

LMM e-nieuws 16. Inhoud. Inleiding. Het nieuwe LMM-programma vanaf Bezuinigingen. Het nieuwe LMM. Februari 2011 Heruitgave augustus 2018

LMM-nieuws. Januari Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

LMM e-nieuws april 2013

LMM-nieuws. april Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

LMM e-nieuws 12. Inhoud. Inleiding. Geen seizoenseffecten op nitraat- en anorganisch fosforconcentraties in het grondwater.

LMM e-nieuws 20. Inhoud. Inleiding. Nitraatconcentraties in de lössregio

Inhoud. Inleiding. IN DEZE EDITIE juli 2014

LMM e-nieuws 2. Inhoudsopgave. Monsternemingen: regioverschillen. Oktober 2007 Heruitgave december 2017

De resultaten van het Basismeetnet 2013 staan

Landbouwkundige en milieukundige trends akkerbouw in relatie tot 6 e AP Nitraatrichtlijn

LMM e-nieuws 9. Inhoud. Modelleren van grondwateraanvulling. Neerslag vult vanaf de herfst het grondwater aan

LMM-nieuws. November Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

LMM-nieuws. November Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

LMM-nieuws. Maart Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

Inhoud. Inleiding. IN DEZE EDITIE april 2015

LMM-nieuws. Augustus Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

LMM-nieuws. December Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

De uitspoelin van het

Met welke maatregelen kunt u ook in 2015 goede snijmaïs verbouwen?

Inhoud. Inleiding. IN DEZE EDITIE juli 2015

LMM-nieuws. Juni Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

LMM e-nieuws juli 2012

Resultaten KringloopWijzers 2016

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen

LMM-nieuws. Mei Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

LMM handhaaft NEN 6643 voor analyse N-totaal

KLW KLW. Meer ruwvoer lucratiever dan meer melk? Jaap Gielen, Specialist melkveehouderij 15/22 februari Ruwvoerproductie en economie!

Review voorgestelde N-gebruiksnorm bij de teelt van industriegras

De uitspoeling van het stikstofoverschot naar grond- en oppervlaktewater op landbouwbedrijven

LMM e-nieuws september 2012

Ontwikkeling gewasopbrengsten op derogatiebedrijven

LMM e-nieuws december 2013

LMM-nieuws. September aan het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid.

Verruiming van de stikstofruimte voor beweid grasland ten laste van de stikstofruimte voor gemaaid grasland op zand- en lössgronden

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

Uitslag KringloopWijzer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds en uitrijden drijfmest en vloeibaar zuiveringsslib 2016.

Mesdag Zuivelfonds NLTO

Selectie en werving van deelnemers voor het löss

Analyse van N_min in de bodem van maïspercelen Vruchtbare Kringloop Achterhoek/Liemers

andbouw- Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op Resultaten meetjaar 2009 in het derogatiemeetnet

LMM-nieuws. April Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Dirksen Management Support John Baars

LMM-nieuws. Augustus Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie Resultaten meetjaar 2007in het derogatiemeetnet

Bodemkwaliteit op zand

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie. Resultaten meetjaar 2007 in het derogatiemeetnet

Landbouwpraktijk. en waterlandbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie

Landbouwpraktijk en. waterkwalite. Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie

de bodem in de kringloop wijzer Frank Verhoeven ir Frank

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie. Resultaten meetjaar 2008 in het derogatiemeetnet

Bodemkwaliteit, bemesting en teelt van maïs. Jaap Schröder

Duiding van trends in uit- en afspoeling

Mestbeleid. Stelsel van verplichte mestverwerking. 13 januari Joke Noordsij. Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Mestbeleid in Nederland

Duurzaamheid van melkveebedrijven in Noord-Nederland

LMM-nieuws. Juli Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

Laag bodemoverschot deelnemers Vruchtbare Kringloop Overijssel

Teelthandleiding wettelijke regels

Vruchtbare Kringloop Overijssel = Kringlooplandbouw. Gerjan Hilhorst WUR De Marke

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in RIVM Rapport

Economische gevolgen verlaagde N-gebruiksnormen. Wim van Dijk (PPO) Hein ten Berge (PRI) Michel de Haan (ASG)

Vruchtbare Kringloop Overijssel

Mineralenmanagement en economie

Historie van melkvee en mineralen.

Vernatten en akkerbouw? Olga Clevering (Praktijkonderzoek Plant en Omgeving) Bram de Vos en Francisca Sival (Alterra)

Achtergronden Koeien & Kansen - KringloopWijzer

Nederlandse droogteperiodes vanaf 1906 in beeld Bart Vreeken, Logboekweer.nl

Bijlage notitie 2. Ex ante evaluatie mestbeleid 2013 Plaatsingsruimte fosfaat uit meststoffen in 2015 en daarna

De KringloopWijzer & bodem

B e m e s t i n g e n b o d e m o v e r s c h o t t e n d u i d e l i j k a f g e n o m e n i n d e p e r i o d e

LMM-nieuws. Juli Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Heeft de lage melkprijs invloed op het grasbeheer?

MestverwerkiNG moet de waterkwaliteit verder verbeteren. Van water en mest

SLIM BEMESTEN. "Strengere normen bieden geen enkele garantie" "Je creëert draagvlak als je kunt inspelen op de verschillen tussen bedrijven"

Kringloopdenken. centraal. op elk melkveebedrijf! ir. Frank Verhoeven

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

Equivalente maatregelen bemesting open teelten Voorstel ingediend door LTO en NAV bij het Ministerie van Economische Zaken

andbouwpr n waterkwa p landbouw Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in 2012

Weiden met kringloop wijzer? Blij met een koe in de wei?

Mineralenmanagement en economie. Jaap Gielen Specialist melkveehouderij

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in RIVM Rapport

WOT Natuur & Milieu. Geachte heer Berkelmans,

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in De zorg voor morgen begint vandaag

Onderzoeksresultaten peilgestuurde drainage, stroomgebied Hupselse Beek

BedrijfsWaterWijzer, de tool voor de toekomst?

Kansen voor mestscheiding

BedrijfsWaterWijzer, de tool voor de toekomst?

Landbouwpraktijk en waterkwaliteit op landbouwbedrijven aangemeld voor derogatie in De zorg voor morgen begint vandaag

Hoe haal ik voordeel uit de KringloopWijzer?

Transcriptie:

LMM-nieuws jaargang 4 nr. 2 juli 2011 LMM-nieuws Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid In dit nummer 2 Interview met Theo Adriaans 4 Het LMM en de onderbouwing van gebruiksnormen 5 Werving zuidelijke akkerbouwers op zand 6 Interview met Willem Eerkens (LEI) 7 Invloed voorjaarsdroogte op kwaliteit grondwater 7 Internationale workshop Monitoring Nitraat 8 Operationeel en Kort nieuws LMM-nieuws is een uitgave van het RIVM en LEI, onderdeel van Wageningen UR. De nieuwsbrief verschijnt drie keer per jaar en is bedoeld voor ondernemers uit de agrarische sector die deelnemen aan het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid. In dit nummer van LMM-nieuws treft u weer een gevarieerd aanbod van artikelen, interviews en nieuwtjes. Na een periode van weinig neerslag dit voorjaar, beleven we nu een periode met soms forse buien. Wat zijn de mogelijke gevolgen van het actuele neerslagtekort voor de grondwaterkwaliteit? U leest het in deze nieuwsbrief. Verder treft u dit keer twee interviews aan met LMMbetrokkenen in het veld en een artikel over het zuidelijk zandgebied. In dit gebied werven we nieuwe deelnemers, vandaar dat we hier meer aandacht op willen vestigen. Ook kunt u lezen wat er met de verzamelde gegevens van LMM-bedrijven gedaan wordt. Suggesties, op- of aanmerkingen? Mail naar lmm@rivm.nl. U hoort van ons, wij horen ook graag van u.

Interview met Theo Adriaans te Ommel (Noord Brabant) Ik probeer steeds de onderlinge verbanden te begrijpen Akkerbouwbedrijf met bieten en maïs Theo Adriaans heeft een akkerbouwbedrijf in Ommel, vlakbij Helmond. Theo: In 1972 heb ik het bedrijf van mijn ouders overgenomen. Een paar jaar later kwam ik met de ruilverkaveling op deze locatie te zitten, een paar honderd meter van het ouderlijk huis. Eerst had ik nog zo n 80 melkkoeien. Dat melkquotum heb ik in 1991 verhuurd en later verkocht. Ik verbouw nu maïs en suikerbieten op circa 40 ha met een huiskavel van 12 ha. Theo heeft 40 ha aan eigen grond, maar hij is werkzaam op totaal 300 ha. Theo: De werkzaamheden die ik op mijn eigen bedrijf uitvoer verricht ik ook voor anderen, zoals ploegen en maïs inzaaien op totaal 100 ha. En spuiten voor de onkruidbestrijding op zo n 300 ha. Op die manier kan ik mijn apparatuur efficiënt inzetten. Het oogsten, mesten en bieten zaaien laat Theo altijd door derden doen. Al 12 jaar deelnemer aan het meetnet In 1999 is Adriaans mee gaan doen met het Landelijk Meetnet effecten Mestbeleid. Theo: Een paar jaar daarvoor deed ik al mee aan het Bedrijven Informatie Net van het LEI. Die vroegen me op een gegeven moment of ik ook mee wilde doen met het meetnet. Ik ging akkoord onder drie voorwaarden. Namelijk ook zelf inzage in de cijfers, het moest iets opleveren en ik moest op ieder moment kunnen stoppen. Nou, daar kon aan voldaan worden. Inmiddels doe ik aan twee meetprogramma s mee, in de zomer en de winter zowel voor de grondwaterals de sloot- en drainbemonstering. Daarvoor komen ze zo n 10 keer in het jaar bij me langs. Dat lijkt wel veel, maar ik heb er totaal geen last van. Vaak zie ik ze ook niet op zo n dag, ze bellen wel altijd op voordat ze komen. En het mooie is natuurlijk dat ik de resultaten van mijn eigen bedrijf te zien krijg met het gemiddelde van vergelijkbare bedrijven. 2 LMM-nieuws juli 2011

Nieuwsgierig en leergierig ingesteld Die cijfers vind ik altijd erg interessant. Daar ben ik ook altijd mee in de weer. Ik houd ook voor ieder perceel precies bij wat er aan mest opgereden wordt, zowel de hoeveelheid als het type, de opbrengst, het gewastype. Op die manier zie ik ook de verbanden tussen de bedrijfsvoering en de opbrengsten. Daar ben ik in de loop der jaren een hoop wijzer van geworden. Ik probeer steeds de onderlinge verbanden te begrijpen. Ze noemden mij vroeger op school al het cijfermannetje. Dat klopt denk ik wel. Al zeg ik het zelf, ik combineer een gezonde nieuwsgierigheid met een heldere kop en daar blijf je ook jong bij hè. Adriaans is net 66 jaar geworden, maar je schat hem inderdaad snel 10 jaar jonger. Theo: Doordat ik voor de onkruidbestrijding op die 300 ha kom zie je ook de verschillen tussen de gewassen op al die percelen. Soms denk ik die verschillen ook wel te kunnen verklaren. Bij rijbemesting zie je dat de maïs een duidelijk betere start krijgt en zo zijn er wel meer factoren die van invloed zijn. Grondwaterkwaliteit beter dan gemiddeld Uit de briefrapportage die Adriaans als deelnemer ontvangt blijkt dat zijn bedrijf wat betreft de grondwaterkwaliteit beter scoort dan het gemiddelde van de overige reguliere bedrijven in de zandregio. Theo: De bemesting zal dat niet kunnen verklaren, die zal iedereen wel maximaal aanwenden. Ik denk dat grondsoort, bewerking van de grond en de historie van een perceel een belangrijke rol spelen. Uit de cijfers van het LEI zie ik ook dat ik vaak een bovengemiddelde opbrengst op mijn percelen heb. Dat heeft natuurlijk ook weer invloed op de grondwaterkwaliteit. Zou Adriaans zijn kennis ook niet in het agrarisch onderwijs kunnen inzetten? Hij kan het immers ook nog eens aardig verwoorden. Theo: Mijn vriendin heeft dat inderdaad ook al eens gesuggereerd. Maar daar begin ik nu niet meer aan hoor. Ik ben altijd heel actief geweest in verschillende werkgroepen en zo n 13 jaar als afdelingsvoorzitter van de Noordbrabantse Christelijke Boerenbond. Nu houd ik het gewoon bij mijn eigen bedrijfsvoering en dat voelt prima zo. LMM-nieuws juli 2011 3

LMM-gegevens voor de onderbouwing van de gebruiksnormen De stikstofgebruiksnormen maken deel uit van het Actieprogramma dat Nederland heeft opgesteld om aan de Europese Nitraatrichtlijn te kunnen voldoen. Het lopende Actieprogramma is vastgelegd in de Meststoffenwet en heeft betrekking op de periode 2010-2013. De Meststoffenwet zal komend jaar op politiek niveau worden geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluatie spelen een rol bij de opstellen van het Actieprogramma voor de periode 2014-2017. Berekening van uitspoeling Voor de evaluatie in 2012 worden dit jaar diverse studies uitgevoerd. Een van de studies, waarbij de LMM-resultaten een belangrijke rol spelen, is gericht op afleiden van milieukundige verantwoorde niveaus van stikstofgebruik. In deze studie wordt onderzocht in welke mate het stikstofoverschot uitspoelt naar grond- en oppervlaktewater. Het N-overschot op de bodembalans is berekend met de LEI-bedrijfsgegevens over de aanvoer en afvoer van stikstof. Het overschot is zeg maar de hoeveelheid stikstof die na afloop van het groeiseizoen is achtergebleven. Het overschot is in principe voor uitspoeling beschikbaar. Hoeveel kg N er per ha moet zijn uitgespoeld kan worden berekend met de door het RIVM gemeten stikstofconcentraties in het water op de LMM-bedrijven. Daarbij wordt rekening gehouden met de gegevens over neerslag en verdamping in de voorafgaande periode. Deze uitgespoelde hoeveelheid stikstof wordt vervolgens afgezet tegen het N-overschot op de bodembalans. Verschillen in uitspoeling De mate van uitspoeling (de uitspoeling als fractie van het overschot) hangt af van het grondgebruik (gras versus bouwland) en grondsoort. Op bedrijven met bouwland op droog zand kan vrijwel alle achtergebleven stikstof uitspoelen. Op bedrijven met grasland op veengrond spoelt maar een klein deel van het overschot uit. Complicerende factor is dat de metingen in het LMM op bedrijfsniveau plaatsvinden. Bedrijven hebben vaak percelen met verschillende grondsoorten en op melkveebedrijven komt behalve grasland vaak ook nog bouwland voor, bijvoorbeeld snijmaïs. Om de uitspoelfracties voor grasland te berekenen, wordt behalve informatie over de uitspoeling op melkveebedrijven ook informatie over uitspoeling bij de akkerbouwbedrijven gebruikt. De studie levert behalve de uitspoelfracties, ook aanbevelingen op voor nader onderzoek. Zo wordt aanbevolen om in de komende jaren op melkveebedrijven de overschotten voor grasland en bouwland afzonderlijk in beeld te brengen. Stikstofgebruik Gemeten nitraatconcentratie Stikstofoverschot op bodembalans Stikstofuitspoeling Uitspoelfractie Figuur, Schematische weergave berekening uitspoelfractie 4 LMM-nieuws juli 2011

Meer zuidelijke akkerbouwers voor het LMM zandprogramma gewenst Aanleiding voor uitbreiding in het zuidelijk zandgebied De belangstelling van nationale en Europese beleidsmakers voor de waterkwaliteit op akkerbouwbedrijven is toegenomen. Oorzaak is dat de verbetering van de waterkwaliteit is achtergebleven bij die op melkveebedrijven. Nieuwe maatregelen worden voorzien en het is belangrijk de effecten hiervan te meten. Dit wordt ook onderkend door vertegenwoordigers van de sector. Daarom is besloten tot een verdere intensivering van de bemonsteringen op akkerbouwbedrijven. Daarbij richten we ons op het zuidelijke zandgebied, omdat overschrijdingen van de Europese nitraatnorm (maximaal 50 mg nitraat per liter) vooral daar gemeten worden. Hoe gaan we te werk? In de zandregio zal het LMM 40 akkerbouwbedrijven volgen; 20 in het zuidelijke zandgebied en 20 in de overige zandgebieden. Voor de overige zandgebieden zijn er voldoende bedrijven. Voor het zuiden moeten nog 10 bedrijven worden gevonden. De nieuwe kandidaten zullen, net als de ondernemers die al deelnemen, door middel van loting worden geselecteerd. Het is dus niet mogelijk om geïnteresseerde akkerbouwers, die zichzelf aanmelden, op te nemen. Werving deelnemers De werving gaat in het najaar plaatsvinden. Zowel de selectie als het - per post en telefoon - benaderen van kandidaten wordt uitgevoerd door medewerkers van het LEI. Voor de selectie wordt gekeken naar de Landbouwtellingsgegevens uit het jaar 2010. Omdat niet alle geselecteerde bedrijven voor deelname aan het LMM geschikt zullen blijken, zal een veelvoud aan bedrijven benaderd worden, om per saldo 10 geschikte bedrijven over te houden. Nut van deelname Last but not least hangt het succes van de werving natuurlijk óók af van de bereidwilligheid van de ondernemers die gevraagd gaan worden. Daarbij speelt niet alleen het belang dat vanuit de sector aan de metingen wordt gehecht, een rol. Ook de informatie over de waterkwaliteit en de bedrijfsresultaten, zoals die op het eigen en vergelijkbare andere bedrijven gemeten worden, blijkt een gewaardeerde drijfveer om aan het LMM te gaan deelnemen. LMM-nieuws juli 2011 5

De boekhouding is nooit klaar Interview met LEI-medewerker Willem Eerkens Ik heb samen met mijn vrouw Anneriek een akkerbouwbedrijf in Nieuwe Pekela, Groningen. Het is echt een familiebedrijf. Onze twee zoons van 15 en 19 jaar helpen regelmatig mee op de boerderij. We verbouwen zetmeelaardappelen, suikerbieten en gerst op zo n 47 ha. We kiezen bewust voor een traditioneel bouwplan waarbij we snel en slagvaardig te werk kunnen gaan. Niet zomaar alles klakkeloos overnemen Ik kan ons bedrijf goed combineren met mijn werkzaamheden bij het LEI. Ik ben daar alweer 25 jaar in dienst. Ik heb de totale overgang van het handmatig opschrijven van gegevens tot aan het automatisch digitaal binnenhalen van gegevens meegemaakt. We moeten ons echter telkens de vraag blijven stellen of alles klopt wat we doen. Het is belangrijk om niet zomaar alles in één keer klakkeloos over te nemen. De boekhouding is een doorlopend proces De deadline van 1 oktober staat alweer voor de deur. Op die datum leveren we alle bedrijfsdata van 2010 op. Ikzelf heb zo n kleine 40 bedrijven in mijn bestand. Deze oplevering is een momentopname. De boekhouding is nooit klaar. Stel je voor dat je te maken krijgt met een schadeafwikkeling en dat dit pas na twee jaar rond is. We boeken alle bijbehorende posten dan in het jaar waarop het betrekking heeft. Wisselwerking Ik merk de laatste jaren echt een wisselwerking tussen mijn bedrijf en datgene wat ik bij het LEI doe. Het is echt een verlengstuk van elkaar. De kennis die ik op de ene plek opdoe kan ik op de andere plek weer toepassen. Voor mijn vak is het belangrijk om de taal van de boeren te spreken. 6 LMM-nieuws juli 2011

Invloed voorjaarsdroogte op kwaliteit grondwater Afgelopen voorjaar was volgens het KNMI het droogste voorjaar ooit gemeten, met slechts gemiddeld 49 mm neerslag ten opzichte van 172 mm in een gemiddeld voorjaar. Heeft dit droge voorjaar nog gevolgen voor de nitraatconcentraties in het grondwater? De nitraatconcentratie in het grondwater is niet alleen afhankelijk van de hoeveelheid stikstof die op het land wordt aangebracht, maar ook van de hoeveelheid grondwateraanvulling. Een gedeelte van de verschillen in de nitraatconcentratie tussen jaren kan hierdoor worden verklaard. De grondwateraanvulling hangt af van het neerslagoverschot (zie Figuur), dit is het verschil tussen de verdamping (door gewas en bodem) en de neerslag. In het zomerhalfjaar is de verdamping gemiddeld groter dan de neerslag (neerslagtekort), terwijl in het winterhalfjaar de verdamping gemiddeld kleiner is dan de neerslag (neerslagoverschot). Alleen als er sprake is van een neerslagoverschot kan er uitspoeling van nitraat naar het grondwater plaatsvinden. Veel landen investeren in het meten van nitraat en eutrofiëring De lidstaten van de Europese Unie zijn verplicht zowel de kwaliteit van hun wateren als het effect van hun actieprogramma s voor de Nitraatrichtlijn op deze wateren te monitoren. De resultaten moeten zij elke vier jaar rapporteren aan de Europese Commissie. Door het ontbreken van specifieke richtlijnen zijn de verplichtingen voor monitoring door de lidstaten verschillend geïnterpreteerd. De meeste landen hebben gedurende de laatste 6 jaar meer geïnvesteerd in het monitoren van de effecten van de actieprogramma s op de waterkwaliteit. Dit is vooral het gevolg van de discussie tussen de lidstaten en de Europese Commissie over hoe het mestbeleid moet worden ontworpen en geïmplementeerd. Een andere reden voor de toename van de monitoring is de verplichting voor de lidstaten die onlangs toegetreden zijn tot de EU om hun controle aan te passen om te voldoen aan de verplichtingen van de Europese richtlijnen. Door de kleine hoeveelheid neerslag is het neerslagtekort dit jaar in het voorjaar uitzonderlijk groot geweest (zie Figuur). Dit tekort komt voor in een periode (zomerhalfjaar) waarin normaal gesproken al geen uitspoeling van nitraat plaatsvindt. Het is daarom niet waarschijnlijk dat dit extreme neerslagtekort gevolgen zal hebben voor de nitraatconcentratie in het grondwater. Als een periode met relatief weinig neerslag in het winterhalfjaar optreedt, zal dat wel gevolgen hebben voor de nitraatconcentratie (minder verdunning). 100 80 Dit zijn de bevindingen van een internationale workshop (MonNO3 workshop), in 2009 georganiseerd door het RIVM samen met de Deense Nationale Milieuonderzoeksinstituut, de Geologische Dienst voor Denemarken en Groenland en het LEI. Twaalf landen uit Noordwest- en Midden-Europa namen deel aan deze tweede MonNO3 workshop. Het Engelstalige rapport is deze maand gereed gekomen en te downloaden vanaf de LMM-website: www.rivm.nl/lmm 60 Neerslagoverschot (mm/10 dagen) 40 20 0-20 -40-60 -80 juni juli augustus september oktober november december januari 1971-2000 2011 februari maart april mei Figuur, Neerslagoverschot in de eerste helft van 2011 en gemiddeld in de periode 1971-2000 (KNMI station De Bilt) discussie in een van de vier subgroepen LMM-nieuws juli 2011 7

Operationeel nieuws Actuele monsternemingen Grondwater op ruim 230 bedrijven in de zandregio door CSO, TAUW en het RIVM (tot begin september); Slootwater (3 ronden) in de veen- en kleiregio en de natte delen van de zandregio door CBD (vanaf 30 mei gedurende de zomermaanden, eerste ronde is in volle gang). Voorbereiding monsternemingen De voorbereidingen voor de wintermaanden zijn op dit moment in volle gang. Aan de deelnemers is of wordt een brief verzonden met de vraag om de bij ons bekende gegevens te controleren. Het gaat om de volgende meetprogramma s: Bodemvocht in de lössregio; Grond- en drainwater in de klei- en veenregio en natte delen van de zandregio. Diverse rapportages De RIVM-briefrapportage waterkwaliteit Zand Zomer 2010 is in april verzonden; De RIVM-briefrapportage waterkwaliteit Lössregio 2009-2010 is in juli verzonden; Het RIVM-rapport Nitraatconcentraties in het bovenste grondwater van de zandregio en de invloed van het Landbouwmestbeleid is gereed. Dit rapport 680717020 is te downloaden via de website van het RIVM: www.rivm.nl/lmm; Het RIVM-rapport over de ontwikkeling van het monitoren van mestbeleid in een aantal Europese landen is gereed. Dit rapport 680717019 (Engelstalig) is te downloaden via de website van het RIVM: www.rivm.nl/lmm; Binnenkort uit te komen rapport over de mogelijke samenvoeging van het Landelijk Meetnet Bodemkwaliteit (LMB) en het LMM. Nieuwe deelnemers en afvallers In het najaar gaan we proberen om 10 nieuwe akkerbouwbedrijven in het Zuidelijk Zandgebied te werven voor het LMM. Kort nieuws LMM en de Kringloopwijzer Het LEI werkt aan een projectvoorstel om de samenwerking van het LMM met het project Koeien en Kansen te intensiveren. De bedoeling is om de mogelijkheden van het gebruik van LMM-BIN-data voor het berekenen van referentiewaarden voor de kengetallen van de Kringloopwijzer te onderzoeken. De KringloopWijzer brengt voor een specifiek bedrijf eenvoudig de mineralenkringlopen in beeld. Referentiewaarden geven aan hoe de gemiddelde praktijk scoort, gegeven grondsoort en intensiteit (melk/ha). Wageningen UR heeft in het project Koeien en Kansen samen met PPP-Agro Advies en Boerenverstand deze eerste versie van de KringloopWijzer ontwikkeld. gewas 90,7% N-Benutting% in de kringloop veestapel 25,1% 36,1% bodem 60,4% mest 73,5% Colofon Dit is een uitgave van: Redactie Bernard van Elzakker Noortje van den Berkmortel Aan deze editie werkten mee Leo Boumans Dico Fraters Marga Hoogeveen Ton van Leeuwen Niels Masselink Astrid Vrijhoef Fotografie RIVM, LEI Opmerkingen en vragen lmm@rivm.nl Websites www.rivm.nl/lmm www.lmm.wur.nl 002393