Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.



Vergelijkbare documenten
2014 Hoofdstuk 7. Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens.

Minimuminkomens in Leiden

Minimuminkomens in Leiden

Minimuminkomens in Leiden,

Inkomens van Leidse particuliere huishoudens,

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Na de WW stijgt nu ook de bijstand. Vooral meer jonge, alleenstaande mannen in de bijstand

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. WW stijgt naar 204 duizend uitkeringen. Voortdurende stijging WW-uitkeringen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Arbeidsongeschiktheidsuitkeringen sterk teruggelopen. Vooral minder nieuwe WAO-uitkeringen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Bijstandsuitkeringen vrijwel onveranderd. Stijging aantal WW-uitkeringen loopt fors terug

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal uitkeringen daalt. Daling bijstand vooral bij mannen en jongeren

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal WW-uitkeringen stijgt. Achtduizend WW-uitkeringen erbij

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2011

Inkomens van Leidse particuliere huishoudens,

Meer over jeugdigen in Leiden staat in hoofdstuk 13 over Jeugd. Meer over ouderen in Leiden staat in hoofdstuk 14 over Welzijn en zorg.

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Aantal WW-uitkeringen blijft stijgen. Aantal arbeidsongeschiktheidsuitkeringen stabiel

Leidenincijfers Particuliere huishoudens en -inkomens in de Leidse regio

Kortetermijnontwikkeling

Inkomens van Leidse particuliere huishoudens,

Monitor Economie 2018

Totaalbeeld arbeidsmarkt: werkloosheid in februari 6 procent

Huishoudens in Leiden

Personen met een uitkering naar huishoudsituatie

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid stijgt opnieuw sterk

10. Veel ouderen in de bijstand

Inkomenstatistiek 2008 Westfriesland

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Daling bijstand en WW neemt af. Ruim 300 duizend bijstandsuitkeringen

Afhankelijk van een uitkering in Nederland

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Inkomenstatistiek Westfriesland

Inkomenstatistiek Westfriesland

KENNISMEMO juni Katinka van Brakel T (020) Katinka.vanBrakel@uwv.nl. Peter Hilbers T (020) Peter.Hilbers@uwv.

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

Langdurig met een uitkering

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Onderwijs. Hoofdstuk Inleiding

Werk en inkomen in cijfers Leiden 2009

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

Bereik minimaregelingen onder Leidse huishoudens

Kwartaaloverzicht arbeidsmarkt 2005/2

Sociaal-economische schets van Leiden Zuidwest 2008

Factsheet stedelijke economie. 1 e kwartaal 2019

Basisstatistiek Westfriesland

(65%) Totaal Mannen Vrouwen. Totaal jaar jaar

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid in 2002 gestegen. Stijging werkloosheid door afname werkgelegenheidsgroei

Werkloosheid in Holland Rijnland

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Verdere daling langdurige minima. Aandeel langdurige minima gedaald

afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie inkomen

Inkomensstatistiek Westfriesland Augustus 2014

Gemiddelde van grootteklasse 1734 Overbetuwe. aantal uitkeringen einde kwartaal laatste kwartaal afgerond op tientallen abs. perc. abs. perc.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Persbericht. Niet-westerse allochtonen tweemaal zo vaak een uitkering. Centraal Bureau voor de Statistiek

Participatie in arbeid

Crisismonitor Drechtsteden

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Sociaal wijkprofiel 2015 Merenwijk

Sociale index Gebiedsteam Bolsward, Platteland Bolsward en Witmarsum-Arum 1 oktober 2014

De uitkeringsbedragen per 1 januari 2014

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

Persbericht. Werkloosheid stijgt verder. Centraal Bureau voor de Statistiek

Uitkeringsbedragen per 1 juli Nieuwsbericht

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet verder gedaald

De inkomenspositie van Leidse huishoudens

Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Sociaal wijkprofiel 2015 Stevenshof

Persbericht. Werkloosheid stabiel op laag niveau. Centraal Bureau voor de Statistiek

Informatie 17 december 2015

Inhoudsopgave hoofdstuk 5

Werkloosheid 50-plussers

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Forse toename werkloosheid in maart Lichte stijging aantal WW-uitkeringen

Hoofdstuk 2. Profiel Leidenaar

Leidse bevolking groeit in 2014 met 378 personen

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Sterke stijging werkloosheid

Crisismonitor Drechtsteden

Leidse bevolking groeit in 2013 met 1,4 duizend personen

Thermometer economische crisis

Maatschappelijke zorg

Statistisch Jaarboek inkomen

Stadsmonitor. -thema Sociaal-economisch profiel-

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2011 / 2

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Thermometer economische crisis

Welzijn en (gezondheids)zorg

Sociaal economisch profiel

De inkomens- en uitkeringspositie van arbeidsgehandicapten

Sociaal-economisch wijkprofiel: De Wierden en gebied 1354

Werkloosheid in Holland Rijnland

Sociaal wijkprofiel 2015 Roodenburg

Feitenkaart Inkomensgegevens Rotterdam en regio 2005

Statistisch Bulletin. Jaargang

De inkomenspositie. van Leidse huishoudens

Maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV

Armoedesignalement 2012: Armoede in 2011 sterk toegenomen

Monitoring ontwikkeling Arbeidsmarkt West- Brabant. 2e voortgangsrapportage 2011

Kerncijfers armoede in Amsterdam

Transcriptie:

Hoofdstuk 7 Werk en inkomen 7.1 Inleiding Dit hoofdstuk gaat over de arbeidsparticipatie van Leidenaren, over uitkeringen en over huishoudinkomens. Achtereenvolgens komen aan de orde: 7.2 Aanbodkant arbeidsmarkt 7.3 Werkzoekende Leidenaren, met en zonder WW-uitkering 7.4 Leidenaren met een bijstandsuitkering 7.5 Minderjarige kinderen in Leidse bijstandsgezinnen 7.6 Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering 7.7 Inkomens van Leidse huishoudens 7.8 Huishoudens met een inkomen tot 11% van het sociaal minimum 7.9 Trends en ontwikkelingen Samenvatting De bruto arbeidsparticipatie in Leiden is 72%, van mannen 79% van vrouwen 66% Eind 211 stonden 3.841 Leidenaren als werkzoekende bij het UWV ingeschreven: 4,5% van het aantal 15- t/m 64-jarigen; 1.67 van hen ontvingen een WW-uitkering Vanaf eind 29 is het aantal Leidenaren met een bijstandsuitkering toegenomen van 2.842 tot 3.135 eind 211; 3,8% van de 18- t/m 64-jarigen. In 211 is ook het aantal minderjarige kinderen in bijstandsgezinnen toegenomen; eind 211 waren het er 1.466 ofwel 7,2% van alle minderjarige kinderen. Eind 211 hadden 4,8 duizend Leidenaren een arbeidsongeschiktheidsuitkering, 5,6% van alle 15- t/m 64-jarigen. Met de leeftijd neemt het percentage Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering toe. De huishoudeninkomens in Leiden zijn relatief wat hoger dan het gemiddelde van de middelgrote gemeenten (G32) en wat lager dan het gemiddelde van de overige gemeenten van Holland Rijnland. In 29 hadden in Leiden 5,8 duizend huishoudens een inkomen tot 11% van het sociaal minimum. Daarin wonen 9,4 duizend personen waarvan 1,9 duizend kinderen. Meer dan de helft van deze kinderen woonde in een eenoudergezin met enkel minderjarige kinderen (1, van de 1,9 duizend). Staat van Leiden 212 63

7.2 Aanbodkant arbeidsmarkt In 211 had Leiden 86.79 inwoners in de leeftijd van 15 t/m 64 jaar: de potentiële beroepsbevolking, ofwel het arbeidspotentieel. Niet iedereen in de potentiële beroepsbevolking kan en wil werken. In 211 hebben ongeveer 61 duizend inwoners de intentie om te werken of werken al en vallen daarmee onder de feitelijke beroepsbevolking 5. De bruto participatiegraad in Leiden (= het percentage van alle 15- t/m 64-jarigen dat behoort tot de feitelijke beroepsbevolking) is dus 72%. De bruto arbeidsparticipatie van mannen is hoger dan die van vrouwen en met het opleidingsniveau neemt de bruto arbeidsparticipatie toe. Opvallend is het grote verschil in bruto arbeidsparticipatie tussen mannen en vrouwen in de groep met een middelbaar opleidingsniveau: 85% versus 56%. Bruto arbeidsparticipatie van Leidenaren naar sekse en opleidingsniveau, 211 totaal mannen vrouwen 8% 6% 4% 2% 72% 79% 66% 5% 54% 46% 69% 85% 84% 86% 56% 83% % totaal laag opleidingsniveau middelbaar opleidingsniveau hoog opleidingsniveau Bron: CBS, Enquête BeroepsBevolking 7.3 Werkzoekende Leidenaren, met en zonder WW-uitkering In 211 steeg het aantal bij het UWV ingeschreven Leidse werkzoekenden met 2 inschrijvingen tot 3.841. Dit is 4,5% van de 15- t/m 64-jarige Leidenaren. Eind juli 212 was het aantal ingeschreven werkzoekenden 3.583. 6 Bij het UWV ingeschreven Leidse werkzoekenden, maandcijfers 4. 3. 2. 1. dec 26: 4.123 dec 27: 3.516 dec 28: 3.514 dec 29: 4.119 dec 21: 3.628 dec 211: 3.841 jul 212: 3.583 dec-6 mrt-7 jun-7 sep-7 dec-7 mrt-8 jun-8 sep-8 dec-8 mrt-9 jun-9 sep-9 dec-9 mrt-1 jun-1 sep-1 dec-1 mrt-11 jun-11 sep-11 dec-11 mrt-12 jun-12 Bron: UWV 5 De omvang van de beroepsbevolking is een schatting op basis van de Enquête BeroepsBevolking (EBB) van het CBS. Het CBS publiceert daarover alleen afgeronde aantallen. 6 De daling is mede het gevolg van een administratieve opschoning in januari 212 UWV Werkplein Leiden. 64 Staat van Leiden 212

Van de 3.841 Leidenaren die eind 211 bij het UWV als werkzoekende stonden ingeschreven hadden 1.67 een WW-uitkering. In de periode van eind 24 tot eind 28 daalde het aantal WW-uitkeringen van 1.93 naar 1.7, sinds het begin van de crisis is het aantal weer gestegen naar 1.67 eind 211. Uitkeringen werkloosheidswet (WW) aan Leidenaren, ultimo jaar 1.93 1.67 totaal 1.5 1. 5 1.7 mannen vrouwen 23 24 25 26 27 28 29 21 211 Bron: CBS (CBS rondt de aantallen af op een tiental) 7.4 Leidenaren met een bijstandsuitkering Vanaf eind 29 stijgt het aantal Leidenaren in de bijstand weer als gevolg van de economische crisis. In de periode van eind 24 tot eind 28 daalde het aantal Leidenaren in de bijstand 7 gestaag, van 3.57 tot 2.842. Vanaf 29 is dit aantal weer opgelopen tot 3.135 personen eind 211, dit is 3,8% van de 18- t/m 64-jarige Leidenaren. Het aantal Leidse vrouwen in de bijstand is al die jaren hoger dan het aantal Leidse mannen, al is het verschil wel minder geworden. Eind 211 gaat het om 1.439 mannen ( = 3,5% van de mannen van 18 t/m 64 jaar) en 1.696 vrouwen (= 4,% van de vrouwen van 18 t/m 64 jaar). Aantal Leidenaren van 18 t/m 64 jaar in de bijstand, ultimo jaar 3. 3.57 3.358 3.285 3.87 2.842 2.842 2.923 3.135 2. 1. 1.429 2.78 1.371 1.987 1.376 1.99 1.28 1.87 1.224 1.618 1.268 1.574 1.338 1.585 1.439 1.696 24 25 26 27 28 29 21 211 mannen vrouwen totaal 7 Opmerking: het gaat hier steeds om het aantal personen dat een uitkering ontvangt; (echt) paren in de bijstand worden als twee personen meegeteld hoewel ze samen maar één uitkering ontvangen. Het aantal bijstandsuitkeringen is dus lager dan het aantal hier genoemde personen. Staat van Leiden 212 65

Voor de uitkeringsbedragen in de bijstand is het relevant of men alleenstaand is, samenwoont met een andere volwassene of hoofd is van een eenoudergezin. Eind 211 ging het in Leiden om 1.852 alleenstaanden, 648 personen die samenwoonden met een andere volwassene en 635 hoofden van eenoudergezinnen. Van de eenoudergezinnen in de bijstand heeft het overgrote deel een vrouwelijk hoofd jonger dan vijfenveertig jaar: 452 van de 635. In de categorie alleenstaanden in de bijstand zitten relatief juist weinig vrouwen onder de vijfenveertig jaar: 218 van de 1.852. Gezinssituatie van Leidenaren in de bijstand, ultimo 211 5 4 3 2 1 586 59 218 539 mannen <45 mannen 45+ vrouwen <45 vrouwen 45+ 94 223 176 452 155 16 11 156 alleenstaand: helft van (echt)paar: hoofd eenoudergezin: 1.852 personen 648 personen 635 personen Het percentage Leidenaren in de bijstand neemt toe met de leeftijd tot een leeftijd van 54 jaar; in de leeftijdsgroep van 55 t/m 64 jaar is het percentage weer wat lager. Zo zit van de jongvolwassenen tussen de 18 en 27 jaar slechts 1,1% in de bijstand, in de groep Leidenaren tussen de 5 en 54 jaar is dat 5,9%. Leidenaren in de bijstand per leeftijdsgroep, aantal en percentage, ultimo 211 6 4 3,4% 4,4% 5,% 5,7% 5,9% 5,2% 4,4% 2 1,1% 18-26 27-34 35-39 4-44 45-49 5-54 55-59 6-64 aantal Leidenaren met WWB % in bevolking Vrouwen in de bijstand zitten daar langer in dan mannen. Er is een rechtstreeks verband tussen leeftijd, sekse en duur dat mensen in de bijstand zitten. Van alle 3.135 Leidenaren in de bijstand zit de helft korter en de andere helft langer dan drie jaar in de bijstand. Van de mannen in de bijstand is dat twee jaar, van de vrouwen ruim vier jaar. Dat is als je niet naar leeftijd kijkt, want met de leeftijd neemt de duur toe; zo zit van de helft van 6- t/m 64-jarige mannen in de bijstand langer dan 1,8 jaar in de bijstand; voor de vrouwen in de bijstand in die leeftijdsgroep is dat 15,4 jaar. Maar ook in de jongste groep bijstandgerechtigden is er al een verschil in duur: van de mannen van 18 tot 27 jaar zit de helft langer dan een half jaar in de bijstand, van de vrouwen in die leeftijdsgroep gaat het om een duur van driekwart jaar. 66 Staat van Leiden 212

Middenduur* in jaren in de bijstand naar leeftijd en sekse, ultimo 211 12 6 middenduur allen in de bijstand: 3 jaar 18-64 18-26 27-34 35-39 4-44 45-49 5-54 55-59 6-64 totaal mannen vrouwen * Middenduur = mediane duur: de helft zit korter, de helft langer in de bijstand 7.5 Minderjarige kinderen in Leidse bijstandsgezinnen Het aantal minderjarige kinderen in bijstandsgezinnen is in 211 voor het eerst na drie jaren van daling weer toegenomen. Eind 211 hadden 3.135 Leidenaren van 18 t/m 64 jaar een bijstandsuitkering. Samen hadden zij 1.466 thuiswonende kinderen onder de achttien jaar, dat is 7,2% van alle thuiswonende minderjarige kinderen. Een jaar eerder waren het er nog 1.312, ofwel 6,4% van de kinderen. Kinderen in eenoudergezinnen hebben een veel grotere kans om in een bijstandsgezin te wonen: van hen woont 13,7% in een bijstandsgezin, van kinderen in een gezin met twee ouders is dat percentage 3,5%. Waar de 1.466 kinderen in bijstandsgezinnen wonen is zeer ongelijkmatig verdeeld over de 54 buurten van Leiden: meer dan tweederde van hen woont in slechts zeven buurten. De Slaaghwijk heeft het hoogste aantal kinderen in bijstandsgezinnen: 26. Daarmee is de Slaaghwijk tevens de buurt met het hoogste percentage kinderen in bijstandsgezinnen, meer dan een vijfde (21%) van de minderjarige kinderen daar woont in een bijstandgezin, bijna drie keer zoveel als het Leidse gemiddelde van 7,2%. Zeven Leidse buurten met de meeste kinderen in bijstandsgezinnen, ultimo 211 4 2 21% 15% 17% 15% 19% 26 17 151 134 117 Slaaghwijk De Kooi Hoge Mors Noorderkwartier Haagwegzuid 13% 13% 99 72 Boshuizen Fortuinwijknoord 25% 2% 15% 1% 5% % kinderen in bijstandsgezinnen % van alle kinderen in de betreffende buurt Staat van Leiden 212 67

7.6 Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering Eind 211 hadden 4,8 duizend Leidenaren een arbeidsongeschiktheidsuitkering (AO), ofwel 5,6% van de leeftijdsgroep van 15 t/m 64 jaar. Het aantal Leidenaren met een WAO-uitkering daalde van eind 1998 tot eind 211 van 4,4 duizend naar 2,5 duizend; het aantal Leidenaren met een Wajong-uitkering verdubbelde in diezelfde periode van,7 naar 1,4 duizend. Daarnaast zijn er eind 211 achthonderd Leidenaren met een uitkering volgens de WIA, de wet die de WAO heeft vervangen; een kleine honderd Leidenaren hebben een AO-uitkering op basis van de WAZ (zelfstandigen). Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering, ultimo jaar (x duizend) 5 4 3 2 1 4,4 2,5 1,5,7,8 1998 1999 2 21 22 23 24 25 26 27 28 29 21 211 5,3 5,2 5,5 5,7 5,8 5,7 5,7 5,4 4,9 4,7 4,6 4,5 4,9 4,8 WAO Wajong WAZ WIA Bron: CBS 1,9 duizend van degenen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering zijn tussen de 55 en 64 jaar oud; met de leeftijd neemt het percentage Leidenaren dat zo n uitkering heeft toe. Leidenaren met een arbeidsongeschiktheidsuitkering naar leeftijd, ultimo 211 1,9 (x duizend) 1,5 1,,5 aantal,5 % in leeftijdsgroep,7,6 1,2 7% 14% 15% 1% 5%, 4% 2% 3% < 25 25-34 35-44 45-54 55-64 % Bron: CBS 68 Staat van Leiden 212

7.7 Inkomens van Leidse huishoudens Het CBS voert periodiek regionale inkomensonderzoeken uit die zijn gebaseerd op gegevens van de Belastingdienst. Momenteel zijn de meest actuele cijfers die van 29. Samenvatting van de belangrijkste gegevens: Het gemiddeld besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens inclusief studenten steeg van 25 tot en met 29 in Leiden van 26, naar 3,1 duizend euro; dit cijfer ligt ongeveer 1% onder het landelijk gemiddelde. Het gemiddeld besteedbaar inkomen van particuliere huishoudens exclusief studenten steeg van 25 tot en met 29 in Leiden van 29,8 naar 34,3 duizend euro en ligt ongeveer 1% onder het landelijk gemiddelde. Leiden heeft relatief veel eenpersoons- en kleine meerpersoonshuishoudens, als je daarmee rekening houdt ligt het gemiddelde inkomen van Leidse huishoudens exclusief studenten zo n 3% boven het landelijke cijfer. Als je kijkt naar de samenstelling van huishoudens zijn eenoudergezinnen met minderjarige kinderen relatief het armst. In vergelijking met de landelijke cijfers heeft Leiden relatief wat meer huishoudens in de laagste en hoogste inkomensgroepen en wat minder in de middeninkomens. In vergelijking met het gemiddelde van middelgrote steden (de G32) is Leiden wat rijker, in vergelijking met het gemiddelde van de vijftien gemeenten van Holland Rijnland wat armer. Je kunt binnen Leiden ook kijken naar de inkomensspreiding in de verschillende districten. Het CBS stelt onder andere gegevens beschikbaar voor een verdeling in vijf inkomensgroepen. Het Bos- en Gasthuisdistrict heeft grootste aantal huishoudens in de laagste van de vijf inkomensgroepen (2,1 duizend huishoudens). Het Roodenburgerdistrict heeft het grootste aantal huishoudens in de hoogste van vijf inkomensgroepen (2,9 duizend). Aantal huishoudens (exclusief studenten) naar gestandaardiseerd inkomen (x duizend) 2 2,9 2,1 1 Leiden Noord Bos- en Gasthd. Merenw ijkd. Binnenstad-Z Binnenstad-N Stationsdistrict Roodenburgerd. Morsdistrict Boerhaaved. Stevenshofd. < 15.2 15.2-19.1 19.1-23.7 23.7-3.6 > 3.6 Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek 29 Staat van Leiden 212 69

Bij de inkomensverdeling in vijf groepen zit landelijk twintig procent in elke groep. Kijk je naar de percentuele verdeling per district dan springt voor de laagste inkomens Leiden Noord eruit: 34% van de huishoudens daar heeft een inkomen in de laagste van de vijf inkomensgroepen. Voor de hoogste inkomens gaat valt het Boerhaavedistrict op: daar heeft 47% van de huishoudens een inkomen in de hoogste van de vijf groepen. Percentuele verdeling huishoudens (exclusief studenten) naar gestandaardiseerd inkomen 47% 4% 34% 2% % Leiden Noord Bos- en Gasthd. Merenw ijkd. Binnenstad-Z Binnenstad-N Stationsdistrict Roodenburgerd. Morsdistrict Boerhaaved. Stevenshofd. < 15.2 15.2-19.1 19.1-23.7 23.7-3.6 > 3.6 Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek 29 7.8 Huishoudens met een inkomen tot 11% van het sociaal minimum In Leiden geldt als inkomensgrens voor het minimabeleid 11% van het sociaal minimum 8. In 29 hadden in Leiden 5,8 duizend huishoudens een inkomen tot deze grens. Daarin wonen 9,4 duizend personen waarvan 1,9 duizend kinderen. Meer dan de helft van deze kinderen woonde in een eenoudergezin met enkel minderjarige kinderen (1, van de 1,9 duizend). Als je kijkt naar wáár in Leiden deze kinderen wonen, dan springen Leiden Noord en het Bos- en Gasthuisdistrict eruit: in beide districten wonen ongeveer vierhonderd minderjarige kinderen in een gezin met een inkomen tot 11% van het sociale minimum. Personen en kinderen in huishoudens tot 11% van het sociaal minimum per district (x duizend) 2, 1,5 1,,5,,6 Binnen stad-z 1,2,1,2 Binnen stad-n,1, Stations district 1,8,4 Leiden Noord 1,,2 Rooden burgerd. 1,9,4 Bos- en Gasthuisd. 1, 1,,3 Mors district,3, Boer haaved.,3 Meren w ijkd.,6,1 Stevens hofd. personen waarvan minderjarige kinderen Bron: CBS, Regionaal Inkomensonderzoek 29 8 Het sociaal of beleidsmatig minimum is het wettelijk bestaansminimum zoals dat in de politieke besluitvorming is vastgesteld. Het sociaal minimum betreft normbedragen die verschillen per huishoudenstype en die jaarlijks worden aangepast 7 Staat van Leiden 212

7.9 Trends en ontwikkelingen De verwachting is dat de werkloosheid in Nederland zal toenemen. Of dit ook voor Leiden geldt, is niet zeker. Door de aard van de werkgelegenheid in Leiden (overheid, gezondheidszorg, onderwijs) is de Leidse economie minder conjunctuurgevoelig. Omdat er nu bezuinigingen op het overheidsapparaat en de zorg worden verwacht zou dat de komende jaren anders kunnen worden. Het beleid van de gemeente is erop gericht om het aantal uitkeringsontvangers zo laag mogelijk te houden met als (ultieme) doelstelling dat de gemeente geen eigen middelen hoeft toe te voegen aan het rijksbudget. Dit is in onzekere economische tijden een grote uitdaging. Er is steeds minder budget voor re-integratie. De mogelijkheden die er zijn moeten efficiënt worden ingezet. Daardoor is er geen financiële ruimte meer voor zorg- of sociale activeringstrajecten. Ook mensen met een goede kans op een baan krijgen geen (financiële) ondersteuning van de gemeente bij re-integratie naar werk. In 213 wordt landelijk een strenger handhavings- en sanctiebeleid ingevoerd. De trend streng maar rechtvaardig wordt daardoor versterkt. Leiden zal hierin mee moeten gaan, niet alleen omdat het een wettelijke verplichting is, maar ook omdat aan de nieuwe wetgeving een bezuiniging is gekoppeld. Meer informatie? Meer informatie over Werk en inkomen vindt u op www.leiden.nl/statistiek Voor rapporten: klik op Onderzoeksbank Voor tabellen: klik op Leiden in cijfers bijvoorbeeld Feitenblad Inkomens in Leiden Stadsenquête over financiële situatie Bijstandsgegevens per buurt Staat van Leiden 212 71