Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vergelijkbare documenten
Onteigening in de gemeente Utrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeenten Culemborg en Geldermalsen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Zoetermeer VW

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de raad AGENDAPUNT NR Doetinchem, 27 februari 2013 ALDUS VASTGESTELD 7 MAART Start onteigeningsprocedure oostelijke randweg

Aan de Gemeenteraad. Onderwerp : Procedure administratieve onteigening t.b.v. gronden rondweg Buitenpost. Raad. 6 maart Status.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeenten Haarlemmermeer en Aalsmeer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de raad AGENDAPUNT 7

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Amersfoort

Onteigening in de gemeente Apeldoorn

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeente Maasdriel VW

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderwerp Start administratieve onteigeningsprocedure ten behoeve van realisatie bestemmingsplan 'Neptunus' te Kessel.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Hierbij delen wij u mede dat op uw d.d. 21 maart 2013 bij het college ingekomen verzoek om een omgevingsvergunning voor de activiteit{-en):

ONTEIGENING TEN BEHOEVE VAN DE ONTWIKKELING VAN HET BEDRIJVENTERREIN BPMAA

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onteigening in de gemeenten Rotterdam, Berkel en Rodenrijs en Pijnacker

Onteigening Lisbloemstraat 9 t/m 19 (Kleiwegkwartier) (nr. 604)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Collegevoorstel. Zaaknummer: Onderwerp: BEC Onteigening Wijksestraat 3, Heusden 2013

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

RAADSVOORSTEL EN ONTWERPBESLUIT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wet geluidhinder. Ontwerp-beschikking

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Grondverwerving; een introductie

G E N N E P. : Verzoek aan Kroon tot onteigening. Geachte raad,

Raadsvoorstel Reg. nr : Ag nr. : Datum :

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Onteigening in de gemeente Lopik VW

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wet geluidhinder. Ontwerp-beschikking

Wet geluidhinder. Ontwerp-beschikking

Raadsvergadering d.d.: 25 oktober 2010 Agenda nr: Onderwerp: verzoek aan de Kroon de administratieve onteigening te entameren

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vestiging voorkeursrecht plangebied "Ten noorden van de Nieuwe Maasdijk" in Heusden

RAADSVOORSTEL Rv. nr.: B&W-besluit d.d.: B&W-besluit nr.:

Heerhugowaard Stad van kansen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderhandelingen voorafgaand aan de onteigeningsprocedure

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Wijziging van de onteigeningswet

Onderwerp Zevende wijzigingsregeling Investeringsreglement Groen Ontwikkelfonds Brabant BV

Wet geluidhinder. beschikking

Wet geluidhinder. Ontwerp-beschikking

Wet geluidhinder. beschikking

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

OMGEVINGSVERGUNNING (UITGEBREID)

OMGEVINGSVERGUNNING Datum: 11 november 2014

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Ontwerpbeschikking d.d. 6 september 2012 Omgevingvergunning L

Procedures tegen nieuwe 380 kv-hoogspanningsverbindingen van TenneT

8 juli 2014 Mevrouw B. Bartelds mei 2013 Projectomgevingsvergunning

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

ONTWERPBESLUIT. aan de aanvraag planologische medewerking kan worden verleend middels het nemen van een projectbesluit;

Gemeente Bergen Datum besluit Datum verzending: Nummer

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Notitie Beoordeling zienswijzen aanvraag omgevingsvergunning Hupselse dwarsweg nabij voormalig nummer 2 in Eibergen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de commissie VROM

VOORSTEL OPSCHRIFT AANHEF MOTIVERING. Vergadering van 19 januari 2016 bestemd voor de gemeenteraad

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

STAATSCOURANT Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814. Nr. 20028 20 december 2010 Besluit van 12 november 2010, 10.003107 houdende aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ten algemenen nutte krachtens artikel 72a van de onteigeningswet in de gemeente Woerden Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van oranje-nassau, enz. enz. enz. Beschikken bij dit besluit op het verzoek van gedeputeerde staten van de provincie bij brief van 15 april 2010, kenmerk 2010TNT259083, tot aanwijzing van onroerende zaken ter onteigening ingevolge artikel 72a van de onteigeningswet ten behoeve van de aanleg van de zuidelijke en westelijke randweg Harmelen, vanaf de nieuwe aansluiting A12 Harmelen tot de Leidse Straatweg N198 (A12 BRAVO-deelprojecten 6a en 6b), het gedeelte tussen de Reijerscop Overgang en de Leidse Straatweg N198 (km. 58.060), met bijkomende werken, in de gemeente Woerden. Onze Minister van Verkeer en Waterstaat heeft de beslissing op het verzoek voorgedragen bij brief van 3 september 2010, RWSCD BJV 2010/1209, Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Eenheid Bestuurlijk Juridische Zaken en Vastgoed. Overeenkomstig artikel 3:11, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht hebben het ontwerp van het te nemen besluit alsmede de in artikel 63 van de onteigeningswet genoemde stukken in de periode van dinsdag 11 mei 2010 tot en met maandag 21 juni 2010 in de gemeente Woerden en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst te ter inzage gelegen. Voorafgaand daaraan is de terinzagelegging overeenkomstig artikel 3:12 van de Algemene wet bestuursrecht aangekondigd in het huis-aanhuisblad Woerdense Courant van donderdag 6 mei 2010 alsmede in de Staatscourant 7051 van maandag 10 mei 2010. Voorts is overeenkomstig artikel 3:13 van de Algemene wet bestuursrecht voorafgaand aan de terinzagelegging het ontwerp van het te nemen besluit toegezonden aan belanghebbenden en aan de verzoeker om onteigening. Belanghebbenden zijn hierbij uitgenodigd voor een hoorzitting in de gemeente Woerden op maandag 21 juni 2010. In genoemde kennisgeving zijn belanghebbenden op de hoogte gesteld van de mogelijkheid tot het naar keuze schriftelijk of mondeling naar voren brengen van zienswijzen. De volgende belanghebbenden hebben van deze mogelijkheid gebruik gemaakt: 1 de heer M. Treur RMT-RT, namens de heer A.C. van Vliet, eigenaar van de onroerende zaken met de grondplannummers 5.1, 5,2 en 5,3; 2 de heer Duiven, namens Vitens N.V., rechthebbende met betrekking tot de onroerende zaken met de grondplannummers 1, 2, 3, 4.1, 4.2, 4.2A, 4.3, 4.3A, 5.1, 5.2, 5.3, 6.1, 6.2, 6.3, 7.1, 7.2, 8.1 en 8.2. Overwegingen Ingevolge artikel 72a van de onteigeningswet kan onteigening plaatsvinden onder meer ten behoeve van de aanleg en verbetering van wegen. Reclamant sub 1. Namens reclamant sub 1 is opgemerkt, dat zijn bedrijf aan de achterzijde op circa 10 meter afstand ligt van het asfalt van de A12. De provinciale weg Bravo-6a/b zal nu volgens voornemen aan de voorzijde van het bedrijf worden aangelegd en wel op een afstand van 50 meter. De weg doorsnijdt het bedrijf in die zin dat het land van het erf wordt gescheiden. Het gaat om een klein bedrijf dat volgens de deskundigen voor de toekomst niet levensvatbaar is. Opgemerkt wordt dat Rijkswaterstaat in 1990 en 2000 akoestisch onderzoek heeft laten uitvoeren en stelt dat de boerderij in 2000 is voorzien van geluidswerende materialen. Dit is volgens reclamant onjuist. Als gevolg daarvan is volgens reclamant ook de stelling van de gemeente Woerden onjuist, dat de geluidsbelasting voldoet aan de normen. De provincie doet nu onderzoek naar de geluidsbelasting en mag uitgaan van de geluidsbelasting van de nieuwe provinciale weg, zonder rekening te houden met het geluid van de A12. Op basis van de rapporten wordt nu alleen die grond gekocht die nodig is voor de aanleg van de provinciale weg. Het inhuren van een deskundige om de geluidsbelasting te laten meten kost duizenden euro s. De kosten zijn voor reclamant niet op te brengen. Voorts wordt namens reclamant opgemerkt, dat de gemeente Woerden aangeeft geen partij te zijn omdat het om een provinciale weg gaat. Ook Rijkswaterstaat zegt niets te maken te hebben met de provincie. Andersom geeft ook de provincie aan dat zij niets met de andere overheden te maken heeft. Namens reclamant wordt aangevoerd, dat eerst vanaf 1998 de voormalige gemeente Harmelen en 1 Staatscourant 2010 20028 20 december 2010

later vanaf 2000 de gemeente Woerden met hem in gesprek zijn geweest over een oplossing. Een ieder begrijpt namelijk de onmogelijke situatie. Volgens de provincie geven de regels echter aan dat slechts dat gedeelte van de grond kan worden aangekocht dat nodig is voor de aanleg van de provinciale weg. Dat de situatie oneconomisch, ongezond, onhoudbaar en onveilig is wordt afgekocht. Reclamant, die graag als veehouder door wil, is van mening dat het de overheid zou sieren te zoeken naar een passende oplossing die hem financieel in de gelegenheid stelt om zich te verdedigen en hem ook een passende oplossing biedt voor de toekomst. Met betrekking tot het gestelde omtrent de geluidsbelasting en de vraag of de verzoeker daar thans al dan niet juist mee omgaat, merken Wij op, dat in het kader van de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure geen zelfstandige uitspraken kunnen worden gedaan over de eventuele aan de aanleg van de weg verbonden geluidshinderaspecten. De behandeling daarvan dient te geschieden in het kader van de Wet geluidhinder. Overigens heeft de verzoeker om onteigening aangegeven dat hij ten behoeve van de realisering van het onderhavige project zelfstandig akoestische onderzoeken heeft laten uitvoeren. De resultaten hiervan zijn bij reclamant bekend. Voorts heeft de verzoeker aangegeven dat er wel degelijk sprake is van afstemming tussen de betrokken overheden over de situatie op en rond de woning en het bedrijf van reclamant. Voor de woning van reclamant wordt een hogere grenswaarde vastgesteld en worden aanvullende maatregelen getroffen. Het kan hier gaan om het toepassen van geluidsreducerend asfalt en/of het treffen van maatregelen aan de gevel. Dit leidt echter niet tot andere saneringsmaatregelen en er is geen sprake van een saneringsplicht. Langs de A12, waar het primaat bij Rijkswaterstaat ligt, is een luchtscherm ter hoogte van de woning van reclamant voorzien. Daarna zijn overige maatregelen aldaar waarschijnlijk niet meer aan de orde, aldus de verzoeker om onteigening. Het namens reclamant gestelde omtrent de wijze waarop naar een passende oplossing voor zijn situatie is en wordt gezocht heeft in feite betrekking op het met hem gevoerde minnelijk overleg. Hieromtrent merken Wij vooreerst op, dat ten opzichte van de burger eerst naar het middel van de onteigening (door het starten van de administratieve onteigeningsprocedure) kan en mag worden gegrepen, indien langs minnelijke weg redelijkerwijs niet of niet in de gewenste vorm overeenstemming kan worden bereikt. Daarbij geldt, dat in de procedure op grond van Titel IIa van de onteigeningswet in het algemeen genoegzaam aan deze eis is voldaan, indien voor de tervisielegging van de onteigeningsbescheiden een aanvang met het minnelijk overleg is gemaakt. Dit overleg dient tot een redelijk punt te worden voortgezet alvorens, na gebleken noodzaak daartoe, de administratieve onteigeningsprocedure kan worden ingezet. Daarbij is het wenselijk doch niet altijd noodzakelijk, dat ten tijde van de tervisielegging van de onteigeningsbescheiden reeds een formeel bod is uitgebracht. Voldoende is, dat sprake is geweest van een redelijk doch vruchteloos gebleken poging om hetgeen onteigend moet worden langs minnelijke weg te verwerven. Alsdan kan een verzoeker om onteigening teneinde op een redelijk tijdstip tot uitvoering van het betreffende plan van het werk over te kunnen gaan in beginsel tot onteigening besluiten. Het zou te ver gaan de eis te stellen dat partijen reeds ten tijde van de tervisielegging van het plan van het werk in eerste instantie moeten zijn uitonderhandeld. Wij zijn van mening dat, zoals hiervoor beschreven, het voldoende is als op dit tijdstip met de onderhandelingen een aanvang is gemaakt en genoegzaam is komen vast te staan, dat deze onderhandelingen voorlopig niet tot het gewenste resultaat zullen leiden. Met betrekking tot het met reclamant gevoerde minnelijk overleg merken Wij in het bijzonder op, dat de door hem bedoelde onderhandelingen met de voormalige gemeente Harmelen en de huidige gemeente Woerden, die vanaf 1998 en 2000 zouden zijn gevoerd, buiten het kader van de onderhavige onteigeningsprocedure vallen. In deze procedure staat ter beoordeling de vraag of de provincie als verzoeker om onteigening zodanig voldoende doch vruchteloos gebleken pogingen heeft ondernomen om met reclamant tot overeenstemming te komen, dat op grond daarvan een aanvang mocht worden genomen met de administratieve onteigeningsprocedure. In dit verband is Ons uit de door de verzoeker om onteigening overgelegde stukken gebleken, dat op 13 december 2006 een eerste overleg met de vertegenwoordiger van reclamant is gevoerd. Hierin is gesproken over de aankoop van de voor het project benodigde gedeelten en over de aankoop van het gehele bedrijf van reclamant. Op 9 februari 2007 en 23 januari 2008 hebben partijen opnieuw overleg gevoerd. Bij brief van 1 april 2008 heeft de verzoeker om onteigening een bod aan reclamant uitgebracht gericht op de aankoop van de gedeelten die nodig zijn voor de realisering van het werk. Daarbij geeft de verzoeker aan dat hij los daarvan nog onderzoekt of in samenspraak met de gemeente tot een totaaloplossing kan worden gekomen, waarbij alle gronden en de gebouwen van reclamant betrokken kunnen worden. Op 23 september 2009 hebben partijen overleg gevoerd, waarbij de adviseur van reclamant heeft aangegeven dat de situatie rond het bedrijf van reclamant door familieomstandigheden gewijzigd is. Tevens geeft de adviseur aan dat het bedrijf geen toekomst heeft en dat hij de mogelijkheid tot de verkoop en/of eventuele verplaatsing van de woonfunctie onderzoekt. De verzoeker om onteigening heeft hierop laten weten dat hij zich verder zal richten op de verwerving van de voor de realisering van het werk benodigde gedeelten en heeft de taxatiecommissie vervolgens 2 Staatscourant 2010 20028 20 december 2010

opdracht gegeven tot het uitbrengen van een rapport/advies daarover. Op 22 januari 2010 voeren partijen opnieuw overleg. Afgesproken wordt dat de adviseur van reclamant onder meer navraag bij de gemeente zal doen naar de mogelijkheid tot de bouw van een extra stal en navraag bij Rijkswaterstaat doet naar de stand van zaken rond de geluidssanering. Op 28 januari 2010 heeft de adviseur reclamant bericht dat er kans is op een vervangende boerderij door een grondruil met een derde partij. Op 5 februari 2010 voeren partijen overleg, waarin reclamant en zijn adviseur onder meer stellen dat er geen volledige geluidssanering is uitgevoerd. In de daarop volgende overleggen van 22 januari 2010 en 5 februari 2010 wordt namens de verzoeker om onteigening een bod uitgebracht. De verzoeker om onteigening heeft deze aanbieding bij brief van 9 april 2010 bevestigd. Daarbij wordt gesplitst een bod uitgebracht voor de aankoop van de oppervlakten die minimaal nodig zijn voor de realisering van het werk en een bod voor de aankoop van de oppervlakten die de verzoeker om onteigening zou willen verwerven om het werk tevens landschappelijk in te kunnen passen. De biedingen worden gedaan inclusief de waardevermindering van het overblijvende maar exclusief de eventuele geluidwerende voorzieningen aan het pand van reclamant. De verzoeker om onteigening geeft voorts in de brief inzicht in de wijze waarop de overblijvende gronden van reclamant worden ontsloten. Tot slot geeft de verzoeker aan dat nog onderzoek loopt naar de mogelijkheid om in samenwerking met Rijkswaterstaat en de gemeente het gehele bedrijf aan te kopen. Dit omdat reclamant heeft aangegeven dat de geluidsbelasting op de gevels van de woonboerderij ontoelaatbaar hoog wordt. De verzoeker deelt in de brief mede dat het onderzoek nog loopt en dat het te vroeg is om uitsluitsel te geven op het verzoek tot gehele aankoop. Een en ander zal parallel aan de aankoop van de benodigde gronden nader worden uitgewerkt. Gelet op bovenstaande zijn Wij van mening dat de verzoeker om onteigening voorafgaand aan de start van de administratieve onteigeningsprocedure voldoende doch vruchteloos gebleken pogingen heeft ondernomen om met reclamant tot overeenstemming te komen. Op het moment van de start van de procedure door middel van de terinzagelegging van de stukken stond naar Ons oordeel genoegzaam vast dat nog niet met reclamant, al dan niet in de door hem gewenste vorm, overeenstemming kon worden bereikt. Ook het overleg dat nadien nog heeft plaatsgevonden heeft nog niet tot overeenstemming geleid. De verzoeker om onteigening heeft in dat verband aangegeven dat hij op 18 mei 2010 overleg heeft gevoerd met de gemeente Woerden en Rijkswaterstaat, zulks naar aanleiding van de toezegging die in de brief van 9 april 2010 aan reclamant werd gedaan omtrent het onderzoek naar de mogelijkheid tot aankoop van het gehele bedrijf. Dit overleg heeft echter geen besluit over de gehele aankoop opgeleverd. Op 16 juni 2010 heeft de verzoeker overleg gevoerd met reclamant. Daarin is hem medegedeeld dat Rijkswaterstaat alleen een luchtscherm langs de A12 ter plaatse van zijn boerderij wil plaatsen. Op 18 juni 2010 heeft de verzoeker om onteigening telefonisch contact gehad met de adviseur van reclamant. Hieruit blijkt dat reclamant inmiddels op 17 juni 2010 zelf ook overleg met Rijkswaterstaat heeft gehad. Naar aanleiding hiervan wil reclamant nu onderzoeken of zijn grond een andere bestemming kan krijgen en of de vestiging van zijn bedrijf op een andere locatie mogelijk is. Het overleg met reclamant dient te worden voortgezet. Dit overleg dan wel het overleg dat ingevolge artikel 17 van de onteigeningswet vooraf dient te gaan aan de start van de gerechtelijke onteigeningsprocedure zal wellicht alsnog tot een voor partijen aanvaardbare oplossing leiden. Voor het overige merken Wij naar aanleiding van de zienswijze van reclamant op dat de verzoeker om onteigening nadrukkelijk zoekt naar een passende oplossing binnen de mogelijkheden die hiertoe bestaan. In de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure op grond van Titel IIa van de onteigeningswet kunnen echter alleen die gronden ter onteigening worden aangewezen die noodzakelijk zijn voor de realisatie van het werk. Naar aanleiding van de opmerking dat reclamant graag als veehouder door wil en daarvoor een passende oplossing wenst wordt opgemerkt, dat de onteigening ingevolge artikel 40 van de onteigeningswet plaatsvindt op basis van een volledige schadeloosstelling voor alle schade die de onteigende rechtstreeks en noodzakelijk door het verlies van zijn onroerende zaak lijdt. De hoogte en de wijze van berekening daarvan staat in het kader van de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure niet ter beoordeling, maar komt bij het ontbreken van minnelijke overeenstemming in het kader van de gerechtelijke onteigeningsprocedure aan de orde. Reclamante sub 2. Namens reclamante sub 2 is naar voren gebracht, dat een bij haar in gebruik zijnde transportleiding binnen de grens van de A12 Bravo-deelprojecten 6a en 6b ligt. Deze leiding ligt in de onroerende zaken kadastraal bekend gemeente Harmelen, Sectie C, nummers 134 en 352. Het gaat om een geboorde leiding die 12 meter diep ligt en die met een zakelijk recht in deze onroerende zaken ligt. Waarschijnlijk zal de leiding voor de realisering van het werk geen probleem opleveren. Reclamante wijst er echter op dat het recht door de onteigening teniet wordt gedaan. Zij ziet graag dat weer een 3 Staatscourant 2010 20028 20 december 2010

zakelijk recht voor de leiding gevestigd wordt dan wel dat voor de leiding een vergunning wordt verleend. Naar aanleiding hiervan merken Wij op, dat in de onderhavige administratieve onteigeningsprocedure alleen de door reclamante genoemde onroerende zaak kadastraal bekend gemeente Harmelen, Sectie C, nummer 134 is betrokken. Deze heeft het grondplannummer 6.3. De in deze onroerende zaak krachtens opstalrecht aanwezige leiding bevindt zich op een diepte van 12 meter en zal volgens de verzoeker om onteigening door de aanleg van het werk niet worden aangetast. In dit verband overwegen Wij dat het opstalrecht echter ingevolge artikel 59, derde lid, van de onteigeningswet door de inschrijving van het vonnis van onteigening zal vervallen (titelzuiverende werking) indien de verzoeker er niet in slaagt met de eigenaar van de onroerende zaak waarop het opstalrecht van reclamante gevestigd is tot overeenstemming te komen en het tot een gerechtelijke onteigeningsprocedure komt. De verzoeker om onteigening heeft reclamante in verband daarmee bij brief 13 april 2010 onder meer laten weten dat in die gevallen waarin het recht wordt aangetast dit wordt hergevestigd dan wel dat een vergunning wordt verleend. Naar aanleiding van de zienswijze van reclamante heeft de verzoeker dit opnieuw per email bevestigd. Hiermee is voldoende zekerheid gegeven dat reclamante na de onteigening en de aanleg van het werk het beheer en onderhoud van de leiding kan blijven uitvoeren. Overige overwegingen De voor de aanleg van de zuidelijke en westelijke randweg Harmelen benodigde gronden zijn gelegen binnen het bestemmingsplan buitengebied Harmelen 2001. De gemeenteraad heeft het plan op 28 februari 2002 vastgesteld. Het vastgestelde bestemmingsplan met nummer 2002REG002202i is goedgekeurd op 14 oktober 2002 en onherroepelijk geworden op 17 december 2003 met nummer 200206748/1/R2. De gebieden die nodig zijn voor de realisatie van het werk hebben de bestemming Agrarisch gebied met Landschapswaarden. De aan te leggen werken hebben de bestemming verkeersdoeleinden. Omdat zij in strijd zijn met het huidige bestemmingsplan is bij brief van 27 juni 2008 een vrijstelling op grond van artikel 19, eerste lid, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) aangevraagd. Het Milieueffectrapport (MER) is op 27 november 2007 gereed gekomen en heeft van 7 februari 2008 tot 20 maart 2008 ter inzage gelegen in de gemeente Woerden. De MER-commissie heeft vervolgens geconcludeerd dat onder andere de samenhang met het MER van project Bravo 3 ontbrak. Daarop is besloten om het MER voor Bravo 6a/b en Bravo 3 samen te voegen tot één gecombineerd MER. Dit gecombineerde MER is tezamen met de ruimtelijke onderbouwing en de aanvraag om vrijstelling ter inzage gelegd van 4 december 2009 tot 15 januari 2010. Er zijn meerdere zienswijzen ingediend die betrekking hebben op de zuidelijke en westelijke randweg Harmelen (6a en 6b) en op het MER. De gemeente Woerden zal de ingekomen zienswijzen inhoudelijk beoordelen alvorens een verklaring van geen bezwaar wordt aangevraagd bij de provincie. Op de A12 ten westen van de stad worden al geruime tijd problemen in de verkeersafwikkeling gesignaleerd. In 2001 is het beleidsplan Bereikbaarheidsoffensief Randstad (BOR) uitgekomen. Daarin is vastgelegd dat de minister van Verkeer en Waterstaat het voor de middellange termijn zinvol acht om de capaciteit van de weg te vergroten met benuttingsmaatregelen en om een extra aansluiting op de A12 te realiseren. De benuttingsmaatregelen en de aansluiting A12 Harmelen zijn in het project Benutting A12 -west opgenomen. Voor het project is een budget gereserveerd. De urgentie en de noodzaak om de onderhavige weg aan te leggen wordt veroorzaakt door de snelle groei van het verkeer in de regio Woerden en -West die heeft geleid tot een overbelasting van de aansluitingen Woerden en de Meern op de A12. Deze problematiek zal in de komende jaren nog verder toenemen. De zuidelijke en de westelijke randweg Harmelen en later de oostelijke randweg Woerden, vormen de toe- en afvoerwegen naar de recent gerealiseerde aansluiting A12 Harmelen. De hier gerealiseerde carpoolplaats vormt een onmisbaar onderdeel in deze structuur. Zodra de te onteigenen gronden in eigendom van de provincie zijn wordt aangevangen met de uitvoering van het werk. De planning voorziet erin dat de nieuwe weg in 2013 volledig is gerealiseerd. Het moet in het belang van de vlotte en veilige doorstroming van het verkeer noodzakelijk worden geacht, dat de provincie de eigendom verkrijgt van de in dit besluit genoemde onroerende zaken. De door reclamanten naar voren gebrachte zienswijzen worden niet van zodanig gewicht geacht dat op grond daarvan het verzoek om een koninklijk besluit ex artikel 72a van de onteigeningswet, moet worden afgewezen. 4 Staatscourant 2010 20028 20 december 2010

Beslissing; Gelet op de onteigeningswet, Gehoord de Raad van State, advies van 13 oktober 2010, W09.10.0429/IV, en gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 8 november 2010, RWSCD BJV 2010/ 1569, Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Eenheid Bestuurlijk Juridische Zaken en Vastgoed, Hebben Wij goedgevonden en verstaan: Ten behoeve van de aanleg van de zuidelijke en westelijke randweg Harmelen, vanaf de nieuwe aansluiting A12 Harmelen tot de Leidse Straatweg N198 (A12 BRAVO-deelprojecten 6a en 6b), het gedeelte tussen de Reijerscop Overgang en de Leidse Straatweg N198 (km. 58.060), met bijkomende werken, in de gemeente Woerden, zullen ten algemenen nutte en ten name van de provincie worden onteigend de onroerende zaken, aangeduid op de grondtekeningen die ingevolge artikel 63 van de onteigeningswet in de gemeente Woerden en bij Rijkswaterstaat Corporate Dienst ter inzage hebben gelegen als: Grondplan Te onteigenen grootte Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Harmelen Als Ter grootte Sectie en Ten name van van ha a ca ha a ca 1 0 23 75 terrein (grasland) 1 52 90 B 2563 1/2 eigendom: De Wit, Roelof Cornelis, Kamerik, g.m. Van Ingen, Alida Wilhelmina, Kamerik 1/2 eigendom: van Ingen, Alida Wilhelmina, Kamerik, g.m. De Wit, Roelof Cornelis, Kamerik 2 0 14 00 terrein (grasland) 0 78 90 B 2562 Hoogland, Gerardus Wilhelmus Johannes, Montfoort, g.m. De Wit, Adriana Cornelia Maria, Montfoort 3 0 55 45 terrein (grasland) 2 81 60 B 2561 De Heer, Aart, Harmelen, g.m. Griffioen, Johanna Neeltje, Harmelen 4.1 0 09 75 terrein (grasland) 2 40 45 B 2555 Van Schajik, Gerrit, Harmelen, g.m. Van der Vaart, Wijntje, Harmelen Privaatrecht, gerechtigde: N.V. Stedin Netten, Rotterdam 4.2 0 10 95 terrein (grasland) 1 17 40 B 2554 Van Schajik, Gerrit, Harmelen, g.m. 4.2A 0 00 09 Van der Vaart, Wijntje, Harmelen 5 Staatscourant 2010 20028 20 december 2010

Grondplan Te onteigenen grootte Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Harmelen Als Ter grootte Sectie en Ten name van van ha a ca ha a ca 4.3 0 14 60 terrein (grasland) 1 16 70 B 2553 Als grondplannummer 4.2 4.3A 0 00 12 5.1 0 13 95 terrein (grasland) 1 54 50 C 338 Van Vliet, Arie Cornelis, Harmelen Privaatrecht op ged. van perceel, gerechtigde: 2x N.V. Nederlandse Gasunie, Groningen van perceel, gerechtigde: 5.2 0 25 00 terrein (grasland) 0 97 20 C 337 Van Vliet, Arie Cornelis, Harmelen Privaatrecht, gerechtigde: N.V Nederlandse Privaatrecht, gerechtigde: Vitens N.V., 5.3 0 24 34 terrein (grasland) 1 02 50 C 184 Van Vliet, Arie Cornelis, Harmelen Privaatrecht op gedeelte van perceel, gerechtigde: Opstalrecht: Nutsvoorzieningen op gedeelte 6.1 0 30 05 terrein (grasland) 2 75 30 C 183 Colje Veehouderijbedrijf BV, Woerden 6.2 0 29 69 terrein (grasland) 2 64 50 C 135 Als grondplannummer 6.1 6.3 1 50 26 terrein (grasland) 2 72 00 C 134 Als grondplannummer 6.1 6.4 0 57 57 terrein (grasland) 1 30 60 C 133 Colje Veehouderijdrijf BV, Woerden 6.5 0 54 67 terrein (grasland) 1 29 90 C 132 Als grondplannummer 6.4 6.6 0 70 39 terrein (grasland) 1 62 20 C 131 Als grondplannummer 6.4 6.7 0 03 22 terrein (natuur) 0 03 60 C 130 Als grondplannummer 6.4 6.8 0 56 60 terrein (grasland) 2 50 70 C 404 Colje Veehouderijbedrijf BV, Woerden Privaatrecht op ged. van perceel, gerechtigde: Gemeente Woerden, Woerden 7.1 0 16 30 terrein (grasland) 1 50 50 C 159 Van Miltenburg, Ronald Paulus Jozef, Harmelen, g.m. Sluijs, Kristanne Jeanette, Harmelen 7.2 0 26 00 terrein (grasland) 2 34 50 C 158 Als grondplannummer 7.1 8.1 0 00 35 gezondheid erf-tuin 8 58 70 L 1793 Stichting Woon-Zorgcentra De Rijnhoven, Vleuten, 6 Staatscourant 2010 20028 20 december 2010

Grondplan Te onteigenen grootte Van de onroerende zaak, kadastraal bekend, gemeente Harmelen Als Ter grootte Sectie en Ten name van van ha a ca ha a ca 8.2 0 01 05 zetel: Vleuten-De Meern 10 0 01 55 terrein (natuur) 0 08 40 D 11 1/2 eigendom: Netten, Dirk Theodorus, Woerden, g.m. Van Waas, Brigitta Louise, Woerden 1/2 eigendom: Van Waas, Brigitta Louise, Woerden, g.m. Netten, Dirk Theodorus, Woerden Onze Minister van Infrastructuur en Milieu is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in de Staatscourant zal worden geplaatst en waarvan afschrift aan de Raad van State zal worden gezonden. Den Haag, 12 november 2010 De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen. 7 Staatscourant 2010 20028 20 december 2010