Algemene informatie

Vergelijkbare documenten
U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase

U I T S P R A A K

Uitvoeringsreglement Studieadvies in de propedeutische fase

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Datum 13 april 2010 Betreft Rapport Bindend studieadvies van de Inspectie van het Onderwijs

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

BESLUIT COLLEGE VAN BESTUUR

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Zaaknummer : 2013/261

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

REGELING BINDEND STUDIEADVIES UNIVERSITEIT LEIDEN

U I T S P R A A K

Artikel 1. Definities...2. Artikel 2. Eisen Bindend Studieadvies...2. Artikel 3. Het studiebegeleidingsplan en het advies...2

Bij beslissing van 28 augustus 2013 heeft de examencommissie van de opleiding Informatica appellant een negatief bindend studieadvies gegeven.

U I T S P R A A K

Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Bindend Studieadvies. student. uva.nl/ rechten

U I T S P R A A K

Regeling Bindend Studieadvies

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Inhoud REGELING BINDEND STUDIEADVIES UNIVERSITEIT LEIDEN. Artikel 1. Definities...2. Artikel 2. Eisen Bindend Studieadvies...2

Bij beslissing van 9 juli 2014 heeft het CBE het door appellante daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard.

U I T S P R A A K

: negatief bindend studieadvies, persoonlijke omstandigheden Datum uitspraak : 23 september 2005

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Zaaknummer : CBHO 2014/060 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juni 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden

REGELING BINDEND STUDIEADVIES UNIVERSITEIT LEIDEN

U I T S P R A A K

het College van Beroep voor de Examens van de Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

U I T S P R A A K

Uitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellant, het CBE van de Hanzehogeschool Groningen (hierna: CBE), verweerder.

Zaaknummer : 2013/235

U I T S P R A A K

Preambule... 3 Sectie A... 3 Artikel 1. Definities Artikel 2. Eisen Bindend Studieadvies... 4

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Zaaknummer : 2013/129

Zaaknummer : CBHO 2016/180.5 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 2 november 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Bindend Studieadvies (BSA)

U I T S P R A A K

Zaaknummer : 2014/001/CBE en 2014/001.1

Zaaknummer : CBHO 2015/089 Rechter(s) : mr. Olivier Datum uitspraak : 18 augustus 2015 Partijen : Appellante en CBE Erasmus Universiteit Rotterdam

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

Zaaknummer : CBHO 2015/254 Rechter(s) : mr. B.K. Olivier Datum uitspraak : 13 januari 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland

het College van Beroep voor de Examens van de Vrije Universiteit Amsterdam (hierna: het CBE), verweerder.

Zaaknummer : 2013/207 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 18 juli 2014 Partijen : Appellant tegen CBE Hogeschool van Amsterdam Trefwoorden :

U I T S P R A A K

Zaaknummer : CBHO 2013/233 Rechter(s) : mr. Lubberdink Datum uitspraak : 13 juni 2014 Partijen : Appellant tegen de Hogeschool Inholland Trefwoorden

U I T S P R A A K

JAARVERSLAG 2010 EXAMENCOMMISSIE FACULTEIT DER WIJSBEGEERTE ERASMUS UNIVERSITEIT ROTTERDAM

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K

het College van Beroep voor de Examens van de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen (hierna: het CBE), verweerder.

het College van Beroep voor de Examens van de HZ University of Applied Sciences, gevestigd te Vlissingen, verweerder.

Versie 26 januari 2016 Uitgave Centrum voor Bestuurlijke Activiteiten

Zaaknummer : 2014/145

25 oktober 2016 Beroep [appellant] negatief bindend studieadvies

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

U I T S P R A A K

COLLEGE VAN BEROEP VOOR DE EXAMENS. Uitspraak van het College van Beroep voor de Examens van Tilburg University

Uitspraak in de zaak tussen: [naam], wonende te [woonplaats], appellante,

Informatie over het BINDEND STUDIEADVIES voor studenten Pedagogische Wetenschappen

Zaaknummer : 2012/220 en 220.1

College van Beroep voor het Hoger Onderwijs

VRAGENLIJST HBO. Ingevuld door: Naam instelling: Adres instelling: Contactpersoon: Naam: Telefoon:

Zaaknummer : CBHO 2016/074 Rechter(s) : mr. Streefkerk Datum uitspraak : 10 oktober 2016 Partijen : appellante en CBE Hogeschool Inholland

U I T S P R A A K

het college van beroep voor de examens van De Haagse Hogeschool (hierna: het CBE), verweerder.

De Examencommissie van de Academie voor Marketing en Business Management

U I T S P R A A K

Informatie over het BINDEND STUDIEADVIES voor studenten Pedagogische Wetenschappen

U I T S P R A A K

U I T S P R A A K 07 73

Handleiding bindend studieadvies

U I T S P R A A K

het college van beroep voor de examens van Fontys Hogescholen (hierna: CBE), verweerder.

Het College van beroep voor de examens aan de Universiteit Utrecht (hierna: het College) heeft de volgende uitspraak gedaan op het beroep van:

Wet op het Hoger Onderwijs- en Wetenschap Overzicht voor studenten relevantie wetsartikelen INHOUDSOPGAVE. Hoofdstuk 7. Onderwijs...

Informatie over het BINDEND STUDIEADVIES voor studenten Pedagogische Wetenschappen

Zaaknummer : CBHO 2015/059 Rechter(s) : mr. Borman Datum uitspraak : 2 maart 2016 Partijen : appellant en CBE Hogeschool Inholland Trefwoorden :

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

Transcriptie:

Algemene informatie 2016-2017 BSA-regeling UITVOERINGSREGELING STUDIEADVIES BSA - TUA juni 2016 Aan de TUA geldt een bindend studieadvies. De Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) geeft hier richtlijnen voor. Voor de uitgifte van een BSA is het nodig dat alle studenten tussentijds op de hoogte worden gebracht over hun voortgang en dreigend negatief advies. Alleen dan kan de examencommissie overgaan tot het daadwerkelijk afgeven van een BSA (negatief). Ook de toestroom van eigen route studenten vraagt om een goed doordachte regeling voor het uitvoeren van het BSA. In deze notitie wordt beschreven hoe en wanneer het BSA wordt uitgegeven. Waar gesproken wordt over het advies kan het gaan over een positief of negatief advies. 1. De propedeuse dient representatief te zijn voor de opleiding als geheel (vgl. artikel 7.8 lid 5 WHW). 2. Studenten moeten in het eerste jaar ten minste 40 studiepunten van de propedeuse halen voor een positief advies. 3. Voor deeltijders/eigen route studenten geldt dat zij in principe ten minste 20 studiepunten in het eerste studiejaar moeten halen voor een positief advies 4. Studenten worden gedurende het eerste jaar een aantal keren geïnformeerd over het aantal behaalde studiepunten en de stand van zaken met betrekking tot het studieadvies. 5. Uiterlijk op 31 augustus van het eerste studiejaar wordt het eindadvies gegeven. Het eindadvies is bindend. Het advies is negatief als de student niet heeft voldaan aan de eisen gesteld bij punt 2 of punt 3. 6. Studenten moeten de gelegenheid hebben om voor 31 augustus de tentamens van het eerste studiejaar te herkansen. 7. Voor 31 augustus meldt de examencommissie aan de student een voorgenomen advies. Daarbij wordt gewezen op de mogelijkheid om persoonlijke omstandigheden aan te dragen. 8. Studenten die een kritiek aantal punten hebben, worden na het eerste informatiepunt (in januari) uitgenodigd voor een gesprek. Tijdens dit gesprek wordt er een studieplan met de student afgesproken, dat door de student ondertekend wordt. 9. Studenten die aan de norm voldoen (40 studiepunten), maar niet alle eerstejaarsvakken hebben gehaald, worden aan het begin van het tweede jaar door de studieadviseur uitgenodigd voor een gesprek en het maken van een studieplan. Daarbij is het uitgangspunt om de resterende studiepunten voor eerste studiejaar voor het einde van het tweede studiejaar te halen (bij voltijdsprogramma) of het derde studiejaar (bij deeltijdsprogramma). 10. De vrijstelling(en) die een student heeft verkregen, worden niet meegerekend bij de te behalen 40 EC dan wel 20 EC in het eerste studiejaar. 11. Als een student na 1 februari begint met de opleiding geldt een norm van 20 studiepunten (bij voltijdsprogramma). 12. Indien zich persoonlijke omstandigheden voordoen, waardoor de student studievertraging oploopt en hij niet het vereiste aantal studiepunten kan halen, dan meldt de student dit aan de studieadviseur (tevens lid van de examencommissie). Dit doet hij zo spoedig mogelijk bij het Pagina 1/5

voordoen van de omstandigheid en voorzien van bewijs. Daarbij moet de student de examencommissie expliciet vragen om de persoonlijke omstandigheid te betrekken bij de beslissing over het advies. Onder persoonlijke omstandigheden worden verstaan: ziekte, handicap, bijzondere familieomstandigheden, zwangerschap en bepaalde bestuurswerkzaamheden. Deze omstandigheden sluiten aan op de regels van het profileringsfonds. 13. Als wordt vastgesteld dat er daadwerkelijk sprake is van persoonlijke omstandigheden die de student belemmerd hebben om de benodigde studieprestaties te leveren, wordt de termijn om de norm voor het eerste jaar te halen, verlengd met maximaal één jaar. De student maakt over de lengte van de termijn bindende afspraken met de examencommissie. 14. Als de student bezwaren heeft tegen het gegeven advies, dan meldt hij zich bij de examencommissie. De bezwaren van de student worden gewogen. Bij blijvend verschil van inzicht is er voor de student het College van Beroep voor de Examens (cobex). De correspondentie inzake bezwaren etc. dienen goed gedocumenteerd te worden. 15. Een student die een bindend negatief advies heeft ontvangen, mag zich gedurende drie daaropvolgende studiejaren niet voor de opleiding inschrijven. Tijdpad examencommissie BSA Informatievoorziening eerste studiejaar Augustus Informatiemoment Tijdens het introductieprogramma krijgen eerstejaarsstudenten informatie van de studieadviseur over het BSA en de studiebegeleiding. Vervolgens krijgen zij de BSA uitvoeringsregeling per email. In tweede collegeweek blok 3 Op basis van de studiepunten uit blok 1 en 2 en eventuele herkansingen van die periodes. De stand van zaken wordt uitgedrukt in kleuren: Tussentijds advies Na afloop van de tentamens van blok 4 Preadvies Oranje bij een score van 15 tot 20 studiepunten: de voortgang is redelijk, maar geeft reden tot zorg. Er volgt een gesprek met de studieadviseur. Rood bij een score minder dan 15 studiepunten: de voortgang is zorgelijk. Er volgt een gesprek met de studieadviseur. De student ontvangt een preadvies, op basis van de normen waarop het eindadvies worden vastgesteld. De student wordt tevens geïnformeerd over zijn rechtsbeschermingsmogelijkheden indien het preadvies een negatief advies is. De student krijgt de mogelijkheid om schriftelijk een toelichting te geven op persoonlijke omstandigheden indien hij voorziet dat hij op 31 augustus niet voldoende studiepunten heeft voor een positief advies. Laatste week augustus Eindadvies Uiterlijk 31 augustus wordt het definitieve BSA verstuurd (het college van bestuur geeft een BSA af). Hierbij wordt de mogelijkheid van beroep bij het CoBEx genoemd. De BSAdviezen zijn de volgende: Positief advies: tussen de 40 en 60 studiepunten. Pagina 2/5

Positief onder voorbehoud: minder dan 40 studiepunten behaald, met verlenging. De student krijgt maximaal een jaar extra de tijd om de 40 punten te behalen (bijvoorbeeld in het geval van persoonlijke omstandigheden). Hij maakt hierover afspraken met de examencommissie. Negatief: minder dan 40 studiepunten. De student wordt uitgeschreven en mag zich de komende drie studiejaren niet herinschrijven voor de opleiding. Informatievoorziening voor tweedejaarsstudenten die nog niet 60 studiepunten hebben behaald September Studieplan Studenten die in het eerste jaar een positief advies hebben ontvangen, maar nog niet alle studiepunten uit het eerste studiejaar hebben behaald, maken aan het begin van het tweede studiejaar een studieplan waarin de vakken uit het eerste studiejaar voorrang krijgen in de planning. Het studieplan wordt gemaakt in overleg met de studieadviseur. In tweede collegeweek blok 3 Studenten krijgen een overzicht van het aantal behaalde punten in alle blokken. Ook wordt wederom standaardinformatie over het BSA verstrekt. Tussentijds advies Na afloop van de tentamens van blok 4 Oranje bij een score van 51 tot 54 studiepunten: de voortgang is redelijk, maar geeft reden tot zorg. Er volgt een gesprek met de studieadviseur. Rood bij een score van 40 tot 50 studiepunten: de voortgang is zorgelijk. Er volgt een gesprek met de studieadviseur. Studenten die hun propedeuse niet hebben behaald, mogen geen vakken van het derde studiejaar volgen. Bijlage - WHW - Hoofdstuk 7. Onderwijs Artikel 7.8. Propedeutische fase en propedeutisch examen Pagina 3/5

1. Het instellingsbestuur kan in een bacheloropleiding in het wetenschappelijk onderwijs een propedeutische fase instellen. 2. Een bacheloropleiding in het hoger beroepsonderwijs omvat een propedeutische fase. 3. Aan de propedeutische fase is, voorzover in de onderwijs- en examenregeling niet anders is bepaald, een propedeutisch examen verbonden. 4. De studielast van de propedeutische fase waaraan een propedeutisch examen is verbonden, bedraagt 60 studiepunten. De studielast van de propedeutische fase van een duale bacheloropleiding bedraagt 60 studiepunten. 5. De propedeutische fase wordt met het oog op de toepassing van artikel 7.8b zodanig ingericht dat er sprake is van het verkrijgen van inzicht in de inhoud van de bacheloropleiding met de mogelijkheid van verwijzing en selectie aan het eind van die fase. Artikel 7.8b. Studieadvies propedeutische fase 1. Het instellingsbestuur van een bekostigde universiteit of hogeschool brengt iedere student uiterlijk aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een voltijdse of duale bacheloropleiding advies uit over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de bacheloropleiding. In geval van een deeltijdse bacheloropleiding regelt het instellingsbestuur het tijdstip waarop dat advies wordt uitgebracht. 2. Onverminderd het eerste lid kan het instellingsbestuur het advies aan de student uitbrengen zolang deze het propedeutisch examen niet met goed gevolg heeft afgelegd. 3. Aan een advies als bedoeld in het eerste of tweede lid kan het instellingsbestuur ten aanzien van opleidingen die daartoe door het instellingsbestuur zijn aangewezen, binnen het in het tweede lid bedoelde tijdvak, doch niet eerder dan tegen het einde van het eerste jaar van inschrijving, een afwijzing verbinden. Deze afwijzing kan slechts worden gegeven, indien de student naar het oordeel van het instellingsbestuur, met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden, niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de vereisten die het bestuur daaromtrent heeft vastgesteld. Het instellingsbestuur kan aan de afwijzing een termijn verbinden. Het instellingsbestuur kan de afwijzing uitstrekken tot opleidingen die met de desbetreffende opleiding het propedeutisch examen gemeen hebben. Het instellingsbestuur kan van de bevoegdheid krachtens dit lid slechts gebruikmaken, indien het in de propedeutische fase van de desbetreffende opleiding zorgt voor zodanige voorzieningen dat de mogelijkheden voor goede studievoortgang zijn gewaarborgd. 4. Voordat het instellingsbestuur tot afwijzing overgaat, geeft het de desbetreffende student een waarschuwing onder bepaling van een redelijke termijn waarbinnen de studieresultaten ten genoegen van dat bestuur moeten zijn verbeterd. Het instellingsbestuur stelt de student alvorens tot een afwijzing over te gaan in de gelegenheid te worden gehoord. 5. Van de student die op grond van het derde lid is afgewezen, wordt de inschrijving voor de desbetreffende opleiding aan de betrokken instelling beëindigd. De student kan niet opnieuw aan die instelling voor die opleiding worden ingeschreven, tenzij het instellingsbestuur toepassing heeft gegeven aan de derde volzin van het derde lid of tenzij de betrokkene op een later tijdstip verzoekt om te worden ingeschreven voor de desbetreffende opleiding en daarbij ten genoegen van het instellingsbestuur aannemelijk maakt dat hij die opleiding met vrucht zal kunnen volgen. 6. Het instellingsbestuur stelt ter uitvoering van de voorgaande leden nadere regels vast. Deze regels hebben in elk geval betrekking op de studieresultaten en de voorzieningen, bedoeld in het derde lid, alsmede op de termijn, bedoeld in het vierde lid. 7. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke persoonlijke omstandigheden, bedoeld in het derde lid, het instellingsbestuur in zijn beoordeling betrekt. 8. Voor de toepassing van dit artikel wordt onder «propedeutische fase» mede begrepen de eerste periode in een bacheloropleiding in het wetenschappelijk onderwijs met een studielast van 60 Pagina 4/5

studiepunten. Voor de toepassing van dit artikel worden onder «propedeutisch examen» mede begrepen de tentamens, verbonden aan onderwijseenheden in de eerste periode in een bacheloropleiding in het wetenschappelijk onderwijs met een gezamenlijke studielast van 60 studiepunten. Pagina 5/5