Onderwijs organiseren in disruptieve tijden



Vergelijkbare documenten
7 manieren voor sneller, efficiënter en veiliger communiceren

Ondernemen is vooruitzien slimmer werken is voorop lopen

ICT: Zelf doen of uitbesteden?

Uw online leerplatform. Slimmer leren

21st Century Skills Training

Avans visie Onderwijs & ICT

Hoe je een Nieuwe, Passende Baan vindt en weer Uitdaging & Plezier ervaart in je loopbaan.

9 redenen waarom jouw website geen klanten oplevert.

In gesprek over de inhoud van het onderwijs van de toekomst

M2DESK BESCHRIJVING. Wat is het? Voor wie is het? Hoe werkt het?

Hedendaagse. Onderwijs. Hoofdbrekens. 13 uitdagingen voor het onderwijs van nu...

Samenwerken. afstand. In 5 stappen. Stappenplan. Samenwerken op afstand in 5 stappen

Blended Learning met Canvas. De complete e-learning oplossing voor opleidingsinstituten

Studenten lerarenopleiding. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

E-learning biedt perspectief

Informatica kiezen. Informatica: iets met computers? Informatie over het vak informatica in de Tweede Fase van havo en vwo

Werkgevers Ondernemers. In gesprek over de inhoud van het onderwijs

01/05. Websites Nederland over. Mobile marketing. Whitepaper #03/2013. Mabelie Samuels internet marketeer

Kritische succesfactoren notebook projecten

Op naar Vivian Clement

Is uw school klaar voor de toekomst? Zo slaagt uw instelling voor de BYOD-test

Kinderen kunnen zelfstandig met de Skoolmate werken vanaf groep 4. Wel moeten zij eerst leren hoe ze met de laptop horen om te gaan.

De kracht van sociale media in het onderwijs

Three Ships Learning Solutions

F A B S C H O L K I D S

Opleidingsprogramma DoenDenken

Business Model Innovation Guide

WERKEN 3.0. Voordelen van werken 3.0

imagine. change. Omdat WerkPlek voor u werkt Ricoh WerkPlek De beste zorg voor uw werkplek

Eindrapportage Interactieve Leerlijnen. Auteur(s) : Annemarieke Schepers Versienummer : januari Kennisnet.

Hoe kunt u profiteren van de cloud? Whitepaper

Trends in onderwijs. Interview met Coen Free

Lab to Learn leren met morgen VOORBEELDRAPPORTAGE EDUCHECK VO. EJ"Chec Ra pp. orfa e. Ij IT-workz. liorl

Security Awareness

Alles in de cloud: bent u er al klaar voor? Whitepaper OGD ict-diensten. Alles in de cloud: bent u er al klaar voor? Whitepaper OGD ict-diensten

7 ontwikkelingen waar de horecaondernemer van kan profiteren

Bepalen toekomstige computertechnologie

Slim samenwerken aan Smart Technology

PrintOnderweg Eenvoudig printen via de cloud. Altijd, overal, iedereen, vanaf elk apparaat.

Leer Opdrachten ontwerpen voor Blended Learning

Mobiel, klantgerichter en veilig werken in de retail

chromebooks op Sorghvliet

Aanspreekpunt voor studenten Informatica van Avans Hogeschool voor stage en afstuderen.

De cloud die gebouwd is voor uw onderneming.

ICT als aanjager van de onderwijstransformatie

MET MICROSOFT IT ACADEMY. effectiever gebruik van ICT middelen in het onderwijs. kwaliteits- en tijdswinst voor onderwijsprofessionals en leerlingen

De Moderne Werkplek. Een sterke basis voor elke organisatie die klaar wil zijn voor de toekomst

HOE VERSTERK JE HET ONDERWIJS MET DIGITALE MEDIA Emil Diephuis (DT) Ria Jacobi (O2)

Uw smartphone als sleutel

VOORDELEN VAN BLENDED LEARNING

Onderwijs en ICT Beleidsplan

Dataportabiliteit. Auteur: Miranda van Elswijk en Willem-Jan van Elk

Desktop, Laptop, Netbook, Ultrabook or Tablet? Which is best for what? Keuzes maken

De leukste opleidingen

Tech 2015: niet méér, maar slimmere technologie

Adinda Keizer - Copyright 2013 Niets uit deze uitgave mag zonder toestemming van Vindjeklant.nl worden gekopieerd of gebruikt in commerciële

Docenten effectiever professionaliseren dankzij ICT. Wilfred Rubens

Qsuite in een mobiele applicatie. Geschikt voor telefoon en tablet

Werkplekvisie. Hans van Zonneveld Senior Consultant Winvision

De objectieve zakenpartner in telecommunicatie SPLIETHOFF VAST-MOBIEL INTEGRATIE

Wat is de cloud? Cloud computing Cloud

Opleiden in het digitale tijdperk Mary Dankbaar

IaaS als basis voor maatwerkoplossingen

2 Het nieuwe werken gedefinieerd

Op weg naar persoonlijk leren

Impact Cloud computing

6 VRAGEN OM HET JUISTE BOEKHOUDPAKKET TE KIEZEN

Zorgeloos communiceren. Ook voor uw totaaloplossing!

CodeKlas: Programmeren op school is een feestje!

Ga jij ook voor een baan die iedereen energie geeft?

Waarom dit e-book. De vele mogelijkheden van LinkedIn zal in dit e-book uitgebreid uitgelegd worden. Ik wens je veel leesplezier!

Piter Jelles Strategisch Perspectief

Multidisciplinair technisch onderwijs ontplooit zich bij De Cromvoirtse en Bosch Rexroth

Het Nieuwe Werken in de praktijk

Waarom telefonie via je ICT-partner?

Scenario s voor Leren op Afstand in het MBO

Lesbrief: Mediawijs Thema: Mens & Dienstverlenen in de toekomst

Webdesign voor ondernemers

ECDL, het Europees Computer Rijbewijs

WAT DOET U OM TALENTEN TE ONTWIKKELEN? SMART-onderwijsoplossingen

IFECTIVE KNOWLEDGE FRAMEWORK

Office 365, SOMtoday & Ouderportaal. Wat kunt u verwachten op het Griftland College

Welkom in het Horizon College

Handout PrOfijt. - Versie Versie: 1.1 Datum: Mike Nikkels / Olav van Doorn

Integrale informatie voorziening: Inschrijven - Volgen Plannen - Roosteren. SIS Link 2010: Educator Scheduling, een nieuw paradigma

Checklist voor een flexibele leeromgeving. Flexibele stroomvoorziening. collegezaal universiteit.

De digitale leerwereld RIZO 2.0, 13 maart 2012

Van beeldscherm tot output

Deze vragenlijst bestaat uit vijf delen, A t/m E.

Cloud Computing. Bart van Dijk

Van Samenhang naar Verbinding

Visie ICT bij de SJB. Waarom, wie, wat, wanneer en hoe? Werkgroep ICT Jenaplanscholen Bollenstreek

Praatplaat: de Uitdaging in beeld

We zien een datagedreven wereld vol kansen. Toepassingscentrum voor big data oplossingen

Sita (VWO2) Aaron Sams. Natuurkunde en Flipping the Classroom

Transcriptie:

Onderwijs organiseren in disruptieve tijden Gemak én eigen verantwoordelijkheid voor de moderne student Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0

Inleiding Inhoudsopgave Leeswijzer 2 Inleiding 3 Studenten van morgen: Kaleigh en David 4 1 Trends vanuit het onderwijsinhoudelijke perspectief 7 1.1 Blended learning 7 1.2 Maker movement 8 1.3 Programmeer of word geprogrammeerd 9 1.4 Games, gamification en simulaties 10 1.5 Personalisering, specialisering en flexibilisering 11 2 Trends vanuit het onderwijsorganisatische perspectief 12 2.1 De student als klant... 12 2.2 met steeds meer eigen verantwoordelijkheid 13 2.3 Tijd- en plaatsonafhankelijkheid 14 3 Dilemma s vanuit het perspectief van voorzieningen 15 3.1 Anders leren, ander gereedschap 15 3.2 Open versus gesloten systemen 16 3.3 Eigen beheer of uitbesteden 18 4 Aanbevelingen 19 5 Noten 21 6 Over de auteurs 22 De Wet van Moore laat een curve zien die de technologische ontwikkeling van transistors verbeeldt. De lijn maakt een sterke buiging naar boven in de periode waarin we nu leven. Je zou de wet kunnen zien als metafoor voor exponentiële groei, een fenomeen dat we momenteel op verschillende domeinen in de samenleving kunnen herkennen. Denk aan de snelle ontwikkelingen in wetenschappelijk onderzoek, de globalisering, het tempo waarin nieuwe producten de weg naar de consument vinden en hoe gemakkelijk ideeën zich verspreiden. Internet kan hierbij gezien worden als katalysator: het maakt het gemakkelijker dan ooit om tijd- en plaatsonafhankelijk samen te werken, te communiceren, te leren. En dat brengt grote veranderingen met zich mee. Transitie en disruptie zijn dan ook veelgebruikte begrippen om deze periode in de geschiedenis te kenschetsen. Anderen spreken van een Renaissance 2.0. In zijn boek We worden steeds slimmer stelt de Canadese auteur/journalist Clive Thompson zelfs dat de impact van het internet op de manier waarop we kennis vergaren en construeren even groot is als de uitvinding van de boekdrukkunst. De gevolgen voor het onderwijs mogen niet onderschat worden. De veranderende Leeswijzer In dit document wordt het begrip student gebruikt voor zowel studenten als leerlingen. Waar de hij -vorm gebruikt wordt, wordt ook zij bedoeld. samenleving stelt andere eisen aan scholen: leer studenten de vaardigheden voor de 21e eeuw. Studenten eisen bovendien toegang tot eigentijdse middelen: video, games, krachtige omgevingen voor e-learning en snelle, gebruiksvriendelijke hardware. Dit vraagt om een heroriëntatie op de doelen van het onderwijs en de middelen waarmee we onderwijs vormgeven en leren ondersteunen. De vraag die we in dit rapport bespreken, luidt dan ook: hoe faciliteren we op een slimme manier de student 3.0?

Studenten van morgen: Kaleigh en David Een studente, laten we haar Kaleigh noemen. Ze doet een opleiding op het gebied van communicatie in een school, ergens in de nabije toekomst. In haar opleiding zijn stages en opdrachten in de buitenwereld een prominent element. Kaleigh is dan ook minder vaak te vinden in het schoolgebouw. Ze mist hierdoor regelmatig een college. Geen probleem: alle colleges worden op video opgenomen, inclusief bijbehorende slides en verwijzingen naar aanvullende bronnen. Ze zijn beschikbaar in de elektronische leeromgeving die vanaf elke plek met internettoegang Op de school van Kaleigh vindt men het belangrijk studenten slim te faciliteren. Zo staan er printers die je vanaf elke plek met een internetaansluiting een opdracht kunt geven. Je haalt je persoonlijke printwachtrij op als je op school komt en kiest wat je nu nodig hebt. Betalen doe je met het betaalsysteem op je smartphone, hetzelfde systeem als waarmee je je kopje soep in de kantine betaalt. En het bekertje koffie op het station. Voor haar studie heeft Kaleigh altijd de mogelijkheid te kiezen tussen geprinte of digitale readers voor haar vakken. benaderbaar is. Ofwel: overal, want internet is altijd en overal beschikbaar. Slim faciliteren betekent ook dat de school van Kaleigh focust op goed onderwijs Voor het bespreken van groepsopdrachten spreekt Kaleigh liever af bij een grand café in de stad dan in de kantine op school. Er komen veel studenten van allerlei pluimage, wat soms tot boeiende uitwisselingen van kennis en ervaringen leidt. Zo ontmoette Kaleigh David. Hij studeert aan een andere instelling, maar ze runnen nu samen een student company om aan hun ondernemerscompetenties te werken. David en Kaleigh hebben een reclamebureautje waarin hij zorgt voor het zakelijke gedeelte en zij voor de creatieve uitingen. en anderen laat focussen op hún specialismen en toegevoegde waarde. De kantine en de ICT-voorzieningen werden enkele jaren geleden al uitbesteed. Daarbij heeft de school wel nadrukkelijk de regie genomen, vanuit de gedachte: de student staat centraal. Dat betekent niet dat de school alles regelt voor de student. Integendeel: studenten regelen hun eigen laptop, hun eigen internettoegang via 5G en ze kiezen een eigen systeem voor het bijhouden van het portfolio. Het betekent wel dat de school duidelijke eisen formuleert, zoals: lesmateriaal moet platformonafhankelijk beschikbaar zijn via internet. Of: alle betalingen binnen de schoolgebouwen tot Kaleigh is een bijdetijdse jongere. Ze maakt op een efficiënte manier gebruik van 10,00 moeten met de smartphone gedaan kunnen worden. technologie. Met haar smartphone regelt ze alles: haar agenda zit er in, een app met de lesroosters van school en een monitor van haar studievoortgang, een app die op basis van gps-locatie laat zien of ze haar studiegenoten gemakkelijk kan ontmoeten omdat ze zich in de directe omgeving bevinden. Ze luistert met haar smartphone naar studieboeken in audioformaat en ze betaalt ermee in het grand Een blik in de toekomst, misschien niet eens zo heel ver van nu. De vraag is: is uw organisatie klaar voor studenten als Kaleigh en David? En voor welke beslissingen van nu, is het belangrijk de werkelijkheid van morgen mee te nemen. In dit rapport willen we een aantal gedachten hierover met u delen. café, op school en bij de kiosk op het station. Verder ontvangt ze alerts voor alle belangrijke zaken: de deadline voor een werkstuk nadert, haar docent marketing heeft een extra coachingsbijeenkomst belegd Kaleigh volgde onlangs nog een semester bij een andere instelling, omdat die een interessant programma aanbood, dat precies past bij haar ambities.

Hoofdstuk 1 Trends vanuit het onderwijsinhoudelijke perspectief Technologie is dé katalysator voor ontwikkelingen in het onderwijs van begin 21e eeuw en wel vanuit twee invalshoeken: technologie als middel om onderwijs vorm en inhoud te geven, zoals digitale schoolborden, communicatie en data in the cloud; technologie als katalysator van veranderingen in de samenleving waarop onderwijs jonge mensen voorbereidt, zoals 21st century skills, internationalisering, snel verdwijnende en opkomende beroepen. 1.1 Blended learning Onderwijs wordt in toenemende mate aangeboden in de vorm van blended learning. Blended learning kan worden gedefinieerd als de mix van leerinterventies, zoals online leren en traditioneel klassikaal leren, maar ook van asynchroon online met synchroon online leren. (Rubens, 2013) Naast het boek en het college wordt tegenwoordig gebruik gemaakt van een scala aan digitale media. Blended learning is de continue zoektocht naar the best of both worlds : hoe maak je een optimale mix tussen fysieke en digitale media en online en offline ontmoeten. Ook op de zogenaamde Steve Jobs- of ipad-scholen wordt lang niet alles op de tablet gedaan. Studenten willen gebruik maken van de digitale mogelijkheden, maar blijven ook behoefte houden aan beproefde analoge media. Hiervoor zijn verschillende indicatoren. Universiteiten experimenteren momenteel volop met Massive Open Online Courses (MOOC s) waarin online colleges en een elektronische leeromgeving het mogelijk maken volledige programma s te volgen vanaf iedere plek met een internetaansluiting. Uitsluitend online leren is mogelijk, maar blijkt in de praktijk weerbarstig. Zo is de uitval in MOOC s veel groter dan die bij traditionele opleidingsvormen. Gemiddeld 7,6% van de deelnemers rondt een MOOC af. Het percentage varieert van nog geen 1% tot ruim 19%. (Rubens, 2013) Een andere indicator voor de blijvende behoefte aan een mix tussen digitaal en fysiek is dat ondanks alle nieuwe mogelijkheden op het gebied van ICT het gebruik van boeken en prints maar langzaam afneemt. 6 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 7

Het mag tegenstrijdig klinken, maar gebruikers van smartphones en tablets genereren meer volume als het gaat om printen dan degenen die deze apparatuur niet gebruiken. IDC onderzoek laat zien dat mobiel printen langzaam terrein wint. Tegen 2015 zal 50% van de gebruikers van smartphones en tablets gebruik maken van mobiel printen in de kantooromgeving. (IDC, 2012) Dat de groei van mobiel printen nog relatief langzaam gaat, heeft overigens vooral te maken met gebruiksvriendelijkheid van de tabletsoftware, stelt hetzelfde rapport. Meer dan 50% van de smartphone-gebruikers en 35% van de tabletgebruikers geeft aan dat ze niet weten hoe ze vanaf hun device kunnen printen. (IDC, 2012) Tegelijkertijd groeit de behoefte aan digitale media. Lerenden gebruiken online interactieve, gratis cursussen zoals Codecademy (programmeren) en DuoLingo (een vreemde taal leren) en raadplegen massaal filmpjes met uitleg van de lesstof. Geschiedenisleraar Joost van Oort bereikte met een aantal van zijn filmpjes met samenvattingen van de stof voor het eindexamen geschiedenis op YouTube al meer dan 200.000 kijkers. Internationaal doen de filmpjes van Michael Stevens het uitzonderlijk goed. In zijn kanaal Vscauce bespreekt hij nieuwsgierig makende vragen als Wat zou er met de aarde gebeuren als we allemaal tegelijkertijd zouden springen? of Is wat jij als rood ziet, hetzelfde als wat ik als rood zie? Zijn populairste video s hebben al meer dan tien miljoen kijkers bereikt! 1.2 Maker movement Vroeger haalden jongeren nog wel eens een radio uit elkaar. Het leverde waardevolle kennis op over hoe zo n apparaat werkt: een transistor, een luidspreker, een potmeter. Met de komst van de microelektronica leek de belangstelling voor hoe technologie fysiek werkt ondergesneeuwd te raken. Jongeren maken wel hun eigen video s of bouwen complete kastelen in de virtuele wereld van het populaire spel Minecraft. Maar wat ze ook maken: je kunt het niet zomaar aanraken. De zogenaamde Maker Movement pleit voor hernieuwde aandacht voor fysiek knutselen en fabriceren, maar dan met eigentijdse technologie, zoals de 3D-printer en micro-elektronica in modules, zoals de Raspberry Pi (een minimale basis voor een computer) en de Tinkerbots (blokjes met verschillende digitale functies). Kinderen van vijf tot veertien jaar krijgen les in robotics, 3D-printen en andere nieuwe technologieën. Kinderen van vijf tot zeven jaar krijgen les in de basis van het programmeren. Zij leren ook hoe ze eenvoudige elektrische systemen kunnen gebruiken in hun projecten. Zodra ze 11 jaar zijn en naar de middelbare school gaan, zullen ze programma s gaan gebruiken voor het maken van 3D- en wiskundige modellen en het aansturen van 3D-printers. (3D-printerworld, 2013) Scholen zullen moeten onderzoeken welke hardware (en didactische deskundigheid) nodig is om aan te sluiten bij de mogelijkheden van het leren door te maken. 1.3 Programmeer of word geprogrammeerd Van de Amerikaanse auteur Douglas Rushkoff is de uitspraak Program or be programmed. Wie niet begrijpt hoe computerprogramma s werken, zal als een willoos slachtoffer de digitale revolutie ondergaan. Met alle gevolgen van dien. Leren programmeren staat in het Nederlandse onderwijs - uiteraard met uitzondering van de beroepsopleidingen - in de kinderschoenen. De komende jaren zal daar verandering in komen. Iedere student zal op zijn minst de basiskennis en -vaardigheden van het programmeren moeten leren. Programmeren is meer dan alleen programmeren in de zin van: het op een gestructureerde manier achter elkaar zetten van digitale opdrachten om een computer een taak uit te laten voeren; een voorbereiding op een beroep waarin je precies dat gaat doen. Je doet er ook er andere kennis en competenties mee op. Je wordt je meer bewust van hoe technologie werkt. Hoe een machine wordt aangestuurd en dat daar menselijke keuzes aan vooraf zijn gegaan. En dat de programmeur met zijn keuzes Het gedachtegoed van de Maker movement dringt langzaam door in het onderwijs. Via de hashtag #makered (maker, education) delen leraren op Twitter ideeën voor leeractiviteiten met elektronica. Het idee is de nieuwsgierigheid naar technologie te prikkelen. Maar studenten laten werken met elektronica biedt nog meer perspectieven. Zo kan de 3D-printer ingezet worden voor: het leren ontwerpen, rapid prototyping om de fysieke output van eigen ontwerpen te kunnen testen; het leren werken met 3D-programma s en het programmeren zelf; het bevorderen van de creativiteit; het kennis maken met een technologie waarvan verwacht wordt dat iedereen er uiteindelijk mee te maken krijgt. In het maken ontmoeten we de wereld, krijgen we nieuwe ervaringen en leren we over wat werkt en wat niet. Maken leidt tot nieuwe kennis, inzichten en mogelijkheden. (Waag Society, 2014) Het nationale curriculum in Groot-Brittanië verplicht inmiddels scholen tot de aanschaf van een 3D-printer en de uitvoering van een begeleidend programma. 8 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 9

mensenlevens kan beïnvloeden en dat dat soms vraagt om een ethische benadering. Je leert denken in het paradigma van programma s als ondersteuning voor het slimmer bereiken van doelen van mensen. Hoe bouw ik een game waarmee de speler beter begrijpt hoe de kringloop van water werkt? Je leert nadenken over de kracht van machines en de gevolgen daarvan, maar ook over wat machines niet kunnen en waar wij mensen uniek in zijn. Kan ik een programma maken voor een robot, zodat die kinderen kan troosten die verdrietig zijn? Afgezien daarvan is programmeren een activiteit waarvan je zeer zorgvuldig en gestructureerd leert werken. Een karakter te veel of te weinig en je programma loopt vast of doet de verkeerde dingen. En als je slordig programmeert, kunnen anderen niet verder bouwen op wat jij geschreven hebt (of zie je de bomen door je zelf geschreven bos niet meer). Om te leren programmeren is niet veel meer nodig dan een alledaagse computer met de relevante software. Die is vaak gratis beschikbaar. Het kan ook spannender. Bij de Fontys-opleiding voor Leraar Technisch Beroepsonderwijs leren studenten een robot programmeren, onder andere aan de hand van de programmeertaal Python. In het basis- en voortgezet onderwijs kennen we onder andere de projecten rond het programmeren van de Mindstorm-robots van Lego. 1.5 Personalisering, specialisering en flexibilisering Een instructiemoment in de traditionele onderwijsomgeving: de docent vertelt en instrueert. Voor een deel van de studenten gaat het te snel: zij haken af. Voor een ander deel gaat het te langzaam: ook zij haken af. Blijft over: een klein deel van de studenten voor wie de informatie just in time komt. Het rendement van het onderwijs moet omhoog. Technologie maakt het gemakkelijker studenten op het juiste moment stof op het eigen niveau aan te bieden en rekening te houden met leervoorkeuren van studenten. Adaptieve educatieve software biedt studenten een gepersonaliseerd programma, waarbij extra oefening wordt geboden als studenten een onderdeel nog niet goed genoeg beheersen. Geeft de student er blijk van een onderdeel te gemakkelijk te vinden, dan mag hij sneller door de stof. Een dergelijk passend aanbod leidt tot betere resultaten en werkt bovendien motiverend. Een belangrijke ontwikkeling in de samenleving is de vraag naar steeds specialistischer professionals. Nog niet zo heel lang geleden was de enige professional die eraan te pas kwam om een liter melk bij de klant te krijgen de boer. Tegenwoordig werkt een scala van specialisten aan de productie, verwerking, verpakking en distributie van diezelfde liter melk. De beroepenwereld bestaat steeds meer uit specialisten op steeds specifiekere terreinen. Je kunnen specialiseren is van belang om je te kunnen onderscheiden op de arbeidsmarkt. 1.4 Games, gamification en simulaties Veel jongeren - en ook steeds meer volwassenen - spelen games. Eigentijdse games hebben een grote aantrekkingskracht. Bovendien worden ze steeds intelligenter: zo leren ze van het gedrag van de speler en passen zich erop aan (adaptiviteit). De grote doorbraak van games in het onderwijs laat nog op zich wachten. Het aanbod van goede educatieve games, die aansluiten bij het curriculum is, zeker voor het Nederlandstalige gebied, nog klein. Maar dit aanbod groeit, net als de behoefte aan de kant van leraren en studenten. Games hebben een enorm motiverende kracht. Gamification is het gebruiken van die kracht om slimmer doelen te bereiken, bijvoorbeeld op het gebied van leren. Denk hierbij aan concepten als levelling (de stof indelen in levels), completion bars (visualiseren van de individuele voortgang) en het organiseren van instant feedback. Er verschijnen momenteel nogal wat publicaties over dit onderwerp. Ook in Nederland pionieren docenten met gamification en worden er projecten en (praktijk)onderzoeken geïnitieerd. Games worden gebouwd vanuit het idee van pleasurable frustration. De speler krijgt een moeilijke opdracht, maar die kan wel met de nodige inzet worden opgelost. In de onderwijstheorie is daar een parallel begrip voor: de zone van naaste ontwikkeling (Vygotski). Je sluit aan bij wat een leerling al kan, maar biedt tegelijkertijd de uitdaging een volgend niveau te bereiken. Uitdaging in combinatie met haalbaarheid is een motiverend principe. (Kisjes en Mijland, 2009) Ook het gebruik van simulaties wint terrein. In de opleidingen voor de scheepvaart is een deel van de praktijkcomponent al vervangen door uren die gemaakt worden in een simulator. De simulatie maakt het mogelijk fouten te maken in een veilige omgeving en de student gedoseerd en gecontroleerd te confronteren met bijzondere situaties. Nieuwe technologieën als 3D-beelden, augmented reality en virtual reality maken simulaties informatierijker en realistischer. Hierdoor wordt de stap naar het veilig en effectief handelen in de echte wereld - ook wel transfer genoemd - verkleind. In het pre-industriële tijdperk had je hooguit dertig verschillende banen. Je kon schoenlapper zijn of kuiper of zo. Maar nu vind je op internet wel 12.000 verschillende banen. (Filosoof Roman Krznaric in Durf te denken Xtra, Human) De mogelijkheden om je te specialiseren zijn ondertussen geëxplodeerd. Alle benodigde kennis en netwerken van professionals rond een specialisatie zijn binnen handbereik via het internet. We zien het ook in het onderwijs terug in een nog altijd groeiend aanbod van opleidingen en de rol - in het hoger onderwijs - van minoren. Van onderwijsorganisaties wordt een steeds hogere mate van flexibiliteit verlangd: van het aanbieden van fysieke ruimten voor verschillende werkvormen tot ruimte geven voor het volgen van eenheden buiten de school, in het buitenland, online, bij een collega-instituut. Dat vraagt nogal wat van de organisatie, met name als het gaat om het faciliteren van de student die optimaal gebruik wil maken van de eigentijdse mogelijkheden om zich te ontwikkelen. Door deze ontwikkelingen verandert ook het schoolgebouw. Zo wordt bij het Willem van Oranje College in Waalwijk momenteel een denklokaal ingericht. Leerlingen gaan hier zelfstandig aan de slag met moeilijke vragen. In het lokaal komt geen centrale plek voor de docent. Geen digitaal schoolbord dus, maar een opstelling waarbij groepen van vier of vijf leerlingen aan de slag kunnen. Ze hebben hierbij de beschikking over een eigen computer met internettoegang. Voor de inzet van games en simulaties in het onderwijs zijn hoogwaardige ICT-voorzieningen onontbeerlijk. Het maken van een kosten-baten-analyse geeft zicht op welke investeringen bijdragen aan efficiënter en effectiever onderwijs. 10 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 11

Hoofdstuk 2 Trends vanuit het onderwijsorganisatische perspectief In de nieuwe situatie ontstaat meer invullingsruimte voor de gebruiker (leerling of leraar) bij de keuze voor en het gebruik van ict-diensten; dit leidt tot betere aansluiting op lokale processen en individuele behoeften. (Kennisnet, 2014) In hoofdstuk 1 zagen we hoe technologie een katalysator is voor onderwijsinhoudelijke ontwikkelingen. In dit hoofdstuk kijken we naar een aantal trends in de manier van organiseren en faciliteren van onderwijs. Ook hier spelen technologische ontwikkelingen een hoofdrol. Overal in de samenleving zien we hoe de verhoudingen binnen organisaties en tussen individuen en organisaties aan het veranderen zijn. Zo is internettechnologie zeer geschikt om vraag en aanbod op nieuwe manieren bij elkaar te brengen. We zien dat aan het succes van Uber, dat de taxiwereld op zijn kop zet, door via een app zelfstandig opererende chauffeurs te linken aan klanten die snel en plezierig van A naar B vervoerd willen worden. Airbnb doet hetzelfde met slaapplaatsen: het brengt reizigers in contact met mensen die thuis gasten willen ontvangen. Het aantal overnachtingen via deze dienst overtreft inmiddels dat van de grootste hotelketen. Disruptie wordt dat genoemd: van het ene op het andere moment is alles in een bepaald domein anders. Daarnaast zijn er ook meer evolutionaire ontwikkelingen. Elektronische leeromgevingen en programma s om te roosteren worden stapsgewijs steeds slimmer. En kennis delen binnen organisaties wordt steeds gemakkelijker, bijvoorbeeld via sociale media-achtige oplossingen als Yammer of platforms als Microsofts Sharepoint. Wat betekent dit alles voor het organiseren van onderwijs? 2.1 De student als klant... Veel onderwijsorganisaties zetten in hun visie de leerling centraal. De zoekopdracht op deze combinatie van trefwoorden levert ruim 200.000 resultaten op in Google! De student (en diens ouders) zijn kritische consumenten geworden. Ze willen op hun wenken bediend worden, zoals ze dat gewend zijn in hun rol als klant van organisaties. Ze willen een breed assortiment, keuzevrijheid, maatwerk, een perfecte service en dat alles tegen de scherpst mogelijke prijs. Scholen zijn traditioneel aanbodgerichte organisaties. Ze verzorgen opleidingen met een vast curriculum, leidend tot een kwalificatie die aan bepaalde standaarden moet voldoen. Meer en meer zoeken ook scholen echter naar de ruimte om meer klant- en vraaggericht te werken. Een voorbeeld van klantgericht onderwijsaanbod is de Netwerkschool, een in 2010 gestart experiment van vijf onderwijsinstellingen uit het MBO. De school is het hele jaar door open, je volgt modules in je eigen tempo en er is persoonlijke aandacht voor elke student. (Fallaux, 2014) Consumenten zijn ondertussen gewend aan 24/7 ondersteuning. Het contrast met de traditionele school kan niet groter zijn. De meeste scholen zijn alleen overdag bereikbaar en kennen relatief veel sluitingsdagen. Een belangrijke vraag voor scholen wordt, hoe de bereikbaarheid te vergroten. De uitdaging voor onderwijsorganisaties is om de balans te vinden tussen de student als klant en de verantwoordelijkheid om competente afgestudeerden af te leveren binnen de kaders die de overheid daarvoor stelt. 2.2 met steeds meer eigen verantwoordelijkheid Technologie faciliteert de klant om zelf te doen wat voorheen door professionals gedaan werd. Zo zijn we steeds meer zelf onze bankzaken gaan doen. Zelf kunnen doen geeft een gevoel van keuzevrijheid en onafhankelijkheid van organisaties, maar vergroot tegelijkertijd onze eigen verantwoordelijkheid. Die foutieve overboeking zullen we steeds vaker zelf moeten herstellen. Op macroniveau zien we dat burgers steeds meer eigen verantwoordelijkheid moeten nemen. We hebben meer regie gekregen over het regelen van onze oudedagsvoorzieningen en de Participatiewet vraagt van de burger actief mee te doen, initiatief te nemen en verantwoordelijkheid te nemen. Het sociaal leenstelsel voor studerenden kan ook in dit kader gezien worden: het stelsel benadrukt het belang van zelf verantwoordelijkheid nemen om in jezelf te investeren. In het onderwijs zie je deze trend op verschillende gebieden terug: studenten moeten zelf actie ondernemen om zich te informeren over schoolgerelateerde zaken en er is meer aandacht voor zelfstandig studeren en plannen. Ook het principe van Bring Your Own Technology (BYOT) past in deze ontwikkeling. Hierbij zorgen studenten voor hun eigen hardware. Dit ontlast de schoolorganisatie op het gebied van aanschaf en beheer. Bovendien geeft het studenten meer vrijheid de devices te kiezen waar ze graag op werken. Een bijeffect: verwacht mag worden dat studenten zorgvuldiger omgaan met spullen die van henzelf zijn. Als er sprake is van BYOT vraagt dat wat van het faciliteren van studenten: Schoolgerelateerde toepassingen dienen platformonafhankelijk te zijn. Ict-ondersteuners dienen breed georiënteerd te zijn. Het gaat hier ook om het aanbieden van krachtige netwerkvoorzieningen. Wellicht is in de toekomst ook dit aan de student zelf. Als het mobiele netwerk een snelle, landelijk dekkende toegang tot het internet biedt, waarom zou de school hier dan nog voor zorgen (zie ook paragraaf 3.1)? 12 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 13

2.3 Tijd- en plaatsonafhankelijkheid Internet en mobiele apparaten maken het mogelijk én gemakkelijk om tijd- en plaatsonafhankelijk te communiceren, samen te werken en te leren. Die tijd- en plaatsonafhankelijkheid hebben een grote impact op de manier van organiseren van onderwijs. Voorbeelden zijn het binnenhalen van gastdocenten via Skype of meer geavanceerde telepresence-oplossingen, het inleveren van werkstukken via een elektronische leeromgeving, updates van stages communiceren naar begeleidende docenten via een blog enzovoort. Tijd- en plaatsonafhankelijkheid biedt extra mogelijkheden en kan de organisatie van het onderwijs efficiënter maken. Studenten en docenten zullen minder aanwezig zijn in het schoolgebouw, waarbij the cloud de rol vervult van virtuele ontmoetingsplek. Om een en ander in goede banen te leiden, zijn goede faciliteiten en goede afspraken over de wijze van communiceren en samenwerken noodzakelijk.. Hoofdstuk 3 Dilemma s vanuit het perspectief van voorzieningen In hoofdstuk 2 zagen we hoe technologie nieuwe mogelijkheden biedt om onderwijs te organiseren. In dit hoofdstuk zoomen we in op wat dat voor voorzieningen vraagt. Hoe kunnen we de onderwijsorganisatie, de docent en de student faciliteren? Ook hier is het technologisch perspectief leidend, maar kijken we vooral naar de vraagstukken en dilemma s die een en ander met zich meebrengt voor onderwijsorganisaties. 3.1 Anders leren, ander gereedschap Enkele decennia was hij nog razend populair: de overheadprojector. Enthousiaste docenten hadden hele verzamelingen opgebouwd van sheets, soms in ingenieuze setjes waarmee je als het ware een animatie 1.0 kon presenteren in een les. Ondertussen is het apparaat uit de tijd. Hier en daar vind je er nog een, in een kast, onder een laagje stof. De digitale revolutie heeft nieuwe apparaten voortgebracht. Het krijt- en whiteboard werden vervangen door het digitale schoolbord of het interactieve beeldscherm. Veel scholen starten momenteel met tablet- of laptopklassen. In de praktijk komen de voor- en nadelen van beide apparaten naar voren. Met een goede tablet kun je de hele dag werken zonder tussentijds opladen, maar het scherm is relatief klein en het switchen tussen twee toepassingen gaat minder gemakkelijk. Beproefde functies om teksten te bewerken ontbreken (navigeren met pijltjestoetsen op de ipad) of zijn minder gebruiksvriendelijk (tekstfragmenten selecteren, knippen en plakken). De laptop heeft meer mogelijkheden, maar kent ook nadelen. Zo kan het tikken van het toetsenbord als hinderlijk worden ervaren en staat het beeldscherm, zeker in een collegezaal-opstelling, de face to face communicatie soms in de weg. Wat moet de school dan aanschaffen? Er speelt nog iets. Als de school kiest voor computerwerkplekken die trager en/of minder gebruiksvriendelijk zijn dan de eigen laptop van de student, zullen ze niet of te weinig gebruikt worden. Dan is er nog de race tussen school en de werkelijkheid van het bedrijfsleven als het gaat om faciliteiten. Voor bedrijven is de aanschaf van een apparaat een investering, voor een school een kostenpost. In het techniekonderwijs is dat een bekend dilemma: leren we studenten werken met oude apparaten in de school of sturen we ze op stage om te leren werken met apparaten, voorzien van de technologie van vandaag. Ondertussen komen er steeds meer apparaten op de markt die een specifiek onderdeel van het leren kunnen ondersteunen. Met high speed camera s kan de student inzoomen op wat er in een seconde gebeurt, de Oculus Rift biedt levensechte 3D-ervaringen, met een Google Glass kunnen handelingen ondersteund worden met aanvullende informatie op maat (augmented reality) en digitale sensoren maken het gemakkelijker allerlei metingen te doen. Welke apparaten leveren een échte bijdrage aan het leren en zijn daardoor de investering waard? Een ander vraagstuk is dat van de netwerkvoorzieningen. Nieuwbouw gebeurt al steeds vaker zonder internetbekabeling, omdat het aanleggen van een draadloze internetvoorziening goedkoper is. Maar hoe belangrijk is dat nog als studenten straks de school binnenkomen met mobiele devices die gebruik maken van het in potentie nog snellere 4G-netwerk? 14 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 15

Is 4G sneller dan wifi? Het antwoord op die vraag is onmogelijk te geven, omdat het afhangt van verschillende factoren. In theorie is 4G sneller dan wifi. Het kan een snelheid van 1000 Mbit per seconde halen. In de praktijk zal dat vaak rond de 20 Mbit per seconde zijn. Als je thuis een internetverbinding hebt van bijvoorbeeld 8 Mbit per seconde zal 4G een stuk sneller zijn. Er zit ook verschil in goedkopere abonnementen die gelimiteerd zijn tot 15 Mbit per seconde, en duurdere abonnementen. (www.4g.nl, 2014) Samenvattend: er komen in hoog tempo nieuwe technologieën beschikbaar om het leren te ondersteunen. Het vergt het uiterste van onderwijsorganisaties om te bepalen welke technologieën echt waardevol zijn. En vervolgens in welke technologieën de organisatie zelf zou moeten investeren.. 3.2 Open versus gesloten systemen Een andere lastige keuze waarmee onderwijsorganisaties geconfronteerd worden, is die tussen open versus gesloten systemen, zowel op het gebied van hardware en software als waar het gaat om inhoud, zoals methodes. Grote organisaties, zoals hardwareproducenten en educatieve uitgeverijen, hebben er belang bij klanten aan zich te binden om een grotere afzet te realiseren. Een van de tactieken is om met vendor lock-in -achtige constructies te werken: de klant wordt daarmee afhankelijk van de leverancier. Apple maakt gebruiksvriendelijke apparaten en biedt gebruiksvriendelijke software. De uitwisselbaarheid met andere systemen is echter beperkt. Zo werken ibooks alleen op een Apple-device. Met name voor onderwijsorganisaties speelt hierbij ook een ethisch aspect: word je niet het uithangbord van een commerciële organisatie, als je uitsluitend producten van dat ene merk gebruikt? checken, privacy), maar een reisje bus, trein en metro is er met de komst van de kaart toch aanzienlijk gemakkelijker op geworden. Bij het faciliteren van de student gaat het met name om het gemakkelijk maken van kleine betalingen - ook wel micropayments genoemd - voor bedragen van 0,01 tot enkele euro s. De afgelopen jaren zijn er verschillende systemen ontstaan die het doen van micropayments gemakkelijker moeten maken voor klant en leverancier. Transactiekosten zijn hierbij altijd een struikelblok geweest. Zo kost de verwerking van een transactie met ideal al snel enkele dubbeltjes tot meer dan een euro. De verhouding met het kleine te betalen bedrag is dan per definitie scheef. Oplossingen voor micropayments zijn dan ook gebaseerd op het idee van de digitale portemonnee. De klant zet hier met één transactie een groter bedrag op, bijvoorbeeld van enkele tientjes. Vanuit de portemonnee worden vervolgens de kleinere bedragen betaalt. De chipknip is op dit principe gebaseerd. Maar deze gaat verdwijnen per 1 januari 2015. De behoefte aan een gebruiksvriendelijk systeem voor micropayments verdwijnt daarmee niet. Dus zien we dat onder andere de banken bezig zijn met de ontwikkeling van alternatieven. Zo kent Rabobank Nederland MyOrder. Dit maakt micropayments mogelijk vanuit een digitale portemonnee, ook met de smartphone. Dat laatste werkt met de technologie van Near Field Communication (NFC), waarbij een chip zorgt voor contact tussen bijvoorbeeld een smartphone en een betalingssysteem. De afstand tussen die twee moet hiervoor minder dan 10 centimeter zijn. In de praktijk zal de gebruiker de smartphone tegen het betaalapparaat moeten houden. Er zijn alternatieven. Bij software denk je dan al snel aan open source en het werken met open standaarden, zoals ODF voor bestanden als alternatief voor de documentstructuren uit de Microsoft Office-pakketten. Op het gebied van onderwijsinhouden kennen we bijvoorbeeld VO-content: een digitaal alternatief voor de methodes van de educatieve uitgeverijen, gemaakt en beheerd door een coöperatie van scholen in het voortgezet onderwijs. De encyclopedie Wikipedia is een ander voorbeeld van een open systeem. De bandbreedte tussen volledig open en volledig gesloten systemen is overigens groot. Zo is een door een onderwijsorganisatie ingerichte elektronische leeromgeving meer gesloten dan een Office 365- of Google Drive-omgeving voor het delen van documenten. Tegelijkertijd gaat het uitwisselen van bestanden tussen laatstgenoemde platforms niet vanzelf. Open systemen zijn in principe goedkoper voor de eindgebruiker. Ze worden vaak onderhouden door een community van enthousiaste gebruikers. Ook worden geen grote kosten gemaakt voor het in stand houden van grote marketingafdelingen. Commerciële, gesloten oplossingen zijn daarentegen vaak wat gebruiksvriendelijker, er is meer aandacht besteed aan het uiterlijk en ondersteuning is deels inbegrepen in de aanschafprijs. Open systemen bieden dan weer meer flexibiliteit. In tijden van snelle veranderingen is dat een absolute pre. Als het gaat om het faciliteren van de moderne student, gaat het ook om het aanbieden van gebruiksvriendelijke betaalsystemen. Voor studenten is een generiek systeem het meest aantrekkelijk: met één systeem (lees: één pasje of je smartphone) alle betalingen doen, waar je ook komt. De koffie in de kantine, leermiddelen, een afdruk van je werkstuk, binnen en buiten het schoolgebouw, online en in de fysieke wereld. Een voorbeeld waarbij betalingen aan verschillende aanbieders in één systeem zijn ondergebracht is de OV-kaart. Er is kritiek (kosten van de kaart, te weinig punten om in- en uit te 16 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 17

3.3 Eigen beheer of uitbesteden Onderwijsorganisaties moeten zich vooral bezig houden met het primaire proces: jonge mensen kennis en vaardigheden bijbrengen. Het motto is: doe waar je voor op aarde bent en laat anderen de rest doen. Het klinkt als een open deur, maar de werkelijkheid is weerbarstiger, met name als het gaat om het faciliteren van de moderne student. Wat doet de school zelf, wat besteedt men uit? Schoonmaak, beveiliging, catering, printen schoolorganisaties besteden relatief steeds meer taken uit. Ook op gebieden die dichter bij het ondersteunen van het primaire proces liggen, zoals ICT. Op dat terrein kun je goed zien hoe de trend van eigen beheer naar uitbesteden verloopt. ICT-coördinatoren hielden zich aanvankelijk bezig met het onderhouden van netwerken, het aansluiten van kabeltjes en het installeren van updates van software. De laatste jaren is die rol aan het veranderen. De ICTcoördinator is steeds vaker degene die vanuit een onderwijskundige visie bepaalt wat nodig is voor de organisatie. En dat vervolgens uitbesteedt aan partijen die dat kunnen leveren. De ICT-coördinator krijgt hierdoor meer de rol van regisseur. Hij formuleert kaders en pakketten van eisen waaraan leveranciers moeten voldoen. De school wordt opdrachtgever. Hoofdstuk 4 Aanbevelingen In dit hoofdstuk vatten we het voorgaande samen in een aantal aanbevelingen voor onderwijsorganisaties. 1 Denk vanuit de student als klant Eigentijds ondernemerschap begint bij het kiezen van het perspectief van de klant. Het onderwijs bevindt zich wat dit betreft in een bijzondere situatie: klanten zijn studenten, maar ook ouders, het afnemende (beroepen)veld, de overheid en de samenleving. In dit document formuleren we de student als belangrijkste klant. Om te denken vanuit de student als klant, zullen we hem nog beter moeten leren kennen. Ga in dialoog met studenten en betrek ze bij projecten en trajecten die gaan over het faciliteren. Sta open voor en maak gebruik van hun kennis, ervaringen en ideeën. Er zijn grotere organisaties die hun specialistische afdelingen verzelfstandigd hebben. ROC West- Brabant deed dat met de ICT-afdeling, die nu als IT-Workz door het leven gaat. Dit bureau verzorgt ondertussen ook diensten voor derden. Uitbesteden heeft ontegenzeggelijk voordelen. Grotere, gespecialiseerde externe bedrijven kunnen vaak beter de continuïteit garanderen, onder andere in de bemensing van helpdesks voor de eindgebruikers. En het ontlast de onderwijsorganisatie waar het gaat om beheer. Tegelijkertijd is er ook een risico: medewerkers van een externe organisatie hebben minder voeling met het doel en de doelgroepen van een onderwijsorganisatie en er is minder gevoel van eigenaarschap. 2 Focus je op waarvoor je op aarde bent Brood haal je bij de bakker, geld laat je beheren door een bank. Onderwijsorganisaties zouden zich moeten focussen op het organiseren van onderwijs en het faciliteren van leren. Besteed uit wat anderen beter en/of goedkoper kunnen, maar formuleer daarbij heldere kaders vanuit de belangen van studenten, docenten en de eigen organisatie. Deze tijd vraagt om ondernemendheid, ook van onderwijsorganisaties. Het kan verlokkelijk zijn om aantrekkelijke contracten te sluiten, waar ook een verdienmodel voor de onderwijsorgansiaties in zit. Daar is niets mis mee. Maar een school is er niet om winkeltje te spelen. Het gaat erom een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van talenten van jonge mensen. Dat primaire proces dient altijd leidend te zijn. Een laatste invalshoek is die van het uitbesteden naar de klant. In hoofdstuk 2 bespraken we een aantal nieuwe verdienmodellen, zoals die van Airbnb en Uber. Wat deze organisaties feitelijk doen is het uitbesteden van waarde toevoegende activiteiten (arbeid) naar de eindgebruiker. Ze geven de klant de tools om zelf zaken te regelen, in dit geval met de aanbieder van een overnachtingsplaats of een taxirit. Het is voor onderwijsorganisaties een interessante gedachte: bied de student de tools om zoveel mogelijk zaken zelf te regelen. Denk aan de ontwikkeling van een app waarbij studenten zichzelf kunnen inschrijven voor een toetsmoment of een tijdslot tijdens de spreekuren van een docent. Het sluit helemaal aan bij de in paragraaf 2.2 geschetste ontwikkeling, waarbij de student meer eigen verantwoordelijkheden krijgt. Uitbesteden of zelf organiseren is een strategische keuze die gemaakt moet worden op basis van een zorgvuldige afweging van de actuele én toekomstige situatie. 18 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 19

3 Voorkom vendor lock-in : kies vaker voor open en generiek! Vendor lock-in maakt de organisatie afhankelijk van één leverancier voor producten en diensten. Die afhankelijkheid maakt de organisatie minder flexibel, wat in een snel veranderende wereld gemakkelijk belemmerend kan worden voor de ontwikkeling. Het kan leiden tot hoge kosten als de situatie erom vraagt te kiezen voor andere aanbieders. Ga daarom in zee met aanbieders die werken met open en generieke systemen. Ook omdat de schoolorganisatie in toenemende mate gasten van buiten zal ontvangen, voor wie het gebruik van de faciliteiten laagdrempelig moet zijn. Denk hierbij aan studenten uit het buitenland of van andere onderwijsinstellingen. Open en generieke systemen maken het bovendien gemakkelijker om op een ondernemende manier faciliteiten toegankelijk te maken voor externen. Denk bijvoorbeeld aan een 3D-printer lab, waar ook ondernemers uit het MKB terecht kunnen om kennis te maken met nieuwe technologieën, waarin ze zelf (nog) niet kunnen investeren. 4 Plan op basis van trends en scenario s Ontwikkelingen op het gebied van en beïnvloed door technologie gaan enorm snel. Dat maakt het voor organisaties een hele opgave om te plannen voor de langere termijn. Neem daarom in alle trajecten voldoende tijd en ruimte om relevante trends in kaart te brengen. Schets van daaruit de mogelijke scenario s. Laat u eventueel begeleiden door deskundigen of betrek studenten van relevante opleidingen hierbij. De verschillende opties voor investeringen kunnen daarna getoetst worden aan deze scenario s. 5 Werk samen voor win-win-win Een van de belangrijkste ontwikkelingen van dit moment is dat netwerken aan relevantie winnen ten opzichte van organisaties. Slim organiseren betekent in dit geval slim samenwerken met andere organisaties. In een slimme samenwerking doen alle betrokkenen waar zij het beste in zijn en wordt gezocht naar waardecreatie voor alle partijen. In het kader van het faciliteren van de student 3.0 betekent dat werken aan constructies waarvan de onderwijsorganisatie, de leverancier en de student de vruchten plukken: win-win-win. Gebruik dit kader in de oriëntatie op mogelijke samenwerkingen. 6 Kies voor duurzame oplossingen Duurzaamheid wordt een steeds belangrijker thema voor alle organisaties. Ook, en misschien wel met name van schoolorganisaties wordt verwacht dat ze duurzame keuzes maken. Duurzaamheid heeft twee componenten: een ecologische en een sociale. Duurzame oplossingen leveren niet alleen een bijdrage aan het verkleinen van de hoeveelheid afval en het verminderen van het energieverbruik, maar ook aan het welzijn van betrokkenen op de langere termijn. Toets initiatieven op duurzaamheid en maak duurzame opbrengsten expliciet. Hoofdstuk 5 Noten Inleiding Thompson, Clive, We worden steeds slimmer. Amsterdam: Maven Publishing, 2014. Paragraaf 1.1 Rubens, W., E-learning. Trends en ontwikkelingen. Middelbeers: Uitgeverij InnoDoks, 2013. IDC, persbericht Worldwide Page Volume Continued Slow Decline in 2012. Website IDC, 29 juli 2013, geraadpleegd op 21-7-2014. Bron: http://www.idc.com/getdoc. jsp?containerid=prus24240913 Paragraaf 1.2 Trendrapport Creative Learning Lab 2014, Waag Society. 3D Printerworld, Britain Adds 3D Printing to New Curriculum, 9 juli 2013. Geraadpleegd op 21-7-2014. Bron: http://www.3dprinterworld.com/article/britain-adds-3d-printing-new-curriculum Paragraaf 1.4 Kisjes, H. en Mijland, E., It s all in the games. Gamen is geweldig Gamen geeft problemen. Middelbeers: Uitgeverij InnoDoks, 2013. Durf te denken Xtra, Human, 10 augustus 2014. Bron: http://www.npo.nl/durf-te-denkenxtra/10-08-2014/vpwon_1225854 Paragraaf 2.1 Wetering, M. van en Desain, Carla, Trendrapport 2014-2015. Zoetermeer: Kennisnet, 2014. Fallaux, B., Onderwijstrends 2014. Prima Onderwijs, januari 2014. Te raadplegen op http:// issuu.com/tkmst/docs/webversieprimaonderwijsjan2014/13 Paragraaf 3.1 4G, Is 4G sneller dan WiFi?. Website 4G, 20 januari 2014, geraadpleegd op 21-7-2014. Bron: http://www.4g.nl/nieuws/4g-sneller-dan-wifi/ 20 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 21

Hoofdstuk 6 Over de auteurs Ricoh Nederland September 2014 Dit whitepaper is tot stand gekomen door een samenwerking van Erno Mijland, Willy Sanders en Jeroen Spierings. Erno Mijland schrijft over onderwijs en technologie voor vakbladen (Computers op School, Vector) en voor The Post Online / Blendle. Daarnaast verzorgt hij regelmatig lezingen op scholen en conferenties over de ontwikkelingen op het gebied van technologie en de impact hiervan op leren, leven en werken en adviseert hij onderwijsorganisaties op dit terrein. Willy Sanders is Manager Knowledge Center bij Ricoh. Hij combineert zijn jarenlange IT-gerelateerde ervaring en technologische achtergrond met een professionele drijfveer voor klantgedreven productontwikkeling. Willy heeft expertise in software en het ontwikkelen van diensten die nauw aansluiten bij de wensen en behoeften van klanten. Hij heeft daarnaast een brede kennis van de technologiewereld en gevoel voor business. Willy beschouwt innovatie als de sleutel tot succes en als cruciale voorwaarde om als organisatie te overleven. Jeroen Spierings is Market Development Manager Educatie bij Ricoh. Hij heeft als passie innovatie, social business en technologie. Jeroen bezit een achtergrond in marketing en begrijpt tot in de haarvaten hoe nieuwe technologieën een revolutie teweegbrengen in de manier waarop we werken, leren, spelen en zaken doen. Jeroen heeft expertise op het vlak van marketing, business development en strategie. Hij blogt over ontwikkelingen en trends in ICT en onderwijs. 22 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 Whitepaper Slim faciliteren van de student 3.0 23

Waarom Ricoh Niet voor niets is Ricoh wereldwijd marktleider op het gebied van duurzame IT- en documentmanagement-oplossingen. Wij bewijzen dat bedrijven van elke omvang efficiënter, duurzamer en productiever kunnen werken. Daarnaast kunt u kosten besparen en beter beheersen. Door intensief samenwerken, creatief denken, adviseren en trainen komen we tot oplossingen. Daarmee vereenvoudigt u al uw documentintensieve processen en kunt u informatie beter beheren. Ook verbetert de beveiliging van uw documenten. Zo vertalen we uw wensen in slimme ideeën en concrete oplossingen. imagine. change. Ricoh Nederland B.V. Postbus 93150, 5203 MB s-hertogenbosch Tel.: +31 (0)73-645 2600 E-mail: info@ricoh.nl www.ricoh.nl Alle merk- en/of productnamen zijn handelsmerken van hun bijbehorende eigenaren. Specificaties en uiterlijke vormgeving kunnen worden gewijzigd zonder voorafgaande kennisgeving. Copyright 2014 Ricoh Nederland B.V. Alle rechten voorbehouden. Deze E-book, de inhoud en/of layout ervan mag niet worden gewijzigd en/of aangepast, gedeeltelijk of geheel worden gekopieerd en/of opgenomen in andere werkstukken zonder de voorafgaande schriftelijke toestemming van Ricoh Nederland B.V.