OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN

Vergelijkbare documenten
OPGAVEN HOOFDSTUK 5 ANTWOORDEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 UITWERKINGEN

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 10

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

UITWERKINGEN OPGAVEN

Opgave 6.2. PDB Kostencalculatie Uitwerkingen hoofdstuk 6. Opgave 6.1

d. Contributiemarge: 160 ( 295 -/ /- 66) = Constante kosten /- Bedrijfsresultaat bij direct costing

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

2 Constante en variabele kosten

Voorraadwaardering. Fabricagekosten: = = 25 => fabricage kostprijs

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 8

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming

7 Directe en indirecte kosten

Bedrijfseconomische aspecten van de industriële onderneming

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

2 Constante en variabele kosten

Direct costing en break even analyse

Opgave 2 a. Met welke formule berekenen we de integrale kostprijs? b. Hoe noemen we integrale kostprijsberekening ook wel?

Fabricage kosten Grondstoffen Machinekosten Loon productiepersoneel Hulpafdelingen (onderhoud/magazijn) Deze kosten zijn samen de fabricagekostprijs

Hoofdstuk 26 Kosten en resultaten in de industriële onderneming Diagn.Toets

1 Kostprijsberekening en bezettingsresultaat

Bij het na-calculatorische budget bepalen we achteraf wat de kosten hadden mogen zijn op basis van de werkelijke productie/afzet.

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

Cursus Bedrijfseconomie 2 IBK2BEC20. Tentamentraining

Samenvatting M&O De Industrie

UITWERKINGEN OPGAVEN OEFENEXAMEN 1 ASSOCIATIE MBA-KC

OPGAVEN HOOFDSTUK 4 UITWERKINGEN

Bedrijfseconomie samenvatting H1 Les 1

Eerste avonturen met een budgetresultaat Verkenning aan de hand van opdracht 29 uit De Industrie (Stoffels)

PROEFEXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden onderdeel Kostprijscalculatie

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

De kostenplaatsenmethode en Activity Based Costing

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Modulehandleiding Bedrijfseconomie 1.2. Collegejaar AC/adBE/BE/FSM Periode 2

a. Indirecte kosten afhankelijk van de grondstofkosten: % = 40%

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 7

PDB. Antwoordenboek. berekeningen. Financiële administratie & Kostprijscalculatie

2. Bepaal de omvang van de rationele overcapaciteit en splits deze uit naar de gebruikelijke oorzaken.

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Bedrijfsadministratie Opgave 1 Fabrieksboekhouding 25 punten

Deze examenopgave bestaat uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deel 2 hoofdstuk 12 BOEKHOUDEN GEBOEKSTAAFD -- DEEL 2 -- HFD 12. Versie aug Voorbeeld 1 analyse van het resultaat

Cursus Bedrijfseconomie 2

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden (PDB)

Deze examenopgaven bestaan uit 8 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 4 opgaven en omvat 23 vragen.

Dinsdag hebben we gewerkt aan de spontane casus van de Schoenenfabriek. Volgens afspraak tref je die hieronder 'rustig' uitgeschreven aan.

Deze examenopgave bestaat uit 9 pagina s, inclusief het voorblad. Controleer of alle pagina s aanwezig zijn.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel COST & MANAGEMENTACCOUNTING DINSDAG 15 DECEMBER UUR

Examen VWO. economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

3 Voorcalculatie, nacalculatie en verschillenanalyse

Proefschoolexamen Management & Organisatie 5 vwo. Hoofdstuk 17 tot en met 28. Normering. Aantal punten x = cijfer 63

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

EXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie

PROEFEXAMEN Moderne Bedrijfsadministratie (MBA)

Het tentamen dien je te maken op het uitwerkingenpapier. Je doet dit als volgt!!

1.9.2 Verschil tussen direct costing en integrale kostencalculatie

Bedrijfseconomie. Henk Fuchs Sarina van Vlimmeren UITWERKINGEN. Tweede druk

Lever origineel en kopie van het examenpapier in.

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

De standaard kostprijs. Kostencalculatie Niveau 5 MBA

Internetopgaven hoofdstuk 7

Eindexamen m&o vwo 2005-I

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 23 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Vraag 1 Toetsterm Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste omschrijving van het begrip technische voorraad?

Deze examenopgave bestaat uit 11 pagina s, inclusief het voorblad. Dit examen bestaat uit 5 opgaven en omvat 26 vragen.

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 20 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Examen PC 2 Accounting 1

Antwoorden hoofdstuk 14

M&O VWO 2011/

Eindexamen m&o vwo II

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

Motiveer altijd uw antwoorden, ook als dat niet expliciet wordt gevraagd.

OPGAVEN HOOFDSTUK 7 ANTWOORDEN

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

OPGAVEN HOOFDSTUK 6 ANTWOORDEN

Examen VWO. Economische wetenschappen II en recht (oude stijl)

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

Verdieping bij hoofdstuk 7 Verwerking van indirecte kosten in het productieproces

Financieel economisch management Examennummer: Datum: 21 november 2009 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur

De JetStar bestaat uit een reeks onderdelen die in de onderneming JetFun bvba worden geproduceerd.

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel JAARREKENING WOENSDAG 29 JUNI UUR

Samenvatting door Sabien 1939 woorden 15 juni keer beoordeeld

Lever ook het kladpapier na afloop van het examen in bij de toezichthouder. Dit wordt vernietigd en niet meegenomen in de beoordeling.

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

Kostensoorten

Numerieke antwoorden. Hoofdstuk 1. V 1.2 a a b c c d e

Bedrijfsadministratie

Omschrijf wat er verstaan wordt onder proportioneel variabele kosten.

Cost & Managementaccounting. Vrijdag 24 juni uur

Management & Organisatie Proeftoets SE 6 vwo 6

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel JAARREKENING DINSDAG 20 DECEMBER UUR. SPD Bedrijfsadministratie Jaarrekening B / 9

EXAMEN Praktijkdiploma Boekhouden

Antwoorden hoofdstuk 12

Examen HAVO en VHBO. Handelswetenschappen en recht

Transcriptie:

OPGAVEN HOOFDSTUK 5 UITWERKINGEN Opgave 1 Mevrouw Van Driel maakt product Z207. Voor 2018 zijn de volgende gegevens begroot: Begrote toegestane constante kosten 200.000 Verwachte totale variabele kosten 330.000 Werkelijke verwachte productie/afzet in 2018 11.000 Normale productie/afzet 10.000 a. Bereken de kostprijs volgens de integrale kostprijsmethode. C N + V W 200.000 10.000 + 330.000 = 20 + 30 = 50 11.000 b. Bereken het verwachte verkoopresultaat per Z207 wanneer de verkoopprijs exclusief btw 75 is. ( 75 50) 1 = 25 c. Bereken het totale te verwachten verkoopresultaat. ( 75 50) 11.000 = 275.000 d. Bereken het te verwachten bezettingsresultaat. (W N) C N (11.000 10.000) 200.000 10.000 1.000 20 = 20.000 e. Bereken het totaal te verwachten bedrijfsresultaat. Verkoopresultaat totaal 11.000 25 = 275.000 Bezettingsresultaat: 20.000 + Bedrijfsresultaat 295.000 1

f. Maak een controleberekening door de totale opbrengsten te verminderen met de kosten. Opbrengst 11.000 75 = 825.000 Kosten: variabele kosten 11.000 30 = 330.000 Constante kosten 200.000 + 530.000 Bedrijfsresultaat 295.000 Opgave 2 Promentaal bv maakt en verkoopt uitsluitend product Kd-200P. Voor de kostprijsberekening van volgend jaar beschikt hij over de volgende gegevens: Constante fabricagekosten 520.000 Constante verkoopkosten 160.000 Normale productie en afzet 160.000 stuks Werkelijk verwachte productie en afzet 200.000 stuks Totale verwachte variabele verkoopkosten 120.000 Variabele productiekosten per stuk 1,50 De verkoopprijs exclusief btw 7,65 a. Bereken de fabricagekostprijs volgens de integrale kostprijsmethode. 520.000 + 1,50 = 3,25 + 1,50 = 4,75 160.000 b. Bereken de verkoopkosten volgens de integrale kostprijsmethode. 160.000 160.000 + 120.000 = 1 + 0,60 = 1,60 200.000 c. Bereken de commerciële kostprijs. 4,75 + 1,60 = 6,35 d. Bereken het totale bedrijfsresultaat volgens de integrale kostprijsmethode. Verkoopresultaat 200.000 ( 7,65-6,35) = 260.000 Bezettingsresultaat: Fabricage (200.000 160.000) 520.000 160.000 = 130.000 2

Verkoop (200.000 160.000) 160.000 160.000 = 40.000 Bedrijfsresultaat: 260.000 + 130.000 + 40.000 = 430.000 e. Bereken het bedrijfsresultaat door van de opbrengsten de kosten af te trekken. Opbrengst 200.000 7,65 = 1.530.000 Variabele kosten: Fabricage 200.000 1,50 = 300.000 Verkoop 200.000 0,60 = 120.000 + Constante kosten: Fabricage 520.000 Verkoop 160.000 + 420.000 1.110.000 680.000 Bedrijfsresultaat 430.000 Opgave 3 Chiq bv maakt en verkoopt uitsluitend product P40. Voor de kostprijsberekening van volgend jaar beschikt hij over de volgende gegevens: Constante fabricagekosten 450.000 Constante verkoopkosten 162.000 Normale productie en afzet 18.000 stuks Werkelijk verwachte productie 18.000 stuks Werkelijk verwachte afzet 17.000 stuks Variabele verkoopkosten per stuk 10 De verkoopprijs exclusief btw 180 De variabele kosten van de fabricage zijn: 4 uur à 18 = 72 4 kg grondstoffen à 12 48 + 120 3

a. Bereken de fabricage kostprijs. 450.000 + 120 = 145 18.000 b. Bereken de commerciële kostprijs. De verkoopkosten zijn: 162.000 + 10 = 19 18.000 De fabricagekostprijs is 145. De commerciële kostprijs is dus: 145 + 19 = 164 c. Bereken het totale verkoopresultaat: 17.000 ( 180 164) = 272.000 d. Bereken de bezettingsverschillen. Fabricageafdeling: (18.000 18.000) 450.000 18.000 = 0 Verkoop: (17.000 18.000) 162.000 18.000 = 9.000 e. Bereken het bedrijfsresultaat. Verkoopresultaat 272.000 Bezettingsresultaat - 9.000 + Bedrijfsresultaat 263.000 4

f. Maak een controleberekening door de opbrengsten te verminderen met de gemaakte kosten. Opbrengst 17.000 180 = 3.060.000 Variabele kosten: Fabricage: 18.000 120 = 2.160.000 Verkoop: 17.000 10 = 170.000 + Totale variabele kosten 2.330.000 Constante kosten: Fabricage 450.000 Verkoop 162.000 + 730.000 Totale constante kosten 612.000 Resultaat 118.000 g. Verklaar waarom de uitkomst van opdracht e en f niet aan elkaar gelijk zijn. De voorraad is toegenomen met 1.000 P40. Geproduceerd is 18.000 stuks terwijl de afzet 17.000 eenheden is. In de kosten van de berekening die bij opdracht f wordt gemaakt zitten kosten die noodzakelijk zijn voor de 1.000 producten waarmee de voorraad toeneemt. Deze kosten behoren niet bij de berekening van het resultaat omdat de voorraad wordt geactiveerd op de balans. De integrale fabricagekostprijs 145. De toename van de voorraad 1.000 Kosten gemaakt voor de toename van de voorraad 1.000 145 = 145.000 Resultaat bij vraag f is 118.000 Kosten toename voorraad 145.000 + Bedrijfsresultaat 263.000 Dit resultaat is gelijk aan het resultaat berekend bij opdracht e. 5

Opgave 4 Klok bv maakt en verkoopt uitsluitend product K6. Voor de kostprijsberekening van volgend jaar beschikt hij over de volgende gegevens: Constante fabricagekosten 150.000 Constante verkoopkosten 50.000 Normale productie en afzet 25.000 stuks Werkelijk verwachte productie 25.000 stuks Werkelijk verwachte afzet 24.000 stuks Variabele verkoopkosten per stuk 4 Variabele fabricagekosten 16 De verkoopprijs exclusief btw 36 a. Vul de ontbrekende getallen bij het onderstaande schema in. Geproduceerd worden 25.000 stuks tegen de fabricagekostprijs van 22. 150.000 + 16 = 22 25.000 Deze gefabriceerde goederen worden aan het magazijn afgeleverd tegen de fabricagekostprijs. 6

Voor de verkoop wordt uit de voorraad genomen 528.000. 24.000 22 = 528.000 Ook de verkoopafdeling maakt nu kosten: Kostprijs van de verkoop: 50.000 25.000 + 4 = 6 24.000 6 = 144.000 Bovendien heeft de verkoop een negatief bezettingsresultaat: (24.000 25.000) 50.000 25.000 = 2.000 7

Totale kosten: 528.000 + 144.000 + 2.000 = 674.000 Omzet: 24.000 36 = 864.000 Resultaat: 864.000 674.000 = 190.000 8

b. Bereken het bedrijfsresultaat volgens de integrale kostprijsmethode. Fabricagekostprijs: 150.000 + 16 = 22 25.000 Verkoopkosten: 50.000 25.000 + 4 = 6 Commerciële kostprijs: 22 + 6 = 28 Verkoopresultaat per stuk: 36-28 = 8 Totaal verkoopresultaat: 24.000 8 = 192.000 Bezettingsresultaat: (24.000 25.000) 50.000 25.000 Bedrijfsresultaat: 192.000 2.000 = 190.000 = 2.000 Opgave 5 Een onderneming vervaardigt twee producten: A190 en A200 Voor de vervaardiging van deze producten zijn de volgende directe kosten onvermijdelijk: Verbruik grondstoffen Product Verbruik Prijs lit. Totaal A190 12.000 liter 19 228.000 A200 20.000 liter 19 380.000 Directe lonen Product Besteed Prijs uur Totaal A190 6.500 uur 43 279.500 A200 11.800 uur 43 507.400 Voor de verbijzondering van de indirecte kosten werkt de onderneming volgens de ABC-methode. 9

De volgende activiteiten zijn voor de productie noodzakelijk: fabricage omstellen machines bewaren grondstoffen (magazijn) vervoer grondstoffen In verband met de activiteiten is de volgende begroting gemaakt. Costpool Fabricage Costdriver = Machineuur Begrote kosten 650.000 Aantal verwachte costdrivers 5.000 Costpool Omstellen machines Costdriver = omstelling Begrote kosten 45.000 Aantal verwachte costdrivers 150 Costpool Bewaren grondstoffen Costdriver = m 3 per maand Begrote kosten 375.000 Aantal verwachte costdrivers 18.750 Costpool vervoer grondstoffen Costdriver = Ritten Begrote kosten 65.000 Aantal verwachte costdrivers 300 a. Bereken de tarieven waarmee de activiteiten aan de gebruikers in rekening worden gebracht. Costpool Costdriver Begroting Verwachte hoeveelheid Tarief Fabricage machineuur 650.000 5000 130,00 Omstellen machines Omstelling 45.000 150 300,00 Bewaren grondstoffen m 3 per maand 375.000 18750 20,00 Vervoer grondstoffen ritten 65.000 300 216,67 De producten gebruiken de volgende activiteiten: Gebruik activiteiten Aantal Costpool Costdriver A190 A200 Fabricage Machineuur 1.500 2.340 Omstellen machines Omstelling 75 75 Bewaren grondstoffen (magazijn) m³ per maand 6.500 12.250 Vervoer grondstoffen naar productieafdeling Ritten 110 90 10

b. Bereken de begrote kosten van het product A190 Begrote kosten Product A190 Verbruik grondstoffen 228.000,00 Direct loon 279.500,00 + Machineuren 1500 130,00 = 195.000,00 Omstelling 75 300,00 = 22.500,00 m 3 per maad 6500 20,00 = 130.000,00 Ritten 110 216,67 = 23.833,33 + 507.500,00 371.333,33 Totaal begrote kosten 878.833,33 c. Bereken de begrote kosten van het product A200 Begrote kosten Product A200 Verbruik grondstoffen 380.000,00 Direct loon 507.400,00 + Machineuren 2340 130,00 = 304.200,00 Omstelling 75 300,00 = 22.500,00 m 3 per maad 12250 20,00 = 245.000,00 Ritten 90 216,67 = 19.500,30 + 887.400,00 591.200,30 Totaal begrote kosten 1.478.600,30 11