Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd



Vergelijkbare documenten
Studiegids. Bacheloropleiding. Bouwtechnische Bedrijfskunde Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Civiele Techniek Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Milieukunde Duaal

Studiegids. Bacheloropleiding. Bouwkunde Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Geodesie/Geo-informatica Duaal

Studiegids. Bacheloropleiding. Bouwkunde Duaal

Studiegids. Bacheloropleiding. Facility Management Versie 1.1. Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013

Studiegids Bacheloropleiding Journalistiek Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek /114

Studiegids. Bacheloropleiding. Bouwkunde Voltijd

Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. AD Eventmanager

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiesystemen Afstudeerrichting Bedrijfscommunicatie

Uitleg over de OER Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Studiegids. Associate Degree Eventmanager

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiemanagement voltijd

Studiegids. Associate degree Eventmanager

Verkorte studiegids. Bacheloropleiding ACADEMISCHE LERARENOPLEIDING PRIMAIR ONDERWIJS (ALPO)

De onderwijs- en examenregeling

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Studiegids. Bacheloropleiding. Facility Management Versie 1.3

A. Nadere facultaire invulling van onderstaande artikelen uit de HU-OER

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiemanagement voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Electronic Engineering and Design. Duaal

Studiegids. Bacheloropleiding Pedagogiek. Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING Bijlage, Bachelor Opleiding Docent Muziek

Studiegids. Bacheloropleiding. Ruimtelijke Ordening en Planologie

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Informatica

Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek

Associate Degree Business Management Amersfoort

OER. Uitleg over de. Alles wat iedere student moet weten over zijn of haar Onderwijs- en Examenregeling (OER)

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Technische Bedrijfskunde

Deze versie treedt in werking op 1 september 2016 en vervangt alle voorgaande versies.

Studiegids. Bacheloropleiding COMMUNICATIESYSTEMEN, AFSTUDEERRICHTING DIGITALE MEDIA EN COMMUNICATIE

Studiegids. Bacheloropleiding. Geodesie/Geo-informatica Voltijd

Studiegids bacheloropleiding Creatieve Therapie Studiegids. Bacheloropleiding voltijd. Creatieve Therapie

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

Studiegids bacheloropleiding CM deeltijd Studiegids. Bacheloropleiding. Deeltijd /130

Studiegids bacheloropleiding Propedeutische Fase Social Work voltijd

Algemene informatie

Studiegids Bacheloropleiding Logopedie Studiegids. Bacheloropleiding. Logopedie

Studiegids bacheloropleiding AOT-Techniek - Integrated Building & Engineering

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Commerciële Economie Versie 1.1

Studiegids. Bacheloropleiding. Farmakunde

Studiegids. Bacheloropleiding. Electronic Engineering and Design. Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Culturele en Maatschappelijke Vorming Afstudeerrichting Social Management

INHOUDSOPGAVE ALGEMEEN Aard van dit document Informatie en communicatie Inwerkingtreding en duur

Studiegids. Bacheloropleiding. Financial Services Management Versie 1.2

Faculteit der Rechtsgeleerdheid. Bindend Studieadvies. student. uva.nl/ rechten

Studiegids. Associate Degree Kinderopvang. Pedagogiek, deeltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiesystemen. Afstudeerrichting Digitale Media en Communicatie

Studiegids. Associate Degree opleiding. Intercedent Versie 1.1

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel): Bachelor Wijsbegeerte

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Pedagogiek

Studiegids. Bacheloropleiding. Milieukunde (duaal)

Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiesystemen Digitale Media en Communicatie

Studiegids. Bacheloropleiding. Industriële Automatisering. Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Logopedie

Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek (Life Sciences)

Studiegids. Bacheloropleiding HBO-Rechten deeltijd inclusief afstudeerrichting kandidaatgerechtsdeurwaarder

Studiegids bacheloropleiding Journalistiek Studiegids. Bacheloropleiding. Journalistiek Datum juli Versie 5.

Studiegids. Bacheloropleiding. Bouwtechnische Bedrijfskunde. Voltijd

Studiegids Bachelor Fysiotherapie voltijd

Studiegids. Associate Degree. Assistent Marketeer. Deeltijd Versie 1.1

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Associate Degree Business Management Utrecht

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING (OER) DEEL 1: AVANS GENERIEK

Studiegids. Bacheloropleiding. Bedrijfseconomie Versie 1.1

Studiegids bacheloropleiding Creatieve Therapie Deeltijd Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Creatieve Therapie /145

Studiegids. Bacheloropleiding. Civiele Techniek (duaal)

Onderwijs- en examenregeling Hoofdstuk 3 Opleidingsdeel LVO

De faculteit Communicatie en Journalistiek kent de volgende nadere regelgeving die een integraal onderdeel van de OER vormen:

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Biologie & Medisch Laboratoriumonderzoek

Studiegids. Bacheloropleiding. Farmakunde

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Bedrijfskunde MER

Studiegids. Bacheloropleiding. Bedrijfskunde MER Versie 1.1

Studeren aan het hbo. W i n d e s h e i m z e t k e n n i s i n w e r k i n g

Studiegids. Bacheloropleiding. Mediatechnologie. Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Bedrijfskunde MER. Voltijd Versie 1.2

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Technische Bedrijfskunde

Bindend Studieadvies (BSA)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Studiegids bacheloropleiding Communicatiemanagment voltijd Studiegids. Bacheloropleiding. Communicatiemanagement Voltijd /277

Regeling Bindend Studieadvies

Studiegids bachelor opleiding en Associate degree Chemische Technologie duaal

Studiegids. Bacheloropleiding. Logistiek & Economie Versie 1.1

Propedeutische Fase Social Work Deeltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. Geodesie/Geo-informatica (voltijd)

Studiegids. Bacheloropleiding deeltijd. Business IT & Management

Bedrijfskunde (AVD) Bedrijfskunde MER (AVD) Financiële Dienstverlening (AVD)

Studentenstatuut (opleidingsspecifiek deel)

Errata Studiegids. Bacheloropleiding Leraar Basisonderwijs Deeltijd

DEEL B VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE BACHELOROPLEIDING ROEMEENSE TAAL EN CULTUUR

A. Hieronder is voor zover van toepassing nadere facultaire invulling per artikel gegeven:

Studiegids. Bacheloropleiding. Bedrijfseconomie. Voltijd

Studiegids. Bacheloropleiding. HBO-Rechten Voltijd

Transcriptie:

Studiegids Bacheloropleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd 2013-2014 Hogeschool Utrecht, HU Diensten Utrecht, september 2013

Inhoudsopgave 1 Voorwoord 5 2 Inrichting van de opleiding 7 2.1 Beroepsprofiel... 7 2.1.1 Beroep... 7 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel... 7 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar... 7 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde... 8 2.1.5 Werkveld en functies... 8 2.2 Opleidingsprofiel... 8 2.2.1 Algemeen... 8 2.2.2 Doelstelling opleiding... 8 2.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding... 9 2.2.4 Didactische uitgangspunten... 10 2.3 Inrichting opleiding... 11 2.3.1 Opleidingsvarianten... 11 2.3.2 Verkorte en versnelde opleidingsroutes... 11 2.3.3 Getuigschriften... 11 2.3.4 Graden en titulatuur... 11 2.3.5 Opleidingsstructuur... 12 2.4 Propedeuse... 13 2.4.1 Programma... 13 2.4.2 Studieadvies... 16 2.4.3 Overstappen... 18 2.5 Hoofdfase... 19 2.5.1 Toelating hoofdfase... 19 2.5.2 Programma s... 19 2.5.3 Stages en stagewaardigheid... 26 2.5.4 Profileringsruimte... 26 2.5.5 Excellentie... 27 2.5.6 Afstuderen... 27 2.5.7 Vervolgopleidingsmogelijkheden... 29 2.6 Examencommissie... 29 2.6.1 Instelling en benoeming... 29 2.6.2 Samenstelling... 29 2.6.3 Taken en bevoegdheden... 29 2.6.4 Verzoekschrift... 30 2.7 Introductie- en begeleidingsdagen, excursies, werkweken en trainingen... 31 2.8 Voorzieningen... 31 2.8.1 Begeleiding... 31 2.8.2 ICT-faciliteiten... 32 2.8.2.1 Algemeen... 32 2.8.2.2 Studentenmail... 32 2.8.2.3 SharePoint... 32 2.8.2.4 OSIRIS Student... 33 2.8.2.5 Wachtwoord... 34 2.8.2.6 Informatiebeveiliging en privacy... 34 2.8.2.7 Registratie studievoortgang... 35 2.8.3 Onderwijsbureau... 35 2.8.4 Studievereniging... 35 2.8.5 Opleidingscommissies... 36 2.9 Contactgegevens... 36 3 Cursussen 38 3.1 Cursusdeelname... 38 3.2 Inschrijving voor cursussen... 38 3.3 Aanwezigheidsplicht... 38 3.4 Ingangseisen... 38 Hogeschool Utrecht, september 2013 2/175

3.5 Cursusbeschrijvingen... 38 4 Tentamens en examens 39 4.1 Introductie... 39 4.2 Vrijstellingen... 39 4.3 Organisatie tentamens... 41 4.3.1 Tentamenvorm en -duur... 41 4.3.2 Tentamenrooster... 41 4.3.3 Inschrijving en deelname (her)tentamens... 42 4.3.4 Voorzieningen in geval van een functiebeperking... 43 4.3.5 Legitimatieplicht bij tentamens... 44 4.3.6 Gang van zaken tijdens tentamens... 45 4.4 Beoordeling... 46 4.4.1 Toekennen resultaat en inzage... 46 4.4.2 Onregelmatigheden / fraude... 48 4.4.3 Bewaring en teruggave tentamen- en examenwerk... 49 4.4.4 Geldigheidsduur resultaten... 49 4.4.5 Proces verwerken resultaten van opdrachten en tentamens... 49 5 Diplomering 52 5.1 Procedure afgifte getuigschrift... 52 5.2 Aantekening cum laude of met genoegen... 52 6 Roosters 54 6.1 Jaarrooster... 54 6.2 Vakanties en vrije dagen... 54 6.3 Lesdagen en -tijden... 54 6.4 Openingstijden gebouwen... 55 6.5 Roosterinformatie en -wijzigingen... 55 7 Klachten, bezwaar en beroep 62 7.1 Inleiding... 62 7.2 Bezwaar... 62 7.3 Beroep... 63 7.3.1 Beroep aantekenen... 63 7.3.2 Hoger beroep... 64 7.4 Klachten... 64 7.4.1 Klacht indienen... 64 7.4.2 Herzieningsverzoeken bij klachten... 64 7.5 Ongewenst gedrag... 64 7.6 Schema klachten, bezwaar en beroep... 65 8 Studentzaken 66 8.1 Studiebegeleiding... 66 8.2 Profileringsfonds... 66 8.3 Studentendecaan... 67 8.4 Vertrouwenspersoon... 67 8.5 Studentenarts... 68 8.6 Bureau Studentenpsychologen... 68 8.7 Mediation... 69 8.8 Studeren met een functiebeperking... 69 8.9 Verbetering taalvaardigheden... 69 8.10 Bibliotheek... 69 8.11 International Office... 70 8.11.1 Study abroad... 70 8.11.2 Stage in het buitenland... 70 8.12 Medezeggenschap... 70 8.12.1 Inspraakorganen... 71 8.12.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten... 71 8.13 Studium Generale... 71 8.14 Studentenvereniging... 72 8.14.1 Algemeen... 72 8.14.2 Bestuursbeurs... 72 Hogeschool Utrecht, september 2013 3/175

8.15 Topsport... 72 8.16 Trajectum... 72 8.17 Sport... 73 8.18 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren... 73 8.19 Verzekeringen: aansprakelijkheid, ongevallen en reisverzekering... 75 8.20 Werken naast je studie... 75 8.21 Huisvesting... 75 9 Over de HU 76 9.1 Algemene informatie... 76 9.1.1 Onderwijsprofiel HU... 76 9.1.2 Bachelor- en masterstelsel... 77 9.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen... 77 9.1.4 Orderegels... 78 9.1.5 Kwaliteitszorg... 79 9.1.6 Organogram HU... 80 9.1.7 Locaties HU... 80 9.2 Algemene informatie faculteit Natuur en Techniek... 80 9.2.1 Algemeen... 80 9.2.2 Organogram faculteit... 81 9.2.3 Contactgegevens... 81 9.2.4 Plattegrond... 82 9.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen... 82 9.2.6 Faciliteiten... 82 9.2.7 In- en uitschrijven voor de opleiding... 82 9.2.8 Toelatingsonderzoek... 83 9.2.9 Studiekosten, eigen bijdragen en tegemoetkoming... 83 9.2.9.1 Collegegeld... 84 9.2.9.2 Kosten voor boeken en leermiddelen... 85 9.2.9.3 Overige kosten... 85 9.2.9.4 Financiële tegemoetkoming... 85 10 Cursusbeschrijvingen 86 11 Bijlagen 175 11.1 Onderwijs- en examenreglement... 175 11.2 Overige regelingen... 175 Deze studiegids is op 21 juni 2013 vastgesteld door de heer B. van der Veen, directeur Instituut voor Gebouwde Omgeving, na advies van de (G)OC en goedgekeurd door de faculteitsdirecteur op 24 juni 2013. Hogeschool Utrecht, september 2013 4/175

1 Voorwoord Beste student, Voor je ligt de studiegids 2013-2014 van de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie. We hopen dat je bij onze opleiding een prettige en succesvolle studietijd hebt. In deze studiegids vind je belangrijke spelregels en informatie die je daarbij kunnen helpen. Hogeschool Utrecht biedt vraaggestuurd en competentiegericht onderwijs aan. Competentiegericht: dat wil zeggen dat jij goed voorbereid bent als je het beroepsleven begint (zie 2.1 1 ). Vraaggestuurd: we streven ernaar het onderwijs en ook de ondersteuning eromheen zo in te richten dat jij je in en tijdens je studie kunt ontwikkelen op een manier die jíj belangrijk vindt en die bij je past. Hieronder vind je informatie over de belangrijkste aspecten van je studie en de keuzes die jij kunt maken. Invloed van de student Veel van onze mogelijkheden zijn ontwikkeld of verbeterd op initiatief van je medestudenten. De hogeschool beschouwt je als partner, je maakt deel uit van onze kennisgemeenschap. De HU hecht daarom veel waarde aan jouw mening en ideeën. Dat begint al bij de evaluaties van alle cursussen, waar je als student je oordeel en verbetertips kunt geven. Ook organiseren we op opleidingen of faculteiten onderwijsdialogen, waarin we samen in gesprek gaan over je opleiding en alles eromheen. De HU ondersteunt actief deelname van studenten in opleidingscommissies en medezeggenschapsorganen (8.12). We vragen je elk jaar de NSE (Nationale Studenten Enquête) in te vullen. En ben je bijzonder tevreden over het onderwijs van de ene docent(e), nomineer hem/haar dan als docent(e) van het jaar! Excelleren De HU waardeert en stimuleert verschillende vormen van excellentie. Als je uitstekende resultaten in je studie haalt, kun je bij je diploma de aantekening cum laude of met genoegen ontvangen (5.2). Maar je kunt ook uitblinken op andere aspecten, zoals innovatie en leiderschap. Ook dat wil de HU graag onderstrepen, en hiervoor is het SIRIUSprogramma ontwikkeld. Je kunt sterren verzamelen en als je erg goed bent, ontvang je het predicaat Excellente student (2.5.5). Verbreden en verdiepen Veel opleidingen kennen afstudeerrichtingen, waarin je je kunt specialiseren op een onderdeel van je vakgebied. Daarnaast kennen de meeste opleidingen de zogenaamde vrije profileringsruimte (van 30 EC, een halfjaar), die je kunt gebruiken om je te verdiepen binnen je eigen vakgebied, of om kennis te maken met een geheel ander vakgebied. Binnen jouw faculteit, of bij een opleiding van een andere faculteit, maar ook een cursus aan een andere instelling is vaak mogelijk (2.5.4). Ook kun je een eigen examenprogramma ontwikkelen; je studieloopbaanbegeleider (slb er, 2.8.1) kan je hierover adviseren. De examencommissie van je opleiding (2.6) moet daar toestemming voor geven. Ook is er Studium Generale dat inspirerende programma s aanbiedt. Wat anders? Je kunt je studietijd natuurlijk ook willen benutten om je zo breed mogelijk te ontwikkelen, en juist ervaring buiten je reguliere studie op te doen. Wil je een tijdje studeren in het buitenland (8.11)? Of denk je erover bestuurlijk actief te worden in bijvoorbeeld je studievereniging, je gezelligheidsvereniging of je studentensportclub? (8.14, 8.17). Hiervoor noemden we al medezeggenschap en opleidingscommissies. Of combineer je topsport met een studie (8.15)? Er is van alles denkbaar dat door de HU actief ondersteund wordt. Studievertraging Door allerlei oorzaken kan je studie niet verlopen zoals je dat graag zou willen. Als dat komt door bijzondere omstandigheden, bijvoorbeeld ziekte of familieomstandigheden, dan zijn er verschillende regelingen waarop je een beroep kunt doen. Als je door jouw persoonlijke situatie tentamens mist, kun je om een extra herkansing vragen (4.3.3). Haal je te weinig studiepunten en dreig je een negatief studieadvies te krijgen, dan krijg je hulp bij het maken van een studieplanning (2.4.2). En had je een studiebeurs, maar studeer je door deze omstandigheden zo lang dat je 1 De nummers verwijzen naar een paragraaf in de studiegids Hogeschool Utrecht, september 2013 5/175

er geen recht meer op hebt? Dan is er wellicht een mogelijkheid tot financiële ondersteuning (8) In al deze gevallen geldt: meld het zo spoedig mogelijk aan je studieloopbaanbegeleider (2.8.1) of je studentendecaan (8.3)! Het is natuurlijk niet wenselijk dat je (veel) te lang over je studie doet. Om dat te voorkomen bieden opleidingen soms extra inhaaltrajecten aan. Die worden via SharePoint bekendgemaakt. En heb je een functiebeperking? Dan kun je mogelijk langer over je studie doen, maar dat hoeft lang niet altijd het geval te zijn. De hogeschool kent een breed scala aan voorzieningen die jou in je studie kunnen ondersteunen (8.8). Problemen en klachten Heb je problemen die je studie negatief beïnvloeden? Of vragen omdat je niet precies weet waar je terecht kunt? Bij je slb er (2.8.1) of een studentendecaan (8.3) ben je aan het juiste adres; zij kunnen je adviseren of doorverwijzen. Als je klachten hebt over de bejegening door studenten of medewerkers, kun je ook een vertrouwenspersoon (8.4) inschakelen. Als er sprake is van een escalerende situatie kunnen onze studentmediators vaak helpen om verdere escalatie te voorkomen en de samenwerking weer te herstellen (8.7). En gaat er binnen de HU iets fout of ben je het niet eens met een besluit? Op elke faculteit of opleiding is een klachtenloket waar je terecht kunt met bezwaren en klachten (7.1). Wat verwacht de HU van jou? Wij streven ernaar je een opleiding en studieklimaat te bieden waarin je je optimaal kunt ontplooien. De HU verwacht van elke student dat hij/zij zich aan de interne regels houdt (9.1.4). Ongewenst gedrag (bijvoorbeeld intimidatie, hatemails, verbaal of fysiek geweld) wordt niet getolereerd. Als je een diploma haalt, moet je dat ook verdiend hebben. Fraude (4.4.2) wordt niet getolereerd. Zeker als dit gevolgen heeft voor onschuldige medestudenten doordat tentamenresultaten ongeldig worden verklaard, zijn de straffen zwaar. Zowel ongewenst gedrag als fraude kan leiden tot verwijdering van de opleiding. Je ziet, er zijn heel veel mogelijkheden bij de HU om een prettige studietijd te hebben. Je vindt het merendeel terug in deze studiegids. Lees de gids goed door, voordat je aan je studie begint. Via de inhoudsopgave kun je altijd achterhalen waar je iets kunt vinden. Maar is het niet duidelijk of kun je het niet vinden: kijk op SharePoint, of vraag het je slb er of de onderwijsbalie (2.8.3). We wensen je een prettige studietijd en veel succes in dit studiejaar. Mede namens alle collega s die aan jouw opleiding bijdragen, Bas van der Veen Directeur Instituut voor Gebouwde Omgeving Hogeschool Utrecht, september 2013 6/175

2 Inrichting van de opleiding 2.1 Beroepsprofiel 2.1.1 Beroep De HBO-planoloog heeft als kerntaak de bezinning op de centrale vraag hoe de bestaande ruimtelijke situatie aangepast en verbeterd kan worden, zodat de samenhang tussen (toekomstige) maatschappelijke ontwikkelingen en ruimtegebruik bevorderd wordt. Hij/zij is gericht op het bereiken van een zo hoog mogelijke ruimtelijke kwaliteit. Hierbij moet niet alleen gedacht worden aan functionaliteit en vormgeving, maar ook aan duurzaamheid. Zie art. 15 OER-HU. 2.1.2 Uitwerking van beroepsprofiel Het beroepsprofiel is tot stand gekomen door samen met andere HBO-opleidingen Ruimtelijke Ordening en Planologie een beroepsprofiel op te stellen. Dit heeft geleid tot 10 beroepsspecifieke competenties. Zie par. 2.1.3 voor deze beroepsspecifieke competenties. Zie art. 15 OER-HU. 2.1.3 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar De beroepscompetenties zijn landelijk vastgesteld tezamen met alle andere HBO-opleidingen ROP in Nederland. In deze competenties zijn de Dublin-descriptoren verwerkt: kennis en inzicht, toepassen kennis en inzicht, oordeelvorming, communicatie en leervaardigheden. De beroepscompetenties zijn in 2003 tot stand gekomen door middel van een intensieve en coöperatieve samenwerking tussen de deelnemende hogescholen en vertegenwoordigers uit de beroepspraktijk. Beroepscompetenties Planoloog: Beleid vormen Stelt een haalbaar (politiek, financieel, maatschappelijk) beleidsadvies op. Beleid implementeren Vertaalt vastgesteld (ruimtelijk) beleid in praktische uitvoerings- (deel)plannen. Realiseert deze deelplannen, in goed overleg met de betrokkenen, binnen de gestelde kaders. Adviseren Adviseert passend, gezien de vraagstelling, de situatie, de omstandigheden en het kader. Een ruimtelijk ontwerp maken Maakt een ruimtelijk ontwerp / plan op basis van een Programma van Eisen dat kan dienen als basis voor besluitvorming. Een planologisch onderzoek uitvoeren Verricht onderzoek en legt de resultaten, binnen het daarvoor gestelde tijdsbestek, vast in een valide onderzoeksrapport. Leiding geven aan een projectteam (dit is niet zozeer een start als wel een doorgroei competentie) Geeft leiding aan een team op dusdanige wijze dat - binnen de gestelde randvoorwaarden en met het team - een projectresultaat wordt gerealiseerd. Financiële plannen berekenen en beheren Berekent en presenteert financiële consequenties van ruimtelijke ingrepen inzichtelijk ten behoeve van de besluitvorming. Een multi-actorenproces ontwerpen en begeleiden Werkt efficiënt en doelmatig samen met betrokkenen aan projecten en processen met een goed en duurzaam resultaat. Communiceren met belanghebbenden Beheerst diverse communicatietechnieken. Stelt een communicatieplan op waarbij sprake is van een doelgerichte toepassing van verschillende communicatiemiddelen. Hogeschool Utrecht, september 2013 7/175

Een plan juridisch begeleiden Vertaalt beleid naar een juridisch haalbaar plan, handelt bezwaar- en beroepsschriften af en adviseert ten aanzien van planschade en PPS constructies. Zie art. 15 OER-HU. 2.1.4 Vaardigheden afgestudeerde De afgestudeerde kan de beroepscompetenties in de praktijk hanteren, rekening houden met de specifieke omstandigheden van de leefomgeving. De planoloog wordt gekenmerkt door een grote betrokkenheid bij de ruimtelijke ontwikkeling van een gebied, maar ook door hun maatschappelijke, toekomstgerichte oriëntatie en hun beleidsmatige manier van werken. Zie art. 15 OER-HU. 2.1.5 Werkveld en functies Planologen komen terecht in verschillende situaties en hebben met verschillende beroepsgroepen te maken. Ze werken in stedelijk of in landelijk gebied, in wijk, stad, streek of land, in uitbreidingsgebieden en herstructureringswijken. De breedte van de opleiding weerspiegelt zich in een grote diversiteit aan werkvelden: Overheid: lagere overheid en provinciale overheid; Stedenbouwkundige bureaus; Adviesbureaus/ ingenieursbureaus; Wooncoöperaties; Rijkswaterstaat, waterschappen; Projectontwikkelaars/ vastgoedontwikkeling. Hierbij kun je denken aan functies zoals: Juridisch medewerker RO; Financieel medewerker RO; Adviseur RO; Beleidsmedewerker/ beleidsambtenaar; Projectleider, procesbegeleider; Onderzoeker RO. Zie art. 15 OER-HU. 2.2 Opleidingsprofiel 2.2.1 Algemeen Ruimtelijke Ordening en Planologie aan Hogeschool Utrecht is een opleiding die zich specifiek oriënteert op de gebouwde, stedelijke omgeving. De opleiding strekt zich hierbij uit over de volledige breedte van het werkveld van de ruimtelijke ordening. De opleiding wordt gekarakteriseerd als: stedelijk, breed, praktijk- en oplossingsgericht werkend vanuit de visie om daadwerkelijk een bijdrage leveren aan een duurzame leefomgeving. 2.2.2 Doelstelling opleiding Doel van de opleiding is bachelors afleveren die kunnen functioneren binnen een breed beroepenveld en daarmee een goede positie op de arbeidsmarkt hebben. De opleiding richt zich op de gehele breedte van de ruimtelijke ordening. De opleiding onderscheidt zich in haar profilering van de andere opleidingen ROP door de inbedding in het Instituut voor de Gebouwde Omgeving. De opleiding is gericht op een duurzame ontwikkeling en duurzaam gebruik van de schaarse ruimte in Nederland. Hogeschool Utrecht, september 2013 8/175

Ingrijpen in de ruimtelijke orde vraagt een grondige voorbereiding (onderzoek) en planning. De opleiding ROP is een praktijkgerichte opleiding. De afgestudeerde ROP er beschikt over een grondige kennis van de technische en financieel-economische aspecten die aan het ruimtelijk beleid en aan de vorming van ruimtelijke plannen verbonden is. Ook is hij/zij vertrouwd met het ruimtelijk ontwerpen, met de toepassing van sociaal-wetenschappelijke onderzoekstechnieken, met het bestuurlijk-juridische instrumentarium in de ruimtelijke ordening en met randvoorwaarden op het gebied van leefbaarheid en milieu. Vanuit deze multidisciplinaire achtergrond is de ROP-ingenieur in staat een coördinerende functie in het werkveld te vervullen. Zie art. 15 OER-HU. 2.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding De HU heeft als taak om jou als student op te leiden voor een functie op hbo-niveau. Daarom moet je als afgestudeerde voldoen aan een groot aantal (beroeps)competenties die zijn afgeleid van het beroepsprofiel (zie par. 2.1). Naast deze beroepscompetenties wordt het hbo-niveau vormgegeven door de algemene Dublin-descriptoren. Deze Dublin-descriptoren (A1 tot en met A5) zijn uitgewerkt met domeinspecifieke aspecten voor de bachelorgraad BBE. A1 Kennis en inzicht Je hebt aantoonbare kennis en inzicht van een vakgebied, waarbij wordt voortgebouwd op het niveau dat is bereikt in het voortgezet onderwijs om het vervolgens te overtreffen. Je functioneert doorgaans op een niveau waarop, met ondersteuning van gespecialiseerde handboeken, enige aspecten voorkomen waarvoor kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied is vereist. Domeinspecifiek: Je hebt aantoonbare kennis van de producten en processen zoals die in de gebouwde omgeving worden gerealiseerd. Functioneert op een niveau waarop met ondersteuning van gespecialiseerde informatiebronnen/leveranciers aspecten voorkomen waarop kennis van de laatste ontwikkelingen in het vakgebied vereist is, leidend tot kwalificering voor: Het zelfstandig uitvoeren van de taken van een beginnende beroepsbeoefenaar; Het functioneren binnen een arbeidsorganisatie; De verdere professionalisering van de eigen beroepsbeoefening c.q. het beroep. A2 Toepassen van kennis en inzicht Is in staat om aanwezige kennis en inzicht op dusdanige wijze toe te passen dat dit een professionele benadering van het werk of beroep laat zien. Beschikt bovendien over competenties voor het opstellen en verdiepen van argumentaties en voor het oplossen van problemen op het vakgebied. Domeinspecifiek: Je definieert zelfstandig een probleem bij een (complexe) praktijksituatie. Je pakt de problemen uit het vakgebied stelselmatig aan op basis van relevante kennis en (theoretische) inzichten. Verder ontwikkel je zinvolle (nieuwe) oplossingstrategieën en past deze toe en kun je de effectiviteit hiervan beoordelen; Je past beschikbare relevante kennis, inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten toe bij het oplossen van vraagstukken uit de praktijk; Je kunt vraagstukken uit de beroepspraktijk analyseren, ook als het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en standaardprocedures niet van toepassing zijn. Je komt met ideeën en oplossingen. Je bent creatief, hebt zicht op (on)mogelijkheden en weegt relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten af. A3 Oordeelsvorming Je bent in staat om relevante gegevens te verzamelen en te interpreteren met het doel een oordeel te vormen dat mede gebaseerd is op het afwegen van relevante sociaal-maatschappelijke, wetenschappelijke of ethische aspecten. Domeinspecifiek: Je bent omgevingsbewust en in staat een oordeel te vormen over probleemstellingen waarbij sprake is van zowel maatschappelijke impact als invloed op de verschillende schaalniveaus binnen het domein; Hogeschool Utrecht, september 2013 9/175

Je stelt realistische doelen en pakt werkzaamheden planmatig aan. Je reflecteert op het (beroepsmatig) handelen op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie; Je hebt een professionele beroepshouding en betrekt daarin relevante ethische, normatieve en maatschappelijke aspecten. A4 Communicatie Je bent in staat om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen op een publiek dat zowel uit specialisten als niet-specialisten bestaat. Domeinspecifiek: Je bent in staat te communiceren (zowel mondeling als schriftelijk) en samen te werken met anderen in een multiculturele, internationale en/of multidisciplinaire omgeving. Je voldoet tevens aan de eisen die gelden voor het participeren in een arbeidsorganisatie; Je bent in staat eenvoudige leidinggevende- en managementtaken uit te voeren. A5 Leervaardigheden Je bezit de leervaardigheden die noodzakelijk zijn om een vervolgstudie aan te gaan die een hoog niveau van autonomie veronderstelt. Domeinspecifiek: Je kunt kennis, inzichten en vaardigheden toepassen in uiteenlopende beroepssituaties; Je bent blijvend toegerust met vaardigheden voor het ontwikkelen van actuele kennis die aansluit op recente kennis, inzichten, concepten en onderzoeksresultaten, alsmede op de (internationale) ontwikkelingen in het beroepenveld. Op basis daarvan ben je in staat je verder te professionaliseren in de beroepsuitoefening c.q. het beroep; Werkt zowel sturend als participerend in multidisciplinaire teams. Is in staat problemen op te lossen waarbij de invloed van de omgeving (zowel maatschappelijk als op schaalniveau) een rol speelt. Zie art. 15 OER-HU. 2.2.4 Didactische uitgangspunten Alle opleidingen van Hogeschool Utrecht zijn opgebouwd volgens een competentiegericht onderwijsmodel. Een competentie is de combinatie van kennis, vaardigheden en attitudes die nodig is om een taak in een bepaalde (beroeps)context uit te oefenen. Voor ons onderwijs betekent dit het volgende: Het onderwijs richt zich op het verwerven van beroepscompetenties: het in samenhang verwerven van kennis, vaardigheden en houdingsaspecten waarmee beroepstaken worden uitgevoerd binnen of buiten Nederland, in een internationale context; Leren is een doelgerichte activiteit van jou als student. Het onderwijs stimuleert daarom actief en zelfstandig leren; De docent ondersteunt en coacht jouw leerproces en is inhoudelijk expert op een bepaald competentiegebied; Het leren vindt zoveel mogelijk plaats in realistische leeromgevingen, waarbij leertaken lijken op beroepstaken. Moderne media worden ingezet; Het onderwijs baseert zich op het concurrency-principe. Leermomenten op de opleiding en in de beroepspraktijk beïnvloeden elkaar positief; Leren is een sociaal en interactief proces, je leert nooit alleen. Daarom werk je in je opleiding veel samen: met andere studenten, met docenten en met professionals uit de praktijk. Om vast te stellen op welk niveau je de competenties beheerst, zijn er periodiek toetsen waaraan je deelneemt. De toetsen worden beoordeeld en geven je inzicht in de vorderingen van je leerproces. De studieloopbaanontwikkeling van de student wordt begeleid door een studieloopbaanbegeleider. Het voorgaande betekent dat de opleiding verschillende onderwijsvormen kent: Hoorcolleges; Practicumonderwijs; Werkgroepbijeenkomsten; Praktijkperiode (stage) van een half jaar; Hogeschool Utrecht, september 2013 10/175

Casus-/projectonderwijs. 2.3 Inrichting opleiding 2.3.1 Opleidingsvarianten Je kunt je opleiding volgen in voltijd. Voltijdopleiding Een voltijdopleiding veronderstelt dat je 40 uur per week beschikbaar bent voor het volgen van onderwijs aan de hogeschool. Voltijdopleidingen zijn bedoeld voor studenten die rechtstreeks van de havo, het vwo of mbo (niveau 4) komen. Zie art. 17 en 20 OER-HU. 2.3.2 Verkorte en versnelde opleidingsroutes De opleiding kent geen verkorte of versnelde opleidingsroute. Wel is het mogelijk om op onderdelen vrijstelling aan te vragen. Het verzoek tot vrijstelling moet je aanvragen bij de examencommissie, zie art. 40 lid 6 OER-HU. De bewijslast behorende bij het vrijstellingsverzoek wordt door de student aangeleverd. 2.3.3 Getuigschriften Als bewijs dat je (een deel van) de opleiding hebt afgerond (propedeuse, Ad of bachelor), wordt door de examencommissie een diploma uitgereikt. De wettelijke term hiervoor is getuigschrift, maar omdat wij in het gangbare taalgebruik binnen de HU over diploma s spreken, zullen we in deze studiegids de term diploma gebruiken. We kennen binnen deze bacheloropleiding de volgende diploma s: het propedeutisch diploma na het behalen van het propedeutisch examen; het bachelordiploma na het behalen van het afsluitend examen. De voorzitter en een lid van je examencommissie ondertekenen het diploma. Aan het bachelordiploma en de Ad wordt een Internationaal Diploma Supplement (IDS) volgens het Europese model toegevoegd. Hier zijn geen kosten aan verbonden. Het IDS geeft inzicht in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het diploma. Je ontvangt per opleiding slechts één propedeutisch en één bachelordiploma. Het diploma wordt in beginsel in het Nederlands opgesteld. Op jouw verzoek kan er, in plaats van het Nederlandstalig diploma, een Engelstalig diploma worden verstrekt. Het Internationaal Diploma Supplement wordt altijd in het Engels opgesteld. Zie par. 5.1. voor de procedure voor afgifte van het diploma. Heb je meer dan een tentamen met goed gevolg afgelegd, maar krijg je geen diploma omdat je niet het hele examenprogramma hebt behaald, dan kun je de examencommissie vragen een verklaring af te geven. Daarop worden de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt net als het diploma ondertekend door de voorzitter en een lid van je examencommissie. 2.3.4 Graden en titulatuur Als je een zogenaamde degree -opleiding (Associate degree of bacheloropleiding) bij de HU afrondt, krijg je een graad. De graad wordt namens het College van Bestuur verleend door de examencommissie. Bij een bacheloropleiding wordt de graad Bachelor en bij een Associate degreeprogramma wordt de graad Associate degree verleend, als je met goed gevolg het afsluitend examen hebt afgelegd. Aan de graad wordt een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft toegevoegd. Let op!: voor de opleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie geldt er geen Associate degree-programma. Het verlenen van de graad Bachelor geeft het recht om deze, afgekort tot B (met toevoeging) achter je eigen naam te vermelden. De graad Bachelor geeft je ook het recht om een titel te voeren. In dat geval mag je in plaats van de graadvermelding (dus niet in combinatie) de volgende titel gebruiken: Hogeschool Utrecht, september 2013 11/175

De titel ingenieur, afgekort tot ing. voorafgaand aan de naam, indien het een bacheloropleiding betreft op het gebied van landbouw en de natuurlijke omgeving of op het gebied van de techniek. Voor afgestudeerden van de opleidingen in het domein van de Gebouwde Omgeving geldt dat achter de B de toevoeging BE (Built Environment) gevoerd mag worden. De gehele titel wordt dan BBE. Zie art. 43 OER-HU. 2.3.5 Opleidingsstructuur Studiefases De opleiding bestaat uit twee studiefases, die in dit hoofdstuk verder uitgewerkt worden: de propedeutische fase en de hoofdfase. De opleiding begint met een propedeutische fase van een jaar. Deze fase sluit je af met het behalen van een propedeutisch diploma. Na de propedeuse volgt de hoofdfase van drie jaar. Deze fase sluit je af met het behalen van een bachelordiploma. Bij een Ad-opleiding volgt na de propedeuse een hoofdfase van één jaar, welke wordt afgesloten met een Associate degree. Zie verder par. 2.4 en 0. Wettelijke studieduur, studielast en studiepunten De studielast van de opleiding en de bijhorende cursussen wordt uitgedrukt in hele studiepunten (EC) volgens het European Credit Transfer System (ECTS). Dit is een studiepuntensysteem om opleidingen internationaal vergelijkbaar te maken. De studielast van 1 EC komt overeen met 28 studie-(klok)uren (inclusief contacttijd). De opbouw van de studielast, uitgedrukt in EC, wordt zowel omschreven in OSIRIS alsook in de opleidingschema s in deze studiegids (zie par. 2.4.1 en 2.5.2). De reguliere bacheloropleiding duurt vier jaar. Bij de opbouw van de opleiding is een studielast van 60 EC per studiejaar als uitgangspunt genomen, oftewel 1680 uur. De totale studielast van de opleiding (onderwijs, zelfstudie en praktijktijd/stages) bedraagt dus 240 EC. De EC zijn als volgt over de studiejaren verdeeld: Propedeuse: 60 EC Hoofdfase: 180 EC (major van 150 EC + profileringsruimte van 30 EC). Tabel verdeling studielast over opleiding: Propedeuse (60 EC) Major (150 EC) Hoofdfase (180 EC) Profileringsruimte (30 EC) In de cursusbeschrijving (zie hoofdstuk 10) is per cursus de studielast opgenomen, uitgedrukt in hele EC. EC worden pas toegekend nadat de desbetreffende cursus is afgerond met het bijbehorende tentamen. Als er deeltentamens worden afgenomen, krijg je pas EC als alle deeltentamens van een cursus zijn afgelegd en gezamenlijk tot een voldoende resultaat hebben geleid. Zie ook par 4.4. De voltijdsopleiding ROP wordt in het studiejaar 2013-2014 in onderwijsblokken (1 e en 2 e jaar) en onderwijssemesters (3 e en 4 e jaar) gegeven. Tijdens de eerste 2 studiejaren is een onderwijsblok als volgt ingericht: de eerste 5 weken zijn bedoeld voor 2 (theorie) cursussen van 5 EC, vervolgens is er een toetsweek en daarna volgen er 3 projectweken (cursus van 5 EC). Tijdens de theoriecursussen word je 6 tot 8 dagdelen op school ingeroosterd, de studiebelasting ligt derhalve boven de 40 uur per week. De projectweken zijn opgebouwd volgens het idee van de pressure-cooker, binnen 3 weken word van je verwacht om het gehele project te doorlopen en aan het einde van de 3 e week een projectresultaat neer te zetten. De studiebelasting is derhalve ook minstens 40 uur per week. Zie art. 16-20 OER-HU. Hogeschool Utrecht, september 2013 12/175

2.4 Propedeuse De splitsing van de opleiding in een propedeutische fase en een hoofdfase is niet voor niets. De overheid markeert het eerste jaar (de propedeuse) omdat het drie belangrijke functies heeft. Oriëntatie Voor je studievoortgang is het van groot belang dat je een opleiding volgt die bij je past. Dat betekent dat de inhoud van de opleiding, het beroepenveld waarvoor je wordt opgeleid en de wijze waarop je opleiding is georganiseerd je moeten aanspreken. De propedeuse is er mede voor bedoeld om te kijken of dat het geval is en is daar ook op ingericht. Selectie Aan het einde van je eerste studiejaar wordt de balans opgemaakt. Zit je wel op de juiste opleiding? Kun je het niveau aan? Is je studievoortgang voldoende? De antwoorden op die vragen blijken een grote voorspellende waarde te hebben voor het uiteindelijk behalen van je diploma in de termijn die daarvoor staat. Binnen de HU maken we de balans op met een individueel studieadvies op basis van het begeleidingstraject. Daarbij wordt gekeken naar het aantal behaalde EC. Het is heel belangrijk dat je de norm van dit studieadvies kent, en ook de regels die rondom deze norm gelden. Lees daarom paragraaf 2.4.2 Studieadvies, zodat je niet voor verrassingen komt te staan. Er geldt namelijk: wie niet aan de norm voldoet en een bindend negatief studieadvies krijgt, mag de opleiding niet vervolgen. Verwijzing Als je onverhoopt niet op een juiste opleiding zit, raak dan niet in paniek. Van belang is dat je tijdig aankaart dat je twijfelt aan je studiekeuze. Wellicht is dat onterecht en is je beeld nog niet compleet. Er zijn voorzieningen die je ondersteunen bij studietwijfel. Je kunt bijvoorbeeld terecht bij Centrum Studiekeuze en een studiekeuzetest doen. Belangrijk: neem in geval van twijfel altijd tijdig contact op met je studieloopbaanbegeleider. Indien je besluit de opleiding te verlaten, neem dan altijd contact op met de decaan. De decaan kan je informeren over de consequenties van jouw uitschrijving en welke zaken je moet regelen. Zie art. 18 OER-HU. 2.4.1 Programma Per studiejaar stelt de opleiding het onderwijsprogramma (curriculum) van zowel de gehele studie als van de onderdelen vast. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De cursussen van de propedeuse zijn hieronder aangegeven inclusief het aantal bijbehorende EC en de OSIRIS-code (zie paragraaf 2.8.2.4). Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je achterin deze studiegids en in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Hogeschool Utrecht, september 2013 13/175

Cursuscode Cursusnaam Onderdelen Toetsvorm Omschrijving toets EC Weging toets Bodemcijfer V(erplicht) / K(euze) Toetsperiode Studiegids bacheloropleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd 2013-2014 RUIMTELIJKE ORDENING & PLANOLOGIE 10 mei 2013 PROPEDEUSE / SEMESTER 1 BLOK 1 TIGO-V01KENB-12 Kijken en begrijpen 5 5,5 V A Toets 1 Opdracht 1 Kijken en begrijpen 50% 5,5 A Toets 2 Tentamen 1 Kijken en begrijpen 50% 5,5 A TIGO-V01ABV1-12 Algemene basisvorming 1 5 5,5 V A Toets 1 Tentamen 1 Natuurkunde, inleidend 30% 5,5 A Toets 2 Tentamen 2 Wiskunde, inleidend 30% 5,5 A Toets 3 Tentamen 3 Communicatie in woord 20% 5,5 A Toets 4 Tentamen 4 Communicatie in beeld 10% 5,5 A Toets 5 Opdracht 1 Communicatie in beeld 10% 5,5 A TIGO-V01PR-12 Project Kijken en begrijpen 5 5,5 V A Toets 1 Opdracht 1 Produceren 20% 5,5 A Toets 2 Tentamen 1 Kennis 20% 5,5 A Toets 3 Opdracht 2 Organiseren 20% 5,5 A Toets 4 Opdracht 3 Interactie 20% 5,5 A Toets 5 Opdracht 4 PEP / PEP-trainingen 20% VD A BLOK 2 TIGO-V02INLRO-13 Inleiding ruimtelijke ordening voor BTB en ROP 5 5,5 V B Toets 1 Opdracht 1 Tentamen 1 50% 5,5 B Toets 2 Opdracht 2 Tentamen 2 50% 5,5 B TIGO-V02ABV2-12 Algemene basisvorming 2 5 5,5 V B Toets 1 Opdracht 1 Projectmanagement 20% 5,5 B Toets 2 Opdracht 2 Vastgoedrekenen 20% 5,5 B Toets 3 Tentamen 1 Statistiek, inleidend 30% 5,5 B Toets 4 Tentamen 2 Communicatie in woord 10% 5,5 B Toets 5 Opdracht 3 Communicatie in beeld 20% 5,5 B TIGO-V02PR-12 Project (Be-)denken en realiseren 5 5,5 V B Toets 1 Opdracht 1 Produceren 20% 5,5 B Toets 2 Tentamen 1 Kennis 20% 5,5 B Toets 3 Opdracht 2 Organiseren 20% 5,5 B Toets 4 Opdracht 3 Interactie 20% 5,5 B Toets 5 Opdracht 4 PEP / PEP-trainingen 20% VD B Toets 6 Opdracht 5 Feedback en overdracht 0% VD B Hogeschool Utrecht, september 2013 14/175

Cursuscode Cursusnaam Onderdelen Toetsvorm Omschrijving toets EC Weging toets Bodemcijfer V(erplicht) / K(euze) Toetsperiode Studiegids bacheloropleiding Ruimtelijke Ordening en Planologie Voltijd 2013-2014 RUIMTELIJKE ORDENING & PLANOLOGIE 10 mei 2013 PROPEDEUSE / SEMESTER 2 BLOK 3 TROP-V03POP-12 Planologisch onderzoek en projectmanagement 5 5,5 V C Spatial research and project management Toets 1 Opdracht 1 Plan van aanpak 40% 5,5 Toets 2 Tentamen 1 Onderzoek en ruimtevragers 30% 4,5 Toets 3 Tentamen 2 Projectmanagement, RO-recht en beleid 30% 4,5 TROP-V03TER-12 Tekenen en rekenen 5 5,5 V C Designing and accounting Toets 1 Opdracht 1 Opdracht Tekenen en rekenen 40% 5,5 Toets 2 Tentamen 1 Tekenen en rekenen 1 30% 4,5 Toets 3 Tentamen 2 Tekenen en rekenen 2 30% 4,5 TROP-V03PRJ-12 Project: Ruimtelijke ontwikkelingsvisie 5 5,5 V C Spatial development plan Toets 1 Opdracht 1 Product 20% 5,5 Toets 2 Opdracht 2 Kennis 20% 5,5 Toets 3 Opdracht 3 Organisatie 20% 5,5 Toets 4 Opdracht 4 Interactie 20% 5,5 Toets 5 Deelname 1 Beroepsoriëntatie 18% 5,5 Toets 6 Opdracht 5 Pep-training 2% 5,5 Toets 7 Opdracht 6 Feedback en overdracht 0% VD BLOK 4 TROP-V04WVK-12 Wonen en verkeer 5 5,5 V D Housing and mobility Toets 1 Opdracht 1 Opdracht wonen en verkeer 40% 5,5 Toets 2 Tentamen 1 Wonen en verkeer 1 30% 4,5 Toets 3 Tentamen 2 Wonen en verkeer 2 30% 4,5 TROP-V04RET-12 Rekenen en tekenen 5 5,5 V D Accounting and designing Toets 1 Opdracht 1 Opdracht Rekenen en tekenen 40% 5,5 Toets 2 Tentamen 1 Rekenen en tekenen 1 30% 4,5 Toets 3 Tentamen 2 Rekenen en tekenen 2 30% 4,5 TROP-V04PRJ-12 Project: Nota van randvoorwaarden 5 5,5 V D Note of preconditions Toets 1 Opdracht 1 Product 20% 5,5 Toets 2 Opdracht 2 Kennis 20% 5,5 Toets 3 Opdracht 3 Organisatie 20% 5,5 Toets 4 Opdracht 4 Interactie 20% 5,5 Toets 5 Deelname 1 Beroepsoriëntatie 18% 5,5 Toets 6 Opdracht 5 Pep-training 2% 5,5 Toets 7 Opdracht 6 Feedback en overdracht 0% VD Hogeschool Utrecht, september 2013 15/175

Heb je cursussen uit het voorgaand curriculum nog niet behaald? Nadat een cursus is vervangen door een nieuwe cursus heb je nog één jaar de tijd om de cursus alsnog te behalen. Echter wordt er geen onderwijs meer aangeboden in dat jaar voor de betreffende cursus. Na deze periode kun je de voorgaande cursus niet meer behalen en zul je de vervangende, nieuwe cursus moeten behalen. De vervangende cursussen voor semester 1 staan genoemd in de conversietabel, te vinden op SharePoint (https://onderwijsteams.sharepoint.hu.nl/fnt/bouw/s1-algemeen). Indien bovenstaande alinea van toepassing is voor jou voor cursussen uit semester 2 dien je contact op te nemen met je studieloopbaanbegeleider. Zie art. 18 OER-HU en art. 28 lid 8 OER-HU. 2.4.2 Studieadvies Bij de vaststelling van de norm voor een positief studieadvies is gekeken wat je minimaal aan competenties moet hebben om de studie uiteindelijk met een goed resultaat binnen een bepaalde tijd af te kunnen sluiten. In de norm is daarom een aantal cursussen aangewezen, waarbij de algemene vaardigheden maar ook beroepsvaardigheden aan bod komen. Zoals aangegeven wordt in de propedeuse de balans opgemaakt met een studieadvies. Je krijgt tijdens het eerste jaar van inschrijving twee maal een schriftelijk advies over de voortzetting van je studie. Uiterlijk aan het einde van het eerste jaar van inschrijving ontvang je een definitief studieadvies. Hieronder staan de regels die daarover zijn vastgesteld. De peildatum voor afgifte van het bindend studieadvies (bsa) is 1 mei. Sta je op deze datum ingeschreven, dan krijg je uiterlijk aan het einde van het eerste studiejaar een bindend studieadvies. Stop je met de opleiding en ben je voor 1 mei uitgeschreven, dan krijg je dat studiejaar geen bindend studieadvies. Tussentijds studieadvies Uiterlijk halverwege het eerste studiejaar ontvang je van de examencommissie een schriftelijk tussentijds studieadvies over de voortzetting van je studie. Dit tussentijds advies bevat naast een advies een toelichting op de behaalde studieresultaten en de studievoortgang. Het betreft een: positief tussentijds advies: 21 of meer EC, waarbij de cursus TIGO-V01ABV1-12 is behaald; of een waarschuwend tussentijds advies: 20 of minder EC en/of de cursus TIGO-V01ABV1-12 niet behaald Boek je niet voldoende studievoortgang, dan krijg je een waarschuwend advies van de examencommissie. Neem in dat geval contact op met je studieloopbaanbegeleider om een studieplan te maken. Met een studieplan kun je ervoor zorgen dat je weer op schema komt. Als bijzondere omstandigheden de oorzaak zijn van je studieachterstand, neem dan onmiddellijk contact op met de studentendecaan. Positief of negatief studieadvies Aan het einde van het eerste studiejaar krijg je in de regel een definitief advies van de examencommissie. Dit studieadvies kan positief of negatief zijn. Aan een negatief studieadvies zit een afwijzing verbonden. Een negatief advies met afwijzing is een bindend negatief studieadvies. Als je een bindend negatief studieadvies ontvangt, word je niet langer toegelaten tot dezelfde opleiding aan de HU. Een positief studieadvies krijg je als aan het eind van het eerste studiejaar: de propedeuse hebt gehaald, of minimaal 45 EC van het propedeuseprogramma hebt behaald, waaronder de volgende geoormerkte cursussen: TIGO-V01ABV1-12; TROP-V03PRJ-12 of TROP-V04PRJ-12. Met het behalen van de geoormerkte cursussen heb je, samen met de 45 EC eis, een voldoende basis om de opleiding voort te kunnen zetten. De cursus TIGO-V01ABV1-12 is het minimale wat je aan algemene vorming in huis moet hebben. In de projecten heb je laten zien dat je de theorie kunt toepassen en samen met anderen tot een goed resultaat kunt komen. Zie H10 OER-HU FNT. Hogeschool Utrecht, september 2013 16/175

Voor de berekening of je het bovenstaande aantal van 45 EC hebt behaald, tellen niet mee: a. EC voor verleende vrijstellingen; b. EC behaald in een eerder jaar van inschrijving bij dezelfde opleiding. Het moet dus gaan om EC die je daadwerkelijk dit studiejaar hebt behaald; c. resultaten behaald voor deeltentamens, als nog niet het volledige tentamen met goed gevolg is afgelegd. Kun je door de hierboven uitgezonderde resultaten geen 45 EC meer uit de propedeutische fase halen, dan zul je dus aan het eind van het studiejaar de volledige propedeuse behaald moeten hebben om een positief studieadvies te krijgen. Een negatief studieadvies (afwijzing) krijg je als je niet aan de norm voor het positief advies hebt voldaan. In geval van een bindend negatief studieadvies moet deze afwijzing zijn gemotiveerd. Daarnaast moeten de mogelijkheden van bezwaar en beroep voor jou als student zijn opgenomen. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening aangetekend aan jou verzonden of persoonlijk uitgereikt. De examencommissie stelt je in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een bindend negatief studieadvies af te geven. Ga je al vakken uit de hoofdfase volgen terwijl je nog in aanmerking komt voor een studieadvies, let dan goed op. De norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies heeft alleen betrekking op in de propedeuse behaalde vakken. Het aantal in de hoofdfase behaalde EC voor deze beoordeling telt niet mee. Geef daarom altijd prioriteit aan het behalen van de vakken uit de propedeuse. Opgeschort advies voor studenten in het eerste jaar van inschrijving wegens bijzondere omstandigheden De examencommissie dient bij het uitbrengen van het studieadvies te rekening houden met studievertraging door persoonlijke omstandigheden. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: ziekte; lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; zwangerschap; bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie je samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie; andere omstandigheden waarin je als student activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van (een onderdeel van) de HU, ter beoordeling door de faculteitsdirectie; het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur, krachtens de Profileringsfondsregeling HU, erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang; andere situaties waarin je als student door overmacht niet hebt deelgenomen aan tentamens dan wel het onderwijs, ter beoordeling door de examencommissie. Als de examencommissie bijzondere persoonlijke omstandigheden aanwezig acht, waardoor je niet hebt kunnen voldoen aan de norm voor het studieadvies, dan wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het einde van het tweede studiejaar van je inschrijving bij dezelfde opleiding. Aan het eind van het tweede studiejaar moet je aan de norm van een positief advies voldoen, zoals die in dat volgende studiejaar geldt. Heb je vorig studiejaar (of een eerder jaar) een opgeschort advies ontvangen en kom je daardoor dit studiejaar nog in aanmerking voor een bindend studieadvies, dan geldt voor jou de norm van dit studiejaar. Oftewel 45 EC en eventuele geoormerkte cursussen. Let hierbij wel op dat de EC die je in een eerder studiejaar hebt behaald, net als verkregen vrijstellingen, niet meetellen bij de berekening van je aantal behaalde EC uit de propedeuse. Eerder in deze paragraaf vind je uitgebreide informatie over de norm en wat wel en niet meetelt voor de berekening van je aantal EC. Voor een opgeschort advies geldt dezelfde procedure als voor het reguliere studieadvies. Is je studievertraging ontstaan door een van bovengenoemde bijzondere omstandigheden? Meld dit dan zo spoedig mogelijk schriftelijk bij de examencommissie met het verzoek om deze omstandigheden te betrekken bij het afgeven Hogeschool Utrecht, september 2013 17/175

van het studieadvies. Benader ook zo snel mogelijk de studentendecaan en/of de studieloopbaanbegeleider. Zij adviseren de examencommissie. Zie ook paragraaf 8.3. Voldoe je aan het eind van het tweede studiejaar niet aan de norm voor een positief advies dan krijg je dus een negatief advies met een afwijzing en word je niet langer toegelaten tot dezelfde opleiding aan de HU. In het geval je ook in het tweede studiejaar vanwege bijzondere omstandigheden de norm niet kunt halen, kan de examencommissie een uitzondering maken en met in achtneming van de persoonlijke omstandigheden besluiten dat je een negatief advies zonder afwijzing krijgt. Dit betekent dat je toch door mag met de opleiding. Het is aan de examencommissie om aan de hand van een advies van de studentendecaan te beoordelen of de bijzondere omstandigheden ertoe hebben geleid dat de student ook in het tweede jaar van inschrijving de norm niet heeft kunnen halen. Tussentijdse uitschrijving: Als je je voor 1 mei hebt uitgeschreven en je vervolgens in een later studiejaar weer opnieuw inschrijft, wordt formeel weer van een eerste inschrijving gesproken en dien je opnieuw aan de norm te voldoen. Je moet dus in dat studiejaar opnieuw 45 EC behalen, waarvan geoormerkte vereisten deel uit kunnen maken. Voor die 45 EC tellen vrijstellingen niet mee, maar blijven ook de resultaten die bij een eerdere inschrijving (voor de onderbreking) bij de opleiding zijn behaald, buiten beschouwing. Indien er 15 of meer EC aan vrijstellingen en/of eerder behaalde resultaten zijn, moet je aan het einde van dat jaar het propedeutisch getuigschrift hebben behaald. Hieronder wordt een overzicht van de norm voor het bindend studieadvies gegeven. Inschrijving Norm* Wat telt niet mee? 1 e jaar, 1 e keer 45 EC Vrijstellingen Nieuwe start na staking (onderbreking inschrijving). 2 e jaar (zonder onderbreking na opgeschort advies) *incl. geoormerkte vereisten 45 EC Vrijstellingen Eerder behaalde resultaten 45 EC Vrijstellingen Eerder behaalde resultaten Als het door verkregen vrijstellingen en eerder behaalde resultaten niet mogelijk is 45 EC uit de propedeuse te halen, dan moet de gehele propedeuse zijn behaald om aan de norm te voldoen. 2.4.3 Overstappen Als je tijdens het studiejaar wilt overstappen naar een andere opleiding binnen de hogeschool, dan moet je je daarvoor volledig opnieuw inschrijven en dan moet de (nieuwe) opleiding daarvoor toestemming geven. Stap je over tijdens je eerste studiejaar houd dan goed de regels voor het studieadvies in de gaten. Vraag desnoods advies hieromtrent aan de studentendecaan. Zie voor het studieadvies paragraaf 2.4.2. Binnen IGO is het mogelijk om, zonder vertraging, na periode A over te stappen naar een andere opleiding. Je moet bij deze opleiding wel aan de toelatingseisen voldoen. Indien dat niet het geval is, omdat je bijv. een ontoereikend profiel hebt gedaan in de vooropleiding, dan moeten de deficiënties weggewerkt zijn. Dat is mogelijk door een voldoende te halen op zowel het cursusonderdeel Inleiding Wiskunde en Inleiding Natuurkunde (beide onderdeel van de cursus TIGO-V01ABV-12). Neem bij twijfel contact op met de propedeusecoördinator. Indien je na periode B wenst over te stappen is dat ook nog mogelijk, maar dan dien je de cursus Inleiding in de nieuwe opleiding alsnog te halen. Je hebt daardoor een schade van 5 EC. Indien je wenst over te stappen, dien je dit te bespreken met jouw slb er. Het is immers van belang dat je een juiste keuze maakt. Het besluit om over te stappen ligt uiteindelijk bij de propedeusecoördinator. Zie art. 15 OER-HU. Hogeschool Utrecht, september 2013 18/175

2.5 Hoofdfase De hoofdfase is de studieperiode na de propedeuse tot en met de diplomering. De hoofdfase omvat nominaal drie studiejaren en bestaat uit: een major (hoofdprogramma) van 150 EC een profileringsruimte (keuzeprogramma) van minimaal 30 EC Als propedeuse en hoofdfase met goed gevolg zijn afgerond ontvang je het bachelordiploma. Zie art. 19 OER-HU. 2.5.1 Toelating hoofdfase Heb je de propedeuse van de opleiding afgerond en het propedeutisch diploma van de opleiding behaald, dan word je toegelaten tot de hoofdfase van de opleiding. Heb je bij een andere opleiding een propedeutisch diploma behaald, dan beoordeelt de opleiding of je met dat diploma kunt instromen in de hoofdfase. Je moet dan om toelating tot de hoofdfase verzoeken op grond van jouw elders behaalde propedeuse. Als je wordt toegelaten tot de hoofdfase, kun je geen propedeutisch diploma van de HU krijgen. Zie ook paragraaf 4.2 (vrijstellingen). Heb je de propedeuse nog niet afgerond, dan is het toch mogelijk om al vakken uit de hoofdfase te volgen en tentamens te doen, tenzij de examencommissie anders beslist. Ga je al vakken uit de hoofdfase volgen terwijl je nog in aanmerking komt voor een studieadvies als bedoeld in paragraaf 2.4.2, let dan goed op. De norm voor het verkrijgen van een positief studieadvies heeft alleen betrekking op in de propedeuse behaalde vakken. Als je er dus voor kiest om wel al vakken uit de hoofdfase te gaan volgen, maar op het moment dat het studieadvies wordt afgegeven nog niet voldoende EC uit de propedeuse hebt behaald, dan kun je alsnog een bindend negatief studieadvies ontvangen. Dat betekent dat je met de opleiding moet stoppen. Het aantal EC dat je al in de hoofdfase hebt gehaald, speelt hierbij geen rol. In principe zijn studenten niet toelaatbaar tot de hoofdfase indien zij beschikken over een propedeutisch diploma van andere opleiding. Indien je een vrijstelling wilt aanvragen op, elders, reeds eerder behaalde resultaten dan kun je hiervoor een verzoek indien bij de examencommissie. (zie par. 2.6) Zie art. 17 en 24 OER-HU. 2.5.2 Programma s Per studiejaar stelt de opleiding het onderwijsprogramma (curriculum) van de hoofdfase vast. Dit studieprogramma geldt uitsluitend voor het studiejaar waarvoor het is vastgesteld. De cursussen van de hoofdfase zijn hieronder per opleidingsjaar aangegeven inclusief het aantal bijbehorende EC en de OSIRIS-code. De volledige cursusbeschrijvingen zijn te vinden achterin deze studiegids en in OSIRIS. Ingangseis voor S5 /S6: De student mag aan de profileringsruimte / stage beginnen als de P afgerond is, de projecten van S3 en S4 behaald zijn en de student tenminste 50 EC en de hoofdfase behaald heeft. Bij een lager aantal EC (45) kan de STUVO (studievoortgangscommissie) van de opleiding de situatie bekijken en de examencommissie adviseren eventueel tot ontheffing te besluiten. Ingangseisen voor S8 (afstuderen): De student mag met afstuderen starten als de P afgerond is en in de hoofdfase tenminste 135 EC zijn behaald. Bij een lager aantal EC (130) kan de STUVO (studievoortgangscommissie) van de opleiding de situatie bekijken en de examencommissie adviseren eventueel tot ontheffing te besluiten. Hogeschool Utrecht, september 2013 19/175

Studietraject Voltijd regulier: S1-S2- S3-S4- S5-S6- S7-S8 S3 S4 S5 S6 S7 S8 Studieadvies en eisen BSA-norm of een opgeschort studieadvies. BSA-norm of een opgeschort studieadvies. Ingangseisen: P-diploma; < 50 EC: advies: behalen EC in S3 en S4, geen toegang tot stage of profileringsruimte; 45 EC: bespreekgeval STUVO; 50 EC : toegang tot onderwijs in S5 t/m S8. Ingangseisen: P-diploma; 60 EC uit S3 en S4; 110 EC is behaald; Voor alle cursussen een eindcijfer is behaald. Ingangseisen: Eisen gekoppeld aan de cursus afstudeeropdracht : P-diploma; 135 EC (excl. VBA); Voor alle cursussen een eindcijfer is behaald; 20 EC (excl. VBA) is behaald uit S7 indien S7 niet het voorlaatste semester was. Hogeschool Utrecht, september 2013 20/175