Gemeente in Berge» op Zoom

Vergelijkbare documenten
Gemeente fj Bergen op Zoom

Regels planstatus vastgesteld referentie BP00003 / pagina 29 van 37

Gemeente Heumen Procedureverordening tegemoetkoming in planschade, gemeente Heumen 2008

gelet op art 147 en 149 van de Gemeentewet en artikel 4, 20 en 23 van de Drank- en Horecawet.

Portefeuillehouder Datum collegebesluit : 26 juli 2010 Corr. nr.:

Portefeuillehouder: M.A.P. Michels Behandelend ambtenaar D.S.H. Elzinga, (t.a.v. D.S.H. Elzinga)

Gemeente jn Eergen op Zoom

MONUMENTENVERORDENING 2006

GEMEENTEBLAD 2000 nr. 53

Door de raad van de gemeente Bergen op Zoom is op 26 maart 2009 het bestemmingsplan Binnenstad vastgesteld vastgesteld.

RAADSVOORSTEL ter besluitvorming in de raad Vergadering: 28 juni 2010 Voorstel: 485 Zaaknummer:

GEMEENTE SCHERPENZEEL. Raadsvoorstel

Samenvatting: Inleiding: Afweging: Advies:

Tijdelijke ontheffing en tijdelijke bouwvergunning

Procedureverordening tegemoetkoming in planschade gemeente Tiel

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

Beleidsregels gemeente Druten: intrekken omgevingsvergunning voor

Kenmerk: / gelet op artikel 3 van de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet;

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Artikel 1 Begrippen 2. Artikel 3 Verkeer 4. Artikel 8 Slotregel 7

Regels. Kenmerk: R05

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Splitsingsverordening

SUBSIDIEVERORDENING MONUMENTEN 2006

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

28 oktober 2004 SROB/04/095

VERORDENING SPEELAUTOMATENHALLEN GOOISE MEREN 2016

Betreft "Drank- en Horecaverordening gemeente Stein 2004"

Raadsvoorstel: Onderwerp: Drank- en Horecaverordening Gorinchem Korte samenvatting van de inhoud en voorstel

Raadsvoorstel Weigeren verklaring van geen bedenkingen voor het bouwen van een woning aan de Nieuwe Achtse Heide 70

Reclameverordening gemeente Utrecht 2017

Erfgoedverordening gemeente Houten

afdeling ruimtelijke en economische ontwikkeling, I. Feenstra, telefoonnummer (0521) ;

gelet op de Winkeltijdenwet en artikel 149 van de Gemeentewet; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 23 april 1996;

Regels. 9 vastgesteld bestemmingsplan "Parapluherziening verbod bedrijfswoningen 2009"

Omgevingsvergunning, reguliere procedure

V A L K E N S WA A R. D

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

Voorstel besluit Samenvatting toelichting Toelichting

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

het oprichten van een appartementengebouw Onyxdijk 167 te Roosendaal

Parkeerverordening 2013

Concept verordening Winkeltijden

Elektronisch gemeenteblad

Onderwerp : Verklaring van geen bedenkingen

RAADSBESLUIT. Verordening Winkeltijden Asten

Bestemmingsplan Zuidhoek, 1e herziening

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

De raad van de gemeente Loppersum; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 juni 2016; gelet op de bepalingen in de Winkeltijdenwet;

Informatie over deze regeling kunt u inwinnen bij de afdeling Openbare Ruimte en Verkeer, de heer

De raad, het college en de burgemeester van de gemeente Roermond,

feestdagen: Nieuwjaarsdag, eerste en tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, eerste en tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;

8 e Wijzigingsplan Bestemmingsplan Binnenstad

AGENDAPUNT voor burgemeester en wethouders

Erfgoedverordening Boxtel 2010

Raadsvoorstel. Onderwerp: coördinatieverordening DE GEMEENTERAAD WORDT VOORGESTELD TE BESLUITEN OM: een coördinatieverordening vast te stellen

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 maart 2012, met overneming van de daarin vermelde motieven;

GEMEENTE VALKENBURG AAN DE GEUL. gezien het voorstel van burgemeester en 'Wethouders van 8 december 1987;

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

Onderwerp: Procedureverordening tegemoetkoming in planschade 2010

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 januari 2014, nummer 343;

(ontwerp) Omgevingsvergunning Zaaknummer

Bestemmingsplan N240 - Westerterpweg

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017

Gemeente Bergen op Zoom

CVDR. Nr. CVDR442273_1. Coördinatieverordening Rotterdam 2017

Doelstelling van onderhavig plan is het juridisch-planologisch mogelijk maken van de bouw van maximaal één woning op voornoemde locatie.

Verordening winkeltijden Zoetermeer

Landschapsverordening

Erfgoedverordening Nissewaard 2016

GECORRIGEERD EXEMPLAAR OMGEVINGSVERGUNNING. GemHG/UIT/48301 Zaaknummer: O 2017/131

Beheersverordening Koudekerk aan den Rijn 2018

Overzicht wetten en enkele specifieke wetsartikelen

Procedureverordening voor advisering tegemoetkoming in planschade gemeente Renkum

vaststelling van een voorbereidingsbesluit voor het perceel Dirk Boutslaan 2.

.RAADSVERGADERING. Gemeente. d.d. 29 MEI 2013»eslissin.g: Voorstel: Type voorstel: 0' KadersteIlend ~ Controlerend ~ Rest

2. Aanwijzing van beschermde gemeentelijke cultuurgoederen en verzamelingen

op voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 7 augustus 2018;

Gemeente jn Bergen op Zoom

Wijziging Bouwverordening Gemeente Terneuzen. De gewijzigde Bouwverordening van de gemeente Terneuzen vast te stellen.

Omgevingsvergunning uitgebreide procedure WBD

Datum collegevergadering: 7 augustus 2018 Datum raadsvergadering: 3 oktober Portefeuillehouder : Wethouder Luth Volgnummer :

Voor het verlenen van medewerking is een vrijstelling op grond van artikel 19, lid 1, WRO vereist (ZPP).

6 Winkeltijdenverordening. De raad van de gemeente Renkum gezien het voorstel d.d. 16 april 2013;

Beleidsregels ontheffing artikel 35 Drank- en Horecawet Koggenland 2013

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

Bestemmingsplanvoorschriften

Raadsvoorstel 48 Vergadering 27 juni Gemeenteraad. Onderwerp : Verordening behandeling bezwaarschriften Helmond 2017.

PROCEDUREREGELING PLANSCHADEVERGOEDING ARTIKEL 49 WRO 2005 HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS,

P l a n r e g e l s vrs

Gemeente Tilburg Monumentenverordening gemeente Tilburg Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Voorbereidingsbesluit Lochemseweg 3 in Borculo. Commissie Bestuurlijk Domein. Commissie Ruimtelijk Domein. Commissie Sociaal en Economisch Domein

Beleidsregels sluitingstijden voor horecabedrijven in de gemeente Wageningen 2006

vaststelling winkeltijdenverordening gemeente Terneuzen De raad van de gemeente Terneuzen;

Gemeente t} Bergen op Zoom

b e s l u i t : Pagina 1 van 7 Nr: De raad van de gemeente Barneveld; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nr.

PLANREGELS BEHEERSVERORDENING WATERPARK BELTERWIEDE

* *

gelet op artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet; VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN LEGES STEIN 2003

GEMEENTEBLAD 2003 nr.126

Transcriptie:

RAADSVERGADERING Gemeente in Berge» op Zoom Datum raadsvergadering Nummer Onderwerp : 25 maart 2004 : SR06/04/017 : 1e herziening "Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied" Aan de gemeenteraad, Voorstel 1. De bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte 1 e herziening van de "Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied" gewijzigd vast te stellen; 2. De vestiging van wijkcentra via de ontheffingsprocedure mogelijk te maken en de ingediende zienswijze op dit punt gegrond te verklaren; 3. De ingediende zienswijze voor het overige ongegrond te verklaren. Inleiding Het vaststellen van een leefmilieuverordening creëert de mogelijkheid om op te treden tegen ongewenste ontwikkelingen waar geen of onvoldoende planologische maatregelen gelden. Daarbij kan een bepaalde vorm van bedrijvigheid het onderwerp van de verordening vormen. U heeft, teneinde de vestiging van horecabedrijven te reguleren, op 25 oktober 2001 de "Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied" vastgesteld (goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 29 januari 2002). In principe wordt in de verordening (artikel 3) de vestiging van nieuwe horecabedrijven verboden. Echter, voor bepaalde, met name genoemde vormen van horecabedrijvigheid, wordt nieuwvestiging via een ontheffingsprocedure mogelijk gemaakt (artikel 4). Wij merken hierbij overigens op dat, indien het ter plaatse geldende bestemmingsplan bepaalde activiteiten verbiedt, deze activiteiten verboden blijven. De ontheffingsprocedure uit de leefmilieuverordening kan de uitoefening van deze activiteiten niet alsnog mogelijk maken. Uitwerking voorstel Naar aanleiding van een verzoek naar de mogelijkheden om een hotelbedrijf te starten hebben wij de ontheffingsmogelijkheden, zoals deze nu in artikel 4 zijn opgenomen, opnieuw onder de loep genomen. In voorliggend raadsvoorstel stellen wij u voor de ontheffingsmogelijkheden te verruimen. Hierdoor wordt de nieuwvestiging van hotelbedrijven, wijkcentra en afhaalcentra mogelijk gemaakt. Daarnaast stellen wij u voor om, uitsluitend op de pleinen Grote Markt, Beursplein (waaronder ook de aanpalende panden aan de Moeregrebstraat) en Sint-Catharinaplein, alle typen van horecabedrijvigheid toe te staan, zoals dit reeds in een eerdere editie van de Leefmilieuverordening (vastgesteld 27 juni 1996) was bepaald. Ten aanzien van de beperking van het horecagebruik tot de begane grondlaag stellen wij eveneens een verruiming voor, zij het dat deze verruiming beperkt blijft tot bepaalde vormen van horecagebruik. Hieronder treft u onze argumentatie aan. Wij stellen u voor om, naast voornoemd artikel 4, de artikelen 1 en 10 aan te passen. Per artikel is aangegeven wat de huidige bepalingen inhouden, gevolgd door de door ons voorgestelde wijzigingen.

-2- Artikel 1: begripsbepalingen Huidige bepaling In artikel 1 is bepaald wat in deze verordening onder het begrip horeca moet worden verstaan. Het betreft een bedrijf dat is gericht of mede is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of van ter plaatse te gebruiken voedsel en/of van ter plaatse te gebruiken dranken, zoals hotels, restaurants, cafés, cafetaria's, dancings, discotheken, speelautomatenhallen, casino's, zaalaccommodaties, ontmoetingscentra, sexclubs, afhaalcentra, broodjeszaken, ijssalons en koffieshops. 1 e herziening Wijkcentra worden niet genoemd. Omdat wijkcentra veelal een horecavoorziening hebben wordt voorgesteld om wijkcentra toe te voegen aan de reeks van bedrijven die hier onder het begrip Horeca zijn opgenomen. Wij stellen u overigens ook voor om wijkcentra in de ontheffingsregeling van artikel 4 op te nemen zodat nieuwvestiging van wijkcentra mogelijk wordt gemaakt (zie ook hierna). Artikel 4: ontheffing Huidige bepaling (artikel 4, lid 1): De verordening biedt een ontheffingsmogelijkheid voor de vestiging van restaurants, broodjeszaken en ijssalons, alsmede voor horecavorrnen wier openingstijden parallel lopen met de tijden van bedrijven die vallen onder de Winkeltijdenwet. Bezien is of deze regeling aanpassing behoeft. 1 e herziening Wijkcentra, maar ook afhaalcentra, zijn dus niet in de huidige ontheffingsregeling opgenomen. Met afhaalcentra worden hier bedrijven bedoeld waarvan de activiteiten gelijk gesteld kunnen worden met detailhandelsbedrijven. De Winkeltijdenwet is op deze bedrijfsvorm van toepassing. Onzes inziens is de ruimtelijke impact van deze bedrijfsvormen overeenkomstig de bedrijfsvormen die wel voor ontheffingverlening in aanmerking komen. Dit geldt ook voor het hotelbedrijf. Wij adviseren u dan ook de vestiging van wijkcentra, afhaalcentra alsmede van hotels via de ontheffingsregeling mogelijk te maken. In de huidige regeling is voor horecabedrijven aan de pleinen Grote Markt, St. Catharinaplein en Beursplein geen aparte ontheffingsregeling opgenomen. Dit in tegenstelling tot de hiervoor geldende "1 e herziening Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied" (goedgekeurd 13 augustus 1996). Daarin was namelijk bepaald dat voor panden aan de Grote Markt, het Sint-Catharinaplein en het Beursplein ontheffing kon worden verleend ten behoeve van de vestiging van alle horecavorrnen. Het voorstaan van horeca op deze pleinen sluit aan bij hetgeen in het Beleidsplan Binnenstad is aangegeven. Daarbij merken wij op dat onder het Beursplein ook worden begrepen de panden gelegen aan de Moeregrebstraat vanaf de hoek Steenbergsestraat tot aan de onderdoorgang. Voorgesteld wordt dan ook in deze herziening weer op te nemen dat voor de pleinen Grote Markt, Beursplein (daaronder begepen de hiervoor aangegeven panden aan de noordwand) en Sint-Catharinaplein een ontheffing verleend kan worden voor de vestiging van alle horecavorrnen. Huidige bepaling (artikel 4, lid 2): Voor het totale gebied waarvoor onderhavige leefmilieuverordening geldt is nu bepaald dat nieuwe horecabedrijven hun activiteiten uitsluitend op de begane grondlaag mogen uitoefenen. Bekeken is of het aanvaardbaar is dat de bedrijfsactiviteiten van nieuwe horecabedrijven zich eveneens over meerdere vérdiepingen alsmede de kelders uitstrekken.

-3-1 e herziening 1. Wanneer het gaat om het gebruik van de ruimten door grote groepen mensen tegelijk, veelal met tafels en stoelen, adviseren wij u dit gebruik alleen op de begane grond toe te staan. 2. Indien het gebruik echter horecaondersteunende activiteiten betreft zoals gebruik als opslag, kleedruimten, toilet- en keukenvoorziening en ander daarmee gelijk te stellen gebruik, achten wij een beperking tot het gebruik van de begane grond niet noodzakelijk. Wij adviseren u dan ook dergelijke horecaondersteunende activiteiten zowel in kelders, als op de begane grond als op verdiepingen toe te staan. 3. Ten aanzien van het hotelbedrijf adviseren wij u een specifieke ontheffingsmogelijkheid op te nemen. Voor deze bedrijfsvorm is gebruik over alle verdiepingen juist regulier gebruik. Gezien het aantal mensen dat in dit geval tegelijkertijd op de verdiepingen zal verblijven is er geen reden hier afwijzend tegenover te staan. Opgemerkt wordt dat bedrijven, die op dit moment reeds kelders en verdiepingen gebruiken, dit gebruik uiteraard kunnen continueren op basis van de overgangsbepaling (zie hierna). Artikel 10: Overgangsbepaling Huidige bepaling Horecabedrijven, die zich in het gebied bevinden waarop de leefmilieuverordening van toepassing is, mogen hun activiteiten blijven uitoefenen. Zonder deze overgangsbepaling zouden bestaande bedrijven van de verordening schade kunnen ondervinden. Claims zouden dan niet denkbeeldig zijn. 1 e herziening Niet bepaald was hoe om te gaan met horecabedrijven die van een café bijvoorbeeld een restaurant willen maken, terwijl deze vorm van horeca, op bestaande locaties, niet als ongewenst behoeft te worden aangeduid. Andersom is echter minder gewenst. Om gewenste functiewijzigingen van bestaande horecabedrijven onder het overgangsrecht te laten vallen is aangesloten bij die horecavormen waarvoor ontheffing kan worden verleend. Inspraakprocedure Het ontwerp van de 1 e herziening "Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied" heeft vanaf 28 april 2003 gedurende 4 weken ter inzage gelegen. Door een vijftal bewoners uit Hofstraat en Minderbroederstraat is een gelijkluidende zienswijze ingediend. Ingevolge het bepaalde in artikel 11 van de Wet op de Stads- en dorpsvernieuwing dient eenieder, die een zienswijze indient, in de gelegenheid te worden gesteld die zienswijze mondeling toe te lichten. De indieners van de zienswijzen, vertegenwoordigd door 3 personen, hebben hun zienswijze ten overstaan van de Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen toegelicht in een openbare vergadering op 18 juni 2003. De zienswijzen alsmede het verslag zijn bij de stukken ter inzage gelegd. De indieners van de zienswijzen geven aan: a. dat er In algemene zin in de leefmilieuverordening teveel aandacht is voor de belangen van de horeca en te weinig aandacht is voor de belangen van omwonenden, dat zij zich afvragen of het verstandig is, gezien de door hen aangegeven overlast, om de vestigingsmogelijkheden voor horeca op de pleinen te verruimen en dat zij verzoeken in de leefmilieuverordening nadrukkelijk een aantal vormen van horeca uit te sluiten, zoals discotheken, sexcïubs etc.; b. dat onduidelijk is in welke gevallen sprake zal zijn van "achteruitgang"; c. het zinvol te vinden een zware procedure te volgen voor monumenten; d. dat in het centrumgebied uiterst terughoudend met de vestiging van horeca om moet worden gegaan; e. dat bij vestiging van een hotel gezorgd dient te worden voor voldoende parkeergelegenheid; f. dat ondernemers verplicht zijn een deugdelijk^ afvalvoorziening te treffen; g. dat in de opsomming tot ontheffing buurthuizen en ontmoetingscentra worden gemist;

-4- h. dat geen aandacht is besteed aan de functie van het Markiezenhof; i. dat gezien de overlast die de horeca veroorzaakt in overweging wordt gegeven de vaststelling op te schorten en eerst een avond te beleggen; j. dat hoekpanden fysiek meer tot de straten dan tot de pleinen behoren; k. dat in de leefmilieuverordening moet meer worden gedaan aan de overlast van het uitgaanspubliek, er wordt aandacht gevraagd voor de openingstijden van de winkels en het parkeren op het Sint-Catharinaplein. Onze reactie: a. een leefmilieuverordening strekt, voor zover hier relevant, conform artikel 9 van de Wet op dé stads- en dorpsvernieuwing, tot wering van dreigende en tot stuiting van reeds ingetreden achteruitgang van de woonen werkomstandigheden. Een leefmilieuverordening kan geen bestemming opleggen en aldus een ontwikkeling in gang zetten, maar geeft verbodsbepalingen voor bepaalde activiteiten. De in deze 1 e herziening van de leefmilieuverordening aangegeven verruiming kan de vestigingsmogelijkheden van horecavormen, die op basis van de huidige bestemmingsplanvoorschriften mogelijk zijn, dan ook niet te boven gaan. Daarbij is er bij de verruiming van de mogelijkheden op voornoemde pleinen van uitgegaan dat bij de vaststelling van de ter plaatse geldende bestemmingsplannen reeds is afgewogen v/elke horecaactiviteiten op de genoemde pleinen toelaatbaar worden geacht. De verruiming die in deze 1 e herziening is opgenomen is overigens identiek aan de voorloper hiervan; b. of sprake is van achteruitgang is in lid 4 van artikel 4 nader omschreven, waarbij de specifieke situatie ter plaatse bij de beoordeling of ontheffing kan worden verleend in de overwegingen kan worden betrokken. De procedureregels geven, ingeval wordt overwogen ontheffing te verlenen, aan iedereen de mogelijkheid om een zienswijze in te dienen. Tegen het uiteindelijke besluit om ontheffing te verlenen kan een bezwaarschrift worden ingediend; c. of een pand als monument is geclassificeerd heeft geen relatie met horeca-activiteiten als zodanig en kan dan ook geen onderdeel van de overwegingen uitmaken; d. de leefmilieuverordening is een van de instrumenten om de vestiging van horeca-activiteiten te reguleren. Daarbij dient wel rekening te worden gehouden met reeds gevestigde bedrijvigheid; e. voor de vestigingsmogelijkheden van een hotel geldt hetzelfde als hiervoor. Indien voor vestiging eerst een bestemmingsplanherziening dient te worden gevolgd vormen verkeerskundige aspecten, waaronder parkeervoorzieningen, punt van overweging in de besluitvorming; f. problematiek omtrent afhandeling van afvalstromen wordt via andere instrumenten geregeld; g. de ontheffing zatworden aangevuld ten behoeve van de vestiging van wijkcentra. Op dit punt wordt voorgespeld de zienswijze gegrond te verklaren; h. de jleefmilieuverordening is bedoeld om bepaalde activiteiten te weren in een bepaald gebied. Om de specifieke overlast van een bepaald bedrijf tegen te gaan dienen andere instrumenten, zoals de handhavingsinstrumenten uit de milieuwetgeving, te worden gehanteerd; i. eeivieefrnïlieuverordening Horeca Centrum Gebied bestaat in onze gemeente al sinds 1992. Deze heeft wettelijk een beperkte werkingsduur, waarbij verlenging mogelijk is. Deze 1 e herziening betreft een aappassing welke voor het grootste gedeelte al in de voorlopers was opgenomen. Een inspraakavond is in dit geval dan ook niet belegd. Het betreft hier bovendien een instrument dat verbodsbepalingen bevat. IngeVal en bestemmingsplan wordt voorbereid, dat ontwikkelingsmogelijkheden biedt, wordt wel inspraak gebodeh; j. dé ^erji iming heeft uitsluitend betrekking op de panden die ook daadwerkelijk met een adres op de pleinen k. deilëef[rpilieuverordening kan alleen, zoals hiervoor verwoord, verbodsbepalingen bevatten voor bepaalde activiteiten. Voor de regulering van overlast door uitgaanspubliek, parkeersituaties of regulering van wihltèi!s uitingstijelen geeft, deze verordening geen mogelijkheden. i, i' >i Resumerend wordt voorgesteld de zienswijze gegrond te verklaren voor zover het betreft het opnemen van wijkcentra in artikel 4. Voor het overige wordt geadviseerd de zienswijze ongegrond te verklaren.

-5- Overleg met Horeca Nederland, afd. Bergen op Zoom De "Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied" alsmede de nu aan u voorgelegde 1 e herziening is onderwerp van gesprek geweest in een overleg met vertegenwoordigers van Horeca Nederland, afd. Bergen op Zoom. Uitkomst van het gesprek was dat de afdeling zich kan vinden in de reeds geldende regeling alsmede in de nu voorgelegde 1 e herziening. Andere overwegingen Het besluit tot vaststelling van een verordening is volgens de Tijdelijke referendumwet referendabel. Dit betekent dat op initiatief van kiesgerechtigden een raadgevend correctief referendum kan worden gehouden. Vervolgens dienen Gedeputeerde Staten hun goedkeuring te geven alvorens de herziene verordening van kracht wordt. Zes weken na de bekendmaking van de goedkeuring treedt de verordening in werking. Er is geen mogelijkheid tegen het goedkeuringsbesluit bezwaar of beroep in te stellen. Bijlagen De volgende bijlagen zijn, als onderdeel van dit raadsvoorstel, bijgevoegd: 1 e herziening "Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied" De volgende bijlagen zijn, als achtergrondinformatie voor dit raadsvoorstel, ter inzage gelegd: Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied. Ingediende zienswijzen. - Verslag zitting Hoorcommissie Ruimtelijke Plannen. Een ontwerpbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan. Het college van burgemeester en wethouders van Bergen op Zoom, De secretaris, De burgemeester, Mr. P.B.J.M. Thomassen

Gemeente n Eergen op Zoom De raad van de gemeente Bergen op Zoom; gezien het voorstel van het college van 27 januari 2004, nr. SROB/04/017; gelet op de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing, de Algemene wet bestuursrecht en andere relevante wetgeving; BESLUIT: 1. De bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte 1 e herziening van de "Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied" gewijzigd vast te stellen; 2. De vestiging van wijkcentra via de ontheffingsprocedure mogelijk te maken en de ingediende zienswijze op dit punt gegrond te verklaren; 3. De ingediende zienswijze voor het overige ongegrond te verklaren. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van y A De griffier, ƒ De voorzitter, F.P. de Vos ~7

a* f GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied 1 e herziening Raadsbesluit ' _ SROB: GS goedgekeurd nr: Bureau Ruimtelijke Ordening

1 e Herziening "Leefmüieuverordening Horeca Centrumgebied'' De artikelen 1,4 en artikel 10 van de "Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied" (vastgesteld 25-10-2001, goedgekeurd 29-01-2002) zijn als'volgt gewijzigd: Artikel 1: Begripsbepalingen : Horecabedrijf: Onder horecabedrijf wordt in deze verordening verstaan een bedrijf dat is gericht of mede is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of van ter plaatse te gebruiken voedsel en/of van ter plaatse te gebruiken dranken zoals hotels, restaurants, cafés, cafetaria's, dancings, discotheken, speelautomatenhallen, casino's, zaalaccommodaties, ontmoetingscentra, wijkcentra, seksclubs, afhaalcentra, broodjeszaken, ijssalons en koffieshops. Artikel 4: Ontheffing 1. Het college van burgemeester en wethouders kan van het verbod in artikel 3 ontheffing verlenen. 2. Voor panden aan de Grote Markt, St. Catharinaplein en het Beursplein kan ten behoeve van de vestiging van alle horecavormen ontheffing worden verleend, mits daardoor geen sprake zal zijn van een achteruitgang van de woon- en werkomstandigheden in en het uiterlijk aanzien van het gebied waarop het verbod van kracht is. Onder het Beursplein worden in deze verordening ook begrepen de panden gelegen aan de Moeregrebstraat " tussen hoek Steenbergsestraat en onderdoorgang, het pand hoek Moergrebstraat/Steenbergsestraat meegerekend. 3. Voor het overige gebied, waarop de verordening van toepassing is, kan het college van burgemeester en wethouders ontheffing verlenen ten behoeve van de vestiging van hotels, restaurants, broodjeszaken, ; wijkcentra en afhaaleentra alsmede voor horecavormen wier openingstijden parallel lopen met de tijden van bedrijven die vallen onder Winkeltijdenwet, mits daardoor geen sprake zal zijn van een achteruitgang van de woon- en werkomstandigheden in en het uiterlijk aanzien van het gebied waarvoor het verbod van kracht is. 4. Van een achteruitgang als bedoeld in lid.2 en 3 is in ieder geval sprake wanneer a. het een functiewijziging betreft anders dan op de begane grond, met uitzondering van 1. een hotelbedrijf. Een hotelbedrijf mag zich over meerdere verdiepingen uitstrekken; 2. gebruik dat beperkt blijft tot horeca-ondersteunende activiteiten zoals ten behoeve van kleed-, toilet-en keukenvoorziening en ander daarmee gelijkte stellen gebruik;. b. er zelfstandige woongelegenheid, zoals die bestond op het tijdstip van het van kracht worden van, deze verordening, ten gevolge van de functiewijziging verloren gaat, ook indien dit gebeurt op de. begane grond; ".... * ~ c, een onaanvaardbare toename van het gemotoriseerd verkeèr-of de parkeerdruk te verwachten is;. d..een onaanvaardbare toename van de milieuoverlast (o.a, geluid en vervuiling) té verwachten is. Artikel 10: Overgangsbepaling -. Het verbod in artikel 3 van deze verordening is niet van toepassing l - a. op horecabedrijven zoals die worden uitgeoefend op de datum van inwerkingtreding van deze verordening; - b. óp horecabedrijven zoals bedoeld onder a. en waarvan de horecavorm wordt gewijzigd in een horecavorm waarvoor ontheffing kan worden verleend als genoemd in artikel 4.3? -, - ", Het verbodin artikel 3 van deze verordening is evenmin van toepassing op horecabedrijven waarvoor op die datum de bouwvergunning onherroepelijk is geworden. De horecabedrijven die onder dit artikel vallen zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende situatietekening.

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM O Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied Raadsbesluit 25-10-2001 SROB:99 GS goedgekeurd 29-01 -2002 nr: 796309 Bureau Ruimtelijke Ordening

Behoor, b]-, osslun var. Gedeputeerde Staten v* n N.oord-B! a l *int van o\ é '* _-,.^ ' ^'hoom bureau / J De raad van de gemeente Bergen op Zoom; Gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 25 september 2001, nr. SROB/99; Getet op de bepalingen in de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing; BESLUIT: vast te stellen de "Leefmifieuverordening Horeca Centrumgebied" met situatietekening reg.nr. 35266, die als volgt luidt: Artikel 1: Begripsbepalingen Horecabedrijf Onder horecabedrijf wordt in deze verordening verstaan een bedrijf dat is gericht of mede is gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van nachtverblijf en/of van ter plaatse te gebruiken voedsel en/of van ter plaatse te gebruiken dranken, zoals hotels, restaurants, cafés, cafetaria's, dancings, discotheken, speelautomatenhallen, casino's, zaalaccomodaties, ontmoetingscentra, seksclubs, afhaalcentra broodjeszaken, ijssalons en koffieshops Onder broodjeszaak wordt voor de toepassing van deze verordening onder meer verstaan croissanterie, lunchroom, traiteur, patisserie en konditorei. Onder café wordt voor de toepassing van deze verordening onder meer verstaan een bar, pub en taveerae. Onder cafetaria wordt voor de toepassing van de verordening onder meer verstaan een snackbar, shoarmazaak en automatiek. Onder koffieshop wordt voor de toepassing van deze verordening onder meer verstaan een koffiehuis en theehuis. Onder ontmoetingscentrum wordt voor de toepassing van de verordening onder meer verstaan een jongerencentrum en sociëteit Onder restaurant wordt voor de toepassing van deze verordening onder meer verstaan een petitrestaurant, pizzeria, restauratie, crêperie, pannenkoekenhuis en poffertjeszaak. Bouwen Het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk. Bouwwerk Elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. Gebouw Elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. Het gebied Het gebied waarop deze verordening van toepassing is.

-2- Artikel 2: Toepassingsregels Deze verordening is van toepassing op het gebied zoals is aangegeven op de bij deze verordening behorende situatietekening reg.nr. 35266. Artikel 3: Verbodsbepaling Het is in het gebied,-behoudens ontheffing van het college van burgemeester en wethouders, verboden om al dan niet door middel van bouwen of verbouwen de inrichting en het gebruik van gebouwen of gronden geheel of gedeeltelijk te (laten) wijzigen ten behoeve van horecabedrijven. Artikel 4: Ontheffing 1. Het college van burgemeester en wethouders kan van het verbod in artikel 3 ontheffing verlenen ten behoeve van de vestiging van restaurants, broodjeszaken en ijssalons, alsmede voor horecavormen wier openingstijden parallel lopen met de tijden van bedrijven die vallen, onder Winkelsluitingswet, mits daardoor geen sprake zal zijn van een achteruitgang van de woon- en werkomstandigheden in en het uiterlijk aanzien van het gebied waarvoor het verbod van kracht is. 2. Van een achteruitgang als bedoeld in lid 1 is in ieder geval sprake wanneer: a. het een functiewijziging betreft anders dan op de begane grond; b. er zelfstandige woongelegenheid, zoals die bestond op het tijdstip van het van kracht worden van deze verordening, ten gevolge van de functiewijziging verloren gaat, ook indien dit gebeurt op de begane grond; c. een onaanvaardbare toename van het gemotoriseerd verkeer of de parkeerdruk te verwachten is; d. een onaanvaardbare toename van de milieuoverlast (o.a. geluid en vervuiling) te verwachten is. Artikel 5: Aanvraag ontheffing, beslissing, overdraagbaarheid 1. Voor het verkrijgen van een ontheffing moet een schriftelijke aanvraag bij het college van burgemeester en wethouders worden ingediend. 2. De aanvraag moet inhouden: a. de naam en het correspondentieadres in Nederland van de aanvrager en, als deze niet d$ eigenaar is, tevens die van de eigenaar; b- indien een gemachtigde is aangewezen, diens naam en adres; c. de plaatselijke aanduiding van gebouwen en terreinen, waarop de aanvraag betrekking heeft; d. het doel waarvoor de bouwwerken en terreinen, waarop de aanvraag betrekking heeft, laatstelijk zijn gebruikt; e. het doel waarvoor de gebouwen en terreinen, waarop de aanvraag betrekking heeft, zullen worden gebruikt; f. het tijdstip, waarop men met de verwezenlijking van het onder e. genoemde doel wenst te beginnen. 3. a. Het voornemen om ontheffing te verlenen ligt gedurende 14 dagen voor een ieder ter inzage; b. het ooilege van burgemeester en wethouders maakt de ter inzagelegging van te voren in een of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente verspreid worden en voorts op de gebruikelijke wijze bekend; c. de bekendmaking houdt de mededeling in van de bevoegdheid voor een ieder om gedurende de termijn van terinzage legging schriftelijk zienswijze tegen het verlenen van ontheffing in te dienen bij het college van burgemeester en wethouders. 4. Het college van burgemeester en wethouders beslist binnen drie maanden of indien tegen het voornemen om ontheffing te verlenen zienswijzen zijn ingediend, binnen zes maanden na ontvangst van de aanvraag om ontheffing.

5. De ontheffing wordt op naam van de aanvrager gesteld en is niet overdraagbaar. Zij kan al dan niet voor een bepaalde tijd worden verleend. Artikel 6: Voorschriften Aan de ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden in het belang van wering van dreigende of stuiting van reeds ingetreden achteruitgang van de woon- en werkomstandigheden in en het uiterlijk aanzien van het gebied, danwei een gedeelte ervan. De aan een ontheffing verbonden voorschriften kunnen worden gewijzigd of ingetrokken. Aan een ontheffing kunnen nieuwe voorschriften worden toegevoegd. Van de bevoegdheid tot wijziging en toevoeging van voorschriften wordt geen gebruik gemaakt dan nadat de houder van de ontheffing in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze daarover kenbaar te maken. Artikel 7: Intrekking ontheffing Een ontheffing kan worden ingetrokken op dezelfde gronden als waarop zij kan worden geweigerd. Een ontheffing kan eveneens worden ingetrokken indien zij is verleend op grond van door de aanvrager onjuiste of onvolledige verstrekte gegevens, indien de voorschriften niet worden nagekomen of indien van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt. Tot intrekking van de ontheffing wordt niet overgegaan dan nadat de houder van de ontheffing in de gelegenheid is gesteld zijn zienswijze daarover kenbaar te maken. Artikel 8: Uitzondering Onder een wijziging als bedoeld in artikel 3 wordt niet begrepen het geheel of gedeeltelijk veranderen of vernieuwen van gebouwen die op het moment van het van kracht worden van de verordening in gebruik zijn voor de in dat artikel genoemde functies, mits de op dat moment aanwezige functie niet wordt veranderd. Artikel 9: Sloopvergunning 1. Aanvragen om sloopvergunning als bedoeld in artikel 20, eerste lid, van de Wet op de Stadsen Dorpsvernieuwing moeten inhouden: a. naam en correspondentieadres in Nederland van de eigenaar of diens gemachtigde; b. de kadastrale aanduiding van het perceel waarop zich het te slopen bouwwerk bevindt en het huisnummer van het bouwwerk; c. het doel waarvoor het bouwwerk laatstelijk is gebezigd; d. de omvang van het sloopwerk; e. de naam en het adres van degene die met het sloopwerk zal worden belast; f. het tijdstip waarop men het sloopwerk wenst te beginnen. 2. Het college van burgemeester en wethouders schrijft een sloopvergunning, op verzoek vart degene op wiens naam de sloopvergunning is gesteld of van diens rechtverkrijgende, over op naam van een ander mits daarbij wordt voldaan aan het bepaalde in lid 1. Zij kunnen daarbij de voorwaarde stellen dat bij de overdracht tevens de eventueel verleende bouwvergunning wordt overschreven alsmede de tenaamstelling van de bankgarantie, indien bij het verlenen van de bouwvergunning een bankgarantie als bedoeld in artikel 26 van de Wet op de Stadsen Dorpsvernieuwing als voorwaarde is gesteld. Artikel 10: Overgangsbepaling Het verbod in artikel 3 van deze verordening is niet van toepassing op horecabedrijven in de omvang zoals die worden uitgeoefend op de datum van inwerkingtreding van deze verordening. Het verbod in artikel 3 van deze verordening is evenmin van toepassing op horecabedrijven waarvoor op die datum de bouwvergunning onherroepelijk is geworden.

-4- De horecabedrijven die onder dit artikel vallen zijn aangegeven op de bij deze verordening behorende situatietekening. Artikel 11: Strafbepaling Overtreding van artikel 3 van deze verordening wordt aangemerkt als een strafbaar feit in de zin van artikel 47 van de Wet op de Stads- en Dorpsvernieuwing. Artikel 12: Inwerkingtreding en werkingsduur Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag volgend op die van haar afkondiging. Deze verordening geldt voor vijf jaar. Artikel 13: Slotbepaling Deze verordening kan worden aangehaald als "Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied". Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 25 oktober 2001, De secretaris,

\) J^l """ r v 0 f! C\t ^ EU P tr T* S x 2 <? < n &R Bs: I ^ $ 3? X <? JU $ n. M si 1 ï! K. i ~^ 1 ^ N j? ^ l r> ö. L *.jj f ff i n \ L ~ iu ï L i ^ ^ Behoort bij Raadsbesluit van nr.< Mi] bekend De Gemeentesecretaris -S Gebied waarop "Leei^iiieuveforoefl Cenirumgebieo" ven loedassiig >s GEMEENTE BERGEN OP ZOOM * * RUIMTELIJKE ONTWIKKELING & BEHEER uentrum Leefmilieuverordening Horeca / / \ \ - M.r^d «*««"** l / 1 \ / s* 1»* * lartlt't ontwerp bestemmingsplan x IX»**> 6)-OM«H r» rf&tr uu f; 6 w«lfï«(lftn u WfWH 7(Yiu ^~~i" **" aw Kio(wigkiQe(*Bvibinini 1 6*>-i)liU t v4*-)iu&,,,, 'tt'^tu i«t* A] WworKV1ms00052\leefmilieu 03-07-01 11:48:13

GEMEENTE BERGEN OP ZOOM Leefmilieuverordening Horeca Centrumgebied Raadsbesluit 25-10-2001 SROB:99 GS goedgekeurd 29-01 -2002 nr: 796309 Bureau Ruimtelijke Ordening