Inhoud Jaarplanning... 1 Deel A... 1 Inleiding...1 Voorbereiding op de BPV...2 BPV opdrachten...4 Criteria...5 Beoordeling...6 BEOORDELING BASISHOUDING...7 Deel B... 10 Examenopdracht:... 10 Een dag uit het leven van..... 10 Deel C... 14 HOERA!... 14 2
Jaarplanning
Deel A Inleiding Je gaat in dit derde leerjaar gedurende het gehele schooljaar Beroeps Praktijk Vorming (BPV) doen in één van de werkvelden waar je na het behalen van je diploma kunt gaan werken. Deel A richt zich op de eerste 10 tot 15 weken van het schooljaar. In schoolweek 5, 15 en 25 vinden er projectweken plaats. In deze week ga je je bezig houden met burgerschap. Schoolweek 5: Polen of alternatieve opdrachten Schoolweek 15: Goede doelen Schoolweek 25: Afronden van en uitvoeren van het examen van het keuzedeel Het doel van de BPV in het derde leerjaar is dat je je eerst gaat voorbereiden op de examens en vanaf schoolweek 15 ga je de examens daadwerkelijk uitvoeren. In overleg met je mentor kun je hiervan afwijken. Deel A bevat werkprocessen ter voorbereiding op de examens. Dit zijn alleen C- opdrachten. Hiervoor maak je een planning (zie criteria). Wanneer alle werkprocessen afgerond zijn, maak je een evaluatieverslag op product- en procesniveau (zie criteria). De planning en het verslag lever je in in Fronter. Het bevat feedbacklijsten hoe jij dit hebt uitgevoerd en handige tips om je eigen voortgang te bewaken en te verbeteren. De feedbacklijsten vind je in de Digibib. Naast deze feedbacklijsten heb je ook een resultatenlijst die je samen met je mentor invult. De basishoudingslijst wordt altijd meegenomen in de beoordeling.
Voorbereiding op de BPV Oriënteren op de BPV Op school krijg je van Stageplein Zorg een BPV-adres toegewezen. Het is van belang om goed voorbereid naar de BPV te gaan. A. BPV oriëntatie Zoek de website van je BPV instelling op. Lees de site door, kijk bijvoorbeeld wat de instelling belangrijk vindt (visie). Kijk ook welke locaties er allemaal zijn en of je de locatie waar jij stage gaat lopen kunt vinden. Verwerk de verkregen informatie in een verslag. B. Inloggen Digibib Op de boekenlijst staat dat je een licentie voor de Digibib van het Consortium moet hebben. Log samen met je mentor tijdens de mentoruren in op Digibib. Tijdens de BPV moet je namelijk ongehinderd kunnen inloggen. Bij problemen neem je contact op met de klantenservice van het Consortium. C. Kennismaken met de stage Je maakt kennis met de zorgvragers, je collega s, je werkbegeleider(s) en examinator(en). Zorg ervoor dat je mentor de volgende gegevens ontvangt: Naam BPV-instelling Naam afdeling Welke soort zorgvragers kom je tegen tijdens jouw BPV Naam werkbegeleider(s) Naam examinator(en) Telefoonnummer werkbegeleider(s) Emailadres werkbegeleider(s) Resultaat: Een verslag over de BPV instelling Een licentie voor Digibib Consortium Een overzicht van de afdeling, zorgvragers, werkbegeleider(s) en examinator(en) Dit resultaat zet je in de inlevermap op Fronter. 2
Bijhouden van een logboek Elke stage kent ook een beoordeling. Je wordt beoordeeld aan de hand van het feedbackformulier. Het is belangrijk dat je de formulieren op je stage hebt liggen. Print deze formulieren uit en stop ze in een map. Verder is het belangrijk dat je verantwoordelijkheid neemt voor je leerproces. Dit houdt in dat je weet wat je wilt gaan leren, maar ook dat je bijhoudt hoe het op stage gaat. Dit doe je door een logboek bij te houden waarin jij noteert wat je hebt gedaan en hoe jij vond dat dit is gegaan. Je kunt de adviezen van de verschillende begeleiders opvolgen en bespreken met je werkbegeleider. Door dit bij te houden kom je niet voor verrassingen te staan. Resultaat: Een logboek met daarin: - beschrijving van je eigen voortgang met feedback en handtekeningen van de (werk)begeleider(s) - feedbacklijst van alle opdrachten 3
BPV opdrachten Inleiding: De eerste periode van dit schooljaar ga je zowel op school als ook op BPV aan de slag met werkprocessen. Opdracht: Ga bewijzen dat je de alle onderdelen van het beroep Verzorgende IG/ MZ geoefend hebt. Werkwijze: In de Digibib van het Consortium staan verschillende opdrachten die je als student helpen om de onderdelen van het beroep te oefenen. Er staan A, B en C opdrachten. In de A- opdrachten maak je kennis met het werkproces. In de B-opdrachten verdiep je je in het werkproces en in de C-opdrachten kun je aantonen dat je het werkproces in die mate beheerst dat je klaar bent voor het examen! Werkproces Periode 9 VZ-B- K1 W9 / MZ-BGZ-B1-K1-W6 Stemt de zorgverlening af met alle betrokkenen VZ-B- K1 W10 / MZ-BGZ-B1-K1-W7 Evalueert en legt de zorgverlening vast VZ-B- K2 W1 / MZ-BGZ-B1-K2- W1 Werkt aan eigen deskundigheid VZ-B- K2 W2 Werkt samen met andere beroepsgroepen in de zorg Vz-B-K2-W3 MZ-BGZ-B-K2-W2 Werken aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg VZ-B-K2-W4 MZ-BGZ-P1-K1-W4 Begeleidt nieuwe collega s, stagiaires en/ of vrijwilligers Profieldeel: MZ-BGZ-P-K1-W2 Ondersteunt en begeleidt bij het behouden en stimuleren van de ontwikkeling VZ-GHZ-P2-W2 Communiceert en begeleidt de communicatie met de doelgroepen in de GHZ VZ-GHZ-P2-W3 Begeleidt individuele zorgvragers in een groep MZ-BGZ-P1-K1-W1 Ondersteunt en motiveert een groep cliënten bij activiteiten 4
Criteria 1. Criteria horend bij de planning: Criteria o Student leest alle C opdrachten uit de Digibib o Student omschrijft per opdracht wat er in die opdracht van hem/ haar verwacht wordt, gekoppeld aan de stageplek o Student maakt op basis van de omschrijvingen een planning van de opdrachten voor dit schooljaar o Student kan de planning bespreken met groepsgenoten en docent/ begeleider en met de werkbegeleider(s) o Student stelt als het nodig is de planning bij en bespreekt dit met begeleiders 2. Criteria horend bij de evaluatie na afronden van ALLE C-opdrachten: Criteria o De student toont in een evaluatieverslag op proces- en productniveau dat de opdrachten uit de Digibib zijn behaald o De student beschrijft binnen het evaluatieverslag de ontwikkeling die hij/zij heeft doorlopen dit schooljaar ten aanzien van zijn/ haar basishouding o Het verslag heeft een overzichtelijke opbouw en voldoet aan de eisen van een professionele verslaglegging o Het verslag is geschreven in correct Nederlands 5
Beoordeling Doelen Onvoldoende Voldoende Goed Voorbereiding en planning Samenvatting opdrachten Planning maken Planning bespreken Planning bijstellen Student heeft één of meerdere indicatoren van de criteria niet aangetoond. Student heeft alle indicatoren van de criteria aangetoond. Eindevaluatie Binnen verslag proces- en productevaluatie Binnen verslag evaluatie/ reflectie op basishouding Opbouw verslag Verslag correct Nederlands Creatief product en presentie van dat product aan groep en docent Student heeft één of meerdere indicatoren van de criteria niet aangetoond. Student heeft alle indicatoren van de criteria aangetoond. Student heeft zelfstandig en op eigen initiatief alle criteria aangetoond. Student heeft zelfstandig en op eigen initiatief alle criteria aangetoond. 6
BEOORDELING BASISHOUDING Naam student: Studentnummer: Mentor: Inleiding: Hieronder lees je de beoordeling van de Basishouding leerjaar 3. Dit gebeurt aan de hand van 15 indicatoren die je moet aantonen. Deze beoordeling vul je dit schooljaar in week 10 in. Bij elke indicator kun je O (= onvoldoende), V (=voldoende) of G (=goed) scoren. Reflecteren, evalueren en beoordelen: De beoordeling van de basishouding kent 3 kolommen, te weten: Reflectie, Evaluatie en Beoordeling. De kolom Reflectie: Deze wordt ingevuld door de student; De kolom Evaluatie: Student maakt 2 kopieën van de beoordeling basishouding ; Student laat minimaal 2 collega s (waarvan minimaal 1 de werkbegeleider) de kolom evaluatie invullen; Student vult het gemiddelde van de evaluaties in op de originele beoordeling basishouding; Student schrijft op basis van reflectie- en evaluatiegegevens een reflectieverslag; De kolom Beoordeling: Student en docent gaan met elkaar in gesprek; Student en docent trekken conclusies a.d.h.v. het reflectieverslag; Docent velt uiteindelijk het eindoordeel. Cesuur Beoordeling Basishouding: Wanneer er een onvoldoende in de basishouding is, ga je in gesprek met je begeleider en je mentor. Hier maak je leerdoelen van. 7
BEOORDELING BASISHOUDING Reflectie Evaluatie Beoordeling Indicatoren: O V G O V G O V G 1. Student stelt zich verantwoordelijk op 2. Student handelt binnen de waarden en normen van opleiding en beroep 3. Student werkt methodisch: oriënteert, plant, voert uit, controleert en reflecteert; 4. Student maakt afspraken en komt deze na; 5. Student overlegt met betrokkenen 6. Student geeft, vraagt en ontvangt feedback; 7. Student is begripvol en respectvol naar betrokkenen; 8. Student stelt zich verdraagzaam op; 9. Student is geïnteresseerd en luistert actief naar betrokkenen; 10. Student hanteert eigen grenzen en bewaakt deze; 11. Student gaat om met de gevoelens van betrokkenen 12. Student stimuleert en motiveert betrokkenen; 13. Student creëert een sfeer van veiligheid en vertrouwen; 14. Student stelt zich open en vraagt hulp vraagt hulp daar waar dit nodig is; 15. Student presenteert en profileert zichzelf Beoordeling: Onvoldoende Voldoende Goed Bij beoordeling paraferen: Paraaf student (omcirkelen wat van toepassing is) Paraaf docent Datum/ periode: 8
Indicator: ONVOLDOENDE VOLDOENDE GOED Neemt geen of weinig Neemt verantwoordelijkheid verantwoordelijkheid 1. Student stelt zich verantwoordelijk op 2. Student handelt binnen de waarden en normen van opleiding en beroep 3. Student werkt methodisch: oriënteert, plant, voert uit, controleert en reflecteert; 4. Student maakt afspraken en komt deze na; 5. Student overlegt met betrokkenen 6. Student geeft, vraagt en ontvangt feedback; 7. Student is begripvol en respectvol naar betrokkenen; 8. Student stelt zich verdraagzaam op; 9. Student is geïnteresseerd en luistert actief naar betrokkenen; 10. Student hanteert eigen grenzen en bewaakt deze; 11. Student gaat om met de gevoelens van betrokkenen 12. Student stimuleert en motiveert betrokkenen; 13. Student creëert een sfeer van veiligheid en vertrouwen; 14. Student stelt zich open en vraagt hulp vraagt hulp daar waar dit nodig is; 15. Student presenteert en profileert zichzelf Handelt niet of nauwelijks binnen de geldende waarden en normen Handelt binnen de geldende waarden en normen Neemt verantwoordelijkheid en maakt dit inzichtelijk voor de ander Handelt binnen de geldende waarden en normen en maakt dit inzichtelijk voor de ander Werkt niet methodisch Werkt methodisch Werkt methodisch en maakt dit inzichtelijk voor de ander Komt afspraken niet of onvoldoende na Overleg niet of nauwelijks met betrokkenen Geeft en vraagt nauwelijks feedback en/ of staat niet open voor feedback Is niet of weinig begripvol en/of respectvol Is niet of weinig verdraagzaam Is niet of nauwelijks geïnteresseerd en luistert niet of nauwelijks actief Hanteert en bewaakt niet of nauwelijks eigen grenzen Houdt onvoldoende rekening met de gevoelens van betrokkenen Stimuleert en motiveert betrokkenen niet of nauwelijks Creëert geen sfeer van veiligheid en vertrouwen Stelt zich onvoldoende open en vraagt onvoldoende hulp Presenteert en profileert zichzelf onvoldoende Komt afspraken vaker wel dan niet na Overlegt met betrokkenen Geeft en vraagt feedback en staat hier voor open Komt afspraken na Overlegt op een constructieve manier met betrokkenen Geeft, vraagt en ontvangt feedback en toont aan deze te verwerken Is begripvol en/of respectvol Is begripvol en respectvol Is verdraagzaam Is geïnteresseerd en/ of luistert actief Hanteert en/of bewaakt eigen grenzen Houdt rekening met de gevoelens van betrokkenen Stimuleert en/of motiveert betrokkenen Creëert een sfeer van veiligheid en vertrouwen Stelt zich open en/ of vraagt hulp Presenteert en/of profileert zichzelf Is verdraagzaam en brengt dat over naar betrokkenen Is geïnteresseerd en luistert actief en brengt dat over naar betrokkenen Hanteert en bewaakt eigen grenzen en maakt dit inzichtelijk voor de ander Houdt onvoldoende rekening met de gevoelens van betrokkenen en laat dit blijken aan betrokkenen Stimuleert en motiveert betrokkenen waardoor de ander in actie komt Creëert een sfeer van veiligheid en vertrouwen en draagt dit duidelijk over Stelt zich open en vraagt hulp en dit is zichtbaar in het leerproces Presenteert en profileert zichzelf 9
Deel B Examenopdracht: Een dag uit het leven van.. Inleiding Je hebt nu ruim 2 jaar lang geoefend met de verschillende werkprocessen die voorkomen in je toekomstige beroep. Nu is de tijd gekomen om te laten zien dat je alle werkprocessen zelfstandig kan uitvoeren als beginnend beroepsbeoefenaar. In de examenhandleiding staat beschreven hoe je de examens kunt gaan doen. Je gaat starten met de examenopdracht van de opleiding MZ/ VZ- IG! In de afgelopen perioden heb je kennis gemaakt met de verschillende werkprocessen. Hierbij heb je voornamelijk gewerkt aan de werkprocessen in losse A, B en C opdrachten. In deze examenopdracht ga je jouw inzicht in de samenhang van deze werkprocessen aantonen. Jullie lopen allemaal stage in een verschillende situatie, waarbij de werkprocessen terug komen op diverse wijze. Opdracht: Ga de werkprocessen die jij samen op jouw stage kunt examineren clusteren en verantwoord je keuze. Werkwijze: 1) Leg alle werkprocessen/ examens die jij moet examineren onder elkaar; 2) Bespreek met je werkbegeleider welke werkprocessen/ examens jij kunt clusteren; 3) Geef elk los cluster een titel die aansluit bij de situatie bij jouw op stage. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de titel: Een dag uit het leven van dhr. Lammers. In dit cluster combineer jij bijvoorbeeld de onderstaande examens omdat dat kan bij dhr. Lammers: VZ-B- K1 W1 Ondersteunt bij het voeren van de regie bij wonen en huishouden VZ-B- K1 W9 Stemt de zorgverlening af met alle betrokkenen VZ-B- K1 W2 Onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied VZ-B- K1 W4 Biedt persoonlijke verzorging VZ-B- K1 W6 Begeleidt een zorgvrager
4) Schrijf een verantwoording voor elke los cluster; 5) Plan de verschillende examenmomenten waarop jij jouw clusters van examens kunt gaan uitvoeren. De examinator vanuit de praktijk en vanuit school geven hier, door middel van een handtekening, akkoord voor. 6) Voer de verschillende examenmomenten uit. Je blijft stap 3, 4 en 5 herhalen totdat je alle examens (en dus alle werkprocessen) hebt aangetoond. Criteria: - Je werkt per examen de vereiste beoordelingsvorm uit, met de daarbij behorende verantwoording; - Je clustering (3), je verantwoording (4) en planning (5) lever je in in Fronter; - Voor de planning maak je gebruik van de DigiBib/ Het Consortium; - Het plan dat je schrijft en dat ondertekend is door alle betrokkenen ligt vast en daar kun je niet meer van afwijken; - In SW 33 moeten alle examens ingeleverd zijn op school bij de administratie. Dit betekent concreet dat alle examens goedgekeurd en ondertekend moeten zijn door zowel de examinator vanuit praktijk als de examinator vanuit school; - In SW 35 zal het HOERA-moment plaatsenvinden ter afsluiting van de examens. Lees hiervoor onderdeel C. 11
Examenopdracht: Een dag uit het leven van. Inleiding Je hebt nu ruim 2 jaar lang geoefend met de verschillende werkprocessen die voorkomen in je toekomstige beroep. Nu is de tijd gekomen om te laten zien dat je alle werkprocessen zelfstandig kan uitvoeren als beginnend beroepsbeoefenaar. In de examenhandleiding staat beschreven hoe je de examens kunt gaan doen. Je gaat starten met de examenopdracht van de opleiding VZ- IG! In de afgelopen perioden heb je kennis gemaakt met de verschillende werkprocessen. Hierbij heb je voornamelijk gewerkt aan de werkprocessen in losse A, B en C opdrachten. In deze examenopdracht ga je jouw inzicht in de samenhang van deze werkprocessen aantonen. Jullie lopen allemaal stage in een verschillende situatie, waarbij de werkprocessen terug komen op diverse wijze. Opdracht: Ga de werkprocessen die jij samen op jouw stage kunt examineren clusteren en verantwoord je keuze. Werkwijze: 7) Leg alle werkprocessen/ examens die jij moet examineren onder elkaar; 8) Bespreek met je werkbegeleider welke werkprocessen/ examens jij kunt clusteren; 9) Geef elk los cluster een titel die aansluit bij de situatie bij jouw op stage. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de titel: Een dag uit het leven van dhr. Lammers. In dit cluster combineer jij bijvoorbeeld de onderstaande examens omdat dat kan bij dhr. Lammers: VZ-B- K1 W1/ MZ-BSD-B1-K1- W3 Ondersteunt bij het voeren van de regie bij wonen en huishouden VZ-B- K1 W9/ MZ-BSD-B1-K1-W6 Stemt de zorgverlening af met alle betrokkenen VZ-B- K1 W2 Onderkent de gezondheidstoestand op somatisch en psychosociaal gebied VZ-B- K1 W4/ MZ-BSD-B1-K1- W2 Biedt persoonlijke verzorging VZ-B- K1 W6 Begeleidt een zorgvrager 10) Schrijf een verantwoording voor elke los cluster; 12
11) Plan de verschillende examenmomenten waarop jij jouw clusters van examens kunt gaan uitvoeren. De examinator vanuit de praktijk en vanuit school geven hier, door middel van een handtekening, akkoord voor. 12) Voer de verschillende examenmomenten uit. Je blijft stap 3, 4 en 5 herhalen totdat je alle examens (en dus werkprocessen) hebt aangetoond. Criteria: - Je werkt per examen de vereiste beoordelingsvorm uit, met de daarbij behorende verantwoording; - Je clustering (3), je verantwoording (4) en planning (5) lever je in in Fronter; - Voor de planning maak je gebruik van de DigiBib/ Het Consortium; - Het plan dat je schrijft en dat ondertekend is door alle betrokkenen ligt vast en daar kun je niet meer van afwijken; - In SW 33 moeten alle examens ingeleverd zijn op school bij de administratie. Dit betekent concreet dat alle examens goedgekeurd en ondertekend moeten zijn door zowel de examinator vanuit praktijk als de examinator vanuit school; - In SW 35 zal het HOERA-moment plaatsenvinden ter afsluiting van de examens. Lees hiervoor onderdeel C. 13
Deel C HOERA! Inleiding: Alle examens zijn nu behaald, afgetekend door de examinatoren en ingeleverd voor de administratieve verwerking. Je bent nu klaar voor het ALLERLAATSTE onderdeel van jouw opleiding; het HOERA-moment! #ikhangdevlaguit #eindelijk #trots #verzorgendeig Dit moment vindt plaats in schoolweek 35: Maandag 27 mei, dinsdag 28 mei en woensdag 29 mei. Opdracht: De bedoeling van dit laatste onderdeel is dat je stilstaat bij jouw ontwikkeling van leerjaar 1 tot gediplomeerd Verzorgende IG/ MZ. De invulling is geheel vrij; je bepaalt zelf hoe je deze ontwikkeling laat zien. Een paar voorbeelden zouden kunnen zijn: filmpje, een taart, een foto, een voorwerp, etc. Het moment vindt individueel plaats. Er zullen 2 docenten bij aanwezig zijn. 14