Samenvatting Maatschappijleer samenvatting thema paragraaf 1, 2 en 3

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Maatschappijleer Thema's Maatschappijleer: Inleiding 1 (Het doel van maatschappijleer) en 2 (Kennis van zaken)

Bij maatschappijleer onderzoek je maatschappelijke problemen. (verslaving, samenleving etc.)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 en 2

H1 1 Waarom maatschappijleer? Overal waar mensen met elkaar te maken hebben zijn regels en afspraken. (bijv. in een gezin)

Thema 1: Wat is maatschappijleer?

- Rechtsstaat: stelt de belangrijkste regels vast voor burgers en voor de overheid.

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl II

Maatschappijleer in kernvragen en -concepten

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

6,8. Samenvatting door een scholier 1566 woorden 3 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5,7. Samenvatting door D. 959 woorden 31 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Samenvatting Maatschappijwetenschappen Onderzoek doen

Proeftoets E1 vwo 4. 1 Wat is een waarde en wat is een norm? I. Liefde. II. Regels. III. Veiligheid. IV. Plicht.

J L. Nordwin College Competentiemeter MBO - 21st Century & Green Skills. Vaardigheden Gedragsindicatoren. 21st Century Skill - -

PTA maatschappijleer 1&2 KBL Bohemen cohort

Analyse Maatschappelijk Vraagstuk

MODULE V. Ben jij nou Europees?

Module 7 Staatsinrichting en rechtsstaat

Massamedia. Hoofdstuk 8

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Samenvatting Maatschappijleer Uitgaan en zinloos geweld (Hoofdstuk 1)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 3

7,5. Paragraaf 1 Socialisatie en Cultuur. Samenvatting door een scholier 1147 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer MASSAMEDIA

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Correctievoorschrift VMBO-GL en TL 2004

De activiteit in het Brussels Parlement voorbereiden of verwerken in de klas? Niet verplicht, wel leuk!

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Examen HAVO. Maatschappijleer (nieuwe stijl en oude stijl)

Naam: Datum: Ik-Wijzer

Profielkeuzevakken C&M E&M. Ak Ec Mw. Fa/Du Ak BE Mw. N&G en N&T in de vrije ruimte. Een van de volgende vakken. Een van de volgende vakken:

PTA maatschappijleer 1 (gemeenschappelijk deel) TL GL - Bohemen / Houtrust / Kijkduin / Media esign - cohort

Praktische-opdracht door een scholier 1727 woorden 15 december keer beoordeeld. Maatschappijleer

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo

Examenprogramma maatschappijleer havo/vwo (gemeenschappelijk deel)

PTA MAVO Docenten: Felix van de Gein (sectievoorzitter) en Nol Voskens

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Maatschappijwetenschappen

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Cursus Omgaan met klachten

Praktische opdracht Maatschappijleer Euthanasie

waardigheid participatie gelijke rechten solidariteit individuele vrijheid

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia, politiek en beleid

wk Datum te behandelen stof/ tijdens de les bijzonderheden wegingtoets

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Examen HAVO. Maatschappijleer (oude stijl en nieuwe stijl)

Wij zijn ING. En wij hebben samen een doel: mensen in staat stellen een stap voor te blijven, in het leven en in zaken.

Programma van Toetsing en Afsluiting

Scholen herdenken vermoorde leraar

Massamedia hoofdstuk 6 t/m 8

MAATSCHAPPIJLEER II VMBO KB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

MAATSCHAPPIJLEER (GEMEENSCHAPPELIJK DEEL) VMBO BB VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN MAATSCHAPPIJLEER 2016 V15.9.1

Ieder hoofdstuk wordt afgesloten met een aantal vragen om de kennis te toetsen. Het betreft steeds drie multiplechoicevragen en drie open vragen.

7.6. Boekverslag door S woorden 18 januari keer beoordeeld. Vak Maatschappijleer 1. Maatschappijleer Werk. Paragraaf 1.

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 1 vrijdag 25 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Kies 2. Leerwerkboek burgerschap SANDER HEEBELS PETRI BENSCHOP MENNO BEEKHUIZEN MARK OOMEN HANNEKE SCHOTTERT

Schokland Werkboek burgerschap voor niveau 3-4

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Examen HAVO. maatschappijwetenschappen (pilot) tijdvak 2 dinsdag 16 juni uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examenprogramma maatschappijwetenschappen havo/vwo

Instructie: Landenspel light

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Correctievoorschrift examen VMBO-KB 2003

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

DEMOCRATIE OF DICTATUUR?

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Massamedia (2) - H1 t/m H3

Syllabus maatschappijwetenschappen havo 2014

Maatschappijleer gaan over de manier waarop we de samenleving vormgeven. Hiervoor hebben we 4 thema s:

Eindexamen maatschappijleer 2 vmbo gl/tl I

Eindexamen maatschappijleer havo 2006-I

Antwoorden Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Eindexamen maatschappijwetenschappen havo II

AAN DE SLAG MET DE RECHTSSTAAT

Hoofdvaart College PTA e leerjaar GTL

Samenvatting Maatschappijleer Rechtstaat - Hoofdstuk1 t/m 9 + inleiding

Introductie. 1. Uw persoonlijke situatie. Voorbeeldvragenlijst COB-kwartaalenquête 2011

Bijlage 1: I Formulier aanvraag predikaat [ÉÉN] II Formulier voortgang onderwijsproject [ÉÉN] III De Verklaring IV Voorbeeldbrief ouders/verzorgers V

VERKIEZINGEN EUROPEES PARLEMENT Donderdag 23 mei 2019 BEPAAL MEE WIE IN DE EUROPESE UNIE BESLISSINGEN GAAN NEMEN. Den Haag

Derde Kamer Handboek Politiek 2

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Correctievoorschrift examen VMBO-GL en TL 2003

Het probleem is dat pesten soms wordt afgedaan als plagerij of als een onschuldig spelletje.

5,9. Samenvatting door een scholier 1448 woorden 6 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

Examenprogramma maatschappijleer

PTA maatschappijleer 2 KBL Bohemen cohort

Massamedia. Leertekst. Maatschappijkunde.nl

Samenvatting Economie H 6

U leert in deze les om een mening vragen. U wilt dan weten wat iemand vindt.

MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN

Examenprogramma maatschappijwetenschappen vwo

9 Toets A PO Pluriforme samenleving Inleveren week 46 10% nee

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer samenvatting thema paragraaf 1, 2 en 3 Samenvatting door D. 2358 woorden 8 november 2012 6,1 10 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer Paragraaf 1: De samenleving. Overal in een samenleving heb je te maken met afspraken en regels. Bij maatschappijleer bekijken we onze samenleving vanuit een juridische, politieke, culturele en sociaaleconomische invalshoek. Deze vind je terug in de vorm van 4 thema's waarbij er actuele vragen en dilemma's aan de orde worden gesteld. Je spreekt van een dilemma als het gaat om een lastige keuze uit twee of meer alternatieven. De 4 thema's zijn: Rechtsstaat: Een rechtsstaat stelt de belangrijkste regels vast voor burgers en de overheid. Kernvraag: Wat is volgens jou het beste evenwicht tussen rechtsbescherming en rechtshandhaving? Palementaire democratie: In een parlementaire democratie wordt de bevolking van het land vertegenwoordigd door het parlement. Kernvraag: Op welke manier kan Nederland volgens jou het beste geregeerd worden? Pluriforme samenleving: In een pluriforme samenleving wonen er mensen met heel verschillende levenswijzen, verschillende normen en waarden en soms van verschillende etnische herkomst. Kernvraag: Hoe vind jij dat mensen met verschillende leefwijzen het beste met elkaar kunnen omgaan? Verzorgingsstaat: In een verzorgingstaat zorgt de overheid voor haar burgers, bijvoorbeeld door goede gezondheidszorg, uitkeringen, onderwijs en volkshuisvesting. Kernvraag: Wanneer moeten mensen volgens jou hun problemen zelf oplossen en wanneer moet de overheid helpen? De samenleving. Deze 4 thema's hebben veel met elkaar te maken en zie je vooral terug bij belangrijke maatschappelijke problemen. Ondanks het feit dat we redelijk harmonieus samenleven, zijn er toch maatschappelijke problemen. Deze verschillen van persoonlijke problemen. Last hebben van je rug is een persoonlijk probleem. De pijn is heel vervelend, maar het blijft iets van jou persoonlijk, omdat je bijvoorbeeld te veel hebt gesport. Het wordt Pagina 1 van 5

pas een maatschappelijk probleem als het blijkt dat je last hebt van je rug vanwege de hoge werkdruk in Nederland of als er lange wachtlijsten zijn voor het maken van röntgenfoto's. Hierdoor zouden werkgevers tijdelijke vervangers moeten zoeken. Kenmerken maatschappelijk probleem. Samengevat spreken we van een maatschappelijk probleem als: 1. Het probleem gevolgen heeft voor grote groepen in de samenleving; 2. Het probleem alleen gemeenschappelijk kan worden opgelost, waardoor de overheid zich moet bezighouden met de oplossing van het probleem; 3. Het probleem te maken heeft met tegenstellingen. Gevolgen voor grote groepen. Drugsproblematiek, het fileprobleem en agressie zijn zaken waar grote groepen mensen bij betrokken zijn. De overheid bemoeit zich ermee. Om een maatschappelijk probleem aan te pakken, zijn vaak nieuwe wetten en regels nodig of een aanpassing van bestaande regels. Als je het broeikaseffect wilt tegenhouden, zal de overheid bedrijven wettelijk moeten dwingen om minder CO2- gassen uit te stoten. Daarmee is bet meteen een politiek probleem, omdat gekozen politici de taak hebben om oplossingen te bedenken. Daarom stemmen we om te laten zien met welke politici je er het meest mee eens bent. Tegenstellingen. Bij het zoeken naar oplossingen voor een maatschappelijk probleem moeten er altijd tegengestelde belangen en tegengestelde normen en waarden worden afgewogen. De grootste tegenstellingen bestaan tussen mensen met verschillende: - Politieke visies, een voorbeeld kan zijn, om een fileprobleem op te lossen willen automobilisten graag meer en bredere snelwegen, maar milieuactivisten willen juist goedkoper openbaar vervoer. - Geloofs- of levensovertuigingen, mensen die christelijk zijn, willen bijvoorbeeld dat abortus verboden wordt, maar een niet gelovige heeft waarschijnlijk minder moeite met abortus. - Maatschappelijke posities, een werkgever wil het liefst zo min mogelijk premies betalen, maar iemand zonder werk heeft belang bij een goede uitkering. Een compromis is een tussenoplossing, hier maken ministers en tweede kamer ledenzonodig gebruik van. Paragraaf 2: Enkele kernbegrippen die je bij maatschappelijke problemen zult gebruiken zijn: normen en waarden; belangen; Pagina 2 van 5

macht. Normen en waarden. Ons gedrag wordt sterk door waarden bepaald. Je ziet een kind en hond in het water liggen, red eerst het kind, dan de hond. Tenminste 2 principes: hulpvaardigheid en het redden van het menselijk leven is belangrijker dan het redden van een hond. Deze twee principes zijn voorbeelden van waarden. Een waarde is een uitganspunt of principe dat mensen belangrijk vinden in hun leven. Sommige waarden vind iedereen van belang, sommige alleen bepaalde groepen. Waarden leiden tot regels over het gedrag van mensen en zo'n regel nomen we een norm. Een norm is een gevolg van een waarde. Normen zijn opvattingen over hoe je je op grond van een bepaalde waarde behoort te gedragen. Normen kies je niet altijd zelf en zijn vaak ook een sociale verplichting, een regel die je wordt opgelegd door je omgeving. Sommige normen worden belangrijk genoeg gevonden dat ze zijn opgeschreven in wetten. Regels als 'niet boeren aan tafel' staan niet in de wet, maar toch vinden mensen dit erg onprettig en worden dit dan ook fatsoensnormen genoemt. Belangen. Een belang is het voor- of nadeel dat iemand ergens bij heeft. Dit heeft vaak met financieel voor- of nadeel te maken, maar niet altijd. Macht. Macht kun je omschrijven als het vermogen om het gedrag of het denken van anderen sterk te beïnvloeden. Op school nemen docenten en directie de belangrijkste beslissingen. Net als een burgemeester die een voetbal wedstrijd verbied. In deze gevallen spreek je van formele macht of gezag, omdat deze officieel is vastgelegd in regels en wetten. Informele macht binnen een vrienden groep en dus niet is vastgelegd in regels wordt ook wel invloed genoemd. Mensen kunnen macht uitoefenen als ze beschikken over machtsmiddelen zoals geld, een bepaalde functie, kennis, overtuigingskracht, aanzien, geweld en aantal (veel mensen). Een machtsmiddel is een middel waarmee je het gedrag van anderen kunt beïnvloeden. Veranderingen. Samenlevingen veranderen voortdurend. Daarom zijn normen, waarden, belangen en macht voor iedereen altijd hetzelfde. Wat voor de een normaal is, vindt een ander abnormaal. Deze verschillen hebben te maken met: De plaats waar je woont; De tijd waarin je leeft; De groep waar je bij hoort. Door naar deze 3 verschillen te kijken word je je meer bewust van je eigen normen, waarden en belangen. Als veel mensen rekening houden met wat anderen vinden en de manier waarop ze leven, ontstaat er meer sociale cohesie. Hiermee bedoelen we, de samenhang tussen mensen in een gemeenschap of samenleving. De samenleving bestaat niet alleen uit losse individuen maar uit groepen mensen die iets gemeenschappelijks hebben. In het thema pluriforme samenleving gaan we dieper in op Pagina 3 van 5

sociale cohesie. Analysevragen. De analysevragen gaan over: De actoren De politieke besluitvorming De oorzaken en gevolgen De vergelijking met vroeger en met andere landen. Paragraaf 3: Betrouwbaarheid. Als je wilt weten of informatie betrouwbaar is, stel je de volgende vragen: Wordt er een bronvermelding gegeven? Is er duidelijk onderscheid tussen feiten en meningen? Wordt het onderwerp van verschillende kanten bekeken? Bronvermelding. Voor cijfermateriaal is het Centraal Bureau voor de Statistiek, CBS, een goede bron. Ook informatie van ministeries, het Sociaal Cultureel Planbureau en andere officiële instanties is meestal betrouwbaar. Deze instanties doen gedegen onderzoek en hun werk wordt op kwaliteit gecontroleerd. Feiten en meningen. Feiten zijn voor iedereen controleerbaar, meningen niet. Feiten noemen we objectief, omdat ze iets zeggen over de werkelijkheid; meningen zijn subjectief, omdat ze alleen laten zien hoe iemand ergens over denkt. De grens tussen feiten en meningen is soms lastig te bepalen. Verschillende kanten. Bij informatiebronnen is het heel belangrijk of er hoor en wederhoor is toegepast. Dit betekend dat de verschillende betrokkenen zijn gehoord. Nieuwsberichten in kranten en nieuwsuitzendingen op tv bijna altijd wel betrouwbaar. Bij internet is de betrouwbaarheid veel moeilijker na te gaan, omdat iedereen informatie kan ontvangen én verzenden. Officiële instanties en sites als rtlnieuws.nl zijn wel redelijk betrouwbaar, maar er zijn ook websites waar feiten en meningen door elkaar worden gehaald, de informatie kan eenzijdig is of zelfs leugens op staan. Je moet dus goed kijken of de informatie op internet wel betrouwbaar is. Communicatieruis. Communicatie betekend het doorgeven van informatie. Daarbij is altijd sprake van een zender en een of meer ontvangers. Tussen die twee partijen kan er van alles misgaan, zoals: De zender zendt de informatie verkeerd uit; De ontvanger ontvangt de informatie verkeerd. Pagina 4 van 5

We spreken dan van een communicatieruis, wat betekend dat de overdracht van informatie niet goed verloopt. Manipulatie en indoctrinatie. Aan de kant van de zender kan informatie onbewust maar ook bewust worden verdraaid. Zoals een politicus die een fout niet wilt toegeven uit angst voor politiek gezichtsverlies. In dit geval worden feiten opzettelijk weggelaten of verdraaid zonder dat de ontvanger dit merkt. We spreken dan van manipulatie. Een stapje verder is propaganda, wat betekent dat er bewust eenzijdige informatie wordt gegeven met als doel de mening van mensen te beïnvloedend. Dit is in feite aan de hand met reclame, alleen weten we daarvan dat het niet objectief is. Ook politieke partijen proberen door middel van propaganda zichzelf aan te prijzen en soms andere partijen zwart te maken met de hoop meer kiezers te krijgen. Weer een stap verder is indoctrinatie, waarbij langdurig, systematisch en heel dwingend eenzijdige opvattingen en meningen worden opgedrongen met de bedoeling dat het publiek deze opvattingen kritiekloos accepteert. Dit komt veel voor in China en Noord-Korea, waar regeringen via staatsmedia het volk van informatie voorzien, geen vrije media dus geen kritiek. Ze raken geïndoctrineerd en beschouwen de opvattingen van de regering als de enige juiste. Selectieve waarneming. Als ontvanger nemen we informatie nooit objectief waar. Ieder heeft zijn eigen meningen over films, programma's etc. een roker zou bijvoorbeeld niet graag naar een programma kijken over de risico's van roken, wil hij liever niet weten. We spreken hier van selectieve waarneming: elke informatie wordt zodanig vervormd dat deze zo veel mogelijk past in ons referentiekader. Dat is alles wat je bezit aan kennis, ervaringen, normen, waarden en gewoonten. Dit is de 'bril' waardoor je informatie filtert. Door je bewust te zijn hiervan kun je proberen zo objectief mogelijk te zijn. Stereotypen en vooroordelen. Ook tijidens de overdracht van informatie kunnen stereotypen en vooroordelen ontstaan. Hoe werkt dit? In een krant wordt bijvoorbeeld aandacht besteed aan gewapende roofovervallen op snackbars. Daarbij wordt telkens nadrukkelijk gemeld dat de daders uit een bepaalde buurt komen. Krantenlezers Concluderen dan als snel dat die buurt onveilig en crimineel is. Zo ontstaat er een stereotype, een vaststaand beeld van een hele groep mensen. Hier gaat het over mensen uit een bepaalde wijk, maar het kan ook gaan over dikke duitsters of domme blondjes. Door stereotypering ontstaan gemakkelijk vooroordelen. Als je over iets of iemand oordeelt zonder dat je die persoon of zaak hebt leren kennen, spreek je van een vooroordeel. Vooroordelen en stereotyperingen kunnen makkelijk leiden tot discriminatie, waarbij iemand mensen van een bepaalde groep anders behandelt op grond van kenmerken die in de gegeven situatie niet van belang zijn. Pagina 5 van 5