Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tegen de achtergrond hiervan zijn de minister van BZK en het dagelijks bestuur van het KBB i.o. het volgende overeengekomen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

S. Nieuwenburg 3580

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uw brief van Ons kenmerk Behandelend ambtenaar Zoetermeer

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 18 mei 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over misdaadgeld en de werkelijkheid van voordeelsontneming

Bestuursvoorstel Invoering bestuurlijke strafbeschikking voor waterschappen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

agendapunt Aan Verenigde Vergadering BESTUURLIJKE STRAFBESCHIKKING

Kamervragen en antwoorden begroting IXB

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Adviesaanvraag werklastgevolgen kostenverhaal rechtsbijstand draagkrachtige veroordeelden (34 159)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Regeling OM-afdoening

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Diverse andere toezichthouders/ inspecties******* Arbeidsinspectie********

Management samenvatting

Egalisatiereserve Parkeervoorzieningen Dordrecht

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nota van B&W. Onderwerp Onderzoek verzelfstandiging OSK

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJDRAGE CONCERN AAN DEEL 3 BELEIDSBEGROTING d.d

Datum 18 mei 2011 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over bericht Mishandelde bejaarde moet zelf achter daders aan

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit van houdende regels ter uitvoering van artikel 36 van de Politiewet 2012 (Besluit verdeling sterkte en middelen politie)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BEGROTING 2014 SOCIALE DIENST DRECHTSTEDEN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

: Politiewet 1993, artikel 44; Besluit financiën regionale politiekorpsen Relatie met andere circulaires EA96/U331

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

gemeente Leek Omgevingsdienst Groningen Postbus AB VEENDAM Geachte heer, mevrouw,

TWEEDE NOTA VAN WIJZIGING. Ontvangen Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd: Artikel I wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Onderwerp Nadere berichtgeving over foto's van buitenlandse kentekenhouders

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Gehoord de gerechten, adviseert de Raad als volgt. 1

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 1991-1992 22 300 VI Vaststelling van de begroting van de uitgaven en de ontvangsten van Hoofdstuk VI (Ministerie van Justitie) voor het jaar 1992 Nr. 10 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld 14oktober 1991 De Vaste Commissie voor justitie 1 heeft ter voorbereiding van de openbare beraadslagingen over dit voorstel van wet schriftelijk overleg gevoerd met de regerïng inzake de onderdelen Herziening rechterlijke organisatie en beoten en transacties. Zij heeft de eer van dit overleg als volgt verslag uit te brengen. 1 Kan de minister informatie verstrekken over de wijze waarop de, in de nota Recht in beweging genoemde, frictiekosten ad f 10 miljoen perjaar zullen worden opgevangen? 1 Samenstelling: Leden: Stoffelen (PvdA), Gualthérie van Weezel (CDA), V.A.M. van der Burg (CDA), Lauxtermann (VVD), Schutte (GPV), Krajen brink (CDA), Korthals (VVD), Wiebenga (VVD), Laning-Boersema (CDA), Vermeend (PvdA), Brouwer (Groen Links), Kohnstamm (D66), Wolffensperger (D66), ondervoor zitter, Swildens-Rozendaal (PvdA), voorzitter, Van Traa (PvdA), Soutendijk-van Appeldoorn (CDA), Van de Camp (CDA), Biesheuvel (CDA), Jurgens (PvdA), Koffeman (CDA), Kalsbeek-Jasperse (PvdA), Zijlstra (PvdA), M.M. van der Burg (PvdA). Plv. leden: Apostolou (PvdA), Tegelaar-Boonacker (CDA), De Hoop Scheffer (CDA), Rempt-Halmmans de Jongh (VVD), J.T van den Berg (SGP), Koetje (CDA), Dijkstal (VVD), Koning (VVD), Van der Heijden (CDA), Schoots (PvdA), Sipkes (Groen Links), Scheltema-de Nie (D66), Groenman (D66), Van der Vaart (PvdA), Middel (PvdA), Bijleveld-Schouten (CDA), Doelman-Pel (CDA), Hillen (CDA), Stemerdink (PvdA), Vreugdenhil (CDA), Leerling (RPF), Van Nieuwenhoven (PvdA), Van Heemst (PvdA). Bedoelde frictiekosten (f 10 mln.) houden verband met de invoering van de eerste twee fases van de herziening van de rechterlijke organi satie. Deze kosten zijn bij de opstelling van de Rijksbegroting 1990 gedekt uit de destijds verwachte extra ontvangsten uit boeten en trans acties op grond van het actualiseren van de raming van de autonome ontwikkelingen. Kan de Minister een overzicht geven van de budgettaire verwerking van de overheveling van financiële middelen van de Raad van State naar Justitie? Zijn deze middelen toereikend voor de bekostiging van de rechterlijke functies die daarmee worden overgeheveld? Op welke wijze worden de middelen, beschikbaar uit de grote efficiency-operatie en de extra inkomsten uit griffierechten, aangewend? In de financierïng van de kosten van de 1ste fase van de Herziening van de rechterlijke organisatie (personele kosten, materiële kosten en kosten van de van overheidswege gefinancierde rechtshulp) wordt voorzien door opbrengsten van de grote efficiency-operatie en extra inkomsten uit griffierechten. Daarnaast zullen in verband met de invoering van de AROB-rechtspraak in twee instanties vanaf 1994 finan ciële middelen en formatieplaatsen worden overgeheveld van de Raad van State naar de Justitiebegroting. Zoals uit onderstaand schema blijkt 114929F ISSN0921 7371 Sdu Uitgeverij Plantijnstraat 's-gravenhage 1991

gaat het daarbij om f 7,9 mln. in 1994 oplopend tot f 16,5 mln. in 1996. De budgettaire en formatieve consequenties van de 1ste fase van de herziening zijn in de Justitiebegroting verwerkt (beleidsterrein 06 Recht spraak en Rechtshulp) met dien verstande dat de budgettaire effecten van de overheveling van de Raad van State welke overheveling nog moet plaatsvinden, voorshands in mindering zijn gebracht op artikel 01.09. 1992 1993 1994 1995 1996 Kosten herziening rechterlijke organisatie 1ste fase inclusief de functiewaardering A. Kosten herziening RO 1ste fase 1. Hoofdstuk II 2. HoofdstukVI - artikel 06.01 - artikel 06.02 - artikel 06.03 Totaal B. Kosten functiewaardering Totale kosten A + B (1) Financiering - naar Hoofdstuk II - van Hoofdstuk II - Extra griffierechten - Grote efficiency - Kasverschuiving Totaal (2) Saldo(2)-(1) 3,1 7,3 4,3, 11,6 10,3 21,9-3,1 27,5-2,5 21,9 0,0 3,2 16,3 5,5 0,7 22,5 9,8 32,3-3,2 1,7 35,0 1,0 34,5 2,2 3,2 20,9 5,5 0.7 27,1 9,8 36,9-3,2 7,9 1,7 35,0-2,5 38.9 2,0 3,2 27,6 5,7 0,7 34,0 9,8 43,8-3,2 16,0 1,7 38,0 4,5 57,0 13,2 3,2 27,6 5,7 0,7 34,0 9,8 43,8-3,2 16,5 1,7 38,0 4,5 57,5 13,7 Bovenstaande begrotingsmiddelen zijn toereikend om de extra werklasten verbonden aan de 1ste fase van de herziening van de rechter lijke organisatie op te vangen. Het saldo tussen de totale kosten van de 1ste fase herziening R.O./functiewaardering en de financieringsmiddelen (f2,2 mln. in 1993 oplopend tot f 13,7 mln. in 1996; zie schema) is benodigd voor de finan ciering van de 2de fase van de herziening van de rechterlijke organisatie. Deze middelen zijn - in afwachting van een nadere verdeling - voorlopig onder artikel 01.09 gereserveerd. 3 In hoeverre is de raming van de opbrengsten uit boeten en transacties gebaseerd op de aanbevelingen en conclusies van de interdeparte mentale werkgroep die werd belast met een onderzoek naar de mogelijk heden voor een betere onderbouwing van deze ramingen? De raming van de ontvangsten uit boeten en transacties is gebaseerd op historische ontwikkelingen en een inschatting van de effecten van voorgenomen beleid. De conclusies van de interdepartementale werkgroep met betrekking tot de mogelijkheden van een betere onderbouwing van de raming waren tweedelig: - met de invoering van de planning en control-systematiek voor de rechterlijke organisatie kan de afstemming van de verwerkingscapaciteit

van de schakels van de justitiële keten worden verbeterd, en - met de verbeterde beleidsinformatie als gevolg van de invoering van het COMPAS-systeem bij de parketten en de oprichting van het Centraal Justitieel Incasso Bureau in het kader van de Wet Mulder, kan een beter inzicht worden verkregen in de voor de ontvangsten uit boeten en trans acties bepalende factoren. Aangezien zowel Compas als het CJIB gezien de fasegewijze invoering naar verwachting eerst in 1993 betrouwbare beleidsinformatie zullen opleveren, moet vooralsnog met de huidige wijze van ramen worden volstaan. Inmiddels wordt gewerkt aan het opzetten van een ramingsmodel dat de resultaten van beide ontwikkelingen op een systematische wijze kan verwerken. 4 In hoeverre is er rekening gehouden met de conclusies van deze werkgroep dat er aanzienlijke risico's verbonden zijn aan het aanwenden van ontvangsten voor structurele uitgavenverhogingen? Op blz. 119 van de artikelsgewijze toelichting is de opbouw van de ontvangsten boeten en transacties weergegeven vanaf de ontwerp begroting 1991. In de regel «stand ontwerp-begroting 1991» zijn extra opbrengsten verwerkt die samenhangen met een aantal beleidsintensive ringen. Genoemd kunnen worden de intensivering van de controle op de maximumsnelheden en de verruiming van de mogelijkheden tot ontneming van wederrechtelijke verkregen voordeel. Deze extra opbrengsten zijn structureel. Mede naar aanleiding van de conclusie van de interdepartementale werkgroep dat er aanzienlijke risico's zijn verbonden aan het aanwenden van ontvangsten voor structurele uitga venverhogingen, zijn, behoudens de kosten van de incasso van de extra opbrengsten, in de huidige ramingen géén extra ontvangsten ingeboekt ter financiering van structurele uitgavenverhogingen op de Justitiebe groting. 5 Kan de minister de aansluiting aangeven tussen tabel 3.3.8 van de Miljoenennota en de in de Justitiebegroting dienaangaande verstrekte cijfermatige gegevens? In tabel 3.3.8 zijn twee cijferreeksen opgenomen die betrekking hebben op de Justitiebegroting: 1992 1993 1994 a. Justitie 33 64 90 b. Boeten en transacties c.a. 95 150 150 ad. a Justitie In tabel 3.3.8 is niet de totale taakstelling 1992-1994 voor Justitie weergegeven. Zo is in tabel 3.3.4 van de Miljoenennota (blz. 41) de subsidietaak stelling uit de Tussenbalans vermeld ad f 20 mln. voor 1992. Daarnaast zijn op de Justitiebegroting verlagingen aangebracht als gevolg van het doortrekken van de taakstelling Tussenbalans van het jaar 1991 (voor 1992 f29,7 mln.). Op basis van bovenstaande cijfers - en incl. een gering afrondingsver schil - komt de totale ombuigingstaakstelling voor 1992 op een bedrag van f 82,8 mln. zoals is vermeld in de artikelsgewijze toelichting van de Justitiebegroting (blz. 64 van de Memorie van Toelichting).

Volledigheidshalve is in onderstaand overzicht deze aansluiting cijfer matig weergegeven, waarbij ook de meerjarige doorwerking is betrokken. Aansluitingstabel ombuigingen Justitie 1992-1994 (x f 1 mln.) Omschrijving 1992 1993 1994 Tabel 338 Miljoenennota 1992 Verwerkt in Justitie-begroting 1992 Verschil Verklaring verschil: Subsidie-taakstelling (tabel 3.3.4) Verlengen taakstelling 1991 Afrondingsverschil Totaal 33 82,8 49,8 20 29,7 0,1 49,8 64 101,3 37,3 30 7,4-0,1 37,3 90 129,9 39,9 40-0,1 39,9 ad. b Boeten en transacties c.a. In de reeks zoals die is opgenomen in tabel 3.3.8 zijn tevens begrepen de fiscale opbrengsten, die voortvloeien uit het wetsvoorstel «ontneming wederrechtelijk verkregen voordeel». Daarentegen is het incasso-deel van de opbrengsten die zijn aangewend in het kader van de Grote Efficiency-operatie niet in deze cijfers opgenomen. Deze zijn verwerkt in tabel 3.3.5 van de Miljoenennota. De aansluiting met de cijfers opgenomen in de Justitiebegroting is als volgt: (xf 1 mln.) Omschrijving 1992 1993 1994 Tabel 3.3.8 Miljoenennota 1992 Bij: incasso deel Grote Efficiency Totaal Verwerkt in Justitiebegroting (zie blz 135 MvT) Verschil Verklaring: Fiscale opbrengsten Dekking van de uitvoeringskosten - van Justitie - van Financiën en BiZa Totaal 95 10 105 82 23 40-10 - 7 23 150 35 185 162 23 50-15 - 12 23 150 75 225 207 18 50 20-12 18 Hoe is de kostenraming opgebouwd in de artikelen 01.09, 02.02 en 06.01, en hoe is de verdeling over de artikelen tot stand gekomen? Hoe wordt het ter beschikking te stellen bedrag aangewend, en op grond van welke argumenten en prioriteitenstelling? Hoe worden de extra kosten gedekt? In onderstaand overzicht is weergegeven welke prioriteitsstelling is gevolgd en welke geraamde kosten daaraan verbonden zijn om te komen tot realisatie van de taakstelling tot verhoging van ontvangsten uit boeten en transacties.

Structurele kosten Kosten art. 0601 Personeel: 150.0 fte's Gericht op: versterking strafunits versterking management unit-coord. versterking beheer Compas versterking CJIB f 10,0 mln art. 0602 Exploitatie regulier: - Personeelsgebonden exploitatiekosten f 2,0 mln - aanschaffingen f 3,0 mln art. 0109 Grote automatisering Uitbreiding gebruik Compas Uitbreiding CJIB-systeem Totaal structureel f 10,0 mln f 25,0 mln. De dekking zal worden gevonden binnen de extra ontvangsten uit boeten en transacties als gevolg van de intensivering van de executie-inspanning. 7 Wanneer zal het Bekeuringsafhandelingssysteem bij alle politiekorpsen operationeel zijn? Welke oorzaken zijn aan te wijzen voor het nog niet volledig operationeel zijn van het systeem? Wanneer zal BAS zijn aangepast aan de politie-afdoening van eenvoudige misdrijven en aan het nieuwe reglement verkeerstekens en verkeersregels? Heeft de invoering van het aansprakelijkheidsbeginsel voor de kentekenhouder (art. 40 WVW) geleid tot een groter aanbod van PV's aan het OM? Zo ja, hoe is dat grotere aanbod verwerkt? Bijna alle politiekorpsen kunnen thans beschikken over de faciliteiten van een Bekeuringsafhandelingssysteem. Vooral de invoering van de Wet Mulder geeft een positieve bijdrage. Naar verwachting zal vóór de reorganisatie van de politie ieder Korps ook daadwerkelijk gebruik maken van de faciliteiten van een Bekeuringsafhandelingssysteem. Tot voor kort was de hoofdoorzaak de kosten/baten-afweging voor het in gebruik nemen van een bekeuringsafhandelingssysteem. Verbindings en gebruikskosten maakten gebruik van het BAS onrendabel bij minder dan ongeveer 2000 bekeuringen per jaar. Over de aanpassing is nog geen concrete uitspraak te doen. Wel is het zo dat reeds een functioneel ontwerp, welke zal leiden tot aanpassing van het systeem gereed is. Ook zijn er korpsen, waarbij een en ander al is gerealiseerd. Bij andere korpsen is de verwerking in het bekeuringsafhandelingssysteem, en derhalve de systeemaanpassingen, afhankelijk van de wensen van het OM. Het bekeuringsafhandelingssysteem is aangepast aan de verande ringen van het nieuwe R.V.V. De invoering van het aansprakelijkheidsbeginsel voor de kenteken houder (art. 40 WVW) heeft op zichzelf niet of nauwelijks geleid tot een groter aanbod van PV's aan het OM. Het aanbod van PV's kende reeds vóór inwerkingtreding van de wijziging van artikel 40 een stijging. Het gehele aanbod van PV's wordt op reguliere wijze door het OM verwerkt. 8 Kan een kwantitatief overzicht worden verstrekt van de aantallen door het OM verwerkte processen-verbaal naar de wijze van afdoening over de laatste vijf jaar? Kan een cijfermatig overzicht worden verstrekt van het betaalgedrag bij OM-transacties?

Onderstaand is opgenomen een overzicht van de aantallen door het O.M. verwerkte processen-verbaal naar de wijze van afdoening over de laatste vijf jaar. Een cijfermatig overzicht van het betaalgedrag bij O.M.-transacties kan echter niet worden verstrekt. Het betaalgedrag bij O.M.-transacties kan thans niet op systematische wijze worden verzameld en geaggregeerd. Na de invoering van Compas kan hier eerst sprake van zijn. Afdoening van kantongerechtsstrafzaken Jaar Aantal afdoeningen Percentage door het OM zelfstandig afgedaan Waarvan transacties Sepots Voor de rechter gebracht, leidend tot een eindvonnis 1985 1986 1987 1988 1989 1990 1 164142 1 084 600 1 169880 1 061 923 1 118365 1 172197 64,2 64,8 65,4 65 68,6 68,6 49,9 48,7 47,7 46,2 43,6 45,4 11,9 13,4 15,1 16.1 23,2 22,3 35,8 35,2 34,6 35 31,4 31,4 9 Welke ervaringen zijn tot nu toe opgedaan met de verhaalsexperi menten? Wordt nog overwogen bij centraal verhaal op ruimere schaal dan nu gebruik te maken van gegevens bij de Belastingdienst? Welke andere concrete maatregelen worden voorbereid ter realisering van de taakstelling van het OM om in 1995 95% van de via de IBIS uitgestuurde acceptgiro's binnen hetjaar geïnd te hebben?zijn er afspraken gemaakt met uitkeringsinstanties over de mogelijkheden van verhaal op uitke ringen, zoals aangekondigd in Strafrecht met beleid? De verhaalsexperimenten die zijn gehouden op de arrondissementspar ketten te Amsterdam alsmede te 's-hertogenbosch en Breda hadden tot doel te bezien hoe onder de werking van de «Wet Mulder» uitvoering gegeven kan worden aan de artikelen 26 en 27 van die Wet. Omdat de Wet Mulder ten tijde van het onderzoek nog niet in werking was getreden, heeft het onderzoek plaatsgevonden door toepassing van de artikelen 575 en 576 van het Wetboek van Strafvordering. Deze artikèlen bieden in strafzaken dezelfde mogelijkheden als de artikelen 26 en 27 van de Wet Mulder op zaken vallend onder de werking van die Wet. Het verhaalsexperiment op het parket te Amsterdam heeft zich uitsluitend gericht op de toepassing van artikel 575 Sv. D.w.z. verhaal door inschakeling van gerechtsdeurwaarders. Het verhaalsexperiment op de arrondissementsparketten te 's-herto genbosch en Breda richtte zich op de toepassing van zowel art. 575 en 576 Sv. Artikel 576 geeft het OM de mogelijkheid om zelf, d.m.v. een kennis geving verhaal boetes te verhalen op inkomsten, tegoeden en uitkeringen van de veroordeelde onder derden. Om te onderzoeken onder welke derden verhaal zou kunnen worden genomen is in overleg met de belas tingdienst gebruik gemaakt van aldaar aanwezige gegevens. De belangrijkste conclusies van de verhaalsexperimenten zijn: - verhaal op grond van artikel 575 Sv: van de door de gerechtsdeur waarders afgedane zaken is door ± 71% door betaling afgedaan. De ± 29% van de afgedane zaken die niet tot inning van de boete hebben geleid, bestond uit zaken waarin naar de mening van de deurwaarder absoluut geen verhaal mogelijk is (13%), die door het parket om verschillende redenen aan de deurwaarder zijn teruggevraagd (6%), waarin de veroordeelde was overleden (0,2%) en zaken die door

verhuizing van de veroordeelde buiten het bereik van het experiment vielen (10%). Het behaalde resultaat stemt tot tevredenheid. - Verhaal op grond van artikel 576 Sv. - het inwinnen van informatie is zeer arbeidsintensief, zowel voor het parket als voor de informatie-verstrekker. - ruim een vierde van de veroordeelden waarover informatie is gevraagd, bleek bij de belastingdienst onbekend te zijn. - van de verkregen informatie bleek ruim 10% inmiddels achterhaald te zijn, klopte niet (meer). - van de afgedane zaken is 31% door betaling afgedaan; in de overige zaken bood de veroordeelde geen verhaal of liep bij het sluiten van het onderzoek een betalingsregeling. - zaken hebben een lage doorlooptijd. - de formatie van de parketten is kwalitatief en kwantitatief onvol doende voor toepassing van deze vorm van verhaal. Op basis van de hiervoor genoemde uitkomsten is voor de toepassing van het verhaal onder de Wet Mulder vooralsnog gekozen voor een centraal concept, waarbij met name artikel 26 van de Wet Mulder wordt toegepast. (Verhaal door inschakeling van gerechtsdeurwaarders.) Centraal betekent dat de arrondissementsparketten geen rol spelen bij de toepassing van het verhaal. De betreffende gegevens gaan van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) naar de Koninklijke Vereniging van Gerechtsdeurwaarders (KVG). Deze vereniging verdeelt de zaken over de aangesloten leden (deurwaarders). Inmiddels worden plannen uitgewerkt om ook het verhaal in strafzaken via het bovengenoemde centrale concept te laten lopen. Door vooralsnog terughoudend te zijn met de toepassing van de artikelen 576 Sv en 27 WM is de behoefte aan informatie (van de Belas tingdienst) komen te vervallen. Ter realisering van de doelstelling van het openbaar ministerie om in 1995 95% van de via IBIS uitgestuurde acceptgiro's binnen één jaar te innen is een aantal maatregelen genomen in het kader van het project Versterking openbaar ministerie. In de eerste plaats worden in een aantal steden executie-acties gehouden teneinde de verwerkingscapaciteit te vergroten en de doorlooptijd te bekorten. In de tweede plaats is een werkgroep boeten en transacties ingesteld die onder meer tot taak heeft structurele maatregelen te initiëren om de doorlooptijden in het executie traject te verkorten. In de derde plaats is de verhoging van de executie-inspanningen door de procureurs-generaal als één van de hoogste prioriteiten voor 1992 aangemerkt. Dit manifesteert zich onder meer in door parketten gemaakte decentrale executieplannen, met name waar het de invoer en verwerking van zaken in IBIS betreft. In de vierde plaats tenslotte vindt onderzoek plaats naar centrale aanpak van de incasso volgens het model dat bij de Wet Mulder wordt gehanteerd, hetgeen een verdere versnelling van de doorlooptijden met zich mee zal kunnen brengen. De wettelijke mogelijkheden van beslag op uitkeringen zijn veranderd. Met het oog op de uitbreiding van de wettelijke mogelijkheden op dit terrein is het maken van afspraken tussen het openbaar ministerie en uitkeringsinstanties op zichzelf ook niet meer noodzakelijk. Mij is bekend dat overigens verschillende parketten in het kader van de intensivering van het verhaal met inschakelmg van gerechtsdeurwaarders bespre kingen hebben gevoerd met uitkeringsinstanties. Deze zijn in het algemeen bevredigend verlopen.

10 Verwacht de minister van de per 1 november a.s. in te voeren tariefs verhoging geen kasopbrengst voor 1991? Waarop baseert hij deze eventuele veronderstelling? Het is aannemelijk dat de per 1 november 1991 in te voeren tariefsver hoging geen extra ontvangsten genereert in 1991. Immers, de tariefsver hoging geldt eerst voor vanaf 1 november 1991 geconstateerde overtre dingen. Voordat de politie de processen verbaal heeft verwerkt en voordat de acceptgirokaarten de overtreders bereiken, is reeds enige tijd verstreken. Na ontvangst door de overtreder van het eerste betalings verzoek geldt vervolgens een betalingstermijn van 4 weken. Gelet op de tijdspanne tussen het constateren van de overtreding, de daadwerkelijke incasso en het gegeven dat bekeurden veelal zo lang mogelijk wachten met betalen kan er niet vanuit worden gegaan, dat er uit hoofde van die tariefsverhoging nog in 1991 substantiële meeropbrengsten zullen zijn. 11 Is er in de opbrengstraming rekening gehouden met een zeker weglek effect doordat een hoger transactietarief tot geringere betalingsbe reidheid zou kunnen leiden? Er zijn vele factoren die van invloed zijn op de omvang van de boete en transactieopbrengsten; deze factoren kunnen zowel een positieve als een negatieve uitwerking hebben. Zo zijn de invoering van COMPAS en de instelling van het CJIB en de daarmee gepaard gaande verbeterde beheersmogelijkheden, erop gericht de betalingsbereidheid te verhogen. Anderzijds mag worden verondersteld dat de betalingsbereidheid negatief zal worden beïnvloed door de voorgestelde tariefsverhoging. Over de effecten van de diverse factoren (afzonderlijk dan wel in totaliteit) is echter nog weinig beleidsinformatie voorhanden. Om deze reden kon in de opbrengstraming geen rekening worden gehouden met het specifieke weglekeffect van de per 1 november in te voeren tariefs verhoging. 12 Inzake «Pluk ze» vroegen de leden om een nadere onderbouwing eh verduidelijking van de extra ingeboekte 12 miljoen. Is het overigens gewenst c.q. de bedoeling dat alle opbrengsten naar de fiscus gaan of wordt nog voorzien in een systeem waardoor de opbrengst (deels) op de Justitiebegroting blijft? Uit hoofde van nog grotere motivatie bij opspo rende en vervolgende instanties zou zo'n systeem wellicht te overwegen zijn, zo meenden de leden. Schematisch laat de opbouw van de «Pluk ze»-opbrengsten zich als volgt weergeven (in afgeronde bedragen): 1992 1993 1994 1995 Stand ontwerp-begroting 1991 8,0 13,0+ 18,0 21.0 Actualisatie 12,0+ 12,0+ 7,0+ 6,0- Stand ontwerp-begroting 1992 20,0 25,0 25,0 15,0 Bij de begroting van 1990 zijn de opbrengsten boeten en transacties vanaf 1992 verhoogd op basis van het wetsvoorstel «Pluk ze». Omdat destijds onvoldoende inzicht bestond in de omvang en de verdeling van de extra opbrengsten over de relevante begrotingshoofdstukken (i.c. Financiën en Justitie), betrof het een tijdelijke voorziening waarbij de verhoging van de opbrengsten (technisch) gelijkgesteld is aan de 8

omvang van de voor het wetsvoorostel geraamde kosten. De huidige geactualiseerde raming inclusief de fiscale opbrengsten berust op de volgende uitgangspunten: - een structurele basisraming van f40 mln. die gebaseerd is op de evaluatie van de resultaten van het Bureau Financiële Ondersteuning Rijnmond; - een extra opbrengst van 50% van het basisniveau als gevolg van doelgerichte acties; hierbij is verondersteld dat deze acties uitsluitend voor 1992 tot en met 1994 extra ontvangsten genereren; - vanaf 1993 een structurele extra opbrengst van 25% op basis van de verruimde wetgeving. Voorts is verondersteld dat deze opbrengsten in een verhouding van 2/3:1/3 neerslaan bij Financiën (fiscale opbrengsten) en bij Justitie (boetenj. Deze verhouding is gebaseerd op een gemiddelde van de reeds geïnde bedragen door BFO-Rijnmond en van de verwachte bedragen ter zake. In schema: 1992 1993 1994 1995 Totale opbrengsten 60,0 75,0 75,0 50,0 waarvan: - Fiscale opbrengsten 40,0 50,0 50,0 35,0 - «Justitie» opbrengsten 20,0 25,0 25,0 15,0 Zoals hierboven is aangeduid komen onderhavige opbrengsten via verschillende wegen bij de overheid terecht. De eerste weg is die via de Belastingdienst die op basis van de gegevens die door de BFO's worden aangeleverd, overgaat tot het opleggen van belastingaanslagen. De daaruit resulterende fiscale opbrengsten worden op de begroting van Financiën verantwoord. De tweede weg is die via opgelegde boeten en maatregelen op grond van artikel 36e Wetboek van Strafrecht. De hieruit voortvloeiende opbrengsten worden op de Justitiebegroting verant woord. Beide categorieën opbrengsten behoren tot de algemene middelen. De voorzitter van de commissie, Swildens-Rozendaal De griffier van de commissie, Coenen