Wat zegt sp.a over de kinderbijslag De kinderbijslag wordt straks een Vlaamse bevoegdheid. We willen een sterk vereenvoudigd systeem van kinderbijslag waarbij elk kind hetzelfde bedrag krijgt, onafhankelijk of zijn ouders nu werknemers, ambtenaren of zelfstandigen zijn. Ieder kind is gelijk en daarom wil sp.a aan elk kind eenzelfde basisbedrag toekennen van 130 euro. Zowel voor het eerste, tweede of vierde kind. Geen enkel kind is nog langer derderangs bij ons. Maar daar houdt het niet op. Kinderen kiezen niet in welke wieg ze liggen. Daarom willen we de sociale toeslagen voor gezinnen met een bescheiden inkomen (tot 2.500 euro) optrekken. Zo helpen we een hele grote groep gezinnen in dit land - denk maar aan alleenstaande ouders en nieuw- samengestelde gezinnen - en versterken we de strijd tegen kinderarmoede. Tot slot willen we de schoolpremie herinvesteren in de maximumfactuur en die zo uitbreiden naar de eerste graad van het secundair onderwijs. Zo gaan we naar een systeem waarin we de kosten van de opvoeding beter opvangen en wint elk gezin. Vandaag verliezen we miljoenen door de complexiteit van het hele totaalsysteem. De sociale toeslagen bijvoorbeeld zijn heel ingewikkeld. Wat wij voorstellen, is een enorme vereenvoudiging ten voordele van de grootste groep gezinnen en vooral voor gezinnen die onze hulp écht nodig hebben. Op dit moment verspillen we immers miljoenen door de complexiteit van de kinderbijslag. 1. Grootste groep gezinnen gaat er op vooruit De regels verander je voor de toekomst. Na onze hervorming gaan alle gezinnen met 1 of 2 kinderen erop vooruit. Nieuwe gezinnen met 3 of meer zullen minder kinderbijslag ontvangen dan vandaag. Tenzij het gaat om alleenstaande ouders met drie kinderen of koppels met drie kinderen (of meer) die recht hebben op een sociale toeslag. Voor bestaande gezinnen met 3 of meer kinderen blijft de kinderbijslag ook in ons nieuwe systeem behouden. Maar vergeet niet, onafhankelijk van inkomen: die grote gezinnen hebben in onze hervorming wel vanaf het begin 130 euro gekregen voor het eerste kind in plaats van de 90 euro van vandaag. Beleid maken, is keuzes maken. Wij kiezen voor een efficiënte en vooral socialere kinderbijslag. De grote gezinnen met 3 kinderen of meer die het niet kunnen betalen, die helpen we wel degelijk vooruit, met een progressieve leeftijdstoeslag.
2. Wat met de leefdtijdstoeslag? Deze blijft behouden, want oudere kinderen brengen meer kosten met zich mee. De bedragen die vandaag gelden, en die we behouden in de hervorming (zie tabel onderaan: kinderbijslag in cijfers ). 3. Waarom nog kinderbijslag voor iedereen? We investeren in élk kind, want elk kind is gelijk en kost evenveel. Het draagvlak om te investeren in kinderen, in onderwijs, kinderopvang en gezinsbeleid mag niet afkalven omdat er alleen zou geïnvesteerd worden in gezinnen met een bescheiden inkomen. Dat essentieel principe in de kinderbijslag moet overeind blijven om de solidariteit tussen alle gezinnen te beklemtonen. 4. Wat met grote gezinnen Voor grote gezinnen met een bescheiden inkomen, verhogen we fors de sociale toeslag omdat zij vaker dan andere gezinnen met armoede geconfronteerd worden. Werkende koppels ontvangen in het huidige systeem geen sociale toeslag, dit passen we nu aan voor koppels met een bescheiden inkomen door de inkomensgrens te verhogen. Van alle gezinnen hebben alleenstaande ouders het hoogste armoederisico. Daarom kiezen we ervoor dat zij er het meest op vooruitgaan. 5. Een eerste kind kost toch meer? Nee, onderzoek van CEBUD (http://www.cebud.be/) wijst uit dat de minimale kost om een kind menswaardig te laten opgroeien in Vlaanderen niet afhankelijk is van het aantal kinderen per gezin. Er is een klein verschil in kosten voor het 2 de en 3 de kind in een gezin, maar die situeren zich voornamelijk op de posten van de vaste uitgaven, zoals woninghuur, aflossing van de lening, Nog eens: voor ons is elk kind gelijk en kost elk kind evenveel. Wij willen dus niet inzetten op meer geld voor het eerste kind en minder voor de volgende kinderen. Met deze hervorming willen we die gezinnen helpen, die hulp het meeste kunnen gebruiken. 6. Schoolpremie herinvesteren in maximumfactuur Wij willen de schoolpremie die jaarlijks betaald wordt (min 22 en max 95 ) in september volledig investeren in het verlagen van de kostprijs van de eerste graad secundair onderwijs. Met de vrijgekomen middelen en door de vereenvoudiging van de kinderbijslag willen we een maximumfactuur in het secundair onderwijs (eerste graad). Zo verlagen we de factuur voor gezinnen met kinderen. Het totale budget van de schoolpremie komt
overeen met het totale budget dat ouders aan schooluitgaven geven in de eerste graad van het secundair onderwijs. Een maximumfactuur tot nu toe enkel voor kleuteronderwijs en basisonderwijs - laat toe dat scholen niet langer kunnen selecteren op de draagkracht van de ouders. Alle kinderen gelijke kansen op uitstekend onderwijs. Onze kinderbijslag in cijfers: 1. Efficiëntie- winst Door de grondige vereenvoudiging op het vlak van uitbetalingscategorieën en de manier waarop uitbetaald wordt (niet langer gebonden aan werkgever) levert dit extra budget op. Door alles op 1 IT- platform te zetten, besparen we 20 miljoen euro. 2. 130 euro per kind We hervormen de kinderbijslag geleidelijk en dus verliest geen enkel bestaand gezin een euro. Nieuwe gezinnen krijgen 130 euro per kind, ongeacht hoeveel kinderen ze hebben. Door het gelijkstellen van elk kind, en dus het niet meer laten meespelen van de rangorde, verkleint de totale som van het basisbedragen met 69 miljoen euro. Hiermee kunnen we het systeem socialer maken door de sociale toeslag te verhogen en uit te breiden naar een grotere groep gezinnen. 3. Sociale bijdrage toeslag Wie financieel minder draagkracht heeft, krijgt een sociale toeslag. Die groep breiden we uit tot een inkomen van 2.500 euro (nu ca. 2300 euro) en ook naar werkenden. Met deze uitbreiding bereiken we maar liefst 70.000 kinderen extra en vooral meer eenoudergezinnen. Deze toeslag gaat bovendien progressief omhoog tot kind 3, namelijk 50 euro, 70 euro en 90 euro. Wanneer dit nieuwe stelsel op kruissnelheid is, besteden we een groter budget dan vandaag aan de sociale toeslag. Dat is te verantwoorden, omdat er een sterke uitbreiding is van het aantal gezinnen dat een sociale toeslag zal ontvangen. Dit budget wordt geraamd op ongeveer 101 miljoen euro. 4. Behoud van leeftijdstoeslagen De bedragen die vandaag gelden, en die we behouden in de hervorming zijn de volgende: Voor oudste en enige kinderen: 15,73 van 6 tot 11 jaar 23,95 van 12 tot 18 jaar
27,60 vanaf 18 jaar Voor kinderen met een sociale toeslag, of voor tweede en volgende kinderen: 31,36 van 6 tot 11 jaar 47,92 van 12 tot 18 jaar 60,93 vanaf 18 jaar 5. Simulaties voor typegezinnen NU ONS VOORSTEL leeftijdstoeslag sociale toeslag basis leeftijdstoeslag sociale toeslag basis Eenoudergezin met 1 kind van 5j bruto loon van 2400 90,28 180 90,28 0 50 130 Koppel met 2 kinderen, 11 en 17j, loon 4500 312,64 315,31 55,31 257,33 55,31 260 Eenouder met 3 kinderen (4,11,16), loon 2450 562,05 679,28 55,31 506,74 79,28 210 390
Koppel met 3 kinderen (4,11,16), loon 4500 562,05 445,31 MAAR VOOR BESTAANDE GEZINNEN BLIJFT STATUS QUO OP 562,05 55,31 506,74 55,31 390 Koppel met 1 kind van 1j, loon 4000 90,28 130 90,28 130 Koppel met 1 kind van 1j, loon 2000 90,28 180 90,28 50 130 koppel 4 kinderen, 4-8- 12-16, loon 2450 859,38 947,2 103,23 756,15 127,2 300 520