inagro Code van goede praktijk bodembescherming advies organische koolstofgehalte en zuurtegraad ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW

Vergelijkbare documenten
CODE VAN GOEDE PRAKTIJK BODEMBESCHERMING

CODE VAN GOEDE PRAKTIJK BODEMBESCHERMING

Code van goede praktijk bodembescherming VERSIE augustus 2014

CODE VAN GOEDE PRAKTIJK BODEMBESCHERMING

Begeleidende nota minimale MTR-advisering

Code van goede praktijk bodembescherming VERSIE februari 2015

De organische stofbalans: Kengetallen

Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België. Meten om te sturen. Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden?

Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans

Studienamiddag Bodemkundige Dienst van België Meten om te sturen. Organische stof in de landbouwbodems: trendbreuk met het verleden?

DEMETERtool in de praktijk. Pilootstudie bij 50 Vlaamse landbouwers

Bijlage A. Stikstofgebruiksnormen behorende bij artikel 28 van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Zand Niet Zand Zand Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand. Niet Zand.

organische stof in de bodem

Bereken voor uw akker- en groentepercelen eenvoudig zelf: de organische koolstofevolutie de stikstof- en fosforbalans

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België

VERGROENING GEWASDIVERSIFICATIE - BIJLAGE /

N-index: wat zeggen de cijfers?

O en ph-kcl In de praktijk kunnen laboratoria 2 verschillende analyses uitvoeren ter bepaling van de bodem-ph: De ph-h 2

Organische stof: daar draait het om! Gouden Grond 26 januari 2018 Wim Stegeman. Saalland Advies 1

VLAAMSE LANDMAATSCHAPPIJ Beheerovereenkomst water: bemestingsnormen en drempelwaarden

2 BEMESTING WINTERTARWE

Veris persmoment. Inhoud. Contactpersonen BDB Inleiding Situering Veris-dienstverlening Optimaal bekalken Intraperceelsadvisering in praktijk

Oordeelkundige stikstofbemesting in de chrysantenteelt

Omzetting gewascode naar teeltgroep

Toestand en evolutie van de bodemvruchtbaarheid in België en noordelijk Frankrijk

Milieukundig en economisch verantwoord fosforgebruik

NITRAATRESIDURAPPORT 2011

Oordeelkundige stikstofbemesting in de begoniateelt

De invloed van de ploegdiepte op het organischestofgehalte in de bodem

Teelthandleiding wettelijke regels

PRAKTIJKGIDS FOSFORBEMESTING

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans

Groenbedekkers en bodemvruchtbaarheid. Bart Debussche Dept. Landbouw en Visserij dienst Voorlichting

ir. L. Delanote, ir. A. Beeckman PCBT vzw Kruishoutem, 16 maart 2011

Organische stof in de bodem

EAG COVERMENGSELS TIJDELIJKE WEIDEMENGSELS

landbouw en natuurlijke omgeving 2011 plantenteelt open teelten CSPE BB minitoets bij opdracht 17

Het belang van bodem voor landbouw Gert Van de Ven An Schellekens Bodem als basis voor ecosysteemdiensten 26 november 2016

OOK VOOR DE BODEM CONDITIESCORE EN EEN BEREKEND

Overzicht van 15 jaar mestanalyse door de Bodemkundige Dienst van België

MAP5 Het oog op een betere waterkwaliteit met respect voor de bodem

Bodemmonster Bodemmonster

Teelthandleiding. 4.8 kalkbemesting

Uitzonderingmaatregel voor toepassen van zaaizaad behandeld met NNI s van suikerbieten, slasoorten, andijvie en wortelen voor 2019

Het Life+ project Demeter. Vlaanderen is open ruimte. Geïntegreerd en duurzaam bodembeheer om milieueffecten te reduceren

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Focusbedrijven en nitraatresidu. Gebieds- én bedrijfsspecifieke

Invloed van ph op de N-mineralisatie Jan Bries, Stijn Moermans. Bodemkundige Dienst van België W. de Croylaan Heverlee

Opties voor duurzaam stikstof- en koolstofbeheer in intensieve teelten

Organische stof, meer waard dan je denkt

Impact van landbouwpraktijken op de oppervlaktewaterkwaliteit: een succesvolle aanpak in het probleemgebied van de Horstgaterbeek in Noord-Limburg

Hieronder volgen schematisch enkele gegevens omtrent gewassen die op de wildakker thuishoren: gewas zaaitijd overige aspecten

Organische stof in bodem opkrikken door inzet bodembedekkers

Organische stof in bodem opkrikken door inzet bodembedekkers

Evenwicht in de volkstuin? april 1, 2014 DLV Plant

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Vanggewas. na maïs. Informatie en productenoverzicht. Lid van :

Een bodem in balans. Een bodem in balans

Effluenten van de biologische mestverwerking

Aan de slag met je bemestingsadvies: C-Slim & BDBrekenmee. Annemie Elsen Jens Bonnast

Groenbedekkers houden grond en mineralen op het perceel en uit de beek

Begeleidingscommissie Bodem Vredepeel. 15 december 2015 Janjo de Haan, Harry Verstegen, Marc Kroonen

Met compost groeit de prei als kool

ZWAVEL (= S) : STEEDS BELANGRIJKER IN DE BEMESTING

Derogatievoorwaarden 2011

Voorjaarstoepassing van drijfmest op kleigrond voor aardappelen

Derogatievoorwaarden 2012

Vanggewas na maïs. Verplichting Aandachtspunten. VAB Maarsbergen, 4 april Bert Knegtering

VOORWAARDEN AANVRAAG DEROGATIE 2019

Veelgestelde vragen bij het nieuwe actieprogramma

25 jaar biologische teelt op zandgrond: waar staan we nu?

FEDERALE OVERHEIDSDIENST VOLKSGEZONDHEID, VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN EN LEEFMILIEU

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Organisch bemesten in de akkerbouw. 6 februari 2019 Beitem

Stikstofbemesting en stikstofbehoefte van granen: hoe op elkaar afstemmen?

Het belang van de bodem-ph en hoe deze te verbeteren

Een bodem in balans. Is de combinatie van organische stofopbouw en beperking van P-verliezen haalbaar? Thijs Vanden Nest

Voorlopige resultaten van de perceelsaangiftes

Koester de Koolstof en verbeter de bodemkwaliteit door toepassing van houtsnippers

Nieuw Kyleo MaxCel Rizolex 500 SC

Bodemkwaliteit op zand

Teeltcodes met aanduiding bouwland

Groenbemesters. Virtueel proefveldbezoek: Nitraatresidu beheersen in de akkerbouw: een permanente uitdaging!

Tabel 1 Stikstofgebruiksnormen

Hoofdbestemming A MOB VLI VER BIO. 856 x x 7 x - - x x - x - x - x S - A P2

VERSLAG BODEMANALYSE TUIN

Bemesting : kg NPK per ha. of stalmest 20 ton/ha. Zaaitijd :... eind maart tot begin oktober.

Zeven decennia bodemvruchtbaarheid voor de praktijk

bladrammenas Facelia Incarnaatklaver onkruid Structuur

Biedt de nieuwe GLB kansen voor voedergewassen? L.Tjoonk Kennisontwikkelaar ruwvoerteelt

Organische stof in de bodem

Effect van organische stof op opbrengst, stikstofuitspoeling en bodemkwaliteit

Randvoorwaarden erosie. Jan Vermang, Martien Swerts Departement LNE Dienst Land en Bodembescherming

1 Aanduiding van focusgebieden en focusbedrijven

Land- en Tuinbouw in de Scheldemond-provincies

Randvoorwaarden Erosie. Martien Swerts Dienst land en Bodembescherming Departement LNE

Trichodorideaaltje: beheersbaar?

Equivalente maatregelen bemesting open teelten Voorstel ingediend door LTO en NAV bij het Ministerie van Economische Zaken

Transcriptie:

inagro ONDERZOEK & ADVIES IN LAND- & TUINBOUW Code van goede praktijk bodembescherming advies gehalte en zuurtegraad

2 Toelichting resultaten MTR_versie 2011

ORGANISCHE KOOLSTOF Organische stof en in de bodem Het uitgangsmateriaal van organische stof in de bodem is vers organisch materiaal zoals oogst- en plantenresten, compost, mest, enz. Dit organisch materiaal wordt in de bodem door micro-organismen afgebroken. Wanneer dit verse organische materiaal door de afbraak onherkenbaar is geworden, spreken we van organische stof in de bodem. Organische stof is een complex mengsel van koolstofhoudende verbindingen en bestaat voor ±58% uit organische koolstof, het belangrijkste bestanddeel van de organische stof. Een aanvoer van organische (kool)stof in de bodem is o.a. van belang voor : _Het verbeteren van de bodemstructuur _Het verhogen van het vochthoudend vermogen _Activeren van het microbieel leven _Inbreng van nutriënten _Verminderen van de uitspoeling van nutriënten Door mineralisatie in de bodem wordt jaarlijks een hoeveelheid in de bodem afgebroken. Om dit gehalte op peil te houden, is een regelmatige toediening van nieuwe noodzakelijk. Opstellen advies gehalte In Vlaanderen werden in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (MTR) limietwaarden voor het gehalte in de bodem opgesteld. De beoordeling van het gehalte aan in de bodem gebeurt in functie van de grondsoort (tabel1). De limietwaarden zijn een absoluut minimum, de optimale waarden liggen zeker hoger. Indien het gemeten percentage in de bodem lager is dan de limietwaarde, moet de landbouwer acties ondernemen om de landbouwgrond in goede landbouw- en milieucondities te brengen. Afbraak van in de bodem Door de verteringsprocessen in de bodem wordt jaarlijks een hoeveelheid afgebroken. Deze hoeveelheid is afhankelijk van diverse factoren zoals de grondsoort, het koolstofgehalte, het aandeel jong organisch materiaal, de weersomstandigheden,. De verwachte jaarlijkse afbraak op perceelsniveau rond de limietwaarde is weergegeven in tabel 1. Toename van in de bodem Om het organischekoolstofgehalte van een akker op peil te houden, is een regelmatige toediening van nieuwe noodzakelijk. Hoeveel een landbouwer moet toedienen, hangt af van het aandeel effectieve van het toegediende verse organische materiaal. Dit is de hoeveelheid aangevoerde die na één jaar nog in de bodem aanwezig is. Van de hoeveelheid in oogstresten, groenbemesters, organische meststoffen en bodemverbeteraars draagt slechts een gedeelte bij tot de opbouw van de organische stof in de bodem. De hoeveelheid effectieve is het product van de totale hoeveelheid aangevoerde en een humificatiecoëfficiënt. De humificatiecoëfficiënt geeft de verhouding weer van het gehalte aan effectieve op het gehalte aan totale organische koolstof van vers organisch materiaal (plantenresten, mest, compost, ) Toelichting resultaten MTR_versie 2011 3

MTR-advies gehalte Om het organischekoolstofgehalte op peil te houden moet de aanvoer van effectieve even groot zijn als de natuurlijke afbraak. Bij een te laag gehalte aan moet de aanvoer aan effectieve gedurende meerdere jaren de afbraak ruim overschrijden. Tabel 1 geeft de, in het kader van de MTR verplichte, minimaal jaarlijks toe te dienen hoeveelheid effectieve ( die 1 jaar na toediening van het verse organische materiaal nog in de bodem aanwezig is). Wanneer het gehalte onder de limietwaarde ligt, moet het eerste jaar minstens de minimale dosis worden toegediend. Na twee jaar moet minstens twee keer de minimale dosis en na drie jaar minstens drie keer deze dosis zijn toegediend. Tabel 1: Vlaamse limietwaarden voor het gehalte in de bodem, jaarlijkse afbraak van in de bodem voor bodems rond de limietwaarde, en vereiste minimale jaarlijkse aanbreng van effectieve in de 0-23 bodemlaag (Code van Goede Praktijk Bodembescherming-2009) Type bodem Limietwaarde organische koolstof (%C) Jaarlijkse afbraak (kg C/ha) Minimale jaarlijkse aanbreng effectieve (kg C/ha) Zand 1 900 1050 Zandleem 0,9 700 850 Leem 0,9 750 900 Klei 1,2 900 1050 De landbouwer kan gebruik makend van onderstaande tabellen de invulling van dit advies zelf bepalen. Tabel 2 en 3 geven een lijst van gewassen en mestsoorten met hun respectievelijke aanvoer van totale en effectieve,gesorteerd volgens afnemende aanvoer van effectieve. Voor de oogstresten en groenbemesters is uitgegaan van een goed ontwikkeld gewas. Tabel 2 : lijst van gewassen met hun respectievelijke aanvoer van totale per ha, humificatiecoëfficient en aanvoer van effectieve per ha, gesorteerd volgens afnemende aanvoer van effectieve gewas aanvoer totale (kg / ha) gemiddelde humificatiecoëfficiënt aanvoer effectieve (kg C / ha) haver met stro ingewerkt 3910 0.31 1210 triticale met stro ingewerkt 3910 0.31 1210 spelt met stro ingewerkt 3860 0.31 1200 rogge met stro ingewerkt 3810 0.31 1180 wintergerst met stro ingewerkt 3910 0.30 1170 wintertarwe met stro ingewerkt 3750 0.31 1160 zomertarwe met stro ingewerkt 3750 0.31 1160 zomergerst met stro ingewerkt 3550 0.30 1070 korrelmaïs 3200 0.31 990 luzerne 2160 0.34 730 wintergerst met stro afgevoerd 2240 0.31 690 haver met stro afgevoerd 2240 0.31 690 triticale met stro afgevoerd 2240 0.31 690 spelt met stro afgevoerd 2190 0.31 680 4 Toelichting resultaten MTR_versie 2011

gewas aanvoer totale (kg / ha) gemiddelde humificatiecoëfficiënt aanvoer effectieve (kg C / ha) rogge met stro afgevoerd 2140 0.31 660 zomertarwe met stro afgevoerd 2080 0.31 640 wintertarwe met stro afgevoerd 2080 0.31 640 asperge 1 jaar 2090 0.30 630 groenbedekker italiaans raaigras 2030 0.30 610 spruitkolen 1960 0.30 590 zomergerst met stro afgevoerd 1880 0.31 580 klaver, rode klaver 1860 0.30 560 groenbedekker engels raaigras 1850 0.30 560 voederbieten met blad en kop ingewerkt 2300 0.24 550 erwten, droog geoogst 2200 0.24 530 Koolzaad, winterkoolzaad 1950 0.27 530 stro 1670 0.31 520 suikerbieten met blad en kop ingewerkt 2300 0.22 510 rode kolen 2000 0.25 500 tijdelijk grasland 1780 0.26 460 graszaad 1830 0.25 460 savooikolen 1800 0.25 450 witte kolen 1720 0.25 430 maïs, snijmaïs 1250 0.34 430 cichorei 1400 0.30 420 bladrammenas 1360 0.30 410 gele mosterd 1360 0.30 410 klaver,witte klaver 1360 0.30 410 aardappelen 1760 0.23 400 koolzaad,zomerkoolzaad 1550 0.25 390 broccoli 1480 0.25 370 gras na maïs 1120 0.30 340 phacelia 1120 0.30 340 wikken 1100 0.30 330 bloemkolen 1270 0.25 320 wortelen 1210 0.25 300 knolselder 1390 0.20 280 witloofwortels 1100 0.25 280 bruine bonen 1160 0.23 270 stamslabonen 1040 0.23 240 raapkolen 920 0.25 230 veldbonen 910 0.24 220 prei 660 0.20 130 kropsla 470 0.20 90 bieten volledig afgevoerd (suiker-, voeder) 320 0.29 90 vlas, vezelvlas 140 0.33 50 vlas, zaad 130 0.35 50 Toelichting resultaten MTR_versie 2011 5

Tabel 3 : lijst van mestsoorten met hun respectievelijke aanvoer van totale per hectare, humificatiecoëfficiënt, aanvoer van effectieve per ha, stikstofaanvoer per ha en fosforaanvoer per hectare gesorteerd volgens afnemende aanvoer van effectieve per ton vers materiaal mestsoort aanvoer totale organische koolstof (kg C/ton vers materiaal) gemiddelde humificatiecoëfficiënt aanvoer effectieve organische koolstof (kg C/ton vers materiaal) aanvoer stikstof (kg N /ton) aanvoer fosfor (kgp 2 O 5 /ton) leghennenmest (droog) 296 0.50 148 29.5 25.5 slachtkuikenmest 290 0.50 145 35.4 17.5 GFT-compost 154 0.86 132 12.0 6.6 champost 133 0.91 121 6.8 3.9 groencompost 116 0.95 110 7.0 2.8 konijnenmest 122 0.50 61 11.6 8.3 champignonmest 116 0.50 58 8.0 4.8 varkensstalmest 113 0.50 57 11.1 7.5 paardenmest 104 0.50 52 5.0 3.0 runderstalmest 93 0.50 46 8.3 2.9 kippendrijfmest 49 0.40 20 10.8 6.9 runderdrijfmest 38 0.40 15 5.1 1.4 vleesvarkensdrijfmest 31 0.40 12 8.1 3.9 zeugendrijfmest 25 0.40 10 4.6 3.8 kalverdrijfmest 5 0.40 2 2.7 1.4 Bij het berekenen van de aanvoer van effectieve organische stof dient de landbouwer er rekening mee te houden dat bij het gebruik van organische meststoffen en bodemverbeteraars de nutriëntenaanvoer in rekening moet worden gebracht en dat de bepalingen van het Mestdecreet moeten worden gerespecteerd. Compost heeft ook een positief effect op de zuurtegraad van de bodem en moet mee in rekening worden gebracht. Organische stof balans Om het gehalte op peil te houden dient de aanvoer van effectieve organische stof de natuurlijke afbraak te compenseren. Bij een te laag gehalte dient de aanvoer aan effectieve organische stof gedurende meerdere jaren de afbraak ruim te overschrijden. Een voorbeeld hieronder maakt dit duidelijk. Verlies : In tabel 1 vindt U terug dat in een kleigrond, met een gehalte van 1,2% er reeds 900 kg effectieve per jaar en per ha afgebroken wordt. Dit betekent over een periode van 3 jaar dat er 3150 kg effectieve moet toegevoegd worden om dit verlies te compenseren (nl. 1050 x 3). Aanvoer van : Bij een rotatie van aardappel, suikerbiet en wintertarwe brengen de oogstresten opnieuw organische koolstof bij uit de oogstresten. Uit tabel 2 kan je berekenen dat deze aanvoer 1550 kg effectieve /ha over die 3 jaar is (namelijk 400 na aardappel + 510 na suikerbiet + 640 na wintertarwe). Dit verlies kan gecompenseerd worden door aanvoer van stalmest, inzaai van groenbemester indien mogelijk, 6 Toelichting resultaten MTR_versie 2011

ZUURTEGRAAD De optimale zuurtegraad De streefzone voor de zuurtegraad van akkerland hangt af van de grondsoort : _Streefzone zand: 5,0 5,5 _Streefzone zandleem: 5,5 6,0 _Streefzone leem: 6,0 6,5 _Streefzone klei: 7,0 7,5 Opstellen advies zuurtegraad Een optimaal bekalkingsadvies houdt rekening met : _de gemeten ph-waarde, _de grondsoort, _het koolstofgehalte van de bouwlaag _de teelt(rotatie). Aangezien in de praktijk niet jaarlijks wordt bekalkt, wordt bij de bekalkingsadvisering gewerkt met een herstelbekalking en een onderhoudsbekalking. De herstelbekalking heeft tot doel de ph-waarde naar een hoger niveau te brengen, terwijl de onderhoudsbekalking erop gericht is om over een langere periode de ph op eenzelfde niveau te behouden. De onderhoudsbekalking compenseert dus de jaarlijkse verzuring. De hoeveelheid kalkmeststof die je moet strooien om de ph een stuk omhoog te krijgen, is niet voor alle grondsoorten gelijk. Naargelang de grond zwaarder is, wordt de hoeveelheid kalk, nodig om eenzelfde ph-stijging te verwezenlijken, groter. Daarenboven hangt de hoeveelheid kalk dan nog eens af van het humusgehalte. Hoe hoger het humusgehalte, des te meer kalk nodig is. Grondsoort Zbw/ha om ph met 1 eenheid te verhogen Zand 1500 2500 Zandleem 2000 3000 Leem 2000 3000 Klei 3000-4000 Onderhoudsbekalking Deze praktijk zou iedere landbouwer, in eigen belang, moeten toepassen. De onderhoudsbekalking is bedoeld om de ph van de grond optimaal te houden, en ze herstelt de grond van afnames. Gemiddeld genomen bedragen de verliezen per jaar 400 tot 700 kg zbw per hectare. Herstelbekalking Verplicht minimaal op te volgen advies Naar verplicht minimaal op te volgen advies richt de code zich op een gedeelte van de herstelbekalking. Dit is hetgeen op korte termijn zeker moet gebeuren, wil men de bodemvruchtbaarheid in stand houden en de landbouwgrond in goede landbouw- en milieuconditie houden. In bepaalde situaties wordt bij een lagere ph toch geen onmiddellijke bekalking geadviseerd. Bijvoorbeeld indien de gewassen reeds op het veld staan, een gewas zich optimaal ontwikkelt bij een lagere bodem ph of wanneer bekalking nadelige effecten heeft op het gewas. Toelichting resultaten MTR_versie 2011 7

In tabel 4 is het minimaal bekalkingsadvies weergegeven dat moet worden uitgevoerd wanneer de zuurtegraad onder de limietwaarde ligt. Tabel 4 : Minimaal bekalkingsadvies bij onderschrijden van de limietwaarde type bodem Limietwaarde ph-kcl minimale dosis (zbw/ha) zand 4,5 1000 zandleem 5,5 1250 leem 6,0 1500 klei 6,5 2000 1 zuurbindende waarde (zbw) = 1 Neutraliserende waarde = 1 Basenequivalent = 1 kg CaO De zuurbindende waarde is het aantal ml 0.357 M HCl dat door 1 gram kalkmeststof wordt geneutraliseerd. Voor het advies wordt onderscheid gemaakt tussen categorieën van teelten (tabel 5) Tabel 5 :Indeling van het bekalkingsadvies per teeltgroep Teeltgroep Teeltbenaming categorie 1 alle teelten, met uitzondering van teelten vermeld in categorie 2 en 3 categorie 2 winterrogge zomerrogge wintertarwe zomertarwe wintertriticale zomertriticale korrelmaïs deeg- of voedermaïs raaigras in rotatie met akkerbouw teelt van graszaad : Engels raaigras teelt van graszaad : Italiaans raaigras aardbeien categorie 3 aardappelen witloofwortelen vezelvlas Bij teelten van categorie 1 dient binnen het eerste jaar een minimale bekalking conform tabel 4, te worden uitgevoerd. Bij teelten van categorie 2 (tarwe, maïs) dient het eerste jaar minimaal de helft van de bekalking conform tabel 4 te worden uitgevoerd; het tweede jaar dient de restfractie te worden toegevoegd. Bij teelten van categorie 3 (aardappelen, vlas, witloof) dient binnen de twee jaar een minimale bekalking conform tabel 4 te worden uitgevoerd. Bij teelten van categorie 2 en 3 mag de landbouwer echter zelf de keuze maken om toch tijdens het eerste jaar de (volledige) dosis toe te dienen. Bij gebruik van een aantal producten (bv. compost, pluimveemest,.) voor de aanvoer van effectieve organische stof kan ook het effect op de zuurtegraad van de bodem in rekening worden gebracht. In tabel 6 zijn als voorbeeld gemiddelde zuurbindende waarden weergegeven voor compost. Tabel 6 : Gemiddelde zuurbindende waarde voor compost GFT-compost 340 GFT-compost na vergisting 250 groencompost 200 Zbw/10 ton 8 Toelichting resultaten MTR_versie 2011

Hieronder wordt nog de omrekentabel weergegeven bij het gebruik van kalkmeststoffen. Omrekentabel voor kalkmeststoffen Inhoud kalk (%) Gewenste kalkgift in kg zbw/ha 500 1000 1500 2000 2500 3000 20 2500 5000 7500 10000 12500 15000 30 1650 3350 5000 6650 8350 10000 35 1450 2850 4300 5700 7150 8550 40 1250 2500 3750 5000 6250 7500 45 1100 2200 3350 4450 5550 6650 50 1000 2000 3000 4000 5000 6000 55 900 1800 2750 3560 4550 5450 60 850 1650 2500 3350 4150 5000 80 600 1250 1850 2500 3100 3750 Inagro vzw Ieperseweg 87 8800 Rumbeke-Beitem T 051 27 32 00 _ F 051 24 00 20 E info@inagro.be _ www.inagro.be Provincie West-Vlaanderen. Ondernemen het zit in ons. Toelichting resultaten MTR_versie 2011 9