RAPPORT VAN BEVINDINGEN KWALITEITSONDERZOEK De Brêge School voor praktijkonderwijs Plaats : Leeuwarden BRIN-nummer : 20DL13 Arrangementsnummer : Onderzoek uitgevoerd op : 9 november 2012 Conceptrapport verzonden op : 13 november 2012 (HB 3459499) Rapport vastgesteld te Zwolle op : 21 december 2012 (HB 3481160) Reproductie van het rapport zonder toestemming van de inspectie of de school/instelling vindt niet plaats anders dan in zijn volledige vorm.
1. INLEIDING De Inspectie van het Onderwijs heeft op 9 november 2012 een onderzoek uitgevoerd op de school voor praktijkonderwijs De Brêge van OSG Piter Jelles, om een oordeel te kunnen uitspreken over de opbrengsten en de kwaliteitszorg van deze school. Aanleiding De aanleiding voor dit onderzoek is het volgende. De inspectie heeft voor praktijkschool De Brêge een risicoanalyse uitgevoerd. Uit deze analyse kwam naar voren dat de school, op basis van het vorige onderzoek op 17 november 2010, een basisarrangement heeft gekregen. Tijdens dit bezoek zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Daarmee valt de school in de reguliere planning voor praktijkscholen, waarbij in beginsel elke twee ar een verificatie-onderzoek wordt uitgevoerd. Op basis van bovenstaande gegevens heeft de inspectie besloten op De Brêge een beperkt verificatieonderzoek uit te voeren. Onderzoeksopzet De inspectie heeft drie opbrengstindicatoren onderzocht en vijf indicatoren met betrekking tot de kwaliteitszorg: Opbrengstindicatoren 1.1 De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag worden verwacht 1.5 De leerlingen in het praktijkonderwijs ontwikkelen zich volgens een individuele leerroute 1.7 De leerlingen van het praktijkonderwijs functioneren naar verwachting in de vervolgopleiding of het werkveld Kwaliteitszorgindicatoren 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie 9.2 De school evalueert arlijks de resultaten van haar leerlingen 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces Het onderzoek bestond uit een analyse en bespreking van de volgende documenten die de school tijdens het schoolbezoek heeft overhandigd. Dossiers van leerlingen die bij voorkeur - de gehele duur van de opleiding op de school zitten. Deze dossiers zijn onderzocht op de aanwezigheid van een indicatiestelling en individueel ontwikkelingsplan (IOP). Van alle leerlingen die tijdens of aan het eind van schoolar 2009 2010 en 2010-2011 zijn uitgestroomd is het functioneren nagegaan in werkveld/vervolgopleiding na + 1 ar. Evaluaties, verbeterplan(nen) en andere documenten met betrekking tot de kwaliteitszorg. Aan het eind van het onderzoek heeft de inspectie de bevindingen van het onderzoek besproken met de directie. Toezichtkader De inspectie heeft zich bij haar onderzoek gebaseerd op het Toezichtkader VO 2011. Deze documenten zijn te vinden op www.onderwijsinspectie.nl. Opbouw rapport In hoofdstuk 2 zijn de bevindingen uit het onderzoek naar de onderwijskwaliteit en de wettelijke voorschriften weergegeven. Dit wordt gevolgd door een paragraaf waarin het oordeel van de inspectie wordt toegelicht en waar mogelijk de schoolontwikkeling in samenhang wordt beschreven. Hoofdstuk 3 geeft het toezichtarrangement weer. H2839406/7 Pagina 2 van 6
2. BEVINDINGEN 2.1 Kwaliteits- en nalevingsprofiel In onderstaande tabel vermeldt de inspectie welke indicatoren in dit onderzoek zijn betrokken en tot welke bevindingen het onderzoek heeft geleid. De nummering in de tabellen verwijst naar het volledige waarderingskader voortgezet onderwijs. De bevindingen zijn weergegeven in de vorm van een score. De score geeft aan in welke mate de betreffende indicator gerealiseerd is. Legenda: 1. slecht 2. onvoldoende 3. voldoende 4. goed 5. niet te beoordelen (alleen bij opbrengsten) De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingpopulatie mag worden verwacht 1 2 3 4 5 1.1 De leerlingen behalen het opleidingsniveau dat mag worden verwacht. 1.5 De leerlingen in het praktijkonderwijs ontwikkelen zich volgens een individuele leerroute. 1.7 De leerlingen van het praktijkonderwijs functioneren naar verwachting in de vervolgopleiding of het werkveld. De school zorgt systematisch voor behoud of verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs 1 2 3 4 9.1 De school heeft inzicht in de onderwijsbehoefte van haar leerlingenpopulatie 9.2 De school evalueert arlijks de resultaten van de leerlingen. 9.3 De school evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 9.4 De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 9.5 De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. WET- EN REGELGEVING N.1 Door of namens het bestuur is de vastgestelde schoolgids naar de inspectie gestuurd en deze schoolgids bevat de verplichte onderdelen (WVO art.24a en 24c). N.2 Door of namens het bestuur is het vastgestelde schoolplan naar de inspectie gestuurd en dit schoolplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art.24 en 24c). N.3 Door of namens het bestuur is het vastgestelde zorgplan naar de inspectie gestuurd en dit zorgplan bevat de verplichte onderdelen (WVO art.10h). N.5 De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten (WVO art. 10, lid 2; 10b, lid 2; 10d, lid 2;10f, lid3a; 11c, lid 1b; 12, lid 5). /nee H2839406/7 Pagina 3 van 6
2.2 Beoordeling Algemeen beeld De inspectie beoordeelt de kwaliteit van de opbrengsten en de kwaliteitszorg op praktijkschool De Brêge als voldoende. Ook voldoet de school aan de wettelijke eisen. Hieronder wordt dit oordeel toegelicht. Opbrengsten De opbrengsten van praktijkschool De Brêge zijn op alle drie de indicatoren als voldoende beoordeeld. Uit de uitstroommonitor voor de cohorten 2009-2010 en 2010-2011 blijkt dat de school er in slaagt om meer dan 90 procent van de leerlingen te plaatsen op een arbeidsplaats of vervolgopleiding. Opvallend is het relatief hoge percentage leerlingen dat uitstroomt naar het vmbo of roc. Dit komt met name door de zogenaamde schakelklas waarin leerlingen met meer capaciteiten worden voorbereid op een overstap naar het vmbo. De schoolleiding geeft aan dat de situatie op de arbeidsmarkt momenteel minder gunstig is voor de leerlingen van de praktijkschool; het is niet meer vanzelfsprekend dat leerlingen een baan krijgen na bijvoorbeeld een stageperiode. De school neemt zelf diverse initiatieven, samen met andere partijen in de regio, om mogelijkheden voor werkplekken te scheppen. De school houdt gedurende ten minste twee ar na uitstroom de bestendigheid van de plaatsingen bij. De informatie hierover was twee ar geleden nog niet helemaal in orde, nu is voor meerdere ren helder in kaart gebracht waar de oud-leerlingen werken of een opleiding volgen. De school voldoet hiermee aan de norm van de inspectie ten aanzien van de bestendigheid. Ook is inzichtelijk gemaakt wat de verwachte uitstroom was voor de uitgestroomde leerlingen, toen ze in het tweede of derde leerar zaten. Dit biedt zicht op de individuele leerroute van de leerlingen. De school concludeert dat vrijwel alle leerlingen ten minste uitstromen op het verwachtte uitstroomniveau, maar vaak ook op een hoger niveau. Dit roept de vraag op of de ingeschatte uitstroomprofielen in alle gevallen ambitieus genoeg zijn. Het team evalueert deze uitstroomgegevens zelf ook nauwgezet en stelt zichzelf ook dergelijke kritische vragen. De leerlingen volgen een individuele leerroute op praktijkschool De Brêge. In het tweede of derde leerar wordt een uitstroomprofiel vastgelegd in het individueel ontwikkelingsplan (IOP). Het IOP wordt opgesteld samen met de leerling en in overleg met de ouders. Uit de onderzochte dossiers en verantwoording van de school blijkt dat de meeste leerroutes bestendig zijn en dus niet wijzigen gedurende de schoolperiode van de leerlingen. Twee ar geleden werd opgemerkt dat de doelen van praktijkonderwijs ten aanzien van zelfstandig wonen, vrije tijd en burgerschapsvorming meer expliciet benoemd zouden kunnen worden in het IOP. Hier heeft de school nu meer invulling aan gegeven. De inspectie vraagt nog aandacht voor het opnemen van de didactische doelen in het IOP. Met name in de onderbouw is in een aantal dossiers wel aandacht voor leerprestaties en wordt ook, in termen van activiteiten, aangegeven waaraan gewerkt wordt. Deze onderwerpen zouden echter meer meetbaar en concreet kunnen worden weergegeven in termen van doelen die daadwerkelijk geëvalueerd kunnen worden. Kwaliteitszorg De zorg voor kwaliteit op De Brêge wordt door de inspectie als voldoende beoordeeld. De school heeft zicht op de eigen kwaliteit van het proces, door enquêtes af te nemen bij ouders, leerlingen, stage-bedrijven en personeel. Ook worden arlijks lesbezoeken uitgevoerd door de schoolleider. De informatie uit deze lesbezoeken kan sterker worden ingezet. Op dit moment is niet expliciet gemaakt wat de sterke of zwakkere punten zijn van het pedagogisch-didactisch handelen op schoolniveau, noch wat eventuele aandachtspunten zijn. In verbeterplannen van de school worden kwesties met betrekking tot het pedagogisch-didactisch handelen niet benoemd. Het is goed om als team meer kritisch bezig te zijn met het primaire proces in termen van evalueren en verbeteren. De evaluatie van de opbrengsten is voldoende systematisch. Ook is duidelijk dat de gegevens goed worden geanalyseerd in het team en leiden tot aanpassingen in het aanbod voor leerlingen. De school volgt haar leerlingen nauwgezet, ook door middel van toetsen, en heeft voldoende inzicht in H2839406/7 Pagina 4 van 6
de kenmerken van haar populatie. Met name de toenemende stapeling van (thuis)problematiek voor leerlingen is voor het team een punt van zorg en aandacht. Praktijkschool De Brêge werkt planmatig aan verbeteringen, aan de hand van onder andere het schoolarplan. Regelmatig evalueert het team de activiteitenplannen en worden doelen bijgesteld. Al met al is de zorg voor kwaliteit systematisch van aard. Het team is stabiel van samenstelling en de school werkt gericht aan de verbetering en borging van haar onderwijs. H2839406/7 Pagina 5 van 6
3. TOEZICHTARRANGEMENT De kwaliteit van het onderwijs vertoont geen tekortkomingen in de opbrengsten en de kwaliteitszorg en is daarom als voldoende beoordeeld. Om deze reden kent de Inspectie van het Onderwijs aan praktijkschool De Brêge van OSG Piter Jelles een basisarrangement toe. De school valt in het reguliere toezicht voor praktijkscholen. H2839406/7 Pagina 6 van 6