Bijzondere jeugdbijstand

Vergelijkbare documenten
Pleegzorg : financiële inspecties 2015

Expertisecentra kraamzorg

Centra voor geestelijke gezondheidszorg Financiële inspectieronde

jaarlijkse groei 15% 12% 10% 10% jaarlijkse groei 20% 15% 12% 12% jaarlijkse groei 20% 15% Percentage van de omzet 45% 45% 45% 45% 45%

Een meerwaarde voor u en uw klanten! Financiële analyse. Dossier De brouwerij. Studie gerealiseerd op basis van de gegevens van de klant

Leeswijzer Op de website van Zorginspectie > Inspecties > Financiële inspecties vindt u een leeswijzer met meer duiding over de verschillende rubrieke

VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/ , ,40. Nr. BE Oprichtingskosten

Koning Albert II-laan 35 bus Brussel T F

Deel 2: Financiële jaarrekening

ACTIVA. VOL-vzw 2.1 BALANS NA WINSTVERDELING VASTE ACTIVA 20/ , ,87

JAARREKENING IN EURO

Voorwaarde voor het berekenen van de ratio De noemer moet positief zijn 70/74 > 0 70/74 > 0

Koning Albert II-laan 35 bus Brussel T F

LRM BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/

Lijninvest BALANS NA WINSTVERDELING. Nr. BE VOL 2.1 ACTIVA VASTE ACTIVA 20/

Participatiemaatschappij Vlaanderen

onderneming : Algemene informatie Naam onderneming Ondernemingsvorm (maak een keuze uit de lijst) Minimum geplaatst kapitaal 18.

De omzet moet ingevuld zijn (verplichte vermelding) 70 > 0

JAARREKENING. Toel / / / / ,67 Aandelen /8

JAARREKENING IN EURO

BALANS NA WINSTVERDELING ACTIVA VASTE ACTIVA... 20/ , ,71 VLOTTENDE ACTIVA... 29/ ,

Inhoud WOORD VOORAF INLEIDING... 3

Verkorte Jaarrekening (Nederlands)

1. BALANS NA WINSTVERDELING. Codes 20/28 22/ /58 40/41 50/53 54/58

BALANS EN RESULTATENREKENING (VOLLEDIG SCHEMA)

Inhoud WOORD VOORAF INLEIDING... 3

Interne jaarrekening - Beknopt verslag (Vennootschap)

Vlaams Centrum voor Agro- en Visserijmarketing

BE (in euros)

Nota aan departement Interne Organisatie - dienst Griffie

Hoofdstuk II Verticale en Horizontale analyse

Toename van de winst met meer dan 10% Verhoging van dividend

BALANS NA WINSTVERDELING

8. ONZE FINANCIËLE MIDDELEN

BALANS NA WINSTVERDELING

BROUWERIJ LIEFMANS NV Juridische status : Faillissement. Juridische vorm : NV. Wontergemstraat, DENTERGEM

Nota aan departement Interne Organisatie - dienst Griffie

Sterke groei van de Resilux kern business : stijging van de volumes met 9% zorgt voor toename Ebitda met 12%

Omzet in jaar 5 Jaaromzet , , , , ,00 Variabele kosten , , , , ,00

Verkorte Jaarrekening (Nederlands)

Hoofdstuk 17 Financiële verslaggeving

JAARREKENING IN EURO

JAARREKENING IN EURO

Inhoud DEEL 1 ALGEMENE INLEIDING BOEKHOUDING EN RAPPORTERING... 1 HOOFDSTUK 1 HISTORISCHE EVOLUTIE EVOLUTIE VAN DE BEGRIPPEN...

Omzet 148,6 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde 37,2 miljoen (+10%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) 20,2 miljoen (+12%)

Omzet 293,7 miljoen (+1%) Toegevoegde waarde (*1) 74,5 miljoen (+3%) Bruto bedrijfskasstroom (EBITDA) (*1) 40,2 miljoen (+4%)

BALANS NA WINSTVERDELING

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

Groesman International B.V.

JAARREKENING IN EURO

Stichting 070Watt Pletterijkade SG Den Haag. KvK-nummer: RAPPORT INZAKE DE JAARSTUKKEN 2015

Kenmerkende gegevens DE 1. Ondernemingsdossier BE Brussel, 31 mei Balanscentrale. Ondernemingsnummer

Interne jaarrekening - Uitgebreid verslag (Vennootschap)

Nota. Jaarrekening 2014 Balans en resultatenrekening per 31/12/2014

1 Codes I Boekjaar I Vorig boekjaar I

DOSSIER N BUDGET/FEDCOM/2015/02 - Annexe 2.4. Balanscentrale. Ondernemingsdossier

Jaarrekening dec december 2016 Benchmarkperiode 31 dec december om 15:55 uur

Jaarverslag. Wij staan graag tot uw dienst! Duurzaam ondernemen met hoofd en hart

Bovendien vindt u via de ingebouwde linken rechtstreeks het gezochte resultaat.

JAARREKENING Jaarrekening 2014

JAARREKENING IN EURO

Financiële analyse vzw

Stijging toegevoegde waarde in lijn met stijging volumes van 11% Stijging ebitda met meer dan 15% Stijging Resultaat na belasting met meer dan 40%

LIQUIDITEIT. + kasinkomsten (=omzet + afname handelsdebiteuren/ - toename handelsdebiteuren) - totale kasstroom van operaties : 360

Opsteldatum: 30 januari 2014 Periode: 1 januari 2012 t/m 31 december Telefoonnummer:

VERSLAG OVER DE FINANCIËLE TOESTAND VAN HET HOGER ONDERWIJS IN DEEL 3 sector associaties

Boekhouding verenigingen 28 februari Sylvia Thienpont

FINANCIËLE ANALYSE VAN DE JAARREKENING TOEGEPAST

JAARREKENING IN EURO

Circulaire NBB_2013_XX - Bijlage 1

Groesman International B.V.

Voor het bedrijf. Climasoft nv. Vertegenwoordigd door Dirk Maartens. Financiële planningen. van januari 2010 tot december 2012

Hoeveelheid info in de jaarrekening is wel afhankelijk van de grootte van de onderneming à maximum 1 criterium mag overschreden worden

JAARREKENING IN EURO

Deel 4: CM in cijfers

JAARREKENING IN EURO

Openbaar Psychiatrisch Zorgcentrum Geel (OPZ Geel)

PERSBERICHT - AANKONDIGING JAARRESULTATEN Gereglementeerde informatie. Embargo tot 17 maart 2015, 17h40. The innovative packaging company

Vaste activa Materiële vaste activa

Opsteldatum: 26 oktober 2012 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december Telefoonnummer: adres: wilco.kraaij@unit4.

JAARLIJKS FINANCIEEL VERSLAG 2013 FLUXYS BELGIUM

Sterke stijging Ebitda en netto resultaat Verhoging dividend

Bedrijf: 2 - LIONS CLUBS D112A HB Pagina 1 van 5 Interne jaarrekening - Beknopt verslag (Vereniging)

Opsteldatum: 23 mei 2011 Periode: 1 januari 2009 t/m 31 december Telefoonnummer: adres: wilco.kraaij@unit4.

Interne jaarrekening - Uitgebreid verslag (Vereniging)

Voorwoord Geconsolideerde balans na resultaatsverwerking Activa Passiva Geconsolideerde resultatenrekening...

Gerealiseerde investeringen en acquisities zorgen voor een groei van de toegevoegde waarde (+14.3%), de ebitda (+13.9%) en de netto-winst (+17.

JAARREKENING IN EURO (2 decimalen)

Deel 4: CM in cijfers

EMBARGO TOT MAANDAG 27 JUNI u. *******************************************

JAARREKENING IN EURO

Jaarresultaten Hogere winst exclusief joint venture Airolux met lagere Ebitda

Turnhout. Financiële analyse. Erik Corluy, Lennie Oorts, Yannick Stoffelen

JAARREKENINGEN 2012 VAN INSTELLINGEN VOOR FUNDEREND ONDERWIJS. FINANCIEEL BEELD PER SECTOR Versie 1.0 definitief

ACTIEF. Scmactn.doc [22]

Vlaamse Maatschappij voor Sociaal Wonen (VMSW)

JAARREKENING IN EURO

Eerbied voor het hout en respect voor de mens

JAARREKENING IN EURO

RAPPORT Opgesteld door: Financieel adviesburo Hofman Noordzee DB Maassluis

Transcriptie:

Bijzondere jeugdbijstand Financiële analyse 2009-2011 21 januari 2013 adres Koning Albert II-laan 35 bus 31 1030 Brussel telefoon 02 553 34 34 fax 02 553 34 35 mail contact@zorginspectie.be web www.zorginspectie.be

Managementsamenvatting... 3 1 Situering... 4 2 Beheersinstanties... 4 2.1 Jaarrekeningen... 4 2.2 Statistische uitsluiting... 5 3 Financiële analyse... 6 3.1 Balans... 6 3.2 Resultatenrekening... 7 3.3 Ratio s... 8 3.3.1 Liquiditeit... 8 3.3.2 Solvabiliteit... 8 3.3.3 Cashflow... 9 3.3.4 Andere ratio s... 9 4 Conclusies... 10 2

Managementsamenvatting In de nota van 5 april 2012 over de vaststellingen bij de financiële inspectieronde 2007-2012 in de voorzieningen bijzondere jeugdbijstand, geven we aan een financiële analyse van de jaarrekeningen uit te voeren over boekjaar 2011, zodat beheersinstanties de kans zouden krijgen de nodige rechtzettingen te doen. In de lopende inspectieronde wordt voorrang gegeven aan beheersinstanties waarbij eerder significante onregelmatigheden in de jaarrekening werden vastgesteld. Daaruit blijkt dat de meeste beheersinstanties de nodige rechtzettingen hebben uitgevoerd, waardoor de verhouding representatieve versus niet-representatieve jaarrekeningen aanzienlijk verbeterd is. Deze financiële analyse heeft betrekking op 114 van de 141 beheersinstanties van voorzieningen bijzondere jeugdbijstand. Voor een aantal beheersinstanties zijn geen jaarrekeningen beschikbaar bij de Nationale Bank van België, een aantal andere beheersinstanties werden omwille van de omvang van hun activiteiten en dus hun buitenproportionele invloed op de gemiddelde waarden niet weerhouden. Hierdoor daalt de spreiding tussen de individuele beheersinstanties en kan de analyse gebeuren op de gemiddelde waarde. Voor individuele financiële analyses verwijzen we naar onze inspectieverslagen. Financiële analyse van de jaarrekeningen De bezittingen op de balans van de gemiddelde beheersinstantie bestaan voornamelijk uit materiële vaste activa en financiële middelen. In de periode 2009 2011 stellen we een groei met 18% vast die ongeveer evenredig verdeeld is over deze 2 rubrieken (activa + 19%, financiële middelen + 17%). De financiering van deze investering in materiële vaste activa vinden we terug op de passiefzijde in een stijging van de kapitaalsubsidies met 59% enerzijds - waaronder bijvoorbeeld VIPA-subsidies en een stijging van de schulden anderzijds. De schulden op meer dan één jaar stijgen met 20% en de schulden op ten hoogste één jaar met 11%. De gerealiseerde overschotten (eigen vermogen exclusief kapitaalsubsidies) tenslotte stegen in de periode 2009-2011 gemiddeld met 17%. Op de resultatenrekening zien we een proportionele stijging van de personeelskosten en de brutomarge (bedrijfsopbrengsten verminderd met de kosten van producten, diensten en diverse goederen) met ongeveer 11% gemiddeld. Het gemiddeld bedrijfsresultaat was steeds positief en nagenoeg stabiel in de periode 2009-2011. De ratioanalyse geeft een sterke en licht stijgende liquiditeit, solvabiliteit cashflow weer, de andere ratio s zijn eveneens sterk en blijven stabiel in de geanalyseerde periode. 3

1 Situering In de nota van 5 april 2012 Bijzondere jeugdbijstand Eerste financiële inspectieronde periode 2007-2012 wordt in de conclusies verwezen naar een toekomstige nota: Een diepgaande financiële analyse van de sector wordt uitgesteld tot de jaarrekeningen van het boekjaar 2011 beschikbaar zijn. Op die manier krijgt de sector de tijd om de nodige rechtzettingen uit te voeren, waardoor alle jaarrekeningen (in theorie) als behoorlijk uitgangspunt zullen kunnen aangenomen worden. Uit de resultaten van de eerste volledige financiële inspectieronde bij de beheersinstanties van voorzieningen bijzondere jeugdbijstand blijkt dat 2 op 3 beheersinstanties een representatieve jaarrekening 1 voorleggen aan de Vlaamse overheid, die gebruikt kan worden bij de verdere dossierbehandeling. Echter, bij 1 op 3 beheersinstanties werden significante onregelmatigheden in de jaarrekening vastgesteld. (zie nota van 5 april 2012) In juni 2012 startte de tweede inspectieronde. De beheersinstanties waarvoor tijdens de eerste inspectieronde met de nodige omzichtigheid (41) en niet kan gebruikt worden (8) besloten werd, worden hierbij eerst geïnspecteerd; waarbij er ook rekening gehouden wordt met het tijdsverloop tussen de eerste en tweede inspectie. Tot op heden werden 14 beheersinstanties een tweede maal geïnspecteerd. Uit dit beperkt aantal opvolgingsinspecties blijkt dat de verhouding representatieve versus niet-representatieve jaarrekeningen verbeterd is. Hoewel op individueel niveau de inspectievaststellingen over significante onregelmatigheden het inspectiebesluit beïnvloeden, is de invloed ervan op de totaliteit van de sector niet van die aard om deze jaarrekeningen uit te sluiten voor verdere financiële analyse. Hierbij wordt ook aangestipt dat Zorginspectie niet dezelfde of evenwaardige controlewerkzaamheden uitvoert als een bedrijfsrevisor. De commissaris oordeelt over het getrouw beeld van de jaarrekening. De financieel inspecteur van Zorginspectie oordeelt of de subsidiërende entiteit op basis van de jaarrekening de subsidies correct kan berekenen en voldoende inzicht kan hebben waaraan deze subsidies besteed werden. De financieel inspecteur beoordeelt tevens of de beheersinstantie financieel gezond is met het oog op continuïteit van de dienstverlening. 2 Beheersinstanties 2.1 Jaarrekeningen Deze financiële analyse zal enkel betrekking hebben op de beheersinstanties van de sector bijzondere jeugdbijstand, waarvan er voor de 3 boekjaren 2009, 2010 én 2011 een NBB-jaarrekening beschikbaar is. In het Gemeenschappelijk Klantenbestand zijn er 141 beheersinstanties geregistreerd voor de sector bijzondere jeugdbijstand. Via de jaarrekeninggegevensbank van de Nationale Bank van België werden er voor 114 beheersinstanties de 3 opeenvolgende boekjaren 2009-2011 gevonden (of 342 jaarrekeningen). De 27 andere beheersinstanties werden niet opgenomen in deze nota om volgende redenen: Voor 12 beheersinstanties zijn er geen 3 opeenvolgende boekjaren bv. omdat de beheersinstantie opgericht werd tijdens deze periode naar aanleiding van een fusie. Gezien hun grootte of rechtsvorm (3 OCMW s) dienden 15 beheersinstanties voor deze periode geen enkele jaarrekening in bij de NBB. 1 Een representatieve jaarrekening is een jaarrekening waarvoor geen of geen significante onregelmatigheden werden vastgesteld. 4

2.2 Statistische uitsluiting De 342 jaarrekeningen van de 114 beheersinstanties werden verder geanalyseerd. Deze beheersinstanties kunnen, naast de gesubsidieerde activiteiten in de sector bijzondere jeugdbijstand, ook andere - al dan niet gesubsidieerde - activiteiten hebben die hun jaarrekening sterk beïnvloeden. Uit de statistische analyse van het 95%- en 80%-betrouwbaarheidsinterval voor het gemiddelde blijkt dat 4 beheersinstanties de gemiddelden significant beïnvloeden. Deze grote beheersinstanties hebben allen nog diverse andere activiteiten en veroorzaken hierdoor een grote spreiding. 3 van deze 4 beheerinstanties overtreffen ruim de bovengrens van het 95%-interval. 1 benadert de bovengrens van het 80%-interval dicht. Indien deze 4 beheersinstanties niet opgenomen worden in de statistische analyse, is er geen grote spreiding meer bij het gemiddelde, de mediaan en het 95%- en 80%-betrouwbaarheidsinterval voor het gemiddelde. Tevens geven alle statistische waarden dan eenzelfde evolutie. Daarom worden deze 4 beheersinstanties in deze nota niet verder geanalyseerd. De nota analyseert dus de gemiddelden (in keur) van de jaarrekeningen van 110 beheersinstanties. 5

3 Financiële analyse Na de analyse van de grote rubrieken en belangrijke evoluties van de balans en resultatenrekening volgt een ratio-analyse. De nota analyseert de gemiddelden (in keur) van de jaarrekeningen van 110 beheersinstanties. 3.1 Balans In onderstaande tabel wordt per balansrubriek en per jaar de gemiddelde waarde in keur en het procentuele aandeel ervan ten opzichte van het balanstotaal weergegeven. 2 in keur codes 2011 2010 2009 VASTE ACTIVA 20/28 734 41% 667 41% 617 40% Oprichtingskosten 20 0 0% 0 0% 0 0% Immateriële vaste activa 21 1 0% 1 0% 1 0% Materiële vaste activa 22/27 731 41% 662 41% 612 40% Financiële vaste activa 28 2 0% 4 0% 4 0% VLOTTENDE ACTIVA 29/58 1.071 59% 957 59% 909 60% Vorderingen op meer dan 1 jaar 29 28 2% 14 1% 14 1% Voorraden en bestellingen in uitvoering 3 1 0% 1 0% 1 0% Vorderingen op ten hoogste 1 jaar 40/41 179 10% 142 9% 158 10% Geldbeleggingen 50/53 377 21% 364 22% 310 20% Liquide middelen 54/58 473 26% 424 26% 414 27% Overlopende rekeningen 490/1 13 1% 13 1% 12 1% TOTAAL ACTIVA 20/58 1.806 100% 1.624 100% 1.526 100% in keur codes 2011 2010 2009 EIGEN VERMOGEN 10/15 1.148 64% 1.010 62% 936 61% Fondsen van vereniging 10 276 15% 276 17% 270 18% Herwaarderingsmeerwaarden 12 32 2% 32 2% 33 2% Bestemde fondsen 13 207 11% 172 11% 152 10% Overgedragen resulaat 14 421 23% 376 23% 349 23% Kapitaalsubsidies 15 213 12% 154 9% 134 9% VOORZIENINGEN 16 38 2% 40 2% 39 3% SCHULDEN 17/49 619 34% 574 35% 551 36% Schulden op meer dan 1 jaar 17 137 8% 124 8% 114 7% Schulden op ten hoogste 1 jaar 42/48 457 25% 418 26% 412 27% Overlopende rekeningen 492/3 25 1% 32 2% 24 2% TOTAAL PASSIVA 10/49 1.806 100% 1.624 100% 1.526 100% Grote rubrieken en belangrijke evoluties: Balanstotaal Op basis van het gemiddelde steeg het balanstotaal tijdens de periode 2009-2011 18% ten opzichte van 2009: +6% in 2010 en +12% in 2011. In waarde steeg het balanstotaal gemiddeld per beheersinstantie 280 keur. Activa De liquide middelen en geldbeleggingen worden in deze nota samengevoegd en als 1 geheel financiële middelen besproken. De financiële middelen bedroegen elk jaar ongeveer 47% van het balanstotaal en stegen tijdens deze periode gemiddeld per beheersinstantie 126 keur. In 2011 waren de financiële middelen 17% hoger dan in 2009: +9% in 2010 en +8% in 2011. 2 Verschillen zijn te wijten aan afrondingsverschillen. 6

De materiële vaste activa maakten elk jaar ongeveer 40% van het balanstotaal uit en stegen tijdens deze periode 119 keur. In 2011 waren er 19% meer materiële vaste activa in vergelijking met 2009: +8% in 2010 en +11% in 2011. De vorderingen op ten hoogste 1 jaar bedroegen elk jaar ongeveer 10% van het balanstotaal. In 2011 waren er 21 keur meer vorderingen op ten hoogste 1 jaar. Over de periode 2009-2011 namen deze vorderingen 13% toe: -10% in 2010 en +23% in 2011. Passiva Het eigen vermogen verminderd met de kapitaalsubsidies wordt in deze nota omschreven als gerealiseerde overschotten. De gerealiseerde overschotten maakten elk jaar ongeveer 52% van het balanstotaal uit en steeg van 2009 tot 2011 133 keur. In 2011 waren de gerealiseerde overschotten 17% hoger dan in 2009: +7% in 2010 en +10% in 2011. De verhouding van de kapitaalsubsidies in het totale vermogen nam toe: 9% in 2009 en 2010 naar 12% in 2011. De kapitaalsubsidies waren 79 keur hoger in 2011 dan in 2009 of + 59%: +15% in 2010 en 44% in 2011. Deze stijging houdt verband met de investering in materiële vaste activa. Elk jaar was ongeveer 8% van het vermogen schulden op meer dan 1 jaar. Deze schulden namen 20% toe in deze periode (9% in 2010 en 11% in 2011) of 23 keur. Ook deze stijging houdt hoogstwaarschijnlijk verband met de financiering van de investeringen in materiële vaste activa. De schulden op ten hoogste 1 jaar maakten telkens ongeveer 26% van het vermogen uit en stegen tijdens deze periode 45 keur. In 2011 waren er 11% meer kortlopende schulden dan in 2009: +1% in 2010 en +10% in 2011. 3.2 Resultatenrekening In onderstaande tabel wordt per rubriek van de resultatenrekening en per jaar de gemiddelde waarde in keur en het procentuele aandeel ervan ten opzichte van de brutomarge weergegeven. 3 in keur codes 2011 2010 2009 Brutomarge 9900 2.226 100% 2.096 100% 1.999 100% Bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen 62 2.087 94% 1.960 93% 1.865 93% Afschrijvingen en waardeverm. OK, IVA en MVA 630 58 3% 56 3% 50 2% Waardeverm. voorraden, BIO en HV 631/4 1 0% 0 0% 0 0% Voorzieningen voor risico's en kosten 635/8 4 0% 3 0% -1 0% Andere bedrijfskosten 640/8 22 1% 20 1% 27 1% Bedrijfsresultaat 9901 54 2% 57 3% 57 3% Financiële opbrengsten 75 11 0% 11 1% 13 1% Financiële kosten 65 6 0% 6 0% 5 0% Resultaat gewone bedrijfsuitoefening 9902 58 3% 63 3% 65 3% Uitzonderlijke opbrengsten 76 32 1% 13 1% 17 1% Uitzonderlijke kosten 66 18 1% 21 1% 21 1% Resultaat van het boekjaar 9904 72 3% 55 3% 62 3% Grote rubrieken en belangrijke evoluties: De brutomarge 4 steeg 227 keur of 11% (+5% in 2010 en +6% in 2011). De bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen namen evenredig met de brutomarge 12% toe (+5% in 2010 en +7% in 2011) of 222 keur tijdens de totale periode. Ze bedroegen telkens ongeveer 94% van de brutomarge. 3 Verschillen zijn te wijten aan afrondingsverschillen. 4 Enkel jaarrekeningen volgens het verkort schema bevatten deze rubriek. Om een vergelijkingsbasis te hebben, werd voor de jaarrekeningen volgens het volledige schema de brutomarge zelf berekend. De brutomarge is het verschil tussen de bedrijfsopbrengsten en de kosten van de producten, diensten en diverse goederen. 7

Het bedrijfsresultaat was steeds positief en nagenoeg stabiel, en dit zowel in waarde (ongeveer 55 keur) als in percentage (ongeveer 3% ten opzichte van de brutomarge). Het resultaat van het boekjaar was elk jaar positief. De winst nam over de 3 jaren heen 10 keur of 16% toe. In 2010 daalde de totale winst 7 keur of 11%, in 2011 steeg deze winst echter 17 keur of 27% in vergelijking met 2009. De verhouding tot de brutomarge was stabiel (3%). 3.3 Ratio s 3.3.1 Liquiditeit 2011 2010 2009 Netto bedrijfskapitaal (in keur) 561 493 459 Current ratio 2,16 2,10 2,05 Het netto bedrijfskapitaal is een maat voor de financiering van de vaste activa. Een negatief netto bedrijfskapitaal duidt op een tekort aan langlopende financieringsmiddelen. De current ratio vergelijkt de beperkte vlottende activa met het vreemd vermogen op korte termijn. Algemeen wordt aangenomen dat een current ratio kleiner dan 1 duidt op liquiditeitsproblemen. Er is financieel evenwicht op korte termijn want de beschikbare en gemakkelijk realiseerbare activa zijn groter dan het vreemd vermogen op korte termijn. Er is een liquiditeitsbuffer, een veiligheidsmarge, indien de beheersinstantie deze activa niet tijdig of moeilijk zou kunnen realiseren. Hoe groter de veiligheidsmarge is, hoe sterker de liquiditeitspositie is. De liquiditeit is zeer goed en vertoont een licht stijgende trend. 3.3.2 Solvabiliteit 2011 2010 2009 Algemene graad van financiële onafhankelijkheid (%) 64 % 62 % 61 % De graad van financiële onafhankelijkheid vergelijkt het eigen vermogen met het totale vermogen en is een indicator voor het financiële risico van de beheersinstantie. Algemeen wordt aangenomen dat een algemene graad van financiële onafhankelijkheid van minimum 30 % als voldoende onafhankelijkheid van de schuldeisers geldt. Het eigen vermogen is groter dan 30% van het totale vermogen m.a.w. het vreemd vermogen is kleiner dan 70% van de bezittingen. Hoe groter deze ratio is, hoe minder de beheersinstantie afhankelijk is van door derden verstrekte middelen. De algemene graad van financiële onafhankelijkheid is zeer goed en vertoont een licht stijgende trend. Dit betekent dat het eigen vermogen iets meer toenam dan de schulden aan derden. 8

3.3.3 Cashflow 2011 2010 2009 Vereenvoudigde cashflow (in keur) 135 114 111 Cashflow - Schulden >1 jaar die binnen jaar vervallen (in keur) 112 102 96 De vereenvoudigde cashflow geeft een indicatie van de middelen die er gegenereerd worden en bijgevolg ter beschikking komen om te investeren en/of om schulden af te betalen. Algemeen wordt aangenomen dat de vereenvoudigde cashflow minstens gelijk dient te zijn aan de schulden op meer dan één jaar die binnen het jaar vervallen. De vereenvoudigde cashflow is elk jaar positief. Er werden er middelen uit de werking gecreëerd. Deze middelen volstaan ruimschoots om de lange termijnschulden die binnen het jaar vervallen te financieren. 3.3.4 Andere ratio s 2011 2010 2009 Brutomarge Personeelskosten (in keur) 139 136 134 De ratio Brutomarge Personeelskosten geeft aan in welke mate de personeelskosten betaald kunnen worden vanuit de brutomarge. Indien groter dan 0 is, kunnen de personeelskosten betaald worden door de brutomarge. De brutomarge verminderd met de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen is positief en nagenoeg stabiel over de beschouwde periode. 2011 2010 2009 Schulden m.b.t. belastingen, bezoldig. & soc. lasten t.o.v. Bezoldigingen, sociale lasten & pensioenen (in %) 15 14 14 De schulden met betrekking tot de belastingen, bezoldigingen en sociale lasten (45-groep) ten opzichte van de bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen (62-groep) geeft de verhouding tussen de openstaande personeelsschulden en de totale personeelskosten. Hoe hoger deze ratio is, hoe slechter. Echter een te lage ratio kan er ook op wijzen dat er bijvoorbeeld geen voorziening voor vakantiegeld werd aangelegd en/of dat de openstaande schulden ten aanzien van de RSZ en bedrijfsvoorheffing onder een andere rubriek werden opgenomen. De verhouding tussen de schulden m.b.t. belastingen, bezoldigingen en sociale lasten en de kosten voor bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen blijft over de periode 2009 2011 stabiel, ongeveer 14%. 9

2011 2010 2009 Geldbeleggingen + Liquide middelen (in keur) 850 788 724 Eigen vermogen Kapitaalsubsidies (in keur) 935 856 802 Financiële middelen versus Gerealiseerde overschotten (in %) 91 92 90 De ratio Geldbeleggingen + Liquide middelen is de som van alle bank- en zichtrekeningen, kasbons, beleggingsfondsen (al dan niet met kapitaalgarantie), kassen en andere (quasi-)cash waarden. Dit wordt is deze nota omschreven als Financiële middelen. De ratio Eigen vermogen Kapitaalsubsidies is de som van de fondsen van de vereniging, herwaarderingsmeerwaarden, bestemde fondsen en overgedragen resultaat. Kortom dit omvat het beginvermogen bij de start vermeerderd (verminderd) met de overschotten (tekorten) van alle volgende boekjaren. Dit wordt in deze nota omschreven als Gerealiseerde overschotten. De ratio Financiële middelen versus Gerealiseerde overschotten is de verhouding tussen de som van de geldbeleggingen en van de liquide middelen en tussen het eigen vermogen verminderd met de kapitaalsubsidies. Het eigen vermogen exclusief kapitaalsubsidies (+133 keur) steeg in gelijke mate als de financiële middelen (+ 126 keur). Hierdoor is de verhouding financiële middelen ten opzichte van gerealiseerde overschotten stabiel, ongeveer 91%. 4 Conclusies Omdat 4 beheersinstanties, naast de gesubsidieerde activiteiten in de sector bijzondere jeugdbijstand, ook andere activiteiten hebben die de gemiddelden significant beïnvloeden, worden deze 4 beheersinstanties in deze nota niet verder geanalyseerd. Hierdoor is er geen grote spreiding meer bij de statistische waarden en geven deze een zelfde evolutie. In deze nota worden de gemiddelden (in keur) van de jaarrekeningen 2009-2011 van 110 beheersinstanties (78% van de sector) geanalyseerd. Tijdens deze periode steeg het balanstotaal de bezittingen en het vermogen dus met 18%, waarbij de sterkste stijging in 2011 was. Bijna de helft van de bezittingen bestaan uit liquide middelen en geldbeleggingen. De materiële vaste activa maakten ongeveer 40% van de bezittingen uit. De investeringen in deze activa waren de grootste reden voor de toename van de bezittingen, en slechts in mindere mate de vorderingen op ten hoogste 1 jaar. De voornaamste financieringsmiddelen zijn het eigen vermogen exclusief kapitaalsubsidies (52%) en schulden op korte termijn (26%). Vooral de gerealiseerde overschotten en de kapitaalsubsidies namen toe, in mindere mate nemen ook de lang- en kortlopende schulden toe. Deze stijging houdt hoogstwaarschijnlijk verband met de financiering van de investeringen in materiële vaste activa. De brutomarge en de personeelskosten namen beide met ongeveer 12% toe. De verhoudingen van de bedrijfswinst en de totale winst waren stabiel (3% ten opzichte van de brutomarge). De bedrijfswinst was nagenoeg stabiel. De totale winst nam over de 3 jaren heen 16% toe, met een lichte daling in 2010. De liquiditeit, de solvabiliteit en rentabiliteit zijn zeer goed en licht stijgend. Het eigen vermogen exclusief kapitaalsubsidies steeg in gelijke mate als de financiële middelen. Hierdoor is de verhouding financiële middelen ten opzichte van gerealiseerde overschotten stabiel, ongeveer 91%. 10