Aan de slag met de lokale samenwerkingsovereenkomst GBO van start tot finish

Vergelijkbare documenten
Dirk Meulemans Stafmedewerker Management en Organisatie. de positie van projectverantwoordelijke in een gemiddeld bestuur Hoe zou ik dat nu aanpakken?

Wettelijke basis voor het samenwerkingsverband GBO

Handleiding projectdossier Ouderen in Actie

Een projectvoorstel schrijven

Een projectvoorstel schrijven

Het Geïntegreerd Breed Onthaal. Een beschrijvend en evaluerend onderzoek

WERKGROEP GEZONDHEID REGIONAAL ZORGSTRATEGISCH PLAN

A. WEGWIJZER 1. Inhoudstafel 1 2. Woord vooraf 5

Actieplan LOP Gent Basisonderwijs

Vertrek van je eigen brede kijk op jeugd en jeugdbeleid

Seminarie ondernemingsplan. 13 november Getuigenis vanuit het departement Economie, Wetenschap en Innovatie

Manual: handleiding opstarten Skills Lab

Zorgzame dorpen: een antwoord op de uitdagingen in je dorp

A. WEGWIJZER 1. Inhoudstafel 1 2. Woord vooraf 5

Verslag debat provinciale toetsingsavond Gent woensdag 28 september 2016

Hoe versterken eerstelijnszones en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar

Kwaliteitszorg binnen het lokaal mobiliteitsbeleid: evalueren en leren

Hoe kunnen de Huizen van het Kind en het samenwerkingsverband Geïntegreerd Breed Onthaal elkaar versterken?

Hieronder vindt u de lijst met evaluatiecriteria voor de kandidaatsdossier voor de projecten geïntegreerde zorg

ACTIEFICHES. Een goed begrip van je huidige (probleem)situatie laat toe om gerichter te innoveren.

Advies. Brussel, 30 augustus 2018

Evalueren van projecten met externen Kennisdocument Onderzoek & Statistiek

Intervisie Thema: betrekken scholen & leerkrachten

FUNCTIEFAMILIE 5.3 Projectmanagement

laboratoria mobiele alternatieven

HET LOKAAL OVERLEG KINDEROPVANG

Kwaliteitsplanning 2014

Inhoud. 1. Het wat en hoe van een beleidsplan 2. De voorbereidingen voor het schrijven van een beleidsplan 3. Het opstellen van een beleidsplan

Aanloop naar de. gemeenteraadsverkiezingen 2018

GBO Procesbegeleiding INLEIDING De ijsberg smelt! Startmoment GBO Ontmoeting partners pilootprojecten Opstart lerend netwerk bovenlokaal

/23/ Dienstverlening mensgericht ontwerpen met Service Design (Design Vlaanderen)

Kwaco of wacko? Muriel De Ryck

Meetlat Projectplanning, monitoring & evaluatie

KLANTENTEVREDENHEIDSONDERZOEK FACULTATIEVE OPDRACHT PRIORITEITENBELEID. Resultaten

FUNCTIEFAMILIE 5.1 Lager kader

Strategische visie monitoring en verantwoording sociaal domein

Veranderforum 13 december 18 EERSTELIJNSZONE RITS (REGIO IZEGEM TIELT SAMEN)

DE VERKENNINGSFASE & DE FUNDAMENTEN VAN EEN JEUGDBELEIDSPLAN DE OPMAAK VAN EEN WERKPLANNING OF EERST EEN STUURGROEP

X.X Algemeen kader zelfevaluatie. Goedgekeurd door: Stuurgroep Kwaliteit

Hoe de opmaak van een ondernemingsplan aanpakken. Evelien Kippers en Maxime Loose Agentschap Overheidspersoneel

OMGEVINGSCONVENANT. Handreiking. Juli In opdracht van BrabantAdvies opgesteld door: Esma Mekrani, student Juridische Hogeschool Avans-Fontys

Lokale besturen en eerstelijnszones: een belangrijk engagement. VVSG Infosessie voor lokale besturen november 2018

Zonder partners lukt het niet

Methoden van het Wetenschappelijk Onderzoek: Deel II Vertaling pagina 83 97

Lokaal Sociaal Beleid en Geïntegreerd Breed Onthaal

Ontwikkel missie, visie, doelstellingen, waarden en normen

Vlaamse beleidsprioriteit inzake het realiseren van de functies van het geïntegreerd breed onthaal: Meerjarenplanning

Social Action Research Plan

Checklist afsprakenkader en actieplan Brede School in Brussel

Bijscholing Een beleidsplan voor je sportclub. Voorkom een stuurloos schip!

Gebiedsgerichte Werking

Mededeling Vlaamse Regering. Vlaams statistisch programma: samenstelling en goedkeuringsproces

Opstellen van een beleidsplan

Sleutel 3. Hoe meer je weet, hoe minder je weet

Draaiboek. Opstellen van een beleidsplan

Werkvorm groepsgesprek professionals

Vlaanderen. is samenwerking COMPLEXE PROJECTEN. Een nieuwe procesaanpak.

Decreet van 19 maart 2004 betreffende het lokaal sociaal beleid (met uitvoeringsbesluit) HOOFDSTUK I - Algemene bepalingen en definities

Actieplan Duurzame Inzetbaarheid

Er zijn (grote) belangen van burgers gemoeid met het onderwerp: neen stop ja ga door. Er is voldoende beïnvloedingsruimte voor inbreng van betrokkenen

KWALITEITSNETWERKEN: leren van elkaar. Een methode om de kwaliteit van forensische zorg te verhogen.

Resultaatgerichtheid van de adviseur. Michiel van Geloven en Melle de Vries

WORKSHOP ONDERZOEKSMETHODEN

Een geïntegreerd vrijetijdsbeleid: Focus op participatie van mensen in armoede CULTUURFORUM, 23 APRIL 2014

Tussenstand kwalitatieve monitoring m.b.v. narratieven in Hilversum

BELEIDSEFFECTMETING - HANDLEIDING VOOR STATENCOMMISSIES

Voorbeeld monitoring en evaluatie gemeente Soest

Geïntegreerd breed onthaal Gent

Situering Vlaams Patiëntenplatform vzw (VPP) - onafhankelijk platform - Bijna 100 patiëntenverenigingen - Ervaringsdeskundigen

DE WERKING VAN ONZE RAAD VAN BESTUUR: EEN GEDEELDE DIAGNOSE

NAAR EEN VITALE SAMENWERKING tussen KINDEROPVANG en LOKAAL BESTUUR

Kwaliteitshandboek 5. Zelfevaluatie 5.1. Opstellen, uitvoeren en evalueren van het jaarlijks beleidsplan. Goedgekeurd: Filip Slosse Paraaf:

Complexe Projecten. Decreet: Toepassingsgebied (25 april 2014)

Draaiboek voor het uitwerken van activiteiten 1

Hoe kan u strategie implementeren en tot leven brengen in uw organisatie?

Fase 1. Analyse van onderwijs In kaart brengen behoeftes. Kennis over de praktijk

Nazorg infosessies eerstelijnszones

Coachingstraject Participatie. Mechelen, 20 juni 2017

Wat is het doel van een convenant?

Festival van het Leren een aanleiding om samen te gaan werken

laboratoria mobiele alternatieven

COACHING VERKEERSVEILIGHEID VOOR GEMEENTEN VOOR EEN KWALITATIEF LOKAAL VERKEERSVEILIGHEIDSBELEID

Kijkkader Journeys Buurtgerichte netwerken voor kinderen en gezinnen

MANAGEMENTBEOORDELING: VAN ANDERS DENKEN NAAR ANDERS DOEN!

Samenvatting: Help, onze strategie komt niet aan!?

Domein 7 Management en organisatie

Spoor 3: Bevestigen-actualiseren van het gemeentelijk mobiliteitsplan

TOETSTIP 9 SEPTEMBER 2005

Insights Zorg. Uw partner in ehealthimplementatie

Foto: halfpoint. 123rf.com. methodisch werken

Impact. MBO/VE voorlichting Mariola Gremmen.

CAW Antwerpen

Domein 7 Management en organisatie

Welzijn & Zorgstructuren. 6 december 2010, Juanita van der Hoek Uden

A3 Formuleren van SMART doelen voor projecten

DE VLAAMSE MINISTER VAN CULTUUR, JEUGD, SPORT, BRUSSELSE AANGELEGENHEDEN EN ONTWIKKELINGSSAMENWERKING,

Over de vooravond van een nieuwe legislatuur GENT

Rol: Maatschappelijk assistent

Rol: clustermanager Inwoners

Brussel, 8 juli _SERV-advies projecten VSDO. Advies. Projecten Vlaamse strategie duurzame ontwikkeling

Transcriptie:

Aan de slag met de lokale samenwerkingsovereenkomst GBO van start tot finish Een lokale samenwerkingsovereenkomst is in wezen een eindpunt in een onderhandelingsproces om het samenwerkingsverband GBO vorm te geven, geen vertrekpunt. De contracterende partijen zijn minstens de kernpartners GBO, maar bij voorkeur ook de basisactoren en een deel van het achterliggend aanbod. De overeenkomst is evolutief en komt beter op een iteratieve manier tot stand. De overeenkomst kan lokaal worden afgesloten, maar ook bovenlokale overeenkomsten zijn mogelijk. Dat kan bijvoorbeeld ook op de geografische afbakening van de eerstelijnszone (ELZ). In dit document geven we suggesties over hoe zo n proces vorm kan krijgen. Het kan handvaten bieden om de lokale gesprekken te starten. 1. Projectplan opmaken 1.1 De stakeholders rond de tafel De tendens is groot om met een kleine groep personen een lange discussie te houden over wat er allemaal in een samenwerkingsovereenkomst moet terecht komen. Dat is interessant, maar het is vaak zinvoller om rond de tafel te zitten met mensen met verschillende expertises, achtergronden en domeinen waarrond men werkt. We doen ook een warm pleidooi om verschillende types medewerkers van een organisatie rond de tafel te zetten: veldwerkers, mensen met beleidservaring, financiële ervaring De hamvraag is wie een bijdrage kan leveren aan de totstandkoming van de hulp- en dienstverlening die je met het samenwerkingsverband wil bieden. De strategische doelstellingen van het samenwerkingsverband GBO liggen wettelijk vast: - Realiseren van een toegankelijke hulp- en dienstverlening; - Onderbescherming tegen gaan. De vraag is dus wie kan bijdragen en je dus nodig hebt om deze strategische doelstellingen te realiseren. Vast staat dat dit minstens moet gebeuren in een samenwerking tussen de CAW s, de diensten maatschappelijk werk en de OCMW s. Zij moeten dus minstens deel uitmaken van de groep mensen die rond de tafel komt. Maar daarnaast vraagt de Vlaamse overheid ook de afstemming met lokale basis- of faciliterende actoren (o.a. samenlevingsopbouw, armoedeverenigingen, huisartsen, thuiszorgdiensten ) én met het meer gespecialiseerde begeleidingsaanbod. Het is in die zin interessant om na te denken over wie je rond de tafel wenst. Dat kan zowel gaan over een persoon die je rond de tafel wil als vertegenwoordiger van de organisatie, maar evengoed kan je mensen uitnodigen omwille van bepaalde skills. Door een stakeholdersanalyse toe te passen, kan je het netwerk in kaart brengen en een keuze maken over wie je rond de tafel wenst in welke fase. Instrument: stakeholdersanalyse 1.2 Procedures vastleggen

De procedure omvat de structuur waarbinnen gewerkt wordt, maar ook de werkafspraken en de timing vallen hieronder. Het gaat dus om de vraag waar welke beslissingen moeten worden genomen. Deze procedure gaat dan zowel over de: - Structuur: stuurgroep, werkgroep, formele beslissingsmomenten - Taken, bevoegdheden, verhouding tussen de verschillende groepen - Planning / timing - Communicatiestromen Het is ook niet steeds nodig om een nieuwe structuur op te richten. Soms kan je gebruik maken van een bestaande structuur of overleg. Let dan wel op dat je de doelstellingen van het GBO daar ook echt kan realiseren. 1.3 Aandacht voor het proces Het proces bevat de sociale en relationele aspecten van de samenwerking. Het gaat dus over persoonlijke, intermenselijke, sociale en relationele aspecten van de samenwerking. Belangrijke vragen zijn: hoe kunnen we eventuele weerstand, spanningen en conflicten oplossen. Hoe zorgen we voor draagvlak, motivatie en inzet? Hoe kunnen we zorgen voor voldoende terugkoppeling binnen de moederorganisaties van de partners die in dit netwerk rond de tafel zitten? Instrument: 4P-schema 2. Op zoek naar gedeelde inzichten Om in een netwerk tot gezamenlijke doelstellingen te komen is het van belang een gezamenlijke probleemdefinitie te hebben. Dit krijgt vorm op basis van gedeelde inzichten. Gedeelde inzichten kan je op verschillende manieren bereiken. We formuleren twee manieren om dat te doen. 2.1 Omgevingsanalyse Het doel van een omgevingsanalyse is antwoord geven op de vraag hoe je organisatie kan inspelen op de veranderde omgeving. Kwalitatieve bronnen De DESTEP-methodiek dient om externe ontwikkelingen te structureren - Demografisch - Economisch - Sociaal - Technologisch - Ecologisch - Politiek-bestuurlijk De methode is exploratief en hoeft niet per sé tot consensus te leiden. Je beschrijft waar je in het verleden van uitging en wat huidige ontwikkelingen zijn, die je in een later stadium kan gebruiken als de opties worden ontwikkeld. Deze methode geeft dus mee een antwoord op de vraag hoe een of meerdere organisaties kunnen inspelen op hun omgeving. Kies hier wel bewust voor een analyse in functie van de doelstellingen die een samenwerkingsverband GBO wil realiseren.

Kwantitatieve bronnen Kwantitatieve bronnen worden hier gebundeld. 2.2 Inzichten van en over de gebruiker Het is interessant om ideeën te delen tussen professionals over wat goede hulp- en dienstverlening is. Dergelijke uitwisseling is gebaseerd op de professionaliteit van medewerkers. Het wordt pas echt interessant als de inzichten van de gebruikers van de dienstverlening worden meegenomen. Er zijn verschillende manieren om dat te doen. We beschrijven er hier twee. Interviews met gebruikers Gesprekken met gebruikers van de hulp- en dienstverlening over hoe ze die hulp- en dienstverlening hebben ervaren, zijn vaak zeer verhelderend. Het bevragen van de gebruikerservaring is van groot belang om nieuwe inzichten op te doen. Die nieuwe inzichten zorgen voor een andere kijk op de eigen organisatie en kan de weg tonen naar nieuwe vormen van hulp- en dienstverlening. In een overleg kunnen de opgedane inzichten worden gevisualiseerd. Enkele tips voor een goed interview: - Zorg ervoor dat de interviewer iemand anders is dan de persoon die de dienst verstrekte. De interviewer kan gerust uit dezelfde organisatie komen; - Zorg ervoor dat een eventuele machtsrelatie tussen de geïnterviewde en interviewer niet meer aan de orde is; - Neem als interviewer een open houding aan. Je wil weten hoe de gebruiker de dienst ervoer. De neiging zal bestaan je dienst te verdedigen. Doe dat zeker niet; - Gebruik geen jargon! Vaak sluipt dat al binnen bij de opmaak van de vragenlijst; - Maak samen met het netwerk een korte vragenlijst op, waarbij de beleving van de gebruiker centraal staat; - Stel vragen over wat is geweest en hoe de persoon dat beleefde. Stel zo weinig vragen over de toekomst. Gebruikers vinden het makkelijker om te verwoorden wat ze beleefden, eerder dan te verwoorden wat ze willen voor de toekomst. Indien je er toch een toekomstvraag in wil, beperk je dan tot één en doe dit op het einde van het interview. Werken met persona en gebruikersreizen Via persona kan je de bril van de gebruiker voortdurend opzetten tijdens het ontwikkelproces. Een persona is een archetype van een gebruiker, ofwel een karakterisering van een bepaald type gebruiker. In een gebruikersreis worden de contactpunten tussen de gebruiker van de hulp- en dienstverlening en de verlener in kaart gebracht. Op die manier kan je op zoek naar de manier waarop je gebruiker de hulp- en dienstverlening ervaart en krijg je zicht op de noden. Deze inzichten zorgen voor openingen om tot nieuwe samenwerking te komen. Je kan dit inzetten om zicht te krijgen op de uitdagingen voor de twee strategische doelstellingen. Instrumenten: persona en schema gebruikersreis

3. Afbakenen doelgroep We kunnen pretenderen dat we via het samenwerkingsverband GBO geen keuzes moeten maken in de afbakening van de doelgroep en dat we iedereen bereiken. Als we dit niet expliciteren gebeurt dat in de praktijk toch. Zeker in de beginfase van de projecten GBO zal het noodzakelijk blijken in functie van de haalbaarheid. In deze fase is het dus nodig om af te bakenen welke doelgroepen we in eerste instantie zullen bereiken. Deze keuze hangt samen met de kwalitatieve en kwantitatieve omgevingsanalyse. Het ligt voor de hand dat in de ene gemeente of regio andere doelgroepen worden benaderd. Landbouwers hulp bieden is logisch in Diksmuide, maar is dat minder in een centrumstad. 4. Doelstellingen omschrijven De doelstellingen die in het netwerk worden geformuleerd worden omgezet in: - Strategische doelstellingen: deze doelstellingen handelen over de lange termijn en worden meestal uitgedrukt in effecten. Voor het GBO liggen deze in principe vast: toegankelijkheid verhogen en onderbescherming tegengaan; - En geconcretiseerd in operationele doelstellingen: deze worden uitgedrukt in output en prestaties. Dit is dus een middel om de strategische doelstellingen te realiseren. Dit zijn doelstellingen die vaak samenhangen met de korte- of middellange termijn (bv samenvallend met één legislatuur); - Operationele acties. 5. Ontwerpen hulp- en dienstverlening Op basis van de voorgaande stappen gaan we nadenken over de manier waarop we de dienstverlening ontwerpen. De vraag is hier dus hoe we operationele doelstellingen en acties uitvoeren. Dit gebeurt bij voorkeur door deze acties co-creatief te bedenken, te testen en snel bij te sturen. 6. Afspraken over evaluatie en bijsturing in de samenwerkingsovereenkomst In de ontwerpfase is het aan te raden al tussentijds (bepaalde delen van) de hulp- en dienstverlening te testen. Het is echter van belang dat ook nadat de hulp- en dienstverlening operationeel is, de samenwerking wordt geëvalueerd en bijgestuurd waar nodig. Gebruikerservaring Vaak is het interessant om hier opnieuw op zoek te gaan naar gebruikerservaringen om de hulp- en dienstverlening bij te sturen. Je neemt dus een stap terug in het proces en evalueert op die manier de ontwikkelde hulp- en dienstverlening. Indicatoren Om te weten of een doel werd gerealiseerd, geeft een indicator een goed beeld. Een indicator is makkelijk te vinden als de doelstellingen SMART genoeg zijn. Eigenlijk is een indicator een norm van wat we minstens willen realiseren.

Indicatoren kunnen zowel kwantitatief als kwalitatief zijn. Ze kunnen een resultaat (in hoeverre is het doel bereikt) of een inspanning (heeft men gedaan wat men heeft beloofd) meten. We stellen voor de inspanningsindicatoren tot een minimum te beperken. Je kan werken met harde en zachte indicatoren. Over het algemeen zijn harde indicatoren makkelijker te meten. Zachte indicatoren meten bijvoorbeeld motivatieveranderingen, mate waarin mensen zelfzekerder worden, etc. Opzetten van een pad richting uitwerken zachte indicatoren. Impactevaluatie Nog interessanter is te werken met een veranderingstheorie. Aansluitend bij de ontwikkelde visie, missie en hulp - en dienstverlening ga je zoeken naar hetgeen waarop je impact wil hebben. Voor een stuk zijn de zaken waarop je impact wil hebben al grotendeels beschreven in het decreet lokaal sociaal beleid: de toegankelijkheid verhogen en onderbescherming tegengaan. De vraag is dan ook: welke activiteiten ga je ontwikkelen om deze impact te realiseren? De effecten die je wil bekomen, kan je fijner omschrijven dan de twee doelstellingen in het decreet lokaal sociaal beleid. Op basis daarvan ontwikkel je dan indicatoren om de impact te meten. Een interessante handleiding vind je hier.