ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau 3. 1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen Antwoordmodellen



Vergelijkbare documenten
ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau b3. Ondersteunen bij huishouden en wonen Antwoordmodellen

Reiniging en desinfectie

Inhoud. Voorwoord 3. Voeding 6. Slaap 22. Houding 30. Naar de dokter 37. Kleding 65. Mode 74. Kleding wassen 77

Naam: GEZOND ETEN. Hoe je gezond kan eten zie je in de Schijf van Vijf.In het midden staan de 5 regels hoe je gezond kan eten:

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaatnummer. Naam van de instelling waar u werkt : Adres instelling. Proefexamen.

Protocol overdracht ziektekiemen

Inleiding VOOR JE HET WEET, MAAK JE DE LEKKERSTE MAALTIJDEN IN EEN SCHONE EN OPGERUIMDE KEUKEN!

KlasseLunch. Over gezond eten 1. Werkbladen KlasseLunch 2008:

voorkomen van ondervoeding bij ouderen ZorgSaam

Naam: VOEDINGSSTOFFEN Gezond eten en drinken

de andijvie A is een soort groente met grote groene bladeren.

Gezonde voeding. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? De betekenis van eten voor mensen. Gezonde voeding

KlasseLunch. Over gezond eten 1. Docentenhandleiding KlasseLunch 2008:

Met je kind op vakantie: warm weer, voeding en hygiëne. Informatie voor ouders / verzorgers

Geef kanker. minder kans. eet volop. groente en. fruit

Veilig eten voorkom een voedselinfectie

1 Flesvoeding Wanneer geef je je kind een voeding? Welk merk? Hoeveel melk doe je in de fles?... 1

Een gezonde lunch. Een gezonde lunch. Ontbijt en energie

Dieet bij COPD. Informatie voor patiënten. Medisch Centrum Haaglanden

10 tips om je partner zo goed mogelijk te ondersteunen.

Wonen en huishouden. Test jezelf.

Met het hele gezin gezond het nieuwe jaar in

Protocol Hygiëne thuiszorg

Ondersteuning bieden bij het bereiden van de maaltijd

Inhoud. Voorwoord 5. Inhoud

Plannen van het huishouden.

RI-26 Schoonmaak en onderhoud. woonlocaties van Cavent

ADVIEZEN BIJ HUISSTOFMIJTALLERGIE. - Patiëntinformatie -

Gezond gewicht: BOFT. Gezonde eet- en beweegadviezen. voor ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar

+!, - -! './. ' , 3'( ()3) Docentenhandleiding tussendoortjes- en traktatiebeleid Pagina 1 September 2008

Energie en eiwitverrijkte. voor kinderen

Veiligheid & Hygiëne Veilig eten met je kind

Gezond eten en drinken voor kinderen in de basisschoolleeftijd

PATIËNTEN INFORMATIE. Ondervoeding. in het ziekenhuis Afdeling Diëtetiek

Wat eten we vanavond?

Gezonde recepten avondeten. Gezonde recepten avondeten

Voedingsbeleid Bso 1

Voedingsadviezen na een Whipple-operatie

Plannen van het huishouden.

Gezond eten en drinken voor kinderen in de basisschoolleeftijd

Tijdens deze challenge eet je volgens een vast, uitgebalanceerd schema en combineer je Clean Meals

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

Kinderen en een gezond gewicht

Voedingsbeleid KDV 1

Het koken en eten mag je zelf doen, maar ik begeleid je daarbij. Stap voor stap.

Dwarrelende stofdeeltjes kunnen ademhalingsmoeilijkheden opleveren bij astmapatiënten. Door goed schoonmaken wordt het aantal stofdeeltjes verlaagd.

Flesvoeding praktische tips

Flesvoeding Praktische tips

Voeding bij ziekte en herstel

H Voedingsadvies voor ouderen met (dreigende) ondervoeding

verzorging CSPE BB 2009 minitoets bij opdracht 4 A B C D

Opdrachten bij cahier Foodtopia Het voedsel van de toekomst

Risico op ondervoeding tijdens opname

5 Daags Afvalprogramma

Voeding bij chronische longziekten

verzorging CSPE BB 2009 minitoets bij opdracht 8 A B C D

Voorkom voedselvergiftiging als u een verminderde weerstand heeft

zorg en welzijn-breed CSPE KB 2010 minitoets bij opdracht 12

Productinformatie: Groenten (1) Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Hoe kun je groenten in menu's gebruiken? Wat zijn groenten?

Kinderen en een gezond gewicht

Dieet bij een kaakfixatie

Spreekopdrachten thema 7 Werken

Leesboekje eten en drinken

De opslag van goederen. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Bewaren van voedsel. Wat komt er kijken bij de opslag van goederen?

Vakantie vitamines: hoe voorkom je vakantie kilo s? Jantine Blaauwbroek Diëtist

Ondervoeding een zaak van gewicht

Ons schoonmaakmiddel:... Welke bronnen mogen we gebruiken? Informatie op de verpakking van jullie schoonmaakmiddel. Internet. Boeken.

In dit weekmenu worden 2 gerechten op die manier gebruikt. De pastasaus en de aardappelpuree. Kijk maar eens naar het menu:

voedingsadvies bij dreigende ondervoeding

Hygiëne en voedselveiligheid. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van je verwacht? Voedselveiligheid

verzorging CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 12 A B X C D

G e z o n d e t e n m e t d e Schijf van Vijf

Werkboekje. Brood op de plank 2 e Klassen Dit boekje is van..klas.

Genieten. van lekker eten

Instructieboek: Schoonmaken. Voor de Mpower - coach

GRATIS MINI EBOOK MET 5 CLEAN RECEPTEN. Eetclean.nl Emmy Schoenmakers

Voeding en Parkinson

Voedingsbeleid Buitenschoolse Opvang De Groene Weide. Voor kinderen van 4 t/m 12 jaar

Gezond leven betekent dat je; - voldoende beweegt - gezond eet

Assistent schoonmaak. Preview

Gezond eten en drinken voor je kind van 4 tot 8 jaar

VOEDSELVERSPILLING 1-METING

X C D X C D. verzorging CSPE BB minitoets bij opdracht 4

Gewichtstoename bij behandeling van kanker

Lesbrief: Variëren met eten Thema: Wat is Mens & Dienstverlenen?

Ergonomie. Thema. 1 Inleiding

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaat-nummer. Naam van de instelling waar u werkt : Adres instelling. Proefexamen. Kandidaat-versie.

Productinformatie: Melk en melkproducten. Waar gaat deze kaart over? Wat wordt er van jou verwacht? Wat is melk?

Wij, Nederlanders, hebben er ook veel nieuwe eetgewoontes bij gekregen. Dat komt door drie dingen:

Patiënteninformatie. Informatie over het geven van flesvoeding

Informatie over flesvoeding ADVIES

WAT ETEN WE VANDAAG? 1 Waarom moet je eten?

Inhoud. Mijn leven. mijn huishouden

Van in de wei tot op je bord

1. Belang Hygiënecode

Voedingsbeleid Bso 1

Gezond eten moet dat?

Voedingsbeleid Voedingsbeleid - Kinderopvang de 5 Doetinchem - maart 2015

Schoonmaken van de woonomgeving

Voeding in de zwangerschap

Transcriptie:

ThiemeMeulenhoff Zorg Niveau 3 1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen Antwoordmodellen

Inhoudsopgave 1 De woonomgeving op orde houden 7 1.1 De woonomgeving op orde houden 7 Praktijk: Welk middel kies je? 7 Praktijk: Welke stofzuiger kies je? 7 Kennisopdracht 8 1.2 Werkmateriaal aanschaffen en onderhouden 10 Praktijk: Wat een rommeltje is het in die werkkast! 10 Kennisopdracht 10 1.3 Een ziekenkamer op orde houden 12 Praktijk: Een fijne kamer voor Martin 12 Kennisopdracht 12 1.4 Voorwerpen desinfecteren 14 Praktijk: Moet dat nou? 14 Kennisopdracht 14 1.5 Organisatie van schoonmaak en onderhoud 16 Praktijk: Het is niet schoon! 16 Kennisopdracht 16 2 Zorgen voor een sfeervolle woonomgeving 19 2.1 Zorgen voor een sfeervolle woonomgeving 19 Praktijk: Kleuren kiezen 19 Praktijk: Zonde van die mooie planten! 19 Praktijk: Condoleances aan huis 20 Kennisopdracht 20 3 Zorg voor de voeding 23 3.1 Boodschappen doen 23 Praktijk: Cynthia gaat boodschappen doen 23 Praktijk: Etiketten lezen 23 Kennisopdracht 23 3.2 Levensmiddelen bewaren 25 Praktijk: Waar bewaar je wat? 25 Praktijk: Zo kan het niet langer! 25 Kennisopdracht 25

3.3 Dranken en gerechten verzorgen 27 Praktijk: Gezonde maaltijden 27 Praktijk: Welke groenten eten we? 27 Praktijk: Een maaltijd maken 28 Praktijk: Ouder worden 28 Kennisopdracht 29 3.4 Voedings- en dieetvoorschriften 31 Praktijk: Borst of fles? 31 Praktijk: Geef maar een lekker toetje 31 Praktijk: Ik heb geen trek 31 Praktijk: Afvallen 32 Praktijk: Overgevoelig 32 Kennisopdracht 32 3.5 Helpen bij het maken van de menukeuze 34 Praktijk: Functies van voeding voor ouderen 34 Praktijk: Voeding voor migranten 34 Praktijk: Helpen een keuze te maken 35 Kennisopdracht 35 3.6 Voeding in de instellingskeuken 37 Praktijk: Gekoppeld of ontkoppeld? 37 Kennisopdracht 37 4 Zorg voor kleding, linnengoed en schoenen 39 4.1 Linnengoed, kleding en schoeisel aanschaffen 39 Praktijk: 'Hoeveel heb ik eigenlijk nodig?' 39 Kennisopdracht 39 4.2 Adviseren over de aanschaf van linnengoed, kleding en schoeisel 42 Praktijk: Puf, puf, wat heb ik het warm 42 Kennisopdracht 42 4.3 De was verzorgen 45 Praktijk: Pak even een handdoek bij het centrifugeren 45 Praktijk: Eerst even in de kasten kijken! 45 Praktijk: Ik heb geen enge ziekte! 45 Kennisopdracht 45 4.4 Schoeisel en kleding onderhouden 48 Praktijk: 'Nieuwe zolen én hakken?' 48 Kennisopdracht 48 4.5 Organisatie van de wasverzorging 50 Praktijk: Mijn nieuwe nachtjapon kwijt! 50 Praktijk: Protocol van de wasverzorging 50 Kennisopdracht 50

5 Zorg voor hygiëne, veiligheid, ergonomie, milieu en kostenbeheersing 5 3 5.1 Hygiënisch werken 53 Praktijk: Pas op voor besmetting 53 Kennisopdracht 53 5.2 Veilig werken 55 Praktijk: Dat kan veiliger 55 Kennisopdracht 55 5.3 Ergonomisch werken 57 Praktijk: Daar heb ik last van! 57 Kennisopdracht 57 5.4 Milieubewust werken 59 Praktijk: Denk om het milieu 59 Kennisopdracht 59 5.5 Kostenbewust werken 61 Praktijk: Waar blijft mijn geld? 61 Kennisopdracht 61

1 De woonomgeving op orde houden De woonomgeving op orde houden PRAKTIJK: WELK MIDDEL KIES JE? 1 Welk reinigingsmiddel kan Wieke voor elk van de genoemde soorten vuil gebruiken? Wieke kan kiezen voor: allesreiniger; spiritus of glasreiniger; azijn of ontkalkend middel; soda; allesreiniger; spiritus; glasreiniger; azijn; -soda. 2 Beschrijf van elk middel welke invloed het heeft op het milieu. Azijn en soda belasten het milieu weinig, allesreiniger, glasreiniger en spiritus zijn een grote belasting voor het milieu. 3 Beschrijf wat het nadeel is van het gebruik van chloor om het toilet te reinigen. Chloor werkt alleen ontsmettend, het heeft geen reinigende werking. 4 Geef een alternatief schoonmaakmiddel om het toilet te reinigen. Een alternatief is een speciaal reinigingsmiddel voor sanitair. PRAKTIJK: WELKE STOFZUIGER KIES JE? 1 Zoek in reclamefolders drie stofzuigers op. Je kunt ook op internet kijken. Schrijf van de gekozen stofzuigers op hoe ze scoren op de volgende punten: zuigkracht; prijs; gewicht; ergonomie; en hulpstukken. Individueel te beoordelen. 2 Maak een keuze voor de meest geschikte stofzuiger voor familie Ritsma. Motiveer je antwoord. Individueel te beoordelen. ThiemeMeulenhoff 7

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen KENNISOPDRACHT 1 Geef in je eigen woorden het verschil aan tussen een universeel reinigingsmiddel en een speciaal reinigingsmiddel. Geef twee voorbeelden van speciale reinigingsmiddelen. Universele reinigingsmiddelen zijn geschikt voor al het schoonmaakwerk. Speciale reinigingsmiddelen zijn geschikt voor één soort schoonmaakwerk. Twee voorbeelden van speciale reinigingsmiddelen: ovenreinigers en glasreinigers. 2 Wat heeft jouw voorkeur: een universeel reinigingsmiddel of een speciaal reinigingsmiddel? Motiveer je antwoord. Een universeel reinigingsmiddel is goedkoper en minder slecht voor het milieu. Als het kan, kun je dat dus beter gebruiken. Maar soms heb je een speciale reiniger nodig. 3 Geef aan welk reinigingsmiddel je zou gebruiken voor: de keukenkastjes; de binnendeuren; de ramen; de wastafel; het toilet; de oven. Motiveer je antwoord. Het reinigingsmiddel dat je moet gebruiken: de keukenkastjes: allesreiniger; de binnendeuren: allesreiniger; de ramen: water met een druppeltje allesreiniger; de wastafel: allesreiniger met een scheutje azijn; het toilet: sanitairreiniger; de oven: als hij erg vies is ovenreiniger, anders allesreiniger. 4 Waarom mag je nooit twee reinigingsmiddelen combineren? Je mag twee reinigingsmiddelen niet combineren, want dan kan een gevaarlijk, giftig gas vrijkomen. 5 Meike werkt in een gezin met kleine kinderen. Geef haar minimaal drie tips om veilig om te gaan met reinigingsmiddelen. Vier tips: kijk naar de veiligheidssymbolen; koop een middel met een kinderveilige sluiting; draai na gebruik de dop er direct op en zet het middel weg; zet alle reinigingsmiddelen hoog weg in een kast die op slot zit. 6 Er zijn drie soorten vuil. Tot welke soort reken je: een vetvlek in het keukenkastje; een vetvlek op de vloerbedekking; een moddervlek op de linoleumvloer; stof op de tegelvloer van de badkamer; zand op de parketvloer in de woonkamer; 8 ThiemeMeulenhoff

De woonomgeving op orde houden De woonomgeving op orde houden een bloedvlek op de vloerbedekking? Je rekent deze vuilsoorten respectievelijk tot: licht gehecht vuil; sterk gehecht en ingedrongen vuil; licht gehecht vuil; droog vuil; droog vuil; sterk gehecht en ingedrongen vuil. 7 Geef van alle soorten vuil van vraag 6 aan hoe je ze gaat verwijderen. Je verwijdert deze vlekken met de volgende methoden: deppen; shamponeren; dweilen of moppen; stofzuigen; stofzuigen of stofwissen; shamponeren. 8 Geef je mening over de volgende stellingen. Stelling I: Hoe vaak je een huis schoonmaakt, is afhankelijk van hoeveel mensen er wonen. Stelling II: Hoe vaak je een huis schoonmaakt, is afhankelijk van de manier waarop de mensen in het huis wonen. Stelling I en II zijn allebei juist. 9 Je werkt vandaag bij meneer Narnia. Je gaat het wandmeubel van eikenhout schoonmaken. Meneer Narnia behandelt het wandmeubel altijd met was. Geef aan hoe je de binnenkant en de buitenkant van het wandmeubel schoonmaakt. De binnenkant droog schoonmaken door te stoffen, buitenkant ook stoffen of behandelen met meubelspray. 10 Maak een schema over stoffen. Zet daarin vier soorten doeken waarmee je kunt stoffen. Zet achter iedere doek de voor- en nadelen. Soort stofdoek, en voor- en nadelen: stofdoek van katoen: kun je wassen, moet je wel regelmatig uitkloppen; stofwisdoekje: het stof blijft aan het doekje kleven, handig voor mensen die allergisch zijn, erg hygiënisch, wel belastend voor het milieu; klamvochtige doek: het stof blijft aan het doekje kleven, niet geschikt voor hout dat met was of olie behandeld is; microvezels: trekt vuil uit het oppervlak, dus wordt erg schoon. ThiemeMeulenhoff 9

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen Werkmateriaal aanschaffen en onderhouden PRAKTIJK: WAT EEN ROMMELTJE IS HET IN DIE WERKKAST! 1 Schrijf op hoe Mai dit probleem het beste met haar collega's kan bespreken. Welke argumenten kan ze noemen voor het droog en netjes opbergen van werkmateriaal? Argumenten: het is vervelend als je werkmateriaal vuil uit de kast pakt. Je bent dan eerst een poos bezig om het schoon te maken. 2 Wat gebeurt er als je natte doeken op een hoopje laat liggen? Als je natte doeken op een hoopje laat liggen, dan gaan ze schimmelen. 3 Waarom moet je elektrische apparaten altijd in een droge kast opbergen? Omdat je anders kortsluiting kunt krijgen. 4 Wat zou jouw eerste reactie zijn bij het openen van zo'n werkkast? Eigen mening. KENNISOPDRACHT 1 Beschrijf het dagelijks onderhoud van: een bezem; een spons; een emmer; een mop; een dweil; een zeem. Het dagelijks onderhoud van: - een bezem: schoonmaken en droog wegzetten, als hij erg vuil is schoonmaken in een sopje; - een spons: uitspoelen met schoon water en laten drogen, eventueel weken in een sopje van huishoudzeep en daarna goed uitspoelen; - een emmer: goed uitspoelen met schoon water en laten drogen; - een mop: uitspoelen en uitwringen, uithangen om te laten drogen. Wassen als hij vuil is; - een dweil: uitspoelen en uitwringen, uithangen om te drogen. Wassen als hij vuil is; - een zeem: uitspoelen met schoon water en laten drogen, eventueel weken in een sopje van huishoudzeep en daarna goed uitspoelen. 2 Je gaat de woonkamer van een gezin een grote beurt geven. Welke werkmaterialen heb je nodig? Materialen die je nodig hebt: stofdoek, stofzuiger, emmer, zeem, spons, eventueel dweil of mop. 3 Wanneer is werkmateriaal ergonomisch verantwoord? Ergonomisch verantwoord werkmateriaal is aangepast aan de mens. 4 Benoem de punten waarop je let bij het aanschaffen van een stofzuiger. Aandachtspunten: 10 ThiemeMeulenhoff

De woonomgeving op orde houden Werkmateriaal aanschaffen en onderhouden een huishouden met meer personen heeft een zwaardere stofzuiger nodig dan een huishouden van één of twee personen; de slang moet lang genoeg zijn, goed aansluiten op de stofzuiger en draaibaar en soepel zijn; de steel moet lang genoeg zijn, zodat je met een rechte rug kunt werken; er moeten voldoende hulpstukken bij de stofzuiger zitten. 5 Bij de aanschaf van werkmaterialen let je op de ergonomie. Schrijf op wat jij belangrijk vindt als je een huishoudtrap wilt kopen. Bij een huishoudtrap is belangrijk: de trap moet stevig staan, antislip op de treden hebben, je moet er voldoende hoog mee kunnen werken zonder te rekken, je moet je vast kunnen houden (aan een beugel bijvoorbeeld). 6 Schrijf op met welke soorten doeken je kunt stoffen. Welke doek heeft jouw voorkeur? Motiveer je antwoord. Mogelijkheden: katoenen stofdoek, stofwisdoekje, klamvochtige doek, doek van microvezels. 7 Je gaat de keukenvloer van een zorgvrager in een verzorgingshuis schoonmaken. Je kunt kiezen of je een dweil met een trekker of een mop gebruikt.welke van de twee ga jij gebruiken? Motiveer je antwoord. Een mop is ergonomisch meer verantwoord. 8 Zoek op wat een natuurzeem kost en wat een synthetische zeem kost. Welke heeft jouw voorkeur? Waarom? Individueel te beoordelen. Een natuurspons is duur, maar geeft een veel beter resultaat. 9 Lees de gebruiksaanwijzing van een stofzuiger en beschrijf: het dagelijks onderhoud; een grote beurt, waaronder het schoonmaken van de stoffilter. Individueel te beoordelen. 10 Noem een zorgsetting waarin je een kruimelzuiger zou adviseren. Noem ook een zorgsetting waarin je de kruimelzuiger niet zou adviseren. Je kunt een kruimelzuiger adviseren aan een oudere zorgvrager of een ouder echtpaar, maar beter niet aan een groot gezin. ThiemeMeulenhoff 11

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen Een ziekenkamer op orde houden PRAKTIJK: EEN FIJNE KAMER VOOR MARTIN 1 Noem vier dingen die Simone aan Martin kan vragen over het opmaken en verzorgen van zijn bed. Vier dingen die Simone kan vragen: hoe vaak verschoon jij je bed, wanneer doe je dat meestal, hoe wil je de kussens het liefst neergelegd hebben, gebruik je dekens of een dekbed? 2 Noem vier andere activiteiten die Simone kan ondernemen om de kamer netjes en ordelijk te houden. Andere activiteiten: rommel opruimen, vuil wasgoed niet laten slingeren maar meteen opruimen, gebruikt serviesgoed wegruimen en uitgebloeide bloemen weggooien. 3 Martin heeft een verminderde weerstand. Simone wil daarom zo hygiënisch mogelijk werken. Geef haar twee tips om hygiënisch te werken in de kamer van Martin. Denk hierbij aan de keuze van werkmateriaal en de frequentie van schoonmaken. Tips: zorg voor een goede persoonlijke hygiëne en werk hygiënisch (neem regelmatig een schone doek, pas op voor kruisbesmetting). 4 Ook een goede persoonlijke hygiëne is erg belangrijk. Geef Simone daarvoor vier tips. Tips: was regelmatig je handen, draag geen sieraden, doe lang haar in een staart. Zorg voor korte schone nagels. KENNISOPDRACHT 1 Schrijf in je eigen woorden op waarom het onderhoud van bed en beddengoed een belangrijke taak van een verzorgende is. Een zieke zorgvrager brengt een groot deel van de dag in bed door. 2 Geef je mening over de volgende stelling: Het op de juiste manier onderhouden van bed en beddengoed draagt veel bij aan de sfeer in de ziekenkamer. De stelling is juist. 3 Waarom voelt een huisstofmijt zich zo goed thuis in beddengoed? Schrijf op welke extra maatregelen je neemt ten aanzien van het beddengoed bij een zorgvrager met een huisstofmijtallergie. Een huisstofmijt leeft van huidschilfers. 4 Jolke is kraamverzorgende bij een jong gezin. Er is een meisje geboren, Natasja. De ouders zijn erg blij. Ze hebben ook een zoon, Luc van zeven jaar. Hij wil niets van zijn zusje weten. Luc is duidelijk jaloers. Geef aan hoe Jolke hem kan helpen om zijn jaloezie te overwinnen. Luc betrekken bij de zorg voor de baby en bij het inrichten van een cadeautafel. 5 Sabine werkt in een kraamsituatie. In het gezin zijn al twee kinderen. Ze willen graag bij hun moeder in de buurt zijn. Er komt ook veel visite. Geef tips om de kamer op orde te houden en gezellig te maken. 12 ThiemeMeulenhoff

De woonomgeving op orde houden Een ziekenkamer op orde houden Zorgen voor voldoende zitplaatsen die niet storen, regelmatig opruimen, stofzuigen en evt. luchten. 6 Tijn werkt bij mevrouw Finkers. Ze is 87 jaar en is bedlegerig. Mevrouw Finkers hecht veel waarde aan een opgeruimde kamer. Ze houdt van planten en bloemen. Geef tips om de kamer op orde te houden en gezellig te maken. Geef aan hoe Tijn mevrouw Finkers mee kan laten helpen bij de verzorging van de planten en bloemen. Vuil wasgoed en serviesgoed wegruimen, kamer opgeruimd houden. Mevrouw mee laten helpen met dode blaadjes verwijderen, potten afnemen en water geven. 7 Bezoek een winkel waar beddengoed verkocht wordt. Bekijk dekens en dekbedden. Maak hiervan een klein verslag met daarin de volgende punten: welke soorten dekens en dekbedden er zijn; hoe je deze verschillende soorten kunt onderhouden; aan welke soort deken of welk dekbed jij de voorkeur zou geven voor een ziekenkamer. Soorten dekbedden: donzen dekbed: licht ven gewicht, lekker warm; synthetisch dekbed: goed voor mensen met een allergie, maar snel benauwd; wollen dekbed: lekker warm, isoleert goed, maar is zwaar van gewicht. Ander beddengoed is: matrasbeschermer, matras, molton, hoeslaken, dekbed, sprei. Het onderhoud: matras luchten, deken luchten en uitkloppen, dekbedden en kussen luchten; matrasdrager en bedbodem zuigen. 8 Je bent verzorgende bij meneer Williams. Hij is chronisch ziek en is bedlegerig. Vandaag klaagt hij over de troep in zijn kamer: Zie je nou niet dat die bloemen uitgebloeid zijn? En dat glas met een bodem sinaasappelsap had al lang weggeruimd moeten worden! Beschrijf hoe je zou willen reageren in deze situatie. Rustig reageren, zo mogelijk doen wat meneer vraagt. 9 Je bent verzorgende bij mevrouw Dirks. Ze ligt op bed en wil dat je iedere dag de dekens buiten uitklopt. Geef aan hoe je reageert. Uitleggen dat dat een beetje te vaak is. 10 Wat vind je ervan als bloemen en planten 's nachts op de ziekenkamer blijven staan? Geef een onderbouwde mening. Als een zorgvrager geen problemen met de ademhaling heeft, kan het geen kwaad. Wel altijd overleggen met de zorgvrager. ThiemeMeulenhoff 13

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen Voorwerpen desinfecteren PRAKTIJK: MOET DAT NOU? 1 Hassan had het desinfecteren natuurlijk moeten bespreken met meneer Sanders. Schrijf op hoe hij dat had kunnen doen. Hassan had moeten uitleggen wat hij ging doen, en waarom dat belangrijk is. 2 Bedenk twee oplossingen voor de situatie van meneer Sanders. Hij is astmatisch en krijgt het benauwd van het desinfecteren, maar het moet wel gebeuren. Meneer Sanders kan in een andere ruimte gaan zitten, bijvoorbeeld in de huiskamer van het huis, Hassan kan ook een keer desinfecteren als meneer Sanders weg is. 3 Welke desinfecteermiddelen kun je beter niet gebruiken bij iemand die astmatisch is? Actisan-5L en soda kun je beter niet gebruiken bij iemand die astmatisch is. KENNISOPDRACHT 1 Schrijf in je eigen woorden op wat desinfecteren is. Desinfecteren is behandelen met een chemisch middel. Hiermee dood je micro-organismen. 2 Noem twee situaties waarin desinfecteren noodzakelijk kan zijn. Desinfecteren kan noodzakelijk zijn als iemand een besmettelijke ziekte heeft, zoals hepatitis B of een besmettelijke darmziekte. 3 Wat betekent het N-nummer op de verpakking van een desinfecteermiddel? Het N-nummer op de verpakking van een desinfecteermiddel is het toelatingsnummer. 4 Bekijk de verpakking van een fles chloor. Welke veiligheidssymbolen staan hierop en wat betekenen ze? Individueel te beoordelen. 5 Waarom wordt soda vaak gebruikt voor het schoonmaken van een koelkast of diepvriezer? Soda heeft een ontsmettende werking, het is belangrijk dat er zo min mogelijk micro-organismen in de koelkast en de diepvriezer zijn. 6 Noem van elk desinfecteermiddel een nadeel: chloor, lysol en Actisan-5L. Nadelen: chloor doodt ook de goede micro-organismen; lysol is erg giftig; Actisan-5L werkt irriterend op de slijmvliezen. 7 Noem vier veiligheidsaspecten die je hanteert als je met desinfecteermiddelen werkt. Vier veiligheidsaspecten: gebruik de juiste dosering; spoel de resten goed weg met schoon water 14 ThiemeMeulenhoff

De woonomgeving op orde houden Voorwerpen desinfecteren gebruik geen giftige middelen voor het desinfecteren van oppervlakken die in aanraking komen met levensmiddelen; laat het voorwerp drogen in de lucht. 8 Waarom moet je een voorwerp eerst schoonmaken voordat je het gaat desinfecteren? Je moet het eerst schoonmaken, zodat je het vuil hebt verwijderd. 9 Waarom kun je een voorwerp beter laten drogen na desinfectie, in plaats van afdrogen? Je kunt het beter laten drogen, omdat je anders kruisbesmetting kunt krijgen. 10 Wat betekent desinfectietijd? Desinfectietijd is de inwerktijd van het desinfecteermiddel. ThiemeMeulenhoff 15

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen Organisatie van schoonmaak en onderhoud PRAKTIJK: HET IS NIET SCHOON! 1 Waaraan zou jij de voorkeur geven: een eigen schoonmaakdienst of het uitbesteden aan een schoonmaakbedrijf? Motiveer je antwoord. Eigen mening. 2 Wat kan Kasper doen met de klachten van bewoners en bezoekers? Kasper kan het bespreken met zijn leidinggevende, die kan ervoor zorgen dat de klachten bij het schoonmaakbedrijf terechtkomen. 3 Leg uit waarom het een nadeel kan zijn dat er vreemde mensen in de instelling zijn als je het werk uitbesteedt aan een schoonmaakbedrijf. Denk aan dingen die kapot gaan, niet goed schoongemaakt zijn of gestolen worden. Je kunt niet iemand direct aanspreken. KENNISOPDRACHT 1 Schrijf op wat jij belangrijk vindt als je schoonmaakwerkzaamheden doet in een kleinhuishouden. Individueel antwoord. 2 Geef in je eigen woorden aan wat belevingsgerichte zorg inhoudt. Je sluit aan bij de hulpvraag van de zorgvrager. Hij is de deskundige. 3 Geef jouw mening over het verlenen van belevingsgerichte zorg bij organisatie en onderhoud van het huishouden. De zorgvrager heeft tot nog toe alles zelf gedaan, hij weet heel goed wat er moet gebeuren. Daar sluit jij je zoveel mogelijk bij aan. 4 Geef een voorbeeld waarvan jij vindt dat belevingsgerichte zorg te ver gaat. Als je helemaal geen eigen inbreng mag hebben, bv. Over de volgorde van het werk. 5 Waarom is het belangrijk dat je een zorgvrager stimuleert om mee te helpen bij jouw werkzaamheden als dat mogelijk is? Stimuleren is belangrijk, het verhoogt het zelfrespect van de zorgvrager en de zorgvrager blijft nog enigszins mobiel. 6 Schrijf op wat volgens jou de belangrijkste verschillen zijn tussen schoonmaken in het kleinhuishouden en schoonmaken in het groothuishouden. Kleinhuishouden: je doet alles zelf en vaak in je eentje. Groothuishouden: je doet maar bepaalde onderdelen, je hebt ook collega's. 7 Hoe belangrijk vind jij schoonmaken? Geef daarvoor een cijfer van 0 tot 10. Eigen mening. 16 ThiemeMeulenhoff

De woonomgeving op orde houden Organisatie van schoonmaak en onderhoud 8 Hoe leuk vind jij schoonmaken? Geef daarvoor een cijfer van 0 tot 10. Eigen mening. 9 Wat zijn gemeenschappelijke ruimten? Geef zes voorbeelden van gemeenschappelijke ruimten. Gemeenschappelijke ruimten zijn ruimten waar meerdere mensen gebruik van maken. Voorbeelden: trappenhuis, liften, recreatieruimten, gangen, huiskamers en restaurant. 10 Wat kan jouw aandeel als verzorgende zijn in de schoonmaak van een instelling? Je werkt vaak in de kamers van de zorgvragers: stoffen, stofzuigen, sanitair reinigen. ThiemeMeulenhoff 17

2 Zorgen voor een sfeervolle woonomgeving Zorgen voor een sfeervolle woonomgeving PRAKTIJK: KLEUREN KIEZEN 1 Vind je het belangrijk dat bewoners en personeel inspraak hebben in de keuze van kleuren? Motiveer je antwoord. Eigen mening. Het is belangrijk dat bewoners en personeelsleden inspraak hebben, omdat zij de hele dag in de ruimten aanwezig zijn. 2 Geef een voorbeeld van een situatie waarin kleuren invloed hadden op de sfeer en op jouw stemming. Eigen mening. Een voorbeeld: je komt bij iemand binnen waar het heel donker is, ook donker geverfd, dan voel je je minder vrolijk. Of je komt bij iemand binnen die een kamer in zonnige kleuren heeft, zoals geel, dan voel je je vrolijker. 3 Schrijf op welke kleuren jij zou kiezen voor: de vloeren en wanden van de koffiekamer, de vloeren en wanden van de loungeruimte en de vloeren en wanden van de eetzaal. Motiveer je keuze. Eigen mening. Bijvoorbeeld: koffiekamer in de sfeer van een bruin café, met donkerbruin. Loungeruimte in warme kleuren, zoals aardetinten en de eetzaal hoog en ruim, dus wit met bijvoorbeeld één muur in een sprekende kleur. PRAKTIJK: ZONDE VAN DIE MOOIE PLANTEN! 1 Waarom wil Merel Digna activeren? Digna is somber en heeft nergens zin in, maar het is voor haar beter als ze iets gaat doen, dan heeft ze een doel en ze heeft ook afleiding. 2 Waarom begint Merel over de planten? Merel begint over de planten omdat Digna er altijd heel goed mee was. 3 Hoe kan Digna de bladluis bestrijden? Je kunt bladluis bestrijden met een oplossing van één liter water met twee eetlepels groene zeep en één eetlepel spiritus. 4 Beschrijf hoe Digna de verzorging van de verwaarloosde planten verder kan aanpakken. Digna kan de dode bladeren eraf halen, de planten water geven en sommige planten onderdompelen, voeding geven. ThiemeMeulenhoff 19

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen PRAKTIJK: CONDOLEANCES AAN HUIS 1 Waarom denk je dat meneer Bogaerts het niet nodig vindt om iets in huis te hebben? Meneer Bogaerts is erg verdrietig, zijn hoofd staat niet naar koffie met iets erbij. 2 Waarom denk je dat Joann het wel nodig vindt om iets in huis te hebben? Het is belangrijk dat Joann de mensen gastvrij ontvangt, dan voelen ze zich ook meer op hun gemak.voor mensen die van ver komen, is het helemaal prettig als er iets te eten en te drinken is. 3 Wat kan Joann in huis halen voor de gasten? Eigen mening. Denk aan koffie, thee, limonade voor kinderen en iets fris. Verder iets voor bij de koffie. 4 Hoe kun je je het beste gedragen als je bezoek ontvangt in een verliessituatie? Je kunt je het beste op de achtergrond houden, onopvallend werken en mensen op hun gemak proberen te stellen. KENNISOPDRACHT 1 Geef twee voorbeelden van een situatie waarin je aansluit bij de wensen en gewoonten van de zorgvrager als het gaat om sfeer. Twee voorbeelden: de manier waarop een kamer ingericht is, of welke spulletjes op bepaalde plaatsen staan. 2 Geef vier voorbeelden van de manier waarop het binnenhuisklimaat invloed heeft op de sfeer in een woning. Vier voorbeelden: de temperatuur, de verlichting, de mate van ventilatie en de hoeveelheid daglicht die er is. 3 Hakan is verzorgende bij familie Borghouts. Hij heeft het er goed naar zijn zin, maar hij vindt het er wel erg rommelig. Er slingeren vaak tijdschriften en het speelgoed van de kinderen blijft vaak liggen. De familie vindt dat juist gezellig. Geef jouw mening: kan Hakan hier iets van zeggen? En zo ja, hoe doet hij dat dan? Eigen mening. Hij kan er wat van zeggen, maar de zorgvrager beslist hoe hij het wil hebben. 4 Saartje is verzorgende bij meneer Lucas. Hij is vaak somber. Saartje denkt dat dat ook komt door de sfeer in huis. Het is er vaak bedompt, en de gordijnen zitten halfdicht. Er brandt dan een tl-lamp. Welke suggesties kan Saartje doen om de sfeer te verbeteren? Suggesties die Saartje kan doen: een schemerlamp in plaats van een tl-lamp, de gordijnen open en vaker luchten. 5 Brent is binnenkort 25 jaar in gezinsvervangend huis Welgelegen. Dat wordt gevierd met een etentje voor alle bewoners. Beschrijf hoe jij als verzorgende ervoor gaat zorgen dat het een feestelijk etentje wordt. Individueel antwoord. Denk aan: tafel gezellig dekken met een bloemetje, menukaarten, servetten, en een lekker menu. 6 In een schone vaas blijven bloemen langer goed. Beschrijf hoe je een vaas schoonmaakt. 20 ThiemeMeulenhoff

Zorgen voor een sfeervolle woonomgeving Zorgen voor een sfeervolle woonomgeving Kalkaanslag in een vaas verwijder je met azijn, bloemenresten verwijder je met water en een biologisch weekmiddel. 7 Zoek vier kamerplanten uit en maak daarover een werkstuk. Beschrijf: hoeveel licht de plant nodig heeft; wat een goede temperatuur is; hoeveel water hij nodig heeft. Zoek informatie in de bibliotheek, op internet of in folders van een tuincentrum. Individueel antwoord. In een tuincentrum zijn folders te krijgen over planten. Verder is er natuurlijk informatie op internet en in de bibliotheek. Let erop dat alle punten genoemd worden in het werkstuk, dus hoeveel water de plant nodig heeft, de geschikte temperatuur en de mate van licht die de plant nodig heeft. 8 Barry is verzorgende bij familie Vrients. Er is een baby geboren en er komt veel bezoek. Vandaag komt het bezoek aan met een bos bloemen die helemaal slap hangt. Beschrijf hoe Barry de bos bloemen gaat verzorgen. Barry snijdt de bloemen af en zet ze, gewikkeld in papier, diep in het water op een koele plaats om bij te trekken. Daarna snijdt hij ze opnieuw af en zet hij ze in een vaas. 9 Je werkt bij een oudere man die een hond heeft. Hij is pas gevallen en kan de hond nu niet uitlaten. Hoort het bij jouw taak om de hond uit te laten? Motiveer je antwoord. Nee, dat hoort niet bij de taak van een verzorgende. 10 Bedenk twee oplossingen voor het uitlaten van de hond. Een familielid, kennis of kind uit de buurt kan de hond uitlaten, of de hondenuitlaatservice. ThiemeMeulenhoff 21

3 Zorg voor de voeding Boodschappen doen PRAKTIJK: CYNTHIA GAAT BOODSCHAPPEN DOEN 1 Wat vind je van het voorstel van Cynthia om spinazie te kopen? Het is goed dat Cynthia voorstelt om verse groente te kopen, maar ze moet de keuze aan mevrouw Faria overlaten. 2 Hoe moet Cynthia met het wisselgeld omgaan en waarom is dat belangrijk? Cynthia moet het wisselgeld direct teruggegeven, samen met de bon zodat mevrouw Faria kan zien hoeveel geld zij uitgegeven heeft, en waaraan. 3 Hoe komt het dat Cynthia niet wist dat de koffie op was? Cynthia heeft de voorraad niet gecontroleerd voordat ze boodschappen is gaan doen. 4 Herschrijf deze praktijksituatie zodanig, dat Cynthia op een professionele manier omgaat met het doen van de boodschappen. Voorbeeld om de Praktijk te schrijven: Mevrouw Faria zegt dat ze allebei veel van doperwtjes houden. Cynthia zegt daarop: Prima, dan breng ik die mee.wilt u een blikje of uit de diepvries? Mevrouw Faria geeft aan dat ze liever een blikje heeft, en dan extra fijn. Cynthia kijkt nog even in de voorraadkast, ze ziet dat de koffie op is. Ze vraagt of ze koffie moet kopen, en welk merk. Als ze terugkomt met de boodschappen, laat ze mevrouw Faria de bon zien en geeft het wisselgeld terug. PRAKTIJK: ETIKETTEN LEZEN 1 Zoek zelf een etiket van tortilla wraps in de supermarkt. Wat zit er precies in de verpakking? Tortilla's, soms ook mix voor saus en kruidenmix. 2 Wat moet je zelf nog toevoegen? Individueel antwoord. Bijvoorbeeld: wraps, 300 gram varkensvlees in reepjes, 1 aubergine, 1 rode paprika, 1 ui, 3 eetlepels mayonaise, 2 eetlepels water. 3 Hoelang kun je het bewaren? Individueel antwoord. 4 Wat is de voedingswaarde? Individueel antwoord. Bijvoorbeeld: voedingswaarde per 100 gram: 400 kj (95 kcal), 3,5 gram eiwit, 13,6 gram koolhydraten, 2,9 gram vet. KENNISOPDRACHT 1 Geef in je eigen woorden aan wat de verzadigingswaarde van een maaltijd betekent. ThiemeMeulenhoff 23

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen De verzadigingswaarde is de mate waarin je na de maaltijd het gevoel hebt dat je voldoende gegeten hebt, maar niet te veel. 2 Maak een weekmenu voor een zorgvrager. Verzin zeven warme maaltijden. Laat je weekmenu beoordelen door een medestudent. Voldoet het aan de eisen? Individueel antwoord. 3 Maak een dagmenu voor een zorgvrager: ontbijt, lunch, warme maaltijd en tussendoortjes. Laat je dagmenu beoordelen door een medestudent. Voldoet het aan de hoeveelheden die iemand per dag nodig heeft? Individueel antwoord. 4 De hoeveelheid voedingsmiddelen je nodig hebt, is afhankelijk van een aantal punten. Noem er vijf. De hoeveelheid voedingsmiddelen je nodig hebt, is afhankelijk van een aantal punten, namelijk: leeftijd, lichaamsbouw, werk, gezondheidstoestand en geslacht. 5 Wat betekent de afkorting t.h.t. op een etiket? De afkorting t.h.t. op een etiket betekent: tenminste houdbaar tot, tot die datum is het product goed. 6 Je werkt als verzorgende twee keer per week bij een oudere zorgvrager die nog zelfstandig woont. Je ziet in de koelkast een pak melk met de houdbaarheidsdatum van gisteren. Vind je dat je dit als verzorgende moet melden bij je leidinggevende? Waarom wel of niet? Gooi je het pak melk weg? Motiveer je antwoord. Nee, je hoeft het niet te melden bij je leidinggevende, maar kunt het zelf bespreken met de zorgvrager. Je gooit het pak weg, maar je laat het wel aan de zorgvrager zien en bespreekt het met hem. 7 Noem vier soorten toevoegingen en vertel waarvoor ze gebruikt worden. Vier soorten toevoegingen zijn: kleurstoffen, zorg voor een mooie kleur; smaakstoffen, zorgen voor een betere smaak; geurstoffen, geven een bepaalde geur; verdikkingsmiddelen, maken het product dikker. 8 Zoek drie voedingsmiddelen op waar conserveermiddelen in zitten. Individueel antwoord. Voorbeelden zijn: jam, mayonaise en hagelslag. 24 ThiemeMeulenhoff

Zorg voor de voeding Levensmiddelen bewaren Levensmiddelen bewaren PRAKTIJK: WAAR BEWAAR JE WAT? 1 Welke producten moeten Pjotr en Bauke het eerst opbergen en waarom is dat van belang? Ze moeten eerst de tartaar opbergen, die is alleen vandaag nog houdbaar. De karbonaden moeten snel in de koelkast. De spinazie moet ook snel in de vriezer, deze mag niet ontdooien. deze producten berg je als eerste op, omdat je ze koel of in de diepvries moet bewaren. 2 Waar moeten ze de andijvie bewaren en hoe lang kunnen ze die bewaren? De andijvie moet in de koelkast, die kun je maar één of twee dagen bewaren. 3 De tartaar staat voor morgen op het menu. Waar moeten ze die bewaren? Invriezen, morgen ontdooien. 4 Kijk nog eens naar de inleiding. Vivienne heeft nog behalve het vlees nog meer boodschappen gehaald: barbecuesaus, komkommers, tomaten, ananas en eieren. Hoe had Vivienne het boodschappen doen beter kunnen organiseren? Geef minimaal drie suggesties. Vivienne had beter kunnen beginnen met het kopen van levensmiddelen die niet bederven, zoals barbecuesaus. Het vlees had ze het beste op het laatste moment kunnen kopen. Verder had ze een koeltas of koelbox kunnen meenemen naar de barbecue om het vlees in te doen. PRAKTIJK: ZO KAN HET NIET LANGER! 1 Leg uit waarom restjes in de koelkast gevaarlijk kunnen zijn. In restjes kunnen makkelijk micro-organismen groeien, daar kun je ziek van worden. 2 Geef vier tips die Pjotr aan de bewoners kan geven over het het bewaren van levensmiddelen. Tips die Pjotr kan geven: bewaar levensmiddelen nooit lang; let op de houdbaarheidsdatum en bewaaradviezen op de verpakking; bewaar vlees en vleesproducten, melk en melkproducten altijd onder de zeven graden; koel restanten van gerechten snel af en zet ze daarna in de koelkast; vries levensmiddelen snel in, vries ontdooide levensmiddelen nooit opnieuw in; controleer de koelkast en voorraadkast regelmatig op producten die over de houdbaarheidsdatum zijn. 3 Hoelang kunnen de bewoners restjes bewaren, en waar moeten ze dan op letten? Restjes kun je afgedekt niet langer dan twee dagen in de koelkast bewaren. 4 Hoe kun je restjes blikgroenten bewaren? Niet in het blik, maar liever in een afgesloten plastic doos in de koelkast. KENNISOPDRACHT 1 Onder welke omstandigheden kunnen bacteriën goed groeien? Bacteriën kunnen goed groeien bij voldoende voedingsstoffen, vocht en warmte. ThiemeMeulenhoff 25

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen 2 Waar kun je op letten bij de zorg voor voeding om deze omstandigheden zo ongunstig mogelijk te maken? Goed schoonmaken, niet te warm bewaren, snel koel wegleggen, ventileren. 3 Noem twee levensmiddelen die snel bederven. Twee levensmiddelen die snel bederven zijn bijvoorbeeld vers vlees en verse vis. 4 Noem drie levensmiddelen die niet snel bederven. Voorbeelden van levensmiddelen die niet snel bederven, zijn: macaroni, rijst en gedroogde peulvruchten. 5 Op welke manieren kan voedsel besmet raken? Voedsel kan op twee manieren besmet raken: je kunt zelf bacteriën overbrengen op voedsel, bijvoorbeeld via je handen, door niesen of hoesten of door je haren. Voedsel kan ook besmet raken door ongedierte of insecten, zij zijn de dragers van de bacterie. 6 Waarom is nabesmetting zo gevaarlijk? Nabesmetting is zo gevaarlijk omdat je gaar voedsel niet meer verhit. 7 Geef in je eigen woorden aan wat een voedselvergiftiging is. Bij een voedselvergiftiging komen er grote hoeveelheden van een schadelijke bacterie in het voedsel voor, hiervan word je ziek. 8 Waarom hebben mensen tijdens de zomervakantie vaak last van diarree als gevolg van een voedselvergiftiging? Als het warm is, is de kans op voedselvergiftiging groter omdat bacteriën bij warm weer harder groeien. Bovendien wordt er zomers vaak gebarbecued, hierbij is het vlees soms niet voldoende gaar. Het komt ook voor dat je op vakantie bent in een land waar het voedsel minder hygiënisch klaargemaakt wordt. 26 ThiemeMeulenhoff

Zorg voor de voeding Dranken en gerechten verzorgen Dranken en gerechten verzorgen PRAKTIJK: GEZONDE MAALTIJDEN 1 Leg uit waarom afwisseling belangrijk is bij het samenstellen van maaltijden. Afwisseling is natuurlijk belangrijk om ervoor te zorgen dat je steeds trek in eten hebt. In verschillende voedingsmiddelen zitten ook verschillende voedingsstoffen. Als je voor voldoende afwisseling zorgt, krijg je ook alle voedingsstoffen binnen. 2 Zoek in een kookboek of op internet tien adviezen over hoe je voedsel hygiënisch kunt bewaren en bereiden. (1) Let op de houdbaarheidsdatum van voedingsmiddelen, (2) houd rauwe en bereide producten gescheiden, (3) controleer regelmatig de temperatuur van de koelkast (maximaal 7 graden), (4) verhit voedsel voldoende lang door en door, (5) bewaar rauwe producten onder in de koelkast, bereide producten bovenin, (6) bewaar voedsel nooit in een geopend blik, (7) bewaar resten nooit langer dan 48 uur, (8) ontdooi bevroren vlees, vis en gevogelte onder in de koelkast of in de magnetron, (9) gebruik schoon bestek en materiaal het klaarmaken van voedsel, (10) vang vleesnat en dooiwater op en spoel dit weg met heet water. 3 Stel twee gezonde lunchpakketten samen. Houd daarbij rekening met de Schijf van Vijf. Individueel antwoord ter beoordeling door de docent, let vooral op de aanwezigheid van producten uit groep 2. 4 Stel voor de bewoners van een verzorgingshuis een weekmenu samen voor de warme maaltijden. Let erop dat er voldoende afwisseling is. De maaltijden moeten voldoen aan de eisen van de Schijf van Vijf. Individueel antwoord, ter beoordeling door de docent. Let op afwisseling, dus niet altijd aardappelen, maar ook rijst, pasta of peulvruchten. Bij iedere maaltijd moet iets uit elke groep zitten. 5 Maak ook twee feestmenu's, bijvoorbeeld voor een verjaardag of een jubileum. Gebruik kookboeken, tijdschriften of kijk op internet. De menu's hebben drie gangen: voorgerecht, hoofdgerecht en toetje. Individueel antwoord, ter beoordeling door de docent. Bij iedere maaltijd moet iets uit elke groep zitten. De menu's moeten feestelijk zijn, door de keuze van ingrediënten (zalm, biefstuk, een mooie salade) of door de keuze van een leuk voor- of nagerecht (een speciale soep of cocktail, ijs). PRAKTIJK: WELKE GROENTEN ETEN WE? 1 Schrijf een paar soorten groenten op die Mustafa en Brian kunnen kopen voor het eind van de week. Voorbeelden zijn: witte kool, rodekool, tuinbonen, worteltjes, sperziebonen en snijbonen. 2 Schrijf een paar soorten groenten op die Mustafa en Brian alleen kunnen kopen voor de eerste dagen van de week. Voor de eerst dagen van de week kunnen ze bladgroenten, zoals sla, andijvie en spinazie kopen. ThiemeMeulenhoff 27

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen 3 In sommige groenten zit een stof die schadelijk kan zijn voor je lichaam als je er veel van eet. Welke stof is dat? In welke groenten zit deze stof? Geef twee adviezen aan Mustafa en Brian over hoe ze het beste met deze groenten kunnen omgaan. Die stof heet nitraat, en zit in bladgroenten en kasgroenten. Het is het beste om deze groenten niet meer dan twee keer in de week te eten, en zo kort mogelijk te bewaren. Warm ze nooit op, gooi een restje altijd weg. 4 Brian stelt voor om ook een dag groenten uit blik te eten. Geef je mening hierover. In blikgroenten zitten voldoende voedingsstoffen, het is dus niet erg om deze te eten in plaats van verse groenten. De smaak is wel anders. 5 Waar kunnen Mustafa en Brian de groenten het beste bewaren? Ze kunnen de meeste groenten het beste bewaren in de groentenla van de koelkast. Tomaten, komkommers en paprika 's bewaar ze het beste buiten de koelkast. PRAKTIJK: EEN MAALTIJD MAKEN 1 Stel een goede en gezonde warme maaltijd samen die de bewoners met elkaar kunnen bereiden voor acht personen. De maaltijd moet bestaan uit twee gangen. Individueel antwoord. De maaltijd moet uit iets bevatten uit elke groep van de Schijf van Vijf. Daarnaast moet het gerecht eenvoudig klaar te maken zijn. 2 Zoek de recepten op in een kookboek. Maak een samenvatting van deze recepten. Individueel antwoord, ter beoordeling door de docent. Let erop dat de studenten een goede en duidelijke volgorde aangeven in de samenvatting. 3 Noteer welke hoeveelheden je nodig hebt. Individueel antwoord, let op de juiste hoeveelheden voor acht personen. 4 Maak een werkschema voor deze maaltijd. Noteer de tijden. De bewoners eten altijd om zes uur. Individueel antwoord. Let op dat de juiste tijden aangehouden worden voor voorbereiden, koken, tafeldekken, etc. PRAKTIJK: OUDER WORDEN 1 Dirk moet matig zijn met verzadigd vet. Geef aan met welke voedingsmiddelen hij voorzichtig moet zijn. 2 Sommige andere bewoners klagen over de maaltijden die zijn aangepast aan Dirk. Ze vinden het eten zo flauw. Geef hiervoor een verklaring. Hoe ga je met deze klacht om? 3 Bedenk drie gezonde warme maaltijden voor Dirk, die ook aantrekkelijk zijn voor de andere bewoners. 4 Dirk heeft voedingsadviezen gekregen. Welke andere adviezen kun je Dirk geven? 28 ThiemeMeulenhoff

Zorg voor de voeding Dranken en gerechten verzorgen 5 Veel ouderen hebben last van obstipatie. Noem drie mogelijke oorzaken. KENNISOPDRACHT 1 Stel twee gezonde ontbijten samen voor een oudere zorgvrager. Individueel antwoord. Let op voldoende voedingsvezel, niet te veel verzadigd vet en niet teveel suiker. De maaltijd moet voldoen aan de Schijf van Vijf. 2 Stel twee goede lunchpakketten samen voor schoolgaande kinderen. Individueel antwoord. Let op voldoende bouwstoffen en energieleverende stoffen, de lunchpakketten moeten voldoen aan de Schijf van Vijf. 3 Stel vier warme maaltijden samen op voor een gezin met kinderen. Controleer de maaltijden aan de hand van de richtlijnen van de Schijf van Vijf. Noteer per regel van de Schijf van Vijf je conclusies. Individueel antwoord. Let erop dat de maaltijden geschikt zijn voor kinderen. De studenten controleren de maaltijden zelf aan de hand van de Schijf van Vijf. 4 Schrijf alles op wat je gisteren gegeten en gedronken hebt. Bekijk of de lijst voldoet aan de richtlijnen voor een gezonde voeding. Geef daar waar nodig aan wat je kunt verbeteren aan je eigen voedingspatroon. Individueel antwoord. Laat de studenten hun maaltijden beoordelen aan de hand van de Schijf van Vijf. Het is ook belangrijk dat ze hun complete voedingspatroon kunnen beoordelen, dus letten op suiker, vet en alcohol. 5 Beoordeel je lichaamsgewicht aan de hand van de queteletindex. Hoe gezond is je eigen lichaamsgewicht? Individueel antwoord, ter beoordeling door de docent. Studenten zoeken zelf hun QI op en beoordelen deze, hebben ze een gezond gewicht of niet? 6 Meneer Maren wil een paar kilo afvallen. Hij eet graag lasagna. Zoek het recept van lasagne op in je kookboek. Noem twee ingrediënten uit het recept die meneer Maren beter niet kan gebruiken. Geef twee tips om het recept aan te passen. Meneer Maren kan beter geen varkensgehakt, volvette kaas of crème fraîche gebruiken. Tips die je geeft: kies rundergehakt en gebruik daar minder van, kies minder vette kaas, laat de crème fraîche weg of kies voor een halfvette of magere crème fraîche. 7 Bekijk verschillende melkproducten. Bestudeer de verpakking en het etiket van vijf melkproducten. Zoek de volgende gegevens voor elk product op: het vetgehalte per 100 gram; de hoeveelheid energie per 100 gram (het aantal calorieën of kilojoules); het aantal dagen dat product houdbaar is; de prijs. Individueel antwoord. Let op variatie in melkproducten, bijvoorbeeld volle melk, magere melk, karnemelk, kwark en verschillende soorten vruchtenyoghurt en vla. 8 Schrijf vijf aspecten op waaraan goede tafelmanieren volgens jou moeten voldoen. Vergelijk je lijstje met dat van een groepsgenoot. Eigen mening. 9 Verzin vier leuke en gezonde traktaties voor een kinderverjaardag. ThiemeMeulenhoff 29

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen Individueel antwoord. In kookboeken, tijdschriften en op internet zijn leuke en gezonde kindertraktaties te vinden. 10 Schrijf op wat jij belangrijk vindt bij het ontvangen van gasten in je werksituatie. Bij het ontvangen van gasten in je werksituatie is het belangrijk dat je gastvrij bent, niet op de voorgrond treedt, begrip toont en iets te drinken aanbiedt op een verzorgde manier. 30 ThiemeMeulenhoff

Zorg voor de voeding Voedings- en dieetvoorschriften Voedings- en dieetvoorschriften PRAKTIJK: BORST OF FLES? 1 Geef jouw mening over borstvoeding en flesvoeding. Waaraan geef jij de voorkeur? Motiveer je keuze met minimaal drie argumenten. Voordelen van borstvoeding zijn: het is makkelijk, kant-en-klaar, op de goede temperatuur en bijna bacterievrij. Voordelen van flesvoeding zijn: je kunt precies zien wat de baby drinkt, iedereen kan het geven, je kunt ook aangepaste voeding kopen bij problemen. 2 Chantal werkt in een gezin waar de baby een koemelkallergie heeft. Zoek uit welke voeding deze baby wel kan verdragen. Deze baby geef je voeding op basis van soja. PRAKTIJK: GEEF MAAR EEN LEKKER TOETJE 1 Geef twee oorzaken voor het slechte eetgedrag van Fardau. Fardau snoept veel, drinkt veel frisdrank en is te actief vlak voor het eten. 2 Wat vind jij van de opmerking van Fardau's vader dat ze maar een toetje moet eten? Ben jij het daarmee eens? Motiveer je antwoord. Eigen mening. In een toetje zitten natuurlijk niet alle voedingsstoffen die ze nodig heeft. 3 Geef vier tips voor Nienke om ervoor te zorgen dat Fardau beter eet. Tips zijn: zorg voor een goede sfeer aan tafel, zorg voor afwisseling in de maaltijden, zorg voor regelmaat, zorg voor aantrekkelijk eten, zorg dat Fardau voor de maaltijd niet te veel eet of drinkt, zorg dat het eten op de juiste temperatuur is, laat Fardau niet te lang doorspelen. PRAKTIJK: IK HEB GEEN TREK 1 Merlijn gaat een gesprek aan met mevrouw Pieters over haar slechte eetlust. Schrijf op wat Merlijn aan mevrouw Pieters kan vragen. Merlijn kan vragen waarom mevrouw Pieters zo weinig eet, wat ze gewend was te eten, of ze liever meerdere keren per dag eet, wat ze graag lust en of er iets is waar ze trek in heeft. 2 Mevrouw Pieters geeft aan dat ze vaak misselijk is. Wat is belangrijk bij misselijkheid? Het is belangrijk om minstens anderhalve liter vocht per dag te drinken. 3 De bewoners eten met elkaar aan tafel. Geef een paar adviezen om de maaltijd aantrekkelijker te maken. Adviezen om de maaltijd aantrekkelijker te maken: dek de tafel gezellig, denk om een tafellaken of placemat en als het kan een bloemetje. 4 Schrijf een paar dingen op die je kunt doen om de eetlust van mensen te stimuleren. Om de eetlust te stimuleren, geef je een half uur voor de maaltijd een kopje ontvette bouillon, een halve grapefruit of een klein glas vruchtensap, geef je meerdere kleine maaltijden per dag, zorg je voor lichtverteerbare voeding, zorg je dat de voeding er aantrekkelijk uitziet en serveer je de gerechten op de goede temperatuur. ThiemeMeulenhoff 31

1.4 Ondersteunen bij huishouden en wonen PRAKTIJK: AFVALLEN 1 Geef jouw mening over het gebruik van maaltijdvervangers als je wilt afvallen. Eigen mening. Maaltijdvervangers zijn duur, en je voedingsgewoonten veranderen er niet mee. Je kunt beter leren om gezond te eten. 2 Geef goede voedingsadviezen voor Katja om werkelijk blijvend af te vallen. Beperk voedingsmiddelen die veel energie leveren (met veel vetten en koolhydraten), gebruik veel voedingsvezel, drinkt veel dranken die geen energie leveren, eet langzaam en kauw goed, eet op vaste tijden en een vaste plaats. 3 Welke twee soorten zoetstoffen ken je? Zoetstoffen die energie leveren, zoals xylitol en sorbitol, en zoetstoffen die geen energie leveren, zoals sacharine, cyclamaat en aspartaam. 4 Zou jij Katja aanraden om zoetstoffen te gebruiken om af te vallen? Motiveer je antwoord. Katja kan gebruikmaken van de zoetstoffen die geen energie leveren. PRAKTIJK: OVERGEVOELIG 1 Ga op zoek naar meer informatie over overgevoeligheid voor kleurstoffen. Schrijf hierover een stukje voor de schoolkrant van de school van Tamara. Individuele opdracht, ter beoordeling door de docent. In het artikel moet naar voren komen hoe ernstig en vervelend de gevolgen zijn voor een kind dat overgevoelig is als het iets verkeerds eet. Belangrijk zijn ook suggesties voor vervanging. 2 Wat vind je van het idee van Tamara's moeder om voortaan van tevoren de moeder van een jarig kind op te bellen? Motiveer je antwoord. Dat is een goed plan, dan is die moeder op de hoogte en wordt de kans veel kleiner dat Tamara iets eet wat ze niet mag hebben. 3 Wat kan de moeder van Tamara nog meer doen om te voorkomen dat het misgaat? Ze kan ervoor zorgen dat zoveel mogelijk bekend is dat Tamara overgevoelig is. Ze kan Tamara snoep en andere dingen meegeven die ze wel mag hebben. 4 Kijk in de winkels of er ook snoep zonder kleurstoffen te koop is. Schrijf op wat je gevonden hebt. Individueel antwoord. In reformwinkels is het zeker te koop, maar supermarkten verkopen het soms ook. 5 Geef suggesties voor andere traktaties die Tamara wel mag hebben. Individueel antwoord, ter beoordeling door de docent. Denk maar aan hartige traktaties (blokje kaas) en fruit. KENNISOPDRACHT 1 Je gaat proberen af te vallen met het Montignacdieet. Is dit echt een dieet? Leg je antwoord uit. Nee, want een dieet wordt voorgeschreven door een arts. 32 ThiemeMeulenhoff

Zorg voor de voeding Voedings- en dieetvoorschriften 2 Geef twee manieren aan waarop je ervoor kunt zorgen dat je minder energie opneemt dan je verbruikt. Minder eten en meer bewegen. 3 Geef je mening over de volgende stelling: Een diabetesdieet is eigenlijk gewoon gezonde voeding. Dat is ook zo, alleen met een extra accent op regelmatige verdeling van koolhydraten over de dag. 4 Bekijk het etiket van een lightfrisdrank. Geef je mening over het gebruik van deze frisdrank door diabetici. Geef je mening over het gebruik van deze frisdrank bij een energiebeperkt dieet. Ter beoordeling door de docent, voor diabetici maakt het niet uit of zoetstoffen energie leveren, voor mensen die af willen vallen wel. Kijk wel uit met sorbitol, een teveel kan darmklachten geven. 5 Bedenk drie tussendoortjes die je een zorgvrager met een eiwitverrijkt dieet kunt geven. Individueel antwoord, denk aan toegevoegde eiwitpreparaten, verder tussendoortjes met zuivel of een milkshake. 6 Met welk dieet wordt een eiwitverrijkt dieet meestal gecombineerd? Geef hiervoor een verklaring. Een eiwitverrijkt dieet wordt meestal gecombineerd met een energieverrijkt dieet, het gaat vaak om zorgvragers die ondervoed zijn. 7 Wat zijn gluten? Kijk in de winkel welke glutenvrije producten je kunt kopen. Noteer zes glutenvrije artikelen die je gevonden hebt. Vergelijk de prijs van dit dieetproduct met die van een vergelijkbaar artikel (met gluten). Noteer de conclusie. Gluten zijn het eiwit in tarwe, haver, rogge en gerst. Ter beoordeling door de docent, er is een glutenvrij symbool dat op de verpakking staat. 8 Leg het verschil uit tussen allergie, hyperactiviteit en intolerantie. Bij een allergie reageert het lichaam op stoffen die normaal gesproken geen reactie mogen oproepen. Bij hyperactiviteit worden kinderen onrustig door het gebruik van bepaalde stoffen, of juist teruggetrokken en depressief. Bij intolerantie gaat het om onverwachte, individueel verschillende reacties op bepaalde stoffen zonder dat er sprake is van een allergie. 9 Bekijk het etiket van een fles slasaus. Schrijf op welke additieven erin zitten. Schrijf op welke functie deze additieven hebben. Individueel antwoord. ThiemeMeulenhoff 33