Actuariële en bedrijfstechnische nota



Vergelijkbare documenten
2013 verkort in beeld. Ontwikkelingen. Pensioenen Beleggingen Organogram

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

STICHTING PENSIOENFONDS ROCKWOOL ACTUARIËLE EN BEDRIJFSTECHNISCHE NOTA 18 DECEMBER 2017

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2015

Bijlagen. Stichting Pensioenfonds Unisys Nederland. Versie 1 januari 2013 PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN

Samenvatting DEPF reglementen Per 1 januari 2016

Actuariële en bedrijfstechnische nota

PENSIOENREGLEMENT UNISYS PENSIOENKAPITAALPLAN PENSIOENREGLEMENT UNISYS COMBI PENSIOEN UNISYS PENSIOENREGLEMENT, 12E NOTA VAN WIJZIGING

1. Definities Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

Aanvullend pensioenreglement "Excedent middelloon "

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

UITVOERINGSOVEREENKOMST

Reglement arbeidsongeschiktheidspensioen Stichting Voorzieningsfonds Getronics

In de Pensioenwet is vastgelegd dat wanneer een pensioenfonds niet langer voldoet aan de gestelde eisen ten aanzien van:

STICHTING BEDRIJFSPENSIOENFONDS VOOR DE AGRARISCHE EN VOEDSELVOORZIENINGSHANDEL. Postbus GC Rijswijk.

Buitengewone vergadering van deelnemers 22 november 2010

Addendum 2 bij het Pensioenreglement Sanoma 2009 pensioenregeling, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Samenvatting DEPF reglementen

Herstelplan 2015 Compartiment SPDHV

Mijn Pensioen. Pensioen is meer! Onderwerpen van vandaag 23/11/2015. Mijn Pensioen (1) Hoe ziet mijn pensioen eruit?

Addendum 2 bij het Pensioenreglement pensioenregeling A, van Stichting Pensioenfonds Sanoma Nederland, contractnummer

Bijlage 3 Het Financieel Crisisplan

Datum Briefnummer Behandeld door Doorkiesnummer N.W. Dijkhuizen 630

SPNG. veranderingen. was voor. een jaar van grote. Verkort jaarverslag 2013 >

AANVULLEND PENSIOENREGLEMENT EINDLOON

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

Uitvoeringsreglement Stichting Bedrijfstakpensioenfonds Waterbouw

Belanghebbendenvergadering. 24 september 2015

REGLEMENT AANVULLEND ARBEIDSONGESCHIKTHEIDSPENSIOEN VAN STICHTING PENSIOENFONDS IMTECH

Stichting Pensioenfonds SMIT. Bestuursreglement V120620

Via deze brief krijgt u verdere (achtergrond)informatie over de huidige situatie en wat dit voor uw pensioen betekent.

Stichting Pensioenfonds Caribisch Nederland. Uitvoeringsreglement als bedoeld in artikel 11f van de Pensioenwet ambtenaren BES

UITVOERINGSOVEREENKOMST MET REXEL NEDERLAND B.V.

Stichting Pensioenfonds HAL

Grondslagen StiPP verklaring financiële en actuariële gelijkwaardigheid 2016

UITVOERINGSOVEREENKOMST MET REXEL NEDERLAND B.V.

Verklaring inzake de beleggingsbeginselen

REGLEMENT AANVULLINGSREGELINGEN PER 1 JANUARI 2006 STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE HANDEL IN BOUWMATERIALEN

Bewaar deze startbrief zorgvuldig. Pensioen heeft nu misschien niet uw hoogste aandacht, binnenkort kan dat anders zijn.

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

REGLEMENT AANVULLEND PENSIOEN STICHTING PENSIOENFONDS ALLIANCE

1. Definities Zuivere Kostendekkende premie Premie die noodzakelijk is om jaarlijks ouderdomspensioenaanspraken in te kopen.

Welkom namens. Stichting Pensioenfonds van de KAS BANK. AMSTERDAM, 25 juni 2015

27 september Deelnemersvergadering

HERSTELPLAN 31 maart 2009

Stichting Pensioenfonds HAL. Pensioenreglement WIA -Excedentpensioen

2. Het Verantwoordingsorgaan bestaat uit drie personen. Het bestuur benoemt de leden van het Verantwoordingsorgaan.

Uitvoeringsovereenkomst

Geef pensioen de aandacht die het verdient. Jaarbericht Stichting Pensioenfonds

Brochure Toeslagverlening

Collectieve arbeidsovereenkomst inzake pensioenen NYSE Euronext

Uitvoeringsovereenkomst. Wolters Kluwer Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds Wolters Kluwer Nederland

Stichting Pensioenfonds Xerox

Procedure toetsing premie, bijlage 3 (ABTN) Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Supplement bij uitvoeringsovereenkomst d.d. 31 december 2012 hoofdlijnenakkoord tussen IBM Nederland B.V. en Stichting Pensioenfonds IBM Nederland

Herstelplan ultimo 2017

Herstelplan ultimo 2016

Verklaring inzake beleggingsbeginselen

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij, statutair gevestigd te Enschede, hierna te noemen: "het Fonds"

Versie: Financieel Crisisplan Stichting Pensioenfonds F. van Lanschot

Communicatiekalender 2017 en 2018

Overige. Wijziging rente. Rendement. Toeslagen. Uitkeringen. Premies

Aanvullend reglement Pensioenopbouw boven salarisgrens (laag)

Actuariële en Bedrijfstechnische Nota. Nota, waarin het beleid van het fonds op alle relevante gebieden beschreven wordt.

Toeslagverlening Uitgave mei 2015

Reglement deelnemersraad BPF Bouw

Toeslagverlening. Versie

Stichting Metro Pensioenfonds Populair jaarverslag 2008

Toeslagverlening. Versie

STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE METALEKTRO AANVULLEND REGLEMENT. Pensioenopbouw boven de Salarisgrens (hoog) voor het personeel van <naam onderneming>

Financieel crisisplan. van de

Toeslag- verlening Uitgave mei 2015

Reglement Verantwoordingsorgaan

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Grens volledige indexatie 141% 1 114% 115% complex 125% Indexatie 2.53% 0.00% 0.00% 0.00% 0.00%

Artikel 1 - Definities

voor de beleggingscommissie van Stichting Pensioenfonds voor Verloskundigen (hierna: SPV).

Stichting Norit Pensioenfonds

ANW- Hiaat Reglement De Stichting Kuwait Petroleum Pensioenfonds Nederland

<WERKGEVER> Contractnr. <REG>/001

PENSIOENREGLEMENT 2 Van Stichting Pensioenfonds Holland Casino

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Verder in deze nieuwsbrief een samenvatting van het rapport van de visitatiecommissie.

Collectieve Arbeidsovereenkomst over pensioenen. Tronox Pigments (Holland) B.V. Rotterdam-Botlek

Deelnemersvergadering. Haarlem 26 juni 2017 Boxmeer 29 juni 2017 Oss 29 juni 2017

Uitvoeringsovereenkomst 2017 tussen Mafina B.V. en Stichting TOTAL Pensioenfonds Nederland

PENSIOENREGLEMENT II STICHTING BEDRIJFSTAKPENSIOENFONDS VOOR DE MEUBELINDUSTRIE EN MEUBILERINGSBEDRIJVEN. Juni 2015

VERKORT JAARVERSLAG 2016

Bedrijfstakpensioenfonds voor de Bitumineuze- en Kunststof Dakbedekkingsbedrijven

DEKKINGSGRAADSJABLOON PER 1 JANUARI 2009 & TOELICHTING HOREND BIJ HET HERSTELPLAN BPF BOUW

Stichting Pensioenfonds SABIC

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Reglement ANW-hiaatverzekering. van. Pensioenfonds Deloitte

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds Rockwool Actuariële en bedrijfstechnische nota

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 1 2. Organisatie, beheer en interne controle... 2 2.1. Organisatie pensioenfonds... 2 2.1.1 Bestuur... 2 2.1.2 Beleggingscommissie... 3 2.1.3 Medezeggenschap... 3 2.1.4 Verantwoordingsorgaan... 4 2.1.5 Intern toezicht... 4 2.1.6 Organogram... 4 2.2. Uitbesteding van werkzaamheden... 5 2.2.1 Uitbesteding Administratie... 5 2.2.1.1 Deelnemersadministratie... 5 2.2.1.2 Financiële administratie... 6 2.2.2 Uitbesteding Vermogensbeheer... 6 2.2.3 Uitbesteding Actuariële werkzaamheden... 6 2.2.4 Uitbesteding Accountantswerkzaamheden... 7 2.3. Beheersmaatregelen en interne controle... 7 2.3.1 Deelnemersadministratie... 9 2.3.2 Premievaststelling en inning... 9 2.3.3 Uitkeringen... 10 2.3.4 Management informatie... 10 2.4 Communicatie... 10 3. Pensioenregeling... 12 3.1. Aangesloten onderneming(en)... 12 3.2. Deelnemerschap en pensioenregelingen... 12 3.3 De inhoud van de pensioenregeling... 12 3.3.1 Voorwaardelijke toeslagverlening... 16

4. Herverzekering... 18 5. Voorzieningen en reserves... 19 5.1. Voorziening pensioenverplichtingen... 19 5.2 Voorziening voor ingegane ziektegevallen... 20 5.3 Algemene reserve/eigen vermogen... 20 5.4 Reserve technisch resultaat... 21 6. Beleggingsbeleid... 22 6.1. Het strategisch beleggingsbeleid... 22 6.1.1 Strategische invulling Rentebeleid... 22 6.1.2 Tactische invulling... 23 6.2. Opzet vermogensbeheer... 24 6.3. Risicometing en -beheersing... 24 6.4. Resultaatsevaluatie... 26 6.5. Waarderingsgrondslag... 27 7. Premiebeleid... 28 7.1. Actuarieel kostendekkende premie... 28 7.2. De interne financiering gebaseerd op de toepassing van een gedempte kostendekkende premie... 29 7.3. De feitelijk te betalen premie... 29 8. Vereist eigen vermogen en financiële sturingsmiddelen... 31 8.1. Vereist eigen vermogen... 31 8.2. Kortetermijnherstelplan en langetermijnherstelplan... 31 8.2.1 Huidig herstelplan... 32 8.3. Beleggingsbeleid... 33 8.4. Toeslagenbeleid... 33 8.5. Premiebeleid... 34 8.6. Noodclausule... 34 8.7. Continuïteitsanalyse... 34 9. Het financieel crisisplan... 35 10. Verklaring inzake beleggingsbeginselen... 52

10.1 Introductie... 52 10.1.1 Inleiding... 52 10.1.2 Doelstelling beleggingsbeleid... 52 10.1.3 Wijzigen van de verklaring... 52 10.2 Organisatie... 52 10.2.1 Het Pensioenfonds... 52 10.2.2 Het bestuur... 53 10.2.3 Beleggingscommissie... 53 10.2.4 Deskundigheid medewerkers... 53 10.2.5 Scheiding van belangen... 53 10.3 Uitvoering... 53 10.3.1 Uitbesteding... 54 10.3.2 Strategisch beleggingsplan... 54 10.3.3 Algemene uitgangspunten beleggingsbeginselen... 54 10.3.4 Beleggingen... 55 10.3.5 Grenzen aan beleggingsbeslissingen... 55 10.3.6 Risicobeheersing... 55

Stichting Pensioenfonds Rockwool 1 1. Inleiding De Stichting Pensioenfonds Rockwool (het pensioenfonds) is een ondernemingspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet. Uit het gestelde in artikel 145, lid 1 van de Pensioenwet vloeit voort dat een ondernemingspensioenfonds een actuariële en bedrijfstechnische nota (abtn) dient vast te stellen. De inhoud van deze abtn dient zodanig te zijn dat De Nederlandsche Bank N.V. (DNB) tot een oordeel kan komen over de wijze waarop wordt voldaan aan het bepaalde bij of krachtens de artikelen 25, 95, 126 t/m 137 en 143 van de Pensioenwet. In paragraaf 9 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen van 18 december 2006 (in deze abtn verder Besluit FTK genoemd) zijn nadere regels gesteld aan de abtn van pensioenfondsen. Deze abtn is vastgesteld op 2 september 2014 en geldt met ingang van en vervangt alle voorgaande nota s en wijzigingsbladen. De grondslagen voor de vaststelling van de voorziening pensioenverplichtingen zoals opgenomen in hoofdstuk 5.1 gelden met ingang van. Het bestuur is te allen tijde bevoegd deze abtn te wijzigen. In deze abtn worden dezelfde begrippen gehanteerd als de begrippen in de statuten en het pensioenreglement, tenzij anders wordt aangegeven.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 2 2. Organisatie, beheer en interne controle 2.1. Organisatie pensioenfonds 2.1.1 Bestuur Het fonds zal worden bestuurd en beheerd door een bestuur gevormd door een even aantal van minimaal zes en maximaal tien bestuursleden, van wie: De helft onder wie de voorzitter, wordt benoemd door de directie; De helft wordt gekozen door en uit de deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers, met inachtneming van het bepaalde in lid 7 van dit artikel. Namens pensioengerechtigden en gewezen deelnemers is er minimaal één bestuurder. Het bestuur kiest elke vier jaar een secretaris, bij voorkeur uit de door de deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers gekozen bestuursleden. Het bestuur stelt een deskundigheidsplan op dat voldoet aan de deskundigheidseisen die door DNB worden gesteld. De samenstelling van het bestuur dient te voldoen aan de criteria zoals vastgelegd in het deskundigheidsplan voor de bestuursleden van het pensioenfonds. Het bestuur zal eens in de twee jaar haar eigen functioneren zowel voor het bestuur als geheel, als voor de individuele bestuursleden afzonderlijk, (laten) evalueren en de resultaten bespreken in een speciaal daartoe belegde vergadering. Het individueel beoordelen en functioneren, zal onder andere plaatsvinden door gesprekken met de voorzitter en / of de secretaris. Tenminste één persoon van het algemeen bestuur zal de bevoegdheden van het dagelijks bestuur evalueren. Hiertoe zal de desbetreffende persoon gesprekken voeren met het dagelijks bestuur en andere leden van het algemeen bestuur. Het bestuur kan besluiten gebruik te maken van ondersteuning door externen dan wel het inzetten van andere instrumenten en middelen.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 3 De resultaten van deze tweejaarlijkse evaluatie en de gesprekken worden niet openbaar gemaakt. De te nemen acties als gevolg van de resultaten van de tweejaarlijkse evaluatie zullen worden opgenomen in het deskundigheidsplan. Het dagelijks bestuur van het pensioenfonds wordt gevormd door de voorzitter en de secretaris ondersteund door de pensioenadministrateur. Alle operationele besluiten worden voorgelegd aan ten minste één medebestuurslid. Het pensioenfonds wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door het bestuur of door twee gezamenlijk handelende bestuursleden, van wie er één dient te behoren tot het dagelijks bestuur. Het bestuur legt verantwoording af omtrent het gevoerde beleid en de financiële huishouding in de jaarrekening van het fonds. De jaarrekening wordt in overeenstemming met wettelijke regels gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel en ligt tevens (op afspraak) ter inzage ten kantore van de administrateur van het fonds. Het bestuur zal een adviesorgaan in de vorm van een Deelnemersraad bestaande uit deelnemers en pensioengerechtigden instellen indien hiertoe een verzoek ingevolge de Pensioenwet wordt gedaan. 2.1.2 Beleggingscommissie De beleggingscommissie bestaat uit een delegatie van het bestuur en eventuele externe deskundigen. De beleggingscommissie heeft tevens de vrijheid om zich te laten adviseren door deskundigen, niet zijnde bestuursleden of leden van de beleggingscommissie. De beleggingscommissie van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor de tactische invulling en is belast met het toezicht op het vermogensbeheer. De beleggingscommissie dient als adviesorgaan van het bestuur. De taken en verantwoordelijkheden van de beleggingscommissie zijn door het bestuur vastgesteld. De beleggingscommissie is verantwoordelijk voor het monitoren, beoordelen en adviseren van de beleggingsactiviteiten. Het beleggingsplan wordt door het Bestuur vastgesteld en is als bijlage aan de abtn toegevoegd. 2.1.3 Medezeggenschap De pensioengerechtigden worden vertegenwoordigd door een vertegenwoordiging in het bestuur.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 4 2.1.4 Verantwoordingsorgaan In lijn met de principes van goed pensioenfondsbestuur heeft het bestuur een verantwoordingsorgaan in het leven geroepen. Het verantwoordingsorgaan bestaat uit vertegenwoordigers van de actieve deelnemers, de pensioengerechtigden en de werkgever. Het bestuur legt verantwoording af aan het verantwoordingsorgaan over het beleid en de wijze waarop het is uitgevoerd en over de naleving van de principes van goed pensioenfondsbestuur. 2.1.5 Intern toezicht Het bestuur heeft besloten tot invoering van een Raad van Toezicht met ingang van, met als argument hierdoor meer betrokkenheid en fondskennis bij het intern toezicht te creëren, en de countervailing power naar het bestuur te versterken. 2.1.6 Organogram

Stichting Pensioenfonds Rockwool 5 2.2. Uitbesteding van werkzaamheden Het bestuur heeft de mogelijkheid om specifieke werkzaamheden uit te besteden. Bij de besluiten die het bestuur neemt ten aanzien van uitbesteding worden de volgende criteria van de werkzaamheden die aan derden worden uitbesteed, beoordeeld: Vereiste deskundigheid Kosten Effectiviteit van activiteiten Continuïteit van werkzaamheden Beheersbaarheid van uitbestede werkzaamheden Benodigde interne controle Grondslag voor de uitbesteding van activiteiten is te allen tijde (het bestaan van) een rechtsgeldige en door het pensioenfonds en een derde partij waaraan werkzaamheden zijn uitbesteed ondertekende en gedateerde overeenkomst. In deze uitvoeringsovereenkomst zijn de wederzijdse rechten en plichten vastgelegd conform het daarover bepaalde in het Besluit uitvoering Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling. 2.2.1 Uitbesteding Administratie 2.2.1.1 Deelnemersadministratie De deelnemersadministratie wordt uitgevoerd door AZL in Heerlen; Pensioenfondsadministrateur De taken van de pensioenfondsadministrateur betreffen o.a.: Het ondersteunen van het Pensioenfonds bestuur; De coördinatie van de uitbestedingen door het Pensioenfonds;

Stichting Pensioenfonds Rockwool 6 Het voorbereiden, verzorgen en organiseren van bijeenkomsten; Het up to date houden van de Pensioenfonds documenten inclusief de website; Alle taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden uitgevoerd door de pensioenfondsadministrateur zijn vastgelegd in een functieomschrijving. 2.2.1.2 Financiële administratie De financiële administratie is uitbesteed aan AZL in Heerlen. De financiële administratie betreft: Het opstellen en voorbereiden van de jaarlijkse financiële verantwoording Alle taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de financiële administrateur zijn vastgelegd in een uitbestedingsovereenkomst en een service level overeenkomst. Tevens is de financiële administrateur bevoegd tot het uitvoeren van de maandelijkse uitkeringen en incidentele betalingen. 2.2.2 Uitbesteding Vermogensbeheer Het vermogensbeheer is via de pensioenverzekeringsovereenkomst met Nationale-Nederlanden uitbesteed aan de vermogensbeheerder, ING Investment Management. Montesquieu Finance B.V. verzorgt het Overlay Management. Montesquieu Finance B.V. ontvangt van het bestuur van het pensioenfonds het mandaat om voor rekening en risico van het pensioenfonds transacties af te sluiten in Financiële Derivaten ten einde de balansrisico s te beheersen. Doelstelling is de realisatie van een zo stabiel en hoog mogelijke pensioenindexatie naar de toekomst toe binnen de door het pensioenfonds vastgestelde kaders. De risicobereidheid van het pensioenfonds wordt periodiek bepaald aan de hand van balansanalyses. Afstortingen door het pensioenfonds aan de vermogensbeheerder vinden plaats bij bedragen vanaf EUR 0,5 miljoen. De beleggingsadministratie wordt uitgevoerd door een custodian. 2.2.3 Uitbesteding Actuariële werkzaamheden De actuariële werkzaamheden worden uitbesteed aan een onafhankelijk adviserend actuaris en een onafhankelijk certificerend actuaris. De werkzaamheden van de adviserend actuaris betreffen de reguliere ondersteuning inzake operationele zaken, zoals het vaststellen van de verplichtingen ten behoeve van de financiële

Stichting Pensioenfonds Rockwool 7 verantwoording, de vaststelling van de kostendekkende premie, alsmede de vaststelling van de vermogenspositie overeenkomstig de daartoe door de DNB gestelde regels. Daarnaast worden in specifieke zaken de adviezen van de adviserend actuaris ingewonnen. De certificerend actuaris is belast met de werkzaamheden, als bedoeld in artikel 147, lid 3, sub h en lid 4 van de Pensioenwet. Jaarlijks wordt hiervoor een opdracht verstrekt. 2.2.4 Uitbesteding Accountantswerkzaamheden De accountantswerkzaamheden zijn uitbesteed bij een onafhankelijk extern accountant via een jaarlijkse opdracht. De externe accountant wordt benoemd door het bestuur. 2.3. Beheersmaatregelen en interne controle Vergaderingen van het bestuur worden bijeengeroepen door of vanwege de secretaris, door middel van email aan de andere bestuursleden, met een termijn van ten minste zes werkdagen. In geval de oproeping ter vergadering niet op bovenvermelde wijze heeft plaatsgevonden, kunnen niettemin geldige besluiten genomen worden, indien alle in functie zijnde bestuursleden ter vergadering aanwezig zijn. Het bestuur beslist bij meerderheid van stemmen waarbij tenminste 60% van de bestuursleden aanwezig of vertegenwoordigd zijn. Blanco, niet, en niet juist uitgebrachte stemmen tellen niet mee. Hierbij wordt rekening gehouden met paritaire stemverhoudingen. Over personen wordt schriftelijk en over zaken wordt mondeling gestemd, tenzij de voorzitter anders beslist. Bij staking van stemmen over personen vindt een tweede stemming plaats. Staken de stemmen wederom, dan beslist het lot. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen. Besluitvorming door het bestuur kan op andere wijze dan in een vergadering plaatsvinden, indien alle in functie zijnde bestuurders zich schriftelijk (waaronder begrepen alle vormen van geschreven tekstoverdracht) met algemene stemmen vóór het voorstel hebben verklaard.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 8 Van aldus genomen besluiten wordt aantekening gehouden in de notulen van de daarop volgende vergadering. Het beleid en de beleidsvoornemens van het pensioenfonds worden jaarlijks onderbouwd met een begroting. Het beleidsplan wordt vastgesteld door het bestuur van het pensioenfonds. Het bestuur wordt voor wat betreft het beleggingsbeleid ondersteund door een beleggingscommissie. Het bestuur benoemt de leden van de beleggingscommissie, waarbij zowel werkgevers- als werknemersleden zitting hebben. Het bestuur brengt jaarlijks onder overlegging van een accountantsverklaring schriftelijk verslag uit aan de deelnemers van het pensioenfonds van het in het afgelopen boekjaar gevoerde beleid en beheer. Gedurende het jaar ontvangt het bestuur één of meer voortgangsrapportages van de administrateur. Voor de uitoefening van haar taak beschikt het bestuur tevens ten minste over de volgende (management)informatie: Een kwartaalrapportage inzake de beleggingen en de daarbij behorende (geprognosticeerde) ontwikkeling van de dekkingsgraad. De relevante ontwikkelingen op pensioengebied en de mogelijke consequenties hiervan voor het fonds (regelmatig aangeleverd door de administrateur). Het door het (financiële) administratiekantoor voorbereide jaarverslag inclusief jaarrekening van het fonds. Een accountantsverklaring plus schriftelijk verslag van de accountant. Een actuarieel rapport van de adviserend actuaris en een actuariële verklaring van de certificerend actuaris. Ter voorkoming van belangenconflicten en van misbruik en oneigenlijk gebruik van de bij het pensioenfonds aanwezige informatie heeft het pensioenfonds een gedragscode opgesteld die voldoet aan het bij of krachtens artikel 20 lid 2 van Besluit Financieel Toetsingskader bepaalde. Deze gedragscode geldt voor de bestuursleden, voor de leden van de beleggingscommissie, voor de administrateur en voor de door het bestuur aangewezen personen en instanties.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 9 De bevoegdheden van het bestuur en de administrateur ten aanzien van financiële transacties zijn vastgelegd in een procuratieregeling. De interne controle is zoveel mogelijk gewaarborgd door de volgende maatregelen van interne controle: Het afbakenen van bevoegdheden, door het beperken van het aantal bevoegdheden per persoon en het beperken van het aantal personen per bevoegdheid. In de statuten is de tekeningsbevoegdheid geregeld namens het pensioenfonds. Hierin is bepaald dat behalve een bestuurslid altijd een lid van het Dagelijks Bestuur moet meetekenen. Er is een bankprocuratie geregeld. Jaarlijks zal de externe accountant rapporteren omtrent de betrouwbaarheid van de interne controles, op basis van de minimum vereisten voor een goedkeurende verklaring bij de jaarverslaggeving van het fonds. Op onderstaande gebieden vinden de volgende processen en controlewerkzaamheden plaats: 2.3.1 Deelnemersadministratie Deze geschiedt in samenwerking met de personeelsadministratie. Vanuit het personeelsadministratiesysteem (EMIS) worden: Maandelijks nieuwe salarissen doorgegeven aan AZL Heerlen. Maandelijkse mutaties met betrekking tot huwelijk/scheiding/partnerrelatie/wao en WIA/parttime/bedrijfswijziging en personalia uit het pakket geselecteerd en doorgegeven aan AZL Heerlen. Maandelijks de nieuwe en ontslagen deelnemers doorgegeven aan AZL Heerlen. Bij overlijden volgt er een directe melding aan AZL Heerlen via het GBA. AZL is aangesloten bij het GBA en het Pensioenregister waarbij mutaties binnen de pensioenfondsdeelnemers (in Nederland) door gemeenten gemeld wordt aan het pensioenfonds.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 10 2.3.2 Premievaststelling en inning Door een rekenmodule in het EMIS-pakket is er een automatische koppeling tussen het salaris en de te betalen pensioenpremie voor elke deelnemer. De berekening voor het werkgeversdeel is hieraan gekoppeld. Maandelijks worden de premies bij de werknemer en werkgever geïnd en binnen 10 dagen doorbetaald aan het Pensioenfonds. Controles vinden jaarlijks plaats bij de nieuwe salarisopgave. 2.3.3 Uitkeringen Deze worden door AZL in Heerlen vastgesteld en uitbetaald. 2.3.4 Management informatie Het jaarverslag wordt na afloop van een boekjaar opgesteld evenals de statutaire jaarrekening en de staten voor de DNB. Elk kwartaal worden rapportages opgesteld omtrent de ontwikkelingen van het belegd vermogen. Deze worden overlegd aan DNB. Periodiek wordt de beleggingscommissie van het pensioenfonds geïnformeerd door zowel de vermogensbeheerder als de Overlay Manager omtrent het verloop van de beleggingen. Bovendien vindt er vier maal per jaar een vergadering plaats met deze vermogensbeheerder om de resultaten en het te voeren beleid te bespreken. De beleggingscommissie doet elke bestuursvergadering verslag van de stand van zaken met betrekking tot de beleggingsportefeuille en de dekkingsgraad. De communicatiecommissie vergadert periodiek en rapporteert zonodig in elke pensioenfondsvergadering. De pensioenadministrateur heeft elke zes weken bilateraal overleg met een bestuurslid van werkgeverszijde over de gang van zaken binnen het pensioenfonds. Er zijn contracten en/of Service Level Agreements afgesloten met externe partijen welke jaarlijks worden getoetst. Jaarlijks wordt een kostenoverzicht en begroting opgesteld van het pensioenfonds dat goedgekeurd wordt door het bestuur. 2.4 Communicatie In lijn met de principes van goed pensioenfondsbestuur heeft het bestuur een communicatieplan opgesteld. Het bestuur refereert met dit plan naar de onder de Pensioenwet voorgeschreven communicatiestromen. Ten behoeve van de uitvoering van het communicatieplan heeft het bestuur een communicatie commissie ingesteld die bestaat uit drie bestuursleden en de pensioenadministrateur.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 11 Doelstellingen van het plan zijn onder andere: Bevordering betrokkenheid bij het pensioenfonds Vergroten kennis over pensioenen en pensioenregelingen Informatie over het reilen en zeilen van het pensioenfonds Zowel interne als externe doelgroepen zijn geïdentificeerd en er zijn afspraken gemaakt over communicatievormen. De belangrijkste daarvan zijn: Opstelling pensioenovereenkomst (alsmede de start- en aanmeldingsbrief en een jaarlijkse schriftelijke communicatie inzake het indexatiebeleid) voor deelnemers aan de regelingen en regelmatige informatie over pensioenaanspraken aan alle deelnemers, pensioengerechtigden en gewezen deelnemers. Het verstrekken van relevante pensioeninformatie door middel van een USB stick Aandacht geven aan het verschijnen van het Jaarverslag en de jaarrekening. Bevordering van het geven van presentaties aan belanghebbenden bij het pensioenfonds. Actuele pensioeninformatie is beschikbaar via de internetsite van het pensioenfonds. Het verstrekken van een periodieke Nieuwsbrief. Het bestuur evalueert jaarlijks de resultaten van de uitgevoerde werkzaamheden op het gebied van communicatie.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 12 3. Pensioenregeling 3.1. Aangesloten onderneming(en) Het pensioenfonds voert de pensioenregeling(en) uit voor de werknemers van Rockwool Benelux Holding. (hierna te noemen werkgever). De wederzijdse verantwoordelijkheden, rechten en (financiële) plichten zijn vastgelegd in een uitvoeringsovereenkomst met de werkgever. In deze overeenkomst zijn onder meer bepalingen opgenomen met betrekking tot de aanmelding van deelnemers, premievaststelling, de wijze en het tijdstip van premiebetaling en het verlenen van toeslagen. Meerdere werkgevers kunnen zich aansluiten bij het pensioenfonds. De hiervoor geldende statutaire voorwaarden zijn dat aangesloten ondernemingen dochterondernemingen van Rockwool Benelux Holding moeten zijn, waarvoor de CAO geldt. 3.2. Deelnemerschap en pensioenregelingen Deelnemer aan de pensioenregelingen zijn de in het pensioenreglement aangeduide werknemers met wie de werkgever een pensioenovereenkomst heeft gesloten of nog gaat sluiten. De inhoud van de pensioenovereenkomst is vastgelegd in het pensioenreglement. 3.3 De inhoud van de pensioenregeling Het pensioenfonds voert de pensioenregeling uit voor de (gewezen) deelnemers en gepensioneerden en nabestaanden die rechten hebben verworven op grond van het pensioenreglement van 2014. De regeling kan worden geclassificeerd als een collectieve beschikbare premieregeling (CDC) door de gemaximeerde, vaste pensioenpremie van de werkgever. Indien de benodigde pensioenpremie voor de reglementaire opbouw dit maximum overschrijdt, zal dit leiden tot een verlaagde toekomstige pensioenopbouw.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 13 De belangrijkste kenmerken van de pensioenregeling(en) worden hierna weergegeven: Deelnemer De werknemer in dienst van de werkgever Opneming De opneming geschiedt per de eerste of de 15 e van de maand waarin aan de gestelde eisen wordt voldaan. Jaarsalaris Twaalf maal het vaste maandsalaris (inclusief vaste toeslagen) vermeerderd met de vakantietoeslag en 13e maand dat geldt op het tijdstip van vaststelling van de pensioengrondslag. Franchise De opbouwfranchise bedraagt per 1 januari 2014 17.030,-. De premiefranchise is EURO 20.504,- en blijft bevroren totdat deze gelijk is aan de opbouwfranchise. Pensioengrondslag De pensioengrondslag wordt bij opneming in de pensioenregeling en vervolgens jaarlijks per 1 januari vastgesteld op een bedrag gelijk aan het jaarsalaris verminderd met de opbouwfranchise. De premiegrondslag is het jaarsalaris verminderd met de premiefranchise. Pensioenjaren De pensioenjaren zijn de jaren gelegen tussen 1 januari 2006 of de latere datum van opneming als deelnemer in de

Stichting Pensioenfonds Rockwool 14 pensioenregeling en de pensioendatum. Het aantal pensioenjaren wordt afgerond op hele jaren en volle maanden. Hierbij wordt een overblijvend gedeelte van een maand van 15 dagen of meer voor een volle maand gerekend en een overblijvend gedeelte van minder dan 15 dagen verwaarloosd. Reglementaire pensioendatum De eerste dag van de maand waarin de 67-ste verjaardag van de (gewezen) deelnemer valt. Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is gebaseerd op een voorwaardelijk geïndexeerd middelloon. Het jaarlijkse levenslange ouderdomspensioen is gelijk aan maximaal 1,9% van de pensioengrondslag van de deelnemer op de datum van deelneming vermenigvuldigd met het aantal pensioenjaren van de deelnemer. Bij een wijziging van de pensioengrondslag wordt het jaarlijks levenslang ouderdomspensioen verhoogd of verlaagd met 1,9% van de verhoging respectievelijk verlaging, vermenigvuldigd met het aantal pensioenjaren gelegen na de wijziging. Nabestaandenpensioen Het nabestaandenpensioen bedraagt voor deelnemers 70% van het te bereiken ouderdomspensioen. ANW-hiaat Er is een tijdelijk nabestaandenpensioen voor gehuwden, geregistreerde partners en partners met een notarieel verleden samenlevingsovereenkomst.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 15 Wezenpensioen Het wezenpensioen bedraagt 14% van het te bereiken ouderdomspensioen tot 21 jaar respectievelijk 27 jaar voor studerende of invalide kinderen. Voor volledige wezen wordt de uitkering verdubbeld. Financiering De financiering vindt plaats middels jaarlijkse affinanciering op basis van stortingskoopsommen en betaling van periodieke risicopremies voor nog niet ingekochte nabestaandenpensioenen. Voortzetting pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid Vrijstelling van premiebetaling bij arbeidsongeschiktheid wordt volgens een 5- klassen systeem verleend. Flexibele elementen - Vervroeging van de pensioendatum - Uitruil van NP voor hoger OP - Uitruil van OP voor hoger NP - Hoog/laag pensioen na ingang Kosten van de pensioenregeling De kosten van de pensioenregeling bedragen 32,6% van de pensioengrondslag. De bijdrage van de deelnemer bedraagt 12,6% van zijn pensioengrondslag. De bijdrage van de werkgever is vast en bedraagt 20% van de pensioengrondslag. Garantiebepalingen Voor medewerkers die op 31 december 2005 reeds deelnemer waren in de vorige pensioenregeling van het pensioenfonds gelden overgangsbepalingen. De opgebouwde rechten uit de basispensioenregeling worden

Stichting Pensioenfonds Rockwool 16 premievrij gemaakt en jaarlijks voorwaardelijk geïndexeerd. Voor deze deelnemers geldt een leeftijdafhankelijke garantie ten aanzien van de hoogte van de te bereiken pensioenaanspraken. Op basis hiervan is voor deelnemers een individuele jaarlijkse inkoop vastgesteld die jaarlijks voorwaardelijk wordt geïndexeerd. Voor zover deze aanspraken bij verleden diensttijd horen worden deze binnen de 15-jaren regelingen vanaf 1 januari 2006 ingekocht. 3.3.1 Voorwaardelijke toeslagverlening Het pensioenfonds heeft, krachtens de uitvoeringsovereenkomst, het voornemen om jaarlijks per 1 januari de opgebouwde pensioenaanspraken van de deelnemers ten hoogste aan te passen op basis van de algemene aanpassing van de CAO-lonen van de Werkgever. Het pensioenfonds heeft verder het voornemen om jaarlijks per 1 januari de ingegane pensioenen en de nog niet ingegane pensioenen van degene van wie het deelnemerschap in de pensioenregeling is geëindigd, ten hoogste aan te passen aan de ontwikkeling van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie alle huishoudens, zoals berekend door het Centraal Bureau voor Statistiek, voor de maand september van het daaraan voorafgaande jaar. De voorgenomen toeslagen zijn voorwaardelijk. Voor deze voorwaardelijke toeslagen is geen bestemmingsreserve gevormd en wordt geen premie betaald. Hiermee hanteert het pensioenfonds toeslag-categorie D1 uit de toeslagenmatrix. De daadwerkelijke toeslagverlening wordt jaarlijks door het bestuur bij bestuursbesluit vastgesteld. Bij het besluit om in enig jaar een toeslag toe te kennen hanteert het bestuur van het pensioenfonds de volgende leidraad:

Stichting Pensioenfonds Rockwool 17 Dekkingsgraad Mogelijke verhoging 110% en lager Geen toeslag Tussen 110% en 130% Toeslag lineair opbouwend Tussen 130% en 135% Volledige toeslag 135% en hoger Volledige toeslag en inhaaltoeslagen Het bestuur kan, gehoord de actuaris, in enig jaar besluiten om afwijkend van de hierboven opgenomen leidraad anderszins een toeslag al dan niet toe te kennen. Buiten de toepassing van toeslagen blijven de pensioenen en gedeelten van pensioenen waarvoor premievrijstelling bij arbeidsongeschiktheid is verleend. Indien in enig jaar de toeslag niet, dan wel, niet volledig, plaats heeft gevonden kan het bestuur besluiten tot het toekennen van inhaal van de niet, dan wel, niet volledig toegekende toeslagen. Dit besluit kan alleen worden genomen wanneer de dekkingsgraad 135% of hoger is. Het bestuur van het pensioenfonds heeft het recht het toeslagenbeleid aan te passen. Deze aanpassing behoeft de besluitvorming zoals omschreven in de statuten en reglementen. Toekomstige wijzigingen in het toeslagbeleid zijn bindend voor alle deelnemers, gewezen deelnemers en pensioengerechtigden.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 18 4. Herverzekering Het pensioenfonds heeft het overlijdensrisico en het arbeidsongeschiktheidsrisico herverzekerd bij Nationale-Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. Het overlijdensrisico (kort levenrisico) is voor een 5-jaars periode herverzekerd als onderdeel van het kapitaalcontract. Het positieve technische resultaat komt voor 60% ten goede aan het pensioenfonds. Negatieve resultaten zijn voor rekening van de herverzekeraar. Bij beëindiging van het contract zullen alle verzekeringen worden afgekocht. Het arbeidsongeschiktheidsrisico is tevens herverzekerd. Indien een arbeidsongeschiktheidspercentage van 35% of meer bestaat krachtens de WIA zal er een gedeeltelijke vrijstelling van premiebetaling worden verleend. Vanaf 80% is er een gehele premievrijstelling.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 19 5. Voorzieningen en reserves Voor de in eigen beheer gehouden verplichtingen houdt het pensioenfonds de volgende voorzieningen en reserves aan: 5.1. Voorziening pensioenverplichtingen De voorziening pensioenverplichtingen (VPV) wordt post voor post vastgesteld met inachtneming van de actuariële grondslagen en veronderstellingen zoals hierna omschreven. De VPV wordt gebaseerd op de tot de balansdatum verkregen aanspraken op pensioen, zonder inbegrip van de toeslagen zoals die op grond van het indexeringsbeleid aan de slapers en gepensioneerden zijn toegekend per 1 januari volgend op de balansdatum. Met de verhoging van de opgebouwde pensioenaanspraken van de actieve deelnemers per 1 januari volgend op de balansdatum is eveneens rekening gehouden. De VPV wordt in principe zodanig vastgesteld dat zij toereikend is ter dekking van de verplichtingen van het pensioenfonds. De toereikendheid van de VPV wordt jaarlijks door de certificerend actuaris getoetst. Aan de berekening van de VPV liggen de volgende actuariële grondslagen en onderstellingen ten grondslag: Rekenrente Rentetermijnstructuur inclusief UFR, gepubliceerd door de DNB, geldend per de berekeningsdatum. Sterftekansen Deze worden ontleend aan de door het Actuarieel Genootschap gepubliceerde prognosetafels 2012-2062. Er wordt een ervaringssterfte tabel toegepast welke op de populatie van Stichting Pensioenfonds Rockwool is gebaseerd. Voor kinderen worden de sterftekansen verwaarloosd. Uitvoeringskosten Ter dekking van toekomstige uitvoeringskosten is in de VPV een opslag van 2,0 % van de netto voorziening opgenomen.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 20 Partnerfrequentie De partnerfrequentie bedraagt 1. Voor gepensioneerden met een ouderdomspensioen wordt alleen een voorziening voor partnerpensioen berekend, indien en zolang zij gehuwd zijn of een partner hebben (bepaalde partnersysteem), mits zij niet gekozen hebben voor uitruil van het partnerpensioen. Leeftijdsverschil Voor wat betreft het partnerpensioen, wordt verondersteld dat de man drie jaar ouder is dan de vrouw. Wezenpensioen De voorziening voor wezenpensioen is gelijk aan 3,66% van de voorziening voor partnerpensioen van deelnemers en gewezen deelnemers met premievrije pensioenaanspraken. Bij een ingegaan wezenpensioen wordt voor wezen jonger dan 21 jaar aangenomen dat het wezenpensioen voortduurt tot de 21-jarige leeftijd; voor wezen van 21 jaar of ouder wordt aangenomen dat het wezenpensioen voortduurt tot de 27-jarige leeftijd. Arbeidsongeschiktheid Voor arbeidsongeschikte deelnemers voor wie de pensioenopbouw zonder verdere betaling van bijdragen door de werkgever aan het pensioenfonds wordt voortgezet, wordt de VPV gelijkgesteld aan de contante waarde van de in totaal bereikbare aanspraken. Uitbetalingswijze Voor de berekening van de VPV wordt ervan uitgegaan dat de pensioenen op continue wijze worden uitbetaald. 5.2 Voorziening voor ingegane ziektegevallen Het arbeidsongeschiktheidsrisico is volledig herverzekerd. 5.3 Algemene reserve/eigen vermogen Het pensioenfonds heeft een algemene reserve die per de balansdatum gelijk is aan het verschil tussen de totale activa enerzijds en de hiervoor genoemde VPV en overige schulden anderzijds. Het aanwezig eigen vermogen wordt gevormd door de algemene reserve. Voor de bepaling van het volgens de Pensioenwet (minimum) vereist eigen vermogen wordt verwezen naar hoofdstuk 8.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 21 5.4 Reserve technisch resultaat Het pensioenfonds houdt een voorziening aan waarin het technisch resultaat wordt gereserveerd.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 22 6. Beleggingsbeleid 6.1. Het strategisch beleggingsbeleid De doelstelling van het pensioenfonds is het op lange termijn garanderen van de nominale pensioenaanspraken en pensioenrechten, alsmede het streven naar het waardevast houden van ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken. Om deze doelstelling te bereiken, is het van het grootste belang dat de beleggingsresultaten van het pensioenfonds op lange termijn en met aanvaardbare risico s zo hoog mogelijk zijn. Hiertoe heeft het bestuur van het pensioenfonds aan de hand van een ALM-studie het volgende strategisch beleggingsbeleid vastgesteld. Vaststelling van het strategisch beleggingsbeleid vindt in beginsel telkens voor een periode van drie jaar plaats. In onderstaande tabel zijn tevens minimum en maximum allocaties vermeld, waarbinnen ruimte wordt geboden voor tactische asset allocatie. NORMVERDELING EFFECTENPORTEFEUILLE (in percentages van de totale marktwaarde van de effectenportefeuille) Beleggingscategorie Normportefeuille Minimum Maximum Vastrentende waarden 70% 60% 80% Zakelijke waarden 30% 20% 40% - Aandelen 25% 15% 35% - Vastgoed 5% 0% 10% - Overig 0% 0% 5% Liquiditeiten 0% 0% 5% 6.1.1 Strategische invulling Rentebeleid Het strategisch beleid wordt vastgesteld volgens de vloersystematiek. Uitgangspunt is om op termijn de nominale VPV voor 100% veilig te stellen. Als gevolg van de invoering van de UFR in september 2012, is ervoor gekozen om het renterisico van de verplichtingen af te dekken. De rentegevoeligheid van de verplichtingen wordt berekend op basis van de DV01 methode. Deze methode berekent de verandering in de marktwaarde van de verplichtingen indien de actuele rentecurve UFR parallel verschuift met 1 basispunt. De actuele rentecurve UFR heeft als basis de

Stichting Pensioenfonds Rockwool 23 actuele rentecurve afgeleid van de Europese swaprentes met als toevoeging de ultimate forward rate methodiek voor pensioenfondsen, zoals DNB deze heeft beschreven op haar website. Belangrijk is om niet alleen beleid te formuleren voor gedurende de herstelperiode maar ook op langere termijn. De afdekratio en de leverage bij een dynamische asset mix is weergeven in onderstaande figuur. Op basis van een dekkingsgraad tussen 100% en 110% bedraagt de strategische invulling van de rentehedge 72%. Dekkingsgraad Strategisch Min Max < 100% 72% 62% 82% 100%-110% 72% 62% 82% 110%-120% 81% 71% 91% 120%-130% 97% 87% 107% 130%-140% 100% 90% 110% 140%-150% 100% 90% 110% 150%-160% 100% 90% 110% 6.1.2 Tactische invulling De hedge ratio van de matching portefeuille is door het pensioenfonds strategisch vastgesteld op 72% 1 met hieromheen een tactische bandbreedte van [62% - 82%]. De hedge ratio wordt gemeten op UFR basis; dit betekent dat de rentegevoeligheid van de verplichtingen wordt berekend op basis van Actuele rentecurve UFR. Voor de volledigheid wordt hierbij vermeld dat in deze berekening geen rekening wordt gehouden met de 3-maandsmiddeling die wel wordt meegenomen in de door DNB vastgestelde rentetermijnstructuur. Voor alle beleggingscategorieën zijn representatieve, markt-conforme indices vastgesteld die dienen als benchmark voor risicobeheersing en resultaatsevaluatie. Voor vastrentende waarden geldt dat deze in euro luiden (of naar euro worden gehedged). Als benchmark voor vastrentende waarden geldt de Barclays Capital Euro Aggregate Index. Voor aandelen geldt als benchmark de MSCI World Index en MSCI Emerging Markets Free Index.Voor vastgoed geldt als benchmark de INREV. 1 Zie hieromtrent ook paragraaf 6, Vloersystematiek.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 24 6.2. Opzet vermogensbeheer Met zowel Nationale Nederlanden Levensverzekering Maatschappij N.V. te Rotterdam als ING-IM in Den Haag is een vermogensbeheerovereenkomst afgesloten. De gestorte gelden worden deels ondergebracht in een premiedepot en deels in een beleggingsdepot. De beleggingen uit de overeenkomst met Nationale Nederlanden en de bij het premiedepot horende bankrekening bij de Bank of New York zijn juridisch eigendom van Nationale Nederlanden. Het pensioenfonds loopt echter het economisch risico over de beleggingen waar het de waarde en het rendement betreft. De beleggingen uit de overeenkomst met ING-IM in het aparte beleggingsdepot zijn juridisch en economische eigendom van het pensioenfonds. De beleggingscommissie van het pensioenfonds is verantwoordelijk voor de tactische invulling en is belast met het toezicht op het vermogensbeheer. In voorkomende gevallen selecteert de beleggingscommissie een of meerdere externe vermogensbeheerders. De effecten uit het beleggingsdepot zijn in bewaring gegeven bij een custodian, waarmee tevens afspraken zijn gemaakt omtrent gewenste managementinformatie. 6.3. Risicometing en -beheersing Met betrekking tot de beheersing van de beleggingsrisico s bevatten de door het pensioenfonds opgestelde beleggingsrichtlijnen onder meer bepalingen omtrent (deze zijn mandaat- en vermogensbeheerderspecifiek) omtrent: De minimum- en maximumallocatie van de beleggingscategorieën. De index c.q. indices die dienen als benchmark alsmede outperformance-doelstellingen. De regiomix van de aandelen en onroerend goed. Een minimale credit rating voor vastrentende waarden (zijnde investment grade ), alsmede de additionele voorwaarden waaronder een lager minimum kan gelden indien gebruik wordt gemaakt van creditfondsen of -pools. Het curverisico in de rentegevoeligheid van de verplichtingen wordt beheerst via het gebruik van looptijdbuckets.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 25 Het gebruik van derivaten voor de overlay is beperkt tot het afsluiten van payer en receiver swaps waarbij deze swaps direct startend of forward starting kunnen worden afgesloten. 6.4. Processen 6.4.1. Proces bijsturen derivatenportefeuille Montesquieu heeft als opdracht een derivatenportefeuille samen te stellen met als doel het renterisico van de verplichtingen conform de door het pensioenfonds gewenste hedge ratio af te dekken. Montesquieu zal maandelijks, op het moment dat de benodigde informatie beschikbaar is, de hedge ratio berekenen. Op basis van deze berekende hedge ratio en op basis van de vastgestelde curvepositionering, zal Montesquieu het pensioenfonds informeren over eventueel benodigde acties tot bijsturen van de derivatenportefeuille. Indien Montesquieu geen advies geeft tot bijsturen, én het pensioenfonds verzoekt Montesquieu niet tot bijsturing van de portefeuille, zal de berekende hedge ratio worden gebruikt in de ex post resultaatsberekening voor de eerstvolgende maand. Indien Montesquieu een voorstel maakt tot bijsturen van de derivatenportefeuille, en het pensioenfonds hierop akkoord geeft tot uitvoering, zal de hedge ratio opnieuw berekend worden nadat de herstructurering is afgerond. Deze opnieuw berekende hedge ratio dient dan als basis voor de resultaatberekening voor de eerstvolgende maand. 6.4.2 Proces overschrijding tactische bandbreedte hedge ratio Indien de, op maandbasis ex ante berekende, hedge ratio zich buiten de tactische bandbreedte bevindt, neemt Montesquieu zo snel mogelijk contact op met het pensioenfonds. Na besluitvorming door het pensioenfonds over de gewenste bijsturing, zal Montesquieu het pensioenfonds voorzien van een voorstel tot bijsturen van de derivatenportefeuille zodanig dat de hedge ratio zich weer binnen de bandbreedte bevindt. Na akkoord op dit voorstel door het pensioenfonds, zal Montesquieu de portefeuille bijsturen.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 26 6.4.3. Proces overschrijding bandbreedte marktwaarde derivaten Montesquieu zal het pensioenfonds gedurende de maand zo snel mogelijk informeren indien de marktwaarde van de derivatenportefeuille meer is dan 3,5% negatief of positief van het belegd vermogen. Dit betreft een signaalfunctie. Na besluitvorming door het pensioenfonds dat de derivatenportefeuille als gevolg van deze overschrijding dient te worden bijgestuurd, zal Montesquieu een voorstel maken tot herstructurering. 6.4.4. Proces afsluiten transacties Het bijsturen van de derivatenportefeuille kan uitsluitend plaatsvinden na akkoord van het pensioenfonds. Montesquieu voorziet het pensioenfonds hierbij van een schriftelijk voorstel waarin zowel de bestaande portefeuille als een voorstel voor voorgenomen wijzigingen zijn opgenomen. Het voorstel wordt voorzien van een scenarioanalyse. Daarnaast wordt een raming gemaakt van eventuele bedragen die dienen te worden verrekend en wordt een datum van afsluiten van de transacties voorgesteld. Na akkoord op dit voorstel door het pensioenfonds zal Montesquieu de transacties uitvoeren. Na daadwerkelijke afsluiten van de transacties zal het pensioenfonds worden geïnformeerd over de afgesloten transacties en de te verrekenen bedragen. 6.5. Resultaatsevaluatie Het beleggingsresultaat wordt per kwartaal gemeten. De vermogensbeheerder, ING-IM, rapporteert per kwartaal over het beleggingsresultaat en de benchmarks. Montesquieu zal elke kalendermaand een overzicht van de Overlay verstrekken op grond waarvan in ieder geval een duidelijk beeld wordt verkregen van de samenstelling ervan aan het einde van elke maand, de mutaties die gedurende de afgelopen maand hebben plaatsgevonden, alsmede het de ex post gerealiseerde hedge ratio en hierbij behorende resultaat van de totale Overlay. Uit de maand- /kwartaalrapportages van de beheerders dient te blijken of de gelopen beleggingsrisico s vallen binnen de restricties die hieraan zijn gesteld. De beleggingscommissie is belast met bovenstaande resultaatsevaluatie en rapporteert hierover aan het bestuur van het pensioenfonds in de eerstvolgende bestuursvergadering. Het bestuur zal zich dan expliciet uitspreken over het wel of niet wijzigen van het beleggingsbeleid.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 27 6.6. Waarderingsgrondslag De waardering van de beleggingen op de balans geschiedt op marktwaarde.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 28 7. Premiebeleid In deze paragraaf wordt het premiebeleid van het pensioenfonds beschreven. Achtereenvolgens komen aan de orde: 7.1. de hoogte van de kostendekkende premie conform de voorschriften gesteld bij en krachtens artikel 128 van de Pensioenwet evenals door DNB; 7.2. de interne financiering die gebaseerd is op toepassing van een gedempte premie; 7.3. de feitelijke te betalen premie, zoals vastgelegd in de uitvoeringsovereenkomst. 7.1. Actuarieel kostendekkende premie De berekening van de actuarieel kostendekkende premie is gebaseerd op de DNB curve en er worden bij de berekening van de actuarieel kostendekkende premie de actuariële veronderstellingen gehanteerd die ook bij de bepaling van de VPV worden gebruikt. De actuarieel kostendekkende premie bestaat uit de volgende elementen: 1. De kosten voor de opbouw van de pensioenaanspraken in het boekjaar (coming service). Hierin zijn begrepen de risicopremies voor het nog niet gefinancierde deel van het bereikbare nabestaandenpensioen dat wordt toegekend bij overlijden in actieve dienst en de risicopremie voor het arbeidsongeschiktheidsrisico (dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen en voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid). 2. Een solvabiliteitsopslag voor het in stand houden van het vereist eigen vermogen. Deze opslag wordt in beginsel gebaseerd op de strategische beleggingsmix. 3. Een opslag voor uitvoeringskosten. Deze opslag is gebaseerd op de verwachte jaarlijks door het pensioenfonds te betalen uitvoeringskosten, verminderd met de jaarlijks over de uitkeringen vrijvallende excassokosten. De premie bevat geen component voor de financiering van de voorwaardelijke indexatie.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 29 7.2. De interne financiering gebaseerd op de toepassing van een gedempte kostendekkende premie Met ingang van 1 januari 2012 hanteert het pensioenfonds een intern financieringsbeleid dat uitgaat van een gedempte premie. De gedempte premie is een door DNB toegestane systematiek en wordt, mits toegepast conform de DNB-voorschriften, geacht kostendekkend te zijn. De gedempte premie wordt berekend op basis van een, door het pensioenfonds als prudent geachte, fondsrendement van 4,5% als de som van de volgende componenten: 1. De kosten voor de opbouw van de pensioenaanspraken in het boekjaar (coming service) berekend op basis van een verwacht fondsrendement van 4,5%. Hierin zijn begrepen de risicopremies voor het nog niet gefinancierde deel van het bereikbare nabestaandenpensioen dat wordt toegekend bij overlijden in actieve dienst en de risicopremie voor het arbeidsongeschiktheidsrisico (dekking van arbeidsongeschiktheidspensioen en voortzetting van de pensioenopbouw bij arbeidsongeschiktheid). 2. Een solvabiliteitsopslag voor het in stand houden van het vereist eigen vermogen. Deze opslag wordt in beginsel gebaseerd op de strategische beleggingsmix. 3. Een opslag voor uitvoeringskosten. Deze opslag is gebaseerd op de verwachte jaarlijks door het pensioenfonds te betalen uitvoeringskosten, verminderd met de jaarlijks over de uitkeringen vrijvallende excassokosten. 7.3. De feitelijk te betalen premie Voor de financiering van de pensioenregeling is tussen de werkgever en het pensioenfonds in de uitvoeringsovereenkomst overeengekomen dat een doorsneepremie (als een percentage van de pensioengrondslagsom) zal worden betaald. De vaste premie te betalen door de werkgever bedraagt 20% van de premiegrondslag. De werknemerspremie bedraagt 12,6% van de premiegrondslag. De in enig kalenderjaar toe te kennen aanspraken kunnen niet uitgaan boven die welke op basis van de actuarieel kostendekkende premie gefinancierd kunnen worden uit de werkgevers- en werknemersbijdrage.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 30 PREMIE DRAAGT BIJ AAN HERSTEL In het kader van de toereikendheid van de premie wordt door DNB aan de feitelijk te ontvangen premie de aanvullende eis gesteld dat indien het pensioenfonds per 1 januari van enig jaar een dekkingstekort heeft, deze premie over het desbetreffende jaar moet bijdragen aan herstel. Met bijdragen aan herstel wordt bedoeld dat de feitelijke premie minimaal de kosten van de pensioenopbouw inclusief een opslag voor kosten en een opslag voor het minimaal vereist eigen vermogen moet dekken. De feitelijk te ontvangen premie draagt bij aan herstel indien de premie groter of gelijk is aan de premie gebaseerd op de uitgangspunten die gelden voor de gedempte kostendekkende premie, waarbij echter de actuariële koopsom wordt berekend met de rentermijnstructuur per 1 januari en de solvabiliteitsopslag wordt gesteld op de opslag voor het minimaal vereist eigen vermogen.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 31 8. Vereist eigen vermogen en financiële sturingsmiddelen 8.1. Vereist eigen vermogen Het uitgangspunt voor de hoogte van het vereist eigen vermogen als bedoeld in artikel 132 van de Pensioenwet, is dat de kans dat er in het komende jaar onderdekking (dekkingsgraad < 100%) zal optreden, kleiner dient te zijn dan 2,5%. Voor de bepaling van het vereist eigen vermogen worden rekenregels toegepast zoals deze zijn verwoord in de Regeling Pensioenwet en Wet verplichte beroepspensioenregeling van 19 december 2006 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Op basis van de in hoofdstuk 6 weergegeven strategische beleggingsmix bedraagt het vereist eigen vermogen in de evenwichtssituatie per 1 januari 2014 11,2% van de VPV. Het minimaal vereist eigen vermogen als bedoeld in artikel 131 van de Pensioenwet bedraagt per 1 januari 2014 4,3% van de VPV. 8.2. Kortetermijnherstelplan en langetermijnherstelplan Indien er sprake is van een aanwezig eigen vermogen dat onder het niveau van het minimaal vereist eigen vermogen ligt (onderdekking) of indien het pensioenfonds voorziet of redelijkerwijs kan voorzien dat onderdekking zal ontstaan, zal het pensioenfonds dit onverwijld melden aan DNB en zal binnen twee maanden of zoveel eerder als DNB bepaalt, bij laatstgenoemde instantie een kortetermijnherstelplan worden ingediend. In dit plan zal worden aangegeven op welke wijze deze onderdekking binnen een periode van maximaal drie jaar zal worden weggewerkt. Indien er sprake is van een reservetekort (aanwezig eigen vermogen is lager dan het vereist eigen vermogen) of indien het pensioenfonds voorziet of redelijkerwijs kan voorzien dat een reservetekort zal ontstaan, zal het pensioenfonds dit onverwijld melden aan DNB en zal binnen drie maanden of zoveel eerder als DNB bepaalt, bij laatstgenoemde instantie een langetermijnherstelplan worden ingediend. Dit herstelplan zal erin voorzien dat het reservetekort naar verwachting binnen een periode van maximaal 15 jaar wordt opgeheven. Voor het verbeteren van de financiële positie kunnen de in de hoofdstukken 8.3 tot en met 8.6 bedoelde sturingsmiddelen ingezet worden. Afhankelijk van de specifieke omstandigheden op dat moment zal het bestuur besluiten welke sturingsmiddelen in welke mate worden ingezet.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 32 8.2.1 Huidig herstelplan Door het bestuur van het fonds is op 10 oktober 2008 en 16 december 2008 melding gedaan aan de toezichthouder DNB. Dientengevolge is een korte termijn en lange termijnherstelplan opgesteld. In de vergadering van 25 mei 2009 heeft het bestuur de inhoud van het korte termijn- en lange termijnherstelplan vastgelegd. Het herstelplan is vervolgens ingediend bij DNB en goedgekeurd op 11 januari 2010. Belangrijkste uitgangspunten van het herstelplan zijn: Het fonds maakt gebruik van de eenmalige mogelijkheid die de Minister heeft geboden om binnen vijf jaar (in plaats van drie jaar; dus uiterlijk 31 december 2013) het minimaal vereist eigen vermogen te bereiken. Bij het opstellen van het herstelplan heeft het bestuur zich laten ondersteunen door externe adviseurs en is het voorgenomen beleggingsbeleid afgestemd met de beleggingscommissie. Het herstelplan is opgesteld met inachtneming van de uitgangspunten zoals die door DNB zijn voorgeschreven. Nadrukkelijk merken wij op dat inherent aan de modelmatige aanpak ook het herstelplan een benadering van de werkelijkheid is. Dit betekent dat de werkelijke ontwikkeling van de dekkingsgraad in positieve of negatieve zin kan afwijken van het verwachte herstelpad, waardoor de financiële positie van het fonds zich sneller of langzamer kan herstellen dan voorzien. De belangrijkste uitkomsten zijn: 1. In de vijfjaarsperiode 2009-2013 zal er geen sprake zijn van indexatie; 2. De vaste werkgeverspremie is, per 1 april 2008, verhoogd van 17,4% verhoogd naar 20% van de pensioengrondslag; 3. De premie franchise wordt bevroren tot het moment dat deze gelijk is aan de franchise opbouw nieuwe regeling ; 4. Het beleggingsbeleid wordt niet aangepast. Er wordt een gemiddeld rendement verondersteld van 5,3%. Indien noodzakelijk wordt overgegaan tot afstempeling van de pensioenrechten.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 33 Uit het herstelplan blijkt herstelkracht. Bij het tot stand komen van het herstelplan is voldaan aan de wettelijke eisen en was evenwichtige belangenbehartiging het uitgangspunt. De herstelkracht is voldoende om na vijf jaar (op 31 december 2013) een dekkingsgraad te bereiken die tenminste gelijk is aan 104,3%, zijnde de som van het minimaal vereist eigen vermogen (MVEV) en de pensioenverplichtingen. De verwachte feitelijke dekkingsgraad wordt geschat op ruim 105,0%, zijnde boven het minimaal vereiste niveau. Uit het voorliggende herstelplan blijkt dat het pensioenfonds binnen vijftien jaar voldoet aan de wettelijke eisen ten aanzien van het vereist eigen vermogen (VEV). 8.3. Beleggingsbeleid Uit hoofdstuk 6 blijkt dat het strategisch beleggingsbeleid door middel van een ALM-studie wordt afgestemd op de verplichtingen van het pensioenfonds, inclusief het streven naar waardevastheid van ingegane pensioenen en premievrije pensioenaanspraken. Door het strategische beleggingsbeleid om de drie jaar te herijken aan de hand van een nieuwe ALM-studie, kan er worden ingespeeld op wijzigingen in het risicoprofiel van de pensioenverplichtingen en in de risicoperceptie van het bestuur van het pensioenfonds. 8.4. Toeslagenbeleid In hoofdstuk 3.3 wordt de ambitie met betrekking tot de mogelijke waardevastheid van de ingegane pensioenen en de premievrije pensioenaanspraken toegelicht. Indien echter het aanwezige vermogen zich onder of nauwelijks op of boven het vereiste niveau bevindt, zal er een terughoudend beleid met betrekking tot het verlenen van toeslagen worden gevoerd. Het bestuur houdt daarbij in beginsel de volgende beleidsregel aan: Dekkingsgraad lager dan 110%: geen toeslagverlening Dekkingsgraad tussen 110% en 130%: gedeeltelijke toeslagverlening (lineaire interpolatie) Dekkingsgraad tussen 130% en 135%: volledige toeslagverlening Dekkingsgraad hoger dan 135%: volledige toeslagverlening en inhaal van een indexatieachterstand. Deze beleidsregel is een richtlijn. Het bestuur kan op basis van andere overwegingen hiervan afwijken. Het beleid is erop gericht om op de lange termijn 100% van de stijging van de prijsindex door middel van toeslagen te compenseren.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 34 8.5. Premiebeleid De minimale en de maximale premie van de werkgever is 20% van de premiegrondslag. De deelnemers betalen 12,6% van de premiegrondslag. 8.6. Noodclausule Mocht ondanks het inzetten van de beschikbare sturingsmogelijkheden een situatie van onderdekking niet binnen de daarvoor gestelde termijn worden weggewerkt of zeer waarschijnlijk niet worden weggewerkt, dan is het bestuur bevoegd om te besluiten opgebouwde pensioenaanspraken en pensioenrechten te verminderen. Indien er daarna weer voldoende verbetering van de financiële positie optreedt, zal deze vermindering worden hersteld. (zie 8.4) 8.7. Continuïteitsanalyse Periodiek maar minimaal eens in de drie jaar zal aan de hand van een ALM-studie/ continuïteitsanalyse het hier beschreven beleid worden getoetst. Aan de hand van de uitkomsten zal onder meer worden beoordeeld of de risico s zich nog binnen aanvaardbare grenzen bevinden, de sturingsmiddelen nog voldoende kracht hebben en de ambities met betrekking tot de toeslagverlening naar verwachting nog in voldoende mate realiseerbaar zijn. Indien de uitkomsten van de analyse daartoe aanleiding geeft, zal het beleid worden aangepast. De continuïteitsanalyse wordt ook gebruikt voor de bepaling van de verwachtingen ten aanzien van de toeslagverlening, zoals deze aan deelnemers dient te worden verstrekt. De bij de continuïteitsanalyse te hanteren veronderstellingen ten aanzien van beleggingsopbrengsten, loon- en prijsontwikkeling etcetera (parameters) zullen voorafgaand aan de analyse door het bestuur worden vastgesteld op basis van de dan geldende inzichten. Daarbij zullen de op dat moment geldende wettelijke richtlijnen met betrekking tot de parameters in acht worden genomen.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 35 9. Het financieel crisisplan Inleiding Op grond van de Beleidsregel van De Nederlandsche Bank van 5 december 2011, nr. Tb/2011/1734668 dient Stichting Pensioenfonds Rockwool een financieel crisisplan op te stellen. Dit financieel crisisplan beschrijft wat het Bestuur gaat doen als het Pensioenfonds in een crisissituatie terechtkomt of dreigt te komen. Dit is nodig om goed voorbereid te zijn op onverwachte gebeurtenissen. Het financieel crisisplan is een richtlijn. Of het Bestuur de maatregelen uitvoert, hangt af van de omstandigheden van het moment. Als het Bestuur een maatregel neemt, dan wordt op evenwichtige wijze met alle belangen rekening gehouden. Wat is een crisissituatie? In het algemeen kan men een crisissituatie definiëren als iedere situatie waarbij de doelstellingen van het pensioenfonds in gevaar komen. De belangrijkste doelstelling van Stichting Pensioenfonds Rockwool is het veilig stellen van de pensioenen van haar deelnemers. Zodra deze doelstelling in gevaar is, spreekt het pensioenfonds van een crisissituatie. Daarnaast probeert het pensioenfonds de nominale pensioenen van jaar op jaar te verhogen met maximaal de prijsinflatie (voor niet-actieven) danwel met maximaal de looninflatie (voor actieven). Als het toekennen van deze jaarlijkse verhoging, ofwel de indexatie, in het gedrang is, spreekt het pensioenfonds van een gevarenzone. Het pensioenfonds dient te opereren in het onderstaande spanningsveld. In bovenstaande figuur kunnen twee van de drie hoekpunten volledig worden ingevuld. Het derde hoekpunt vormt dan evenwel een probleem. Wordt voor ambitie en zekerheid gekozen, dan leidt dit tot zeer hoge kosten, hetgeen normaliter niet acceptabel is. Wordt voor zekerheid en acceptabele kosten gekozen, dan leidt dit tot een gematigde ambitie, niet zijnde volledige indexatie. Wordt voor ambitie en

Stichting Pensioenfonds Rockwool 36 acceptabele kosten gekozen, dan zal dat niet met zekerheid gegarandeerd kunnen worden. In dit spanningsveld dient het Bestuur tot keuzes te komen. Om te bepalen of het pensioenfonds zich bevindt in een gevarenzone of een crisissituatie, wordt gekeken naar de nominale dekkingsgraad. Bij een dekkingsgraad hoger dan 130% spreekt het pensioenfonds van een gezonde dekkingsgraad. Het vermogen van het pensioenfonds ligt dan ruim boven het vereist eigen vermogen en is daarmee normaal gesproken groot genoeg om schommelingen in de waarde van de beleggingen ten opzichte van de verplichtingen op te vangen. Indien de nominale dekkingsgraad lager is dan 130%, maar hoger dan 104,6% (de minimaal vereiste dekkingsgraad per 31 december 2011), spreekt het pensioenfonds van een gevarenzone. Het vermogen van het pensioenfonds is dan nog altijd groter dan de waarde van de verplichtingen, maar door het toekennen van indexatie wordt deze buffer kleiner, waardoor de nominale pensioenen in gevaar kunnen komen. Het Bestuur overweegt dan om geen of geen volledige indexatie toe te kennen. Conform het bestaande indexatiebeleid wordt sowieso geen indexatie toegekend onder een dekkingsgraad van 110%. Indien de dekkingsgraad kleiner is dan de vereiste dekkingsgraad, dan treedt het Bestuur in overleg met de werkgever over premieverhoging/bijstorting. Als de nominale dekkingsgraad lager is dan 104,6%, zijn de buffers zodanig klein dat de nominale pensioenen in gevaar zijn. In dat geval spreekt het pensioenfonds van een crisissituatie. Het beleggingsbeleid is relatief behoudend en geconcludeerd moet worden dat het zogenaamde premiestuur relatief bot is. De kritische dekkingsgraad van het pensioenfonds, het niveau vanaf waar het pensioenfonds naar verwachting zonder extra maatregelen (extra premie, korten en/of versoberen van de pensioenregeling) niet meer binnen de wettelijk gestelde termijnen kan herstellen 2, ligt op 98% à 98,6% 3. Hoewel het pensioenfonds er in deze situatie alles aan zal doen om herstel te bewerkstelligen, liggen mogelijkheden zoals extra premie en versoberen van de pensioenregeling buiten de bevoegdheid van het pensioenfonds. Het korten van pensioenen is in een crisissituatie dan ook een realistische maatregel. De hierboven genoemde dekkingsgraadniveaus, die aangeven of het pensioenfonds zich in een gevarenzone of een crisissituatie bevindt, worden jaarlijks beoordeeld en, indien nodig, aangepast. Voor de bepaling van de kritische dekkingsgraden wordt een gradatie aangebracht van groen (gezond) naar rood (crisissituatie), zoals blijkt uit onderstaande tabel. Opgemerkt dient te worden dat er expliciet 2 Naar de minimum vereiste dekkingsgraad in een 3-jaars periode, c.q. naar de vereiste dekkingsgraad in een 15-jaars periode, binnen de door de toezichthouder voorgeschreven parameters 3 Situatie herstelplan 31 december 2011, deze waarde is afhankelijk van de rentestand.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 37 voor gekozen is om de verschillende niveaus van dekking niet alleen afhankelijk te laten zijn van graadmeters in de dekking, maar ook afhankelijk te stellen van de economische omgeving. Op basis van de bovenstaande figuur is de onderstaande signaleringsstaffel opgesteld. * Minimaal vereiste dekkingsgraad per 31 december 2011 Om zicht te krijgen op hoe de hoogte van de kritische dekkingsgraad zich onder verschillende economische scenario s beweegt is een verkenning uitgevoerd. Binnen deze verkenning is een viertal wereldbeelden geschetst, die gezien kunnen worden als realistische toekomsten. Het betreft hier de volgende typeringen: Escalatie Eurocrisis Besluiteloosheid Inflatoire financiering Daadkrachtig optreden

Stichting Pensioenfonds Rockwool 38 Voor een nadere duiding van deze scenario s wordt verwezen naar de bijlage, getiteld: In ogenschouw genomen scenario s. De karakteristieken van deze scenario s kunnen als volgt vanuit de huidige financiële situatie worden samengevat: * De kritische dekkingsgraad is de minimaal vereiste dekkingsgraad ** Een crisis is gedefinieerd als een situatie waarbij de dekkingsgraad onder de minimum vereiste dekkingsgraad ligt *** Er is sprake van herstel uit een crisis als de dekkingsgraad gedurende negen maanden achter elkaar boven de minimum vereiste dekkingsgraad ligt Invulling van het bovenstaande schema van kritische dekkingsgraden op basis van de geponeerde scenario s ziet er dan als volgt uit:

Stichting Pensioenfonds Rockwool 39 Welke maatregelen kunnen in een crisissituatie worden genomen? Het crisisplan is gericht op hoe in de toekomst om te gaan met crisissituaties. Centraal staan de maatregelen die het Bestuur kan nemen in een crisissituatie. Ook het bestaande beleid is hierbij relevant: Het bestaande premiebeleid voorziet in een sinds 2008 verhoogde, vaste premie van de werkgever van 20% van de premiegrondslag. Het bestaande indexatiebeleid zorgt er reeds voor dat geen indexatie wordt gegeven indien het vermogen van het pensioenfonds lager is dan een dekkingsgraad van 110%. Het bestaande beleggingsbeleid is relatief voorzichtig met een normverdeling van 70% vastrentend, 20% aandelen en 10% vastgoed. In een crisissituatie worden de volgende maatregelen overwogen: Beperken indexatie o Het Bestuur van het pensioenfonds bepaalt jaarlijks in welke mate indexatie wordt toegekend. Hoewel de doelstelling van het fonds is om maximaal volgens de van toepassing zijnde indices te indexeren, kan als gevolg van de financiële positie van het fonds, besloten worden om de indexatie (deels) achterwege te laten. o Het toekennen van indexatie heeft een verlagend effect op de dekkingsgraad. Door niet te indexeren wordt een nagenoeg één-op-één effect bereikt op de dekkingsgraad. Daarmee is bedoeld dat het achterwege laten van 1% indexatie er toe leidt dat de dekkingsgraad niet met 1% daalt. o Het Bestuur dient hierbij aan te geven hoe zij denkt over het toekomstige vermogen van het pensioenfonds om indexaties mogelijk te maken. Aanpassen beleggingsbeleid o Het Bestuur heeft de bevoegdheid om het beleggingsbeleid van het fonds te wijzigen. Wel dienen wijzigingen die het risico verhogen te worden voorgelegd aan de toezichthouder, zolang het fonds zich in een herstelsituatie bevindt. o Door het wijzigen van het beleggingsbeleid kan de herstelkracht en/of het risicoprofiel van het fonds worden aangepast. o Het volledig matchen van de uitkeringsstromen via vastrentende waarden conserveert in geval van onderdekking deze onderdekking volledig. Hierdoor zal er met zekerheid worden afgestempeld. Premieverhoging o Door de pensioenpremie te verhogen komt er bij het fonds extra geld binnen. Hierdoor stijgt de dekkingsgraad. Premieverhoging kan op twee manieren bewerkstelligd

Stichting Pensioenfonds Rockwool 40 worden. Enerzijds door een verhoging van de werkgeverspremie, anderzijds door een verhoging van de werknemerspremie. Voor de eerste is toestemming van de werkgever nodig, voor de tweede dient een besluit genomen te worden in het CAOoverleg tussen werkgever en vakorganisaties. o Volgens de huidige uitvoeringsovereenkomst is een verhoging van de werkgeverspremie niet mogelijk o Het bestuur kan dit onderwerp via de werkgever in het CAO-overleg inbrengen. o Het structureel verhogen van de premie met 1%-punt van de bijdragegrondslag heeft op korte termijn weinig effect op de dekkingsgraad. Daarmee is echter niet gezegd dat de premie niet belangrijk is. Op lange termijn geldt wel degelijk dat voldoende premieinkomsten zeer relevant zijn voor de solvabiliteit van het pensioenfonds. Extra storting door werkgever o Door de werkgever kan incidenteel een extra premie worden betaald, de bijstorting. Het geld dat hierbij het fonds binnenkomt, zorgt voor een extra stijging van de dekkingsgraad. Hoewel het fonds om zo n extra storting kan vragen is het aan de werkgever om hieromtrent een besluit te nemen. o Volgens de huidige uitvoeringsovereenkomst is een verhoging van de werkgeverspremie niet mogelijk. o De daadwerkelijke bijdrage aan het herstel hangt af van de omvang van de storting. Omdat het bestuur niet de bevoegdheid heeft om hierover te besluiten, is het op voorhand niet vast te stellen of deze maatregel kan worden ingezet, en zo ja, tot welke bijdrage aan het herstel van de dekkingsgraad dit leidt. Korten van pensioenen 4 o Bij het korten van pensioenen worden de pensioenen van de actieve en niet actieve deelnemers verlaagd, ook wel afstempelen genoemd. Hierdoor daalt de waarde van de verplichtingen en dien ten gevolge stijgt de dekkingsgraad. Het bestuur kan hiertoe besluiten. o Voor het daadwerkelijk herstel van de dekkingsgraad, is het korten van pensioenen het meest effectief. Bij lage dekkingsgraden zijn ook hogere kortingspercentages mogelijk. Het effect op de dekkingsgraad wordt daardoor ook hoger. Per definitie is het korten van alle pensioenen het meest effectief. Dit raakt echter ook alle deelnemers. Gepensioneerden merken dit direct in hun uitkering, actieven en slapers zien dit terug in een daling van hun toekomstige aanspraken. 4 Art.134, lid 3 PW: korting van pensioenaanspraken is op zijn vroegst mogelijk één maand nadat deelnemers, gewezen deelnemers, pensioengerechtigden, werkgever en toezichthouder hierover geïnformeerd zijn. Deze bepaling kent geen mogelijkheid tot afwijking hiervan.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 41 o Bij het korten kan het Bestuur in het kader van een evenwichtige belangenbehartiging het korten van pensioenaanspraken van: zowel de actieve als de niet-actieve deelnemers als wenselijk beschouwen enkel de actieve deelnemers als wenselijk beschouwen enkel de niet-actieve deelnemers als wenselijk beschouwen. Versoberen van de pensioenregeling o De huidige pensioenregeling kan op verschillende manieren worden versoberd. Denk daarbij aan het (incidenteel of structureel) verlagen van het pensioenopbouwpercentage of aan het verhogen van de pensioenleeftijd. Hierdoor nemen de verplichtingen minder toe, wat bij gelijke premie-inkomsten en rendement leidt tot een stijging van de dekkingsgraad. o Een versobering van de regeling dient in het CAO-overleg tussen de werkgever en vakorganisaties te worden afgesproken. o Het Bestuur kan dit onderwerp via de werkgever in het CAO-overleg inbrengen. o De daadwerkelijke bijdrage aan het herstel hangt af van de mate van versobering. Omdat het Bestuur niet de bevoegdheid heeft om hierover te besluiten, is het op voorhand niet vast te stellen of deze maatregel kan worden ingezet, en zo ja, tot welke bijdrage aan het herstel van de dekkingsgraad dit leidt. o Het bestuur heeft uitsluitend de mogelijkheid het opbouwpercentage in enig jaar te verlagen bij een niet kostendekkende premie. Onderstaande tabel geeft een indicatie van het mogelijke effect 5 van de verschillende maatregelen bij een gekozen mate van inzet van de betreffende maatregel. Het effect is groter of kleiner als de mate van inzet groter of kleiner is. Daarnaast laat de tabel zien welke belangengroepen door de maatregel worden geraakt. 5 Gemeten naar de situatie per 31-3-2012

Stichting Pensioenfonds Rockwool 42 * De benodigde aanpassing is gericht op het compenseren van de dekkingsgraad met 1% Op grond van de doelstelling van het pensioenfonds, de inzetbaarheid, besluitvorming en effectiviteit van de verschillende maatregelen en de impact op de verschillende belangengroepen verwacht het Bestuur dat de volgende maatregelen worden ingezet indien het pensioenfonds zich in de gevarenzone (dekkingsgraad 104,6%-130%) bevindt: Allereerst overweegt het pensioenfonds om de indexatie geheel of gedeeltelijk te beperken; waarbij geen indexatie plaatsvindt bij een dekkingsgraad lager dan 110%. Daarnaast dient het pensioenfonds bij een dekkingsgraad onder de vereiste dekkingsgraad bij de werkgever een verzoek in tot premieverhoging of extra premiestorting. Indien het pensioenfonds zich in een crisissituatie (dekkingsgraad is kleiner dan 104,6%) bevindt, verwacht het Bestuur dat de volgende maatregelen zullen worden ingezet: Allereerst wordt geen indexatie toegekend. Dit is op grond van de wet ook niet toegestaan. Vervolgens dient het pensioenfonds bij de werkgever een verzoek in tot premieverhoging of extra premiestorting. Als het pensioenfonds op basis van bovenstaande maatregelen naar verwachting niet binnen de wettelijk vastgestelde termijnen herstelt tot boven het minimaal vereist eigen vermogen danwel het vereist eigen vermogen, dan gaat het pensioenfonds de pensioenen korten. De

Stichting Pensioenfonds Rockwool 43 omvang van deze korting zal zodanig zijn dat het pensioenfonds naar verwachting wel binnen de gestelde termijnen kan herstellen. Uniform korten over alle deelnemers, waarbij de korting gelijkmatig wordt gespreid over de herstelperiode, is hierbij het uitgangspunt. Bij de uiteindelijke besluitvorming hierover neemt het Bestuur het totale plaatje, inclusief alle te nemen maatregelen en het directe effect op de koopkracht van de gepensioneerde deelnemers, in ogenschouw. Een maatregel voor de lange termijn betreft het via de werkgever indienen van een verzoek voor het aanpassen van de pensioenregeling in het CAO-overleg. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de maatregelen die het pensioenfonds verwacht in te zetten in een gevarenzone of een crisissituatie. Deze maatregelen raken alle belangengroepen: de actieven, de niet-actieven en de werkgever. Indien één of enkele van deze maatregelen worden overwogen, wordt (zolang er nog- geen sprake is van een dekkingsgraadafhankelijk beleggingsbeleid) tevens stilgestaan bij de vraag of er reden is tot aanpassing van het beleggingsbeleid. Bij de daadwerkelijke besluitvorming wordt altijd rekening gehouden met de omstandigheden van het moment. Het Bestuur weegt hierbij de belangen van alle bij de Stichting betrokken belanghebbenden op evenwichtige wijze. Ongedaan maken van eventuele kortingen en inhalen van gemiste indexatie Het is de bedoeling dat, vanuit een gevarenzone of een crisissituatie, de dekkingsgraad van het pensioenfonds weer herstelt. Daarbij kan op een gegeven moment de situatie weer zodanig zijn dat gedacht kan worden aan het ongedaan maken van eventuele kortingen of het inhalen van gemiste indexatie.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 44 Communicatie Communicatie over het crisisplan als document Het crisisplan, of een samenvatting daarvan, zal zo spoedig mogelijk na het definitief worden van het plan op de website van het pensioenfonds worden geplaatst. Communicatie over de financiële situatie van het pensioenfonds Informatie over de financiële positie van Stichting Pensioenfonds Rockwool is in de afgelopen jaren verstrekt via verschillende communicatiemiddelen. Vanaf 2011 is de (persoonlijke) informatie, vanwege de financiële situatie van het pensioenfonds, geïntensiveerd. In het onderstaande overzicht is aangegeven via welke algemene communicatiemiddelen Stichting Pensioenfonds Rockwool structureel over de financiële positie communiceert. Onderwerp Publicatie dekkingsgraad op website Jaarverslag op website Publicatie dekkingsgraad op infoborden werkgever Nieuwsbrief Brieven Infosessies Frequentie Maandelijks 1 maal per jaar Maandelijks Periodiek Incidenteel Incidenteel Communicatie overgang zonegrens Wanneer de dekkingsgraad van het pensioenfonds een andere zone ingaat, wordt dit kenbaar gemaakt via het kwartaalverslag. De overgang naar een andere zone kan ontstaan door een daling of stijging van de dekkingsgraad. Als het Bestuur het nodig acht, worden deelnemers persoonlijk geïnformeerd over de overgang naar een andere zone. Communicatie maatregelen uit het crisisplan Als het Bestuur overgaat tot (één van) de onderstaande maatregelen, dan worden de deelnemers doorgaans eerst persoonlijk geïnformeerd over de getroffen maatregel(en) en wat de gevolgen van de maatregel(en) zijn. Vervolgens worden de algemene communicatiemiddelen van het pensioenfonds (zoals hierboven genoemd) ingezet voor verdere (diepgaande) informatieverstrekking. Deze werkwijze betreft de volgende maatregelen: Beperken indexatie Korten van pensioenen Als het Bestuur overgaat tot (één van) de onderstaande maatregelen, dan wordt bekeken welke van de algemene communicatiemiddelen van het pensioenfonds gebruikt kunnen worden om deelnemers te

Stichting Pensioenfonds Rockwool 45 informeren. Aanvullend op de genoemde algemene communicatiemiddelen wordt ook de website aangepast indien dit gewenst is. Deze werkwijze betreft de volgende maatregelen: Aanpassen beleggingsbeleid Verhoging van de werkgeverspremie Verhoging van de werknemerspremie Extra storting door werkgever Besluitvormingsproces Het crisisplan is een richtlijn. De actualiteit van het crisisplan wordt jaarlijks beoordeeld. Hierbij kunnen onder andere de genoemde dekkingsgraadniveaus, die aangeven of het pensioenfonds zich in een gevarenzone of een crisissituatie bevindt, worden aangepast. Aan de hand van dit crisisplan controleert het Bestuur of er sprake is van een gevarenzone danwel een crisissituatie. Zodra het pensioenfonds in een crisissituatie terechtkomt (dekkingsgraad lager dan 104,6%), komt het Bestuur bijeen en bespreekt welke maatregelen genomen kunnen worden om te komen tot herstel van de dekkingsgraad. Hierbij wordt rekening gehouden met de omstandigheden van het moment. Op basis hiervan neemt het Bestuur binnen twee maanden een besluit over de daadwerkelijk uit te voeren maatregelen. Hierbij weegt het Bestuur de belangen van alle bij Stichting Pensioenfonds Rockwool betrokken belanghebbenden op evenwichtige wijze.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 46 Bijlage: In ogenschouw genomen economische scenario s De Europese schuldencrisis houdt de markten op dit moment in hun greep. De Europese leiders hebben tot nu toe nog onvoldoende antwoord weten te formuleren op de aanhoudende eurocrisis. Het beleid is reactief en weinig daadkrachtig, waardoor spanningen op de financiële markten blijven aanhouden en de problemen niet opgelost zijn. De vraag die dan rijst is: Wat zijn de mogelijke effecten van de geschetste Europese omgeving op de financiële positie van Stichting Pensioenfonds Rockwool. Daartoe is onderstaand een viertal toekomstscenario s geschetst en worden de mogelijke gevolgen daarvan voor de beleggingscategorieën weergegeven. Aan de hand van deze scenario s zijn voor verschillende portefeuilleconstructies toekomstverkenningen voor het pensioenfonds gemaakt. De scenario s die onderscheiden zijn, zien er als volgt uit. Scenario 1: Escalatie eurocrisis Europese leiders blijven achter de feiten aanlopen en handelen te laat. De toenemende spanningen leiden tot een implosie van een of meer probleemlanden met als gevolg faillissementen van overheden en mogelijk het opgeven van de euro door een of meer probleemlanden, waarvan een verder destabiliserende werking uitgaat. Een core euro blijft bestaan, waarschijnlijk inclusief Frankrijk. De risico s op een grote financiële crisis en een scherpe Europese recessie zijn onder dit scenario groot. Dit is zwaar weer voor alles waar risico s in zitten. Waarschijnlijk zijn Duitse en Nederlandse staatsobligaties nog de relatief veiligste keuze. Internationale spreiding naar landen die minder blootstaan aan de problemen in Europa kan helpen de pijn iets te verzachten. Voor zover aan de orde lijkt het wijsheid om valutarisico s niet afdekken vanwege kans op het wegvallen van de euro als valuta. Een zogenaamde double-dip zal resulteren in een sterke daling van de Europese aandelenmarkten, sterk vergelijkbaar met de daling die waargenomen is in de laatste financiële crisis. Rentestanden zullen, voor zover daar nog ruimte voor is, verder dalen en kortlopende rentes zullen richting het nulpunt zakken. De onderstaande grafieken tonen zowel de ontwikkeling van de indices (Europa, VS, verre oosten en emerging markets) als de ontwikkeling van de 1-, 2-, 5- en 10-jaarsrente.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 47

Stichting Pensioenfonds Rockwool 48 Scenario 2: Besluiteloosheid De Europese beleidsmakers gaan door met huidig beleid om te voorkomen dat de eurocrisis verder escaleert, maar verzuimen om de problemen structureel aan te pakken. De markt zal met horten en stoten beleidsacties afdwingen. Dit scenario kenmerkt zich door hoge volatiliteit op financiële markten, waarbij de beurs per saldo gelijk blijft. Zakelijke waarden zullen per saldo slechts beperkt extra rendement opleveren, maar wel zorgen voor extra volatiliteit. Staatsobligaties van de sterkere euro landen zullen aantrekkelijk blijven omdat ze als veilige haven zullen dienen in tijden van toenemende onzekerheid. Rentestanden zullen rond hetzelfde niveau blijven of mogelijk licht stijgen.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 49 Scenario 3: Inflatoire financiering Europese leiders blijken bereid tot beperkte solidariteit. Door massale opkoop van de schulden van probleemlanden bezweert de ECB de eurocrisis en versoepelt het noodzakelijke sanerings- en aanpassingsproces in probleemlanden. Het vergroten van de geldhoeveelheid kan leiden tot een stijgende inflatie. In dit geval bieden zakelijke waarden waarschijnlijk een betere, maar onzekere, bescherming dan nominale obligaties. Inflatie gerelateerde obligaties of inflatieswaps beschermen de belegger direct tegen structureel hoge inflatie. Het is onduidelijk of de euro zal verzwakken ten opzichte van de dollar vanwege de geldpersen die ook in de Verenigde Staten aanstaan.

Stichting Pensioenfonds Rockwool 50 Scenario 4: Daadkrachtig optreden Europese leiders zoeken een oplossing in verregaande integratie: schulden worden een zaak van gemeenschappelijk belang, financiering van overheidsschulden geschiedt bijvoorbeeld via eurobonds en het begrotingsbeleid wordt gecentraliseerd. Het herstel van de economie zet door. De onzekerheid neemt af en de economie kan zich relatief snel herstellen, met als gevolg groeiende bedrijfswinsten en normaliserende renteverschillen binnen Europa. Dit betekent dat de rente voor de sterke eurolanden zal oplopen. Aandelen en bedrijfsobligaties zullen het meeste profiteren. De gemiddelde rente zal op een lange termijn gemiddelde niveau blijven, evenals de inflatie.