ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING

Vergelijkbare documenten
OVERSCHRIJDINGSDUUR VAN STORMEN 1. INLEIDING

VERGELIJKENDE STUDIE VAN ALTERNATIEVE ONTWERPWAARDE SCHATTINGEN VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE

POT ANALYSE VAN SIGNIFICANTE GOLFHOOGTE EN SCHATTING VAN ONTWERPWAARDEN

RELATIES TUSSEN DE PARAMETERS IN DE METEOATLAS 1. INLEIDING

Toetsen van de frequentie van voorkomen van windsnelheid en golfhoogte tijdens stormperiodes.

Hoofdstuk 5 Een populatie: parametrische toetsen

9. Lineaire Regressie en Correlatie

Examen Statistiek I Feedback

+ ( 1 4 )2 σ 2 X σ2. 36 σ2 terwijl V ar[x] = 11. Aangezien V ar[x] het kleinst is, is dit rekenkundig gemiddelde de meest efficiënte schatter.

Verhouding PM10-FDMS / PM10-ruwe data

Kansrekenen en statistiek. Daniël Slenders Faculteit Ingenieurswetenschappen Katholieke Universiteit Leuven

Wetenschappelijk Instituut Volksgezondheid. Verwerking van gecensureerde waarden

Toetsen van de frequentie van voorkomen van windsnelheid en golfhoogte tijdens stormperiodes.

Kansrekening en Statistiek

Hoofdstuk 6 Twee populaties: parametrische toetsen

Kansrekening en Statistiek

Meten en experimenteren

4 Domein STATISTIEK - versie 1.2

1. Statistiek gebruiken 1

Data analyse Inleiding statistiek

Hoofdstuk 3 Statistiek: het toetsen

Inhoud. 1 Inleiding tot de beschrijvende statistiek Maatstaven voor ligging en spreiding Kansrekening 99

Vandaag. Onderzoeksmethoden: Statistiek 3. Recap 2. Recap 1. Recap Centrale limietstelling T-verdeling Toetsen van hypotheses

Toegepaste data-analyse: oefensessie 2

Meten en experimenteren

Statistiek voor A.I.

Meten en experimenteren

G0N11a Statistiek en data-analyse: project Eerste zittijd Modeloplossing

Data analyse Inleiding statistiek

Statistiek voor Natuurkunde Opgavenserie 4: Lineaire regressie

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10) Tentamen Inleiding Experimentele Fysica (3AA10)

Reproductie van A compound Weibull model for the description of surface wind velocity distributions : een toelichting (voorlopige versie)

HOOFDSTUK 7: STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN VOOR DISTRIBUTIES

Hoofdstuk 3 : Numerieke beschrijving van data. Marnix Van Daele. Vakgroep Toegepaste Wiskunde en Informatica Universiteit Gent

Voorbeeldtentamen Statistiek voor Psychologie

Hoofdstuk 10: Kapitaalmarkten en de prijs van risico

Hoofdstuk 7: Statistische gevolgtrekkingen voor distributies

EWMA Control Charts in Statistical Process Monitoring I.M. Zwetsloot

Inleiding statistiek

Robuustheid regressiemodel voor kapitaalkosten gebaseerd op aansluitdichtheid

College 2 Enkelvoudige Lineaire Regressie

Regression Analysis for Interval-Valued Data

Examen Statistische Modellen en Data-analyse. Derde Bachelor Wiskunde. 14 januari 2008

HOOFDSTUK VII REGRESSIE ANALYSE

Les 1: de normale distributie

KNMI-HYDRA project. Phase report 2 and 4

College 6 Eenweg Variantie-Analyse

Statistiek: Spreiding en dispersie 6/12/2013. dr. Brenda Casteleyn

Statistiek I Samenvatting. Prof. dr. Carette

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Tentamen OGO Fysisch Experimenteren voor minor AP (3MN10)

Kansrekening en statistiek wi2105in deel 2 27 januari 2010, uur

Het verhaal van de financiële staart Jan Beirlant, Goedele Dierckx Universitair Centrum voor Statistiek en Departement Wiskunde, KULeuven

Principe Maken van een Monte Carlo data-set populatie-parameters en standaarddeviaties standaarddeviatie van de bepaling statistische verdeling

Over het gebruik van continue normering Timo Bechger Bas Hemker Gunter Maris

Stochastiek 2. Inleiding in de Mathematische Statistiek 1 / 18

G0N11C Statistiek & data-analyse Project tweede zittijd

Formules Excel Bedrijfsstatistiek

Cursus TEO: Theorie en Empirisch Onderzoek. Practicum 2: Herhaling BIS 11 februari 2015

Het gebruik van het blancheerrendement als indicator voor het verwerkingsrendement.

. Dan geldt P(B) = a d. 3 8

Samenvatting. A. van Leeuwenhoeklaan MA Bilthoven Postbus BA Bilthoven KvK Utrecht T

We illustreren deze werkwijze opnieuw a.h.v. de steekproef van de geboortegewichten

Hoofdstuk 12: Eenweg ANOVA

Kansrekening en Statistiek

1 Inleiding. 2 Methode en selectie

Examen Kansrekening en Wiskundige Statistiek: oplossingen

werkcollege 6 - D&P9: Estimation Using a Single Sample

Kansrekening en statistiek WI2211TI / WI2105IN deel 2 2 februari 2012, uur

Hiermee rekenen we de testwaarde van t uit: n. 10 ( x ) ,16

Kansrekening en statistiek wi2105in deel 2 16 april 2010, uur

Oefenvragen bij Statistics for Business and Economics van Newbold

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN

BETROUWBAARHEIDSINTERVALLEN VANUIT VERSCHILLENDE HOEKEN BELICHT. S.A.R. Bus

variantie: achtergronden en berekening

Controlesysteem. voor kunststofverpakkingsafval en drankenkartons. afkomstig van huishoudens. Beoordelingssystematiek

College 4 Inspecteren van Data: Verdelingen

Meten en experimenteren

De evolutie van individueel welbevinden, academisch zelfconcept en prestaties doorheen het middelbaar onderwijs: verschillen tussen scholen.

Implementations of Tests on the Exogeneity of Selected Variables and Their Performance in Practice M. Pleus

Nauwkeurige dieptemetingen

Schatting voor het aantal tanks: is statistiek beter dan de geheime dienst?

Les 1: Waarschijnlijkheidrekening

Hoe gaat RVO.nl om met de nauwkeurigheid van hoeveelheden aan- en afgevoerde mineralen? 21 december 2018

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel 2. 6 november 2015 van 10:00 12:00 uur

De bisectie methode uitgelegd met een makkelijk voorbeeld

Toetsen van hypothesen

Hoofdstuk 8 Het toetsen van nonparametrische variabelen

11. Multipele Regressie en Correlatie

Percentage afwijkingen groter dan vijf decibel

Data analyse Inleiding statistiek

Proefopstelling Tekening van je opstelling en beschrijving van de uitvoering van de proef.

Tentamen Inleiding Intelligente Data Analyse Datum: Tijd: , BBL 420 Dit is geen open boek tentamen.

HOOFDSTUK 6: INTRODUCTIE IN STATISTISCHE GEVOLGTREKKINGEN

Hoofdstuk 12 : Regressie en correlatie. Marnix Van Daele. Vakgroep Toegepaste Wiskunde en Informatica Universiteit Gent.

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN. Eindtoets Experimentele Fysica 1 (3A1X1) - Deel januari 2014 van 14:50 17:00 uur

introductie populatie- steekproef- steekproevenverdeling pauze parameters aannames ten slotte

TECHNISCHE UNIVERSITEIT EINDHOVEN Faculteit Wiskunde en Informatica Tentamen Statistiek voor T (2S070) op vrijdag 8 oktober 1999, uur De u

Statistiek ( ) ANTWOORDEN eerste tentamen

6.1 Beschouw de populatie die wordt beschreven door onderstaande kansverdeling.

Voorbeelden van gebruik van 5 VUSTAT-apps

Transcriptie:

Rapport aan Dienst der Kustwegen betreffende ANALYSE VAN WINDSNELHEIDGEGEVENS METEOPAAL ZEEBRUGGE 1. INLEIDING Dit rapport beschrijft de analyse resultaten van de windsnelheidgegevens voor de meteopaal Zeebrugge en de overeenkomstige voorstellingswijzen in de Meteopaal. Volgende punten zijn onderzocht: 1. de keuze van de verdelingsvorm (zie Hoofdstuk 2); 2. de schatting van de marginale verdelingsvorm (zie Hoofdstuk 3); 3. de gemiddelde overschrijdingsduur in functie van de drempelwaarde (zie Hoofdstuk 4); 4. een aanpassing van de ontwerpwaarden rekening houdend met de overschrijdingsduur (zie Hoofdstuk 5). 2. KEUZE VAN DE VERDELINGSVORM Voor windsnelheidsmetingen wordt veelal hetzij een lognormale, hetzij een Weibull verdeling verondersteld. Om een keuze te maken van de meest gepaste verdelingsvorm is de empirische verdeling van de windsnelheidsmetingen voor de periode van 1977 tot en met 1993 (meetwaarden elke 15 minuten) uitgezet zowel op lognormaal als op Weibull waarschijnlijkheidspapier. Deze voorstellingswijzen gaan uit van de empirische kwantielplot waarbij voor iedere orde-statistiek x i (de i-de hoogste waarde) de proportie wordt uitgezet waarmee deze waarde wordt onderschreden, zoals bepaald door de Blom-score b=(i-0.5)/n, waarbij n verwijst naar het totaal aantal gegevens. Zowel de orde-statistiek in de x-as, als de Blom-score in de y-as wordt echter getransformeerd zodanig dat, indien de veronderstelde verdeling van toepassing is, de uitgezette curve naar een rechte lijn dient te convergeren. Volgende figuren tonen het resultaat van deze operatie, respectievelijk voor de veronderstelde lognormaal verdeling als voor de veronderstelde Weibull verdeling.

Lognormale Q-Q plot 6 lognormale orde-statistiek 5 4 3 2 1 0-1 -2-3 0.1 1 10 100 orde-statistiek windsnelheid (m/sec) Weibull Q-Q plot 3 2 weibull orde-statistiek 1 0-1 -2-3 -4-5 -6 0.1 1 10 100 orde-statistiek windsnelheid (m/sec) Omdat het aantal gegevens bijzonder groot is (324713 metingen zijn uitgevoerd over deze periode) zijn de orde- statistieken gediscretizeerd in intervallen van 0. m/sec en de blom-score is bepaald voor de midpunten van deze klasses. Dit heeft echter geen verdere invloed op de interpretatie van het resultaat. Het is zeer duidelijk dat de empirische Weibull Q-Q plot veel beter een rechte lijn benadert dan de lognormale Q-Q plot. Daarom wordt in volgend hoofdstuk een Weibull fit gebruikt om de marginale verdeling te benaderen. 2

3. FIT VAN DE MARGINALE VERDELING Voor de windsnelheidsmetingen zijn metingen tot en met 1993 uitgevoerd met een 15 minuten interval, terwijl de metingen na 1993 zijn uitgevoerd met een 10 minuten interval. De verandering van het tijdsinterval waarover de metingen zijn bepaald kan de verdelingsvorm beïnvloeden en daardoor stelt het zich het combinatieprobleem van de resultaten bekomen door afzonderlijke analyse van de datasets. We bespreken eerst de resultaten voor de afzonderlijke analyses en vervolgens hoe men deze resultaten kan combineren om meer nauwkeurige schattingen te bekomen van de ontwerpwaarden. 3.1. Schatting van de marginale verdeling voor één enkele dataset Een procedure voor de schatting van de Weibull verdeling op basis van de meetgegevens is eerder uitgewerkt voor de verwerking van significante golfhoogte. De methode die hiertoe is ontwikkeld wordt in detail uiteengezet in Schatting van de kansverdeling van de significante golfhoogte. Specifieke karakteristieken van de methode die ook hier van toepassing zijn betreffen volgende aspecten: de Weibull verdeling wordt gefit voor een zo groot mogelijk bereik van de hogere orde-statistieken in zoverre een voldoende goodness-of-fit wordt bereikt. Voorgaande Weibull Q-Q plot toont dat ook voor de windgegevens het lineaire gedrag afwijkt bij de lagere ordestatistieken van dat bij de hogere orde-statistieken; de fitting gebeurt op basis van de ML-methode, waarbij correcties worden gemaakt voor de dataomvang in de verschillende seizoenen, zodat deze conform is met de werkelijke kalendertijd van deze seizoenen. Deze correctie is ook in dit geval van toepassing; de onzekerheid op de geschatte parameters en de overeenkomstige ontwerpwaarden wordt geschat door middel van een parametrische bootstrap (d.w.z. de schattingsmethode wordt herhaald toegepast op basis van gesimuleerde steekproeven uit een Weibull verdeling met de geschatte parameters). De steekproefomvang die wordt gebruikt bij deze bootstrap wordt echter voorafgaand bepaald op basis van de variatie van de schattingen die wordt vastgesteld bij de toepassing van een niet-parametrische geblokte bootstrap. Bij deze methode worden uit de originele meetreeks lukraak blokken van metingen (rond de 500 opeenvolgende metingen) geselecteerd, waarna de schattingsmethode wordt herhaald. Door de selectie van tijdsblokken van metingen eerder dan individuele metingen wordt de correlatie van de metingen doorbroken en krijgt men een minder vertekend beeld van de werkelijke onzekerheid. Vermits opeenvolgende metingen van de windsnelheid sterk gecorreleerd zijn, is deze techniek ook hier van toepassing. 3

De schattingsmethode is toegepast zowel voor de dataset van windgegevens tot en met 1993 als na 1993. Selectieve resultaten worden hierna bondig besproken 3.1.1. Marginale kansverdeling cumulatieve verdeling van de windsnelheid (gegevens tot en met 1993) empirische verdeling gefitte verdeling 95% betrouwbaarheidsinterval 0.999999 0.99999 0.9999 0.999 0.99 fractie van kleinere waarden 0.9 0.75 0.5 0. 0.1 0.01 0.2 0.5 1 2 5 10 windsnelheid in m/sec cumulatieve verdeling van de windsnelheid (gegevens na 1993) 0.999999 0.99999 0.9999 0.999 0.99 empirische verdeling gefitte verdeling 95% betrouwbaarheidsinterval fractie van kleinere waarden 0.9 0.75 0.5 0. 0.1 0.01 0.2 0.5 1 2 5 10 windsnelheid in m/sec 4

Plots van de empirische en gefitte Weibull-verdeling toont dat voor beide datasets een goede fit wordt bekomen vanaf een drempelwaarde van respectievelijk 7 m/sec (voor data tot en met 1993) en 6.5 m/sec (voor data na 1993). 3.1.2. Ontwerpwaarden Op basis van de marginale kansverdelingen kunnen de windsnelheden berekend worden die voor een bepaalde terugkeerperiode gemiddeld 1 maal worden overschreden. Bij de interpretatie van dit resultaat dient men echter rekening te houden met de tijdsduur van de overschrijding. Voor zeer hoge waarden komt dit gemiddeld overeen met het tijdsinterval waarover wordt gemeten; voor lage waarden doen overschrijdingen zich echter meestal in groepen voor. Dit probleem wordt verder besproken in Hoofstuk 4 bij de analyse van de overschrijdingsduren. Volgende figuren tonen het resultaat van de ontwerpwaarde schatting op basis van de twee datasets. meetwaarden tot en met 1993 40 ontwerpwaarde windsnelheid (m/sec) 19 18 23 21 24 23 28 26 29 27 32 38 33 15 10/j 2/j 1/j 1/10j 1/100j 1/1000j 1/10,000j terugkeerperiode 5

meetwaarden na 1993 40 ontwerpwaarde windsnelheid (m/sec) 21 24 23 24 29 27 29 27 34 29 37 34 15 10/j 2/j 1/j 1/10j 1/100j 1/1000j 1/10,000j terugkeerperiode Bij de vergelijking van deze resultaten dient men echter rekening te houden met het verschil in tijdsinterval. Zo vindt men bijvoorbeeld op basis van de analyse van de meetwaarden tot en met 1993 dat de windsnelheid van 26 m/sec gemiddeld 15 minuten wordt overschreden per 10 jaar, terwijl men op basis van de analyse van de meetwaarden na 1993 vindt dat de windsnelheid van 27 m/sec gemiddeld 10 minuten wordt overschreden per 10 jaar. Hoe men tot een rechtstreekse vergelijking van de resultaten kan komen en de resultaten ook kan combineren tot een meer nauwkeurige schatting die gebruik maakt van beide datasets wordt besproken in Sectie 3.2 3.1.3. Enkele numerische resultaten Volgende tabel vergelijkt enkele numerische resultaten voor de beide datasets. 6

RESULTAAT TOT EN NA 1993 MET 1993 totaal aantal meetpunten 324712 278602 equivalent aantal onafhankelijke meetgegevens 6390 69 drempelwaarde 7 6.5 aantal meetpunten gelijk aan of lager dan de drempelwaarde 2719.3 181437.5 geschatte waarde van u 4.6 6.3 geschatte standaardfout van u 0.1 0.1 geschatte waarde van k 1.47 1.79 geschatte standaardfout van k 0.037 0.054 geschatte correlatie tussen u en k 0.81 0.64 G-statistiek voor de fit 4.65 5.28 significantieniveau van de G-statistiek 0.03 0.63 gemiddelde van log(u) in de bootstrap methode 1.53 1.84 standaarddeviatie van log(u) in de bootstrap methode 0.016 0.017 gemiddelde van 1/k in de bootstrap methode 0.68 0.56 standaarddeviatie van 1/k in de bootstrap methode 0.017 0.017 correlatie van log(u) en 1/k in de bootstrap methode -0.81-0.64 TIJDSCATEGORIE correctie voor januari-maart 1.04 1.13 correctie voor april-juni 1.02 1.07 correctie voor juli-september 0.93 0.92 correctie voor oktober-december 1.00 0.91 Hoewel de observatieperiode van 1977 tot en met 1993 aanzienlijk hoger is dan die na 1993 is het aantal meetpunten toch van dezelfde ordegrootte omdat na 1993 een kleiner tijdsinterval werd gebruikt. Het equivalent aantal onafhankelijke meetgegevens wordt echter door de schattingsmethode op correcte wijze als aanzienlijk hoger ingeschat voor de eerste dataset dan voor de tweede dataset. De drempelwaarde die automatisch wordt gekozen door de schattingsmethode is, zoals eerder vermeld, in beide gevallen vergelijkbaar. Het significantieniveau van de G-statistiek toont echter dat voor de eerste dataset een minder goede fit wordt bekomen dan voor de tweede dataset: de waarde 0,03 duidt aan dat een waarde van de G-statistiek kleiner of gelijk aan de genoteerde waarde van 4,65 zich slechts in 3% van de onafhankelijke schattingen zou voordoen indien de schattingsmethode werd herhaald op basis van onafhankelijke steekproeven uit een Weibull verdeling met de geschatte parameters (met een steekproefomvang gelijk aan het equivalent aantal meetpunten). Onderaan de tabel worden de correcties aangeduid voor de verschillende tijdscategoriën. Meetpunten in de zomerperiode zijn oververtegenwoordigd en worden in beide datasets verminderd. Hoewel de correcties niet bijzonder groot zijn, zijn ze toch niet te verwaarlozen voor het eindresultaat. De schattingen van de parameters u en k voor de twee datasets blijken opvallend verschillend te zijn. Bij deze beoordeling dient men echter rekening te houden met de 7

correlatie tussen de waarden u en k die bijzonder hoog is. Overigens is het duidelijk uit voorgaande plots van de ontwerpwaarden dat, hoewel de schattingen van u en k significant verschillen, de schattingen van de ontwerpwaarden slechts geringe verschillen vertonen. 3.2. Vergelijking en combinatie van de ontwerpwaarde resultaten Om de resultaten bekomen op basis van de datasets dienen de resultaten eerst en vooral te worden herberekend op basis van dezelfde tijdstap. Dit kan eenvoudig gebeuren door de kans van overschrijding die overeenkomt de N-jaarlijkse ontwerpwaarde te herberekenen als: p = t N (1) waarbij t de tijdsduur van de overschrijding voorstelt uitgedrukt in jaren. Voor deze overschrijdingskans kunnen dan de gebruikelijke formules worden toegepast om de overeenkomstige ontwerpwaarde en zijn onzekerheid af te leiden (zie rapport Schatting van HS ). De volgende figuur toont het resultaat van deze nieuwe berekening wanneer men t gelijkstelt aan 10 minuten voor de gegevens gemeten voor 1993 (met een oorspronkelijke tijdstap van 15 minuten). meetwaarden tot en met 1993 (voor 10 minuten) ontwerpwaarde windsnelheid (m/sec) 40 21 19 24 21 23 28 27 32 28 33 38 36 33 15 10/j 2/j 1/j 1/10j 1/100j 1/1000j 1/10,000j terugkeerperiode 8

De resultaten zijn lichtjes hoger dan degene die eerder werden gevonden voor een overschrijdingsduur van 15 minuten. De resultaten van de twee analyses kunnen nu gecombineerd worden door de onafhankelijke schattingen te combineren rekening houdend met hun respectieve nauwkeurigheid. Dit gebeurt door een gewogen gemiddelde te maken van het logarithm van de respectieve schatters. De gewichten zijn invers proportioneel met de varianties van dit logarithm. Mathematisch betekent dit dat: loghˆ = wloghˆ + w loghˆ (2) N 1 N1 2 N2 waarbij ĥ de nieuwe gecombineerde schatting voorstelt en N h ˆ ˆ N1,h N2 de respectieve schattingen voorstellen voor de afzonderlijke datasets. w 1 en w 2 worden bepaald als: 1 w = σ 1 2 loghˆ N1 en 1 w = (3) σ 2 2 loghˆ N2 waarbij σ en 2 loghˆ N1 σ verwijzen naar de variantie van de afzonderlijke schattingen 2 loghˆ N2 na logtransformatie. De variantie van het logartihm van de gecombineerde schatting komt dan overeen met: σ = 2 loghˆ N w 1 + w 1 2 (4) De volgende figuur toont het eindresultaat van de combinatie van de twee analyses: de ontwerpwaarden liggen nu tussen beide schattingen in, waarbij de eerste dataset een iets groter gewicht wordt toegekend, vermits deze resultaten nauwkeuriger zijn. 9

alle meetwaarden (voor 10 minuten) 40 ontwerpwaarde windsnelheid (m/sec) 21 24 23 24 23 28 27 28 34 32 37 33 15 10/j 2/j 1/j 1/10j 1/100j 1/1000j 1/10,000j terugkeerperiode Merken we nogmaals op dat deze ontwerpwaarden betrekking hebben op de windsnelheid die gemiddeld 10 minuten per N jaar worden overschreden. In volgend hoofdstuk wordt de gemiddelde overschrijdingsduur onderzocht voor een gegeven drempelwaarde van de windsnelheid. Deze analyse laat toe om ontwerpwaarden af te leiden die betrekking hebben op onafhankelijke overschrijdingen die voor een gegeven jaar met kans 1/N voorkomen.. 10

4. OVERSCHRIJDINGSDUUR VAN DE WINDSNELHEID De overschrijdingsduur van de windsnelheid wordt op dezelfde wijze bepaald als voor de golfhoogte (zie rapport Overschrijdingsduur van significante golfhoogte ). Voor verschillende drempelwaarden worden eerst storm periodes bepaald die overeenkomen met een continue overschrijding van de windsnelheid. Vervolgens worden deze stormen samengevoegd, indien ze binnen een korte tijdspanne van elkaar gebeuren. Tenslotte wordt voor iedere drempelwaarde de gemiddelde duur van de overschrijding van het drempelniveau binnen een storm periode berekend. Voor de uitvoering van deze analyses kunnen de storm periodes van de beide observatieperiodes worden samengevoegd. Het resultaat voor de gemiddelde overschrijdingsduur voor deze samengevoegde resultaten wordt getoond in de volgende figuur. Voor drempelwaarden waarbij een voldoende aantal stormen wordt gedetecteerd is eveneens de standaardfout van de schatting van het gemiddelde Meteostation Zeebrugge,W15+WI1,Windmetingen (15 min),wvs (1977/01-1998/12) 10000.0 y = 9189.7e -0.2x gemiddelde duur overschrijding (min) 1000.0 100.0 10.0 1.0 8 10 12 14 16 18 24 26 drempelwaarde (cm) aangeduid. De rechte lijn komt overeen met een kleinste kwadratenfit van de waarden. Het is onmiddellijk duidelijk dat het verband tussen de gemiddelde overschrijdingsduur en de drempelwaarde zeer goed benaderd wordt door een expontiëel dalende curve van de vorm: 0,2V ( ) 9187.9 e ET = (5) 11

waarbij T verwijst naar de overschrijdingsduur en V verwijst naar de beschouwde drempelwaarde. Men dient echter op te merken dat de variatie van de overschrijdingsduur voor een gegeven drempelwaarde bijzonder hoog kan zijn. Dit wordt geïllustreerd door de volgende figuur, die voor de verschillende drempelwaarden de cumulatieve frequentieverdeling van de stormduren toont (voor drempelwaarden waarbij slechts enkele stormen worden gedecteerd, zijn verschillende klasses samengevoegd). Meteostation Zeebrugge,W15+WI1,Windmetingen WVS (1977/01-1998/12) 100.0% 90.0% 80.0% % overschrijdingen met kortere duur 70.0% 60.0% 50.0% 40.0%.0% D10 D11 D12 D13 D14 D15 D16 D17-18 D19-.0% 10.0% 0.0% 1.0 10.0 100.0 1000.0 10000.0 100000.0 duur van overschrijding (min) Een formele analyse van deze gegevens is niet uitgevoerd binnen het bestek van deze studie. Voorgaande plot suggereert echter een lognormale verdeling voor de overschrijdingsduur bij een gegeven drempelwaarde. Verder blijkt dat de verdelingsvorm quasi-identiek is voor de verschillende drempelwaarden en enkel de mediaanwaarde verandert. De spreiding is echter bijzonder hoog: typisch vallen 90% van de waarnemingen tussen 1/10 en 10x de mediaanwaarde. 12

5. AANPASSING VAN DE ONTWERPWAARDEN VOOR DE VERWACHTTE OVERSCHRIJDINGSDUUR Voorgaande analyse van de overschrijdingsduur toont dat de gemiddelde overschrijdingsduur sterk varieert in functie van de overschreden drempelwaarde. Voor een windsnelheid van m/sec vindt men bijvoorbeeld een gemiddelde van 1,5 uur, terwijl men voor een windsnelheid van 29,5 m/sec slechts een gemiddelde duur van 10 minuten zou verwachten. Het is duidelijk dat voor de lagere waarden de aanname van onafhankelijke overschrijdingen niet opgaat (gemiddeld zijn er 9 opeenvolgende metingen die de waarde van m/sec overschrijden). De proportie van marginale overschrijdingen van t meetwaarden tijdens een periode van N jaar tijdens onafhankelijke storm overschrijdingen komt nu overeen met: p = ET(V) ( ) N (6) waarbij E(T(V)) verwijst naar de verwachtingswaarde van de overschrijdingsduur. Vergelijking (6) kan gebruikt worden om voor iedere N-jaar terugkeerperiode terugkeerperiode de waarde van V te zoeken waarbij p voldoet aan vergelijking (6). Alternatief kan men stellen dat men in Vergelijking (1) de waarde van t dient te zoeken, die een ontwerpwaarde V oplevert waarbij t=e(t(v)). Merk op dat in deze berekening gebruikt gemaakt wordt van de eerder besproken gecombineerde oplossing voor de ontwerpwaarden. De numerische oplossing gebeurt door gebruik te maken van de SOLVER optie in EXCEL. Volgende tabel toont het resultaat: terugkeerperiode ontwerpwaarde (m/sec) 95% benedengrens beste schatting 95% bovengresn gemiddelde overschrijdingsduur (min) 10/j 14 15 15 6 2/j 19 19 110 1/j 21 76 1/10j 24 27 26 1/100j 28 29 10 1/1000j 32 34 10 (5) 1/10,000j 33 37 10 (3) 13

Voor de kleinere terugkeerperiodes is er een substantiële verlaging van de ontwerpwaarden wanneer men rekening houdt met de overschrijdingsduur. Voor de hogere terugkeerperiodes (1/1000j en 1/10,000j), waarbij de verwachtte overschrijdingsduur kleiner is dan 10 minuten, worden de vorige resultaten behouden omdat het weinig zinvol is om over overschrijdingsduren kleiner dan het meetinterval te spreken. Volgende figuur toont visueel het eindresultaat. ontwerpwaarden gecorrigeerd voor overschrijdingsduur 40 ontwerpwaarde windsnelheid (m/sec) 15 15 14 19 19 21 27 24 29 28 34 32 37 33 10 10/j 2/j 1/j 1/10j 1/100j 1/1000j 1/10,000j terugkeerperiode Zoals reeds eerder is uiteengezet in het rapport betreffende de schatting van de golfhoogte dient men deze ontwerpwaarden op een andere wijze te interpreteren dan de ontwerpwaarden gebaseerd op basis van de marginale kansverdelingen. De nieuwe waarden verwijzen naar onafhankelijke overschrijdingen en zijn dan ook van toepassing voor de bepaling van een kans van overschrijding binnen één jaar, waarbij men vervolgens rekening dient te houden met het feit dat de overschrijding een bepaalde duur heeft. De ontwerpwaarden van de marginale kansverdeling daarentegen verwijzen naar een gemiddelde periode van overschrijding ( t/n) per jaar, maar houden geen rekening met de typische groepering van deze overschrijdingen. 14