De namen van de noten komen uit het alfabet. We gebruiken de eerste zeven letters: A B C D E F G Na de G komt opnieuw de noot A.



Vergelijkbare documenten
Hoe hoog of laag je de toon moet spelen kun je zien aan de plek van de noot op de notenbalk.

De notenbalk met vijf lijntjes

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen


2 punten. 3 punten. 4 punten. 1 punt. 3 punten

Inleiding. Beste cursist, ... Waarom deze cursus?

Begrippenlijst muziektheorie

algemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET A-EXAMEN

Klas 1 vmbo-t. Docent:...

Week 6 Maten en rusten

Voorwoord voor docenten

Les 1 C 1 D 1 E 1/2 F 1 G 1 A 1 B 1/2 C. Zeven letters voor alle noten. De zwarte toetsen. Deze kom je niet vaak tegen!

?Theorie. Kort overzicht met de belangrijkste dingen die je wilt of moet weten over muzieknotatie.

Week 4 Noten in G-sleutel

Voorwoord voor docenten

Week 5 Lengte van de noten

Muziek Reader. Sociaal Agogisch Werk. Cohort: Onderdeel van: creatieve basisvaardigheden

De Notenboom. AMV-methode - Deel 1. Johan Peeters. Leerlingenboek

Het notenschrift De basis

Les 2. Als je op een piano alleen de witte toetsen gebruikt, kun je meteen de majeur- toonladder van C spelen: C D E F G A B C.

Klas 1 Naam: Klas: Docent:...

Theorie A examen G I T A A R

THEORIE EXAMEN A 2019

Project nootwaarden en maatstrepen

THEORIE A INHOUD. Hoofdstuk 1 Het muziekschrift blz. 2. Hoofdstuk 2 Notenwaarden en rusttekens blz. 2 / 3. Hoofdstuk 3 Maatsoorten I blz.

Basale muziektheorie. Basale Muziek Theorie.

Week 3 Nog meer noten

Noten lezen voor gitaar

NOTEN LEZEN VOOR DUMMIES

Lesweek 11: Overzicht. Vervolgcursus

Algemene muziektheorie. Algemene. A-examen. Muziektheorie. Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1

Les 4. keer zo lang als een kwartrust, een kwartrust is weer twee keer zo lang als een achtste rust, en een achtste is twee keer een zestiende.

Theorie voor het HAFABRA examen A

Theorie op de gitaar. Toonladders. Uitleg en opdrachten. Coen Beijer

regelmatig of onregelmatig

1. Het ritme wat ik voor ga spelen, bestaat uit 2 bouwstenen en een extra halve noot. Schrijf de nummers van de juiste bouwstenen op de goede plek.

Week 2 Kruizen en Mollen

Introductie in de muziektheorie oftewel Hoe zit muziek nou in elkaar?

A-EXAMEN THEORIE Slagwerk 2018

ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET B-EXAMEN

MUZIEK EN WISKUNDE: samen klinkt het goed! INTERVALLEN: KWINT EN OCTAAF

In deze opdracht ga je een langere melodie maken, door een aantal motieven achter elkaar te zetten. Zo krijg je een trein van motieven.

Onthoud wel dat dit alleen een oefening is. Als je dit examen goed maakt, betekent dat niet dat je genoeg weet voor het echte examen!

Dit keer ga je aan de slag met het fantastische stuk River flows van Yurima waarin je zult ontdekken;

Orka boek. voor gitaar. Samengesteld door. Dingeman Coumou.

ANTWOORDBLAD D-EXAMEN THEORIE 2017

1. Het ritme wat ik voor ga spelen bestaat uit twee bouwstenen en extra halve noot. Schrijf de nummers van de goede bouwstenen op de juiste plek.

Module 3e. Algemene muziekleer, componeren en gehoortraining met Music Ace

samengesteld bovenste cijfer is 4 of meer

Afdeling I. 1. Zet er zelf een G- of F-sleutel voor (Wat voor instrument speel je?) en benoem dan de volgende noten:

In Evacuate the dancefloor van Cascada wordt een langer motief gebruikt. Meteen daarna wordt een variatie gespeeld.

algemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET C-EXAMEN

In deze opdracht ga je een langere melodie maken, door een aantal motieven achter elkaar te zetten. Zo krijg je een trein van motieven.

Co-creatie met basisschool De Ontdekking Groep 7-8

Deel A. Breuken vergelijken

EPTA. Muziektheorie A1-A2-B. MANSARDA - SINTRA muziekuitgaven. Landelijk Graadexamen Systeem. European Piano Teachers Association

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGEN BOEK L2 NAAM:... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p.

Lesweek 7: Het Notenschrift In the Hall of the Mountain King (Grieg) Vervolgcursus

Boomwhackers. pag. 1. Boomwhackers. Deel I. Ritme

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGENBOEK. Naam:...

Mijn eerste noten en akkoorden op gitaar

Het Notenschrift The Entertainer (Joplin)

HOOFDSTUK 18 : INLEIDING TOT DE RITMIEK

Nieuw schakelsysteem voor de liedjesbouwer

THEORIE B. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon. Een melodie die voorgespeeld wordt opschrijven (melodisch dictee).

NOTENSCHRIFT. Jeanne qui sautte uit de 17e eeuw, melodie en baspartij.

ANTWOORDBLAD A-EXAMEN SLAGWERK THEORIE 2017

Adriaan Kragten, Sint-Oedenrode, , herzien Een notenschrift zonder mollen en kruizen. 1 Inleiding

naam groep school

THEORIE C. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon

Ta, titi, tiritiri, too

Klas 2 vmbo-t. Docent:...

Notenlezen. Geschiedenis van het notatiesysteem van het begin tot het huidige huidige muziekschrift.

Eerste verkenning op de toetsen

3. Delen oefenen: De groepjes van 2 verzinnen een eigen melodie en noteren deze op de melodiekaartjes. Ze oefenen dit op hun instrument.

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord L 1 NAAM:... Hagelandse academie voor Muziek en Woord - AMV L1 : Theorie p.

Het einde van een muziekstuk wordt aangegeven doormiddel van een dubbele maatstreep.

THEORIEBOEK fase 1. Inhoudsopgave

Gehoor AMV1. deel 1. mi sol la vierde noot 2 achtste noten vierde rust. Cecilia Gehoor deel1.indd 1 18/06/ :11:48

IK EN MIJN BLOKFLUIT

EEN SELECTIE UIT: Algemene Muziekleer. Ch.Hendrikx & L.Jakobs

naam groep school

op een constant tempo leert lezen. Nemen we onderstaande eens door : Eerst bekijk je de ritmische parameter

De opbouw van notenladders

1 Notatie en toonstelsel

naam groep school

Opmerkingen en tips die van belang kunnen zijn bij het Overzetten van accordeonmuziek voor orkest.

Zwijsen. jaargroep 4. naam: reken-wiskundemethode voor het basisonderwijs. rekentrainer. jij. Bezoek alle leuke dingen. Teken de weg.

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L2 NAAM:... Hagelandse academie voor muziek en woord - AMV L2 : Theorie p.

Om een complete melodie te laten klinken maakt het kind eerst een keuze uit de bouwsteenblokje met de maatsoorten twee-vierde, drie-vierde en

HOOFDSTUK 24 : ANDERE MAATSOORTEN

Klas 2 Naam: Klas: Docent:... Algemene Muziekleer Solfège Instrumentenleer Hermann Wesselink College

Muziek en meer MUZIEK METHODE VOOR BASISONDERWIJS GROEP 6

Beknopte uitleg B. Duur en B. Mol.

Inleiding. Beste cursist, ... Waarom deze cursus?

Workshop Handleiding. Boomwhacker Muziekmaker. wat is jouw talent?

AANVULLENDE PROEFLES ACCORDEON

Transcriptie:

blz. 1 Toonhoogte a Eeuwen lang hebben mensen gezocht naar een goede manier om muziek op te schrijven. De eerste voorbeelden van genoteerde muziek komen uit de 9e eeuw. Deze vorm van muziekschrift was eigenlijk meer een geheugensteuntje. Als je de melodie nog niet kende, kon je er weinig mee beginnen. Hiernaast zie je een paar voorbeelden van die middeleeuwse muzieknotatie. Je ziet dezelfde melodie steeds preciezer opgeschreven. b c d Notenbalk Tegenwoordig schrijven we de muzieknoten op een notenbalk. a: rond het jaar 850; b, c en d: rond het jaar 1000 De notenbalk bestaat uit 5 lijnen. Zoals je ziet, is de onderste balk de eerste; we tellen dus van onder naar boven. De namen van de noten komen uit het alfabet. We gebruiken de eerste zeven letters: A B C D E F G Na de G komt opnieuw de noot A. LET OP: de B wordt op sommige instrumenten aangegeven door een H! De noten worden afwisselend op een lijn (= door een lijn heen), of tussen de lijnen getekend. We leren nu de volgende noten: hoge noten C D E F G A B C D E F G A lage noten G-sleutel Voor aan de balk staat de G - sleutel. Die geeft aan dat op de tweede lijn de noot G ligt. G Hulplijntje De noot die na de hoogste G komt, zou weer op een lijn moeten komen. Maar de notenbalk heeft maar 5 lijnen. Daarom tekenen we in zo n geval een hulplijntje. Net als bij de lage C. Stok omhoog of omlaag Noten die onder het middelste lijntje staan, hebben hun stok omhoog (en rechts van het bolletje). Noten die boven het middelste lijntje staan, hebben hun stok omlaag (en links van het bolletje). Op de middelste lijn mag je kiezen. FN007

blz. 2 1 a. Welke lijn is de eerste lijn van de notenbalk, de bovenste of de onderste?... b. Hoe heet het teken aan het begin van de notenbalk?... c. Wat geeft dat teken aan?... d. Wat is het verschil tussen een toon en een noot?... e. Wanneer teken je de stok aan een noot omhoog en wanneer omlaag?...... 2 Hieronder zie je een aantal noten staan. Zet de namen van de noten er onder. 1 2 3 4 1 - ne 2 3 4............ Speel de noten op je instrument. Weet jij van welk bekend liedje deze noten zijn?.. 3 Leer alle noten van blz 1 uit je hoofd. Zet daarna zonder op blz 1 te kijken de namen onder de noten. Maak eerst A. Kijk dan wat je fout hebt gedaan. Leer het opnieuw en maak vervolgens opdracht B en C. a b c

blz. 3 4 Teken bij de pijlen (telkens een stapje lager dan de vorige noot) de ontbrekende noten in de notenbalk. Denk om de juiste richting van de stokken! Waar vind ik die noot? Hieronder zie je waar je de verschillende noten op een keyboard of een klokkenspel kunt vinden. Let op: Niet alle keyboards en staafspelen beginnen met een lage "c" en ze eindigen ook niet allemaal met een hoge "a". Er kunnen ook meer of minder toetsen/klankstaven opzitten. Het blijft dus oppassen geblazen! C D E F G A B C D E F G A C D E F G A B C D E F G A

blz. 4 5 Kijk eens goed naar het schema op de vorige bladzijde. Vul vervolgens hieronder de woorden " links " of " rechts " in: Als de noten op de notenbalk omhoog gaan, moet je naar... Als de noten op de notenbalk omlaag gaan, moet je naar... op je instrument. op je instrument. Anders gezegd: Lage noten zitten... en hoge noten zitten... op je instrument. 6 Welke toetsen horen bij deze noten? Bestudeer eerst het schema op de vorige bladzijde. Zet dan zonder naar dat schema te kijken onder elke noot eerst de naam van de noot en daaronder het nummer van de goede toets. De noot heet: ----- ----- ----- ----- ----- ----- ----- Hij hoort bij toets nr: ----- ----- ----- ----- ----- ----- ----- C D E F G A B C D E F G A 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 7 Noten tekenen is een precies werkje. Als je het onduidelijk doet, speelt de muzikant een verkeerde noot Teken de gevraagde noten. Maak de bolletjes niet te groot, maar ook niet te klein. Denk om de juiste richting en de lengte van de stokken! lage G lage C B lage A hoge E lage D lage F hoge A hoge D

blz. 5 Kruizen Als er een kruis voor een noot staat, speel je de zwarte toets rechts van die noot. Achter de nootnaam komen dan de letters is (spreek uit: ies). Dus: f wordt fis (fies) je schrijft: F# g wordt gis (gies) je schrijft: G# c wordt cis (cies) je schrijft: C# etc. F# C# G# fis cis gis F# G# C# Mollen Als er een mol voor een noot staat, speel je de zwarte toets links van die noot. Achter de nootnaam komen dan de letters es. Dus: b wordt bes je schrijft: Bb d wordt des je schrijft: Db etc. Bb Eb Ab bes es as uitzonderingen: a wordt as (i.p.v. aes ) je schrijft: Ab e wordt es (i.p.v. ees ) je schrijft: Eb Eb Ab Bb

blz. 6 Maat, melodie en ritme Maat Muziek verdelen we in kleine stukjes die maten worden genoemd.in de notenbalk geef je de maten aan met maatstrepen. Hiernaast zie je een notenbalk met maatstrepen. Elk vakje is een maat. maatstreep maat De maat is ook een soort regelmatige "tik" op het tempo van de muziek. Je zou het kunnen zien als de hartslag van die muziek. In een stevig housenummer merk je dat je eigenlijk steeds tot 4 telt, omdat er om de 4 tellen een accent of zwaartepunt valt. Maar bij een walsje kom je niet verder dan 3. De stukken staan dan in een andere maatsoort. Maatsoort De maatsoort geeft aan hoeveel tellen er in een maat zitten. De maatsoort staat vooraan de notenbalk. Hieronder zie je twee voorbeelden: We zien steeds twee getallen boven elkaar. Het bovenste getal geeft aan hoeveel tellen er in de maat zitten. Het onderste getal is in beide voorbeelden een 4. Dat geeft aan dat de kwartnoot (1/4 noot) 1 tel duurt. (Over de kwartnoot straks meer...) Je zegt : "dit muziekstuk staat in vierkwartsmaat " of: "dit muziekstuk staat in driekwartsmaat ". Ritme en melodie Voor het noteren van een melodie is het aangeven van de juiste toonhoogte niet genoeg. Een melodie is namelijk de combinatie van hogere en lagere tonen in een bepaald ritme. Het ritme is de combinatie van korte en langere klanken of tonen. Behalve de toonhoogte moet je dus ook de lengte van de toon aan kunnen geven. Hoe lang een noot moet klinken, de notenwaarde, kan je zien aan de vorm van de noot. Hiernaast zie je een paar verschillende noten. Je ziet dat sommige noten open zijn, en anderen weer dicht. De meeste noten hebben een stokje, maar niet allemaal. Al die verschillen hebben te maken met hoe lang die noten moeten duren.

blz. 7 We gaan al die verschillende notenwaarden eens bekijken. hele noot: De hele noot duurt 4 tellen. Dat wil zeggen dat je 4 tellen moet wachten voordat je de volgende noot mag spelen. halve noot: of De halve noot duurt 2 tellen. Nu moet je de noot dus twee tellen door laten klinken, voordat je de volgende noot mag spelen. kwart noot: of De kwart noot duurt 1 tel. Nu moet je de noot dus één tel door laten klinken, voordat je de volgende noot mag spelen. achtste noot: of De achtste noot duurt een halve tel. Er passen er dus twee in één tel. Als je twee achtste noten achter elkaar moet spelen die samen binnen één tel vallen, dan schrijf je de noten aan elkaar: 1 - ne 2 - je 3 - je 4 - re Dat ziet er wat overzichtelijker uit dan dit: zestiende noot: of Van de zestiende noot passen er vier in één tel. Elke zestiende duurt dus een kwart tel. Als je meer zestiende noten achter elkaar moet spelen die samen binnen één tel vallen, dan schrijf je de noten aan elkaar: 1 - ne 2 - je 3 - je 4 - re Dat ziet er overzichtelijker uit dan dit: Daar wordt je tureluurs van!

blz. 8 Allemaal op een rijtje Hier zie je in een schema de meest voorkomende notenwaarden: 1 2 3 4 de noot heet: en hij duurt: hele noot 4 tellen halve noot 2 tellen kwart noot 1 tel achtste noot ½ tel zestiende noot ¼ tel In een vierkwartsmaat kan een maat bestaan uit: 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 - ne 2 - je 3 - je 4 - re Het is de moeite waard om deze regel vaak te spelen, zodat je gevoel krijgt voor de manier waarop de verschillende noten versnellen en vertragen. Natuurlijk kan je ontzettend veel combinaties maken van de verschillende notenwaarden. Zo krijg je steeds weer andere ritmes. Bijvoorbeeld: Opdrachtje: Kun jij een zinnetje bedenken op dit ritme?

blz. 9 Noten langer maken Er zijn twee manieren om noten langer te maken, zodat er weer nieuwe notenwaarden ontstaan. Zo krijg je dus nog meer mogelijkheden. Verbindingsbogen Je kunt noten van verschillende lengtes met een verbindingsboog aan elkaar plakken. Je ziet dan twee noten, maar je speelt er maar één. Deze noot duurt net zo lang als die twee losse noten bij elkaar opgeteld. punten Door een punt achter een noot te zetten, wordt die noot 1½ keer zo lang. = 3 tellen = 1½ tel = ¾ tel Rusten In een muziekstuk hoor je niet voortdurend geluid. Soms zijn er korte of langere stiltes. Die stiltes worden door een rustteken aangegeven in de notenbalk. hele rust 4 tellen In het schema hiernaast zie je de rusttekens die horen bij de notenwaardes die je net hebt geleerd. Zoals je ziet zijn afgeleid van de notenwaardes. De namen en de lengtes komen dan ook overeen. halve rust kwart rust 2 tellen 1 tel achtste rust ½ tel zestiende rust ¼ tel

blz. 10 8 a. Geef een goede omschrijving van het begrip "ritme ". b. Welke twee dingen kunnen we bedoelen met de "maat "...... c. Wat is het verschil tussen maat en ritme? 9 a. Geef een goede omschrijving van het begrip " melodie ". b. Wat bedoelen we met de notenwaarde? c. Waarom moet je de lengte van de noten in tellen weergeven, en mag het niet in secondes? d. Wat betekent een punt achter een noot?

blz. 11 10 Hoe heten de volgende noten en hoe lang duren ze: 1. De noot heet:... en hij duurt:... 2. De noot heet:... en hij duurt:... 3. De noot heet:... en hij duurt:... 4. De noot heet:... en hij duurt:... 5. De noot heet:... en hij duurt:... 11 Hoe heten de volgende rusttekens en hoe lang duren ze: 1. Dit is een:... en hij duurt:... 2. Dit is een:... en hij duurt:... 3. Dit is een:... en hij duurt:... 4. Dit is een:... en hij duurt:... 4. Dit is een:... en hij duurt:...