EEN SELECTIE UIT: Algemene Muziekleer. Ch.Hendrikx & L.Jakobs

Maat: px
Weergave met pagina beginnen:

Download "EEN SELECTIE UIT: Algemene Muziekleer. Ch.Hendrikx & L.Jakobs"

Transcriptie

1 EEN SELECTIE UIT: Algemene Muziekleer Ch.Hendrikx & L.Jakobs versie 2009

2 Inhoud Notatie... 2 Sleutels, hulplijnen,... 2 Octaafaanduiding... 3 Voortekens... 4 Notenwaarden en rusten... 8 Toonladders Inleiding De majeurtoonladder De mineurtoonladder oorspronkelijk De mineurtoonladder harmonisch De mineurtoonladder melodisch De chromatische toonladder De kerktoonladders De pentatoniek De hele toonstoonladder De 7 modi van Messiaen De dodecafonie Reeksenoverzicht Toonladderoverzicht Intervallen Intervallenoverzicht Drieklanken Enharmoniek van de drieklank De plaats van de drieklanken in de toonladders Overzicht van de drieklanken in de toonladders Septiemakkoorden Enharmoniek van de septiemakkoorden Plaats van de septiemakkoorden in de toonladders None-akkoord Overzicht akkoordsymbolen uit de pop / jazz Overzicht septiemakkoorden Maat en ritme Maatwisseling, polymetriek,maatverschuiving Syncope, contretemps Hemiool, polyritmiek, complementair ritme Vergroting, verkleining Tempoklasseringen Antimetrische figuren Versieringen en abbreviaturen Lange, korte en dubbele voorslag, schleifer, mordent Pralltriller, dubbelslag, triller, arpeggio Abbreviaturen De partituur Schema partituur Namen van instrumenten in 5 talen Minder gebruikte orkestinstrumenten Barok-instrumenten Antwoorden opgaven Literatuurlijst Bijlage: toelatingstesten + tentamens Algemene Muziekleer

3 I. Notatie Toonhoogte. Voor de notatie van de toonhoogte in muziek wordt gebruik gemaakt van een 5-lijnige notenbalk en sleutels. Sleutels. Er zijn 3 sleutels namelijk G - F- en C - sleutels. Deze zijn afgeleid van letters corresponderend met de betreffende toonhoogte. De G - en F - sleutel komen tegenwoordig slechts op één vaste plaats in de balk voor, nl. : vioolsleutel ( g ) bassleutel(f) Voor de notatie van een tenorstem wordt vaak de G- sleutel gebruikt met een klein cijfertje 8 onderaan de sleutel. De notatie is dan een octaaf te hoog: notatie: klinkt als: Hulplijnen. Indien een toonhoogte buiten de 5 lijnen valt, worden aan de notenbalk hulplijnen toegevoegd. Dit kan zowel boven als onder de balk zijn. De afstand tussen de bovenste of onderste lijn van de balk en de hulplijn(en), alsook tussen de hulplijnen onderling, is dezelfde als die tussen de lijnen van de notenbalk. juist onjuist Een hulplijn is pas noodzakelijk als de betreffende noot geen contact meer heeft met de notenbalk. Bijv.: Dit is niet nodig dit wel.

4 Voortekens. Met behulp van voortekens is het mogelijk de stamtonen te verhogen of te verlagen. Deze voortekens zijn: kruis #, mol b, herstellingsteken n, dubbelkruis x, en dubbelmol bb N.B. Dubbelkruis is dus niet ##!! Indien voor een noot een kruis wordt geplaatst, wordt aan de notennaam het achtervoegsel is toegevoegd en wordt de stamtoon met een halve toon verhoogd. Bij een molteken wordt dit het achtervoegsel es (behalve als de stamtoon een klinker is; in dat geval wordt het achtervoegsel s : a as, e es ) en wordt de stamtoon met een halve toon verlaagd. Dubbelkruis en dubbelmol worden resp. isis en eses ( bij de a en e ses ). Het herstellingsteken dient om kruis en moltekens op te heffen. Voortekens kunnen op tweeërlei wijze voorkomen, namelijk: 1. Direct achter de sleutel. 2. In de balk, als alteratie. Voortekens die achter de sleutel worden genoteerd volgen het principe van de zgn. kwintencirkel. Dit betekent het volgende : uitgaande van de toonsoort C (die geen voortekens heeft) ligt de toonsoort met 1 kruis 5 tonen (oftewel een kwint) hoger,de C meegeteld --> G. De toonsoort met 2 kruisen ligt vanuit de G weer 5 tonen hoger (G meegeteld) --> D etc. Als de B bereikt is (met 5 kruisen) is de volgende toon die 5 hoger ligt niet F want er was al een fis als kruis --> Fis met 6 kruisen. Voor de mollen geldt hetzelfde principe maar dan niet 5 tonen omhoog maar 4 (of 5 omlaag!). C heeft geen voortekens 4 tonen omhoog is F --> 1 mol. Vanuit F 4 omhoog is niet B want er was al een mol --> Bes. etc. Het maximale aantal voortekens achter de sleutel is 7 (want er zijn 7 verschillende noten in een toonladder die allemaal een voorteken kunnen hebben) uit D.Kessler Musiklehre

5 II. Toonladders 1a. De majeurtoonladder. In deze toonladder ligt de halve toonafstand tussen de 3e en 4e en tussen de 7e en 8e toon. ( de leidtoon en de grondtoon) Als we deze toonladder op de d beginnen i.p.v. op de c blijkt dat de halve toonsafstanden op een andere plaats staan, namelijk tussen de 2e en de 3e en tussen de 6e en 7e toon. Om nu tussen de 2e en 3e toon ook een hele i.p.v. een halve toonsafstand te krijgen ( net als in de toonladder van c ) moet dus de 3e toon een halve toon worden verhoogd: f fis. ( zouden we de 2e toon een halve toon verlagen - wat immers ook een hele toonsafstand tussen de 2e en 3e oplevert - dan is de afstand tussen de 1e en de 2e maar een halve i.p.v. een hele). De afstand tussen de 6e en 7e is nu nog een halve toon en tussen de 7e en 8e een hele toonsafstand; dit wordt dus cis i.p.v. c als 7e toon. Conclusie: In de majeurtoonladder die op d begint zijn 2 kruisen nodig om de juiste verdeling van hele en halve toonsafstanden te verkrijgen. In alle majeurladders, behalve die op c, is het noodzakelijk voortekens te gebruiken zodat telkens de halve toonsafstand tussen de 3e en 4e en tussen de 7e en 8e toon voorkomt. deze voortekens worden meestal direct achter de sleutel genoteerd i.p.v. in de balk. De toonsoort D- majeur, gebaseerd op de majeurladder van d, krijgt dus 2 kruisen achter de sleutel, genoteerd op de plaats van de f en de c. De majeurladder die op f begint heeft, als alleen de stamtonen genoteerd worden, de halve tonen tussen de 4e en 5e en tussen de 7e en 8e toon. Hier hoeft dus alleen de afstand tussen de 4e en 5e te worden aangepast. Verhoging van de derde levert een verkeerd resultaat op aangezien de afstand tussen de 2e en 3e reeds een hele toon is en door verhoging anderhalve toon zou worden. Als de 3e niet verhoogd kan worden, moet de 4e dus verlaagd worden door een molteken voor deze noot te plaatsen. Passen we dit principe van verhoging of verlaging met voortekens nu op alle majeurladders en toonsoorten toe, dan levert dit het volgende overzicht op:

6 toonsoort voortekens C geen G 1 kruis De opeenvolging is D 2 kruisen in elke majeurtoonladder: A 3 kruisen 1-1-½ ½ E 4 kruisen B 5 kruisen Fis 6 kruisen Cis 7 kruisen F Bes Es As Des Ges Ces 1 mol 2 mollen 3 mollen 4 mollen 5 mollen 6 mollen 7 mollen Voor toonsoorten met kruisen geldt: Voor toonsoorten met mollen geldt: De grondtoon ligt altijd een halve toon hoger dan het laatste kruis. Het laatste kruis is dus de leidtoon. De grondtoon is altijd het voorlaatste molteken. De noten in de majeurtoonladder ontlenen hun naam aan de voortekens die bij die majeurladder (majeurtoonsoort) horen. Bijv. de majeurtoonladder van A : - de stamtonen van de toonladder zijn : A B C D E F G A - A groot heeft 3 kruisen (zie kwintencirkel) - de noten die door die 3 kruisen veranderen zijn C --> Cis / F --> Fis en G --> Gis. Voor de mollen geldt hetzelfde principe. Bijv. : de majeurtoonladder van As : - de stamtonen zijn A B C D E F G A - As groot heeft 4 mollen - de noten die door die 4 mollen veranderen zijn : A --> As / B --> Bes / D --> Des en E --> Es

7 1b. De mineurtoonladder oorspronkelijk Deze toonladder heeft dezelfde noten als de majeurladder maar dan op de 6e noot uit de majeurladder beginnend. Bijv.: majeur mineur oorspronkelijk De halve toonsafstanden liggen hier tussen de 2e en 3e en tussen de 5e en 6e toon. Er zijn telkens een majeur en een oorspronkelijke mineurtoonladder die dezelfde voortekens hebben. Bijv.: G majeur en e mineur. Dit verschijnsel noemt men parallelle toonladders. De parallel van G majeur is e mineur en omgekeerd. ( van e mineur is G majeur). De parallelle mineurladder ligt dus anderhalve toon lager dan de majeur en omgekeerd. Opgave 4. Vul de ontbrekende paralleltoonsoort in. C majeur = B majeur = = d mineur = bes mineur A majeur = Fis majeur = = g mineur = c mineur As majeur = = e mineur 1c. De mineurtoonladder harmonisch Het enige verschil met de oorspronkelijke mineurtoonladder bestaat hierin dat de afstand van de 7e naar de 8e noot een halve toon is i.p.v. een hele. Er is dus nu sprake van een leidtoon ( altijd een halve toonsafstand) naar de grondtoon; deze leidtoon ontbreekt in de oorspronkelijke mineurtoonladder ( zie vorige pagina). Men spreekt altijd van de 7 e toon die verhoogd wordt maar in feite is het de terts van de dominant die wordt verhoogd. Meer hierover in het hoofdstuk over drieklanken Het eerste kruis ( fis ) kan ook achter de sleutel worden geplaatst, het kruis voor de d dient echter in de balk genoteerd te worden. De reden hiervoor is dat de volgorde der voortekens achter de sleutel niet onderbroken mag worden. ( het eerste kruis is fis, het tweede cis, het derde gis en het vierde pas dis). Aangezien cis en gis als kruisen in deze toonladder niet voorkomen mag het kruis dis dus niet achter de sleutel staan maar moet vóór de d in de balk gezet worden. Indien een voorteken in de balk wordt genoteerd omdat het niet achter de sleutel kan spreekt men van een alteratie. De dis is dus hier de gealtereerde noot, de fis daarentegen de laddereigen noot.

8 laddereigen alteratie Bouwen we de harmonische mineurladder op bijv. g dan levert dit het volgende resultaat op: g mineur is de parallel van Bes groot (majeur). Bes groot heeft 2 mollen dus g mineur ook. Wat nu nog ontbreekt is de leidtoon voor de grondtoon g. Om deze leidtoon te verkrijgen wordt de f verhoogd tot fis ( f is de stamtoon, fis is de alteratie). De toonladder wordt dus als volgt: Uit het overzicht van de majeurladders blijkt dat deze toonladders óf met kruisen óf met mollen worden genoteerd ( met uitzondering van de toonladder van C ). Komen er in de notennamen van een toonladder echter kruis- én moltekens voor dan is er zeker geen sprake van een majeurladder maar kan het wel een mineurladder zijn. ( Doch niet de oorspronkelijke mineurladder want deze heeft immers dezelfde voortekens als de bijbehorende majeurparallel). Hetzelfde geldt ook voor herstellingsteken (s) in combinatie met kruis- of moltekens (s). Het herstellingsteken heft namelijk een voorteken op, bijv.: Ook als de toonladder in notennamen wordt geschreven ( in plaats van in een notenbalk wordt genoteerd) zal blijken of het een majeur dan wel een mineurtoonladder betreft. Komt bijv. in een toonladder wel een as voor maar geen bes dan is het geen majeur want de volgorde der mollen is bes-es-as, m.a.w. als er een as voorkomt moet er ook een bes inzitten in majeur. Opgave 5. Welke van de volgende ladders is geen majeurladder? 1. d - e - f - g - a - bes - cis - d 2. a - b -c - d - e - f - gis - a 3. des - es - f - ges - as - bes - c - des N.B. De eerste noot is 4. f - g - as - bes - c - des - e - f de grondtoon 5. b - cis - dis - e - fis - gis - ais - b Opgave 6. Dezelfde opgave, maar nu staan de notennamen van de toonladder door elkaar. De eerste noot is geen grondtoon. 1. d - fis - a - bes - c - es - g 2. as - c - f - es - d - g - bes 3. fis - d - cis - b - ais - e - g 4. g - d - b - c - f - es - as 5. a - b - dis - fis - cis - e - bis

9 1d. De mineurtoonladder melodisch In tegenstelling tot de voorafgaande toonladders is bij deze toonladder een verschil tussen de stijgende en de dalende bewegingsrichting. ( De majeur en de oorspronkelijke + de harmonische mineurladder zijn stijgend en dalend hetzelfde ). De melodische mineurladder dalend is hetzelfde als de oorspronkelijke mineurladder. In stijgende richting is behalve de leidtoon ( zie de harmonische mineurladder ) ook de noot die aan de leidtoon vooraf gaat verhoogd. De reden hiervoor is dat zodoende de afstand van anderhalve toon vermeden wordt. e klein harmonisch e klein melodisch g klein harmonisch g klein melodisch Of in de melodische mineurtoonladder de verhogingen in dalende richting vervallen hangt af van de bijbehorende harmonie (drieklank). Meer hierover in het hoofdstuk drieklanken Evenals bij de harmonische mineurtoonladder geldt ook hier dat de notatie van de melodische mineurtoonladder in stijgende richting naast voortekens achter de sleutel ook voortekens in de balk heeft, hetgeen betekent dat deze noot (en) een alteratie is, dus een afwijking van de stamtoon (en). Aangezien in bovenstaande voorbeelden geen maatstrepen staan is het noodzakelijk om de verandering die in dalende richting optreedt in de balk te noteren m.a.w. de alteraties die in stijgende richting voorkomen weer op te heffen. Zou in de harmonische mineurladder na de hoge grondtoon een maatstreep staan dan moet in de volgende maat de leidtoon weer opnieuw verhoogd worden. Opgave 7. Noteer de volgende toonladders: 1. majeur in de G- sleutel op b 2. mineur oorspronkelijk in de F- sleutel op Fis 3. mineur harmonisch in de altsleutel op g 4. mineur melodisch stijgend in de tenorsleutel op f. Opgave 8. Welke toonladder is in onderstaande voorbeeld gebruikt? ( de eerste en laatste noot hoeft geen grondtoon te zijn).

10 III. Intervallen Een interval is de afstand tussen twee tonen. Deze tonen kunnen: a. gelijktijdig klinken - dit heet een harmonisch interval b. na elkaar klinken - dit heet een melodisch interval, dit kan zowel dalend als stijgend. harmonisch melodisch Intervallen hebben namen die afgeleid zijn van de plaats der 2 tonen in de notenbalk. De afstand tussen 2 tonen die op dezelfde plaats staan heet prime De afstand tussen 2 tonen die één plaats verschillen heet secunde De afstand tussen 2 tonen die twee plaatsen verschillen heet terts De afstand tussen 2 tonen die drie plaatsen verschillen heet kwart De afstand tussen 2 tonen die vier plaatsen verschillen heet kwint De afstand tussen 2 tonen die vijf plaatsen verschillen heet sext De afstand tussen 2 tonen die zes plaatsen verschillen heet septiem De afstand tussen 2 tonen die zeven plaatsen verschillen heet octaaf De namen zijn in stijgende en dalende richting hetzelfde. Uitsluitend de afstand der tonen is bepalend voor de naam van het interval. Een terts is dus altijd de afstand tussen 2 tonen die twee plaatsen verschillen in hoogte, ongeacht of voor één of voor beide noten voortekens staan. De volgende intervallen zijn allemaal tertsen. etc.

11 Opgave 14. Benoem onderstaande intervallen De namen van de intervallen die meer dan zeven plaatsen verschillen, dus groter zijn dan een octaaf, zijn: De afstand tussen 2 tonen die acht plaatsen verschillen heet none De afstand tussen 2 tonen die negen plaatsen verschillen heet decime etc. Alle afstanden groter dan het decime kunnen worden benoemd door aan te geven dat het een octaaf +... ( interval boven het octaaf) is. Bijv.: octaaf + kwart octaaf + kwint Naast de namen van de intervallen (de stamintervallen) wordt nog een tweede begrip gebruikt om aan te geven welk interval het precies is. In het voorbeeld van de tertsen is het staminterval telkens een terts maar uit het verschil in voortekens blijkt reeds dat het niet allemaal dezelfde tertsen zijn. Elk interval heeft dus een hoofdnaam ( het staminterval) bijv. secunde of sext, en bovendien een voorvoegsel dat aangeeft welk soort secunde of sext het is. Hieronder volgt een overzicht welke mogelijke voorvoegsels bij alle intervallen kunnen voorkomen. groter kleiner prime = - rein - overmatig secunde = verminderd - klein - groot - overmatig terts = verminderd - klein - groot - overmatig kwart = verminderd - rein - overmatig kwint = verminderd - rein - overmatig sext = verminderd - klein - groot - overmatig septiem = verminderd - klein - groot - overmatig octaaf = verminderd - rein - overmatig Vanaf het octaaf gelden dezelfde mogelijkheden als vanaf de prime. Zo heeft de none ( octaaf + secunde) hetzelfde voorvoegsel als de secunde. Uit het overzicht blijkt dat het voorvoegsel rein alleen voorkomt voor de prime, de kwart, de kwint en het octaaf; klein en groot daarentegen uitsluitend voor secunde, terts, sext en septiem. Een kleine kwint of een reine sext bestaat dus niet. Prime,kwart,kwint,octaaf zijn rein alle anderen zijn groot of klein De voorvoegsels staan in bovenstaand overzicht zodanig dat, van links naar rechts lezend, het interval steeds groter wordt, van rechts naar links lezend steeds kleiner wordt. Een kleine secunde is dus groter dan een verminderde secunde; een reine prime is kleiner dan een overmatige prime. Het verschil in afstand tussen twee voorvoegsels is telkens een halve toon. reine prime overmatige prime = halve toon hoger of lager dan reine prime

12 Het voorvoegsel verminderd komt bij de prime niet voor en wel om de volgende reden: een reine prime bestaat reeds uit 2 dezelfde tonen, als deze prime verminderd zou worden wordt hij dus nog kleiner dan een reine prime en dat kan niet. Het interval overmatige kwart wordt ook wel tritonus ( 3 tonen ) genoemd. Een gemakkelijke manier om vragen betreffende intervallen te beantwoorden is de volgende : - noteer eerst de stamtonen - bijv. een terts op g begint met de letter b - ga uit van de voortekens de grote intervallen (met uitzondering van de secunde) horen bij majeur (groot) ; de kleine intervallen (met uitzondering van de seunde) horen bij mineur (klein). Voorbeeld : een grote terts op d : - een terts op d begint met de letter f - d groot (want er wordt een grote terts gevraagd) heeft 2 kruisen --> de f verandert hierdoor in een fis een kleine septiem op f : - een septiem op f begint met de letter e - f klein (want er wordt een kleine septiem gevraagd) heeft 4 mollen --> de e verandert hierdoor in een es. Er zijn telkens 2 intervallen in het overzicht op de volgende bladzijde die hetzelfde klinken maar anders genoteerd zijn. ( andere stamtonen hebben ). dit noemt men enharmonisch gelijke intervallen. de haken geven aan welke intervallen enharmonisch gelijk zijn. Het is van groot voordeel te weten welke intervallen enharmonisch gelijk zijn omdat het zo gemakkelijker wordt in vraagstukken met moeilijke intervallen de oplossing te vinden. Bijv. : gevraagd wordt een verminderde sext stijgend op a. Een sext op a heeft als stamtoon de f, deze wordt eerst genoteerd. Een verminderde sext is enharmonisch gelijk aan de reine kwint, dus e. Om nu de f te laten klinken als een e zal ze verlaagd moeten worden tot fes. Nog een voorbeeld: een overmatige secunde dalend op a. Een secunde dalend op a is g. Een overmatige secunde klinkt hetzelfde als een kleine terts ; een kleine terts op a is fis. Om nu de gevonden g te laten klinken als fis zal ze verlaagd moeten worden tot ges. Opgave 15. Noteer in de G- sleutel de volgende intervallen stijgend: een grote terts op bes / kleine secunde op d / reine kwart op fis / kleine sext op f / grote septiem op e / reine kwint op as / verminderde secunde op b / overmatige terts op c / verminderde septiem op cis / overmatige kwint op es Opgave 16. Noteer in de G- sleutel de volgende intervallen dalend: Opgave 17. een reine kwart op d / grote sext op es / klein septiem op fis / verminderde kwint op ces / grote secunde op des / kleine sext op a / overmatige prime op bes / grote septiem op f / kleine none op des / verminderde terts op b Noteer in de F- sleutel de volgende intervallen stijgend: kleine sext op As / verminderde kwint op fis / grote secunde op bis / reine kwart op Dis / kleine septiem op Fis / overmatige kwint op es / grote none op fis / kleine terts op dis / grote sext op Ges / verminderde septiem op D

13 Opgave 18. Noteer in de F- sleutel de volgende intervallen dalend: reine kwint op es / kleine terts op as / grote septiem op es / overmatige kwart op Gis / grote secunde op dis / kleine sext op cis / verminderde kwint op des / reine kwart op Fis / overmatig octaaf op f / grote terts op dis Bij het lezen van intervallen geldt hetzelfde principe als bij het schrijven: bepaal eerst het staminterval. Bijv. : fes - d (dalend), f - d is een terts dus fes - d is ook een terts. Als een interval dalend gevraagd wordt ( de eerste notennaam is de hoogste noot, in het voorbeeld de fes) is het gemakkelijk om het interval om te draaien, dus d - fes i.p.v. fes - d. Oplossing: d - f is een kleine terts; d - fes is kleiner dus een verminderde terts. fes - d is dus ook een verminderde terts alleen in dalende i.p.v. in stijgende richting. Bestaat een opgave uit twee notennamen die allebei eenzelfde achtervoegsel hebben, bijv. fes - des, laat dan de achtervoegsels weg, dus f -d. Het interval blijft hiermee hetzelfde, allebei de noten worden immers een halve toon verhoogd. Dit is ook mogelijk bij intervallen waarbij slechts één van de beide noten een achtervoegsel heeft bijv. ces - e ( stijgend). Ook nu dienen beide noten weer verhoogd te worden. ces - e wordt c - eis. Het interval c - e is een grote terts, c - eis is een overmatige terts, dus ces - e ook. In andere gevallen zal het gemakkelijker zijn om beide noten een halve toon te verlagen om zodoende sneller het antwoord te vinden, bijv. bis - gisis. Door bij beide noten het achtervoegsel is weg te laten blijft b - gis ( niet b - g ) over. Dit is een grote sext dus bis - gisis ook. Opgave 19. Benoem de volgende intervallen in stijgende richting: de eerste noot is dus de laagste. Opgave 20. c - fis / des - as / fis - g / cis - e / bes - fis / es - beses / e -cis / b - a / dis - g / ais - fisis Benoem de volgende intervallen dalend, de eerste noot is dus de hoogste: f - des / a - c / bes - fes / cis - fis / as - bes / es - g / ais - d / fes - ges / dis -fisis / beses -as Complementaire intervallen zijn intervallen die samen een rein octaaf vormen. Zo is het complementaire interval van een reine kwart - een reine kwint. Van een kleine secunde is dit een groot septiem enz. De som van twee complementaire intervallen is altijd 9. ( secunde = 2 + septiem = 7 samen 9 ; kwart = 4 + kwint = 5 samen 9 enz.) De reden waarom dit getal 9 is en niet 8 ( een octaaf is immers 8) is dat de bovenste noot van het eerste interval tevens onderste is van het tweede interval. In schema gebracht wordt dit: prime octaaf secunde septiem terts sext kwart kwint kwint kwart sext terts septiem secunde octaaf prime

14 Ook voor de voorvoegsels is zulk een schema van complementaire verhoudingen op te stellen: verminderd overmatig rein rein klein groot groot klein overmatig verminderd Het complementaire interval van bijv. een kleine sext ( hoofdnaam en voorvoegsel uit de eerste kolom) is een grote terts ( hoofdnaam en voorvoegsel uit de tweede kolom). Zo wordt een verminderde secunde - een overmatige septiem enz. Komen in een opgave grote intervallen voor die genoteerd moeten worden dan kan het complementaire interval als controle of zelfs als uitgangspunt dienen. Bijv. een overmatige sext dalend vanuit c. Het complementaire interval van de sext is de terts - de gevraagde noot zal dus met een e moeten beginnen. Het complementaire voorvoegsel van overmatig is verminderd. De e is t.o.v. de c een grote terts en zal dus 2x een halve toon verlaagd moeten worden ( groot klein verminderd ). De gevraagde noot wordt dus eses als verminderde terts vanuit c omhoog en als overmatige sext vanuit c omlaag. Intervallen - overzicht groter kleiner verminderd rein klein groot overmatig prime secunde terts kwart kwint sext septiem octaaf

15 IV. Drieklanken Een drieklank is een samenklank die uit 3 tonen bestaat. Er is echter een verschil tussen een drieklank als samenklank van 3 willekeurige tonen en een drieklank als akkoord. Een drieklank als akkoord is gebonden aan de opvolging grondtoon - terts - kwint, gerekend vanaf de grondtoon. Een drieklank als akkoord op c bestaat dus uit de stamtonen c (grondtoon) - e (terts) en g (kwint). Net als bij de intervallen kunnen deze stamtonen een achtervoegsel krijgen. Een drieklank als akkoord op c kan dus ook zijn c - es - ges of c - e - gis. Een drieklank als samenklank van 3 willekeurige tonen kan zijn bijv. c - f - b of c - d -as. De grondtoon krijgt geen achtervoegsel aangezien hierdoor de drieklank niet meer op c maar op bijv. cis of ces staat. Van alle mogelijke combinaties met achtervoegsels voor terts en kwint zijn er een aantal die een naam hebben. N.B. met de term drieklank wordt vanaf nu een akkoord bedoeld, bestaande uit : grondtoon - terts - kwint. De drieklanken met een naam zijn: groot bestaande uit grondtoon - grote terts - reine kwint klein bestaande uit grondtoon - kleine terts - reine kwint overmatig bestaande uit grondtoon - grote terts - overmatige kwint verminderd bestaande uit grondtoon - kleine terts - verminderde kwint Is bij een drieklank de grondtoon de laagste noot ( ofwel de bastoon) dan spreekt men van een grondligging, aangeduid met 5 3. De volgorde hoeft echter niet te zijn grondtoon - terts - kwint maar kan ook zijn grondtoon - kwint - terts. Ook is het mogelijk één der tonen uit de drieklank te verdubbelen. Onderstaande akkoorden zijn dus allemaal grondliggingen van een grote drieklank op c. Het enige wat, zoals uit de voorafgaande voorbeelden duidelijk zal zijn, bepalend is voor een grondligging is dat de grondtoon de laagste noot is. Is bij een drieklank de terts de laagste noot ( ofwel de bastoon) dan spreekt men van een sextligging, 6 ook wel eerste omkering genoemd, aangeduid met 3 of 6. De volledige naam is eigenlijk tertssextligging omdat, vanaf de laagste noot gerekend, in enge ligging, de afstanden van de 2e tot de 1e noot een terts is en van de 3e tot de 1e een sext.

16 Evenals bij de grondligging geldt ook hier dat de volgorde der tonen niet hoeft te zijn terts - kwint - grondtoon en dat ook in deze ligging tonen verdubbeld kunnen worden. Bij een sextligging is uitsluitend bepalend dat de terts de bastoon ( de laagste noot) is. Is bij een drieklank de kwint de laagste noot ( ofwel de bastoon) dan spreekt men van een kwartsextligging, ook wel tweede omkering genoemd, aangeduid met 6 4. De afstand van de 2e en 3e noot t.o.v. de bastoon vormen resp. een kwart en een sext. etc. In een andere volgorde en met verdubbelingen: etc. Samengevat: bij een grondligging ligt de grondtoon in de bas bij een sextligging ligt de terts in de bas bij een kwart-sextligging ligt de kwint in de bas Merk op dat onderstaande voorbeelden weliswaar samenklanken van 3 tonen zijn maar geen akkoorden omdat in elk voorbeeld slechts twee verschillende tonen voorkomen. Naast de termen grondligging, sextligging en kwart-sextligging zijn er aanduidingen voor de manier waarop de tonen van een akkoord gerangschikt zijn. Een enge zetting wil zeggen: alle tonen van het akkoord liggen zo dicht mogelijk bij elkaar, er kan nergens nog een akkoordnoot tussen. etc.

17 Wordt in een opgave gevraagd akkoorden te noteren begin dan eerst met de stamtonen op te schrijven, voeg daarna pas eventuele voortekens toe om het juiste akkoord te verkrijgen. Een overmatige drieklank in sextligging op d. De werkwijze is als volgt: bij een sextligging is de terts de bastoon d.w.z. de laagste, de noot d is dus de terts. De stamtonen bij een sextligging zijn, vanaf de bastoon omhoog gerekend, een terts en een sext. Deze stamtonen worden - naast de gegeven noot d - een f (terts vanaf d) en een b (sext vanaf d). Een overmatige drieklank heeft een grote terts, de grondtoon ligt dus een grote terts lager dan de d = bes. naast een grote terts heeft een overmatige drieklank een overmatige kwint. Gerekend vanaf de grondtoon bes wordt dit een fis. De grondligging is bes - d -fis; de sextligging wordt d - fis - bes. Opgave 21. Noteer de volgende drieklanken op de gegeven noot in grondligging in de G- sleutel. groot op d / klein op cis / verminderd op f / overmatig op a Noteer de volgende drieklanken op de gegeven noot in grondligging in de F- sleutel. groot op as / klein op b / overmatig op es / verminderd op dis Opgave 22. Noteer de volgende drieklanken op de gegeven noot in sextligging in de G- sleutel. overmatig op d / verminderd op des / klein op as / groot op gis Noteer de volgende drieklanken in sextligging in de F- sleutel. Opgave 23. klein op c / verminderd op a / groot op bes / overmatig op dis / Noteer de volgende drieklanken in kwart-sextligging in de G- sleutel. groot op fis / overmatig op a / klein op es / verminderd op gis. Noteer de volgende drieklanken in kwart-sextligging in de F- sleutel. verminderd op ges / klein op e / overmatig op eis / groot op gis Een ander soort opgave is die waarbij één der tonen uit de drieklank (grondtoon, terts of kwint) is gegeven en de drieklank in de gevraagde ligging genoteerd moet worden. Bijv. cis is de kwint van een overmatige drieklank; noteer deze drieklank in sextligging. De werkwijze is als volgt: een overmatige drieklank heeft een overmatige kwint. De grondtoon ligt dus een overmatige kwint lager f. (Als cis de overmatige kwint is, dan is c de reine kwint, aangezien de reine kwint een halve toon kleiner is dan de overmatige). Een overmatige drieklank bestaat uit een grote terts en een overmatige kwint, gerekend vanaf de grondtoon. De grote terts op f wordt a en de overmatige kwint is cis. De grondligging is dan f - a -cis. de sextligging heeft de terts in de bas en wordt dus a - cis - f.

18 Opgave 27. Noteer de volgende drieklanken in grondligging in de G- sleutel als telkens één der tonen gegeven is. Opgave 28. fis is de terts van een grote drieklank a is de kwint van een kleine drieklank bes is de grondtoon van een overmatige drieklank ges is de kwint van een verminderde drieklank Noteer de volgende drieklanken in sextligging in de G-sleutel als telkens één der tonen gegeven is. Opgave 29. dis is de kwint van een grote drieklank f is de terts van een verminderde drieklank ais is de kwint van een kleine drieklank bis is de kwint van een overmatige drieklank Noteer de volgende drieklanken in kwart-sextligging in de G-sleutel als telkens één der tonen gegeven is. b is de terts van een kleine drieklank cis is de grondtoon van een overmatige drieklank es is de terts van een grote drieklank d is de kwint van een verminderde drieklank Nog een andere mogelijkheid is een toon benoemen als een andere toon gegeven is. Bijv.: fes is de grondtoon van een grote drieklank, hoe heet dan de kwint? De oplossing ontstaat op de volgende manier: is de grondtoon gegeven, bouw dan eerst de grondligging waardoor de gevraagde toon vanzelf ontstaat. (grondtoon is fes de stamtonen van terts en kwint zijn a en c). Een grote drieklank op f is f - a - c; op fes wordt dit fes - as - ces. De kwint is dus ces. Als de gegeven toon niet de grondtoon is maar de terts of de kwint dan is de werkwijze dezelfde als bij de vorige opgave: eerst de grondtoon bepalen, vervolgens de grondligging bouwen. Bijv.: dis is de kwint van een overmatige drieklank, hoe heet de terts? De grondtoon ligt een overmatige kwint ( de overmatige drieklank heeft een overmatige kwint) lager dan de gegeven noot dis. Als dis de overmatige kwint is dan is d de reine kwint, de grondtoon is dan g. Een overmatige drieklank heeft een grote terts, in dit geval vanaf g gerekend is b de gevraagde terts. Opgave 30. es is de grondtoon van een kleine drieklank, de kwint is: a is de kwint van een overmatige drieklank, de terts is: bes is de terts van een grote drieklank, de kwint is: fes is de kwint van een verminderde drieklank, de grondtoon is:

19 In de volgende opgave staan de noten die samen een drieklank vormen niet in de juiste volgorde d.w.z. grondtoon - terts - kwint. Gevraagd wordt de grondligging te noteren, in enge zetting. Plaats hiertoe de gegeven noten zodanig achter elkaar dat de afstand van de eerste naar de tweede noot een terts is, en van de eerste naar de derde noot een kwint. Bijv.: gegeven a - fis - d. De afstand a - fis is een sext en a - d is een kwart, conclusie: a is geen grondtoon. Wordt de d vooraan geplaatst dan is de afstand d - a een kwint terwijl de eerste afstand een terts moet zijn. Is de volgorde fis - d - a dan is de eerste afstand een sext, dus ook niet juist. De juiste oplossing is d - fis - a zijnde, vanaf d gerekend een terts (d - fis) en een kwint ( d - a). Opgave 31. Zet onderstaande noten in de volgorde grondtoon - terts - kwint en bepaal vervolgens het soort drieklank. f - bes - d : soort drieklank: as - es - c : soort drieklank: gis - eis - b : soort drieklank: c - a - es : soort drieklank: Opgave 33. Bepaal welk akkoord (soort + ligging) in onderstaand voorbeeld in maat 1-4 klinken. Let goed op liggen blijvende noten! maat 1: de eerste tel: de tweede tel: de derde tel: maat 2: de eerste tel: de tweede tel: de derde tel: maat 3: de eerste tel: de tweede tel: de derde tel: maat 4: de eerste tel: de tweede tel: de derde tel:

20 V. Septiemakkoorden Een septiemakkoord is een samenklank van 4 tonen die, zoals de term akkoord reeds aangeeft, gebonden is aan een bepaalde opeenvolging ten opzichte van de grondtoon, namelijk: grondtoon - terts - kwint - septiem Het dominant septiemakkoord grote drieklank + kleine 7 = dominant septiemakkoord

algemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET C-EXAMEN

algemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET C-EXAMEN ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET C-EXAMEN 1 INHOUDSOPGAVE VOORTEKENS... 3 DE KWINTENCIRKEL... 4 DE KWINTENCIRKEL - HULP... 5 ARTICULATIE... 5 INTERVALLEN CONSONANT EN DISSONANT... 7 DE STAMTONEN EN DE MAJEUR-

Nadere informatie

ODM theoretisch toelatingsexamen

ODM theoretisch toelatingsexamen ODM theoretisch toelatingsexamen Gehoortest Herkennenbenoemen enof noteren: Majeur- vs mineurtonaliteit Maatsoorten herkennen Intervallen tm het octaaf Drieklanken in grondligging en omkering Melodische

Nadere informatie

Intervallen. Een interval is de afstand tussen twee tonen. Dit kan melodisch of harmonisch zijn.

Intervallen. Een interval is de afstand tussen twee tonen. Dit kan melodisch of harmonisch zijn. Intervallen Intervallen Een interval is de afstand tussen twee tonen. Dit kan melodisch of harmonisch zijn. De benaming is hetzelfde voor zowel melodisch als harmonisch. Voor de uitleg gebruik ik C groot.

Nadere informatie

, 7 traptreden (een septet heeft 7 spelers) Het octaaf is het interval tussen bijvoorbeeld een lage d en een hoge d, of een lage gis en een

, 7 traptreden (een septet heeft 7 spelers) Het octaaf is het interval tussen bijvoorbeeld een lage d en een hoge d, of een lage gis en een De intervallen De afstand tussen twee tonen noem je een interval. Ze hebben eeuwenoude namen: prime, secunde, terts, kwart en kwint die afstammen van de Latijse rangtelwoorden (primus: eerste, secundus:

Nadere informatie

Les 2. Als je op een piano alleen de witte toetsen gebruikt, kun je meteen de majeur- toonladder van C spelen: C D E F G A B C.

Les 2. Als je op een piano alleen de witte toetsen gebruikt, kun je meteen de majeur- toonladder van C spelen: C D E F G A B C. Les 2 TOONLADDERS Witte toetsen Als je op een piano alleen de witte toetsen gebruikt, kun je meteen de majeur- toonladder van C spelen: C D E F G A B C. De majeur-toonladder Je hebt het al gezien in het

Nadere informatie

ANTWOORDBLAD D-EXAMEN THEORIE 2017

ANTWOORDBLAD D-EXAMEN THEORIE 2017 ANTWOORDBLAD D-EXAMEN THEORIE 017 LUISTERVRAGEN Je hoort vier drieklanken. Geef aan of ze majeur, mineur, overmatig of verminderd zijn Punten 1 1. majeur mineur overmatig verminderd. majeur mineur overmatig

Nadere informatie

THEORIE D. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,vierklank,grondtoon,leidtoon,mineur, majeur,modaal.

THEORIE D. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,vierklank,grondtoon,leidtoon,mineur, majeur,modaal. THEORIE D Wat moet je leren : Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,vierklank,grondtoon,leidtoon,mineur, majeur,modaal. De grote en kleine terts toonladders. Kerktoonladders : dorisch. De

Nadere informatie

Alles over akkoorden en akkoordverbindingen. Klassieke Harmonieleer

Alles over akkoorden en akkoordverbindingen. Klassieke Harmonieleer Alles over akkoorden en akkoordverbindingen Klassieke Harmonieleer 1 INHOUD 1. INLEIDING 2. ALGEMENE BEGRIPPEN 2.1. INLEIDING. 2.2. TWEEKLANKEN. 2.2.1. Inleiding. 3 2.2.2. Overzicht van de enkelvoudige

Nadere informatie

Kempische Steenweg 400 3500 Hasselt Tel. : 011 27 84 60 www.musart.be. Basistheorie m.b.t. de toelatingsproeven voor het 4 e en 5 e jaar

Kempische Steenweg 400 3500 Hasselt Tel. : 011 27 84 60 www.musart.be. Basistheorie m.b.t. de toelatingsproeven voor het 4 e en 5 e jaar Kempische Steenweg 400 3500 Hasselt Tel. : 011 27 84 60 www.musart.be Basistheorie m.b.t. de toelatingsproeven voor het 4 e en 5 e jaar 1. INTERVALLEN OF TOONAFSTANDEN 1.1. Inleiding De onderlinge verhouding

Nadere informatie

ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET B-EXAMEN

ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET B-EXAMEN ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET B-EXAMEN INHOUDSOPGAVE TEMPO AANDUIDINGEN... 3 INTERVALLEN... 4 MAATSOORTEN EN RITME TRIOLEN... 5 MAATSOORTEN EN RITME - SYNCOPEN... 6 MAATSOORTEN EN RITME - HET SWINGRITME...

Nadere informatie

D-examen extra informatie

D-examen extra informatie D-examen extra informatie Hieronder staan nog een aantal nieuwe onderwerpen bij het D-examen genoemd. Deze onderwerpen staan nog niet op de website van Muziekschool Oost-Gelderland. Intervallen groter

Nadere informatie

Toonladders en toonsystemen 5 havo

Toonladders en toonsystemen 5 havo Auteur Laatst gewijzigd Licentie Webadres Paul van der Heijden 27 march 2019 CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie https://maken.wikiwijs.nl/97186 Dit lesmateriaal is gemaakt met Wikiwijs van Kennisnet.

Nadere informatie

Tabel 1 Naam van de toon voor een 4-snarige basgitaar als functie van de snaar en de positie voor de wittetoetstonen

Tabel 1 Naam van de toon voor een 4-snarige basgitaar als functie van de snaar en de positie voor de wittetoetstonen Akkoorden voor basgitaar en contrabas Adriaan Kragten, Sint-Oedenrode 22-10-2007 In dit rapport worden de posities gegeven voor de tonen van veertien type akkoorden zoals die gespeeld kunnen worden op

Nadere informatie

Theorie A examen G I T A A R

Theorie A examen G I T A A R Theorie A examen G I T A A R De stemming van de gitaar is e b g D A E E E N P A A R S P E C I A L E E F F E C T E N Z I J N : G O L P E : T I K O P D E K L A N K K A S T G L I S S A N D O : H O O R B A

Nadere informatie

Muziektheorie-examen D

Muziektheorie-examen D Muziektheorie-examen D 2016 In te vullen door de leerling Naam: In te vullen door de docent Aantal punten... Docent:.. Cijfer.. Instrument: Geslaagd: Ja / nee Het examen bestaat uit de volgende onderdelen:

Nadere informatie

SOLFEGE GEHOORVORMING

SOLFEGE GEHOORVORMING SOLFEGE GEHOORVORMING TIPS & TRICKS ArtEZ Conservatorium Reinier Maliepaard 1 INHOUDSOPGAVE 1. intervallen 2. toonladders 3. melodie 4. meerstemmigheid 5. horen en lezen ArtEZ Conservatorium Reinier Maliepaard

Nadere informatie

Antwoordenboek. Algemene Muziekleer

Antwoordenboek. Algemene Muziekleer Dia aal Antwoordenboek Algemene Muziekleer HAVO 2 HAVO Inhoud Hoofdstuk 1 Notenbalk en sleutel 3 Hoofdstuk 2 Noten en rusten 4 Hoofdstuk 3 Intervallen 5 Hoofdstuk 4 Diatonische reeksen 6 Hoofdstuk 5 Tempo

Nadere informatie

Antwoordenboek. Algemene Muziekleer

Antwoordenboek. Algemene Muziekleer Dia aal Antwoordenboek Algemene Muziekleer VWO 2 VWO Inhoud Hoofdstuk 1 Notenbalk en sleutel 3 Hoofdstuk 2 Noten en rusten 4 Hoofdstuk 3 Intervallen 5 Hoofdstuk 4 Diatonische reeksen 6 Hoofdstuk 5 Tempo

Nadere informatie

1.2 Maatwisseling, polyritmiek, polymetriek en hemiool

1.2 Maatwisseling, polyritmiek, polymetriek en hemiool 1 Inhoud 1 Maat en ritme 1.1 Onderwerpen uit C....2 1.2 Maatwisseling, polyritmiek, polymetriek en hemiool...2 2 Toonladders 2.1 Onderwerpen uit C....3 2.2 De pentatonische toonladder, hele toonstoonladder

Nadere informatie

Les 1 C 1 D 1 E 1/2 F 1 G 1 A 1 B 1/2 C. Zeven letters voor alle noten. De zwarte toetsen. Deze kom je niet vaak tegen!

Les 1 C 1 D 1 E 1/2 F 1 G 1 A 1 B 1/2 C. Zeven letters voor alle noten. De zwarte toetsen. Deze kom je niet vaak tegen! Zeven letters voor alle noten Les 1 HET MUZIKALE ALFABET We gebruiken de eerste 7 letters van het alfabet om de muzieknoten een naam te geven: A, B, C, D, E, F en G. Als je die op een piano speelt, gebruik

Nadere informatie

3. Tritonus vervanging

3. Tritonus vervanging 3. Tritonus vervanging De verhoogde IV e trap wordt gespeeld om een extra leidtoon te krijgen voor de V e trap. In C majeur wordt de f verhoogd (fis). De cadens I IV +IV V I (C F F# G C) wordt geharmoniseerd

Nadere informatie

De frequentieverhouding voor het oktaaf wordt dus 2:1, voor de kwint 3:2, voor de kwart 4:3, voor de grote terts 4:5 en de kleine terts 5:6.

De frequentieverhouding voor het oktaaf wordt dus 2:1, voor de kwint 3:2, voor de kwart 4:3, voor de grote terts 4:5 en de kleine terts 5:6. Algemene Muziekleer Musician 3.0 reader - HKU - pagina 1 Het toonstelsel Het Europese toonstelsel is het systeem dat in Westerse muziek ordt gebruikt om tonen in te delen en te benoemen. De basis voor

Nadere informatie

Algemene muziektheorie. Algemene. B-examen. Muziektheorie

Algemene muziektheorie. Algemene. B-examen. Muziektheorie Algemene muziektheorie Algemene B-examen Muziektheorie 20 1 Intervallen Bij het A-examen heb je al geleerd dat een interval een afstand is tussen twee tonen. Je kent de: Prime (1) Secunde (2) Terts (3)

Nadere informatie

1. Het ritme wat ik voor ga spelen bestaat uit twee bouwstenen en extra halve noot. Schrijf de nummers van de goede bouwstenen op de juiste plek.

1. Het ritme wat ik voor ga spelen bestaat uit twee bouwstenen en extra halve noot. Schrijf de nummers van de goede bouwstenen op de juiste plek. Werkblad B Les 1 Naam:. 1. Het ritme wat ik voor ga spelen bestaat uit twee bouwstenen en extra halve noot. Schrijf de nummers van de goede bouwstenen op de juiste plek.. Het ritme wat ik voor ga spelen

Nadere informatie

Algemene Muziektheorie

Algemene Muziektheorie Algemene Muziektheorie C-examen Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1 Inhoud 1. Eenvoudige geluidsleer 3 2. Toonladders 6 1. De chromatische toonladder 6 2. De zigeunertoonladder 7 3.

Nadere informatie

Samenvatting Muziek Muziek theorie B-examen

Samenvatting Muziek Muziek theorie B-examen Samenvatting Muziek Muziek theorie B-examen Samenvatting door een scholier 640 woorden 5 april 2004 6,5 110 keer beoordeeld Vak Methode Muziek Centraal examen Theorie uit B- examen voor piano. Tempo: Zeer

Nadere informatie

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGENBOEK. Naam:...

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGENBOEK. Naam:... Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGENBOEK L3 Naam:.... INHOUDSTABEL A. HERHALING GROTE EN KLEINE TERTSTOONLADDERS... 3 B. GROTE EN KLEINE TERTSTOONLADDERS MET # EN B... 4 C. DE KLEINE TERTSTOONLADDER

Nadere informatie

sample L E S 18 â. " % O O O O \ \ % O O O O . =75 Uit het fragment For Children :

sample L E S 18 â.  % O O O O \ \ % O O O O . =75 Uit het fragment For Children : Uit het fragment For Children : a) Noteer de maatcijfers b) oorstreep wat fout is: For Children bevat veel maatwisselingen c) Verklaar de dynamische tekens maatveranderingen F = forte (luid, sterk) accent,

Nadere informatie

Theorie voor het HAFABRA examen B

Theorie voor het HAFABRA examen B Theorie voor het HAFABRA examen B Versie 1 - oktober 2009. Theorie voor het HAFABRA examen B Inleiding... 3 Hoofdstuk 1: maat en ritme... 4 1. Maataccenten. Zware en lichte maatdelen... 4 Dus:... 6 1.2

Nadere informatie

Adriaan Kragten, Sint-Oedenrode, , herzien Een notenschrift zonder mollen en kruizen. 1 Inleiding

Adriaan Kragten, Sint-Oedenrode, , herzien Een notenschrift zonder mollen en kruizen. 1 Inleiding Een notenschrift zonder mollen en kruizen 1 Inleiding Adriaan Kragten, Sint-Oedenrode, 21-3-2013, herzien 27-3-2017 Het notenschrift stamt uit de elfde eeuw toen de muziek nog bijna helemaal diatonisch

Nadere informatie

Copyright Co Atpress

Copyright Co Atpress Het Ei van Co Beknopte gebruiksaanwijzing Akkoordenschuifsysteem van Co Atpress (Kees Jaspers) Het in twee kleuren uitgevoerde akkoordenschuifsysteem Het Ei van Co berust geheel op algemene muziektheoretische

Nadere informatie

Dit keer ga je aan de slag met het fantastische stuk River flows van Yurima waarin je zult ontdekken;

Dit keer ga je aan de slag met het fantastische stuk River flows van Yurima waarin je zult ontdekken; River flows Yiruma Dit keer ga je aan de slag met het fantastische stuk River flows van Yurima waarin je zult ontdekken; - dat het eigenlijk uit 2 thema s bestaat waarop gevarieerd wordt - de basistheorie

Nadere informatie

Toonladders en 3-klanken. Toonladders en 3-klanken. Toonladders en 3-klanken. PHCC-G Walk-in. Beginselen van muziek-theo-rie.

Toonladders en 3-klanken. Toonladders en 3-klanken. Toonladders en 3-klanken. PHCC-G Walk-in. Beginselen van muziek-theo-rie. Toonladders en 3-klanken PHCC-G Walk-in Beginselen van muziek-theo-rie Noodzakelijke kennis bij gebruik van muziekprogramma's Akkoorden-hulpje bij melodiën Theo Henrichs - 29 Toonladders en 3-klanken Agenda

Nadere informatie

samengesteld bovenste cijfer is 4 of meer

samengesteld bovenste cijfer is 4 of meer Werkblad C Les 1 Naam:.. enkelvoudig bovenste cijfer is 2 of samengesteld bovenste cijfer is 4 of meer regelmatig onregelmatig 2-delig (binair) -delig (ternair) 2 2 2 2 4 8 2 4 8 4 4 4 6 6 12 4 2 8 4 8

Nadere informatie

De notenbalk met vijf lijntjes

De notenbalk met vijf lijntjes Klas 2 Het notenschrift Ieder land heeft zijn eigen taal. In Frankrijk spreken ze Frans, in Engeland Engels en in Nederland Nederlands. Er is één taal die in ieder land gesproken wordt: Het notenschrift!

Nadere informatie

Week 4 Noten in G-sleutel

Week 4 Noten in G-sleutel LEER NOTEN LEZEN WEEK 4 NOTEN IN G-SLEUTEL Week 4 Noten in G-sleutel Alle noten In deze les geef ik je alle noten van de de G-sleutel. Het zijn er veel, omdat je alle kruizen en mollen leert die je nog

Nadere informatie

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGEN BOEK L2 NAAM:... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p.

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGEN BOEK L2 NAAM:... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. Hagelandse Academie voor Muziek en Woord OEFENINGEN BOEK L2 NAAM:... Hagelandse Academie voor Muziek en woord - AMV L 2 - Oefeningenboek p. 1 Oefenblad 1 Wijzigingstekens 3-4 Oefenblad 2 Hele en halve

Nadere informatie

EPTA. Muziektheorie A1-A2-B. MANSARDA - SINTRA muziekuitgaven. Landelijk Graadexamen Systeem. European Piano Teachers Association

EPTA. Muziektheorie A1-A2-B. MANSARDA - SINTRA muziekuitgaven. Landelijk Graadexamen Systeem. European Piano Teachers Association MANSARDA - SINTRA muziekuitgaven e-mail: mansarda-sintra@planet.nl internet: www.mansarda-sintra.com Rozenstraat 23 1271 NS Huizen tel: 035-5239454 Muziektheorie Landelijk Graadexamen Systeem A1-A2-B EPTA

Nadere informatie

Theorie voor het HAFABRA examen A

Theorie voor het HAFABRA examen A Theorie voor het HAFABRA examen A Versie 1 - oktober 2009. Theorie voor het HAFABRA examen A Inleiding... 3 Hoofdstuk 1: noten, notennamen, notenbalk en sleutels... 4 1.1 Stamtonen, notenbalk en sleutels...

Nadere informatie

THEORIE B. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon. Een melodie die voorgespeeld wordt opschrijven (melodisch dictee).

THEORIE B. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon. Een melodie die voorgespeeld wordt opschrijven (melodisch dictee). THEORIE B Wat moet je leren : Basisstof (laatste twee bladen). Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon. De grote terts toonladders t/m drie kruizen en mollen. Voortekens van

Nadere informatie

1. Het ritme wat ik voor ga spelen, bestaat uit 2 bouwstenen en een extra halve noot. Schrijf de nummers van de juiste bouwstenen op de goede plek.

1. Het ritme wat ik voor ga spelen, bestaat uit 2 bouwstenen en een extra halve noot. Schrijf de nummers van de juiste bouwstenen op de goede plek. Werkblad A Les 1 Naam:... 1. Het ritme wat ik voor ga spelen, bestaat uit 2 bouwstenen en een extra halve noot. Schrijf de nummers van de juiste bouwstenen op de goede plek. a. b. c. d. 2. Het ritme wat

Nadere informatie

THEORIE EXAMEN A 2019

THEORIE EXAMEN A 2019 THEORIE EXAMEN A 2019 LUISTERVRAGEN VRAAG 1 Je hoort 4 grote tertstoonladders, geef aan of ze goed of fout klinken. Je hoort eerst een voorbeeld: Voorbeeld: goed fout Toonladder 1 goed fout Toonladder

Nadere informatie

RUDOLF RASCH MIJN WERK OP INTERNET, DEEL TWEE NOOTZAKEN BASISBEGRIPPEN UIT DE THEORIE VAN DE WESTERSE MUZIEK HOOFDSTUK VIER SEPTIEMAKKOORDEN

RUDOLF RASCH MIJN WERK OP INTERNET, DEEL TWEE NOOTZAKEN BASISBEGRIPPEN UIT DE THEORIE VAN DE WESTERSE MUZIEK HOOFDSTUK VIER SEPTIEMAKKOORDEN RUDOLF RASCH MIJN WERK OP INTERNET, DEEL TWEE NOOTZAKEN BASISBEGRIPPEN UIT DE THEORIE VAN DE WESTERSE MUZIEK HOOFDSTUK VIER SEPTIEMAKKOORDEN Verwijzingen naar deze tekst graag als volgt: Rudolf Rasch,

Nadere informatie

Algemene muziektheorie. Algemene. A-examen. Muziektheorie. Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1

Algemene muziektheorie. Algemene. A-examen. Muziektheorie. Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1 Algemene muziektheorie Algemene A-examen Muziektheorie Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1 Inhoud A-examen 1 Noten en notenbalken 5 2 Sleutels 6 4 De maat 8 5 Maatsoorten 8 6 De opmaat

Nadere informatie

Begrippenlijst muziektheorie

Begrippenlijst muziektheorie Begrippenlijst muziektheorie Hieronder staat de begrippenlijst muziektheorie. De meeste begrippen worden uitgelegd in diverse video s op pabowijzer als onderdeel van het boek Nieuw Geluid. ISBN: 978 90

Nadere informatie

Basale muziektheorie. Basale Muziek Theorie.

Basale muziektheorie. Basale Muziek Theorie. Basale muziektheorie Basale Muziek Theorie www.rogierijmker.nl 2 Inleiding 3 De notenbalk 4 Het systeem 4 De sleutels 5 De notennamen 5 Voortekens 6 Notenwaarden 8 Verbindingsbogen en legatobogen 10 Herhalingstekens

Nadere informatie

Muziektheorie. Uitgave januari 2004. Tekst: DIRK VIAENE

Muziektheorie. Uitgave januari 2004. Tekst: DIRK VIAENE Uitgave januari 2004 Tekst: DIRK VIAENE Inhoud 1 Inhoud 1 Inhoud... 1 2 Toonsysteem en toonnotatie...4 3 Tonaliteit en toonladders...5 3.1 Tonaliteit...5 3.2 Toonladders...5 3.2.1 Stamtoonladders...5 3.2.2

Nadere informatie

THEORIE A INHOUD. Hoofdstuk 1 Het muziekschrift blz. 2. Hoofdstuk 2 Notenwaarden en rusttekens blz. 2 / 3. Hoofdstuk 3 Maatsoorten I blz.

THEORIE A INHOUD. Hoofdstuk 1 Het muziekschrift blz. 2. Hoofdstuk 2 Notenwaarden en rusttekens blz. 2 / 3. Hoofdstuk 3 Maatsoorten I blz. THEORIE A INHOUD Hoofdstuk 1 Het muziekschrift blz. 2 Hoofdstuk 2 Notenwaarden en rusttekens blz. 2 / 3 Hoofdstuk 3 Maatsoorten I blz. 3 Hoofdstuk 4 Tempo blz. 4 Hoofdstuk 5 Dynamische tekens blz. 4 Hoofdstuk

Nadere informatie

De namen van de noten komen uit het alfabet. We gebruiken de eerste zeven letters: A B C D E F G Na de G komt opnieuw de noot A.

De namen van de noten komen uit het alfabet. We gebruiken de eerste zeven letters: A B C D E F G Na de G komt opnieuw de noot A. blz. 1 Toonhoogte a Eeuwen lang hebben mensen gezocht naar een goede manier om muziek op te schrijven. De eerste voorbeelden van genoteerde muziek komen uit de 9e eeuw. Deze vorm van muziekschrift was

Nadere informatie

Reinier Maliepaard: kerktoonsoorten ofwel modi

Reinier Maliepaard: kerktoonsoorten ofwel modi Reinier Maliepaard: kerktoonsoorten ofwel modi 1.1. Systematisering Lang nadat de Gregoriaanse melodieën al ingeburgerd waren, werden deze gesystematiseerd tot in 8 kerktoonsoorten ofwel modi. De volgende

Nadere informatie

Een handige link met wat basisinformatie over akkoorden is: http://studwww.ugent.be/~mfvhauwe/wauter/reason/notenenakkoorden.html

Een handige link met wat basisinformatie over akkoorden is: http://studwww.ugent.be/~mfvhauwe/wauter/reason/notenenakkoorden.html Een handige link met wat basisinformatie over akkoorden is: http://studwww.ugent.be/~mfvhauwe/wauter/reason/notenenakkoorden.html Ze gaan er helaas er niet zo diep op in, maar om snel wat dingen duidelijk

Nadere informatie

?Theorie. Kort overzicht met de belangrijkste dingen die je wilt of moet weten over muzieknotatie.

?Theorie. Kort overzicht met de belangrijkste dingen die je wilt of moet weten over muzieknotatie. ?Theorie Kort overzicht met de belangrijkste dingen die je wilt of moet weten over muzieknotatie Deel2: Muziektheorie Tom Overtoom - De Muziekclub TH - pag 27 Noten en notatie = hele noot ( tellen) = hele

Nadere informatie

THEORIE C. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon

THEORIE C. Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon THEORIE C Wat moet je leren : Basisstof (laatste twee bladen) Begrippen : toonsoort,toonladder,akkoord,drieklank,grondtoon,leidtoon De grote en kleine terts toonladders t/m drie kruizen en mollen De grote

Nadere informatie

majeur mineur mineur majeur majeur mineur verminderd

majeur mineur mineur majeur majeur mineur verminderd 9. Majeur Mineur Majeur en mineur zijn twee cruciale begrippen. Zowel in toonladders als in akkoorden en trappen worden ze gebruikt. Majeur of mineur wordt altijd bepaald door de afstand tussen de eerste

Nadere informatie

Akkoorden spelen. o1 PIANO

Akkoorden spelen. o1 PIANO Akkoorden spelen o1 PIANO Een lied bestaat uit een melodie die begeleid wordt door harmonie. Een leuke goedklinkende melodie zal mooier worden en meer karakter krijgen als er passende harmonieuze akkoorden

Nadere informatie

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen

De hele noot Deze noot duurt 4 tellen HERHALING KLAS 1. In de eerste klas heb je geleerd hoe je een melodie of een ritme moet spelen. Een ritme is een stukje muziek dat je kunt klappen of op een trommel kunt spelen. Een ritme bestaat uit lange

Nadere informatie

Adriaan Kragten, Sint-Oedenrode, , herzien Een notenschrift zonder mollen en kruizen. 1 Inleiding

Adriaan Kragten, Sint-Oedenrode, , herzien Een notenschrift zonder mollen en kruizen. 1 Inleiding Een notenschrift zonder mollen en kruizen 1 Inleiding Adriaan Kragten, Sint-Oedenrode, 21-3-2013, herzien 12-1-2018 Het notenschrift stamt uit de elfde eeuw toen de muziek nog bijna helemaal diatonisch

Nadere informatie

Tips voor gehoortraining

Tips voor gehoortraining Tips voor gehoortraining Doel Gehoortraining is nooit doel op zich, maar staat in dienst van je ontwikkeling tot musicus. Gehoortraining geeft daarvoor de noodzakelijke en fundamentele ondersteuning. Bij

Nadere informatie

Algemene muziektheorie. Algemene. A-examen. Muziektheorie. Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1

Algemene muziektheorie. Algemene. A-examen. Muziektheorie. Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1 Algemene muziektheorie Algemene A-examen Muziektheorie Samenstelling: Hans Buld Hans Hilgerink Rob Holleman 1 Inhoud 1 Noten en notenbalken 3 2 Sleutels 4 4 De maat 6 5 Maatsoorten 6 6 De opmaat 7 7 Tempo

Nadere informatie

Over afstanden in een toonladder, majeur en mineur (noodzakelijk voorproefje)

Over afstanden in een toonladder, majeur en mineur (noodzakelijk voorproefje) Gelders Projectkoor / Project van huis en haard / info Wat maakt muziek westers of oosters/arabisch? De verklaring hiervoor vanuit de muziektheorie is interessant in het project van huis en haard. Daarom

Nadere informatie

Afdeling I. 1. Zet er zelf een G- of F-sleutel voor (Wat voor instrument speel je?) en benoem dan de volgende noten:

Afdeling I. 1. Zet er zelf een G- of F-sleutel voor (Wat voor instrument speel je?) en benoem dan de volgende noten: - 1 - Notatie en toonstelsel Afdeling I 1. Zet er zelf een G- of F-sleutel voor (Wat voor instrument speel je?) en benoem dan de volgende noten:. Noteer de noten op de notenbalk. Zet weer de juiste sleutel

Nadere informatie

Beknopte Theoriecursus intervallen en accoorden

Beknopte Theoriecursus intervallen en accoorden Beknopte Theoriecursus intervallen en accoorden Leon van Mil C# D Het Toetsenord C D E F G A B C D E F G A 1 1 1/2 1 1 1 1/2 1 1 1/2 1 1 Theoriecursus intervallen en akkoorden. In deze korte cursus zullen

Nadere informatie

Hoe hoog of laag je de toon moet spelen kun je zien aan de plek van de noot op de notenbalk.

Hoe hoog of laag je de toon moet spelen kun je zien aan de plek van de noot op de notenbalk. Als je muziek gaat opschrijven moet je van elke toon het volgende aangeven: De toonhoogte: - Hoe hoog/laag moet je de toon spelen Het ritme: - Hoe lang moet je de toon laten doorklinken - Wanneer precies

Nadere informatie

De opbouw van notenladders

De opbouw van notenladders De opbouw van notenladders Door Dirk Schut Voorwoord Iedereen kent de notennamen wel: a, bes, b, c, cis, d, es, e, f, fis, g en gis, maar wat stellen deze namen voor en waarom vinden we juist deze noten

Nadere informatie

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L3. Naam:...

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L3. Naam:... Hagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L3 Naam:.... INHOUDSTABEL A. Herhaling grote en kleine tertstoonladders... 3 1. Grote tertstoonladders... 3 2. Kleine tertstoonladders... 3 3. Volgorde

Nadere informatie

Toonhoogte. Toonaarden Groot of klein

Toonhoogte. Toonaarden Groot of klein Toonhoogte Een klank ontstaat door trilling. Een snaar, een riet, een trommelvel, wordt aan het trillen gebracht, en deze trilling doet ook luchtdeeltjes trillen, waardoor het geluid zich voortplant. Hoe

Nadere informatie

C-EXAMEN THEORIE Slagwerk 2018

C-EXAMEN THEORIE Slagwerk 2018 C-EXAMEN THEORIE Slagwerk 2018 Naam: LUISTERVRAGEN Punten Je hoort twee verschillende drieklanken. Geef aan of je een majeur of mineur drieklank hoort. 1 1. Majeur Mineur 2. Majeur Mineur / 4 Je hoort

Nadere informatie

Begintermen Basiscursus 1

Begintermen Basiscursus 1 Begintermen Basiscursus 1 noten kunnen lezen en benoemen in de vioolsleutel, met kruisen en mollen notenwaarden en rusten van hele t/m zestiende kunnen lezen en benoemen inzicht hebben in maatsoorten:

Nadere informatie

MUZIEK EN WISKUNDE: samen klinkt het goed! INTERVALLEN: KWINT EN OCTAAF

MUZIEK EN WISKUNDE: samen klinkt het goed! INTERVALLEN: KWINT EN OCTAAF LES 1 INTERVALLEN: KWINT EN OCTAAF Basis notenleer We hebben 7 notennamen: do re mi fa- sol la si (-do) Deze notennamen kunnen we ook wel in letters weergeven: C D E F G A B (-C) Als we dan terug bij do

Nadere informatie

Guitar Basics. Theorie. Guitar basics - R Brijker. Alles wat je als gitarist moet weten over:

Guitar Basics. Theorie. Guitar basics - R Brijker. Alles wat je als gitarist moet weten over: lles wat je als gitarist moet weten over: kkoorden Ritme Toonladders Intervallen notenlezen het caged systeem uitar asics Theorie uteur: René rijker - www.renebrijker.nl Voorwoord Waarom een boekje over

Nadere informatie

1 Notatie en toonstelsel

1 Notatie en toonstelsel 3 Inhoud 1 Notatie en toonstelsel. 5 2 Maatsoorten 2.1 Enkelvoudige en samengestelde maatsoorten.. 6 2.2 Tweedelige en driedelige maatsoorten 6 2.3 Regelmatige en onregelmatige maatsoorten.. 7 3 De syncope..

Nadere informatie

Geschreven Harmonie. Annemarijn Verbeeck Page 0

Geschreven Harmonie. Annemarijn Verbeeck Page 0 Geschreven Harmonie Annemarijn Verbeeck Page 0 Geschreven harmonie I. Inleiding 1. Tessituur Tessituur van de sopraan Tessituur van de alt Tessituur van de tenor Tessituur van de bas 2. Notatie van de

Nadere informatie

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L2 NAAM:... Hagelandse academie voor muziek en woord - AMV L2 : Theorie p.

Hagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L2 NAAM:... Hagelandse academie voor muziek en woord - AMV L2 : Theorie p. Hagelandse Academie voor Muziek en Woord THEORIE L2 NAAM:... Hagelandse academie voor muziek en woord - AMV L2 : Theorie p. Wijzigingstekens 3 Toonladder van Fa groot 3-4 Fasleutel 4 Syncope 4 Triool 5

Nadere informatie

Academie voor muziek & woord Wilrijk

Academie voor muziek & woord Wilrijk THEORIE IN EEN NOTENDOP AMV voor volwassenen Academie voor muziek & woord Wilrijk 2 1.1. BEGRIPPEN Ritme: de steeds wisselende opeenvolging van kortere en langere tonen. Metrum of maat: verdeling van de

Nadere informatie

THEORIEBOEK fase 1. Inhoudsopgave

THEORIEBOEK fase 1. Inhoudsopgave THEORIEBOEK fase Inhoudsopgave Het notenstelsel Waarde van noten en rusten 3 Verlenging van noten en rusten 4 Metrum, maat en ritme 5 Maatsoorten 6 Maatsoorten voorbeelden 7 Toonsterkte 8 Articulatie 9

Nadere informatie

Vragen en opgaven. Algemene Muziekleer

Vragen en opgaven. Algemene Muziekleer Dia aal Vragen en opgaven Algemene Muziekleer HAVO 2 HAVO Inhoud Hoofdstuk 1 Notenbalk en sleutel 3 Hoofdstuk 2 Noten en rusten 5 Hoofdstuk 3 Intervallen 7 Hoofdstuk 4 Diatonische reeksen 8 Hoofdstuk 5

Nadere informatie

Inleiding. Beste cursist, ... Waarom deze cursus?

Inleiding. Beste cursist, ... Waarom deze cursus? LEER NOTEN LEZEN INLEIDING Inleiding Beste cursist, Waarom deze cursus? Er kunnen verschillende redenen zijn waarom je wilt leren noten lezen: Misschien ben je een zanger(es) die het fijn vindt om mee

Nadere informatie

Toonaarden. Grote en kleine tertstoonladders

Toonaarden. Grote en kleine tertstoonladders Toonaarden Grote en kleine tertstoonladders De meeste westerse muziek staat in een grote of een kleine toonaard. Die twee soorten toonaarden heb je al uitgebreid bekeken bij AMV. Even een herhaling. Er

Nadere informatie

RUDOLF RASCH MIJN WERK OP INTERNET, DEEL TWEE NOOTZAKEN BASISBEGRIPPEN UIT DE THEORIE VAN DE WESTERSE MUZIEK HOOFDSTUK DRIE DRIEKLANKEN

RUDOLF RASCH MIJN WERK OP INTERNET, DEEL TWEE NOOTZAKEN BASISBEGRIPPEN UIT DE THEORIE VAN DE WESTERSE MUZIEK HOOFDSTUK DRIE DRIEKLANKEN RUDOLF RASCH MIJN WERK OP INTERNET, DEEL TWEE NOOTZAKEN BASISBEGRIPPEN UIT DE THEORIE VAN DE WESTERSE MUZIEK HOOFDSTUK DRIE DRIEKLANKEN Verwijzingen naar deze tekst graag als volgt: Rudolf Rasch, Nootzaken:

Nadere informatie

RUDOLF RASCH MIJN WERK OP INTERNET, DEEL TWEE NOOTZAKEN BASISBEGRIPPEN UIT DE THEORIE VAN DE WESTERSE MUZIEK HOOFDSTUK TWEE INTERVALLEN

RUDOLF RASCH MIJN WERK OP INTERNET, DEEL TWEE NOOTZAKEN BASISBEGRIPPEN UIT DE THEORIE VAN DE WESTERSE MUZIEK HOOFDSTUK TWEE INTERVALLEN RUDOLF RASCH MIJN WERK OP INTERNET, DEEL TWEE NOOTZAKEN BASISBEGRIPPEN UIT DE THEORIE VAN DE WESTERSE MUZIEK HOOFDSTUK TWEE INTERVALLEN Verwijzingen naar deze tekst graag als volgt: Rudolf Rasch, Nootzaken:

Nadere informatie

Onthoud wel dat dit alleen een oefening is. Als je dit examen goed maakt, betekent dat niet dat je genoeg weet voor het echte examen!

Onthoud wel dat dit alleen een oefening is. Als je dit examen goed maakt, betekent dat niet dat je genoeg weet voor het echte examen! Theorie Examen A01 Niveau A Dit examen kun je maken om te oefenen voor je theorie examen. Het examen bestaat uit 3 onderdelen; Luistervragen, Leervragen en Inzichtvragen. Je kunt in totaal 8 halen, maar

Nadere informatie

Toelatingsexamen LUISTERVAARDIGHEDEN

Toelatingsexamen LUISTERVAARDIGHEDEN ANTWOORDEN Toelatingsexamen blad Conservatorium Utrecht - Bmus-klassiek LUISTERVAARDIGHEDEN 206 OPDRACHT : omcirkel het voorgespeelde fragmentje A B 2A 2B A B 4A 4B OPDRACHT 2: geef de maatsoort van de

Nadere informatie

Elk akkoord heeft zijn specifieke tonen. Merk op dat de tonen die worden gebruikt allemaal in C groot voorkomen.

Elk akkoord heeft zijn specifieke tonen. Merk op dat de tonen die worden gebruikt allemaal in C groot voorkomen. Analyse In bovenstaande cadens is een veel voorkomende akkoordenopeenvolging. Alle akkoorden zijn afkomstig uit de toonsoort C maj. Het is daarom goed om te weten welke tonen bij welk akkoord horen. De

Nadere informatie

algemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET A-EXAMEN

algemene muziekleer voor het schriftelijke examen ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET A-EXAMEN ALGEMENE MUZIEKLEER VOOR HET A-EXAMEN 1 INHOUDSOPGAVE DE SLEUTELS... 3 DE NAMEN VAN DE NOTEN... 4 NOTEN EN RUSTEN... 5 VOORTEKENS... 6 HERHALINGSTEKENS... 7 HERHALINGSTEKENS - OVERZICHT... 8 DYNAMIEK...

Nadere informatie

Module 3e. Algemene muziekleer, componeren en gehoortraining met Music Ace

Module 3e. Algemene muziekleer, componeren en gehoortraining met Music Ace Module 3e Algemene muziekleer, componeren en gehoortraining met Music Ace Studielast: 4-14 uur. Doel: Leren omgaan met dit softwarepakket of onderdelen ervan (zoals het Doodle pad om mee te componeren).

Nadere informatie

Theorie Groep 1. Dworp 2019 JAZZCURSUS 2019 THEORIE GROEP 1 1. Deze zomer verder nog: Popcursus augustus 2019

Theorie Groep 1. Dworp 2019 JAZZCURSUS 2019 THEORIE GROEP 1 1. Deze zomer verder nog: Popcursus augustus 2019 Theorie Groep 1 Dworp 2019 Deze zomer verder nog: Popcursus 25 30 augustus 2019 En in het najaar: Harmonie in Theorie (vanaf oktober 2019) Harmonie in de Praktijk Improvisatieworkshops Inleiding tot de

Nadere informatie

Analyse Door Stan Kuunders www.degitarist.nl

Analyse Door Stan Kuunders www.degitarist.nl Analyse Door Stan Kuunders www.degitarist.nl Naam: Die Post Componist: F.P. Schubert (1797-1828) Toonsoort: B-groot Tijdens de analyse is o.a. rekening gehouden met: 1. Harmonie (grote lijnen, toonsoorten

Nadere informatie

Week 2 Kruizen en Mollen

Week 2 Kruizen en Mollen Week 2 Kruizen en Mollen Meteen door naar de volgende stap In de vorige les heb je de noten van C tot C geleerd. Dat was al een flinke hap, maar wie denkt dat je het al bijna gehad hebt, heeft het helemaal

Nadere informatie

INHOUDSOPGAVE. Harmoniseren met I, IV en V in de toonsoort C Pagina 6. Harmoniseren met I, IV en V in de toonsoorten D, F en G Pagina 11

INHOUDSOPGAVE. Harmoniseren met I, IV en V in de toonsoort C Pagina 6. Harmoniseren met I, IV en V in de toonsoorten D, F en G Pagina 11 INHOUDSOPGAVE Voorwoord Pagina 2 De basis Pagina 3 Harmoniseren met I, IV en V in de toonsoort C Pagina 6 Harmoniseren met I, IV en V in de toonsoorten D, F en G Pagina 11 Harmoniseren met I t/m VI Pagina

Nadere informatie

Het Notenstelsel. Noten worden geschreven door of tussen de lijnen van de notenbalk.

Het Notenstelsel. Noten worden geschreven door of tussen de lijnen van de notenbalk. Het Notenstelsel Voor notennamen gebruiken we de eerste zeven letters van het alfabet: A, B, C, D, E, F en G. Na de G komt weer de A. Noten worden geschreven en kun je dus zien. Tonen zijn klanken die

Nadere informatie

Klas 1 vmbo-t. Docent:...

Klas 1 vmbo-t. Docent:... Klas 1 vmbo-t Naam: Klas: Docent:... Inleiding In deze reader behandelen we Algemene Muziekleer, Solfège en Instrumentenleer. Deze onderdelen worden elk jaar meer uitgebreid. In de reader vind je de lesstof

Nadere informatie

Theorie groep 1. Jazzcursus

Theorie groep 1. Jazzcursus Theorie groep 1 Jazzcursus DWORP 2016 Deze zomer verder nog: Popcursus 21 26 augustus En in het najaar: Harmonie in Theorie (vanaf oktober 2016) Harmonie in de Praktijk Improvisatieworkshops Inleiding

Nadere informatie

Muziek op Papier basistheorie

Muziek op Papier basistheorie Hugo Pinksterboer / Bart Noorman etipboek Muziek op Papier basistheorie The Best Guide to Your Instrument! 1997, 1998, 2002, 2003, 2004, 2005, 2007, 2008, 2009, 2010, 2014, 2015 The Tipbook Company bv

Nadere informatie

DE JUISTE TOON. Seminar Hout- en Meubileringscollege. afdeling Pianotechniek. 17 december Jan van de Craats

DE JUISTE TOON. Seminar Hout- en Meubileringscollege. afdeling Pianotechniek. 17 december Jan van de Craats DE JUISTE TOON Seminar Hout- en Meubileringscollege afdeling Pianotechniek 17 december 2007 Jan van de Craats Universiteit van Amsterdam, Open Universiteit Deel 1: Tonen en boventonen Wat is een (muzikale)

Nadere informatie

Theorie groep 1. Jazzcursus

Theorie groep 1. Jazzcursus Theorie groep 1 Jazzcursus DWORP 2017 Deze zomer verder nog: Popcursus 20 25 augustus En in het najaar: Harmonie in Theorie (vanaf oktober 2017) Harmonie in de Praktijk Improvisatieworkshops Inleiding

Nadere informatie

Inleiding in de jazzharmonie op de piano

Inleiding in de jazzharmonie op de piano Inleiding in de jazzharmonie op de piano Masja van der Meer INLEIDING 3 HOE GEBRUIK JE HET BOEK? 4 Tijdsplanning studeren: 5 HOOFDSTUK 1: DE BASIS 6 Welke kennis en vaardigheden heb je nodig? 6 Notatie,

Nadere informatie

Eindexamen muziek havo 2005-I

Eindexamen muziek havo 2005-I 4 Beoordelingsmodel Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt één punt toegekend. J.H. Schein - Wir gläuben all an einen Gott een kruis voor de twee lage c s per voorteken 2 unisono 3 Het al

Nadere informatie