OMGAAN MET VERANDERING

Vergelijkbare documenten
OMGAAN MET VERANDERING DE THEORIE VAN DE BESLUITFUIK

De achterliggende theorie bij de manier waarop we naar deze cases kijken, vind je in het document Omgaan

Reflectie #Zo dus! Hieronder vind je een aantal oefeningen om te leren reflecteren waar je zelf mee aan de slag kunt.

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

Vragenlijst deelnemers Vlaams Lerend Netwerk STEM SO

D.1 Motiveren en inspireren van leerlingen

Commitment & Verwachtingen management

Reflectie-opdrachten

Focussen: 2 x 2 vragen

31/10/2017. Kwaliteit in gidsenwerking. begin en eind van de rondleiding

Test over resultaatgericht managen en coachend leidinggevenden

GA MEE OP WERELDREIS! WELKE ROUTE KIEZEN JULLIE?

P1 / 10 CONSULENT GIDSENWERKING

1. Geeft aan waar zich problemen in de taak voordoen en denkt mee na over oplossingen. 2. Houdt rekening met de mening van anderen.

- vaardigheden en praktijk ontwikkelen om op basis van een professionele dialoog met scholen samen te werken.

Ter herinnering: opdrachten - afspraken

de bezoekerscyclus als instrument om jouw werking te verbeteren

Handleiding Voor de Personeelscyclus!

Om, tijdens en rond. Een gids bij het voorbereiden van een studentengesprek in het COBRA-model

Training Conflicthantering

Workshop voorbereiden Authentieke instructiemodel

op vrijwillige voeten over vrijwilligersbeleid en hoe dit opzetten

Vragen Hoe kan je veiligheid inbouwen zodat je alle leerlingen kan betrekken? Vraag Hoe kan je de ideeënbus actief en betekenisvol maken?

DAG VAN MAVO EN PAV op ZATERDAGVOORMIDDAG 28 FEBRUARI 2015

Inhoudstafel Leermeermoment Chicago Jongeren Lees dit alvorens te beginnen... 2 Doelstelling van de activiteit... 2 Overzicht...

Bijlage 5 bij het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen

Van huidige situatie naar gewenste situatie

Therapeutische relatie en herstellen breuken. Workshop van de training Geïntegreerde Richtlijnbehandeling Persoonlijkheidsstoornissen

RONDE 1: INBREKEN IN DE KLAS Didactische praktijken ter ondersteuning van gelijke onderwijskansen in het KLEUTERONDERWIJS

Bijlage 5 bij het koninklijk besluit van 11 mei 2004 betreffende de voorwaarden voor erkenning van scholen voor het besturen van motorvoertuigen

gids en reisleider Boudewijnvest 3 Schoolstraat DIEST 3200 AARSCHOT

Vervolgwebinar resultaatgericht coachen

Draaiboek efficiënt communiceren Beter samenwerken door een goede communicatie

Evalueren op reactieniveau

Een voorlopige balans (Periode 1)

Werkdocument bij de e- learning- module Verbindende Communicatie

IEDEREEN BEROEMD! Filmfan. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materiaal. Doelen STERKE SCHAKELS

Stappenplan: maken van een beloningskaart Je kind stimuleren door aanmoediging

TOPS & FLOPS. Feedback geven en ontvangen. Inhoud

Vaardighedenlijst Taal stimuleren

Enquête noden van de scholen. Eerste verwerking

Voorbeeld actiepunten Aandachtspunt = bevorderen van interactie tussen kinderen tijdens de evaluatie van de les

Formatief evalueren in het talenonderwijs

Huiswerkbeleid Basisschool ATHENEUM DENDERMONDE

Faciliteren & Participerend Leren Beter proces en resultaat

Essay Project Interactieve Multimedia Tom Tol Groep: 23

DE MEEWERKENDE LEIDINGGEVENDE

Toolkit. KIJK MET JE HART EN VERWONDER WAT JE ZIET

Expertopleiding Cultuur in de Spiegel

Reflectiegesprekken met kinderen

Online Titel Competentie Groepsfase Lesdoel Kwink van de Week

Intact. goede redenen om een zelfhulpgroep te bezoeken

Feedback geven en confronteren

COACHEND LEIDERSCHAP. vierdaagse training. Heb je vragen over deze training? Bel ons op telefoonnummer:

Programma Training Scenario Denken Train de trainer

PROJECT BESTEMMING REISLEIDER EUROPA

BUE Feedbackgevers LK

We moeten wat vaker out of the box denken!

Syllabus Communicatie en Intergenerationele Samenwerking voor werknemers binnen de publieke sector met een leeftijd van 30-

BUE Zelfevaluatie OL

Lesvoorbereidingsformulier Fontys Hogeschool Kind en Educatie, Pabo Eindhoven Bron: Didactisch model van Gelder. Student(e) Klas Stageschool Plaats

tijd voor geletterdheid

Test denkprofiel jongeren

Functiebeschrijving 1. FUNCTIETITEL. Technieker licht & geluid 2. GLOBAAL DOEL VAN DE FUNCTIE

Naam: Datum: Ik-Wijzer

17 oktober 2016 door: Laura van den Ouden

Ik-Wijzer Naam: Sander Geleynse Datum: 27 januari 2016

Thema. Kernelementen. Oplossingsgericht taalgebruik Voorbeeld van communiceren 10 communicatie-tips

ZET DE BOXEN AAN! Kijk op de week. Inhoud. Doelgroep. Vakgebied. Materialen. Doelen STERKE SCHAKELS

Begrijpend lezen Strategie 6 en 7. Extra oefenen Niveau A

Conversatie stimuleren

PLG Leerkrachten. 8 december PLG Leerkrachten (2) Agenda

Gids voor het zoeken van een praktijkschool GPS - studentversie Bachelor in het onderwijs: buitengewoon onderwijs Bachelor in het onderwijs:

Mini-vormingen. Zorg voor werk 26 maart 2015

Communiceren is teamwork

Trainingen Regio Utrechtse Heuvelrug

DE BEZOEKERSCYCLUS INHOUDSTAFEL GELINKTE INSTRUMENTEN

1 People Do Change/IVA Onderwijs

Oplossingsgericht werken online samen zoeken naar krachten

Werkvolk gezocht. Bij lesmateriaal, bij deze les op de site, vind je het nodige lesmateriaal voor deze les:

Ontwikkeling. Opleiding Persoonlijke Ontwikkeling

De lat hoog voor iedereen! Conferentie Steunpunt GOK

Draaiboek voor een gastles

Feedbackformulier Leerling Praktijktoets 1 Persoonlijke verzorging Casus 4. Mw De Vries

Drs. J. van der Span Dr. Q. Elvira. Van M&O naar Bedrijfseconomie

Bedrijf en effecten - 3 Talenten en beroepen

Masterclass Doelen stellen

Hanteer de volgende criteria en voorwaarden:

Naar een valide, betrouwbare, transparante, haalbare leerlingenevaluatie in 4 stappen. Stap 1

Anita Willemsen & Leander Westerbeek van Eerten

Je doel behalen met NLP.

Suggesties en tips voor gebruik in gesprek met de KINDEROPVANG

Wie praat wanneer met het kind? Methodisch Kind- Interview. Afstemming noodzakelijk. Voorwerk! Methodisch kind-interview.

Het gedragmodel. 1. Inleiding

Tijd: 8:30. Klas: 3HVc 9:10. Beginsituatie Leerlingen hebben week hiervoor toets seksualiteit gehad (zie paper 1)

Studenten handleiding Competentie Ontwikkel Moment

Luisteren, hoe leren kinderen dat?

kunnen met concrete voorbeelden uit hun omgeving illustreren dat aan milieuproblemen vaak tegengestelde belangen ten grondslag liggen. (ET 1.

HET EVALUATIEGESPREK. Je prestaties onder de loep

Transcriptie:

OEFENING OMGAAN MET VERANDERING OEFENING 1 UITSPRAKEN WELKE UITSPRAAK PAST HET BEST BIJ JOU? Hoe ga jij om met de gidsen in jouw organisatie? Zeg jij hoe de dingen moeten gebeuren? Of leg jij uit waarom de dingen moeten gebeuren? Duid per lijn één uitspraak aan die het beste aansluit bij jouw manier van werken nu. Het zijn dilemma s, dus soms zal de keuze moeilijk zijn. A B 1. Als er een probleem is met een rondleiding ben ik als verantwoordelijke van de gidsenwerking best geplaatst om met de oplossingen te komen voor onze gidsen. Als er een probleem is met een rondleiding zijn onze gidsen bij uitstek beste geplaatst om zelf met oplossingen te komen. 2. Als de gidsen niet doen wat wij als organisatie met een gidsenwerking verwachten, vind ik als verantwoordelijke dat de gidsen nood hebben aan meer opleiding. Als de gidsen niet doen wat wij als organisatie met een gidsenwerking verwachten dan zoeken we samen met de gidsen wat het probleem is. 3. 4. 5. 6. 7. 8. houden we nauwkeurig bij hoeveel rondleidingen een gids heeft gegeven. staan we erop dat de gidsen de vastgelegde methodieken correct hanteren. proberen we discussie en conflicten met de gidsen zoveel mogelijk te vermijden. De experts binnen de organisatie ontwikkelen voor de gidsen het nodige didactische materiaal. geven we onze gidsen duidelijke instructies mee over hoe ze moeten gidsen. vinden we het belangrijk om periodiek onze gidsen te controleren op de kwaliteit van het gidsenwerk. SOM VAN A overlopen we met de gids de feedback van de klanten. hechten we veel waarde aan de tevredenheid van onze klanten. Conflicten en discussies zijn voor ons als organisatie met een gidsenwerking aanknopingspunten om met de gidsen in dialoog te gaan. Het didactische materiaal wordt voor en door de gidsen in samenwerking met de experts binnen de organisatie ontwikkeld. bespreken we met onze gidsen wat het effect van de rondleiding moet zijn op de klanten. vertrouwen we erop dat onze gidsen zelf kritisch naar hun gidswerk kijken en we bespreken dit met hen op regelmatige basis. SOM VAN B 1

OEFENING 1 ANTWOORDEN BIJ OEFENING 1 Zeg jij hoe de dingen moeten gebeuren of leg jij uit waarom de dingen moeten gebeuren? Heb je meer A dan B aangeduid, dan zeg jij vooral hoe de dingen moeten gebeuren in plaats van waarom. Wat de consequenties zijn van jouw keuzes leggen we uit in het document Omgaan met verandering in een organisatie met gidsenwerking - de theorie van de Besluitfuik. Je krijgt daarin ook tips aangereikt. Meer uitdagende vragen die je op weg kunnen zetten zijn: Ben jij diegene die best weet hoe het moet of zijn dat je gidsen? Liggen uitdagingen bij de gidsen of bij de organisatie als geheel? Kijk je naar de kwantiteit of de kwaliteit van het gidsenwerk? In welke mate is er ruimte voor discussie en dialoog? 2

OEFENING OMGAAN MET VERANDERING OEFENING 2 UITSPRAKEN IN WELKE CATEGORIE HOORT DEZE UITSPRAAK? Duid aan: welke uitspraken zeggen iets over hoe de dingen moeten gebeuren en welke uitspraken zeggen iets over waarom de dingen moeten gebeuren. Motiveer ook je keuze. UITSPRAAK HOE OF MOTIVATIE 1. 2. Gidsen moeten per maand minimaal zes rondleidingen geven. Voor de rondleidingen van de 3 de graad gebruik je het didactische materiaal uit deze gidsenkoffer. 3. Zorg ervoor dat we meer rondleidingen voor kleuters verkopen zodat we niet afhankelijk blijven van één gids 4. 5. 6. Na de rondleiding koppelen de deelnemers spontaan hun eigen ervaring en kennis aan deze plek. Volg de reservaties zo op dat we kunnen leren uit annuleringen. Evalueer de rondleidingen met methode XYZ uit de toolkit van Toerisme Vlaanderen. 7. De gidskaart (diploma) is een must. 8. Tijdens de Rubens rondleiding moeten deze drie schilderijen zeker aan bod komen. 3

OEFENING 2 ANTWOORDEN BIJ OEFENING 2 Om meer inzicht te krijgen in de motivatie kan je het document Omgaan met verandering in een organisatie met gidsenwerking - de theorie van de Besluitfuik doornemen. UITSPRAAK HOE OF MOTIVATIE 1. Gidsen moeten per maand minimaal zes rondleidingen geven. HOE Als je een aantal bepaalt, ligt het vast. Waarom 6 rondleidingen en niet 5 of 7? Is het noodzakelijk dat er een minimumaantal bepaald wordt? En waarom? 2. Voor de rondleidingen van de 3 de graad gebruik je het didactische materiaal uit deze gidsenkoffer. HOE Op deze manier is er voor de gidsen geen andere optie dan het didactische materiaal uit die bepaalde gidsenkoffer te gebruiken. Wat maakt het noodzakelijk om het didactisch materiaal te gebruiken? Waarom wil je dat ze precies dit materiaal en geen ander gebruiken? 3. Zorg ervoor dat we meer rondleidingen voor kleuters verkopen zodat we niet afhankelijk blijven van één gids Het sleutelwoord hier is zodat waarna een noodzaak geformuleerd wordt. Het is voor deze organisatie onaanvaardbaar om afhankelijk te zijn van één gids. 4. Na de rondleiding koppelen de deelnemers spontaan hun eigen ervaring en kennis aan deze plek. Hier wordt niet gezegd HOE de gidsen hun verhaal moeten vertellen, maar het doel dat bereikt moet worden, wordt wel duidelijk geformuleerd. 5. Volg de reservaties zo op dat we kunnen leren uit annuleringen. Het sleutelwoord hier is ook weer zo dat. Deze manier van formuleren geeft ruimte aan degene die de reservaties opvolgt om creatief op zoek te gaan naar hoe dit doel bereikt kan worden. 6. Evalueer de rondleidingen met methode XYZ uit de toolkit van Toerisme Vlaanderen. HOE Je biedt zo geen alternatieve mogelijkheid meer om de rondleidingen te evalueren. De manier van evalueren ligt vast. Wat maakt het gebruik van deze methode noodzakelijk? Waarom moet deze methode (en niet een andere) gebruikt worden? 7. De gidskaart (diploma) is een must. HOE Als je zegt wat er precies nodig is, ligt het vast. Wat maakt het onaanvaardbaar als een gids dat diploma niet zou hebben? Waarom is dat diploma een must, een noodzaak? 8. Tijdens de Rubens rondleiding moeten deze drie schilderijen zeker aan bod komen. HOE Als je zegt hoeveel en welke, ligt het vast. Waarom zijn net die schilderijen zo belangrijk voor deze rondleiding? 4

OEFENING OMGAAN MET VERANDERING OEFENING 3 ANALYSEER DE CASE DE INTRODUCTIE VAN EEN MEER INTERACTIEVE WERKVORM. Lees aandachtig het verhaal. Wie zijn de spelers in deze case? Wat wilden ze bereiken? Wat gebeurde er? Beschrijf jouw visie op deze case aan de hand van de vragen onderaan de tekst. Om deze oefening grondig te kunnen maken, lees je best eerst de achterliggende inzichten in Omgaan met verandering in een organisatie met gidsenwerking - de theorie van de Besluitfuik. Ook het document Omgaan met verandering in een organisatie met gidsenwerking - praktijkvoorbeelden kan je helpen om deze oefening efficiënt aan te pakken. Een medewerkster van de educatieve dienst in een museum ontwikkelde een nieuwe rondleiding voor het secundair onderwijs. De schoolbezoeken liepen immers terug en uit de evaluatie bleek dat het publiek de rondleidingen als saai en droog omschreef. De medewerkster voorzag in de nieuwe rondleiding het gebruik van speelgoedpoppetjes, een methodiek die ze op een vorming rond actieve werkvormen leerde kennen. De rondleiding werd uitgetest met een testschool en de evaluatie was veel positiever. De medewerkster van de educatieve dienst schreef vervolgens het scenario van de nieuwe rondleiding helemaal uit voor de gidsen en organiseerde een voorbeeldrondleiding om het scenario uit te leggen. Het nodige materiaal werd aangekocht en twee doosjes van de speelgoedpoppetjes werden voorzien zodat twee gidsbeurten tegelijk konden doorgaan. De educatief medewerkster plaatste de doosjes bij het onthaal, zodat de gidsen ze daar konden oppikken bij de start van de rondleiding. Enkele maanden later kwam de educatief medewerkster langs de balie en zag dat de twee doosjes in het rek naast de onthaalmedewerkster stonden, terwijl er op dat moment wel rondleidingen voor secundair onderwijs bezig waren. Toen de educatief medewerkster hiernaar informeerde bij het baliepersoneel, was de reactie: Die doosjes? Ik weet niet eens waarvoor die dienen, die worden nooit meegenomen of gebruikt. De educatief medewerkster stuurde vervolgens een mail naar de gidsen om hen te herinneren aan het voorziene materiaal voor de rondleiding van het secundair onderwijs. 5

OEFENING 3 1. Wie zijn de spelers in deze case en wat gebeurt er? 2. Haken de gidsen impliciet of expliciet af? Waaraan merk je dat? 3. Wat kan niet gelaten worden zoals het is in deze case? 4. Zou de educatief medewerkster het anders kunnen aanpakken zodat er minder weerstand zou bestaan rond het hanteren van nieuwe werkvormen? Welke suggesties heb je voor haar? 6

OEFENING OMGAAN MET VERANDERING OEFENING 4 ANALYSEER DE CASE WERKEN MET JE EIGEN ERVARING. STAP 1: Denk aan een situatie uit je gidsenwerking waarbij je niet bereikte wat je wilde met de gidsen. Om deze oefening grondig te kunnen maken, lees je best eerst de achterliggende inzichten in Omgaan met verandering in een organisatie met gidsenwerking - de theorie van de Besluitfuik. Ook het document Omgaan met verandering in een organisatie met gidsenwerking - praktijkvoorbeelden kan je helpen om deze oefening efficiënt aan te pakken. Situatieschets Wie zijn de spelers in je case? Wat wilde je bereiken? Wat was je doelstelling? Beschrijf wat er gebeurde? Wat liep er mis? Wat was/is volgens jou het probleem? Waar zei jij hoe de dingen moeten gebeuren? En waar zei jij waarom de dingen moeten gebeuren? 7

OEFENING 4 ANALYSEER DE CASE WERKEN MET JE EIGEN ERVARING. STAP 2: Zou je deze situatie anders kunnen aanpakken? Maak eventueel gebruik van de theorie zoals beschreven in Omgaan met verandering in een organisatie met een gidsenwerking - de theorie van de Besluitfuik. Zou je meer kunnen uitleggen waarom de dingen moeten gebeuren? Hoe zou je dat dan doen? Wat zouden de gevolgen kunnen zijn als je meer zou uitleggen waarom de dingen moeten gebeuren? 8