Factsheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014. Werkloosheid stijgt naar 24% Definities. Nummer 6 juni 2014

Vergelijkbare documenten
Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2013

Fact sheet. Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam. nummer 5 maart 2013

jeugdwerkloosheid 64% werklozen volgt opleiding 800 jongeren geregistreerd als werkloze

Jeugdwerkloosheid Nieuw-West

jeugdwerkloosheid Oost Definities Fact sheet augustus 2014

Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2017

jeugdwerkloosheid Zuid Definities Fact sheet augustus 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2015

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2014

Monitor Jeugdwerkloosheid Amsterdam over 2016

Achtergronddocument bij fact sheet jeugdwerkloosheid 2014

Noordse jongeren op de arbeidsmarkt

Jeugdwerkloosheid Amsterdam

Achtergronddocument bij fact sheet Jeugdwerkloosheid 2012

Jeugdwerkloosheid. achtergronddocument

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Werkloosheid 50-plussers

Monitor jeugdwerkloosheid over. Achtergrondrapportage bij de factsheet Jeugdwerkloosheid. Onderzoek, Informatie en Statistiek

Niet-westerse allochtonen behoren minder vaak tot de werkzame beroepsbevolking 1) Arbeidsdeelname niet-westerse allochtonen gedaald

Arbeidsmarktontwikkelingen 2016

Jongeren op de arbeidsmarkt

Monitor jeugdwerkloosheid 2010

8. Werken en werkloos zijn

CBS: Meer werkende vrouwen op de arbeidsmarkt

Factsheet Jongeren buiten beeld 2013

Participatie in arbeid

Allochtonen op de arbeidsmarkt

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen in 2008 licht gedaald

Bijlage 1 Ontwikkeling arbeidsmarktpositie jongeren

Maandelijkse cijfers over de werkloze beroepsbevolking van het CBS en nietwerkende werkzoekenden van het UWV

Ontwikkelingen in de werkloosheid in Amsterdam per stadsdeel tussen 1 januari 2001 en oktober 2003 (%)

Werkloosheid in Helmond 2012 Samenvatting en conclusies

Centraal Bureau voor de Statistiek. Persbericht. Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005

LAAGGELETTERDHEID IN HAAGSE HOUT

LAAGGELETTERDHEID IN LEIDSCHENVEEN-YPENBURG

LAAGGELETTERDHEID IN LAAK

FORUM Factsheet Jeugdwerkloosheid,

Langdurige werkloosheid in Nederland

Arbeidsmarkt MRA in 2014 in beeld

LAAGGELETTERDHEID IN DEN HAAG

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV.

FORUM Monitor Allochtonen op de arbeidsmarkt: effecten van de economische crisis 2 e kwartaal 2009

CBS: Meer mensen aan het werk, vooral jongeren

7. Deelname en slagen in het hoger onderwijs

Participatie in arbeid

Persbericht. Werkloosheid hoger na jaar van daling. Centraal Bureau voor de Statistiek. Daling werkloosheid hapert

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 3e kwartaal 2009

Ouders op de arbeidsmarkt

Kwartaalrapportage 1/08

Jongeren buiten beeld 2013

Meerdere keren zonder werk

Herintreders op de arbeidsmarkt

x Verandering t.o.v. voorgaand jaar Totaal

Werkloosheid Amsterdam

B en W-nummer ; besluit d.d Onderwerp

Persbericht. Arbeidsmarkt ook in 2001 gunstig. Centraal Bureau voor de Statistiek

Centraal Bureau voor de Statistiek. Maandelijkse cijfers over de werklozen en niet-werkende werkzoekenden van het CBS en UWV WERKbedrijf.

Artikelen. Arbeidsparticipatie van vrouwen: een vergelijking naar opleidingsniveau, leeftijd en herkomst

4. Werkloosheid in historisch perspectief

Met een startkwalificatie betere kansen op de arbeidsmarkt

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Arbeidsdeelname van paren

CBS-berichten: Veranderingen in de arbeidsparticipatie in Nederland sinds 1970

Landelijke Jeugdmonitor. Rapportage 2e kwartaal 2007

CBS: Lichte toename werkenden, minder werklozen

Kwantitatieve ontwikkelingen rondom jeugdwerkloosheid

Werkloosheid Redenen om niet actief te

Participatie in arbeid

Jong en oud op de arbeidsmarkt,

Steeds meer niet-westerse allochtonen in het voltijd hoger onderwijs

Economische monitor. Voorne PutteN 5 GEMEENTEN. 4 e editie. Opzet en inhoud

BIJLAGE 1 Nulmeting Project Plan van Aanpak Marokkaanse risicojongeren

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Werkloosheid in : stromen en duren

Participatie in arbeid

Onderstaande tabel toont enkele algemene kenmerken afkomstig van het CBS, die een beeld geven van de vergelijkbaarheid van de gemeenten.

Jongeren die niet meer leren, maar ook niet werken

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Maart 2013

We zien in figuur 2 dat het aandeel personen met een migratieachtergrond toeneemt van 46 procent januari 2015 naar 51 procent in juni 2017.

Aantal werkzoekenden en WW-uitkeringen opnieuw toegenomen

Niet-werkende werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden

Opleidingsniveau stijgt

monitor Marokkaanse Nederlanders in Maassluis bijlage(n)

Voortijdig schoolverlaters: een kwetsbare groep op de arbeidsmarkt

Erratum Jaarboek onderwijs 2008

LelyStadsGeluiden. De mening van de jongeren gepeild. School en werk 2007

Factsheet Maatschappelijke positie van Voormalig Antilliaanse / Arubaanse Migranten in Nederland

Beroepsbevolking 2005

maatschappelijke afdeling Beleidsonderzoek en Geo Informatie

Persbericht. Werkloosheid loopt sterk terug. Centraal Bureau voor de Statistiek. Technische toelichting. Daling werkloosheid zet door

ECONOMISCHE MONITOR EDE 2015 I

Basiscijfers gemeenten. Arbeidsmarktregio Midden-Utrecht

H2. indeling van de bevolking

Minder jongeren zonder startkwalificatie van school

Kenmerken van wanbetalers zorgverzekeringswet

10. Veel ouderen in de bijstand

Duizenden werkloze jongeren buiten bereik arbeidsmarktbeleid

Alleenstaande moeders op de arbeidsmarkt

12. Vaak een uitkering

Factsheet arbeidsmarkt Overijssel (bijlage bij Investeringsvoorstel Iedereen in Overijssel doet mee )

Transcriptie:

Nummer 6 juni 2014 Monitor jeugdwerkloosheid Amsterdam 2014 Factsheet Ondanks eerste tekenen dat de economie weer aantrekt blijft de werkloosheid. Negen procent van de Amsterdamse beroepsbevolking is werkloos 1. Onder jongeren komt dit veel vaker voor. Van de ruim 137.000 jongeren in de leeftijd van 1 tot 27 jaar zijn er begin 2014 1.400 op zoek naar een baan ( van de beroepsbevolking) 2. Deze factsheet brengt de belangrijkste ontwikkelingen in de Amsterdamse jeugdwerkloosheid in beeld door jongeren op basis van de kenmerken onderwijs, werk en werkloosheid in te delen in zes groepen. Werkloosheid stijgt naar Begin 2014 zijn er ongeveer 1.400 Amsterdamse jongeren werkloos. Deze jongeren zoeken wel actief naar een baan maar kunnen die nu niet vinden. Dit komt neer op van de beroepsbevolking. Het aandeel en aantal jongeren is de afgelopen jaren gestegen, van 14 aan het begin van de crisis (2009) tot 20 begin 2013 en nu. In het afgelopen jaar kwamen er 3.700 jongeren bij. In tegenstelling tot voorgaande jaren steeg de werkloosheid nu onder bijna alle groepen jongeren. Vooral jongeren en e jongeren zijn nu veel vaker dan begin 2013 werkloos (zie figuur 2). Figuur 1 Belangrijkste ontwikkelingen in jeugdwerkloosheid ook opgeleiden vaker werkloos niet-westerse herkomst veel vaker werkloos dan autochtoon + 3.700 jongeren 1.400 jongeren werkloos ( beroeps bevolking) 61 n volgt opleiding niet actieve jongeren beter in beeld Definities Beroepsbevolking: iedereen tussen de 1 en 64 jaar die minimaal 12 uur per week werkt of wil werken. Bestaat uit de werkzame beroepsbevolking en de beroepsbevolking. Werkzame beroepsbevolking: iedereen die minimaal 12 uur per week werkt. Werkloze beroepsbevolking: iedereen die actief op zoek is naar een baan van minimaal 12 uur per week. Werkloosheid gestegen onder zowel jongeren met als Aan het begin van de crisis steeg de werkloosheid in Amsterdam vooral onder jongeren met een startkwalificatie en daalde deze onder jongeren. Begin 2013 was dit andersom en waren juist de jongeren vaker werkloos. Begin 2014 is de werkloosheid onder zowel jongeren met als onder jongeren hoger dan begin 2013 (zie figuur 2). Werkloosheid onder jongeren van blijft en zijn nu veel vaker werkloos dan begin 2013. De werkloosheid onder jongeren van bleef vrijwel gelijk. Onder deze jongeren lag de werkloosheid begin 2013 al erg. Begin 2014 zijn jongeren van meer dan twee keer zo vaak werkloos als jongeren van herkomst. meer jongeren geregistreerd als Amsterdamse jongeren van Marokkaanse (4) en Surinaamse of Antilliaanse (3) herkomst zijn veel vaker werkloos dan Amsterdamse jongeren van Turkse (33) of overige (31). 1

jonge 23 vrouwen - 26 jaar westerse 1 herkomst - 22 jaar niet-westerse 23 herkomst - 26 jaar 33 14 van 1 opgeleid van niet-westerse herkomst opgeleid 31 21 13 2 33 20 43 40 30 20 1 0 20 30 40 opgeleid 20 40 30 20 0 20 30 40 32 3 van van 2 32 22 3 1 2 22 2 1 0 20 30 40 2 0 20 30 40 61 47 opgeleid onderwijsvolgende 76 jongeren 26 33 9.000 0 11.300 van opgeleid 62 niet-onderwijsvolgende jongeren 17 16 6.700 7.0 zonder startkwalificatie van 41 34 20 14.700 1.400 opgeleid 76 4 0 0 40 20 0 20 40 Bron: 0 O+S Figuur 2 Aandeel beroepsbevolking in de beroepsbevolking, 2013 en 2014 (procenten) 31 21 13 Figuur 3 Werkloze beroepsbevolking 1-26 jaar naar herkomst en opleidingsniveau, 2014 (procenten) jonge 23 vrouwen - 26 jaar Tabel 74 4 Werkloze beroepsbevolking 1-26 jaar 76 naar voornaamste 61 activiteit, 2013 en 2014 (procenten) 9 westerse 1 herkomst - 22 jaar 62 47 niet-westerse 23 herkomst - 26 jaar 74 abs. 76 abs. 4 41 0 40 20 0 14 16 16 34 22 36 36 3 3 43 20 40 0 Het grote verschil in werkloosheid tussen jongeren van herkomst en jongeren van niet-westerse herkomst kan maar gedeeltelijk verklaard worden door het opleidingsniveau van de jongeren. Hoogopgeleide zijn nog steeds veel vaker werkloos () dan jongere () (zie figuur 3). Onderwijsvolgende en niet-onderwijsvolgende n Er zijn twee groepen jongeren: jongeren die een opleiding volgen en jongeren die geen opleiding meer volgen. Van onderwijsvolgende jongeren is begin 2014 33 werkloos, van de niet schoolgaande jongeren is 16 werkloos. Ten opzichte van begin 2013 is de werkloosheid vooral gestegen doordat meer schoolgaande en studerende jongeren op zoek zijn naar een (bij)baan (zie tabel 4). Vermoedelijk is het moeilijker geworden om een grote bijbaan te vinden maar we weten ook dat door de crisis meer jongeren een (extra) opleiding zijn gaan volgen en zij zoeken wellicht vanuit deze positie naar een baan. Jeugdwerkloosheid in de G4 In heel Nederland steeg de jeugdwerkloosheid (1 tot 27 jaar) eveneens: van 11 in 2012 naar 14 in 2013. In de vier grote steden was gemiddeld ook sprake van een stijging, zij het beperkt; de jeugdwerkloosheid steeg hier van 1 in 2012 en in 2013 3. Zes groepen om werk en werkloosheid in beeld te krijgen Om in beeld te krijgen wat de situatie van Amsterdamse jongeren is qua opleiding, werk en werkloosheid zijn alle jongeren op basis van deze kenmerken ingedeeld in zes hoofdgroepen: 1. In opleiding (en niet werkzaam of werkzoekend); 2. In opleiding en aan het werk; 3. Aan het werk en niet in opleiding; 4. Werkloos en in opleiding;. Werkloos en niet in opleiding; 6. Niet in opleiding en niet werkend, overig. De grootste groepen jongeren zijn begin 2014: in opleiding en niet werkzaam of werkzoekend (32,2), werkend en niet in opleiding (26,1) en werkend en in opleiding (16,3). De groep niet in opleiding en niet werkend, overig (groep 6) zoekt niet actief naar een baan of is niet direct beschikbaar voor een baan en geldt daarom niet als werkloos. Deze factsheet beschrijft de verschillende groepen jongeren en de groepen vier, vijf en zes zijn nader uitgesplitst (zie tabel ). Minder jongeren aan het werk Er wonen steeds meer jongeren in Amsterdam. In 2013 kwamen er bijna 2.200 jongeren tussen de 1 en 27 jaar bij, waardoor het uitkwam op 137.000 begin 2014. Deze stijging komt vooral door de instroom van studenten in de stad. 2

1 opgeleid Tabel Amsterdamse jongeren naar voornaamste 20 activiteit, 2012, 2013 en 2014 (aantal en procenten) 2012 abs. abs. abs. 1 in opleidingvan 32 41.700 31, 43.700 32,4.200 32,2 2 in opleiding en aan het werk 3 aan het werk en niet in 3 opleiding van 2 2.200 1,9 22.200 16, 22.400 16,3 40.0 30,2 3.0 26,4 3.700 26,1 4 werkloos en in opleiding 7.000,2.000,9 11.300,2 6 werkloos en niet 22 in opleiding 1 niet in opleiding en niet werkend, overig 40 30 20 0 20 30 40.0 3,9 6.700,0 7.0,2 13.900,4 1.0 13, 16.300 12,0 133.000 0 134.00 0 137.000 0 23-26 jaar opgeleid 2 0 20 30 40 74 76 61 62 4 47 41 0 40 20 0 Figuur 6 Bruto participatie Amsterdamse jongeren, 2013 en 2014 (procenten) 34 9 76 0 20 40 0 De werkzame en jongeren samen vormen de beroepsbevolking. De beroepsbevolking uitgedrukt als percentage van de totale bevolking is de bruto participatie. Begin 2014 behoort van de jongeren tot de beroepsbevolking, in 2012 was dit nog 9. De jonge beroepsbevolking steeg afgelopen jaar van 72.0 jongeren begin 2013 naar 76.0 jongeren begin 2014 en is weer bijna op het niveau van 2012 (77.000 jongeren). Deze stijging komt vooral door een toename van schoolgaande en studerende jongeren die op zoek zijn naar een (bij)baan. De bruto arbeidsparticipatie steeg niet onder alle groepen: jongeren en van westerse en bieden zich nu minder vaak dan begin 2013 aan op de arbeidsmarkt. Zij zoeken niet meer actief naar een baan en worden daarom niet tot de beroepsbevolking gerekend, maar geven vaak wel aan beschikbaar te zijn voor werk als ze dat aangeboden krijgen. Het aandeel jongeren dat aan het werk is, de werkzame beroepsbevolking (ofwel de netto participatie), daalde van 49 in 2012 naar 43 begin 2013 en 42 begin 2014. De werkzame beroepsbevolking valt in deze factsheet uiteen in twee groepen: jongeren die naast hun opleiding een baan hebben van minimaal 12 uur per week en jongeren die werken en geen opleiding meer volgen. Beide groepen daalden in aandeel en aantal in de afgelopen jaren. Meer jongeren Een startkwalificatie 4 geldt als minimale kwalificatie voor de arbeidsmarkt. Zesenzestig procent van de Amsterdamse jongeren is (al) in bezit van een startkwalificatie. Dit is meer dan in 2013 toen 61 van de jongeren een startkwalificatie had. Deze stijging komt waarschijnlijk doordat jongeren die geen perspectief hebben op een baan een opleiding zijn gaan of blijven volgen. Een deel van de jongeren heeft, doordat zij nog op school zitten, nog wel zicht op het behalen van een startkwalificatie. Jongeren die werken en geen opleiding meer volgen behalen meestal geen startkwalificatie meer. Van deze jongeren heeft 3 een startkwalificatie. Dit is meer dan in 2013 (76) (zie tabel 7). Tabel 7 Aandeel jongeren per groep, 2012, 2013 en 2014 (procenten) 1 in opleiding 2 2 3, 4,0 2 in opleiding en aan het werk 63 73 7 1,7 1, 23-26 jaar 3 aan het werk en niet in,3 opleiding 6,1 61 76 3 4 werkloos en in opleiding 6,9 werkloos en niet in opleiding 1, 1,7 4,3 1,9 3,9 2 46 9 69 6 niet in opleiding en niet werkend, overig 27 2 40 3,2 3,3 3, 61 66 6 4 2 0 2 4 6 3,6 2012 Nadere uitsplitsing en overige jongeren (groep 4, en 6) Ongeveer 12 van alle Amsterdamse jongeren heeft geen baan en volgt geen opleiding en is ook niet actief op zoek naar een baan, dit zijn ongeveer 16.300 jongeren. Dit is iets minder dan begin 2013 (14, 17.000 jongeren). De gemeente kent en ondersteunt jongeren tot 23 jaar die geen startkwalificatie hebben. Jongeren met een startkwalificatie en jongeren van 23 jaar en ouder zijn alleen bij de gemeente bekend als zij zichzelf voor ondersteuning melden bij het Jongerenloket of als zij als werkzoekende staan ingeschreven bij het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV). 3

32 Tabel Amsterdamse jongeren naar voornaamste activiteit in specifieke groepen, 2012, 2013 en 2014 (procenten) 3 2 2012 abs. abs. abs. 422 werkloos en in opleiding 7.000,2.000,9 11.300,2 1 werkloos, niet geregistreerd als werkloos en geregistreerd als 1 geregistreerd bij DWI/ overige jongeren, geregistreerd UWV 0 20 30 40 2 vsv tot 23 jaar met begeleiding 3.700 2, 4.900 3,6 4.400 3,2 1.400 1,1 1.00 1,3 2.700 2,0 2 4+ beroepsbevolking 12.0 9,1 14.700,9 1.400 13,4 3.300 2, 2.0 2 2.0 1, 00 0,6 2.200 1,6 3.300 2,4 3 vsv tot 23 jaar zonder begeleiding 2.000 1,4 1.0 1,2 1.0 1,2 61 4 Wajong-uitkering 2.900 2,2 3.0 2,3 3.200 2,3 overig 4.900 3,7 7.400,.700 4,3 23-26 jaar 74 76 4++6 werkloos en niet-actief 26.000 20 31.700 34.700 2 opgeleid 47 6 overige jongeren, niet geregistreerd 13.900,4 17.000 12,6 16.300 12,0 62 Om meer zicht te krijgen op deze groep en op de relatie tussen 76 de beroepsbevolking, de geregistreerde 0 werkloosheid en arbeidsongeschiktheid, is een aantal subgroepen geconstrueerd. Op basis van de kenmerken 41 34 geregistreerd als bij DWI of UWV, geregistreerd als voortijdig schoolverlater en het ontvangen 4 van een arbeidsongeschiktheidsuitkering is een nadere 0 40 20 0 20 40 0 indeling gemaakt. Omdat de geregistreerde werkloosheid deels overlapt met de beroepsbevolking wordt zowel naar de beroepsbevolking als naar de overige jongeren gekeken (zie tabel ). Figuur 9 Geregistreerde jongeren in totale populatie, 1 januari, 2013 en 2014 (procenten) 9 bijna.200 jongeren geregistreerd bij UWV, bij DWI of bij beide instanties. Dit komt neer op 3, van alle Amsterdamse jongeren. Dit is iets meer dan in voorgaande jaren. Een opvallende ontwikkeling is de daling van het aandeel geregistreerde jongeren van niet terwijl alle andere groepen juist vaker geregistreerd staan als. De geregistreerde werkloosheid overlapt gedeeltelijk met de beroepsbevolking (zie figuur ). Van de.200 geregistreerde jongeren behoren er 2.700 tot de beroepsbevolking. De overige 2.0 jongeren zijn of niet direct beschikbaar voor werk of zoeken niet actief, bijvoorbeeld omdat zij een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben. 23-26 jaar 6,9 3,2 3, 1,7,3 6,1 3,3 1, 1,7 6 4 2 0 2 4 6 Geregistreerde werkloosheid stijgt Naast de beroepsbevolking Geregistreerde is er ook nog Werkloze Overlap werkloosheid een andere beroepsbevolking maat om te kijken 2.700 naar.200 jeugdwerkloosheid, jongeren 1.400 jongeren (2) (3, van namelijk het aantal jongeren dat geregistreerd staat als (13,4 van alle jongeren) alle jongeren) werkzoekende bij UWV of bij het Jongerenloket van de Dienst Werk en Inkomen (DWI). In januari 2014 stonden 3,6 4,0 1, 4,3 1,9 3,9 3, De instroom bij DWI daalde in voorgaande jaren aanzienlijk. De belangrijkste oorzaken hiervan waren de invoering van de in de WWB verplicht gestelde inspanningsperiode van vier weken voor jongeren per 1 januari 2012 en de afschaffing van de stagevergoeding in 2011. Het afgelopen jaar is de instroom juist weer gestegen, toch was de uitstroom nog steeds groter dan de instroom. 16.300 niet-actieve jongeren nader bekeken Van de ongeveer 16.300 jongeren die tot de overige groep behoren staan er 2.0 geregistreerd als (DWI of UWV,1,), 3.300 zijn voortijdig schoolverlater met begeleiding (2,4) en ongeveer 1.0 zijn voortijdig schoolverlaters zonder begeleiding omdat dit (nog) niet mogelijk of niet gewenst is (1,2). Daarnaast zijn er 3.200 jongeren die een Wajong-uitkering ontvangen (2,3). die niet die wel Geregistreerde n die 4

startkwalificatie opgeleid 76 0 startkwalificatie.700 jongeren niet in beeld niet in de groepen in opleiding of aan het werk omdat lbaar opgeleid Er blijven dan nog ongeveer.700 jongeren over waarvan we niet precies weten wat zij doen, 4,2 van alle pectievelijk fulltime opleidingen en banen van meer dan deze groepen in deze factsheet gedefinieerd zijn als res- startkwalificatie jongeren. Recent onderzoek 41 wijst uit dat veel jongeren 34 12 uur per week. Een kleine groep, werkt wel een baan willen maar daar niet actief naar zoeken 6. of studeert niet omdat zij zorgen voor hun kind(eren). De Helemaal ontmoedigd zijn ze niet, want de meesten groep die helemaal niet werkt, geen baan zoekt en geen verwachten toch 4 binnen een half jaar werk te vinden. Andere jongeren combineren een kleine baan (minder dan Naar schatting gaat het begin 2014 om ongeveer 20 reden opgeeft waarom zij niet willen werken is beperkt. 0 12 uur) met een parttime 40 opleiding 20 en 0vallen daardoor 20 40van de.700 jongeren 0 in deze groep. 23-26 jaar erdammers van sterse herkomst erdammers van terse herkomst msterdammers Twee definities van werkloosheid Er zijn grofweg twee gangbare definities van (jeugd) werkloosheid. Ten eerste is er de beroepsbevolking en ten tweede is er de registratie van niet-werkende werkzoekenden. Dit zijn deels gescheiden en deels overlappende groepen. Beide definities zijn jarenlang voor verschillende doeleinden gebruikt, er is niet een allesomvattende maat. Op dit moment is de beroepsbevolking de meest gehanteerde maat. 3,2 3,6 Werkloze beroepsbevolking 3, 4,0 Onder de beroepsbevolking wordt verstaan: mensen zonder werk in de leeftijd van 1 tot en met 64 jaar die actief zoeken naar 1,7 een baan van 1,minimaal 12 uur per week. De beroepsbevolking wordt standaard gepresenteerd,3 als percentage 6,1 van de beroepsbevolking, en dus niet als percentage van de gehele bevolking. De beroepsbevolking bestaat 6,9 4,3 uit de werkende bevolking en de beroepsbevolking samen. In Amsterdam behoren begin 2014 1, 1,9 1.400 jongeren tot de beroepsbevolking (blauw in de figuur). 1,7 3,9 Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) en de mensen die een WWB-uitkering ontvangen via DWI. Januari 2014 staan er bijna.200 jongeren geregistreerd. Deze definitie wijkt af van de landelijke definitie, daarin worden alleen niet- werkende werkzoekenden geregistreerd bij het UWV gebruikt. Afgelopen jaar is gebleken dat de registratie van niet-werkenden werkzoekenden niet optimaal is. Deze cijfers worden door O+S bijna niet meer gebruikt. In dit onderzoek worden ze toch gebruikt in verband met de vergelijkbaarheid met de voorgaande monitor en omdat de problemen met de registratie minder gelden voor jongeren (die stonden toch al weinig geregistreerd). Verschillen tussen definities Er zijn meer jongeren die tot de beroepsbevolking behoren dan dat er jongeren zijn die ingeschreven staan als werkzoekende. Dit komt doordat veel jongeren geen recht hebben op een uitkering en zich daarom niet inschrijven als werkzoekende. In Amsterdam bestaat de beroepsbevolking Geregistreerde werkloosheid uit 1.400 jongeren. Op 1 januari 2014 stonden er De geregistreerde werkloosheid bestaat in deze bijna.200 jongeren geregistreerd bij het UWV of bij 3,3 3, factsheet uit de mensen die op zoek zijn naar een DWI. Er zijn 2.700 jongeren die tot beide groepen (andere) baan en zich hebben geregistreerd bij het behoren (zie figuur ). 6 4 2 0 2 4 6 Figuur Schematisch overzicht van de relatie tussen de beroepsbevolking enerzijds en de geregistreerde werkloosheid anderzijds, 2014 Werkloze beroepsbevolking 1.400 jongeren (13,4 van alle jongeren) Overlap 2.700 (2) Geregistreerde werkloosheid.200 jongeren (3, van alle jongeren) die niet geregistreerd staan die wel geregistreerd staan Geregistreerde n die niet tot de beroepsbevolking behoren

Gebruikte bronnen Om tot de zes groepen jongeren te komen zijn verschillende gegevensbronnen gecombineerd. Er is gekeken naar bevolkingscijfers (GBA januari 2014), onderwijscijfers (CBS, schooljaar 2012/ 13 en DMO schooljaar 2013/ 14), inkomenscijfers (CBS 2011), werk- en werkloosheidscijfers (O+S, september 2013-april 2014) en uitkeringscijfers (DWI, UWV en CBS, januari 2014). Deze factsheet beschrijft daarmee cijfers per 1 januari 2014 en werk en werkloosheidscijfers over eind 2013 en begin 2014. Naast deze factsheet verschijnt een achtergronddocument waarin de gehanteerde methode nader staat beschreven. In het achtergronddocument wordt op een aantal gegevens dieper ingegaan. Colofon Opdrachtgevers Dienst Werk en Inkomen en Dienst Maatschappelijke Ontwikkeling Auteur drs. Idske de Jong, Bureau Onderzoek en Statistiek (O+S) Noten 1 Bron: CBS, 1e kwartaal 2014. 2 De werk en werkloosheidscijfers in deze factsheet hebben betrekking op de periode september 2013-april 2014. Voor de overzichtelijkheid wordt er naar verwezen als begin 2014. Meer informatie over gehanteerde cijfers in de ze factsheet is te vinden in het rapport Achtergronddocument bij factsheet jeugdwerkloosheid 2014. 3 Bron: CBS, bewerking O+S. 4 Een startkwalificatie is een diploma op minimaal mbo niveau 2 of een havo/vwo diploma. Een vmbo-diploma geldt niet als startkwalificatie. Zie voor meer cijfers over de in- en uitstroom bij DWI de het achtergronddocument bij deze rapportage. 6 Bron: REB O+S. 6