inhoudsopgave Voorwoord 5 1 Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie 6 2 Jong in Fryslân 9 3 Het Bureau Jeugdzorg 16 4 Het zorgaanbod 23



Vergelijkbare documenten
Welke AFSPRAKEN gelden bij partijen die betrokken zijn bij de JEUGDZORG in Zeeland?

7 Het zorgaanbod jeugdzorg Inleiding Provinciale jeugdzorg (voormalige jeugdhulpverlening) 135

de jeugd is onze toekomst

inhoudsopgave 1 Visie op jeugd(zorg) en de rol van de provincie 7 2 Jong in Fryslân 9 3 Het Bureau Jeugdzorg 15 4 Het Zorgaanbod 21

Wat is provinciale jeugdzorg?

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Stelselherziening Jeugdzorg. Platform Middelgrote Gemeenten

Jeugdzorg in Brabant. Statencommissie Zorg Welzijn Cultuur 19 oktober 2007

27 januari 2004 Nr , W Nummer 2/2004

Jeugdbeleid en de lokale educatieve agenda

Inzicht in de jeugdzorg en de samenhang met gerelateerde domeinen

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Vereniging van Nederlandse Gemeenten BAOZW Annelies Schutte en Wim Hoddenbagh

INFORMATIE VERWIJSINDEX RISICOJONGEREN. Dit memo bevat inhoudelijke informatie. De procesaanpak wordt toegelicht in de presentatie

Initiatiefvoorstel SP Leeuwarden. De Jeugdzorg wordt beter. Maart Uitgangspunten en voorbereidingen op de overheveling van verantwoordelijkheid

Jeugdzorg in Gelderland april 2009

Kennisateliers Jeugdbescherming Jeugdreclassering. Juni 2013 Anna van Beuningen

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd Kennisnetwerk JGZ OCW. Justitie J&G. Provincie. Gemeenten. Gemeentefonds VWS.

Evaluatie convenanten met gemeenten inzake aansluiting jeugdzorg en jeugdbeleid

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Triple P en Transitie Jeugdzorg 24 april Yvonne van Westering, Nederlands Jeugdinstituut Margreet de Jongh, SO&T

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ontwikkelingen in de jeugdzorg. Deventer, 1 juni 2012 Jos Baecke, lector sturing in de jeugdzorg

Zorg voor jeugdigen in Nederland

Nieuwsbrief Decentralisatie Jeugdzorg

Project in het kader van de voorbereiding op de transformatie jeugdzorg

Ontwerp. Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2013

Jeugdzorg verandert. Decentralisatie +

ONDERSTEUNING BESCHERMING TOEZICHT

ZORG VOOR JEUGD FRYSLÂN OP KOMPAS INVOEGEN EN AANSLUITEN. Samenvatting

BESLUITEN. B&W-nr.: d.d

Samenwerking JGZ - Jeugdzorg

Datum 12 maart 2012 Onderwerp antwoorden op de vragen van lid Kooiman (SP) over de financiering van Multi Systeem Therapie

Organisatiestructuur jeugdbeleid: De jeugd en haar toekomst

Plan voor een scholingsaanbod CJG: in en vanuit het CJG

Om het kind. Hervorming zorg voor de jeugd in Amsterdam

Jeugdhulp in Nissewaard

Bijlage 1 bij voortgangsrapportage jeugdzorg september 2005 Wijzigingen op het landelijk beleidskader jeugdzorg 2005 tot en met 2008

DE JEUGD- & GEZINSBESCHERMER

Bijlagen zijn op te vragen via (ook indien deze niet beschikbaar zijn via het SIS).

Bestuurlijke afspraken in het kader van de voorbereiding transitie Jeugdzorg

Kinderen moeten gezond, veilig en met plezier kunnen opgroeien. Het liefst in een gezin. SAMEN ZORGEN VOOR DE JEUGD OP BONAIRE

Datum : 28 februari 2008 Briefnummer Zaaknummer

Zorg voor Jeugd Raadsinformatieavond. 22 januari /02/2013 1

Regionaal en lokaal Beleidskader Transitie Jeugdzorg Route Zuidoost

Eerder en Dichtbij. Projectplan

Welke kansen geeft decentralisatie van de Jeugdzorg voor Welzijn? Voorjaarsworkshop Verdiwel 7 april 2011 Inleiding Wiel Janssen

Jeugdzorg in Gelderland september 2011

KADERBRIEF BELEIDSKADER JEUGD

Jeugdarts en de Jeugdwet 2015

Transitie Jeugdzorg. Van zorgen voor naar zorgen dat. Informatiebijeenkomst voor raadsleden Elburg 7 mei 2012

Decentralisatie Jeugdzorg. Van transitie naar transformatie. Samen maken we het mogelijk!

Rapportage wachtlijsten jeugdzorg 2004

Transitie jeugdzorg. Ab Czech. programmamanager gemeente Eindhoven. januari 2013

Pedagogische civil society: Gemeenschappelijke activiteiten van burgers rondom het grootbrengen van kinderen.

AFSPRAKENKADER MINISTER VOOR JEUGD EN GEZIN EN IPO OVER DE AANPAK EN DE FINANCIERING VAN DE JEUGDZORG IN 2010 EN 2011

Nieuwsbrief Centrum voor Jeugd en Gezin Roosendaal

Perceelbeschrijving 1 Gespecialiseerde ambulante hulp

Uitvraag Vrouwenopvang

Vraaggericht, actief-anticiperend en detecterend. Surveillance van gezondheid, groei en ontwikkeling

Over welke taken jeugdzorg gaat het? Jeugdzorg Jeugdbescherming en Jeugdreclassering Jeugd GGZ Zorg aan licht verstandelijk gehandicapte jeugdigen

Medisch specialist ziekenhuis

Een scenario kiezen voor wat betreft de organisatie van de regionale casusoverleggen per 2019 en in de toekomst.

Rapportage doelstellingen 2009 Kadernota Wmo.

Raadscommissievoorstel

Jeugdzorg naar gemeente: agenda voor inhoudelijke vernieuwing

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Kwaliteitskader Verantwoorde zorg Caribisch Nederland

Versie april Cliëntroute Bureau Jeugdzorg Algemeen

Ketens risicojeugd sluitend verbinden Avans 7 april 2011

Informatie voor ouders

Inhoudsopgave Ontwerpbesluit pag. 3 Toelichting pag. 5 Bijlage(n): 1

Transitie Jeugdzorg. Door José Vianen; Adviseur

Centrale helpdesk voor gemeenten. Samenwerken voor de jeugd

Actieplan Jeugdhulp. Evaluatie van de Jeugdwet op 30 januari In januari 2018 is de nieuwe Jeugdwet voor het eerst geëvalueerd.

Decentralisatie Jeugdzorg. Regionale Visie. en Stappenplan

Met elkaar voor elkaar

Beleidsnotitie Dak- en Thuislozen CSA Aanleiding

Decentralisatie Jeugdzorg Regionale Visie en Stappenplan Regio IJmond

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd

Programma Sociaal medisch 1 e lijn. Regiomeeting SM1 Sneek

HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH HHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHHH = = = = =

Onderwijs- en jeugdbeleid 24 september Terug naar eerste pagina

Passie voor jongeren. Goede jeugdzorg is een must Lenie Scholten wethouder jeugd

1. Bestuurlijke opdracht

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Actieplan Veilige School

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Vervolgonderzoek AMK Utrecht

Programma. Passend onderwijs ZAT - CJG; samen sterk voor de jeugd. Landelijk Steunpunt ZAT s

De keuze van Amersfoort: integraal opererende wijkteams. Interview met Monique Peltenburg, tot voor kort programmadirecteur Sociaal Domein

Informatiebijeenkomst

De 5 hoek in Amsterdam werkt samen!

Uitwerking workshops 'Avond voor de Jeugdhulp ' 30 augustus in de Kunstmin.

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

gfedcb Besluitenlijst d.d. d.d.

Beleidsplan Regionaal Bureau Leerplicht

11 Stiens, 21 oktober 2014

INLEIDING. Openingsfilm

Transcriptie:

Jeugdzorg Tieners Fr y s l â n Tieners Fr y s l â n Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2007 Gedeputeerde Staten Leeuwarden, 19 december 2006

2

Inhoudsopgave Voorwoord 5 1 Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie 6 2 Jong in Fryslân 9 Operatie Jong, de Jeugdzorgbrigade en de Gideonsgemeenten 9 Centra voor Jeugd en Gezin 10 2.1 Jong in Fryslân: De aansluiting 10 2.2 De provincie en lokaal jeugdbeleid 11 Voortijdig School Verlaters 12 2.3 Inbreng en inzet deskundigheid tweedelijns zorgvoorzieningen 13 2.4 Samenhang lokaal jeugdbeleid en de jeugdstrafrechtketen 13 2.5 De gezinscoach 14 2.6 Agenda Jeugd en Gezin 2020 14 2.7 Sociaal Investerings Fonds 15 inhoudsopgave 3 Het Bureau Jeugdzorg 16 3 3.1 De aansluiting 16 3.2 Doorlooptijden en wachtlijsten indicatiestelling en AMK 17 3.3 Kwaliteitsbevordering indicatiestelling 18 3.4 Beleidsinformatie jeugd 19 3.5 Adequaat functioneren jeugdbescherming 20 3.6 Verbeteren kwaliteit Jeugdreclassering 21 3.7 Eigen Kracht conferenties 22 4 Het zorgaanbod 23 4.1 Het aanbod sluit aan op de vraag 23 De Friese Jeugdinrichting 24 Aanvalsplan wachtlijsten 24 4.2 Effectiviteit en kwaliteit 25

4.3 Intersectorale samenwerking 25 4.4 Overheveling verantwoordelijkheden JJI s 26 4.5 Invoering P x Q financiering 26 Marktwerking in de jeugdzorg 27 5 Kwaliteit 28 5.1 Doelmatig, niet bureaucratisch en terugdringen wacht- en doorlooptijden 28 5.2 Versterken van de positie van de cliënt 29 5.3 Onderzoek 29 Noordelijke Rekenkamer 30 5.4 Vernieuwingen in de jeugdzorg 30 5.5 Kwaliteitstoets nieuw zorgaanbod 30 5.6 Beleidsinformatie Jeugd 31 Jeugdmonitor Fryslân, Elektronisch Kinddossier en Verwijsindex 31 5.7 Zoeken naar samenwerking 32 6 Financiën 33 6.1 Financiële verantwoording 2005 33 6.2 Budgetteringsdeel voor t-1 en t 38 6.3 Kwalitatieve beschrijving gesubsidieerde activiteiten 43 inhoudsopgave Bijlage I: Financieel overzicht jeugdzorg 2005 (afrekening 2005 vertaald van format uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2007, naar begroting uit uitvoeringsprogramma jeugdzorg 2005. Bijlage II: Overzicht gehonoreerde SIF aanvragen Bijlage III: Lijst met gebruikte afkortingen en internet sites Bijlage IV: Schematische weergave van de jeugdzorg 4

Voorwoord Januari 2007 Nederland is in de aanval. U mag daar zelf allerlei zaken bij invullen, als maar helder wordt dat wij ook in de jeugdzorg spreken van wij zijn in de aanval. Operatie Jong, de Jeugdzorgbrigade en het Aanvalsplan van de wachtlijsten in de jeugdzorg zijn hier voorbeelden van. In Fryslân zie ik ook aanvallende bewegingen en dat is goed. Er wordt veranderd. Natuurlijk moet dat wat al goed is behouden blijven, maar ook in de jeugdzorg betekent stilstaan geen vooruitgang. En vooruitgang is nodig omdat er nog steeds veel voorbeelden zijn te noemen waar het beter moet in de jeugdzorg. Als provincie hebben we zelf vorig jaar een nieuwe koers ingezet. Dat was nog op papier, maar de eerste resultaten worden zichtbaar. Als voorbeeld noem ik Jong in Fryslân, de samenwerking tussen gemeenten en provincie om lokaal jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg goed op elkaar te laten aansluiten. Na een periode van weerstand zie ik nu veel enthousiasme en daadkracht om hier samen in op te trekken. Ook in het veld zie ik veel verbeteringen. Instellingen komen met vernieuwende methodieken waar effectiviteit steeds nadrukkelijker een plek in krijgt. Ik merk dat ook verschillende sectoren met elkaar in gesprek raken. Een gesprek over vaak dezelfde jongeren die een gezamenlijke aanpak nodig hebben om ook echt het verschil te kunnen maken. Een gesprek ook waarin duidelijk wordt dat we elkaars taal en beelden echter nog lang niet altijd verstaan. Het komende jaar zou ik graag meer zicht krijgen op de jongeren in deze provincie die jeugdzorg nodig hebben en wil ik waar nodig werken aan meer effectiviteit. Dat kan een provincie niet alleen en daarom is dit gelijk een oproep aan u om daar samen vorm en inhoud aan te geven. Voorwoord 5 Jan Ploeg, gedeputeerde Zorg en Welzijn

1 Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie 6 Hoofdstuk 1 Kader De volgende documenten zijn het kader voor dit uitvoeringsprogramma: De Wet op de jeugdzorg. Het landelijk Beleidskader Jeugdzorg 2005 2008, waarin de ministeries van VWS (www.minvws.nl) en Justitie (www.minjus.nl) hun ambities hebben geformuleerd voor deze beleidsperiode. Het Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 van de provincie Fryslân (www.fryslan.nl). De Sociale Agenda 2005 2007 van de provincie Fryslân. Dit vormt de basis van waaruit de provincie een bijdrage wil leveren aan sociaal maatschappelijke vraagstukken. Er is gebruik gemaakt van visies en plannen zoals die door partners in de keten (gemeenten, instellingen) zijn ontwikkeld. Visie Sociaal en zelfredzaam In de provinciale visie op jeugd(zorg) groeien kinderen en jongeren in Fryslân in een goede en veilige leef- en leeromgeving op tot sociale en zelfredzame burgers. Samenhang en samenwerking De provincie vindt samenwerking en samenhang belangrijk. Met jongeren en hun opvoeders, met de 31 gemeenten, de rijksoverheid en met alle instellingen die betrokken zijn bij het creëren van een goede en veilige leef-, werk- en leeromgeving. Verantwoordelijkheden Voorop staat dat ouders verantwoordelijk zijn voor de opvoeding van hun kinderen. Vrijwel alle meeste ouders erkennen dat. De meeste ouders zijn gelukkig in staat die verantwoordelijkheid op zich te nemen en vorm te geven aan de opvoedingspraktijk van alledag. Verschillende onderzoeken wijzen ook uit dat de Nederlandse Jeugd zich tot de gelukkigste van de hele wereld rekent. Dat zal voor de Friese jeugd ook gelden. Ouders kunnen en hoeven het niet alleen te doen. Het is een verantwoordelijkheid van de overheid haar burgers ontwikkelingsmogelijkheden te bieden. Gemeenten hebben bijvoorbeeld een grote verantwoordelijkheid in het zorgen voor een veilige leef- en leeromgeving. Het Rijk zorgt bijvoorbeeld voor de financiering van het onderwijs, dat daar ook een bijdrage aan levert. Bovendien is een enorme inzet en inspanning te zien van kinderen en jongeren zelf en van familie en vrijwilligers.

Een deel van de jeugdigen en/of hun ouders redt het toch niet op eigen kracht. Ook de inzet van gemeenten in het lokaal preventief jeugdbeleid en/of het onderwijs kan tekort schieten, gezien de aard en complexiteit van de hulpvraag. In dat geval is (geïndiceerde) jeugdzorg nodig en komt de provinciale verantwoordelijkheid in beeld. De provincie staat hier voor een benadering die zich niet alleen richt op het kind of de jongere, maar ook op de ouders en de omgeving, de systeembenadering. Een benadering die uitgaat van de dialoog met het kind of de jongere en de ouders en aansluit bij de aanwezige competenties. Als het over verantwoordelijkheden gaat moet voorop staan dat we met elkaar doen wat werkt en dat hulpverlening zich richt op het zodanig versterken van het systeem dat ouders de verantwoordelijkheid voor de opvoeding weer op zich kunnen nemen. De provincie gaat daarbij uit van het goed genoeg principe. Een hulpverlener wil natuurlijk het beste voor zijn cliënt. Dat is op zich positief, maar het beste kan ook meer zijn dan wat nodig is. Veilig! Richtinggevend is dat kinderen moeten kunnen opgroeien in een veilige leef- en leeromgeving. Veiligheid neemt daarbij een bijzondere plaats in. Het is een uitdrukkelijke voorwaarde dat de omgeving veiligheid biedt voor een kind of een jongere. Als daar niet aan wordt voldaan staat bescherming van het kind voorop. De juiste zorg op het juiste moment Zeven woorden die misschien wel de kern vormen van waar elke speler in de keten van jeugdbeleid voor staat. Waar heeft een kind of jongere behoefte aan, oftewel wat is de vraag? Signaleren we goed, komen vragen op de goede plek binnen, is dit een vraag voor mij of iemand anders en zo zijn er nog veel meer vragen te stellen. Een belangrijk uitganspunt hierin is dat de keten zo kort en efficient mogelijk moet worden ingericht. Het bieden van de juiste zorg op het juiste moment is een vervolg op het zo, zo, zoprincipe van de afgelopen jaren. De uitgangspunten van het zo licht mogelijk, zo kort mogelijk en zo dicht mogelijk bij huis hulp verlenen staan nog steeds overeind. Het meer inzetten van ambulante zorg is ook een goed antwoord gebleken op de residentialisering van de jeugdzorg. Generaliserend gezegd is een neveneffect van deze benadering dat los van de ernst van de situatie eerst gekozen wordt voor een lichte vorm van hulp, als die niet blijkt te werken een iets zwaardere vorm en uiteindelijk een nog zwaardere vorm. Dit kan voor cliënten onbevredigend zijn, en mogelijk ook onnodig kostbaar. Een ander neveneffect is dat wellicht teveel residentiële voorzieningen zijn omgebouwd tot ambulante voorzieningen. Het lijkt erop dat hierdoor het zorgaanbod niet in balans is. Het bieden van de juiste zorg op het juiste moment moet de balans in het zorgaanbod weer terugbrengen en ook de balans worden tussen het zorgaanbod en alle vormen van ondersteuning die in het voortraject plaatsvinden. Zo kan een cursus opvoedingsondersteuning in een vroegtijdig stadium veel erger voorkomen, maar kan een situatie ook zo zijn dat niet opvoedingsondersteuning de oplossing is, maar dat het direct bieden van een veilige opvoedingssituatie een noodzaak is. De juiste zorg op het juiste moment impliceert ook een differentiatie van het zorgaanbod. Dit kunnen verbindingen zijn tussen bijvoorbeeld een ambulant en een residentieel programma, een verbinding tussen de geestelijke gezondheidszorg en de jeugdhulpverlening, maar ook de koppeling tussen de eerste- en tweedelijns zorg. Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie 7 Hoofdstuk 1

Wat doet de provincie? De provincie heeft op grond van de Wet op de jeugdzorg allereerst een uitvoerende rol als het gaat om de financiering van jeugdzorg (op grond van de Wet op de jeugdzorg). Daarnaast heeft de provincie de opdracht regie te voeren in de jeugdzorg (zie bijlage V voor een schematische weergave van de jeugdzorg). Ook hier kiest de provincie voor een systeembenadering. Dat houdt in aansluiten bij de praktijk, versterken en ontwikkelen waar nodig en de dialoog aangaan met de andere overheden en de op het thema jeugd en gezin betrokken instellingen. Een risico van deze benadering is het grote aantal partners. Want wie is nu waarvoor verantwoordelijk? Of misschien nog erger, iedereen voelt zich of is deels verantwoordelijk, maar er gebeurt vervolgens niets. Daarop sturen is één van de taken die de provincie zich stelt. Uitgangspunten hierbij zijn het aanspreken van elkaars eigen kracht en verantwoordelijkheden. Resultaat Lukt het ons te doen wat werkt en de cliënt centraal te zetten? Dan zal het lukken om resultaatgericht te zorgen voor een goede en veilige leef- en leeromgeving voor de kinderen en jongeren in Fryslân! Visie op jeugdzorg en de rol van de provincie Om te meten of de provincie Fryslân op een voldoende niveau haar verantwoordelijkheid vorm en inhoud geeft zal in 2006 gestart worden met een tevredenheidsonderzoek onder relaties van de provincie: gemeenten, rijk en uitvoeringsinstellingen onder het motto: practice what you preach. 8 Hoofdstuk 1

2 Jong in Fryslân Inleiding In 2006 is Jong in Fryslân een begrip geworden. Vooral door het congres Jong in Fryslân op 18 mei 2006 in Heerenveen. Voor het congres was veel animo en tijdens het congres is een groot aantal workshops gegeven met goede projecten, voorbeelden, initiatieven die in de provincie leven op het terrein van jeugd en gezin (zie de link op www.ikpjeugd.nl voor meer informatie). Mede naar aanleiding van het congres is in 2006 ook een ontwikkeling in gang gezet om meer verbinding en sturing aan te brengen in het jeugdbeleid onder het thema Jeugd en Gezin (zie hiervoor paragraaf 2.6). Verder wordt in dit hoofdstuk ook een verbinding gemaakt met het Sociaal Beleidskader van de provincie Fryslân. Jeugd is ook hierin een belangrijk thema en o.a. met het Sociaal Investerings Fonds (SIF) wil de provincie een bijdrage leveren aan vraagstukken op dit terrein. Aanvragen die worden ingediend voor het SIF worden getoetst aan het kader en de doelstellingen uit dit uitvoeringsprogramma. Verantwoordelijkheden In het kort komt het er op neer dat gemeenten zich inzetten voor het voorkomen van problemen (preventie, de 5 functies uit de WMO). Als er toch sprake is van meervoudige en complexe problematiek biedt de provincie jeugdzorg. In het belang van jeugdigen (en hun opvoeders) moeten de overheden en alle andere partijen deze taken goed uitvoeren, dus samenwerken. Operatie JONG, de Jeugdzorgbrigade en de Gideonsgemeenten In 2006 zijn zowel het eerste advies van Operatie JONG (www.operatie-jong.nl) en het advies van de Jeugdzorgbrigade (www.jeugdzorgbrigade.nl) verschenen. Operatie Jong adviseert onder andere op lokaal niveau Centra voor Jeugd en Gezin te ontwikkelen met daarin de lokale functies als Maatschappelijk Werk etc., maar ook de toegangstaken van Bureau Jeugdzorg. Voorzieningen als de Jeugdbescherming en de Jeugdreclassering, maar ook het zorgaanbod moeten een centrale aansturing krijgen. De provincie verdwijnt hierbij als bestuurslaag uit het spectrum van Jeugdzorg. De Jeugdzorgbrigade adviseert daarentegen om vooral geen stelseldiscussie te voeren en is van mening dat de huidige Wet op de jeugdzorg voldoende ruimte biedt om de verantwoordelijkheden van provincie en gemeente op elkaar aan te laten sluiten. De provincie Fryslân is ook van mening dat een stelseldiscussie niet wenselijk is. Het huidige stelsel van jeugdzorg is er net en sluit goed aan op de omvang van een (plattelands)provincie als Fryslân met 31 gemeenten en in totaal ongeveer 650.000 inwoners. Bovendien laat het project Jong in Fryslân zien dat het huidige stelsel van jeugdzorg voldoende mogelijkheden biedt het lokaal jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg op elkaar te laten aansluiten. Jong in Fryslân 9 Hoofdstuk 2

Daarnaast wordt in 2007 de op 1 januari 2005 ingevoerde Wet op de jeugdzorg geëvalueerd. Ook die evaluatie zal bijdragen aan de dialoog om beleid en uitvoering beter te maken. Voor wat betreft het rapport van de Gideonsgemeenten is het standpunt van de provincie gelijk aan wat hierboven staat. De bruikbare elementen zullen als dat mogelijk is zeker worden vertaald. Centra voor Jeugd en Gezin De provincie staat achter de oprichting van Centra voor Jeugd en Gezin en ziet dit vooral als een impuls en een verantwoordelijkheid voor het lokaal jeugdbeleid en de Integrale Jeugdgezondheidszorg. De ontwikkeling van Jong in Fryslân sluit hier goed op aan en de provincie ziet er op toe dat beide ontwikkelingen elkaar versterken. Verder zal de provincie onderzoeken hoe Bureau Jeugdzorg het beste kan aansluiten bij de invulling van een Centrum voor Jeugd en Gezin. 2.1 Jong in Fryslân: de aansluiting Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 De provincie zorgt met de gemeenten in Fryslân voor een dekkende structuur als het gaat om de aansluiting tussen lokaal jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg. Jong in Fryslân 10 Hoofdstuk 2 Terugblik De provincie Fryslân besteedt al langere tijd veel aandacht aan een goede aansluiting tussen het lokaal jeugdbeleid en de provinciale jeugdzorg. Dit vanuit de gedachte dat hoe eerder problemen gesignaleerd worden en hulp wordt geboden, hoe kleiner de kans is dat uiteindelijk problemen toenemen naar aard en omvang. Begin 2005 hebben provincie en gemeenten een convenant ondertekend. Een convenant over ieders verantwoordelijkheden, maar ook met de ambitie om de verbinding te maken met elkaar.naar aanleiding van het convenant is door een ambtelijke werkgroep vanuit provincie en gemeenten een advies opgesteld en bekrachtigd over hoe die aansluiting er in de provincie Fryslân zou moeten uitzien. Daarna heeft dezelfde werkgroep een uitvoeringsplan gemaakt voor de periode 2006 tot en met 2008. Zowel het advies de aansluiting en het uitvoeringsplan Jong in Fryslân zijn te downloaden op www.fryslân.nl (sociaal beleid en zorg, jeugdzorg). In 2006 heeft de GGD Fryslân een productgroep JIF (Jong in Fryslân) ingericht. Deze productgroep voert een aantal overstijgende taken uit voor JIF. Bijvoorbeeld een provinciale website met lokale pagina s voor jeugdigen en hun opvoeders, het beheer en onderhoud van een gemeenschappelijk registratiesysteem, het ontwikkelen van een samenwerkingsmethodiek en de ondersteuning van lokaal en/of regionaal werkende coördinatoren en het ondersteunen van de oprichting van lokale en/of regionale JIF voorzieningen. De steunfunctie instelling Partoer is in 2006 gestart met het doen van procesmatig onderzoek naar de voortgang van JIF. Op 1 februari 2006 is het eerste JIF punt geopend: Jong in Kollumerland. Ook de eerder gestarte Steunpunten 0 25 jaar worden in 2006 getransformeerd in JIF voorzieningen, bijvoorbeeld in Zuid-West en Zuid-Oost Friesland. Ook andere gemeenten, zoals Leeuwarden en Heerenveen, zijn de oprichting van een JIF voorziening aan het voorbereiden.

In de regio s Zuid West en Zuid Oost zijn zowel ambtelijk als bestuurlijk regio s gevormd. De website www.jonginfryslan.nl is gelanceerd. Het registratiesysteem ten behoeve van JIF is klaar en in 2006 zijn de eerste trainingen gegeven voor het gebruik van het systeem. Met de komst van de Wet op de jeugdzorg is een afbakening vastgesteld van de verantwoordelijkheden van gemeenten op het terrein van preventief jeugdbeleid enerzijds en de provincie op het terrein van de jeugdzorg anderzijds. In overleg met het ministerie van VWS is in dit verband gekeken naar artikel 10 van de Wet op de jeugdzorg en de ontwikkelingen in het kader van Jong in Fryslân. De conclusie is dat de ontwikkelingen hieraan voldoen en dat zowel het ministerie van VWS als de provincie de komende periode alert blijven op de afbakening van verantwoordelijkheden. Actiepunten 2007 Implementatie van het uitvoeringsplan JIF : Doelstelling voor 2007 is dat in minimaal 20 van de 31 gemeenten in Fryslân JIF wordt uitgevoerd; De ambtelijke werkgroep JIF maakt een plan van aanpak om JIF binnen de keten van jeugdbeleid in Fryslân bekend te maken. Dit in relatie tot bijvoorbeeld de taken van Bureau Jeugdzorg, Partoer etc; Vanuit de ambtelijke werkgroep JIF wordt een bijeenkomst georganiseerd (of meerdere) voor gemeenten om kennis uit te wisselen, ervaringen te delen, maar ook verder richting te geven aan JIF; De ambtelijke werkgroep onderzoekt welke mogelijkheden er zijn om, naast het onderzoek dat door Partoer wordt uitgevoerd, zicht te krijgen op resultaten en daar ook op te sturen. 2.2 De provincie en lokaal jeugdbeleid Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 De provincie geeft als het nodig en mogelijk is ondersteuning aan gemeenten op het terrein van lokaal jeugdbeleid. Terugblik De provincie zet vooral de steunfunctie-instelling Partoer (www.partoer.nl) in voor de ondersteuning van het lokaal jeugdbeleid. Partoer richt zich daarbij steeds meer op dienstverlening aan gemeenten in plaats van uitvoeringsorganisaties. Verder deelt Partoer haar kennis en expertise in provinciale netwerken, als bijvoorbeeld het platform kindermishandeling. Partoer heeft vooral op de volgende terreinen activiteiten geleverd: Kennis en Informatie. Ontwikkeling van het Informatie- en Kennispunt Jeugd (www.ikpjeugd.nl) en de Jeugdmonitor Fryslân (ook te vinden op www.ikpjeugd.nl). Zie hoofdstuk 5.6 voor een verdere toelichting. De (mede)organisatie van het congres Jong in Fryslân op 18 mei 2006 en van een studiedag voor beroepskrachten in de onderbouw van het primair onderwjis en de kinderopvang/peuterspeelzaalwerk over vroegsignalering. De evaluatie van het project JIF (zie hoofdstuk 2.1). Projectontwikkeling. De uitvoering van het project Leefomgeving 0-25 op het terrein van lokaal jeugdbeleid. Professionalisering Peuterspeelzaalwerk/Kinderopvang. Jong in Fryslân 11 Hoofdstuk 2

Organisatie van het steunpunt Jongeren en Seksualiteit Fryslân. Activiteiten op het terrein van kindermishandeling, waaronder deelname aan het platform Kindermishandeling en de implementatie van de landelijke Meldcode Kindermishandeling. De stichting Maatschappelijke Opvang De Terp uit Leeuwarden heeft in 2004 een vijfjarige subsidie ontvangen van de provincie voor het project Huis voor de jongeren dat zich richt op zwerfjongeren. Hoewel het project qua aantal begeleide jongeren goed loopt, is uit de evaluatie in 2005 voor de provincie onvoldoende duidelijk geworden hoe de provinciale bijdrage is ingezet. In 2006 is vooralsnog de bevoorschotting van de subsidie stopgezet en wordt overlegd met de stichting over de continuering van het project. De provincie Fryslân heeft in het kader van het Sociaal Investeringsfonds (SIF) de afgelopen jaren een aantal subsidies verstrekt. Zie hiervoor paragraaf 2.7. Een knelpunt dat Jeugdhulp Friesland bij de provincie kenbaar heeft gemaakt, is dat steeds meer kinderen die geïndiceerd zijn voor dagbehandeling, niet meer (kunnen) komen, omdat gemeenten het vervoer niet (meer) vergoeden. In het kader van het project Jong in Fryslân voert de provincie overleg met gemeenten. Dit is tot op heden vooral gegaan over de ontwikkeling van JIF. Dit overleg zou ook gebruikt kunnen worden om inhoudelijke ontwikkelingen op het terrein van jeugdbeleid te bespreken en af te stemmen. Jong in Fryslân 12 Hoofdstuk 2 Actiepunten 2007 De provincie maakt met Partoer productafspraken voor 2007. In overleg met gemeenten bepalen of het structureel overleg tussen gemeenten en provincie over JIF uitgebreid kan worden met inhoudelijke onderwerpen/ontwikkelingen op het terrein van jeugdbeleid, zoals het afstemmen van inzet van Partoer, het SIF, de inzet van (effectieve) interventies, gezinscoaching, monitoring etc. De vervoersproblematiek binnen de dagbehandeling van Jeugdhulp Friesland bespreken binnen de VFG (Vereniging Friese Gemeenten) en komen tot een gezamenlijke oplossing. Voortijdig Schoolverlaters Het volgen van onderwijs is cruciaal in de ontwikkeling van jeugdigen. Het is terecht dat de groep die dreigt uit te vallen veel aandacht krijgt. Er gebeurt ook veel op dit terrein en er is een grote inzet zichtbaar om uitval te voorkomen. De provinciale afdelingen Zorg en Welzijn, Onderwijs en Economie hebben zich verenigd om, in dialoog met het veld, te onderzoeken of de huidige aanpak van vroegtijdig schoolverlaters in Fryslân afdoende is en waar met een gezamenlijke en integrale aanpak het totaal aan projecten en interventies op dit terrein verbeterd kan worden.

2.3 Inbreng en inzet deskundigheid tweedelijns zorgvoorzieningen Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 De provincie stimuleert tweede lijns zorgvoorzieningen hun deskundigheid in te brengen en beschikbaar te stellen binnen de eerste lijns zorgvoorzieningen en het onderwijs. Terugblik Vooral door de instelling van de centrale toegang bij Bureau Jeugdzorg (zie ook www.bjzfriesland.nl) en het aanstellen van netwerkconsulenten wordt deskundigheid ook beschikbaar gesteld aan eerste lijns organisaties. In 2006 is vanuit het SIF een aantal projectaanvragen gehonoreerd over het geven van informatie en deskundigheidsbevordering aan de eerste lijns zorg en het onderwijs op het terrein van (seksueel) geweld. Uitgangspunt voor activiteiten binnen deze doelstelling dat ze antwoord geven op een vraag/vragen vanuit het werkveld. Actiepunten 2007 Het verder stimuleren van projecten van tweedelijns zorgvoorzieningen, bijvoorbeeld in het het SIF, die zorgen voor inhoudelijke versterking van de lokaal werkende instellingen en organisaties in de vorm van deskundigheidsbevordering, informatie, consultatie etc. 2.4 Samenhang lokaal jeugdbeleid en de jeugdstrafrechtketen Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 De provincie bevordert de relatie tussen het lokaal jeugdbeleid en de jeugdstrafrechtketen en de samenwerking en samenhang daarin. Terugblik De provincie neemt deel aan het Platform Jeugdcriminaliteit Fryslân (APJ). Deelnemers in het Platform zijn o.a. RvdK, Reclassering, Gemeenten, Politie, Provincie en O.M. Het platform richt zich op een gemeenschappelijke aanpak van jeugdcriminaliteit en jeugdproblematiek. Een voorbeeld is het project Veiligheidsthermometer. Dit is een enquête binnen het voortgezet onderwijs die zicht geeft op veiligheidsbeleving binnen het onderwijs in Fryslân. Het algemene beeld is dat Friese Leerlingen veilig en prettig naar school gaan. Uit het onderzoek is wel een duidelijke vraag opgekomen naar meer toezicht en aandacht voor pesten, racisme, discriminatie en geweld. Bureau Jeugdzorg is gestart met een experiment Elektronisch Toezicht binnen de jeugdreclassering. Resultaten hiervan zijn nog niet bekend. Een voorbeeld van samenwerking die moeizaam op gang is gekomen, is die van het project Dagbesteding Probleemjongeren. Op basis van het Advies Waar een wil is, is een weg uit 2004 is geprobeerd een sluitende dagbesteding voor probleemjongeren te organiseren. Tot op heden is dat niet gelukt. In 2006 heeft de provincie ervoor gekozen, op basis van het eerder genoemde advies, een geactualiseerd uitvoeringsplan te maken in dialoog met de betrokken partijen en dan vooral met de drie RMC regio s (Regionale Meld en Coördinatiepunten) en in relatie tot onderwijs en arbeidsvoorzieningen. Verder is in Fryslân een Justitieel Casusoverleg actief. Deelnemers zijn het OM, RvdK en de politie. Jong in Fryslân 13 Hoofdstuk 2

Actiepunten 2007 In samenwerking met RMC regio s organiseren van dagbesteding voor probleemjongeren. Vanuit het Platform Jeugdcriminaliteit wordt een impuls gegeven aan de uitvoering van de Leerplichtwet en dan vooral aan de samenwerking tussen leerplichtambtenaren en het OM. 2.5 De gezinscoach Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 De provincie stimuleert de inbedding van de gezinscoach in de keten van jeugd(zorg)beleid. Terugblik Als het gaat om de hulpverlening in het vrijwillige kader stemt Bureau Jeugdzorg tijdens de indicacatiefase de hulpverleningsvraag af met andere instellingen. Na indicatiestelling is het de zorgaanbieder, veelal Jeugdhulp Friesland die de hulpverlening afstemt met andere instellingen. In complexe (multiproblem) situaties blijft Bureau Jeugdzorg, in de vorm van Caemanagement Plus, de cliënt bijstaan. Bij hulpverlening in het gedwongen kader stemt de jeugdbeschermer of de jeugdreclasseerder de hulpverlening af. Jeugdhulp Friesland heeft het initiatief genomen met de verschillende ketenpartners af te spreken wat de aanpak is als verschillende instellingen/organisaties bij de hulpverlening betrokken zijn. Het thema Eén kind, één plan heeft verder centraal gestaan bij het congres Jong in Fryslân op 18 mei 2006. De volgende paragraaf gaat hier verder op in. Ook vanuit JIF wordt gewerkt aan de invulling van de functie van gezinscoach. Jong in Fryslân 14 Hoofdstuk 2 Actiepunten 2007 De provincie volgt ontwikkelingen op dit terrein en ondersteunt die waar nodig en mogelijk is. 2.6 Agenda Jeugd en Gezin 2020 Eén van de uitkomsten van het congres Jong in Fryslân op 18 mei 2006 in Heerenveen is dat er behoefte bestaat aan sturing op strategisch niveau binnen Fryslân. Er gebeurt namelijk veel op en rond het terrein van jeugdbeleid in Fryslân (gezondheidszorg, jeugdzorg, onderwijs, veiligheid, arbeid en welzijn). Zoveel dat er behoefte is aan een heldere regie en meer afstemming en samenwerking om een gemeen-schappelijk doel te realiseren: zelfredzame en sociale burgers. De provincie Fryslân heeft het initiatief genomen in dit verband te onderzoeken wat er al is (er is geen behoefte aan nieuwe onnodige structuren), wat er nog ontbreekt en welke verbindingen er kunnen worden gelegd. Tot nu toe heeft dit geleid tot een eerste bijeenkomst op bestuurlijk niveau tussen de Provincie Fryslân, de VFG (Zorg en Welzijn en Onderwijs), de Politie Fryslân en het Zorgkantoor (op termijn direct of indirect uit te breiden met een vertegenwoordiging uit de de domeinen onderwijs en arbeid). Daarnaast is het genoemde initiatief in het al bestaande directieplatform van (zorg)instellingen in Fryslân (het Bestuurlijk Platform Jeugd Fryslân) besproken en is enthousiast gereageerd.

Een en ander moet op afzienbare termijn leiden tot het aanbrengen van meer focus in het jeugd(zorg)beleid door in dialoog provinciebreed bepaalde doelen/thema s te formuleren, uit te dragen en er vervolgens ook op te sturen. Voorbeelden van thema s die uit de verschillende overleggen tot nu toe zijn gekomen, waar mogelijk provinciebreed een focus op kan worden gelegd zijn: De balans tussen preventieve, geïndiceerde en justitiële inzet; De verhouding tussen de lokale, regionale en provinciale verantwoordelijkheid en aanpak van problematiek; Vroegtijdige signalering (0-3 jaar) + vroegtijdige aanpak; Problematiek voortijdig schoolverlaters; Rendement van interventies, weten = meten; In casusoverleg altijd een probleemeigenaar benoemen; Adoptie van probleemjongeren; Systeembenadering bij zorg en focus op eigen kracht van het systeem; Ouders verantwoordelijk maken. In oktober 2006 wordt aan het bestuurlijk overleg een eerste plan van aanpak voorgelegd. Hierin komt te staan wat er nodig is om voor Fryslân te komen tot een Agenda Jeugd en Gezin 2020. Overeenkomstig de provinciale visie op jeugdzorg zal bij het maken van het plan van aanpak, maar ook bij het opstellen van de Agenda Jeugd en Gezin 2020 de dialoog worden gezocht met de verschillende betrokken en relevante actoren op het terrein van jeugdbeleid. Tijdens het congres Jong in Fryslân is een Expertgroep Jeugd en Gezin ingesteld (zie www.ikpjeugd.nl onder Jong in Fryslân). Deze expertgroep zal ook gevraagd worden mee te denken en te adviseren over de Agenda Jeugd en Gezin 2020. Het jaar 2006 is een jaar van investeren in een ontwikkeling die veel kan opleveren. Voorwaarde is een gezamenlijke inzet. 2.7 Sociaal Investeringsfonds (SIF) Terugblik In het kader van het Sociaal Beleid van de provincie Fryslân (vastgelegd in de Sociale Agenda) is Jeugd één van de vijf beleidsthema s. Het SIF wordt gebruikt als instrument om projecten te financieren die een bijdrage leveren aan één van de thema s. Rond het thema Jeugd is de afgelopen jaren een aantal subsidies verstrekt (Zie bijlage voor een overzicht van verstrekte subsidies. Jong in Fryslân 15 Hoofdstuk 2 Actiepunten 2007: Volgen van de voortgang van lopende projecten; Beoordelen van aanvragen rond het thema Jeugd, op grond van het kader en de vastgelegde doelstellingen uit het Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 en het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2007. Als uitgangspunt geldt dat aanvragen die niet aansluiten op genoemde doelstellingen ook niet in aanmerking komen voor subsidie. Voor de overige aanvragen gelden de criteria uit de SIF verordening.

3 Het Bureau Jeugdzorg Inleiding Bureau Jeugdzorg is op grond van de Wet op de jeugdzorg de toegang tot de geïndiceerde jeugdzorg. Daarnaast zijn het AMK, de jeugdreclassering, de jeugdbescherming en de kindertelefoon ook onderdeel van Bureau Jeugdzorg (sinds 1996). 3.1 De Aansluiting Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 De provincie bevordert de aansluiting van Bureau Jeugdzorg op de voorliggende lokale en regionale (zorg)structuren en voorzieningen. Het Bureau Jeugdzorg 16 Hoofdstuk 3 Terugblik Bureau Jeugdzorg is in 2005 gestart met de inrichting van één centrale toegang voor jeugdigen, ouders/opvoeders en professionals van andere instellingen of voorzieningen. Dit is een afdeling binnen Bureau Jeugdzorg waar alle vragen (telefonisch, schriftelijk en via internet) binnenkomen. De centrale toegang heeft daarbij een informatiefunctie, een consult/adviesfunctie en kan een aanmelding accepteren voor het starten van een indicatietraject in vrijwillig kader of een onderzoek van het AMK. Figuur 1: cijfers centrale toegang, bron beleidsinformatie 2e kwartaal 06 Bureau Jeugdzorg 2006 1e kwartaal 2e kwartaal informatie aanvragen 160 144 adviezen/consulten 259 335 aanmeldingen 417 427 totaal 836 906 Casusoverleg Vanuit de centrale toegang is een start gemaakt met het zitting nemen in een aantal zorgnetwerken waar casusoverleg plaatsvindt binnen de provincie. Voorbeelden zijn dat medewerkers van de centrale toegang deelnemen aan de RMC consultatie teams, de VTO-Vroeghulp teams, de PCL (Permanente Commissie Leerlingzorg) en de WSNS samenwerkings-verbanden. Netwerkconsulenten Bureau Jeugdzorg heeft binnen de centrale toegang ook een aantal netwerkconsulenten aangesteld. Deze netwerkconsulenten maken geen deel uit van netwerken (oftewel ze nemen geen deel aan casusoverleg en de besluitvorming daarover, maar zorgen voor de aansluiting bij en deskundigheidsbevordering van lokale en regio-

nale (zorg)netwerken. Netwerkconsulenten kunnen bijvoorbeeld afspraken maken met (zorg)netwerken over de signalering en doorgeleiding van situaties waarbij sprake is van complexe en meervoudige problematiek. Ook kunnen de netwerkconsulenten zorgen voor het geven van feedback over casussen die zijn doorverwezen. Genoemde ontwikkelingen binnen Bureau Jeugdzorg zijn nog nieuw. Het is belangrijk daarin alert te blijven. Bijvoorbeeld in relatie tot Jong in Fryslân, waarbij op lokaal en/of regionaal niveau ook een toegang wordt gerealiseerd voor vragen van en/of over kinderen en jongeren. De uitdaging is om verwarring te voorkomen en ervoor te zorgen dat deze ontwikkelingen samen opgaan en elkaar versterken. Actiepunten 2007: De ontwikkeling van de centrale toegang van Bureau Jeugdzorg (bijvoorbeeld in relatie tot JIF) verder volgen en waar nodig anticiperen en/of bijsturen; De beleidsinformatie die de centrale toegang oplevert gebruiken voor bijvoorbeeld deskundigheidsbevordering van lokale zorgnetwerken; De ontwikkeling van het gebruik van Extranet door Bureau Jeugdzorg volgen. 3.2 Doorlooptijden en wachtlijsten indicatiestelling, in het bijzonder van het AMK Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 Bureau Jeugdzorg voldoet aan de landelijke normen en richtlijnen voor doorlooptijden en wachtlijsten. Terugblik De instroom voor het onderdeel Indicatie en Casemanagement van Bureau Jeugdzorg zat in 2004 en 2005 tussen de 1300 en 1400 cliënten. De 1e helft van 2006 laat een stijging zien, die vooral veroorzaakt wordt door de instroom voor psychiatrische zorg (Bureau Jeugdzorg verzorgt sinds juni 2005 de indicatiestelling voor psychiatrische zorg). De effecten worden nu zichtbaar, doordat de na de startperiode de instroom op gang is gekomen. Bureau Jeugdzorg kent een wachtlijst voor Indicatie en Casemanagement. Begin 2006 heeft Bureau Jeugdzorg een analyse gemaakt van de oorzaak van de wachtlijst en ook maatregelen genomen om de problematiek op te lossen. De ontwikkeling van de wachtlijsten bij het AMK steken gunstig af ten opzichte van de eerder genoemde wachtlijst. De huidige instroom van het AMK is in 2006 13% hoger dan in 2005. Op 1 januari 2006 was er geen wachtlijst meer voor de start van een onderzoek. In de loop van 2006 bleek weer een wachtlijst te ontstaan. Na het nemen van extra maatregelen heeft Bureau Jeugdzorg de wachtlijst op 1 juli 2006 weten terug te brengen tot één. De gemiddelde doorlooptijd voor het doen van onderzoek is in de 1e helft van 2006 afgenomen van 134 naar 103 dagen. Afgezet tegen de landelijke norm van 90 dagen is sprake van een gunstige ontwikkeling die nog doorgezet moet worden om te kunnen voldoen aan de landelijke norm (bron beleidsinformatie 2e kwartaal 2006 Bureau Jeugdzorg. De provincie Fryslân heeft Bureau Jeugdzorg opdracht gegeven per 1 januari 2007 te voldoen aan de wettelijke eisen met betrekking tot wachtlijsten en doorlooptijden bij het AMK. Het Bureau Jeugdzorg 17 Hoofdstuk 3

Actiepunten 2007: Toetsen van de opdracht aan Bureau Jeugdzorg om per 1 januari 2007 te voldoen aan de landelijke norm met betrekking tot de wachtlijsten en doorlooptijden bij het AMK. Aan de hand van de resultaten in 2006 van Bureau Jeugdzorg ten aanzien van de overige wachtlijsten met Bureau Jeugdzorg afspraken maken over het (verder) wegwerken ervan. 3.3 Kwaliteitsbevordering indicatiestelling Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 Bureau Jeugdzorg is de toegang tot de geïndiceerde zorg en draagt zorg voor een geïntegreerde indicatiestelling. Terugblik Sinds juni 2005 verzorgt Bureau Jeugdzorg naast de indicatie voor de jeugdhulpverlening ook de indicatie voor de psychiatrische zorg. In 2005 hebben Bureau Jeugdzorg en de GGZ hiervoor een convenant gesloten. Dit convenant is geëvalueerd en in juli 2006 is een nieuw convenant gesloten, waarbij Bureau Jeugdzorg meer in staat is onafhankelijk te indiceren en meer te sturen op het indicatieproces. Per 1 september 2006 start Bureau Jeugdzorg met een team voor de indicatie van psychiatrische zorg. Figuur 2: cijfers indicatiebesluiten, bron beleidsinformatie 2e kwartaal 06 Bureau Jeugdzorg Het Bureau Jeugdzorg 18 Hoofdstuk 3 Jaar BJZ/JHV GGZ LWI PGB/ZIN Totaal totaal 2005 2041 74 238 0 2353 1e kwartaal 2006 563 130 58 18 769 2e kwartaal 2006 558 118 62 77 815 totaal 2006 1121 248 120 95 1584 BJZ/JHV = Bureau Jeugdzorg en Jeugdhulpverlening GGZ = Geestelijke Gezondheids Zorg LWI = Landelijk Werkende Instellingen PGB/ZIN = Persoons Gebonden Budget / Zorg In Natura (in uitvoering per 1-1-05) In IPO verband is een protocol Indicatiestelling GGZ ontwikkeld. In 2006/2007 kan dit protocol worden ingevoerd. De indicatiestelling voor de Licht Verstandelijk Gehandicapten (LVG) sector zou per 1 januari 2007 overgaan naar Bureau Jeugdzorg. Het Centrum Indicatiestelling Zorg (www.ciz.nl) voert nu deze indicatiestelling uit. De overheveling is door het ministerie van VWS uitgesteld tot 1 januari 2008. Mee Friesland is een organisatie voor mensen die leven met een beperking en is nauw betrokken is bij de LVG sector. De provincie Fryslân stimuleert dat Bureau Jeugdzorg en Mee Friesland hierbij samenwerken. Bureau Jeugdzorg zal nog in 2006 een deskundigheidsbevorderingstraject organiseren voor medewerkers van de Centrale Toegang, het AMK en Indicatie en Casemanagement. In 2006 heeft het IPO de MO groep verzocht samen een project te starten voor het maken van een kwaliteitsslag als het gaat om de indicatiestelling van de Bureaus Jeugdzorg. In de loop van 2006 moet dit project worden opgestart en in 2007 worden afgerond.

Actiepunten 2007: Bureau Jeugdzorg bereidt zich verder voor op het overnemen van de indicatiestelling voor de zorg voor Licht Verstandelijk Gehandicapten (LVG) per 1 januari 2008. Bureau Jeugdzorg zet zich in 2007 in voor een verdere ontwikkeling van een integrale onafhankelijke en efficiënte indicatiestelling. De resultaten van het landelijke project van IPO en MO groep voor verbetering van de indicatiestelling worden door Bureau Jeugdzorg doorgevoerd. Invoering protocol Indicatiestelling GGZ. 3.4 Beleidsinformatie jeugd Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 Bureau Jeugdzorg levert een bijdrage aan de algemene beleidinformatie met betrekking tot jeugd in Fryslân en de interpretatie en analyse van deze informatie. Terugblik Provincie en Bureau Jeugdzorg hebben afspraken gemaakt over het per kwartaal beschikbaar stellen van beleidsinformatie aan de provincie. Bureau Jeugdzorg voorziet deze beleidsinformatie van een analyse. Gedeputeerde Staten informeren per kwartaal Provinciale Staten met beleidsinformatie over wachtlijsten en wachttijden in de jeugdzorg. In 2006 zijn de eerste afspraken gemaakt tussen Partoer en Bureau Jeugdzorg over het aanleveren van beleidsinformatie in het kader van de Jeugdmonitor Fryslân (zie hoofdstuk 5.5 voor verdere toelichting). De provincie heeft Bureau Jeugdzorg gevraagd op basis van de beschikbare beleidinformatie een analyse te maken over de toekomstige vraag aan geïndiceerde jeugdzorg in Fryslân. Op deze manier is de provincie beter in staat met het zorgaanbod afspraken te maken over de te leveren producten. Actiepunten 2007: Het in kwalitatieve en kwantitatieve zin optimaliseren van de beleidsinformatie die Bureau Jeugdzorg per kwartaal beschikbaar stelt, zodat een goede analyse en interpretatie van gegevens mogelijk is en dat deze ook vergelijkbaar is met bijvoorbeeld beleidsinformatie van het zorgaanbod. Ten behoeve van het vorige actiepunt start in 2007 een provinciale werkgroep die moet zorgen voor eenduidige definities van wachtlijsten/wachttijden in de jeugdzorg. Het verwerken van de beleidsinformatie van Bureau Jeugdzorg in de Jeugdmonitor Fryslân Bureau Jeugdzorg maakt voor de provincie inzichtelijk wat de toekomstige vraag is op korte en langere termijn aan geïndiceerde jeugdzorg. Het Bureau Jeugdzorg 19 Hoofdstuk 3

3.5 Adequaat functioneren jeugdbescherming Doel Beleidskader Jeugdzorg 2006 2008 Bureau Jeugdzorg sluit voor een adequate uitvoering van de jeugdbescherming aan bij het landelijke programma Beter Beschermd. Terugblik De doorstroom bij de jeugdbescherming is ongeveer gelijk aan die van 2005. Figuur 3: cijfers jeugdbescherming, bron beleidsinformatie 2e kwartaal 06 Bureau Jeugdzorg Jeugdigen in zorg in periode naar soort zorgeenheid in 2005 Soort zorgeenheid aanvang bij af einde Gezinsvoogdij (OTS) 386 132 97 427 Voogdij 104 17 15 102 Totaal 490 149 112 529 Jeugdigen in zorg in periode naar soort zorgeenheid in 1e helft 2006 Soort zorgeenheid aanvang bij af einde Gezinsvoogdij (OTS) 426 62 45 443 Voogdij 103 13 4 112 Totaal 529 75 49 555 Het Bureau Jeugdzorg 20 Hoofdstuk 3 Beter Beschermd is een landelijk verbeterprogramma voor de jeugdbescherming van het ministerie van justitie. Waar nodig worden voorstellen gedaan voor wijzigingen van de kinderbeschermingswetgeving en kwaliteitsverbetering van de gezinsvoogdij en de voogdij. Bureau Jeugdzorg heeft in juni 2006 afspraken gemaakt over het scholingstraject van medewerkers in het kader van het Deltaplan Gezinsvoogdij. Eind 2006 zal Bureau Jeugdzorg een uitvoeringsplan voorleggen aan de provincie. Bureau Jeugdzorg voert het Deltaplan fasegewijs in. Bureau Jeugdzorg is nog niet gestart met een experiment voor het werken met gemengde teams (actiepunt 2006). Dit in verband met lopende ontwikkelingen van de reorganisatie binnen (inrichten centrale toegang etc) en de methodiekontwikkeling binnen de jeugdbescherming. Per 1 januari 2008 wordt Bureau Jeugdzorg verantwoordelijk voor de LVG indicatiestelling en zal een aantal medewerkers van Landelijk Werkende Instellingen overgaan naar Bureau Jeugdzorg. Vanaf dan zal Bureau Jeugdzorg starten met het experiment met het werken in gemengde teams. De Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) heeft een toetsende taak als het gaat om de vraag een OTS (Onder Toezicht Stelling) niet te verlengen of een uithuisplaatsing te beëndigen. Samen met de RvdK heeft Bureau Jeugdzorg in 2006 een samenwerkingsprotocol opgesteld. Dit om de kwaliteit en de efficiëntie in de keten van jeugdbescherming te verbeteren. In dit kader is ook een pilot aanvraag ingediend bij het ministerie van Justitie om de doorlooptijden in de keten te verkorten. Deze aanvraag is niet gehonoreerd, maar de RvdK en Bureau Jeugdzorg zullen onderling bekijken welke mogelijkheden er zijn dit alsnog op te pakken. Bureau Jeugdzorg neemt samen met de provincies Groningen, Drenthe en Overijssel deel aan een effectiviteitsonderzoek met betrekking tot de jeugdbescherming van de universiteiten Groningen en Nijmegen.

Het ministerie van Justitie is gestart met de ontwikkeling van een nieuwe methodiek voor de voogdij. Deze komt in 2007 beschikbaar. Actiepunten 2007: Implementatie Deltaplan Gezinsvoogdij. Het Deltaplan gaat uit van een verlaging van de caseload van gezinsvoogdijmedewerkers en de invoering van de recent ontwikkelde landelijke methodiek. Voorwaarde is dat het volledige plan in 2008 is ingevoerd. Implementatie methodiek voogdij, zodra deze door het ministerie van Justitie beschikbaar wordt gesteld. Verdere ontwikkeling van verbetering van de keten van jeugdbescherming. 3.6 Verbeteren kwaliteit Jeugdreclassering Doel beleidskader jeugdzorg 2006 2008 Bureau Jeugdzorg zorgt voor een sluitende aanpak in de jeugdstrafrechtketen voor wat betreft jeugdreclassering. Bureau Jeugdzorg bevordert de individuele trajectbegeleiding voor criminele jongeren en voor verbetering van de nazorg en scholing- training van jongeren die een justitiële inrichting verlaten. Terugblik In 2006 is een forse stijging van de groei te zien binnen de jeugdreclassering. De provincie en Bureau Jeugdzorg maken nog in 2006 afspraken over de consequenties hiervan. Figuur 4: cijfers jeugdreclassering, bron beleidsinformatie 2e kwartaal 06 Bureau Jeugdzorg Jeugdigen in zorg in periode naar soort zorgeenheid in 2005 Soort zorgeenheid aanvang bij af einde Jeugdreclassering 138 89 90 128 Jeugdigen in zorg in periode naar soort zorgeenheid in 1e helft 2006 Soort zorgeenheid aanvang bij af einde Jeugdreclassering 128 79 49 158 Na een beschrijving van een nieuwe methodiek voor de jeugdreclassering door Bureau Jeugdzorg zelf is inmiddels landelijk ook een nieuwe methodiek voor de jeugdreclassering gepresenteerd. De implementatie van deze methodiek zal in 2007 plaatsvinden. De MO groep heeft van het ministerie van Justitie opdracht gekregen onderzoek te doen naar de methodiek Intensieve Traject Begeleiding (ITB). Dit om de methodiek te kunnen voorleggen aan de Erkenningscommissie Gedragsinterventies. De instroom is landelijk gezien lager dan verwacht. Dit geldt ook voor Fryslân. Oorzaak is dat de Raad voor de Kinderbescherming (RvdK) vooralsnog te weinig aanvragen voor de inzet van ITB indient. Op basis van Operatie JONG loopt een project van het ministerie van Justitie over het onderwerp nazorg. Justitie heeft hiervoor een verantwoordelijkheidskader nazorg ontwikkeld. Justitiële Jeugd Inrichtingen (JJI) zetten in dit kader het programma Work Wise in, de jeugdreclassering begeleidt jongeren en de RvdK is verantwoordelijk voor casusregie. Ook gemeenten zouden een rol moeten spelen in het bieden van nazorg aan Het Bureau Jeugdzorg 21 Hoofdstuk 3

jongeren die een JJI of andere vormen van behandeling verlaten. Eind 2006 wordt een convenant Nazorg ondertekend tussen de RvdK, SRN (Stichting Reclassering Nederland), JJI t Poortje (Justitiële Jeugd Inrichting) en de Bureaus Jeugdzorg van de drie noordelijke provincies. De afdeling jeugdreclassering van Bureau Jeugdzorg is in 2006 gestart met een experiment Elektronisch Toezicht. Resultaten zijn nog niet beschikbaar. De jeugdreclassering heeft afspraken gemaakt met de algemene reclassering om betere afstemming te krijgen over de over de overgang van 18 jarigen. In opdracht van het Platform Jeugdcriminaliteit (APJ) heeft Bureau Halt in 2006 op alle scholen voor voortgezet onderwijs het project de Veiligheidsthermometer uitgevoerd (zie voor toelichting hoofdstuk 2.4). Actiepunten 2007: Afronding van implementatie en van de landelijke methodiek jeugdreclassering binnen Bureau Jeugdzorg Onderzoeken of het wenselijk is dat de jeugdreclassering zitting neemt in het Justitieel Casus Overleg en of dat een bijdrage kan leveren aan een hogere instroom voor ITB. Evalueren of gemaakte afspraken tussen jeugdreclassering en algemene reclassering afdoende zijn. Onderzoeken of het wenselijk en mogelijk is voor Fryslân een project te starten met betrekking tot het onderwerp nazorg, bijvoorbeeld voor de groep ex-gedetineerde starfrechtelijke jongeren. 3.7 Eigen Kracht conferenties Het Bureau Jeugdzorg 22 Hoofdstuk 3 Doel beleidskader jeugdzorg 2006 2008 De provincie bevordert de inbedding en uitvoering van Eigen Kracht conferenties door Bureau Jeugdzorg. Terugblik Voor 2006 heeft Bureau Jeugdzorg van de provincie middelen ontvangen voor het inzetten van Eigen Kracht conferenties (EKC). EKC is een instrument dat wordt ingezet ter voorkoming van bijvoorbeeld een uithuisplaatsing. Het gaat om een methodiek die in veel landen wordt gebruikt en waarvan de effectiviteit bewezen is. EKC s zijn systeemgerichte trajecten gericht op het inschakelen van de eigen omgeving van jeugdigen en/ of hun opvoeders om meervoudige en complexe problematiek op te lossen, met een minimale inspanning van professionals. Actiepunten 2006 Bureau Jeugdzorg zorgt voor verdere bekendmaking van de methode en stimuleert ook andere partners de methode in te zetten. Onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor de (structurele) financiering van EKC s binnen Bureau Jeugdzorg en/of bij andere organisaties in Fryslân.

4 Het zorgaanbod Inleiding Eén van de uitgangspunten in de Wet op de jeugdzorg is het recht op jeugdzorg. Dit impliceert een vraaggestuurd stelsel, waarbij de cliënt centraal staat en waarbij telkens weer de vraag gesteld moet worden: Wat heeft de cliënt nodig en achter af Wat heeft hij er aan gehad. Om toe te groeien naar een vraaggestuurd stelsel moeten de komende periode verschillende ontwikkelingen doorgevoerd worden. De inhoudelijke uitdaging is de zorgprogramma s zo (verder) te ontwikkelen dat deze zowel aansluiten op de vraag of behoefte van een cliënt, als voldoen aan professionele en maatschappelijke standaarden. Bijvoorbeeld of een veilige opvoedingssituatie wordt gerealiseerd door eenduidige ondersteuning en of de geboden hulp wel effectief is. Een betere sturing moet mogelijk worden door de ontwikkeling van kostprijzen voor de jeugdzorg. Een andere ontwikkeling is die van marktwerking in de jeugdzorg. De provincie moet afwegen in welke mate markwerking bij kan dragen aan een vraaggestuurd stelsel, ten gunste van de cliënt, een effectieve jeugdzorg en de verhouding tussen prijs en kwaliteit. 4.1 Het aanbod sluit aan op de vraag Doel beleidskader jeugdzorg 2006 2008 Het zorgaanbod sluit op een systeemgerichte wijze voldoende aan op de vraag aan geïndiceerde jeugdzorg. Het zorgaanbod gaat daarbij zo veel mogelijk uit van de eigen kracht en competenties van de jeugdige en zijn omgeving en ook van de eigen verantwoordelijkheid om het eigen leven vorm en inhoud te geven. Terugblik De in het Uitvoeringsprogramma Jeugdzorg 2006 gesignaleerde positieve ontwikkeling binnen het zorgaanbod heeft zich in 2006 doorgezet. Voorbeelden zijn de methodische ontwikkelingen binnen de pleegzorg (er zijn twee varianten ontwikkeld: een terug naar huis variant en een begeleidings variant) en de structurele inbedding van de rol van de ouders in de zorgprogramma s. Verder zijn initiatieven genomen, zoals het project Een stap naar voren om kinderen en jongeren die een indicatie van Bureau Jeugdzorg hebben ontvangen, sneller op te nemen in het zorgaanbod. In 2006 is het aantal pleeggezinnen uitgebreid en zijn structureel meer kinderen in zorg genomen dan in 2005. Ondanks een uitbreiding van pleeggezinnen is in 2006 tijdelijk een extra gezinshuis geopend vanwege een gebrek aan specialistische therapeutische pleegzorg. Dit omdat op korte termijn nog geen zicht is op uitbreiding van de capaciteit binnen de therapeutische pleegzorg. Nog in 2006 zal de provincie een onderzoek starten naar de huisvestingssituatie van het zorgaanbod, gerelateerd aan de vraag naar jeugdzorg. Er is een start Het zorgaanbod 23 Hoofdstuk 4