Het probleem van de beoordeling van de effecten van Community Art



Vergelijkbare documenten
Community Art in Utrecht

De Relatie tussen Betrokkenheid bij Pesten en Welbevinden en de Invloed van Sociale Steun en. Discrepantie

Chapter 4 Understanding Families. In this chapter, you will learn

Fysieke Activiteit bij 50-plussers. The Relationship between Self-efficacy, Intrinsic Motivation and. Physical Activity among Adults Aged over 50

Keuzetwijfels in de Emerging Adulthood rondom Studie- en Partnerkeuze. in Relatie tot Depressie

Impact en disseminatie. Saskia Verhagen Franka vd Wijdeven

Understanding and being understood begins with speaking Dutch

Topic 10-5 Meeting Children s Intellectual Needs

BRUGGEN BOUWEN IN DE WIJK. sociale cohesie en gezondheid

Fidelity of a Strengths-based method for Homeless Youth

Growing old is becoming lonely? Jana D hoedt

Summary 124

Geslacht, Emotionele Ontrouw en Seksdrive. Gender, Emotional Infidelity and Sex Drive

Kunst(raad) en Samenleving Evert Bisschop Boele,

Emotioneel Belastend Werk, Vitaliteit en de Mogelijkheid tot Leren: The Manager as a Resource.

Academisch schrijven Inleiding

Beïnvloedt Gentle Teaching Vaardigheden van Begeleiders en Companionship en Angst bij Verstandelijk Beperkte Cliënten?

Value based healthcare door een quality improvement bril

De goede dingen goed doen

COGNITIEVE DISSONANTIE EN ROKERS COGNITIVE DISSONANCE AND SMOKERS

Engels op Niveau A2 Workshops Woordkennis 1

Digital municipal services for entrepreneurs

Ontspanning en Sociale Contacten Groeien in de Buurtmoestuin

21 e -eeuwse vaardigheden

Identity & Access Management & Cloud Computing

Internationaliseren van leeruitkomsten: vier voorbeelden uit de praktijk. Jos Beelen Utrecht, 5 februari 2015

ANGSTSTOORNISSEN EN HYPOCHONDRIE: DIAGNOSTIEK EN BEHANDELING (DUTCH EDITION) FROM BOHN STAFLEU VAN LOGHUM

Communication about Animal Welfare in Danish Agricultural Education

Rethinking leadership and middle management

Disclosure belofte. Ik stel het belang van de patiënt voorop en eerbiedig zijn opvattingen. Doel van de patient staat centraal

SAMPLE 11 = + 11 = + + Exploring Combinations of Ten + + = = + + = + = = + = = 11. Step Up. Step Ahead

Nationaal Agentschap Erasmus+ Volwasseneneducatie EDOS

1. In welk deel van de wereld ligt Nederland? 2. Wat betekent Nederland?

MyDHL+ Van Non-Corporate naar Corporate

Wij beloven je te motiveren en verbinden met andere studenten op de fiets, om zo leuk en veilig te fietsen. Benoit Dubois

OPEN TRAINING. Onderhandelingen met leveranciers voor aankopers. Zeker stellen dat je goed voorbereid aan de onderhandelingstafel komt.

Patiëntenparticipatie in

Relatie tussen Persoonlijkheid, Opleidingsniveau, Leeftijd, Geslacht en Korte- en Lange- Termijn Seksuele Strategieën

Invloed van het aantal kinderen op de seksdrive en relatievoorkeur

Sessie Centrumsteden VVJ

Lieke van der Scheer, Department of Philosophy Lieke van der Scheer ISOQOL

Duurzame integriteit Michelle Rocker

Voorzorg is niet onredelijk. WF Passchier Gezondheidsraad en Universiteit Maastricht

Intercultural Mediation through the Internet Hans Verrept Intercultural mediation and policy support unit

General info on using shopping carts with Ingenico epayments

(1) De hoofdfunctie van ons gezelschap is het aanbieden van onderwijs. (2) Ons gezelschap is er om kunsteducatie te verbeteren

De Modererende Invloed van Sociale Steun op de Relatie tussen Pesten op het Werk. en Lichamelijke Gezondheidsklachten

(Big) Data in het sociaal domein

Karen J. Rosier - Brattinga. Eerste begeleider: dr. Arjan Bos Tweede begeleider: dr. Ellin Simon

Understanding the role of health literacy in self-management and health behaviors among older adults Geboers, Bas

Paramedisch OnderzoekCentrum

Academisch schrijven Inleiding

Mentaal Weerbaar Blauw

EventHands*2014*resultatenverslag***

Recente ontwikkelingen in de ethische normen voor medisch-wetenschappelijk onderzoek

Empowerment project. Driejarig project van Rotaryclub Rhenen-Veenendaal

Het Effect van Gender op de Relatie tussen Persoonlijkheidskenmerken en Seksdrive

Projectdefinitie. Plan van aanpak

Opportunities for Collaborative Interdisciplinary Programs. James W. Jones Director, FCI

NETWORK CHARTER. #ResourceEfficiency

English is everywhere. hi morning mouse cool help desk hello computers mail school game. Lees de tekst. Omcirkel de Engelse woorden.

KWETSBAARHEID EN CO-PRODUCTIE VAN PUBLIEKE DIENSTEN

Internationale stage H4tto. voorlichting 3 september 2019

Living Labs. dr.ir. Elke den Ouden. Kennisevent Renovatie Hoofdgebouw TU/e Eindhoven, 27 september 2016

Competencies atlas. Self service instrument to support jobsearch. Naam auteur

Appendix A: List of variables with corresponding questionnaire items (in English) used in chapter 2

Welkom. Digitale programma: #cmdag18. Dagvoorzitter Prof. dr. Arjan van Weele NEVI hoogleraar inkoopmanagement.

Werk in balans. verloop bij verzorgenden en verpleegkundigen. Work in balance. turnover of nurses and health-care workers.

PSO bij Ericsson. Loet Pessers Head of HR Netherlands

De opleider als rolmodel

Kwalitatieve Studie naar Motivatie en Barrières van Etnische Minderheden uit Amsterdam

Cambridge Assessment International Education Cambridge International General Certificate of Secondary Education. Published

Opleiding PECB ISO 9001 Quality Manager.

Wat is de Modererende Rol van Consciëntieusheid, Extraversie en Neuroticisme op de Relatie tussen Depressieve Symptomen en Overeten?

Prikkelen tot leren. door de didactische inzet van Virtuele Werelden en Serious Gaming. Presentatie bij: V&VN-congres 2015.

bij Kinderen met een Ernstige Vorm van Dyslexie of Children with a Severe Form of Dyslexia Ans van Velthoven

een dialoog over Iepen Mienskip en wat kunst daarin vermag noteer in je agenda: 8 oktober, 5 november en 3 december 2015

It s all about the money Group work

Safe production of Marine plants and use of Ocean Space. 2de Nederlands-Belgische Zeewierconferentie: DE MULTIFUNCTIONELE NOORDZEE

WORKSHOP : COMPTENCES FOR THE SUSTAINABLE DEVELOPMENT GOALS ( SDGs )

Multi-disciplinary workshop on Ageing and Wellbeing

EVIDENCE-BASED ALLIED HEALTH CARE. Prof.dr. Rob A.B. Oostendorp

S e v e n P h o t o s f o r O A S E. K r i j n d e K o n i n g

Overview of the presentation

Effecten van een op MBSR gebaseerde training van. hospicemedewerkers op burnout, compassionele vermoeidheid en

Ons vak in beweging. Dr. Hans Hobbelen, Lector healthy Lifestyle, Ageing and Health Care

Piotr Tekien. Thinking of Media Compact & prikkelend Essay GAR1-B. 19 november 2014 PIOTR TEKIEN HKU GAME ART GAR-1B

De grondbeginselen der Nederlandsche spelling / Regeling der spelling voor het woordenboek der Nederlandsche taal (Dutch Edition)

LET S SHARE SOME VALUES OUR CODE OF BUSINESS CONDUCT AND ETHICS ONZE NORMEN EN WAARDEN

Innovative SUMP-Process in Northeast-Brabant

Het Effect van Verschil in Sociale Invloed van Ouders en Vrienden op het Alcoholgebruik van Adolescenten.

Het executief en het sociaal cognitief functioneren bij licht verstandelijk. gehandicapte jeugdigen. Samenhang met emotionele- en gedragsproblemen

Onderzoek naar Chinese bedrijven sinds 2007

Interventie aan de keukentafel

European frameworks for VET

Introductie over AEGEE

PILOT OMGEVINGSVISIE MASTERCLASS PARTICIPATIE Clara Overes & Gerard Jan Hellinga 8 april 2015.

PERSONAL DIVERSITY BOB MAN DERS

Security Les 1 Leerling: Marno Brink Klas: 41B Docent: Meneer Vagevuur

Transcriptie:

Het probleem van de beoordeling van de effecten van Community Art Introductie Community Art heeft de afgelopen decennia stilletjes een plek veroverd in onze maatschappij. Bij deze kunstvorm draait het niet zozeer om de artistieke waarde van het eindproduct, maar des te meer om het maakproces. Het zijn niet de professionals, maar juist de gewone burgers die, al dan niet onder begeleiding van experts, het werk maken. Uitingen van Community Art kunnen variëren van theatervoorstellingen tot concerten of exposities met beeldende kunst. Over het algemeen zijn mensen positief over Community Art. Ook overheden subsidiëren graag Community Art-projecten. De vraag is echter op basis van welke parameters overheden beslissen of zij wel of niet een bepaald project willen ondersteunen. Het is lastig om bijvoorbeeld een theatervoorstelling te beoordelen op haar intrinsieke waarde. De acteurs zijn over het algemeen amateurs en zullen zich niet kunnen met hun professionele collega s. Daarom kun je niet dezelfde verwachtingen hebben als bij een professionele productie. Omdat de beoordeling van de intrinsieke waarde van een Community Art-project problematisch is, richten overheden zich op andere kenmerken van dit soort projecten om te bepalen of iets wel of geen steun verdient. Deze kenmerken willen echter nog wel eens verschillen en het is ook niet altijd even duidelijk of deze kenmerken daadwerkelijk leiden tot de gewenste effecten, zoals bijvoorbeeld minder criminaliteit in een wijk of meer sociale cohesie tussen buurtbewoners. In dit onderzoek wil ik dit probleem verder onder de loep nemen. Hoe wordt er in de bestaande wetenschappelijke literatuur over Community Art geschreven over de legitimering ervan en hoe kunnen de effecten die ten grondslag liggen aan deze legitimering onderzocht worden? Dit is een vraag waarmee zowel overheden als makers van Community Art zitten. Overheden willen weten op basis waarvan zij subsidieaanvragen kunnen beoordelen en makers hebben er baat bij om te weten waaraan hun subsidieaanvragen moeten voldoen. Omwille van de beperkte tijd en ruimte voor dit onderzoek zal ik mij beperken tot een viertal teksten over Community Art en cultuurbeleid. Ik zal deze behandelen op volgorde van publicatiedatum, waarbij de oudste tekst als eerst aan bod zal komen. Van iedere tekst zal ik een beknopte samenvatting geven om vervolgens in te gaan op de overeenkomsten en 1

verschillen tussen de vier teksten. Daarbij zal ik enkele aanbevelingen voor vervolgonderzoek naar dit fenomeen formuleren. Literatuuroverzicht In de literatuur over de effecten van Community Art wordt vaak Use or Ornament van François Matarasso aangehaald (1997). Met dit boek was Matarasso een van de eersten om onderzoek te doen naar de sociale impact van deelname aan kunstprojecten, dat voorheen een soort terra incognita, een bekend, maar nog niet verkend continent was (Matarasso 1997, IV). Het onderzoek was er vooral op gericht om beleidsmakers te ondersteunen in hun werk met betrekking tot Community Art. Het onderzoek van Matarasso bouwde verder op het werk van Comedia, een samenwerkingsverband van kunstenaars en onderzoekers Hij was zelf ook onderdeel van dit collectief - (Comedia 2015), dat eerder al onderzoek deed naar de sociale impact die kunst kan hebben. Daarin kwam naar voren dat deelname aan kunstprojecten meerdere gunstige gevolgen kende, zoals persoonlijke groei en meer zelfvertrouwen, meer sociale cohesie en een versterking van het culturele leven (Matarasso 1997, VI). Omdat er volgens verschillende partijen nog niet genoeg bewijs was om deze positieve effecten te kunnen onderbouwen wilde Matarasso meer onderzoek doen naar de baten van deelname aan kunstprojecten om alsnog voldoende bewijs te kunnen leveren. Uiteindelijk concludeerde Matarasso dat deelname aan kunstprojecten inderdaad meerdere positieve effecten heeft (Matarasso 1997, 74-85). Het levert meerdere sociale voordelen op en die voordelen zijn het directe gevolg van de deelname aan kunstprojecten. Die voordelen zijn vrij ingewikkeld om te omschrijven, maar zeker niet onbegrijpelijk. Daarnaast is het voor beleidsmakers ook zeker mogelijk om aan te sturen op bepaalde voordelen door bewuste keuzes in het beleid te maken. Matarasso stelde uiteindelijk een lijst op met 50 voorbeelden van sociale effecten die teweeg zou kunnen worden gebracht met behulp van Community Art. 1 Deze lijst dient vooral als illustratie beschouwd te worden. Het zou laten zien wat voor positieve effecten er allemaal bereikt kunnen worden. 1 Deze lijst is als bijlage toegevoegd aan dit document. Het betreft hier een kopie uit het PDF-document van Use or Ornament. 2

Er kunnen echter een hoop kanttekeningen geplaatst worden bij het onderzoek van Matarasso. Het onderzoek werd onder een kleine groep mensen uitgevoerd, maar probeerde vervolgens wel algemene uitspraken te doen over Community Art, iets dat in mijn ogen misplaatst is. Daarnaast worden externe factoren die ook een positieve invloed kunnen hebben, zoals bijvoorbeeld armoedebestrijding en verbetering van de infrastructuur in een wijk, in dit onderzoek buiten beschouwing. In werkelijkheid zullen er namelijk meerdere factoren een rol hebben gespeeld bij de totstandkoming van positieve effecten, maar Matarasso gaat hieraan compleet voorbij. Misschien wel de belangrijkste kanttekening is dat Matarasso geen wetenschapper is, maar juist zelf veelal betrokken is bij kunstprojecten. Hij zou dus baat kunnen hebben bij positieve conclusies, omdat dat het hem in potentie meer werk op kan leveren, een situatie die erg doet denken belangenverstrengeling. Om deze redenen moeten we dan ook kritisch kijken naar de conclusies uit Use or Ornament en moeten we François Matarasso misschien eerder als wegbereider dan als wetenschapper beschouwen. Zijn onderzoek biedt namelijk wel een interessante eerste verkenning van het onderzoeksveld. In Art as a means of alleviating social exclusion: Does it really work? doet Eleonora Belfiore onderzoek naar de sociale motivering van cultuurbeleid in Groot-Britannië (2002). Zij denkt dat sociale effecten een blijvende rol zullen spelen in de motivering van het cultuurbeleid, maar stelt tegelijkertijd dat het tot op heden nog erg moeilijk is gebleken om die effecten ook daadwerkelijk aan te tonen, net zoals het moeilijk was om de economische waarde van cultuurbeleid in de jaren 80 uit te drukken (Belfiore 2002, 104). Daarmee levert zij ook de nodige kritiek op het werk van Matarasso. Die probeerde namelijk een methode aan te dragen waarmee de effectiviteit op sociaal vlak van kunstprojecten kon worden aangetoond en in de ogen van Belfiore is hiervoor tot op heden nog geen methode gevonden. De belangrijkste verdienste van dit onderzoek was volgens Belfiore dat Matarasso de eerste Maar daar houdt haar lof dan ook meteen op - maar ook meteen de laatste was die probeerde een specifieke methodologie voor de evaluatie van dit soort kunstprojecten te ontwikkelen (2002, 97). Net als ik in de vorige alinea al deed plaatste Belfiore vooral veel kanttekeningen bij de wetenschappelijkheid van het onderzoek van Matarasso en kende het in haar ogen vooral veel gebreken (Belfiore 2002, 98). Uiteindelijk benadrukt Belfiore in haar conclusie dat zij niet heeft geprobeerd een methode aan te reiken om de effectiviteit van Community Art-projecten meetbaar te maken 3

(2002, 104). De auteur wilde vooral aantonen dat de methoden die overheden momenteel gebruiken om kunstprojecten op hun kwaliteit te beoordelen niet toereikend zijn en zullen leiden tot een verarming van het kunstaanbod. In haar ogen moeten we kunst dan ook niet langer als middel, maar als doel gaan beschouwen (Belfiore 2002, 104-105). Bijna tien jaar na Belfiore publiceerden Eugene van Erven, Margreet Bouwman en Margreet Zwart in opdracht van het Fonds voor Cultuurparticipatie een artikel over de effecten van cultuur in de maatschappij (2011). In dit artikel gaan de auteurs in op de sociale effecten van Community Art. Van Erven en zijn collega s zijn, als ervaringsdeskundigen uit de praktijk, van mening dat Community Art wel degelijk positieve effecten met zich mee kan brengen (2011, 112). Vrij snel blijkt echter dat het wetenschappelijk aantonen van deze effecten een stuk moeilijker is. De auteurs geven een overzicht van verschillende manieren om onderzoek te doen naar de effecten van Community Art, maar al snel blijkt dat de meeste argumenten die worden aangedragen overwegend ideologisch van aard zijn (Van Erven et al. 2011, 127). Het is erg moeilijk om met harde bewijzen te komen voor de effectiviteit van Community Art-projecten, omdat het uitermate lastig om het fenomeen in harde, eenduidig interpreteerbare cijfers te vangen (Van Erven et al. 2011, 127). Van Erven, Bouwman en Zwart doen aan het einde van hun tekst nog een uitspraak over wat in hun ogen de ideale manier is om onderzoek te doen naar Community Art (2011, 127). Deze aanpak is dubbelblind, longitudinaal en multidisciplinair van opzet. Met uitzondering van die laatste eigenschap slagen de auteurs er echter niet in om uit te leggen wat zij hiermee precies bedoelen. Daardoor wordt het niet helemaal duidelijk hoe die ideale onderzoeksopzet er nu precies uitziet. De vierde en laatste tekst die ik in dit literatuuroverzicht behandel komt van de hand van Quirijn van den Hoogen (2012). De auteur gaat in op dezelfde problematiek als de andere teksten. Net als Belfiore plaatst Van den Hoogen kanttekeningen bij het onderzoek van François Matarasso uit 1997, al is hij wel milder dan zijn Britse collega (2012, 61-62). Zo zouden de positieve effecten die Matarasso formuleert onder meer niet systematisch genoeg zijn. Toch ziet Van den Hoogen ook goede dingen in het onderzoek. Het zou namelijk laten zien dat het mogelijk is om op basis van gesprekken met kunst- en cultuurparticipanten inzicht te krijgen in de ontwikkeling die deze personen doormaken. Daarnaast laat het ook zien hoe dit soort kunstprojecten invloed kunnen hebben op de samenleving. Doordat Van den Hoogen er niet in slaagt deze uitspraak te onderbouwen toont hij in mijn ogen alleen maar de 4

onwetenschappelijkheid van het onderzoek van Matarasso aan. Het sleutelwoord, systematiek, dat Van den Hoogen zelf eerder al gebruikte om kritiek te leveren op Use or Ornament ontbreekt hier in mijn ogen. Quirijn van den Hoogen besluit zijn hoofdstuk over de effecten van cultuur door een zogenaamd kompas te bieden waarmee het makkelijker moet worden om een weg te vinden in de eindeloze hoeveelheid methoden die er bestaan om onderzoek te doen naar dit fenomeen (2012, 68-69). Van den Hoogen noemt meerdere methoden die naar zijn mening geschikt zijn om onderzoek te doen naar de sociale effecten van cultuurbeleid. Onder andere kwalitatief publieksonderzoek kan een uitkomst bieden, maar ook het hanteren van schoolprestaties van deelnemers als indicatie voor hun toegenomen vaardigheden (Van den Hoogen 2012, 68) kan een goede manier zijn om de effecten van kunst en cultuur te meten. Daarbij blijft het volgens hem wel erg belangrijk om goede operationalisaties te vinden voor de beoogde effecten die aansluiten bij de aard van het project dat wordt onderzocht en de doelgroep (Van den Hoogen 2012, 68). De volgende stap Waar Matarasso nog durfde te dromen waren de auteurs van de andere drie teksten meer realistisch ingesteld. Door het ontbreken van, in de woorden van Eugene van Erven en zijn collega s, harde eenduidig interpreteerbare cijfers (Van Erven et al. 2011, 127) is het heel moeilijk om harde uitspraken te doen over de effectiviteit van sociaal cultuurbeleid en Community Art-projecten. Het blijft dus zaak om verder te zoeken naar een goede methode. Dit kan enerzijds op een praktisch ingestelde manier, zoals Matarasso doet, maar ook door middel van een meer systematische aanpak, zoals Van Erven, Bouwman en Zwart dat doen of door leentjebuur te spelen bij andere wetenschappelijke disciplines, zoals de sociale wetenschappen. Een samenwerking met andere vakgebieden biedt perspectief, mits de aanpak juist is. Daarom lijkt het mij verstandig om meer onderzoek te doen naar de aanpak die Van Erven, Bouwman en Zwart voorstellen, het samenwerken met andere vakgebieden. De eerste stap die hierbij gezet moet worden is het maken van een vertaalslag van de zogenaamde zachte data waarvan theaterwetenschappers gebruik maken naar harde, falsificeerbare, data waarmee bijvoorbeeld sociale wetenschappers aan de slag kunnen. Om deze vertaalslag te 5

kunnen onderzoeken zou men de volgende vraag kunnen stellen; Hoe kun je de informatieverzameling rondom Community Art-projecten omzetten in harde eenduidige interpreteerbare cijfers om zodoende de effectiviteit van sociaal cultuurbeleid en Community Art-projecten beter te kunnen beoordelen? De term informatieverzameling duidt hier dan op een verzameling van bijvoorbeeld - maar niet uitsluitend interviews met deelnemers, ooggetuigenverslagen, persoonlijkheidstests en schoolprestaties die wetenschappers tegenwoordig al veelvuldig inzetten om de effecten van Community Art-projecten te verklaren. Met deze vraag moet een brug geslagen kunnen worden tussen twee verschillende wetenschapsvelden. Vooral de teksten van Van den Hoogen en van Van Erven, Bouwman en Zwart zouden hierbij interessante vertrekpunten kunnen zijn. Vanzelfsprekend blijft het heel belangrijk om hierbij kritisch te zijn gedurende het gehele proces. 6

Literatuur Belfiore, Eleonora. 2002. Art as a means of alleviating social exclusion: Does it really work? A critique of instrumental cultural policies and social impact studies in the UK. International Journal of Cultural Policy. Vol. 8. 91-106. Comedia. 2015. Archives: Who We Are. Comedia. http://www.comedia.org.uk/archives.php?item=whoweare Matarasso, François. 1997. Use or Ornament: The social impact of participation in the arts. Comedia. Van den Hoogen, Quirijn. 2012. De effecten van cultuur in het sociale domein. Effectief Cultuurbeleid: Leren van evalueren. Amsterdam: Boekmanstichting. Van Erven, Eugene, Margreet Bouwman en Margreet Zwart. 2011. Speuren naar effecten van community art. Jaarboek Actieve Cultuurparticipatie 2011. 112-127. 7

Bijlage: 50 voorbeelden van sociale impact volgens François Matarasso 50 SOCIAL IMPACTS OF PARTICIPATION IN THE ARTS This list has been drawn up to give a sense of the range of social outcomes which the study has shown can be produced by participatory arts projects, Naturally, it is not complete, and there are many others which might emerge from a different analysis. Equally, no single project should be expected to deliver all of them, or to produce outcomes in the same way or to the same degree. 1 Increase people s confidence and sense of self-worth 2 Extend involvement in social activity 3 Give people influence over how they are seen by others 4 Stimulate interest and confidence in the arts 5 Provide a forum to explore personal rights and responsibilities 6 Contribute to the educational development of children 7 Encourage adults to take up education and training opportunities 8 Help build new skills and work experience 9 Contribute to people s employability 10 Help people take up or develop careers in the arts 11 Reduce isolation by helping people to make friends 12 Develop community networks and sociability 13 Promote tolerance and contribute to conflict resolution 14 Provide a forum for intercultural understanding and friendship 15 Help validate the contribution of a whole community 16 Promote intercultural contact and co-operation 17 Develop contact between the generations 18 Help offenders and victims address issues of crime 19 Provide a route to rehabilitation and integration for offenders 20 Build community organisational capacity 21 Encourage local self-reliance and project management 22 Help people extend control over their own lives 23 Be a means of gaining insight into political and social ideas 24 Facilitate effective public consultation and participation 25 Help involve local people in the regeneration process 26 Facilitate the development of partnership 27 Build support for community projects 28 Strengthen community co-operation and networking 29 Develop pride in local traditions and cultures 30 Help people feel a sense of belonging and involvement 31 Create community traditions in new towns or neighbourhoods 32 Involve residents in environmental improvements 33 Provide reasons for people to develop community activities 34 Improve perceptions of marginalised groups 35 Help transform the image of public bodies 36 Make people feel better about where they live 37 Help people develop their creativity 38 Erode the distinction between consumer and creator 39 Allow people to explore their values, meanings and dreams 40 Enrich the practice of professionals in the public and voluntary sectors 41 Transform the responsiveness of public service organisations 42 Encourage people to accept risk positively 43 Help community groups raise their vision beyond the immediate 44 Challenge conventional service delivery 45 Raise expectations about what is possible and desirable 46 Have a positive impact on how people feel 47 Be an effective means of health education 48 Contribute to a more relaxed atmosphere in health centres 49 Help improve the quality of life of people with poor health 50 Provide a unique and deep source of enjoyment 8