De beste aanbieder GGZ extramuraal voor Rotterdam. Gezocht: Afdeling inkoop



Vergelijkbare documenten
De beste aanbieder voor ouderen in Rotterdam. Gezocht: Afdeling inkoop. Pagina 1 van 85

De beste aanbieder GGZ intramuraal voor Rotterdam. Gezocht: Afdeling inkoop. Pagina 1 van 83

Oktober Informatiebijeenkomst Inkoop Langdurige Zorg in Rotterdam

Gezocht: De beste aanbieder van GHZ voor Rotterdam

Gezocht: De beste aanbieder van GGZ voor Rotterdam

WMO Rotterdam. Van verzorgingstaat naar - stad en - straat

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

13 februari Informatiebijeenkomst inkoop langdurige zorg voor volwassenen

1. Alle dagbesteding inclusief vervoer gaat naar de gemeente (Wmo en Jeugdwet). Ook de dagbesteding van cliënten met een hoog zzp.

Transities in vogelvlucht de hervorming van de langdurige zorg. ZorgImpuls maart 2015 versie gemeente Rotterdam

PERSOONSGEBONDEN BUDGET (PGB)

Zorg voor Elkaar. Informatiebijeenkomst Inkoop Wmoarrangementen. 16 februari 2017

De transities in vogelvlucht en hoe de toegang tot zorg georganiseerd is. ZorgImpuls maart 2015

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

STANDPUNT EN PLEIDOOI OVER EXTRAMURALE BEGELEIDING

Oude en nieuwe Wmo. ondersteuning. 2 Deze resultaatgebieden zijn: a. een huishouden te voeren; b. zich te verplaatsen in en om de woning;

B&W Vergadering. Voorgesteld besluit Het college heeft kennisgenomen van de evaluatie herindicaties nieuwe taken Wmo 2015.

Preferente en normale aanbieders per gebied wmo 2015 en aanbieders bijzondere doelgroepen

Inkoopkader Wmo 2016: Toelating nieuwe aanbieders

Wmo 2015 Gemeente Zeist

ALGEMEEN WMO VEELGESTELDE VRAGEN OVER WMO EN JEUGDHULP

CONCEPT. Startdocument. AWBZ begeleiding

Veranderingen in de zorg

Landelijke Contactdag Tourette Ed Carper

Perceelbeschrijving Beschermd wonen

ZORGINKOOP DOOR GEMEENTEN PROF. DR. JAN TELGEN ZORGINKOOP MET DE MENSELIJKE MAAT ALMELO, 25 NOVEMBER 2013

Factsheet Wmo Drechtsteden. Met elkaar voor elkaar zorgen. Dichtbij en toegankelijk

Het sociaal domein. Renate Richters Els van Enckevort

Verwerving opvang, wonen en herstel terugblik en vooruitblik - 24 april 2017

DECENTRALISATIES SOCIAAL DOMEIN. Raadsvoorstellen 2014

Ik heb hulp en ondersteuning thuis. Wat verandert er in 2015?

Visie decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding

Aanvullende TOELICHTING OP HET AANBOD EN DE CONCEPTOVEREENKOMST VOOR HET OVERGANGSREGIME 2015

OPDRACHTGEVERSCHAP IN HET SOCIAAL DOMEIN STRATEGISCHE KEUZES MODELLEN VAN OPDRACHTGEVERSCHAP IR. NIELS UENK DIVOSA VOORJAARSCONGRES,

wonen met zorg vanuit een nieuw perspectief

Instructie cliëntprofielen

Nieuwsflits 16 Aandacht voor iedereen. Hervorming Langdurige Zorg en Zorgakkoord. 8 mei 2013

INFORMATIEPAKKET. voor dienstverleners met betrekking tot de marktverkenning van de gemeente Leeuwarden binnen het Sociaal Domein

Startbijeenkomst Decentralisatie AWBZ A2-gemeenten

Met elkaar voor elkaar

Versie 17 juni Nadere regeling waardering mantelzorgers 2015

Nadere regeling. persoonsgebonden budget

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Gebruik In de bijlage (volgt nog) zijn gegevens opgenomen over het gebruik dagactiviteiten in 2015 in de regio.

Wet maatschappelijke ondersteuning januari 2015

Inkoop in het sociaal domein

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo)

Hervorming Langdurige Zorg. Rian van de Schoot expert wijkgericht werken Vilans

Veelgestelde vragen over veranderingen in de zorg

De Wmo Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 15 oktober 2014

Maatschappelijke ondersteuning

Willen jullie in het kader van de beoordeling van de offertes ook spreken met de aanbieders? Nee, dat zijn we vooralsnog niet van plan.

Geachte voorzitter, RIS Aan de leden van de Commissie Samenleving. Sociale Zaken en Werkgelegenheidsprojecten. Beleid

Wmo 2015 door Tweede Kamer

De drie decentralisaties, Holland Rijnland en de gemeente Teylingen. Presentatie Commissie Welzijn 5 maart 2012

Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO

Hieronder beschrijven we diverse vormen van bekostiging en hun effecten.

Toegang tot de zorg: hoe is het geregeld en hoe loopt het in de praktijk?

Persoonlijke verzorging in de Wmo

Verslag bijeenkomst communicatie beweging sociaal domein Amersfoort Donderdag 16 oktober 2014

Zelf doen wat kan en ondersteuning waar moet.

Er komt zo snel mogelijk, na vaststelling van de verordening, een publieksversie, waarin de verschillende onderdelen worden uitgewerkt.

Toelichting Stand van Zaken Decentralisatie AWBZ. Gemeenteraden IJmond

De nieuwe Wmo. Werkconferentie: De krachten bundelen voor samenwerking in de wijk 13 november 2014

Hieronder geven we u alvast wat informatie over deze onderwerpen.

Persoonsgebonden budget (pgb) Informatiebijeenkomst Gemeente Houten

Algemeen Opdrachtomschrijving Totale hoeveelheid of omvang

BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE

DECENTRALISATIES EN DE GEVOLGEN VOOR ZORGVERLENERS PROF. DR. JAN TELGEN INTRAKOOP JAARCONGRES DEN BOSCH, 17 JUNI 2014

Inkoop Wmo Ambulante ondersteuning & Dagbesteding

Uitgelicht: Adviezen participatieraad Asten Bijlage 4

Zorg en Ondersteuning aan mensen met een verstandelijke beperking. Wat verandert er in de zorg in 2015

Welkom. Wmo beleidsplan Drechtsteden. Papendrecht

Agenda. Decentralisatie AWBZ extramurale begeleiding. Drechtraad. Alblasserdam, 2 oktober 2012

HEAD Congres. Persoonsvolgende inkoop begeleiding Jeugdwet & Wmo 2015 CONCEPT

Betere ondersteuning en zorg door een goed inkoopbeleid

Context. Artikel 1. Aanmelding, onderzoek en aanvraag. Artikel 2. Afweging

CONCEPT Inkoopplan Wmo Midden-Delfland

Vier wetten, drie loketten en één overgangsjaar

( ) Anja Tissen - PPT Huisstijl[1].ppt Pagina 1. Welkom bij Gemeente Haaren

Raadsinformatiebrief B&W vergadering 13 maart 2012

Verslag van de consultatiebijeenkomst van 6 januari 2014 met zorgvragers over de Kadernota Wmo 2015

Informatiebijeenkomst Wijkverpleging 25 - juni 2014 Gewijzigde versie. De Friesland Zorgverzekeraar

Veranderingen in de Jeugdzorg Zeeland: Vraag- en antwoord

Nieuwe Wmo: dagbesteding en individuele begeleiding

Toelichting: AAN DE RAAD VAN DE GEMEENTE TEN BOER. Raadsvergadering: 26 juni Registratienummer: TB Agendapunt: 6

Sturen op de transformatie van het sociale domein. Samenhangend beleid voor de 3 decentralisaties

De nieuwe Wmo P w o e nf r e P or o P i m n ia t nti n p e r p e ij s e e s n e t n a k t o ie m e L e L l en y los

Decentralisatie begeleiding naar gemeenten Wat houdt het in? Wat gaat er veranderen?

Concept raadsbesluit

Zorgkantoor Friesland Versmalde AWBZ (Wlz)

Informatie Inkoop Wmo

DE INHOUD ZORGINKOOP DOOR GEMEENTEN DE INHOUD ZORG EN WELZIJN / WMO AGENDA PROF. DR. JAN TELGEN ROTTERDAM, 28 MAART 2013

Een voorbeeld van de samenwerking tussen de partners.

Algemene gegevens Om te beginnen willen wij graag wat algemene informatie van u ontvangen. Uw gegevens worden geanonimiseerd verwerkt.

B&W voorstel. Onderwerp. Gebiedsgerichte sturing sociaal domein Zaakid Versie. Auteur. Kummer, M. Gemeentesecretaris. Huykman, B.J.D.

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Toelichting bij Verordening maatschappelijke ondersteuning Utrecht 2015

Wethouder Johan Coes Gemeente Hellendoorn. Wethouder Jan Binnenmars Gemeente Twenterand. Wethouder Dianne Span Gemeente Wierden

Transcriptie:

Afdeling inkoop Gezocht: De beste aanbieder GGZ extramuraal voor Rotterdam Pagina 1 van 89 Projectnaam: Inkooptraject Arrangementen GGZ extramuraal Versie: 2.0 Datum: 06-06-2014 Status: Laatste concept

Beschrijvend document Arrangementen voor GGZ extramuraal Gemeente Rotterdam Serviceorganisatie Afdeling Inkoop Pagina 2 van 89

Wijzigingen ten opzichte van versie 2.0 Paragraaf Wijzigingen Voetnoot Versienummer en datum gewijzigd 2.1.9.4. Juiste bijlage verwijzing toegevoegd 2.1.9.1 Laatste zin verwijderd: Een Inschrijver of Combinant kan niet tevens onderaannemer of Combinant van een andere Inschrijver of Combinatie zijn. Overeenkomst Resultaatgebied Ondersteuning bij zelfzorg en gezondheid artikel 1.2.4 toegevoegd. Overeenkomst Grondslag aangepast artikel 1.2.5 2.9.3 actualisatie van het plan gewijzigd in actualisatie van het leveringsplan. Verwijderd is registratie van verblijfsregistratie. Bijlage 1 bij de Verwijderd Zwerfjongeren en toegevoegd Ondersteuning aan dakovereenkomst en thuisloze volwassenen en dak- en thuisloze jongeren 1.1.2 (pagina 62) Diverse Planning juist doorgevoerd in de tekst Pagina 3 van 89

Inhoudsopgave 1. Inleiding... 6 1.1. Aanbestedende dienst... 6 1.1.1. Contactgegevens... 6 1.1.2. Bestuurlijk en ambtelijk... 6 1.1.3. Klachtenmeldpunt Aanbesteden... 6 1.2. Begripsbepalingen... 6 1.3. Aanleiding... 6 1.3.1. Uitgangspunten bij de transitie... 7 1.3.2. Doelstellingen... 8 1.3.3. ondersteuningsarrangementen... 8 1.4. Toegang... 8 1.5. Hoe geeft de gemeente Rotterdam vorm aan de arrangementen... 10 1.5.1. Het ondersteuningsmodel... 10 1.5.2. Scope... 11 1.5.3. Beschrijving ondersteuningsarrangementen... 12 1.5.4. Arrangementenpakket per cliëntgroep... 12 1.5.5. Opbouw van de arrangementen... 13 1.5.6. Resultaatgebieden... 13 1.5.7. Integrale levering... 14 1.5.8. Keuzevrijheid... 15 1.5.9. Gebiedsgericht werken en preferente aanbieders... 15 1.5.10. Bijzondere doelgroepen binnen de hoofddoelgroep... 16 1.6. Opdrachtbeschrijving... 17 1.7. Nader uit te werken onderwerpen in implementatiefase... 17 1.8. Communicatie over de transitie... 17 1.9. Sturing en monitoring... 18 1.10. Persoonsgebonden budget (pgb)... 19 1.11. Vervoer... 19 1.11.1. Organisatie van vervoer in 2015... 19 1.11.2. Vervoer vanaf 2016... 19 1.12. Herindicaties... 19 1.13. Eigen bijdrage... 20 1.14. Kaders... 20 1.15. Raamovereenkomst... 20 1.15.1. Aard van de raamovereenkomst... 20 1.15.2. Partijen bij de raamovereenkomst... 20 1.15.3. Duur van de raamovereenkomst... 20 1.15.4. Algemene inkoopvoorwaarden... 21 2. Aanbesteding algemeen... 22 2.1. Uitgangspunten... 22 2.1.1. Algemeen... 22 2.1.2. Voorbehoud... 22 2.1.3. Geen kostenvergoeding... 22 Pagina 4 van 89

2.1.4. Akkoord... 22 2.1.5. Geen eigen voorwaarden... 22 2.1.6. Vertrouwelijkheid... 22 2.1.7. Op te nemen gegevens... 23 2.1.8. Varianten... 23 2.1.9. Inschrijvers, samenwerking en beroep op derden... 23 2.2. Procedureel... 25 2.2.1. Aanbestedingsplatform... 25 2.2.2. Informatieronde... 25 2.2.3. Datum, plaats en tijdstip van indiening offerte... 26 2.2.4. Voorschriften inzake de offertes... 26 2.2.5. Termijn van gestanddoening... 27 2.2.6. Voornemen tot gunnen... 27 2.3. Overig... 28 2.3.1. Uitvoeringsvereiste... 28 3. Beoordelingsmethodiek... 32 3.1. Stap 1: Vormvereisten... 32 3.2. Stap 2: Uitsluitingsgronden en Geschiktheidseisen... 32 3.2.1. Uitsluitingsgronden en Uniforme eigen verklaring aanbesteden... 32 3.2.2. Inschrijving in het nationale beroeps-/handelsregister... 33 3.2.3. Financiële en economische draagkracht... 33 3.2.4. Technische bekwaamheid... 34 3.2.5. Beroepsbevoegdheid... 34 3.3. Stap 3: Gunning... 35 3.3.1. Voldoen aan de voorwaarden... 35 3.3.2. Plannen van aanpak en wijze van beoordelen... 35 3.3.3. Gespreksronde... 35 3.4. Overzicht eisen en bewijsstukken... 35 Bijlage 1. Plannen van Aanpak... 39 Bijlage 2. Concept Raamovereenkomst... 43 Bijlage 3. Algemene Inkoopvoorwaarden (AIV)... 78 Bijlage 4. Notitie Wijkteam MO en VraagWijzer... 79 Bijlage 5. Protocol SROI... 80 Bijlage 6. Ondersteuningsplan... 84 Bijlage 7. Mantelzorger... 87 Bijlage 8. Inschrijfconstructies en onderaanneming... 89 Formulieren (terug te vinden op het aanbestedingsplatform) Formulier 1 Uniforme Eigen Verklaring Arrangementen GGZ intramuraal Formulier 2 Bijzondere Doelgroepen Pagina 5 van 89

1. Inleiding 1.1. Aanbestedende dienst De aanbestedende dienst is de gemeente Rotterdam, vertegenwoordigd door het cluster Maatschappelijke Ontwikkeling en de afdeling Inkoop van de Serviceorganisatie 1.1.1. Contactgegevens Aanbieders dienen in beginsel altijd contact te zoeken via de berichtenfunctie in het aanbestedingsplatform (zie paragraaf 2.2.1). Echter, indien u hier binnen een redelijke termijn geen reactie van de gemeente Rotterdam krijgt kunt u contact opnemen met onderstaande contactpersonen. De contactpersonen voor deze aanbesteding zijn: Dhr. R. Siegel en Dhr. J. Veenendaal Postbus: 1130 Postcode: 3000 BC Rotterdam Tel: R. Siegel: 06-12635380; J. Veenendaal: 06-28482252 1.1.2. Bestuurlijk en ambtelijk Begin 2014 woonden er circa 618.000 mensen in Rotterdam. De gemeente Rotterdam kent circa 11.600 personeelsleden. De bestuurlijke structuur van de gemeente Rotterdam bestaat uit: de gemeenteraad van Rotterdam; het college van burgemeester en wethouders; 14 gebiedscommissies 1.1.2.1. Gedragscode Publiek Opdrachtgeverschap Als publieke Opdrachtgever hecht de gemeente belang aan thema s als maatschappelijke verantwoordelijkheid, integriteit, betrouwbaarheid en transparantie. Daarom heeft het college van burgemeester en wethouders zich gecommitteerd aan de gedragscode Publiek Opdrachtgeverschap. De gedragscode geeft in een aantal gedragsregels weer wat Opdrachtgevers en Aanbieders van elkaar mogen verwachten, van de precontractuele fase van een project tot en met de afronding en evaluatie ervan. Het vigerende aanbestedingsrecht blijft echter het uitgangspunt. Meer informatie hierover kunt u vinden op de Cityportal van de Gemeente Rotterdam: www.rotterdam.nl/inkoopenaanbesteding. 1.1.3. Klachtenmeldpunt Aanbesteden Goede communicatie tussen partijen in een aanbestedingsprocedure is essentieel om tot een goed resultaat te komen. Wanneer partijen van mening verschillen is het belangrijk snel en laagdrempelig tot een oplossing te komen. Daarvoor is een goede afhandeling van klachten belangrijk. De gemeente Rotterdam handelt conform de Uniforme Klachtenregeling Aanbesteden en heeft een klachtenmeldpunt ingericht. Meer informatie hierover kunt u vinden op www.rotterdam.nl/inkoopenaanbesteding. 1.2. Begripsbepalingen Zie hiervoor hoofdstuk 1 van de Concept overeenkomst (Bijlage 2). 1.3. Aanleiding Het Rijk heeft besloten tot een hervorming van de langdurige zorg. Beoogd wordt om per 1 januari 2015 de AWBZ in te trekken en per diezelfde datum de zorg voor volwassenen te regelen in drie wetten: Pagina 6 van 89

1. de Wet langdurige zorg, bedoeld voor intensieve intramurale zorg; 2. de Zorgverzekeringswet; 3. de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015). De bestaande Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) wordt tegelijkertijd ingetrokken. Wmo 2015 Net als de bestaande Wmo is de Wmo 2015 een wet die door de gemeenten zal worden uitgevoerd. De aanleiding voor deze decentralisatie is tweeledig. In de eerste plaats wordt de samenleving geconfronteerd met oplopende kosten in de zorg, die aanleiding geven in te grijpen en het zorgstelsel opnieuw vorm te geven. Het gebruik van zorg is gestegen en blijft dat waarschijnlijk doen. Tegelijkertijd is de gedachte gegroeid, dat de gemeente de overheidslaag het dichtst bij de burger - een meer centrale rol kan spelen in het bieden van maatschappelijke ondersteuning aan haar burgers. De gemeente heeft beter dan de rijksoverheid zicht op haar burgers, de wijk en de buurt en de problemen en kansen die daar spelen. De transitie AWBZ Wmo 2015 is daarmee voor de gemeente Rotterdam zowel een transitie als een transformatie. Naast de nieuwe verantwoordelijkheden, het inrichten van de gemeentelijke dienstverlening en de contractering van aanbieders, gaat het om het realiseren van een inhoudelijke en maatschappelijke vernieuwing van de zorg en ondersteuning. 1.3.1. Uitgangspunten bij de transitie Bij de vormgeving van de transitie wordt een aantal uitgangspunten gehanteerd dat bepalend is voor de keuzes bij de inkoop en de inrichting van de gemeentelijke toegang: 1. Inzet eigen kracht en sociaal netwerk van de burger staat centraal. Professionele ondersteuning is aanvullend op de mogelijkheden die mensen zelf, al dan niet met behulp van hun naaste omgeving, hebben. Er wordt aansluiting gezocht bij het wijknetwerk. 2. De gemeente Rotterdam wil beweging richting zelfredzaamheid realiseren waar dat mogelijk is. Uiteindelijk doel is een zo veel mogelijk zelfredzame Rotterdammer, die zonder of met lichtere vormen van ondersteuning van de overheid zelfstandig kan blijven wonen. Voor wie dat niet mogelijk is, is (aanvullend) professionele ondersteuning beschikbaar. 3. Eén gezin, één plan, één regisseur. De ondersteuning aan een cliënt is integraal vormgegeven en wordt vanuit één aanbieder (of in sommige gevallen door het wijkteam ) gecoördineerd. Basis voor de ondersteuning is het ondersteuningsplan. 4. Betaalbare en toegankelijke ondersteuning voor wie dat nodig heeft. 5. Werk is de beste zorg. Arbeid, activering en een zinvolle dagbesteding werken ontlastend op de behoefte aan zorg en ondersteuning. 6. Ruimte voor een persoonsgebonden budget. Bij een groot aantal maatwerkvoorzieningen kunnen cliënten naast zorg in natura ook er voor kiezen om de ondersteuning zelf in te kopen via een persoonsgebonden budget (pgb). 7. Keuzevrijheid voor de cliënten. De ruimte van een cliënt om in overleg met de gemeente uit het gecontracteerde aanbod een aanbieder te kiezen, geeft een positieve prikkel aan de kwaliteit van de dienstverlening. 8. De gemeente beoogt om bij de inrichting van het nieuwe ondersteuningsmodel zo veel als mogelijk de administratieve lasten te beperken. 9. Sturen op resultaten. 10. Ontmoedigen van salarissen boven de Wnt norm 11. Uitgangspunten voor de tarifering a. Inzet van adequaat geschoold personeel met voldoende ervaring, o.b.v. de CAO met een passende inschaling. b. Het beperken van de overheadkosten (25% in de transitiefase, uitgezonderd HV met een norm van 20%). c. Netto inzetbaarheid van het personeel (minimaal 66%-80%). Pagina 7 van 89

1.3.2. Doelstellingen Met de komst van ongeveer 10.000 (grotendeels) nieuwe cliënten heeft de gemeente te maken met een grote implementatieopgave in de dienstverlening. Vanuit dit licht bezien en met notie voor bovengenoemde uitgangspunten heeft de gemeente voor inkoop van de nieuwe zorgtaken de volgende hoofddoelstellingen bepaald: 1. Het bieden van ondersteuning aan mensen die onvoldoende zelfredzaam zijn: met maximaal aanspreken van eigen kracht en gebruik maken van informele en collectieve oplossingen. 2. Realiseren van voldoende kwaliteit van de geboden ondersteuning. 3. Binnen het financiële kader blijven. 4. Zorgvuldige transitie: de gemeente Rotterdam beoogt een zorgvuldige transitie te realiseren. Dat wil zeggen: een invoeringsproces waar cliënten niet tussen wal en schip raken en waar oog is voor het feit dat de vernieuwing in stappen gerealiseerd wordt. Dit betekent dat gedurende het overgangsrecht de ondersteuning van cliënten niet zal veranderen. Na afloop van het overgangsrecht vinden er wijzigingen plaats in de ondersteuning. Tegelijkertijd betekent een zorgvuldige transitie ook oog hebben voor de omvangrijke verandering die aanbieders zullen moeten maken en de implementatieopgave van de gemeente Rotterdam zelf. 5. Integrale ondersteuning bieden met ruimte voor de professional: van afzonderlijke producten naar ontschotte ondersteuning. 1.3.3. ondersteuningsarrangementen Per 1 januari 2015 wordt de gemeente verantwoordelijk voor de extramurale begeleiding (individueel en groep (met het bijbehorende vervoer)), een klein gedeelte van de persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf, de intramurale GGZ zonder behandeling. Daarnaast valt de maatschappelijke opvang en huishoudelijke verzorging vanaf 2015 ook onder de Wmo 2015. Rotterdammers die met ingang van 2015 gebruik gaan maken van bovengenoemde ondersteuning krijgen een indicatie die is gebaseerd op een nieuw ondersteuningsmodel binnen de gemeente Rotterdam, het model van ondersteuningsarrangementen. Dit geldt voor zowel nieuwe cliënten als cliënten die een herindicatie hebben ontvangen na afloop van hun overgangsrecht. Zie paragraaf 1.2.6 voor meer informatie over het herindiceren van cliënten met overgangsrecht. 1.4. Toegang De toegang tot ondersteuningsarrangementen verloopt via een aantal kanalen, te weten: stedelijke kanalen het digitale kanaal (www.rotterdam.nl). Dit kanaal is momenteel nog in ontwikkeling. Centraal Onthaal, Stedelijke Zorg en het Jongerenloket (voor indicaties waarin een huisvestingscomponent zit inbegrepen) In het gebied 1 de 14 (verbrede) VraagWijzerloketten. De VraagWijzer heeft een adviesfunctie voor de Rotterdammer die zichzelf meldt. In de verbrede VraagWijzer zit deskundigheid om advies te geven op hulpvragen over wonen, welzijn, zorg, inkomen/schulden en activering. In de wijk De werkwijze van de VraagWijzers en wijkteams is aanvullend op elkaar. In het VraagWijzerloket vindt vraagverheldering plaats en wordt indien mogelijk in maximaal 3 gesprekken samen met de burger toegewerkt naar een oplossing voor zijn probleem. Is er meer tijd nodig om te komen tot een goed advies, dan treedt een medewerker uit het wijkteam in gesprek met de burger. De wijkteams geven kortdurende ondersteuning in een 1 Met de term gebied wordt bedoeld het gebied dat voorheen deelgemeente werd genoemd in Rotterdam. Pagina 8 van 89

periode van o tot 6 maanden. Als uit de vraagverheldering of gedurende het traject van het wijkteam blijkt dat de nodige begeleiding langer dan 6 maanden zal gaan duren, wordt er direct of na/naast de interventies van het wijkteam toe geleid naar de juiste zorg of ondersteuning (o.a. de ondersteuningsarrangementen). Er zijn situaties waarin het mogelijk is dat een burger zowel kortdurende begeleiding vanuit het wijkteam krijgt als langdurige ondersteuning van een aanbieder via een ondersteuningsarrangement. Wanneer in zo n geval casusregie noodzakelijk is, wordt deze gevoerd door de organisatie waar het zwaartepunt van de ondersteuning ligt. In ieder wijkteam is in ieder geval op de volgende domeinen kennis en kunde aanwezig: 1. Financiën en schulden 2. Activering, werk en dagbesteding 3. Huisvesting en zelfstandig wonen 4. Huiselijke relaties/ huiselijk geweld 5. Sociaal netwerk 6. Maatschappelijke participatie/ meedoen 7. Justitie, politie en veiligheid 8. Problematiek gerelateerd aan (lichte en matige) beperkingen in de geestelijke gezondheid 9. Problematiek gerelateerd aan verstandelijke beperkingen 10. Problematiek gerelateerd aan het ouder worden 11. Opvoeding Daarnaast is er kennis op het gebied van: 1. Inzet eigen kracht en sociaal netwerk 2. Werken volgens het één huishouden, één plan, één regisseur principe 3. Het gebruik van de ZRM 4. De sociale kaart 5. (de toegang tot) Wmo voorzieningen 6. Het herkennen van huiselijk geweld 7. Het herkennen van laaggeletterdheid De samenstelling van een wijkteam Volwassenen wordt gebaseerd op bovenstaande expertisegebieden. Deze moeten in voldoende mate aanwezig zijn. Daarnaast is het van belang dat het team bestaat uit professionals die bekend zijn met de wijk. Het is immers het samenvoegen van al bestaande professionals uit verschillende organisatie die al actief zijn in die wijk, zodat het huidige netwerk behouden blijft. Een wijkteam bestaat uit maximaal 10 leden (gemiddeld 7 fte), om het slagvaardig en beheersbaar te houden. De grootte van een team is afhankelijk van het aantal volwassenen in een wijk en de score op de sociale index. De omvang van een wijkteam verschilt dus per wijk. In een aantal wijken zal een zogenaamd integraal wijkteam actief zijn. Dat is een wijkteam dat zowel aan volwassenen als aan de jeugdige inwoners van een wijk benodigde ondersteuning kan bieden en/of hen kan toe leiden naar de juiste zorg of ondersteuning. Een integraal team is logischerwijs gemiddeld groter van omvang in verband met de samenvoeging van een wijkteam volwassenen en een wijkteam Jeugd&Gezin. Een wijkteam is samengesteld uit functionarissen van de volgende organisaties: de gemeentelijke afdeling Gebiedsteams (wijkcoaches en meewerkend voormannen) de gemeentelijke afdeling Individuele Voorzieningen (Wmo-adviseur) Stichting MEE de lokale maatschappelijke dienstverlener. In 2014 en 2015 nemen zij deel aan de wijkteams conform de contractuele- en subsidieverplichtingen vanuit de voormalige deelgemeenten. Deze zullen op onderdelen worden aangepast, om de deelname aan het wijkteam mogelijk te maken. Stichting Even Buurten, indien aanwezig in de wijk Pagina 9 van 89

Wijkverpleegkundigen. In een aantal startende wijkteams zijn de wijkverpleegkundigevan Zichtbare Schakels aangesloten. Echter vanaf 2015 dient deze functie een structureel en permanent onderdeel te zijn van een wijkteam Volwassenen De gemeente hecht belang aan het scheiden van enerzijds het verlenen van toegang tot maatwerkvoorzieningen en anderzijds het daadwerkelijk bieden van deze voorzieningen aan cliënten. Vanwege de doelgroep en de aanpak (waaronder het voeren van casusregie), hebben alle wijkteamleden HBO werk- en denkniveau en minimaal enige jaren ervaring in dit vakgebied. Een Rotterdammer met een hulpvraag op het gebied van wonen, zorg, welzijn, inkomen/schulden en/of activering kan dus terecht bij VraagWijzer/wijkteam, een stedelijk loket (Centraal Onthaal, Stedelijke Zorg, Jongerenloket) of de website van de gemeente Rotterdam. Als de hulpvraag onvoldoende kan worden opgelost met behulp van eigen kracht, inzet van het netwerk rondom de burger, inzet van algemene en/of collectieve voorzieningen of een vrijwilliger en inzet van VraagWijzer en/of wijkteam, dan kan de burger door een medewerker van VraagWijzer of het wijkteam worden toegeleid naar een ondersteuningsarrangement. De implementatie van de wijkteams volwassenen vindt gefaseerd plaats. Volgens de planning zijn per 1 januari 2015 nog niet in alle wijken van Rotterdam wijkteams actief. Gezien de grote van de opgave voor de gemeente zal bij de implementatie (gedeeltelijk) gewerkt worden met gemeentelijke transitieteams vanuit de huidige lijnorganisatie (afdelingen Individuele Voorzieningen en Gebiedsteams) en tegelijkertijd verder worden gewerkt aan de ontwikkeling van Verbrede Vraagwijzers en het opzetten van wijkteams. Voor een nadere beschrijving van het toegangsmodel wordt verwezen naar de Visie op toegang (Bijlage 10) en de Notitie Wijkteams Maatschappelijke Ondersteuning en VraagWijzer (Bijlage 11). 1.5. Hoe geeft de gemeente Rotterdam vorm aan de arrangementen 1.5.1. Het ondersteuningsmodel Met ingang van de Wmo 2015 introduceert de gemeente Rotterdam een nieuw ondersteuningsmodel, waarbinnen de ondersteuningsarrangementen een onderdeel zijn. Uitgangspunt van dit model is de dat de zorg en ondersteuning dichtbij de Rotterdammers wordt georganiseerd. Dat betekent dat we zorg en ondersteuning inzetten die de eigen kracht van mensen en hun omgeving bevordert, met aanvullende professionele ondersteuning waar dat echt nodig is. Pagina 10 van 89

Hiermee ziet de ondersteuningsopbouw er als volgt uit: Burgerkracht (bewonerinitiatieven, vrijwilligerswerk en particuliere en commerciële initiatieven zoals een wasserette in de wijk of een supermarkt die thuis de boodschappen aflevert) 1 e lijns De VraagWijzer en kortdurende ondersteuning via het Wijkteam Volwassenen / Integrale wijkteams Collectieve ondersteuning voor inloop / dagbesteding / ontmoeting / collectieve voorzieningen (vanaf 2016) 2 e lijns Ondersteuning via ondersteuningsarrangementen (beschikking nodig) Bovenstaande betekent dat de inzet van professionele ondersteuning altijd aanvullend is ten opzichte van de eigen kracht en het sociale netwerk van de cliënt en de aanwezigheid van algemene / collectieve voorzieningen en mantelzorgers en vrijwilligers. Het werken volgens onderstaande piramide is het vertrekpunt voor zowel de eerste lijn (wijkteams) als de tweede lijn. Figuur 1: Piramide voor zelfredzaamheid Aan aanbieders met een raamcontract voor het leveren van tweedelijns arrangementen wordt het onderin de piramide zoeken naar antwoorden en binnen de arrangementen opschalen naar hogere niveaus, alleen waar nodig, geprikkeld. Het arrangement schrijft niet voor wat de aanbieder moet doen, maar de prijs en de looptijd van het arrangement ligt vast. Dit betekent dat er voor de aanbieder een prikkel ontstaat om de ondersteuning zo laag mogelijk in de piramide in te regelen. Toegang tot de langdurige ondersteuningsarrangementen vindt plaats via de VraagWijzer, het Wijkteam of het loket Centraal Onthaal (en CO(J)). Het werk van het wijkteam onderscheidt zich door het leveren van kortdurende ondersteuning (4 6 maanden), waarna doorverwijzing naar de 2e lijn kan plaatsvinden (arrangementen). Kortdurende ondersteuning wil niet zeggen dat de termijn altijd moet worden vol gemaakt voordat er inzet vanuit de tweede lijn kan worden gedaan. Als er een tweedelijns voorziening nodig is die beantwoordt aan de toegangscriteria, dan moet dat geregeld worden. 1.5.2. Scope Pagina 11 van 89

Om de transitie zorgvuldig te laten lopen voor de volwassen Rotterdammers, kiest de gemeente ervoor om het huidige aanbod te continueren. Dit betekent dat de arrangementen ingekocht worden bij de aanbieders die in 2014 een contract hebben met het zorgkantoor, en daadwerkelijk zorg leveren, aanbieders die in 2014 een contract hebben met de gemeente Rotterdam voor het leveren van huishoudelijke verzorging en aanbieders die maatschappelijke opvang leveren aan Rotterdammers en burgers uit de randgemeenten van het centrumgebied, mits zij voldoen aan de in dit beschrijvend document gestelde eisen en voorwaarden. Per inkooptraject is de groep van aanbieders verschillend. Voor de aanbieders betekent dit dat zij uitgenodigd worden zich in te schrijven voor het leveren van ondersteuning aan Rotterdammers, binnen hun cliëntgroep (zie paragraaf 1.5.4) die een maatwerkvoorziening hebben op grond van de Wmo 2015 voor ondersteuning vanuit een ondersteuningsarrangement. Buiten de scope van deze aanbesteding valt het leveren van zorg aan cliënten die vanaf 1 januari 2015 vallen onder het overgangsrecht. Producten die meegaan in de inkoop: AWBZ Wmo Begeleiding individueel Begeleiding groep / dagbesteding Persoonlijke verzorging voor de grondslagen VG 2, GGZ 3 en ZG 4 Kortdurend verblijf Beschermd wonen / ZZP s GGZ-C 5 Huishoudelijke Verzorging Maatschappelijke Opvang Dagbesteding OGGZ 6 1.5.3. Beschrijving ondersteuningsarrangementen Om een beeld te krijgen van totstandkoming van een ondersteuningsarrangement volgt hieronder een korte omschrijving van de elementen die samen tot een ondersteuningsarrangement leiden. In de huidige AWBZ en de praktijk van de Wmo is er sprake van een verkokerd aanbod. Verschillende Wmo-voorzieningen hebben grote gelijkenis of samenhang met het bestaande AWBZ voorzieningen aanbod. Met transitie AWBZ Wmo wil de gemeente Rotterdam een meer integrale benaderingswijze te realiseren. Dit biedt besparingsvoordelen en leidt tot integrale ondersteuning aan de cliënt. In het licht van de aanzienlijke taakstellingen die met de transitie gepaard gaan is dat belangrijke winst. De gemeente Rotterdam gaat daarom uit van de inkoop van arrangementen door middel van persoonsvolgende bekostiging aan de hand van raamcontracten. Dit wil zeggen dat verschillende producten (maatwerkvoorzieningen) gebundeld worden ingekocht, waardoor de zorginstelling een integrale leveringsopdracht voor een cliënt krijgt. 1.5.4. Arrangementenpakket per cliëntgroep 2 VG = Verstandelijk Gehandicapten 3 GGZ = Geestelijke gezondheidszorg 4 ZG = Zintuiglijk Gehandicapten 5 ZZP s GGZ C = zorgzwaartepakketten voor cliënten die beschermd wonen 6 OGGZ = openbare geestelijke gezondheidszorg Pagina 12 van 89

De inkoop van ondersteuningsarrangementen wordt ingekocht met een onderscheid naar de volgende cliëntgroepen: 1. Ouderen 2. Lichamelijk Beperkten 3. Verstandelijk Beperkten 4. GGZ en Maatschappelijke Opvang extramuraal 5. GGZ en Maatschappelijke Opvang intramuraal 6. Zintuiglijk Beperkten (apart inkooptraject) Voor iedere cliëntgroep worden voor die cliëntgroep deskundige aanbieders gecontracteerd die de ondersteuning kunnen leveren op de verschillende resultaatgebieden. Bij deze zesdeling is gekeken naar de huidige ordening van het zorgveld en behoefte aan deskundigheid op die gebieden. Daarbij is een extra onderscheid gemaakt tussen GGZ/MO intramuraal en extramuraal, omdat we in het extramurale aanbod geen aanbieders willen uitsluiten die geen aanbod met wonen hebben. Voor elk arrangementenpakket worden afzonderlijke overeenkomsten gesloten met aanbieders. 1.5.5. Opbouw van de arrangementen De ondersteuningsarrangementen zijn opgebouwd uit 1 tot maximaal 7 resultaatgebieden. Zie paragraaf 1.5.6 voor de opsomming van de mogelijke resultaatgebieden. Om de arrangementen te laten aansluiten bij de behoeften van cliënten is er per resultaatsgebied een onderverdeling in treden gemaakt. Elke intensiteitstrede van een resultaatgebied heeft een becijferde onderbouwing van de (relatieve) kosten. De zwaarte van het arrangement wordt bepaald door de te compenseren ondersteuningsbehoefte van de burger op de verschillende resultaatgebieden (de omvang van de benodigde ondersteuning) en de benodigde deskundigheid. Het arrangement wordt bepaald door een combinatie van resultaatgebieden en intensiteiten van de te leveren ondersteuning. Er is een beperkt aantal prijsniveaus waarbinnen deze arrangementen invulling krijgen. Dit leidt tot een integrale leveringsopdracht met daaraan gekoppeld een persoonsvolgende bekostiging. Een arrangement is daarmee in feite een budget. Met dat budget dient de aanbieder van voorkeur van de cliënt het gestelde resultaat te realiseren. 1.5.6. Resultaatgebieden Zoals gezegd gaat de gemeente Rotterdam uit van de inkoop van arrangementen door middel van persoonsvolgende bekostiging aan de hand van raamcontracten in vijf arrangementenpakketten (zes inclusief ZG). De zorgaanbieder krijgt per cliënt (per indicatie) een ontschot budget per 4 wekenperiode (voor de duur van de indicatie), waarvoor hij de ondersteuning aan de cliënt moet vormgeven. Met dit budget moet de zorgaanbieder ondersteuning bieden, gericht op de resultaten die zijn vastgelegd in het leveringsplan (integrale levering). Doel is daarnaast om de omslag te maken naar resultaatsturing in plaats van controle op inzet en zo de verantwoordingseisen voor zorgaanbieders te beperken. Hoe wordt het arrangementenbudget en de leveringsopdracht aan de zorgaanbieder nu samengesteld? Het arrangement is gebaseerd op de voor de cliënt relevante resultaatsgebieden. Het kan hierbij gaan om één of meer van de in totaal zeven resultaatsgebieden, die tezamen de zelfredzaamheid en participatie vergroten en versterken. Het gaat om de volgende resultaatgebieden: 1. Sociaal en persoonlijk functioneren cliënt 2. Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden (niet voor pakket 5) Pagina 13 van 89

3. Financiën 4. Dagbesteding 5. Ondersteuning bij zelfzorg en gezondheid (alleen voor de arrangementenpakketten 3, 4, 5 en 6) 6. Huisvesting (alleen voor pakket 5) 7. Mantelzorgondersteuning waarbij verblijf aan de orde is (voor de pakketten 1, 2 en 3) De levering van compensatie op de verschillende resultaatgebieden die als doel hebben de zelfredzaamheid te versterken moet geënt zijn op de uitgangspunten van de zelfredzaamheidspiramide. Professionele ondersteuning is aanvullend op voorliggende voorzieningen. Bij de indicatiestelling wordt bepaald welke resultaatgebieden van toepassing zijn bij de ondersteuning van een cliënt en in welke mate dit professioneel dient te gebeuren. Het arrangement wordt opgebouwd vanuit de verschillende resultaten, waarbij per resultaatgebied verschillende intensiteitstreden bestaan, zodat goed kan worden aangesloten op de behoefte van de cliënt. De inhoud van de daadwerkelijke ondersteuning is voor de gemeente minder relevant. Het resultaat dat met de ondersteuning wordt bereikt is voornamelijk van belang. In de leveringsopdracht aan de zorgaanbieder wordt een omschrijving van de te behalen resultaten per resultaatgebied meegegeven (bijv.: een schoon huis ). Figuur 2: schematisch overzicht integrale arrangementen 1. Sociaal en persoonlijk functioneren 2. Ondersteuning en regie bij het voeren van een huishouden Arrangementen 3. Financiën Indicatiestelling: vaststellen ondersteuningsbehoefte per resultaatsgebied 4. Dagbesteding Integreren en ontschotten 5. Ondersteuning bij zelfzorg en gezondheid 6. Huisvesting 7. Mantelzorgondersteuning 1.5.7. Integrale levering De invoering van de arrangementen heeft tot doel de huidige indicatiestellingspraktijk op de AWBZ en Wmo producten te versimpelen. Dit door minder categorieën te hanteren en de aanbieder te vragen één ondersteuningspakket aan te bieden met behulp van een ontschot budget. De aanbieder is gehouden aan de in de leveringsopdracht vastgelegde resultaten. Pagina 14 van 89

De integrale leveringsplicht betekent dat een (hoofd)aanbieder, al dan niet met gebruikmaking van onderaannemers, in staat zal moeten zijn om te kunnen leveren op alle resultaatgebieden die van toepassing kunnen zijn. De keuze van de gemeente Rotterdam voor ondersteuningsarrangementen betekent niet dat een ondersteuningsarrangement volledig door een hoofdaanbieder moet worden uitgevoerd. Het is mogelijk om de uitvoering mede te verrichten met behulp van de inzet van onderaannemers. De integrale levering is beperkt tot de cliëntgroep / het arrangementenpakket, waarvoor de aanbieder is gecontracteerd. De integrale leveringsplicht en acceptatieplicht van de aanbieder geldt voor de gebieden waarvoor hij intekent. Zie hiervoor tevens paragraaf 1.5.9. Uitzondering op de acceptatieplicht per gebied zijn de bijzondere doelgroepen, zie daarvoor paragraaf 1.5.10. De aanbieder beschrijft in de offerte dat hij hier aan kan voldoen. De gemeente toetst dit op stedelijk niveau. Er wordt dus niet gevraagd om in elk gebied een dagbestedingslocatie te hebben. Bij het onderzoek in verband met de ondersteuningsvraag informeert de gemeente de cliënt over beschikbare voorzieningen vanuit de visie van gebiedsgericht werken en preferente aanbieders. Voor aanbieders geldt op verzoek van de gemeente een inspanningsverplichting om samenwerking op het gebied van dagbesteding te organiseren. De ondersteuning die hoort bij het resultaatgebied financiën wordt gezien als ondersteuning die nu al behoort tot de ondersteuning die plaatsvindt vanuit de AWBZ functie begeleiding. 1.5.8. Keuzevrijheid Een belangrijk uitgangspunt van de inkoop van ondersteuningsarrangementen is keuzevrijheid voor cliënten. Deze keuzevrijheid houdt in dat cliënten met een indicatie voor tweedelijns ondersteuning tijdens het (her)indicatieonderzoek zelf een aanbieder kiezen voor levering van deze ondersteuning. De gemeente is gehouden hierbij ook zoveel mogelijk rekening te houden met de godsdienstige gezindheid, de levensovertuiging en de culturele achtergrond van cliënten. De gemeente beoogt per cliëntgroep (zie paragraaf 1.5.4) meerdere geschikte aanbieders te contracteren. De gemeente wil op haar website van elke gecontracteerde aanbieder basisinformatie beschikbaar stellen voor cliënten, zodat cliënten een gedegen keuze van aanbieder kunnen maken. Er wordt verbinding gemaakt met de visie van de gemeente Rotterdam op gebiedsgerichte werken. Er zal per gebied gewerkt gaan worden met standaard aanbieders en preferente aanbieders. Zie paragraaf 1.5.9.2 voor meer informatie over preferente aanbieders. Keuzevrijheid geldt niet voor cliënten in de bijzondere doelgroepen, zie formulier 2. 1.5.9. Gebiedsgericht werken en preferente aanbieders 1.5.9.1. Gebiedsgericht werken Op het moment dat de cliënt zal kiezen voor zijn aanbieder voor 2de lijns ondersteuning ontvangt hij van het Wijkteam/VraagWijzer een overzicht met die aanbieders die in zijn gebied aanwezig zijn. Van aanbieders wordt (contractueel) verwacht dat zij waar mogelijk gebruik maken van reeds aanwezige faciliteiten en voorzieningen in het gebied. U zult in eerste instantie moeten kiezen in welke gebieden u wilt worden aangeboden aan cliënten. Voor de gebieden die u kiest geldt de acceptatieplicht. Voor de gebieden die u niet kiest, zult u niet worden aangeboden aan cliënten. Gedurende de uitvoering van de overeenkomst kunt u gebieden waarvoor u nu aangeeft niet te leveren toe laten voegen. Het is niet mogelijk om gebieden af te laten vallen. Pagina 15 van 89

Als er te weinig aanbieders van langdurige ondersteuningsarrangementen hebben ingetekend in een gebied, kan een aanbieder binnen de grenzen van de overige contractuele afspraken worden verplicht om tevens te leveren in een gebied direct grenzend aan het gebied waarop hij zelf heeft ingetekend. Voor ondersteuning op het gebied van Beschermd wonen en Maatschappelijke opvang is Rotterdam centrumgemeente en kan dus niet ingetekend worden op een gebied conform de indeling van de Rotterdamse gebiedscommissies. De contractering betreft hier de gehele regio waarvan Rotterdam centrumgemeente is. Van deze leveranciers wordt dan ook levering ten behoeve van de gehele regio verwacht. 1.5.9.2. Preferente aanbieders in een gebied Daarnaast introduceert de gemeente Rotterdam een systeem met preferente aanbieders. Het Wijkteam/VraagWijzer zal bij het informeren van de cliënt van de beschikbare aanbieders in het gebied aangeven welke aanbieders preferent zijn in het gebied. U kunt een preferente aanbieder in een gebied worden indien u voldoet aan de volgende voorwaarden. Voor het gebied waar u preferent wil leveren: 1. Ontwikkelt en benut u in samenwerking met het wijkteam de collectieve voorzieningen in het betreffende gebied en, 2. Werkt zoveel als mogelijk met vaste medewerkers in het gebied waardoor voor cliënten, wijkteam en het wijknetwerk herkenbare aanspreekpunten ontstaan. Opereert in het gebied in samenwerking tussen de 0de, 1ste, en 2de lijns en, 3. Participeert u, indien aanwezig, in het samenwerkingsverband en/of in het ontwikkeltraject van het samenwerkingsverband van het gebied. U dient bij het indienen van uw offerte formulier 2 in te vullen en bij te voegen. Op dit formulier geeft u aan waar u niet wil leveren, waar u wilt leveren en waar u preferent wil leveren. Als u aangeeft in een gebied preferent te willen leveren wordt u gevraagd een beknopte beschrijving te geven waaruit blijkt dat invulling kan geven aan bovenstaande aanvullende voorwaarden. Deze beschrijving zal worden beoordeeld door de gemeente Rotterdam. Indien uit de beschrijving blijkt dat u voldoende invulling geeft aan de voorwaarden krijgt u de preferente status toegewezen. De preferente status kan gedurende de uitvoering van de overeenkomst wijzigen. Indien tijdens de uitvoering van de overeenkomst blijkt, bijvoorbeeld als gevolg van een Audit, dat u niet voldoet aan de beschreven voorwaarden 1 tot en met 3 zal de contractmanager vragen om een actieplan om, overeenkomstig de voorwaarden, verbeteringen door te voeren. Indien deze verbeteringen niet worden doorgevoerd zal de contractmanager de status preferent wijzigen naar status niet preferent. Andersom geldt hetzelfde, indien u niet preferent levert in een gebied kunt u uw status wijzigen naar preferent door overhandiging van een actieplan aan de contractmanager. Indien het actieplan voldoende blijk geeft van het voldoen aan bovenstaande voorwaarden wordt u preferente aanbieder in een gebied. U zult vervolgens op dit actieplan worden gemonitord. Het systeem van preferente aanbieders wordt na 1,5 jaar geëvalueerd, zodat bij een nieuwe inkoop of verlenging van het contract een en ander kan worden bijgesteld. 1.5.10. Bijzondere doelgroepen binnen de hoofddoelgroep Zoals genoemd in voorgaande paragraaf geldt een acceptatieplicht van cliënten in die gebieden waarbij u heeft aangegeven te willen leveren (los van de preferente status). Eveneens in formulier 2 dient u aan te geven of u wilt leveren aan deze bijzondere doelgroepen. Indien u aangeeft te willen leveren, dan geldt de acceptatieplicht. Indien u aangeeft niet te willen leveren dan zult u niet worden aangeboden bij deze bijzondere doelgroepen. Pagina 16 van 89

Voor de cliënten van alle bijzondere doelgroepen geldt dat u een stedelijke acceptatieplicht heeft. Indien u inschrijft en ongeacht voor welke gebieden u aangeeft te willen leveren geldt dat alle cliënten van de betreffende bijzondere doelgroep kunnen kiezen. Het is mogelijk om alleen te leveren aan bijzondere doelgroepen alsook leveren in combinatie met de hoofddoelgroep. 1.6. Opdrachtbeschrijving De gecontracteerde aanbieder levert integrale ondersteuning aan Rotterdammers binnen hun cliëntgroep die een indicatie hebben voor ondersteuning vanuit een ondersteuningsarrangement. Deze integrale levering houdt in dat een aanbieder (Hoofdaannemer) in staat is om ondersteuning te leveren op alle resultaatgebieden die voor zijn cliëntgroep van toepassing is. Het gaat hierbij om indicaties die zijn afgegeven aan nieuwe cliënten als om herindicaties bij cliënten van wie het overgangsrecht is afgelopen en aan cliënten met een indicatie voor huishoudelijke verzorging. De opdrachtomschrijving is weergegeven in bijlage 1 bij de concept overeenkomst (zie Bijlage 1) 1.7. Nader uit te werken onderwerpen in implementatiefase De gemeente Rotterdam heeft voor een aantal onderwerpen bewust gekozen om niet uitputtende eisen te stellen. Bepaalde onderwerpen zijn pas te definiëren nadat de contracten zijn ingegaan. De onderwerpen die we gesignaleerd hebben zijn, niet limitatief, de volgende: 1. Communicatie over de transitie (zie ook alinea hierna) 2. Controleprotocol 3. Digitaal Berichten Verkeer en facturatie 4. Resultaatsturing en monitoring 5. Doorontwikkeling Arrangementen 6. Het presenteren van de beschikbare aanbieders aan cliënten Uw bijdrage op deze onderwerpen is noodzakelijk en u zal hierover nog nader bericht ontvangen. De gemeente Rotterdam beraadt zich momenteel over de wijze waarop ze deze in gezamenlijkheid wil gaan vormgeven. De gemeente acteert hierin kaderstellend, en in situaties waarin geen consensus wordt bereikt over nadere uitwerking, heeft de gemeente de doorslaggevende stem. 1.8. Communicatie over de transitie De veranderingen in de zorg hebben veel impact op de betrokken Rotterdammers. De belangrijkste vraag voor hen hierbij is: Wat betekent de verandering voor mijn persoonlijke situatie? De gemeente hecht veel waarde aan het tijdig verstrekken van juiste en persoonlijke informatie over wat er verandert in de situatie van cliënten. Uit een evaluatie en aandachtspunten van de gemeentelijke Ombudsman blijkt dat de persoonlijke communicatie met cliënten tijdens de overgang naar de nieuwe werkwijze van eerdere veranderingen op een aantal vlakken beter had gekund. Het gaat daarbij zowel over de juistheid, tijdigheid en wijze van communiceren. Deze leerpunten nemen we mee naar de komende veranderingen. Een belangrijk aspect in de communicatie is dat de cliënt op tijd, juiste en eenduidige informatie krijgt van hen vertrouwde en bekende personen. Door zowel de gemeente als de aanbieder. De gemeente stelt hiervoor kernboodschappen beschikbaar aan de aanbieder om Rotterdammers zorgvuldig en eenduidig te infomeren. De gemeente verwacht dat de Pagina 17 van 89

aanbieder deze informatie gebruikt om al hun cliënten en medewerkers, gevraagd en ongevraagd, te informeren over het overgangsrecht en wat er daarna verandert. Daarnaast zal de gemeente zelf communiceren over de veranderingen in de ondersteuning via de gebruikelijke communicatiemiddelen (onder andere de Stadskrant, website, nieuwsbrieven, persoonlijke brieven aan cliënt, etc.). 1.9. Sturing en monitoring Voor de ondersteuningsarrangementen wil de gemeente de monitoring en sturing op inzet meer los gaan laten. Tijdens de transitie zal er daarom een omslag komen van het meten van de inzet naar resultaatsturing. De gemeente Rotterdam wil hierbij de maatschappelijk effecten volgen. De te behalen resultaten zullen worden meegegeven in de opdrachten die Zorgaanbieders van de gemeente ontvangen. De gemeente Rotterdam zal dan ook het behalen van de resultaten door de Zorgaanbieder willen monitoren en hierover het gesprek aangaan. De uitkomsten zullen ook worden gebruikt om het beleid te evalueren en het model verder te ontwikkelen. De monitoring en sturing van de ondersteuningsarrangementen gaat als volgt in zijn werk: Monitoring Voor de monitoring en sturing zijn er 4 onderdelen vastgesteld waarop de gemeente wil gaan meten wat de uitkomsten zijn: Start zorg: de tijd tussen afgifte leveringsopdracht en start met het leveren van de ondersteuning. Hoe gaat het met de ondersteuning van de cliënt en de resultaten zoals vastgelegd in het leveringsplan: is de cliënt tevreden over de ontvangen ondersteuning en worden de afgesproken resultaten behaald? Klachten: Welke klachten ontvangen wij, maar ook hoe er wordt omgegaan met de klachten door de zorgaanbieder. Versterking van de zelfredzaamheid: heeft het werken met de arrangementen het beoogde effect. Kan de zelfredzaamheid van de Rotterdammers die ondersteuning krijgen vanuit de arrangementen bevorderd worden, gelijk blijven of afname beperkt worden. Aan de bovenstaande onderdelen zullen KPI s gekoppeld worden die gemeten worden tijdens de contractperiode. Voor het meten zal zoveel mogelijk gebruik worden gemaakt van de reeds bestaande instrumenten binnen de diverse afdelingen zoals het KTO en de schouw (audit). Daarnaast zal ook de zorgaanbieder gevraagd worden om gegevens aan te leveren. Door een goede mix en van deze verschillende instrumenten en te meten KPI s kan er waardevolle informatie vergekregen worden over het werken met de ondersteuningsarrangementen. De KPI s en de toepassing van de instrumenten zullen nog nader worden uitgewerkt. Sturing De uitkomsten uit de monitoring zullen worden verwerkt tot sturingsinformatie. Hiervoor wordt binnen de huidige Wmo het stoplichtmodel gehanteerd. Dit model zal gezamenlijk met de Zorgaanbieders verder worden ontwikkeld, zodat het ook toepasbaar is voor de nieuwe Wmo vanaf 2015. Tijdens de contactmomenten met de contractmanagers zullen de uitkomsten met de zorgaanbieder worden besproken. Indien onderwerpen op groen staan zal het gesprek zich richten op de best practices van de aanbieder en kan dit wellicht stof opleveren voor kennisuitwisseling met andere aanbieders. Indien een onderwerp op oranje staat zal dit onderwerp van gesprek zijn in het overleg. Afhankelijk van de situatie zal moeten worden afgesproken welke verbetering moeten worden aangebracht. Indien een onderwerp op rood staat zal wellicht een verbeterplan moeten worden ingediend. Bij geen verbetering op belangrijke onderwerpen kan er worden gekozen voor het toepassen Pagina 18 van 89

van een sanctie. Zoals omschreven in paragraaf 1.7 is de gemeente Rotterdam om sturing en monitoring na de gunning samen met de aanbieders verder vorm te geven. 1.10. Persoonsgebonden budget (pgb) Naast de Zorg in Natura (ZIN) kunnen Rotterdammers een pgb ontvangen waarmee ze zelf verantwoordelijk worden voor de inkoop van de ondersteuning. De dienstverlening die zorgaanbieders doen in het kader van een pgb vallen buiten de scope van deze aanbesteding. Binnen de scope valt wel de levering van zorg aan cliënten met een voormalig pgb welke is omgezet naar een indicatie voor zorg in natura. 1.11. Vervoer 1.11.1. Organisatie van vervoer in 2015 In 2015 is het AWBZ-vervoer onderdeel van de zorginkoop. Als er sprake is van een indicatie voor resultaatgebied dagbesteding gecombineerd met een indicatie voor vervoer, dient de zorgaanbieder dit vervoer voor de cliënt te regelen. Zorgaanbieders krijgen per gerealiseerde aanwezigheidsdag een vergoeding als sprake is van een indicatie met vervoer van en naar de dagbesteding. De tarieven voor dit vervoer staan vermeld in bijlage 1 van de concept overeenkomst (bijlage 2) Vanaf 2016 hanteert de gemeenten een apart inkooptraject voor het vervoer naar de dagbesteding voor cliënten met een indicatie voor deze beide voorzieningen. In dat aparte inkooptraject is sprake van bundeling met andere vormen van doelgroepenvervoer. De gemeente gaat dit doelgroepenvervoer samen met een (ook nog aan te besteden) regiecentrale inkopen. Na realisatie van het inkooptraject doelgroepenvervoer zijn zorgaanbieders niet meer verantwoordelijk voor het vervoeren van cliënten van en naar de dagbesteding. 1.11.2. Vervoer vanaf 2016 Per 2015 vallen er meerdere vormen van doelgroepenvervoer onder de gemeentelijke taak te weten: vervoer op Maat/ Wmo-vervoer, leerlingenvervoer (inclusief vervoer naar sportactiviteiten), vervoer van- en naar sociale werkplaatsen (Wsw) en vervoer van- en naar de dagbesteding extramuraal (nu AWBZ, straks Wmo 2015). Op 19 december 2013 heeft de gemeenteraad het besluit genomen over te gaan tot een bundeling van het doelgroepenvervoer in Rotterdam. Uitgangspunt voor de gezamenlijke inkoop is een grotere efficiency in de dagelijkse vervoersbewegingen doordat deze volgtijdelijk plaatsvinden: achtereenvolgens ritten voor WSW, leerlingenvervoer en dagbesteding. De regie en coördinatie van de rittenplanning zal worden ondergebracht bij een zogenaamde Regiecentrale. Vervolgens worden de vervoerders van alle doelgroepen aanbesteed door de gemeente Rotterdam in samenwerking met de regiecentrale. Op deze manier krijgen klanten via één loket antwoord op al hun vervoervragen. De geplande datum voor de realisatie van gebundeld doelgroepenvervoer ligt op 1 januari 2016. Voor het medisch noodzakelijk vervoer van- en naar de dagbesteding extramuraal betekent dit dat het gedurende het (overgangs)jaar 2015 zal worden meegenomen in de contractering van het overgangsrecht en de ondersteuningsarrangementen. 1.12. Herindicaties Cliënten van wie de indicatie afloopt in 2015 worden voor afloop van het overgangsrecht geherindiceerd. Cliënten met een extramurale indicatie die doorloopt tot na 31 december 2015 worden gedurende het kalenderjaar 2015 geherindiceerd. Cliënten met een indicatie voor verblijf (GGZ-C) die afloopt voor 2020, worden tijdig geherindiceerd. Voor cliënten met een indicatie die doorloopt na 31 december 2019 vindt herindicatie uiterlijk in het kalenderjaar 2019 plaats. Alle herindicaties zullen worden uitgevoerd door medewerkers van de gemeente Rotterdam. Rotterdammers die gebruik maken van een pgb worden ook geherindiceerd. Pagina 19 van 89

Een cliënt die gebruik maakt van het overgangsrecht, ontvangt de zorg van de aanbieder die voor 1 januari 2015 ook de zorg reeds leverde, mits deze aanbieder daartoe door de gemeente Rotterdam is gecontracteerd. Als een cliënt in het kader van keuzevrijheid kiest voor een andere aanbieder, zal hij een keuze kunnen maken tussen de andere door gemeente Rotterdam gecontracteerde aanbieders voor de te verlenen ondersteuning. Alleen als de cliënt ermee akkoord gaat, zal zijn herindicatie voor integrale ondersteuning vóór afloop van zijn overgangsrecht worden geëffectueerd. De cliënt ondertekent voor akkoord een schriftelijke verklaring. Met het ingaan van de herindicatie vervalt de oude CIZ-indicatie. In het geval dat de cliënt niet akkoord is gegaan met effectuering van de herindicatie voordat zijn AWBZ-indicatie al dan niet op basis van het overgangsrecht eindigt, is de herindicatie van kracht vanaf de dag dat zijn AWBZ-indicatie eindigt. Tot aan de startdatum van de nieuwe leveringsopdracht blijft de huidige aanbieder(s) verantwoordelijk voor de levering van de zorg. Voor cliënten die een indicatie hebben die eindigt na de periode van het overgangsrecht en die ervoor kiezen om de uitkomst van hun herindicatie nog niet te effectueren, blijft de aanbieder verantwoordelijk voor de zorglevering tot aan het einde van de periode van het overgangsrecht. Vanaf de startdatum van de indicatie voor een integraal arrangement, wordt de ondersteuning door één daartoe door de gemeente Rotterdam gecontracteerde aanbieder geleverd, op basis van de keuze van de cliënt. 1.13. Eigen bijdrage De gemeente Rotterdam vraagt een eigen bijdrage van Rotterdammers die gebruik maken van een maatwerkvoorziening. Dit gebeurt binnen de landelijke wettelijke kaders en wordt nader uitgewerkt in de relevante verordening(en). Op de ondersteuning die onderdeel is van deze opdracht is veelal ook een eigen bijdrage van toepassing. 1.14. Kaders Naast de overgang van de taken gaat de transitie gepaard met een forse taakstelling opgelegd vanuit de landelijke overheid. Op 30 mei 2014 is de meicirculaire gepubliceerd. Hierin is vastgesteld welke financiële middelen de gemeente Rotterdam toegewezen krijgt voor het uitvoeren van de WMO taken in 2015. De genoemde aantallen cliënten in dit document zijn een benadering van het aantal cliënten dat van het overgangsrecht gebruik kan maken. Medio 2014 zullen de persoonsgegevens op cliëntniveau bekend worden gemaakt, zodat de gemeente Rotterdam weet om welke burgers het gaat en welke ondersteuningsvraag zij hebben. In de periode daarna zal de gemeente Rotterdam regelmatig een update ontvangen van de cliënten die in de tweede helft van 2014 nog ge(her)indiceerd worden op grond van de AWBZ. 1.15. Raamovereenkomst 1.15.1. Aard van de raamovereenkomst Opdrachtgever zal raamovereenkomsten sluiten met meerdere aanbieders. De concept raamovereenkomst is als Bijlage 2 bij dit beschrijvend document gevoegd. De nadere opdrachten onder de raamovereenkomst worden gegund volgens de voorwaarden zoals deze zijn vastgelegd in de raamovereenkomst. 1.15.2. Partijen bij de raamovereenkomst De aanbestedende dienst is de gemeente Rotterdam. Deze aanbesteding is aangemerkt als een clusterspecifieke aanbesteding waarbij het Cluster Maatschappelijke Ontwikkeling als proceseigenaar zal optreden. 1.15.3. Duur van de raamovereenkomst Zorg: Pagina 20 van 89