H1 Nederland Industrialisatie: Proces waarbij de productie met behulp van machines tot stand komt.

Vergelijkbare documenten
Industrialisatie à proces waarbij de productie in toenemende mate met behulp van machines tot standkomt

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Geschiedenis Module 3, Welvaart in Amerika en Nederland

Sommige vrouwen uit de gegoede kringen deden werk in de armste wijken en werden geconfronteerd met

Samenvatting door een scholier 4507 woorden 29 mei keer beoordeeld. Geschiedenis

5,8. Paragraaf 1.1 Economische ontwikkelingen in Nederland. Paragraaf 1.2 Arm en Rijk. Paragraaf 1.3 Reacties op industrialisatie en Schaalvergroting

Praktische opdracht Geschiedenis New Deal (Roaring Twenties, Roosevelt)

heel veel was er nodig.

Samenvatting Geschiedenis Module 5

De economische wereldcrisis

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 paragraaf 1 t/m 5

Armen waren er slecht aan toe» kindersterfte was enorm hoog, 218/1000» huizen klein, eenzijdig voedsel

Samenvatting door een scholier 3914 woorden 8 november keer beoordeeld. Geschiedenis. De weg naar welvaart

Burgers en Stoommachines. Tot 1:20

Samenvatting Geschiedenis De weg naar de welvaart

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 5, par. 2 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 De Industri?le Revolutie

5,2. Profielwerkstuk door een scholier 1959 woorden 2 april keer beoordeeld

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 1 de industri?le samenleving

Deelvraag: Wanneer brak de industrialisatie in Nederland en de VS door en wat veranderde er daardoor in de samenleving?

Samenvatting Geschiedenis 51 een nieuw koninkrijk - 52 liberale revolutie gelijkheid voor iedereen

Samenvatting Geschiedenis H3

GESCHIEDENIS LES 2 STAP VOOR STAP VOORUIT

Samenvatting Geschiedenis Module 5: De weg naar Welvaart. Hoofdstuk 1, 2 en 3

2,1: Nederlands-Indië, 19 e eeuw

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

Toetsvragen geschiedenis toelating Pabo. Tijdvak 8 Toetsvragen

Profielwerkstuk Geschiedenis De economische crisis van 1929

Werkstuk Geschiedenis Nederland in de 19e eeuw

Aantekening Geschiedenis Industrialisering

Industriële revolutie: snelle ontwikkeling van de gemechaniseerde industrie. Begon zo rond 1730, en is nog steeds niet afgelopen.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3 1 t/m 9

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 8: Tijd van burgers en stoommachines

Arm en Rijk. Hoofdstuk 2: Arm en rijk in de Verenigde Staten

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 4

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

UIT de arbeidsmarkt

6,4. Samenvatting door Anna 961 woorden 23 november keer beoordeeld. Geschiedenis GESCHIEDENIS 3 VWO HOOFDSTUK 1: OORLOG EN CRISIS

Tijd van burgers en stoommachines De sociale kwestie.

Alle begrippen en personen op een rijtje: Uitleg van de begrippen. Praktische-opdracht door een scholier 1651 woorden 19 januari 2002

Na de WOI vluchtte de keizer naar Nederland

Welke wapens worden voor het eerst gebruikt in de Eerste Wereldoorlog? 1. Geweren en gifgas. 2. Machinegeweren en gifgas. 3. Gifgas en pistolen.

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 9: Paragraaf 1 t/m 4

6,7. Praktische-opdracht door een scholier 4059 woorden 9 juni keer beoordeeld. Geschiedenis. Inleiding:

6.7. Praktische-opdracht door een scholier 1921 woorden 23 juni keer beoordeeld. Inhoudsopgave

Repetitie Hoofdstuk 11. Punten delen door 60 x

6,4. Praktische-opdracht door een scholier 2064 woorden 24 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer

GROTE-LIJN-OVERZICHT VAN TIJDVAKKEN BEHANDELD IN LEERJAAR 1

Proef Geschiedenis Hoofdstuk 5

Examen HAVO. Economie 1

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

Praktische opdracht Economie De economische groei in Nederland in jaren-90

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

UIT arbeidsdeling

GESCHIEDENIS VOOR VMBO BOVENBOUW 3 VMBO KGT-EDITIE WERKBOEK

Twee belangrijke aardrijkskunde vragen zijn waar komt iets voor? En waarom is het daar? Verklaring zoek je in interne factoren en externe factoren.

H1: Economie gaat over..

Samenvatting Economie H 6

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Werkstuk Geschiedenis Beurskrach

Samenvatting Geschiedenis Module 4: Sociale zekerheid

Jagers & boeren Waarvan leefden de jagers-verzamelaars? Jagers & boeren Waarvan leefden de boeren? Van de jacht en van vruchten en planten

Paragraaf 1: Het ontstaan van een industriële samenleving. Ontstaan industriële samenleving goederen in fabrieken gemaakt en mensen wonen in steden.

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

De industriële samenleving in Nederland. Hoofdstuk 3. Van stoommachine tot robot. indus_samenleving_2007_2009_vragen.doc

-5 $ -5 $ +5 $ -5 $ Loonsverhoging: De werknemers in jouw fabriek zijn blij omdat ze loonsverhoging krijgen.

De kloof wordt breder. Boekverslag door H woorden 15 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Werken of vrije tijd?

Wat zijn de oorzaken en gevolgen van het afschaffen van de kinderarbeid in Nederland?

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Het overheidsbeleid in de periode van de economische opbouw na WO II. - Welke rol heeft de overheid in het sturen van de economie?

Nigeria. 1. Bevolking en welvaart in Nigeria 2. Voedselvoorziening in Nigeria 3. Nigeria in de wereldeconomie 4. Gezond in Nigeria

Industriële Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Module 1: Industriele revolutie

Samenvatting Aardrijkskunde Paragraaf 1.1 t/m , 1.8

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1

Werkstuk Economie Arbeidsverdeling rijke en arme landen

Sectorwerkstuk Economie Economische crisis

Goede tijden, slechte tijden. Soms zit het mee, soms zit het tegen

Spreekbeurt Aardrijkskunde De Verenigde Staten: land van migranten

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten.

Samenvatting Economie Module 4, hoofdstuk 9-12

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2, Werken

7,5. Samenvatting door Lisette 1239 woorden 18 april keer beoordeeld. Geschiedenis. Russische Revolutie

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 6

GESCHIEDENIS EN STAATSINRICHTING CSE KB

Examenopgaven VMBO-KB 2004

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5, Arbeidsmarkt

7.2 Terugblik. Een slechte gezondheidszorg in de negentiende eeuw zorgde voor een hoge kindersterfte. Willem-Jan van der Zanden

Tijdvak van burgers en stoommachines ( ) / 19 e eeuw

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 3, paragraaf 1, 2, 3, 4, 8 en 9

Tijd van burgers en stoommachines De Industriële Revolutie

1 De economische ontwikkeling van Nederland in de 19-de eeuw

Samenvatting Aardrijkskunde hoofdstuk 1 paragraaf 2,3,4,7,8

Samenvatting Geschiedenis H5

Transcriptie:

Samenvatting door een scholier 1627 woorden 23 februari 2004 6,5 21 keer beoordeeld Vak Geschiedenis H1 Nederland Industrialisatie: Proces waarbij de productie met behulp van machines tot stand komt. Thomas Edison vond uit: grammofoonplaat, film, gloeilamp. Nederland leefde van de landbouw en dienstensector. Er waren een paar echte fabrieken namelijk suiker en aardappelmeel fabrieken. In Twente en Leiden kwamen textielfabrieken met stoommachines maar het was nog niet groot. De armen hadden het erg slecht. Het sterftecijfer was hoog. De huizen in de steden waren klein en bedompt. Het voedsel bestond alleen uit aardappelen. De doorbraak van de industrialisatie was in 1890. De textielindustrie was de eerste industrie die op grote schaal moderniseerde. Nederlands-Indië werd als afzetmarkt gebruikt waardoor de moderne industrie zich kon verder ontwikkelen. De textiel en chemische industrie ontwikkelde zich in Brabant en Twente omdat daar goedkope arbeidskracht was. In het westen was de scheepvaart en machine industrie want daar was de haven dichtbij. Toen na 1890 Duitsland zich ging ontwikkelen werd Rotterdam een grote transitohaven. In 1895 ging de welvaart echt stijgen. Mensen konden meer veroorloven en daarom kwamen er fabrieken zoals koekjesfabrieken, gloeilampenfabrieken, schoenfabrieken. De rijken staken geld in aandelen van Nederlandse bedrijven. Philips en Jurgens en de Margarine-Unie waren de eerste groot-industrieën. Groot-industrie: Grote combinaties van financiële en industriële bedrijven, die streven naar het beheersen van hele bedrijfstakken. Door de olievoorraad in Nederlands-Indië kreeg Nederland een oliemaatschappij; Koninklijke Olie / Shell. Zij gingen samenwerken met buitenlandse bedrijven en werden multinationals. De vraag naar arbeid in de industrie en agrarische sector verminderde. De mensen trokken naar de steden. Het meeste geld kwam bij de rijke terecht. Zij beschikten over driekwart van het nationaal inkomen. Maar ook de armen hadden meer te besteden omdat de landbouwproducten goedkoper waren. Er was goedkoop graan beschikbaar uit de VS en er kwam meer vraag naar luxe producten zoals tabak en suiker. Door het onderwijs kwam je hogerop en dat lukte steeds meer mensen. Het weken in de fabriek werd steeds meer afgekeurd vooral voor vrouwen. Er werden vakbonden en https://www.scholieren.com/verslag/14679 Pagina 1 van 5

socialistische politieke partijen opgericht. Deze waren nogal pragmatisch. Vakbonden: Belangenverenigingen van arbeiders. De geschoolde arbeiders gingen organiseerden vakbonden zoals het ANWV Algemeen Nederlands Werklieden Verbond. Socialistische vakbonden kwamen pas later op de grootste daarvan was de NVV. Confessionele vakbonden: Bonden georganiseerd naar geloofsovertuiging. Socialisme: Beweging die inkomensverschillen en klassenverschillen wil opheffen en staatseigendom wil maken. De kerken richtten de confessionele vakbonden op omdat ze bang waren dat zij zouden verliezen aan het socialisme. Zij organiseerden hun eigen vakbond waardoor er een verzuilde vakbeweging ontstond. Collectieve arbeidsovereenkomsten CAO s: Afspraken tussen werkgevers en werknemersorganisaties die voor alle werknemers gelden. Zij wilden kortere werkdagen en betere beloningen. De SDAP Sociaal-Democratische Arbeiderspartij onder leiding van Jelle Troelstra, probeerde politieke invloed te krijgen en veel verbeteringen in het dagelijks leven. De vrouwen hadden hulpprogramma s opgezet. Zij streden tegen prostitutie en drankmisbruik. De burgerlijke vrouwen mochten niet werken, maar wilde toch iets betekenen voor de mensheid. De arbeidersvrouwen moesten keihard werken en snakte naar rust. Liberalisme: Politiek stroming, die streeft naar zoveel mogelijk vrijheid en zo weinig mogelijk staatsbemoeienis. Het liberalisme ging gepaard met de opkomst van fabrikanten en de nieuwe middenklasse. In Nederland en de VS had deze rauwe versie van het liberalisme zijn langste tijd gehad. Liberalen gingen zich afvragen of het wel zo verstandig was. Ze zorgden daarom bijv voor wetten voor vrouwen en kinderen in de fabriek te beschermen. VS Rond 1870 was de VS een agrarische natie die leefden van tarwe, maïs en katoen. In het noordoosten bevond zich de textielindustrie en machinefabrieken. John D. Rockefellers was een slimme boekhouder. To pay nobody a profit. Hij begon kopen van olieraffinaderijen en kocht alle bedrijfstakken op die daarmee te maken hadden. Talloze immigranten daarentegen werkten tot ze erbij neer vielen. Big Business: Grote combinaties van financiële en industriële bedrijven, die streven naar het beheersen van hele bedrijfstakken. https://www.scholieren.com/verslag/14679 Pagina 2 van 5

Er waren arbeidskrachten, afzetgebieden, voldoende grondstoffen en veel nieuwe uitvindingen. Niet alleen de industrie ontwikkelde zich, de landbouw ook door betere machines. Trust: Samenwerkingsverband tussen grote bedrijven waarbij concurrentie zoveel mogelijk beperkt wordt zoals Rockefeller en Carnegie. Andrew Carnegie was op 13 jarige leeftijd een hulpje in een textielfabriek en eindigde als eigenaar van het grootste staalbedrijf. Hij besteden zijn rijkdommen aan goede doelen. Amerika geloofde in een selfmade man. Mensen konden een treetje hoger komen. Maar het verschil tussen arm en rijk nam toe. De mensen die naar de VS heen gingen wilden een eigen stukje grond en dat zelf bewerken. De werkdagen in de fabrieken waren lang en slecht. De AFL American Federation of Labor was succesvol, geleid door de Nederlnadse Samuel Gompers. Zij probeerde hogere lonen en betere werkomstandigheden te krijgen. Jane Addams startte in Chicago haar Hull House voor immigranten op te vangen en crèches voor kinderen. De Amerikanen wilde zo weinig mogelijk staatsingreep. De centrale overheid was zwak en er was veel corruptie. Om dat te veranderen moest eerst de federale overheid gemoderniseerd worden. Theodore Roosevelt en Woodrow Wilson waren de eerste presidenten die dat begrepen en die grote bedrijven durfde aan te pakken. H2 VS In de jaren twintig hield Amerika zich bezig met consumptiegoederen zoals stofzuigers, koelkasten en broodroosters. Maar ook met duurzame consumptiegoederen zoals de auto-industrie. Er werd van alles bedacht om de productie zo snel en goedkoop mogelijk te maken. Ford voerde de lopende band in. In de textielindustrie, spoorwegen en kolenbouw was werkeloosheid ontstaan. Met de landbouw ging het nog slechter. In WO1 hadden de Amerikanen een deel van de Europese productie overgenomen. De boeren hadden dus flink uitgebreid. Toen Europa weer hun eigen voedsel ging verbouwen hadden de Amerikanen een overschot aan voedsel en vele schulden. Boeren en banken gingen failliet. Er ontstond een situatie dat de arbeidsproductiviteit hoger werd maar de inkomens stegen niet mee. Progressive Movement: een hervormingsbeweging die zich o.a. inzette voor meer democratie, een betere overheid en het uitbannen van de corruptie. De overheid legde het bedrijfsleven in de watten. Er was niet meer veel over van de Progressive Movement. Harding en Coolidge, de presidenten, maakten de omstandigheden vooral voor het bedrijfsleven goed. De overheid hield zich niet bezig met de economie. Alleen werd er iets gedaan aan het vele alcoholgebruik. Er kwam een alcoholverbod in 1920 maar de Amerikanen dronken gewoon door. De landbouw en financiële sector stonden er slecht voor en de beurskoersen waren niet meer de werkelijke verwachtingen. https://www.scholieren.com/verslag/14679 Pagina 3 van 5

Op 29 oktober 1929 stortte de beurskoersen in. Meer dan 16 miljoen aandelen werden verkocht voor bodemprijzen. Banken gingen failliet. Eén op de vier verloor zijn baan. Zwarten, Mexicanen, getrouwde vrouwen en ongeschoolde arbeiders kregen als eerste ontslag. Crisis: Moment waarop de economie omslaat van stijgend naar dalend. De Amerikanen dachten eerst dat de crisis tijdelijk was. Toen het langer duurde, besefte ze dat ze er iets aan moesten doen. Er kwamen allerlei stakingen zoals hongermarsen, boeren lieten hun melk weglopen en veteranen sloegen hun kampen op. De regering probeerde het goed te praten. In 1932 voelden de Amerikanen zich wanhopig, uitgeblust, moe en zocht de schuld bij zichzelf. Op sommige plaatsen ontstonden hele dorpen vol werklozen, Hoovervilles genoemd. New Deal: Aanduiding van Rooselvelts aanpak va de economische crisis van de jaren dertig. President Roosevelt spoorde de mensen aan om hun geld niet onder de matrassen te leggen maar naar de bank brengen. Dat deden de mensen ook. Voor het eerst nam de federale overheid verantwoording voor haar burgers. Iedere categorie werd geholpen met wetten / Acts en organisaties / Administrations. De boeren kregen de Agricultural Adjustment Act; ze moesten hun productie beperken. De werklozen kregen de Federal Emergency Relief Act. Vervolgens werden hun aan het werk gezet om aan werkverschaffingsprojecten te werken zoals de Works Progress Administration.De National Industrial Recovery Act was bedoeld dat het bedrijfsleven afspraken zouden maken over minimumlonen, maximumwerktijden, prijzen en een verbod op kinderarbeid. De National Recovery Administration werd uiteindelijk ongrondwettig verklaard door het Supreme Court. Dat kwam doordat het Supreme Court nog aan de kant stond van de grote ondernemingen. Roosevelt ging gewoon door met wetten instellen. Zo kwam er een Social Security Act, een eenvoudig systeem van sociale verzekeringen. Recessie: Daling van het nationaal inkomen met gevolg toenemende werkloosheid. Tot 1936 had de New Deal succes. Echter het publiek en het bedrijfsleven had voldoende vertrouwen om meer te besteden. Een nieuwe recessie was het gevolg. Pas tijdens WO2 verdween die werkeloosheid. Roosevelt bereikte met zijn programma s niet iedereen. Hij zei wel dat het bedoeld was voor de vergeten mens maar grote groepen werden toch vergeten zoals zwarte pachters, landarbeiders en vrouwen. Nederland In de jaren 20 werd de invloed van Amerika op Nederland steeds groter. Het stedelijk levenspatroon was al hetzelfde. De mensen ontdekten winkelen als tijdverdrijf. Mensen gingen naar de film en luisterden naar de radio. De programma s waren verzuild. Daardoor was de opkomende massamedia minder commercieel dan in Amerika. Verzuiling: Indeling in de samenleving naar maatschappelijke achtergrond zoals godsdienst en politieke stroming. Tussen de zuilen bestond weinig contact. https://www.scholieren.com/verslag/14679 Pagina 4 van 5

Met de industrie ging het goed. Nederlands enige grote staalfabriek werd opgericht. Maar met de landbouw ging het minder. De prijzen van bijv graan daalde. WO1 had voor veel werkeloosheid gezorgd. In1918 was er in Europa zoveel politieke onrust, dat de socialisten dachten dat het tijd was voor een arbeidersrevolutie. Dat bleek een grote vergissing te zijn van Troelstra. Maar toch heeft de regering een aantal sociale wetten ingesteld zoals invaliditeitswet en de ouderdomswet. De belangrijkste was de arbeidswet van een achturige werkdag. In Nederland brak ook de crisis uit. Nederland werd meegesleept vanwege de afhankelijkheid van de andere landen. Overal stonden op ramen uitverkoop. De export en import werd gehalveerd. Philips verplaatste een deel naar het buitenland. En tussen 1930 en 1933 was de helft van het personeel ontslagen. Er kwamen vele stakingen. Bijna de helft van de werklozen kreeg geen hulp in de crisis. De regering bestond in die tijd uit confessionelen en liberalen: De Ruys Beerenbrouck was de katholieke minister-president toen de crisis uitbrak. Zijn opvolger Colijn, hield zich vast aan de gouden standaard. Gouden standaard: Systeem waarbij landen de waarde van hun munteenheden aan elkaar koppelen door voor iedere munt een vaste goudwaarde af te spreken. https://www.scholieren.com/verslag/14679 Pagina 5 van 5