vrom000845 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer s-gravenhage, 16 oktober 2000



Vergelijkbare documenten

Overheid betaalt mee aan verplichte bodemsanering

Subsidie voor bodemsanering bedrijfsterreinen

Voortgangsrapportage en evaluatie gasfabrieken 2009

Vragen & Antwoorden over bodemverontreiniging

Steeds minder startersleningen beschikbaar

vrom Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 11 april 2003

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Bodemsanering, provincie Drenthe in landelijk perspectief (werkvoorraad, dekking personele kosten, kwaliteit van de handhaving)

Commissie Milieu, Verkeer en Vervoer. 29 januari 2002 Nr , RMA Nummer 3/2002

Basisscholen in krimpgebieden in schooljaar 2017/2018

Nieuwe verdeelmodel provinciefonds

Q1 Loopt uw indicatie voor een Wmovoorziening. huishoudelijke hulp) binnenkort af? (dit staat in het indicatiebesluit dat u ontvangen heeft)

Bodemenergie: Anno nu en kansen in de toekomst

In gemeenten met minste huurwoningen worden de meeste huurwoningen geliberaliseerd

VAN GROOT SANEREN NAAR NAZORG BEHEREN. Bruno van Dunné - Ted de Jong - Bosatex Ad Bakermans - Bodemcentrum Henri Schouten - Bodemontzorgorganisatie

Q1 Wat is uw leeftijd?

BESCHIKKING / CHK

Schriftelijke vragen aan college van B&W

De aanpak van vervuilde bovengrond en van vervuild grondwater

Besluit van 1 februari 2006, houdende regels voor uniforme saneringen (Besluit uniforme saneringen)

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Highlights Meer met Bodemenergie

beschikking vaststelling ernst en spoed bodemverontreiniging Breudijk 42 Harmelen (gemeente Woerden) UT0632/ Inleiding

Factsheet persbericht. Toekomst van studenten onzeker

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ VOLLEDIG ONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid

Resultaten enquête vakbekwaamheid

Wethouder van Volksgezondheid, Duurzaamheid, Media en Organisatie

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Nieuwsbrief B O S A T E X. Bodemsanering een zorg minder.

2 *APR, GRÖENSEHViCP 7iiin.>-iÖLi;^jg AH SCHIEDAM. Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Aan: Janssen de Jong Vastgoed B.V. T.a.v. de heer J.A.R. Looye Postbus AB BODEGRAVEN. Geachte heer Looye,

BOSATEX bodemsanering textielreiniging

Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hilversum De heer H. van Marsbergen Postbus GM HILVERSUM. 13 mei /BHZ_BDM_BS-44750

Oranje Nassaustraat 4-6 (voormalig Haveman en voormalig Drabbe)

De aanpak van vervuilde bovengrond en van vervuild grondwater

Aantal locaties bodemverontreiniging, inventarisatie medio 2012

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 november 2009

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Referentie Doorkiesnummer Faxnummer adres Onderwerp

Bodemsanering. 45 humane spoedlocaties zijn niet volledig gesaneerd. De bodem en het (grond)water zijn schoon MILIEU MARKT. Staat van Utrecht 2014

- beschikking. ernst en urgentie bodemverontreiniging Amersfoortseweg 9 Bunschoten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Datum 3 november 2017 Betreft Beantwoording vragen over verontreiniging door lekkages van NAM in Rossum

BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

De Bosatex-regeling Visie & Werkwijze

Enquête Oostvaardersplassen. Inhoudsopgave. 1 Algemeen...1

Stand van zaken gemeentelijke woonvisies

Gedeputeerde Staten HK Haarlem. Betreft: beleidsinformatie jeugdzorg. Geachte leden,

Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 29 november 2010 Betreft Uitvoering Nota Ruimte

BESLUIT INSTEMMING DEELSANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Melding Wet bodembescherming

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Monitor Wind op Land 2017

INFO AVOND MOLENAKKERS/ GRONDWATERSANERING

Dit besluit wordt van kracht overeenkomstig artikel 20.3 van de Wet milieubeheer.

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland

Verklarende woordenlijst

- Beschikking - instemming deelsaneringsplan Gageldijk 7-9 Maarssen. datum 14 januari 2005 nummer 2005WEM000066i bijlage kadastrale kaart

- beschikking - ernst en spoed bodemverontreiniging Oude Holleweg 49 (vh 23) Renswoude

Onderwerp van de aanvraag Op 10 april 2008 ontvingen wij een evaluatierapport met het verzoek om hiermee in te stemmen.

Opvallend in deze figuur is het grote aantal bedrijven met een vergunning voor exact 340 stuks melkvee (200 melkkoeien en 140 stuks jongvee).

VERZO NOEN 3 1 JUL 2002

Convenant bodem en ondergrond

socio-demografie jongeren geslacht leeftijd woonplaats 4 grote steden en per provincie afkomst opleiding religie

BODEMVERONTREINIGING Tot én met de bodem uitgezocht...

Convenant over uitwisseling van grondwaterkwaliteitsgegevens tussen drinkwaterbedrijven, provincies en het Ministerie van VROM

VERIJSSEL SBEST- AKEN RIJ

Bodeminformatie. SOE00 (Soest) K HBB Bedrijven

1 Inleiding. 2 Saneringsplan. Aan: Tekton Projectontwikkeling b.v. T.a.v. Directie Postbus AB EDE. Geachte heer / mevrouw,

Woningen. Prijzen en transacties. Provincie / Steden. Marktgegevens en prognoses. Transactieprijzen koopwoningen in mediaan 2016

BESLUIT INSTEMMING SANERINGSPLAN VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Provinciaal blad van Noord-Brabant

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Bodemkwaliteitsverklaring

Bodeminformatie. Vreijenpolderstraat 4 te Oostdijk. Legenda. Overzicht aanwezige ondergrondse tanks. Onderzoeken

Vrouwen in. de Provinciale Staten. Onderzoeksrapport

zaaknummer De Hutten-Noord Ulft Oude IJsselstreek GE

Rapport bodeminformatie

Stemrapport Kern met Pit finale /3/2016. Uitslag. 1 e prijs Groningen Zorgproject Wedde dat 't lukt. 2 e prijs Noord-Holland Kickmee!

Meldingsformulier Wet bodembescherming

Bundeling wonen in nationale bundelingsgebieden,

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Aan: De heer R.R.E. Wildeman Portengen EC Kockengen. Geachte heer Wildeman,

Graydon studie: Betaalgedrag Nederlands bedrijfsleven Q

Wonen binnen bestaand bebouwd gebied,

Herontwikkeling en sanering voormalige gasfabriekterreinen Project BO-08

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus BA Baarn. Geachte heer Stolp,

Vraag- en antwoordlijst Windenergie op Goeree-Overflakkee Aanleiding

Informatieavond bodemsanering Dorpsweg Maartensdijk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 november 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Indicator 10 Lucht. ) en fijnstof (PM 10

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

MELDINGENFORMULIER NADER ONDERZOEK EN/OF SANERINGSPLAN

Medicijngebruik. een onderzoek van seniorenorganisatie ANBO en apothekerskoepel KNMP

BESLUIT VASTSTELLING ERNST EN SPOEDEISENDHEID BIJ DEELONDERZOEK VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Wie bestuurt de provincie?

Door te klikken op bovenstaande link komt u direct op de betreffende pagina.

Transcriptie:

vrom000845 Aan de Voorzitter van de vaste commissie voor Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer s-gravenhage, 16 oktober 2000 Naar aanleiding van mijn brief van 31 mei 2000 heeft u mij een aantal (vervolg) vragen gesteld omtrent de bodemsanering op (voormalige) gasfabrieksterreinen bij brief uwerzijds van 22 juni 2000. Bij brief van 12 juli (DBO/2000076624) heb ik u bericht de informatie voor een groot deel bij het bevoegd gezag te moeten opvragen. Inmiddels zijn van de meeste bevoegde gezagen antwoorden op uw vragen binnen. Op basis van de verstrekte informatie kan ik uw vragen beantwoorden. 1 Kan de Tweede Kamer een overzicht van aard van de problematiek, de stand van zaken van de sanering en de plannen voor de sanering worden verstrekt voor zover de betrokken overheden daarover inmiddels beschikken? Groningen: De provincie Groningen telt 9 verontreinigde voormalige gasfabriekslocaties. Hiervan zijn een drietal reeds gesaneerd. Momenteel vindt een sanering plaats van het Groningse gasfabrieksterrein (CIBOGA). De overblijvende 5 locaties worden binnen het provinciale ontwikkelingsprogramma meegenomen. Samen met de provincies Drenthe, Friesland en Overijssel wordt gewerkt aan een programma voor de aanpak van de locaties. De locaties worden momenteel onderzocht op herontwikkelingsmogelijkheden. Waar noodzakelijk worden de soms gedateerde, reeds afgeronde bodemonderzoeken geactualiseerd. Friesland: In Friesland zijn in de jaren 80 vrij veel gasfabrieksterreinen gesaneerd tot de toenmalige B-waarde. Deze terreinen zijn dus niet volledig schoon voor wat betreft grond en met name grondwater. Van de in totaal 21 terreinen moeten er nog 14 in het nu te ontwerpen programma worden aangepakt. In Friesland is met name ook sprake van een omvangrijke waterbodemproblematiek als uitvloeisel van de landbodemverontreiniging. De onderzoeken bevinden zich in diverse verschillende stadia. Drenthe: In Drenthe zijn 4 voormalige gasfabriekslocaties. In de periode voor 1995 is een gasfabrieksterrein gesaneerd (Hoogeveen). Ten aanzien van de andere 3 locaties zijn de onderzoeken gevorderd tot en met het saneringsonderzoek. Na 1995 zijn er geen tot nauwelijks vorderingen gemaakt. De inschakeling van de energiedistributiebedrijven is vooralsnog niet gelukt. Momenteel wordt samen met de provincies Groningen, Friesland en Overijssel gewerkt aan een programma. Voor de locaties worden basisdocumenten opgesteld waarin zowel de ruimtelijke ontwikkeling als ook de saneringsaanpak wordt beschreven. Voor een enkele locatie betekent dit dat actualisatie van onderzoek nodig is. Overijssel: In Overijssel worden momenteel 13 gasfabriekslocaties binnen het provinciale herontwikkelingsprogramma meegenomen. Een sanering is in uitvoering. Twee andere locaties zullen in verband met benutting van Europese fondsen nog dit jaar in uitvoering worden genomen. De overige locaties worden momenteel geïnventariseerd op herontwikkelingsmogelijkheden. Daarbij vindt in twee gevallen oriënterend en in 8 gevallen actualisatie-onderzoek plaats. Gelderland: Met het onderzoek naar de actuele situatie van de Gelderse gasfabrieksterreinen wordt naar verwachting in de loop van 2000 aangevangen. In Gelderland gaat het om 30 locaties, waarvan er nog 22 locaties moeten worden gesaneerd. Utrecht: Voor zover bekend zijn in Utrecht alle voormalige gasfabrieksterreinen gesaneerd. Bij het omvangrijke geval Griftpark is inmiddels de nazorg gestart. 1

Noord-Holland: nog geen bericht ontvangen. Overigens is mij bekend dat het programma van Noord-Holland in totaal 22 terreinen omvat. De provincie is nu in overleg met de gemeenten gestart met de voorbereiding van een programma, waarbij de analyse van de (markt) potentie van een locatie van groot belang is. De provincie wil vaart achter de aanpak zetten. Zuid-Holland: In Zuid-Holland worden 23 gasfabriekslocaties binnen het provinciale programma meegenomen. De meeste beschikbare gegevens zijn inmiddels reeds op saneringsonderzoeksniveau. Alle Zuid-Hollandse gasfabrieksterreinen zijn ernstig verontreinigd. Karakteristieke verontreinigde stoffen op gasfabrieksterreinen zijn: PAK s (m.n. naftaleen), cyanide en benzeen. Naftaleen en benzeen zijn kankerverwekkend, cyanide is giftig. De risico s zijn zodanig, dat op 12 van de 23 locaties binnen 4 jaar in ieder geval tijdelijke beveiligingsmaatregelen genomen moeten worden. De overige locaties moeten binnen 10 jaar aangepakt zijn. Deze termijn stemt overeen met de looptijd van het programma gasfabrieken. Zeeland: Met de provincie Zeeland is reeds een convenant gesloten. In de komende 5 jaar zullen de landbodems van de in totaal 15 locaties in relatie tot gasfabrieksterreinen worden gesaneerd. In de 5 jaar daarop zullen de grondwatersaneringen worden afgerond, mede in het kader van de nazorg. In totaal gaat het om ca. f 45 mln aan kosten. Noord-Brabant: In Brabant heeft met behulp van het energiebedrijf al sanering van het grootste deel van de voormalige gasfabriekslocaties plaatsgevonden. Heden resteren nog 7 terreinen om te gaan saneren. De terreinen in Gemert en Waalwijk zullen als eerste aangepakt worden. Limburg: In de programmatische aanpak doen 6 gasfabriekslocaties mee: Maastricht, Sittart, Weert, Roermond, Venlo en Venray. De stand van zaken van het onderzoek is verschillend per locatie. In enkele gevallen worden reeds plannen voor de uitvoering van de sanering voorbereid (Maastricht, Roermond en Venray). Amsterdam: In de gemeente Amsterdam betreft het gasfabrieksterreinen saneringsprogramma nog 4 gevallen, te weten Marnixstraat, Oostergasfabriek, Zuidgasfabrieksterrein en Witsenkadeterrein. Bij het Westergasfabrieksterrein is de eerste fase van sanering inmiddels afgerond. Voor de overige 4 gevallen wordt het programma voorbereid en is bij het Oostergasfabrieksterrein inmiddels een ontwikkelingsplan gereed in relatie tot het saneringsplan. De overige 3 gevallen bevinden zich in de onderzoeksfase. Rotterdam: In de gemeente Rotterdam omvat de voorraad nog te saneren (voormalige) gasfabrieksterreinen nog 9 locaties. Rotterdam is gestart met de ontwikkeling van een programma. De meeste terreinen bevinden zich in de onderzoeksfase. Conform de termijn van de intentieverklaring moeten de programma s uiterlijk in december 2001 klaar zijn. Globaal kan nu worden gesteld, dat de meeste programma s een termijn van uitvoering van 10 tot 15 jaar hebben. 2 Waarop zijn de door de bevoegde gezagen verstrekte gegevens in de tabel bij de brief van 31 mei gebaseerd? Zijn de gegevens geverifieerd bij de gemeenten? De meeste bevoegde gezagen laten weten de gemeenten geraadpleegd te hebben bij de beantwoording van de vragen, met name de vraag over de aanwezige woningen. Verder hebben de meeste bevoegde gezagen zich gebaseerd op in hun archief aanwezige saneringsonderzoeken en de informatie van de bij hen werkende projectleiders. 2

3 Kan meer informatie worden verstrekt over de aard van de vervuiling en de gezondheidsrisico s die deze mogelijk met zich meebrengt? Zijn er gevallen bekend waarin de gezondheidsrisico s dermate groot zijn dat een directe waarschuwing voor de bewoners op zijn plaats is, bijvoorbeeld met betrekking tot het eten van groenten uit de eigen tuin? In het algemeen gaat het bij de aard van de verontreiniging om PAK s, zware metalen en cyanide. De gezondheidsrisico s van deze stoffen moeten locatiespecifiek worden beoordeeld om bijvoorbeeld het gevaar van directe humane blootstelling vast te kunnen stellen. Er zijn inderdaad gevallen bekend waarbij een directe waarschuwing aan de bewoners noodzakelijk was. De provincie Zuid-Holland noemt hierbij bijvoorbeeld het geval van ernstige bodemverontreiniging op het voormalige gasfabrieksterrein in Zoetermeer. Echter in het merendeel van de gevallen zijn bij het huidige gebruik geen risico s voor de volksgezondheid te verwachten. De provincie Groningen noemt bijvoorbeeld de terreinen in de gemeenten Bedum en Appingedam als voorbeeld van gevallen waarbij geen risico s voor de volksgezondheid worden verwacht. Overigens zijn de bewoners hier op de hoogte van het feit dat ze op een gasfabriekslocatie wonen en, zo stelt de provincie, de hierbij behorende gebruiksbeperkingen. 4 In de brief van 28 februari 2000 staat: «De bewoners van deze locaties mogen verondersteld worden op de hoogte te zijn van de verontreiniging», terwijl in de brief van 31 mei jl. staat dat de bewoners op de hoogte zijn. Worden de bewoners geïnformeerd over het feit dat zij op een ernstig vervuilde locatie wonen? Zo ja, in welk stadium gebeurt dat en wat is de aard van de informatie? Worden de bewoners ook geïnformeerd als de sanering niet op korte termijn aan de orde is? Het op de hoogte stellen van de bewoners blijkt maatwerk. De aanpak vertoont verschillen per bevoegd gezag. Uit de antwoorden van de bevoegde gezagen blijkt dat men in ieder geval de afweging maakt hoe en wanneer met de bewoners te communiceren. Dit leidt er meestal toe dat in de voorbereiding naar de sanering toe en tijdens de sanering intensief met de bewoners wordt gecommuniceerd. Voorafgaand aan de sanering wordt meestal minder intensief met de bewoners gecommuniceerd, tenzij inderdaad sprake is van gezondheidsrisico s en tijdelijke beveiligingsmaatregelen. De provincie Friesland stelt bijvoorbeeld dat de bewoners op projectniveau worden geïnformeerd. Dat betekent dat als er activiteiten zijn gepland dit ruim van tevoren aan de bewoners word gemeld of aan het wijkplatform. Daarnaast wordt ervan uitgegaan dat de bewoners zichzelf via de formele kanalen informeren. Immers beschikkingen en meldingen worden ter inzage gelegd. Alle betrokken partijen zijn zich overigens bewust van de noodzaak van betrokkenheid van en informatievoorziening aan de burgers. In het eindrapport BEVER (beleidsvernieuwing bodemsanering) wordt dit onderwerp expliciet behandeld (hoofdstuk 12) en wordt vervolgens in hoofdstuk 13 aangegeven tot welke regelgeving dit zou moeten leiden. 5 In de brief van 28 februari 2000 staat, in antwoord op vragen de heer Poppe, dat het bevoegde gezag verplicht is om zo nodig maatregelen te treffen om verspreiding tegen te gaan. Geldt die verplichting alleen voor gevallen waarin verspreiding risico s met zich meebrengt voor de volksgezondheid en milieu? Wat betekent het niet tegengaan van verspreiding voor de kosten van de sanering, als die sanering nog een aantal jaren op zich laat wachten? 3

Het bevoegd gezag is inderdaad verplicht om zonodig maatregelen te treffen om verspreiding tegen te gaan. Die verplichting geldt niet alleen voor gevallen waar er risico s zijn voor de volksgezondheid, maar ook voor gevallen waarbij verspreiding via het grondwater optreedt. De juridische, financiële en milieutechnische consequenties van voortgaande verspreiding vereisen dat wordt ingegrepen met tijdelijke beveiligingsmaatregelen. Dit soort maatregelen mogen uit de Wbb-middelen worden gefinancierd. De provincie Gelderland meldt in dit verband bijvoorbeeld dat op geen van de Gelderse locaties tijdelijke beveiligingsmaatregelen zijn getroffen om de gezondheidsrisico s te beperken, omdat op de locaties geen actueel gevaar is bijvoorbeeld voor inname via hand-mond gedrag. 6 Noord-Holland is één van de provincies waar de sanering mogelijk versneld ter hand wordt genomen, mede dankzij de zogenaamde clusteraanpak, waarbij projectontwikkelaars de kans krijgen om locaties opnieuw te ontwikkelen, mits zij bijdragen aan de sanering (Binnenlands Bestuur, 2 juni 2000). Bent u bereid te bevorderen dat dit voorbeeld elders wordt gevolgd, vooral ook in de die provincies waar beduidend minder vooruitgang wordt geboekt. De provincie Noord-Holland staat inderdaad een clusteraanpak voor bij de programmering van de sanering van (voormalige) gasfabrieksterreinen. Hiermee poogt de provincies locaties met minder ontwikkelingspotentieel te koppelen aan locaties met veel ontwikkelingspotentieel en als cluster «in de markt» te zetten. Het gaat hierbij nog om een beleidsvoornemen, dat in de overleggen met gemeenten en marktpartijen op zijn bruikbaarheid en hanteerbaarheid zal worden getoetst. Ook andere provincies hebben reeds interesse getoond in deze opzet, zoals de provincie Gelderland. De uitwisseling van ideëen over de aanpak en de voortgang en opbouw van een programma vindt plaats via een landelijke werkgroep van het IPO. Dit gremium wordt benut om van elkaars aanpak te leren en te bevorderen dat niet steeds opnieuw dezelfde concepten worden ontwikkeld. Het voorbeeld van de aanpak van Noord-Holland zal zeker intensief worden gevolgd en zal, mits het werkt, navolging krijgen. Dezerzijds zal dat ook worden bevorderd. 7 Hoe staat het, sinds de vorig jaar getekende landelijke intentieverklaring, met de bijdrage van de betrokken energiebedrijven aan de sanering van de voormalige gasfabrieksterreinen. In vrijwel alle provincies wordt aan de tot stand koming van programma s voor de aanpak van de verontreiniging op voormalige gasfabrieksterreinen gewerkt, conform de afspraken van de intentieverklaring van 20 december 1999. In vrijwel alle provincies wordt daarbij het gesprek met het betrokken energiebedrijf aangegaan. In Gelderland is dit bijvoorbeeld de NUON, evenals in Noord-Holland. De noordelijke provincies zijn in gesprek met de EDON en in Zeeland zijn reeds afspraken gemaakt met DELTA. Ook in Den Haag is ENECO een betrokkene bij het saneringsconvenant. De uitkomsten van de gesprekken en de daadwerkelijke financiële, organisatorische en saneringstechnische betrokkenheid moet nog worden afgewacht. Afsluitend deel ik u mede dat mijn Ministerie nauw betrokken is bij het ontwikkelen van de plannen van aanpak en het tot stand brengen van de 4

convenanten. Ik heb u reeds toegezegd jaarlijks over de voortgang aan de Kamer te zullen rapporteren. Hoogachtend, De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J. P. Pronk 5