Daarom luidt onze hoofdvraag: "Wat zijn de Zuiderzeewerken, Waarom zijn ze er en Wat hebben ze opgeleverd?"

Vergelijkbare documenten
1 Het gevaar van water

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 3 - WERKBLAD 1

Deel 1 Toen en nu 13

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 4. 1ste druk

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis theoretische opdracht

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 4.1 t/m 4.4

Toets_Hfdst4_NederlandEnHetWater

What s up Zuiderzeeland? maatschappijleer/geschiedenis theoretische opdracht

Die groote leegte 150 jaar toekomst van het Markermeer Over de inhoud van een nieuwe expositie

Lesbrief De Meerpolder 400 jaar:

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

DIENST DER ZUIDERZEEWERKEN

WHAT S UP ZUIDERZEELAND? AARDRIJKSKUNDE, THEORETISCHE OPDRACHT

Onderstaand overzicht behoort tot het project Waddenarchieven, dat wordt gefaciliteerd door de Waddenacademie (

Noord-Hollandse toplandschappen route km

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden

B1 Hoofddorp pagina 1

Thema water. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Vraag 1b. Wat was de oorzaak van deze ramp? Vraag 1a. In welke provincie was de Watersnoodramp van 1953? ...

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Onderstaand overzicht behoort tot het project Waddenarchieven, dat wordt gefaciliteerd door de Waddenacademie (

Urkerweg 1. Emmeloord. Meer informatie op de-munt.nl

Texel Landschappelijke ontwikkelingen

Lesbrief DIJKEN BOUWEN OPDRACHT 1 - EEN DIJK VAN EEN GESCHIEDENIS. Van ijs tot water

Verlengde Gildenweg 11 V-W. Emmeloord. Meer informatie op de-munt.nl

Quickscan Inleiding Resultaten quickscan

Extra CaseQuest 1 Watergebruik in het Middellandse Zeegebied

informatiekaart terp hogebeintum

WHAT S UP ZUIDERZEELAND? AARDRIJKSKUNDE, THEORETISCHE OPDRACHT

Het territorium Urk; van Almere naar Zuiderzee. Een reconstructie van het gebied tussen 800 en (Anne Post versie )

Werkblad: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land. 1

Kustlijn van de Noordzee

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

WEIDSE POLDERS, VIKINGEN EN DE WADDENZEE

Behoort bij de publicatie:

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk

LEZEN. Terpentijd

KNIPSELKRANT BOIJL DEEL 15 PERIODE BLAD

Kaart 36: Jaarinkomen per hoofd van de bevolking per provincie ( )

Praktische opdracht Aardrijkskunde Arnhem en Nijmegen

Vissen in het IJsselmeer. Romke Kats

LANDAANWINNING EN BEDIJKING

Watersnoodramp 1953 hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Lange Nering 36. Emmeloord. Meer informatie op de-munt.nl

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Overstromingen en wateroverlast

KNAG-excursie Aardkundige monumenten in Noord-Holland

Wordingsgeschiedenis van Noord-Holland 2000 v.chr zeegat Bergen / achtste eeuw n.chr strandwallen+dorpen

Hoofdvraag: Hoe kan een gebied of een landschap milieuaantasting door verdroging optreden en hoe kan dit worden tegengegaan?

Lesbrief DIJKEN BOUWEN OPDRACHT 1 - EEN DIJK VAN EEN GESCHIEDENIS. Van ijs tot water

Nederland, waterland

ri j\, jtaat direct ie zu iderzeewer ken lelystad

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Friese historicus blikt met unieke foto's terug op 75 jaar Noordoostpolder. 9/10/2017 Bron: Leeuwarder Courant /Robert Jan Speerstra

Bronnenmateriaal voor lessen over de watersnood van 1916 en de Zuiderzeewerken

Ik heb gekozen voor vier gemeenschappelijke deelvragen, deze behandel ik per landschap.

Bijlage VMBO-KB. geschiedenis en staatsinrichting CSE KB. tijdvak 1. Bronnenboekje b

Geschiedenis van de duinen

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014

Verslag Biologie Het IJsselmeer

Thema: Slag om de Schelde en de invloed op het Nieuwe land.

BEROEPSBEVOLKING EN PENDEL PROVINCIE FLEVOLAND 2000 SAMENVATTING

Victor Jean Pierre de Blocq van Kuffeler

Vraag 1 Jouw lichaam bestaat voor een groot deel uit water. Hoeveel procent van je lichaam is water?

Schokland Werelderfgoed Kijktocht voortgezet onderwijs

Verslag van de bijeenkomsten voor leden van Natuurmonumenten over het project Marker Wadden, in Hoorn op 17 januari en 21 februari 2013.

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

Cluster Beheer en Onderhoud Team BBG September Historisch onderzoek plangebied Schiphol

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Historisch Genootschap Wieringermeer, onderwerpenlijst DOCUMENTEN, versie , TvVilsteren

Het territorium Urk; van Almere naar Zuiderzee. Een reconstructie van het gebied tussen 800 en (Anne Post versie )

Dynamische Delta. Bewoonbaar, leefbaar en veilig door natuurlijke processen.

Lemsterland Gaasterlân-Sleat Noordoostpolder Zwartewaterland Zeevang Kampen. 44.

De Ouderenpartij NH maakt zich ernstig zorgen over de hoogwaterveiligheid Den Oever/Afsluitdijk/Kornwerderzand

Demi Smit Sarah Lingaard. Atlas van de toekomst

IN DEZE NIEUWSFLITS. De brochures maken de uitleg over de gehanteerde methode en de eerste resultaten eenvoudiger.

WERKBOEK. Streep. door de zee

Nederland Waterland Basisonderwijs

Naar veilige Markermeerdijken

Naam regio: Flevopolders

Samenvatting Nederland ABC

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk

Lesbrief. watersnoodramp. 1 februari Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

6,3. Werkstuk door een scholier 1917 woorden 28 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De Toekomst van de Afsluitdijk

Historisch Genootschap Wieringermeer, onderwerpenlijst DOCUMENTEN, versie , TvVilsteren

Grondboor en Hamer. Oldenzaal juni pag afb. De steenbank

NEDERLAND IN VOLLE BLOEI

Droge voeten in Noord-Holland Watertoppers

STICHTING WERELDERFGOED.NL

Werkdocument Co. (te hanteren in het Statistisch Overzicht voor Flevoland) door. ir. A. G. van Ommeren

Gemeentelijke Duurzaamheidsindex GDI-2014 Data voor alle 12 provincies

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Gelezen het voorstel van het college van gedeputeerde staten van Flevoland MPV/ /A;

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1

Nieuw Land zet vensters open Docentenhandleiding onderbouw voortgezet onderwijs (beknopte versie van de handleiding inclusief de antwoorden)

oorspronkelijk een waddengebied,

Transcriptie:

Werkstuk door een scholier 2955 woorden 6 maart 2003 5,7 125 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Inhoudsopgave: I. Inleiding II. Achtergrond III. Plannen voor het temmen van de Zuiderzee IV. Zuiderzeewet V. Uitvoering VI. Aanpassing van de plannen VII. Conclusie VIII. Takenverdeling/Literatuurlijst en gebruikte bronnen. De Zuiderzeewerken Dit is: Waterbouwkundig werk tot afsluiting en gedeeltelijke drooglegging van de Zuiderzee, gevolgd door de inrichting van drooggelegde polders en van het verkrijgen van zoetwaterbekkens. I. Inleiding Bijna eeuw geleden werd besloten tot de bouw van de Afsluitdijk en de inpoldering van een aantal gebieden. Maar hoe is dit besluit tot stand gekomen? Daarom luidt onze hoofdvraag: "Wat zijn de Zuiderzeewerken, Waarom zijn ze er en Wat hebben ze opgeleverd?" En onze deelvragen: 1. Wat waren de plannen. 2. Hoe was de uitvoering? 3. Wie had de leiding op dit project. 4. Wat was de Zuiderzeewet? 5. Heeft dit alles tot het gewenste resultaat geleid? II. Achtergrond https://www.scholieren.com/verslag/8965 Pagina 1 van 8

De Zuiderzee is altijd een gevaarlijke zee geweest. Het gevaarlijkste was de voortdurende dreiging van overstromingen. Bij stormvloed kon de waterstand in de open, ondiepe Zuiderzee namelijk zeer hoog oplopen, met gevaar voor het omringende land. Dit betekent dat er in de loop van de eeuwen diverse rampzalige overstromingen zijn geweest, waarbij hele dorpen werden verzwolgen en duizenden mensen en dieren omkwamen. Zo richtten de stormvloeden van 1775/6 en 1825 enorme schade aan in de kop van Overijssel. De Zuiderzeedijken braken toen op verschillende plaatsen door, waarop het gehele gebied onder water kwam te staan Aanvankelijk stelden de mensen zich passief op tegen de voortdurende dreiging van het water. Men trok gewoon naar hoger gelegen terpen. Later gingen mensen terpen opwerpen, waarop ze gingen wonen. Nog weer later bouwde men de eerste dijken als bescherming tegen zeewater bij een stormvloed. Door uitwateringssluizen te bouwen in die dijken kon men de waterstand regelen. Die dijken werden van verschillende materialen gemaakt: klei, zand, keileem, zeegras (wier), riet, hout, gras, maar ook steen, puin en grind. Maar toen bleek dat de dijken werden bedreigd door dieren als de paalworm, de wolhandkrab en de muskusrat. Daarom ging men de dijken later met steen bekleden. Vanaf de 12de en 13de eeuw ging de mens niet meer in de verdediging, maar in de aanval: men begon land aan de zee te onttrekken door indijking en bemaling. In de 16e en 17de eeuw ontstonden de eerste echte droogmakerijen. Dat wil zeggen een gebied dat eerst water was, werd tot bruikbaar land gemaakt. Enkele beroemde voorbeelden zijn de polders van de Beemster (1612; thans door Unesco verklaard tot Werelderfgoed!), Purmer (1622), Wormer (16126) en de Schermer (1635). De ontwikkeling in de techniek van windkracht (molens) naar stroomkracht heeft het mogelijk gemaakt om ook grotere meren droog te leggen, bijvoorbeeld de Haarlemmermeer (1852). Men is hier op overgegaan omdat er in 1836 weer eens grote overstromingen waren geweest, waarbij Amsterdam en Leiden bedreigd werden. De opgedane ervaringen, verdere ontwikkelingen in de techniek van dijkbouw, bemaling en zo meer maakten het mogelijk dat men aan de drooglegging van de Zuiderzee kon gaan denken. Een ander nadeel van de Zuiderzee was, dat de aanwezigheid van die zoute zeearm in het hart van Nederland in droge zomers leidde tot verzilting, vooral in de Kop van Noord-Holland en in Friesland. Dit probleem kon worden opgelost door afdamming en drooglegging van de Zuiderzee. Een bijkomend voordeel van drooglegging was dat aanzienlijke landwinst kon worden geboekt. Ook konden de verkeersverbindingen tussen de verschillende provincies worden verbeterd. Nu moest men altijd om die grote Zuiderzee heen rijden. Maar er waren ook mensen die niets zagen in drooglegging van de Zuiderzee: dat waren vooral vissers die bang waren hun broodwinning te verliezen. De Zuiderzeevisserij speelde immers een belangrijke rol. Ook was men bang dat de afvoer van het water van de rivier de IJssel te zeer zou worden belemmerd, waardoor wateroverlast zou kunnen ontstaan in de landprovincies. Ook bewoners van de eilanden Urk en Marken wilden niet graag hun bijzondere status als eilandbewoners verliezen. Bij inpoldering zouden deze eilanden deel uitmaken van het vasteland. Er waren dan ook veel https://www.scholieren.com/verslag/8965 Pagina 2 van 8

demonstraties. III. Plannen voor het temmen van de Zuiderzee Plannen om de Zuiderzee te temmen bestaan al heel lang. Hendrick Steven (1667) was een van de eerste die met een plan kwam om de Zuiderzee droog te maken. Zijn plan was vooral om veiligheid te scheppen, daarnaast zou er land worden gewonnen en zouden de dijken korter worden. Goede verkeersverbindingen zouden mogelijk worden, tenslotte zou er een zoetwatermeer ontstaan. Dit ambitieuze plan was helaas technisch gezien toen niet mogelijk. Uiteindelijk was het ruim twee eeuwen later, op particulier initiatief, dat er een uiteindelijke stoot kwam tot een definitief plan. Dit plan was door de heer Lely, toen chef technisch onderzoek van de Zuiderzeevereniging, ontwikkeld. Zijn oplossingen waren bevredigend, bij de definitieve uitvoering hoefde het plan slechts op details gewijzigd te worden. Toch zou het bijna twintig jaar duren voordat met de uitvoering begonnen kon worden, want op politiek gebied zat men tegen te werken. Men vond het plan van Lely te duur. De doorslag van aanvaarding was de enorme overstro-ing van 1916. Ook bestond er een dreigend voedsel gebrek door het isolement van Nederland tijdens de eerste wereldoorlog. Uitbreiding van landbouw grond zou Nederland minder afhankelijk maken van het buitenland. De doeleinden van het plan van Lely waren als volgt: Het vergroten van de veiligheid van het land tegen stormvloeden. Het winnen van nieuw land om het landbouwareaal te vergroten. Verbetering van de waterbeheersing. Het bestrijden van de verzilting van het omliggende land. Om deze doeleinden te bereiken moesten de volgende werkzaamheden verricht worden. De afsluiting van de Zuiderzee. ( doel 1,2 en 3) De droogmaking en inpoldering van gedeelten van de Zuiderzee. (doel 2) De vorming van een zoet IJsselmeer (doel 3 en 4) De eerste en belangrijkste doelstelling van het plan Lely was de bescherming van het land tegen stormvloeden. De overstromingen van 1916 hadden de noodzaak daartoe nog eens aangetoond. De Zuiderzee had een kwetsbare kustlijn met een lengte van 300 km. De Afsluitdijk zou volgens het plan Lely deze kustlijn terug brengen tot 30 km. De behoefte tot het winnen van nieuw land (doel 2) was vooral ontstaan in de Eerste Wereldoorlog. Nederland werd afgesloten van zijn belangrijkste invoer van voedsel. Zelf was het nog niet in staat voldoende te produceren. Uitbreiding van de landbouwgronden zou een oplossing kunnen brengen. Ook was er in die tijd een overschot aan landbouwers. Nieuw land zou het aantal arbeidsplaatsen doen toenemen en daarmee uiteraard de voedselproductie. Bij de keuze van de droogmakerijen hield Lely dan ook zoveel mogelijk rekening met de bodemgesteldheid. Het zandige noordelijke deel van de Zuiderzee bleef daarom buiten de droogmakerijen. Naar de https://www.scholieren.com/verslag/8965 Pagina 3 van 8

kustranden toe in het zuiden was de bodem kleiiger. Daar werden dan ook de nieuwe polders gepland. Doelstelling drie, de verbetering van de waterbeheersing was allang een wens. De Zuiderzee kende immers wisselende waterstanden. Hoge waterstanden in de winter belemmerden de afwatering van het oude land. Het gevolg was een terugkerende wateroverlast. In de perioden van droogte kon er ook geen water uit de Zuiderzee gebruikt worden om water in het oude land in te laten. Het zoute water zou immers het omliggende land verzilten. Door het afsluiten van de Zuiderzee zou de waterstand geregeld kunnen worden. In de winter kon men dan de waterstand kunstmatig laag houden. De afwatering van het oude land kon dan probleemloos verlopen. In de zomer zou men de waterstand hoog kunnen houden. Zoet water zou men in sloten en kanalen in het oude land kunnen inlaten. Verdroging kon tegengegaan worden en de doorspoeling met zoet water bestreed de verzilting. IV. Zuiderzeewet In 1901 diende Lely als minister van Waterstaat een wetsontwerp in voor de aanleg van een afsluitdijk en de aanleg van de twee kleinste polders, maar toen hij na de verkiezingen niet in het kabinet terug kwam werd dit wetsontwerp weer ingetrokken. Een wetsontwerp uit 1907 om de Wieringermeer in te polderen, werd in 1913 ingetrokken met de bedoeling om direct daarna een verdergaand, nieuw wetsontwerp in te dienen. In dat jaar was Lely weer minister van Waterstaat geworden op voorwaarde dat de Zuiderzee werken een onderdeel zouden woren van het regeringsprogramma. Dit gebeurde, dus kon Koningin Wilhelmina in haar troonrede op 16 september 1913 de historische woorden spreken: Ik acht de tijd gekomen om de afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee te ondernemen. Verbetering van de waterstaatkundige toestand van de omliggende provincies, uitbreiding van grondgebied en blijvende vermeerdering van arbeidsgelegenheid zullen daarvan het gevolg zijn. Op 13 juni 1918 werd ze Zuiderzee wet aangenomen zonder hoofdelijke stemming, en de daarop volgende dag in de Staatscourant werd gepubliceerd als Wet tot afsluiting en droogmaking van de Zuiderzee. De aanhef en het eerste artikel van deze wet luiden als volgt: Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! Doen te weten: Alzoo Wij in Overweging genomen hebben, dat de afdeeling van de Zuiderzee en de droogmaking van gedeelten binnen die afsluiting in s lands belang door het Rijk behooren te worden ondernomen; Zoo is het, dat Wij den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: Artikel 1. Op nader door Ons of van Onzenwege vast te stellen wijze, worden voor rekening van den staat: A. de werken uitgevoerd, noodig: 1. Tot afsluiting van de Zuiderzee door een afsluitdijk, looped van de Noordhollandse kust door het Amsteldiep naar het eiland Wieringen en van dit eiland naar de Friesche kust bij Piaam. 2. Voor de droogmaking van gedeelten van de af te sluiten Zuiderzee 3. Tot voorziening in de belangen van waterkeering, afwatering en scheepvaart, voor zooveel deze door de afsluiting en de droogmaking geschaad worden; https://www.scholieren.com/verslag/8965 Pagina 4 van 8

B. De maatregelen getroffen en de werken uitgevoerd, noodig tot voorziening in de belangen van de landsverdediging, in verband met de onder A bedoelde werken. De Zuiderzeewet werd gevolgd door een drietal andere, daarmee samenhangende wetten, nl de landverdedigingswet in verband met de afsluiting (1925) met het oog op eventuele inundatie met IJsselmeerwater, de Zuiderzee Steunwet (1925) ter regeling van de compensatie van schade die Zuiderzeevissers en andere betrokkenen eventueel zouden lijden en de Wet ter bespoediging van de uitvoering der Zuiderzeewerken (1926), waarin o.m de financiering van de werken werd geregeld. V. Uitvoering Amsteldiepdijk (1920-1924) De uitvoering van het Zuiderzeeproject begon met de aanleg van een dijk tussen Noord-Holland en het eiland Wieringen. Op 29 juni 1920 werd de eerste grond in het Amsteldiep gestort. In 1924 was de dijk, met een lengte van 2½ kilometer, gereed. Hij vormde de eerste stap tot de inpoldering van de Wieringermeer en de afsluiting van de Zuiderzee. Proefpolder Andijk (1927) Eén van de doelstellingen van het Zuiderzeeproject was landaanwinning, vooral ten behoeve van de akkerbouw. Daarom wilde men weten hoe de grond in een drooggemalen polder zich ontwikkelde, en hoe de zoute gronden in cultuur gebracht konden worden. Om die reden werd bij het dorp Andijk, tussen Enkhuizen en Medemblik, een 40 hectare grote proefpolder aangelegd. In deze proefpolder bestudeerde men diverse aspecten die voor een optimale benutting van de grond van belang waren, zoals ontzilting, inklinking en opdroging. Ook werden proeven genomen voor de beste manier van grondbewerking en de keuze van de meest geschikte gewassen. Wieringermeer (1927-1930) De Wieringermeer was de eerste grote inpoldering in Nederland van de twintigste eeuw. In 1927 begon men met de aanleg van een dijk tussen het eiland Wieringen en Medemblik. Daarna kon het daarachter liggende gebied worden drooggemalen. In 1930 was de polder voltooid en was Nederland ruim 20.000 hectare groter geworden. De nieuwe polder bestond voor het grootste gedeelte uit akkerland. In de Wieringermeer werden vier dorpen aangelegd. De centrumplaats is Wieringerwerf, in het zuiden ligt Middenmeer, in het westen Slootdorp en in het oosten Kreileroord. De polder bestaat voor het grootste deel uit akkerland, gesymboliseerd door het beeld De Maaier in het centrum van Wieringerwerf. De Wieringermeer werd een soort proefpolder voor de inrichting van het nieuwe land en de opbouw van een samenleving. Hiervoor had de proefpolder Andijk immers niet genoeg ruimte geboden. De kennis, opgedaan in de Wieringermeer, kon bij de latere, grotere polders worden benut. De dijk rondom de Wieringermeer was zo sterk dat zij ook stand zou houden als de Afsluitdijk, die toen nog in aanleg was, zou doorbreken. Toch werd, ter geruststelling van de nieuwe inwoners, midden in de polder een vluchtheuvel aangelegd, de laatste terp die in Nederland is opgeworpen. Vijftien jaar later bleek deze vluchtplaats onverwacht van groot belang. Op 17 april 1945, vlak voor de bevrijding, bliezen de Duitsers in het noorden van de Wieringermeer de dijk https://www.scholieren.com/verslag/8965 Pagina 5 van 8

op. Meer dan 700 miljoen kubieke meter water overspoelde de polder. Een groot deel van de gebouwen werd verwoest. Acht maanden later, op 11 december 1945, was de polder weer geheel drooggemalen. Afsluitdijk (1927-1932) De aanleg van de Afsluitdijk was het belangrijkste onderdeel van het Zuiderzeeproject. In 1927 begon men aan de noordoostpunt van Noord-Holland en het in westen van Friesland tegelijkertijd met de aanleg. Op 28 mei 1932 werd het laatste sluitgat gedicht. Hiermee veranderde de Zuiderzee in IJsselmeer. De Afsluitdijk is dertig kilometer lang. In 1933 kon de weg over de dijk voor het verkeer worden opengesteld. De geplande treinverbinding is er echter nooit gekomen. Noordoostpolder (1937-1942) Tegen de westzijde van Overijssel werd tussen 1937 en 1942 de tweede grote polder van het Zuiderzeeproject drooggelegd, de Noordoostpolder. Een ringdijk van Lemmer tot bij Vollenhove sloot het droog te leggen gebied af, waarna gemalen het water uit de polder pompten. De nieuwe polder, ongeveer 48.000 hectare groot, viel in 1942 droog. De voormalige eilanden Urk en Schokland werden in de polder opgenomen. Gedurende de oorlogsjaren bood het werk in de Noordoostpolder voor velen een mogelijkheid om te ontkomen aan tewerkstelling in Duitsland. Naar schatting zijn er in de polder in totaal ongeveer 20.000 onderduikers geweest. Hieraan dankte de Noordoostpolder, bekend onder de afkorting NOP, de bijnaam 'Nederlands Onderduikers Paradijs'. Tijdens een grote razzia in november 1944 werd een groot deel van de onderduikers gevangen genomen en naar Duitsland afgevoerd. De Noordoostpolder werd, net als de Wieringermeer, aan het oude land vastgelegd. Door de lage ligging van de nieuwe polders onttrokken zij water aan het vasteland. Verdroging en verzakkingen waren hiervan het gevolg. Bij de aanleg van Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland heeft men daarom besloten de polders geheel te omringen met een dijk en met randmeren van het oude land te scheiden. Oostelijk Flevoland (1950-1957) De droogmaking van Oostelijk Flevoland begon in 1950. Zeven jaar duurde het in totaal: het maken van een ringdijk en het droogmalen van het ingesloten gebied. Met 54.000 hectare land is Oostelijk Flevoland tot op heden de grootste Nederlandse polder. In februari 1953 werd de bedijking van Oostelijk Flevoland tijdelijk stilgelegd vanwege de watersnoodramp in Zeeland. Personeel en materieel van de Dienst der Zuiderzeewerken werden ingezet voor herstelwerkzaamheden aan de dijken op Schouwen-Duivenland. In december 1953 keerden ze terug naar Oostelijk Flevoland. In Oostelijk en Zuidelijk Flevoland was het winnen van landbouwgronden niet langer het voornaamste doel van de inpoldering. Huisvesting en recreatiemogelijkheden voor mensen uit de overbevolkte randstad waren nu belangrijker. En de hoofdstad van Flevoland Lelystad is genoemd naar de bedenker van plannen Lely. Zuidelijk Flevoland (1959-1968) Twee jaar na de drooglegging van Oostelijk Flevoland begon men met de aanleg van de volgende polder. In het zuidelijk deel van het IJsselmeer werd een nieuwe dijk aangelegd, die aansloot op de dijk rond https://www.scholieren.com/verslag/8965 Pagina 6 van 8

Oostelijk Flevoland. Na het droogpompen ontstond zo in 1968 Zuidelijk Flevoland. De nieuwe polder was ongeveer 43.000 hectare groot. Vanwege de gunstige ligging ten opzichte van de Randstad had Zuidelijk Flevoland een grote aantrekkingskracht. Velen verhuisden naar de nieuwe polder. Met name de nieuwe nederzetting Almere groeide in snel tempo, tot bijna 120.000 inwoners in 1997. Het is daarmee op dit moment verreweg de grootste gemeente van de provincie Flevoland, en een van de twintig grootste steden van Nederland. VI. Aanpassing van de plannen De Markerwaard, een onbekende toekomst In de jaren 1963-1975 werd een dijk aangelegd van Enkhuizen naar Lelystad. Deze dijk was bedoeld als oostgrens van de grootste IJsselmeerpolder die zou worden aangelegd, de Markerwaard. Vanaf de jaren '30 was al een aantal maal besloten tot aanleg van de Markerwaard. De inpoldering werd steeds uitgesteld, omdat voorrang werd gegeven aan andere polders. Na de droogmaking van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland zou het er dan eindelijk van komen. De Markerwaard had in 1980 gereed moeten zijn. Tegen de plannen tot inpoldering rees echter steeds meer verzet en daarom besloot de regering in 1990 om voorlopig van inpoldering af te zien. De Dienst der Zuiderzeewerken en de Rijksdienst voor de IJsselmeerpolders werden, in afgeslankte vorm, samengevoegd tot Rijkswaterstaat Directie Flevoland, die zich meer ging richten op beheer en onderhoud dan op inpoldering en ontwikkeling. De plannen voor inpoldering van het Markermeer zijn echter nog steeds niet helemaal van de baan. Zo is onlangs weer een discussie op gang gekomen over de mogelijkheid om een gedeelte van het Markermeer droog te leggen voor onder andere de vestiging van een tweede nationale luchthaven. VII. Conclusie Alle doelen zijn uiteindelijk behaald, behalve dan de inpoldering van de Markerwaard. Aanvankelijk was het het doel de polders voor landbouw te gebruiken, maar dat is nu allang niet meer; Zuid-Flevoland vangt nu de overtollige mensen van de regio Amsterdam op. Er is ook een grote tak van watersport op gang gekomen en er is onbedoeld een prachtig natuurgebied ontstaan, namelijk de Oostvaarderplassen. Maar de polders en de afsluitdijk zijn erg mooi en nuttig geworden en daar moeten we maar trots op zijn. Wij hebben erg ons best gedaan antwoord te vinden op onze hoofd- en deelvragen. Wij denken dat dit is gelukt. Wij hebben met zeer veel plezier aan dit boeiende onderwerp gewerkt en gaan ons er zeker nog meer in verdiepen! VIII. Takenverdeling/Literatuurlijst en gebruikte bronnen. Taakverdeling van dit werkstuk: Reinier heeft gedaan: Achtergrond Algehele verzorging uiterlijk van het werkstuk https://www.scholieren.com/verslag/8965 Pagina 7 van 8

Plaatjes Christopher heeft gedaan: Planning Uitvoering Zuiderzeewet Literatuurlijst Gezamenlijk hebben wij gedaan: Inleiding Hoofdvraag en deelvragen geformuleerd Conclusie Algemene beoordeling en aanpassing van werkstuk Literatuur: Teake Stol, Wassend Water, Dalend land.kosmos Historisch, Utrecht Antwerpen. 1994 G.H.L. Tiesinga (red.), Het Zuiderzeeproject, De Walburg Pers, Zutphen. 1990 Dr.J.J.J.M.Beenakker en drs.h.s.danner, Strijd tegen het water, De Walburg Pers, Zutphen. 1992 Prof.dr.ir.J.Th Thijsse, Een halve eeuw Zuiderzee werken, H.D Tjeenk Willink B.V Groningen. 1973 Jaap van der Zwaag, Nederland is bijna klaar, Smeets N.B.I, Amsterdam. 1977 R.H.A van Duin, Het Zuiderzee project in zakformaat, Rijksdienst voor de IJsselmeer polders, Lelystad. 1984 Internet: http://www.archief.nl/rad/thema/strijd_tegen_het_water/zuiderzeecore.htm https://www.scholieren.com/verslag/8965 Pagina 8 van 8