j jqestuuriijke informatie ^:> ' ^>.',4 is"' I u m 4 E 1 c: < CL fe' s S _ JA / NEE vertrouwelijk: W ^^^^^^^H W m\ l f 1 II ^* ^^ 7l\AX^Co b^lor^ct, ^L. narr, qemeente Mnto rt^k^jl»..»!»^. ^.. j. \^v LI /B' v woslgi iioljl v/ ^ NOTA VOOR DE RAAD ~\n um: 21 april 26 Nummer raadsnota: ö 6 J^. Onderwerp: Zienswijze betreffende de begroting 26 van de Gemeenschappelijke Regeling Regionale Ambulance Voorziening Brabant MiddenWestNoord (GR RAV) i^^^m =^ " BBB 1fS Portefeuillehouder: van Brummen Bijlagen: 1. Ontwerp Begroting 26 GR RAV Ter inzage: 1. Verzoek Algemeen bestuur GR RAV d.d. 326 2. Voorligger vergadering Algemeen Bestuur RAV d.d. 2616 is! = :O : Voorstel: 1. de ontwerpbegroting 26 van de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant MiddenWestNoord (MWN) positief te waarderen met uitzondering van het onderdeel FLO. Een besluit hierover kan pas genomen worden nadat harde cijfers bekend zijn, welke t.z.t. zullen worden verwerkt in een begrotingswijziging. Aanleiding Het Algemeen Bestuur (AB) van de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant Midden WestNoord (MWN) heeft op 26 januari 26 de ontwerpbegroting 26 RAV Brabant MWN vastgesteld. Dit is de eerste keer dat er een gemeenschappelijke begroting voor de RAV Brabant MWN is opgesteld. De nieuwe gemeenschappelijke regeling (GR RAV) is mede tot stand gekomen om de betrokken RA Ven waar mogelijk te saneren. Na de verkregen goedkeuring van Gedeputeerde Staten van de Provincie NoordBrabant voor deze Gemeenschappelijke Regeling per 1 november 25 hebben de deelnemende gemeenten de RAV Brabant MiddenWestNoord ingesteld. De regeling omvat het werkgebied van de twee veiligheidsregio's Midden/WestBrabant en BrabantNoord. De regeling is primair gebasseerd op de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) en verder op de Gemeentewet. Conform artikel 35 lid 3 van de Wet Gemeenschappelijke Regelingen (WGR) kunt u uw zienswijze naar voren brengen over deze concept begroting. Alle reacties worden door het Algemeen Bestuur meegenomen bij het vaststellen van de definitieve begroting. Argumenten Een van de redenen voor het oprichten van de GR RAV is de wens van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot realisatie van één RAV per veiligheidsregio, die intergraal verantwoordelijk is voor het leveren van verantwoorde ambulancezorg, zowel in de dagelijkse situatie als bij rampen en zware ongevallen. Dit uitgangspunt komt terug in de nieuwe Wet ambulancezorg, die bij het aangaan van de regeling nog in de fase van besluitvorming is (voorstel wet nummer 29 835). Daarnaast betekent de regeling de formalisering van de reeds langer bestaande bedrijfsmatige samenwerking op het terrein van ambulancezorg tussen de GGD West Brabant en de GGD Hart voor Brabant. Deze samenwerking beoogt o.a. schaalvoordeel en efficiencywinst te realiseren. Tot nu toe is er steeds door alle betrokken partijen in de voorbereidingen van de nieuwe GR RAV vanuit gegaan, dat er geen bijdrage van de gemeente gevraagd zou worden.
WW w gemeente Oosterhout Uit voorliggende begroting wordt duidelijk dat een aantal interne maatregelen getroffen zijn om de begroting sluitend te krijgen. Genoemde maatregelen zijn: 1. aanpassing van de staf en het management van de RAV MWN aan de nieuwe organisaties. DitJevert een kostenreductie op van 413.,. 2. een kostenverlaging in de personeels en advieskosten van 19.,. 3. het verlenen van ondersteuning vanuit het shared servicecentrum in oprichting (SSC) dat beide GGDen hebben ingericht. Daardoor wordt op de inkoop van de ondersteuning 553., bespaard. Ondanks de genomen interne maatregelen wordt een structurele bijdrage gevraagd, welke bestaat uit de volgende drie componenten: 1. Opbouw reservering voor de FLOverplichtingen voor de FLOers; voor deze reservering wordt nog nader onderzocht of al dan niet sprake is van een verschil met betrekking tot de ingebrachte verplichtingen tussen de gemeente van Midden Brabant en West Brabant. De jaarlijkse bijdrage zal na 26 jaarlijks fors toenemen. Van 233., in 26 naar 329., in 27, naar 418., in 28, naar 454., in 29 tot 643., in 21. (Zie hiervoor de meerjarenraming in de begroting, blz. 36 en 37). In de tabel staan de voorlopig vermelde te ramen bedragen. N.B. moet opgemerkt worden dat de FLOberekeningen gebaseerd zijn op de oude pensioenregeling en dat deze nog niet doorgerekend zijn op basis van het nieuwe akkoord van de bonden met de VNG. Naar verwachting zullen de kosten als gevolg van dit akkoord hoger uitvallen. Ons college stelt vast dat bovenstaande een zorgzame ontwikkeling is. Vooralsnog kan dan ook niet akkoord gegaan worden met een bijdrage ter dekking van de FLO kosten. Er zijn nog teveel onduidelijkheden en aannames. Een besluit hierover kan pas genomen worden nadat harde cijfers bekend zijn, welke t.z.t. zullen worden verwerkt in een begrotingswijziging. Overigens moet worden medegedeeld dat, op initiatief van de West Brabantse gemeenten, in het Algemeen Bestuur van de GR RAV is besloten de FLObesluitvorming te parkeren. 2. de Gemeenschappelijke Meldkamer C2; deze bijdrage werd nooit in de begroting van de GGD WestBrabant opgenomen maar werd wel in rekening gebracht. In de begroting van de gemeente Oosterhout is deze bijdrage voorzien. 3. Dekking van de extra kosten die voortvloeien uit de CARUWO (betere rechtspositie voor ambulancepersoneel in overheidsdienst die niet gedekt wordt door de CTGnorm = College Tarieven Volksgezondheidszorg.) Kanttekeningen De nieuwe GR RAV is mede tot stand gekomen om de betrokken RAVen waar mogelijk te saneren. De uitkomst van de sanering is nog niet bekend en kan dan ook niet worden betrokken bij deze begroting. De besturen van de GGD West Brabant en de GGD Hart voor Brabant moeten nog besluiten op welke wijze zij de saneringsmiddelen gaan aanwenden. De FLOverplichtingen voor medewerkers die met FLO zijn gegaan voor 1126 moeten worden afgedekt. Voor deze medewerkers zijn in de sanering tevens de FLOkosten meegenomen tot aan hun pensioengerechtigde leeftijd.
w gemeente Oosterhout Benodigde Middelen Financiën: Tot nu toe is er steeds door alle betrokken partijen in de voorbereidingen van de nieuwe GR RAV vanuit gegaan, dat de RAV de gemeente geen geld zou gaan kosten. Er wordt nu echter een begroting voor 26 gepresenteerd waarin toch een bijdrage van de gemeenten wordt gevraagd. Op pagina 7 en 8 wordt uiteengezet waarom een bijdrage nodig is. Aangegeven wordt daar dat een bijdrage noodzakelijk is voor de volgende onderdelen: > Gemeentelijke bijdrage ter dekking van de FLO kosten.,221 per inwoner, voor Oosterhout circa 12.,. E.e.a. het gevolg van een wijziging van de beleidsregel voor FLO door het CTG. Als gevolg hiervan wordt het hiervoor beschikbare budget in drie jaren geheralloceerd over de publieke en private ambulancedienst. Voor de publieke ambulancediensten betekent dit een dekkingstekort. Er is een juridisch traject tegen deze wijziging in gang gezet. > Gemeentelijke bijdrage ihkv GMK/C2.,11 per inwoner, voor Oosterhout circa 6.,. Kosten werden nooit opgenomen in de begroting van GR OGZ, maar werden wel in rekening gebracht. Is al dekking voor binnen onze begroting. > Gemeentelijke bijdrage vanwege meerkosten van een publieke organisatie.,153 per inwoner, voor Oosterhout circa 8.,. De CAO Ambulancezorg kent een aantal faciliteiten die niet worden gecompenseerd door het CTG (o.a. leeftijdsverlof, ouderschapsverlof), hierdoor ontstaat er een negatief saldo bij de RAVen. In totaal dus circa 26., waarvan circa 2., niet in onze begroting is voorzien. Gelet op het vorenstaande stellen wij voor de ontwerpbegroting positief te waarderen met uitzondering van het onderdeel FLO. Een besluit hierover kan pas genomen worden nadat harde cijfers bekend zijn, welke t.z.t. zullen worden verwerkt in een begrotingswijziging. Dit houdt in dat alleen de gemeentelijke bijdragen vanwege meerkosten van een publieke organisatie en de bijdrage in het kader van GMK/2 wordt geaccordeerd. Personeel: N.v.t. Overige: N.v.t. Uitvoering N.v.t. HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN OOSTERHOUT, W.H. HUIJBREGTSSCHIEDON, burgemeester. W.P.H. Redert, secretaris
WW w gemeente BESLUIT VAN DE RAAD Nummer: ooo b o DE RAAD VAN DE GEMEENTE OOSTERHOUT; gelezen het voorstel van het college van 21 april 26; BESLUIT: 1. De ontwerpbegroting 26 van de Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant Midden WestNoord (MWN) positief te waarderen met uitzondering van het onderdeel FLO. Een besluit hierover kan pas genomen worden nadat harde cijfers bekend zijn, welke t.z.t. zullen worden verwerkt in een begrotingswijziging. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 16 mei 26. VOORNOEMD, griffier.
ONTWERP BEGROTING 26 RAV BRABANT MIDDENWESTNOORD
INHOUDSOPGAVE 1 Inleiding 3 2 Doelstelling en activiteiten 4 2.1 Doelstelling 4 2.2 Activiteiten 4 3 Wijze van realisatie 5 3.1 Inzet extra middelen beschikbaarheid 5 3.2 Kosten Functioneel Leeftijdsontslag 5 3.3 Sanering en RA Vvorming 6 3.4 Gewijzigde managementstructuur 6 3.5 Inkoop ondersteunende functies bij Shared Service Centre 7 3.6 Gevolgen personeel 7 3.7 Gemeentelijke bijdrage 7 4 Geconsolideerd exploitatieoverzicht 26 9 4.1 Geconsolideerd exploitatieoverzicht 26 per regio 9 4.2 Geconsolideerd exploitatieoverzicht 26 per afdeling 1 5 Meldkamer BrabantNoord 11 5.1 Exploitatieoverzicht 26 11 5.2 Toelichting op het exploitatieoverzicht 26 12 5.3 Ontwikkeling personeelsbestand 12 5.4 Investeringbegroting 12 6 Meldkamer Midden/WestBrabant 13 6.1 Exploitatieoverzicht 26 13 6.2 Toelichting op het exploitatieoverzicht 26 14 6.3 Ontwikkeling personeelsbestand 14 6.4 Investeringbegroting 15 7 RAV BrabantNoord 16 7.1 Exploitatieoverzicht 26 16 7.2 Toelichting op het exploitatieoverzicht 26 17 7.3 Ontwikkeling personeelsbestand 18 7.4 Investeringbegroting 18 8 RAV Midden/WestBrabant 19 8.1 Exploitatieoverzicht 26. 19 8.2 Toelichting op het exploitatieoverzicht 26 2 8.3 Ontwikkeling personeelsbestand 21 8.4 Investeringbegroting 21 9 Overige Activiteiten 22 9.1 Exploitatieoverzicht 26 22 9.2 Toelichting op het exploitatieoverzicht 26 23 9.3 Ontwikkeling personeelsbestand 23 9.4 Investeringbegroting 23 1 Kasstroomoverzicht 26 24
11 Financieringsbeleid 25 12 Weerstandsvermogen en risico's 26 12.1 Weerstandsvermogen 26 12.2 Inventarisatie van de risico's 26 12.3 Beleid omtrent reserves en voorzieningen en risico's 27 13 Verbonden partijen 28 BIJLAGEN 29 Bijlage 1 Staat van vaste activa 3 Bijlage 2 Financiering deelnemende gemeenten 32 Bijlage 3 Resultaat deelneming Ambulancedienst Timmermans BV 33 Bijlage 4 Meerjarenraming 34 Bijlage 5 Producten 39
1 INLEIDING Hierbij ontvangt u de eerste begroting van de Gemeenschappelijke Regeling (GR) Regionale Ambulance Voorziening (RAV) Brabant MiddenWestNoord. Na de verkregen goedkeuring van Gedeputeerde Staten van de Provincie NoordBrabant voor deze GR per 1 november 25 hebben de deelnemende gemeenten de RAV Brabant MiddenWestNoord ingesteld. De regeling omvat het werkgebied van de twee veiligheidsregio's Midden/WestBrabant en BrabantNoord. De regeling is primair gebaseerd op de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) en verder op de Gemeentewet. Een van de redenen voor het oprichten van deze regeling is de wens van de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport tot realisatie van één RAV per veiligheidsregio, die integraal verantwoordelijk is voor het leveren van verantwoorde ambulancezorg, zowel in de dagelijkse situatie als bij rampen en zware ongevallen. Dit uitgangspunt komt terug in de nieuwe Wet ambulancezorg, die bij het aangaan van de regeling nog in de fase van besluitvorming is (voorstel wet nummer 29 835). Daarnaast betekent de regeling de formalisering van de reeds langer bestaande bedrijfsmatige samenwerking op het terrein van ambulancezorg tussen de GGD WestBrabant en de GGD Hart voor Brabant. Deze samenwerking beoogt o.a. schaalvoordeel en efficiencywinst te realiseren.
DOELSTELLING EN ACTIVITEITEN 2.1 Doelstelling De GR RAV Brabant MiddenWestNoord heeft tot doel het verlenen of doen verlenen van ambulancezorg. Zij tracht dit doel te bereiken met alle wettelijke toegestane middelen die daaraan naar haar mening kunnen bijdragen. 2.2 Activiteiten De GR RAV Brabant MiddenWestNoord heeft tot taak: Het instellen en instandhouden van een Regionale Ambulancevoorziening ten behoeve van het werkgebied West en MiddenBrabant en BrabantNoord; Het instandhouden van een meldkamer ambulancezorg ten behoeve van het werkgebied Midden en WestBrabant en BrabantNoord; Het vaststellen en (doen) uitvoeren van het Regionaal Ambulance Plan van de regio's Midden en WestBrabant en BrabantNoord; Het (doen) leveren van een bijdrage aan de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen ten behoeve van de Veiligheidsregio Midden en WestBrabant en de Hulpverleningsdienst BrabantNoord.
WIJZE VAN REALISATIE 3.1 Inzet extra middelen beschikbaarheid In 23 is het landelijk referentiekader vastgesteld voor spreiding en beschikbaarheid van ambulancezorg in Nederland. Dit kader is opgesteld door het RIVM op basis van berekeningen en na consultatie van het lokale overleg tussen zorgverzekeraars en CPA's, ambulancediensten dan wel RA Ven. Het referentiekader is opgesteld voor optimalisering van de doelmatigheid en bereikbaarheid van ambulancezorg in Nederland. Politieke uitspraak is dat landelijk gezien 95% van de burgers binnen 15 minuten na melding van een levensbedreigende situatie bereikt moeten zijn door een ambulance. Deze bereikbaarheid moet gerealiseerd" worden door een optimalisatie van spreiding van de standplaatsen en dito invulling van de paraatheid alsmede verbetering van de bedrijfsvoering. De financiering hiervan verloopt in 2 tranches. In 24 is hiervoor landelijk 18 miljoen beschikbaar gesteld en vanaf 25 komt een extra 12 miljoen ter beschikking. Voor een belangrijk deel zijn de in 24 toegekende middelen aangewend voor dekking van het exploitatietekort op de directe loonkosten, dat was ontstaan als gevolg van te veel geleverde beschikbaarheid van ambulances. Het resterende deel van deze 1 e tranche is ingezet voor verdere verbetering van de beschikbaarheid van ambulances, binnen de geldende budgettaire kaders. Begin 26 komt voor onze regio's de 2 6 tranche beschikbaar voor extra paraatheid (directe loonkosten). Over het plan van aanpak ten aanzien van de inzet van deze middelen is in 25 overeenstemming bereikt met de zorgverzekeraars. Tevens zijn afspraken gemaakt over het in 26 te behalen prestatieniveau betreffende A1aanrijtijden. De regio Midden/WestBrabant moet over 26 een overschrijdingspercentage behalen tussen de 9 en 7%. Voor de regio BrabantNoord is een percentage tussen 6% en 5% overeengekomen. De uitkering van de laatste 1% van de middelen van de 2 e tranche is afhankelijk gesteld van de mate waarin de afgesproken prestatieverbetering is gerealiseerd. 3.2 Kosten Functioneel Leeftijds Ontslag De rechtspositie van de publieke ambulancediensten kende het zogenaamde functionele leeftijdsontslag (FLO) voor het executieve ambulancepersoneel. Als gevolg van deze regeling ging ambulancepersoneel dat de 55jarige leeftijd bereikte met pensioen. Een substantieel deel van deze kosten kwam voor rekening van de werkgever. Tot 1 januari 25 werden de kosten van FLO vergoed door het College Tarieven Gezondheidszorg. Met het oog op de realisatie van de tweede tranche van de harmonisatie arbeidsvoorwaarden binnen de ambulancesector, wordt het voor FLO beschikbare budget met ingang van 1 januari 25 over een periode van drie jaar geheralloceerd over de publieke en private ambulancediensten. Op grond van de in maart 25 uitgebrachte tariefbeschikking van het CTG, waarin de beleidsregel FLO is verwerkt, is het (cumulatieve) FLOrisico voor de totale RAV Brabant MiddenWestNoord berekend. Als gevolg van een door de publieke diensten tegen deze beleidsregel aangespannen procedure, wordt deze beleidsregel op last van de rechter met ingang van 1 januari 26 teruggedraaid. Op dit moment is nog alleszins onzeker of het CTG in beroep gaat tegen de rechterlijke uitspraak en zo ja, wat de uitkomst van de bodemprocedure zal zijn.
In december 25 is er een nieuwe CAO afgesloten voor de sector Gemeenten, waarbij de FLO als zodanig met ingang van 1 januari 26 is komen te vervallen. De uitwerking van de nieuwe regeling is nog niet helemaal afgerond, maar op grond van de verkregen informatie over de overeengekomen overgangsregeling kan worden geconcludeerd dat de kosten voor de ambulancediensten onveranderd hoog blijven en zorgen voor een substantieel en structureel dekkingstekort voor de publieke ambulancediensten. Ter dekking van dit tekort wordt een gemeentelijke bijdrage gevraagd, dit wordt in hoofdstuk 3.7 toegelicht. 3.3 Sanering en RAVvorming Op dit moment worden de laatste voorbereidingen getroffen om de casus voor sanering van de negatieve eigen vermogens van de RAV regio's WestBrabant en BrabantNoord te kunnen voordragen aan het College Sanering Ziekenhuisvoorzieningen. Na ontvangst van het besluit van Gedeputeerde Staten tot intrekking van de ambulancevergunningen van beide GGDen medio januari 26, kan de behandeling van de saneringsaanvraag formeel beginnen. Hoewel de besprekingen met de gemachtigde in belangrijke mate richtinggevend zijn geweest voor de kans op sanering, kan ten aanzien van de uitkomst pas zekerheid worden verkregen na bespreking van de casuïstiek tijdens de besluitvormende vergadering van het College. 3.4 Gewijzigde managementstructuur In september 25 is besloten om de managementstructuur van de RAV te wijzigen. Uitgangspunt hierbij is het verhogen van de effectiviteit, efficiency en slagvaardigheid. De volgende ontwikkelingen waren aanleiding tot deze wijziging: 1. De samenvoeging van de RAVen van de GGD Hart voor Brabant, de GGD WestBrabant en ambulancedienst Timmermans BV in een nieuwe gemeenschappelijke regeling. Vanuit directie en management van de RAV wordt het als zeer wenselijk ervaren de managementstructuur, de portefeuilleverdeling en de verschillende functies en taken te herstructureren. 2. Als gevolg van de met de zorgverzekeraars gesbten prestatiecontracten en de in de Wet ambulancezorg opgenomen wijze van vergunningverlening, wordt sturing en verantwoording van de beoogde verbetering in het primaire proces van cruciaal belang. 3. Uit de in 24 tussen RAVen uitgevoerde benchmark is gebleken dat de GGDambulancediensten in formatieve omvang niet significant afwijken van de onderzochte benchmark RAVen. Wel hebben de uit de benchmark verkregen inzichten een belangrijke rol gespeeld bij de voorgenomen herstructurering van de management en stafstructuur van de RAV. 4. De directies van de GGD Hart voor Brabant en WestBrabant hebben de uitdrukkelijke wens uitgesproken om te komen tot de inrichting van een shared service centre ten behoeve van de beide GGDen en de nieuw op te richten RAV. 5. De ontwikkelingen rondom de GGD+ maken het wenselijk dat de door de nieuw op te richten RAV gekozen management en stafstructuur kansen en mogelijkheden biedt om de samenwerking tussen de Brabantse GGDen met betrekking tot ambulancezorg te bevorderen.
Bij de voorgenomen wijziging van de management en stafstructuur zijn door de directies van beide GGDen de volgende uitgangspunten geformuleerd: 1. Het inrichten van een effectieve en efficiënte management en stafstructuur binnen de geldende CTGkaders. 2. Inkoop van ondersteuning bij de beide GGDen via het gezamenlijk op te richten shared service centre. 3.5 Inkoop ondersteunende functies bij shared service centre Met betrekking tot de PIOFAHtaken zullen de GGDen WestBrabant en Hart voor Brabant hun personeel en deskundigheid door middel van het shared service centre ter beschikking stellen aan de RAV. De RAV sluit in dit kader dienstverleningsovereenkomsten met beide GGDen, waarbij het streven is dat het totaal van deze kosten niet het budget zal overstijgen dat voor PIOFAH is opgenomen in de CTGbeleidsregels 3.6 Gevolgen personeel Binnen de RAV is stevig bezuinigd op met name management en staffuncties. Er is een bezuiniging gerealiseerd van ongeveer 5., hetgeen effect heeft op het zittende personeel. Voor de medewerkers die niet overgaan naar de nieuwe GR RAV zal een passende functie worden gezocht (binnen of buiten de GGDorganisaties). Overigens is er op het primair proces van de RAV, het executief personeel, niet bezuinigd. Er zijn in 25 en 26 immers door VWS extra middelen verstrekt voor uitbreiding paraatheid, hetgeen het percentage overschrijdingen terug moet brengen. De directe loonkosten van het ambulancepersoneel worden vanaf 24 vergoed op basis van de door het RIVM berekende ambulancecapaciteit per regio. Vermindering van deze capaciteit uit het oogpunt van kostenbeheersing, leidt tot een evenredige budgetvermindering door de zorgverzekeraars. 3.7 Gemeentelijke bijdrage Er is een gemeentelijke bijdrage benodigd voor 3 verschillende doeleinden. Per onderdeel wordt de gemeentelijke bijdrage toegelicht. Gemeentelijke bijdrage ter dekking van de FLO kosten Met ingang van 1 januari 25 is de beleidsregel voor Functioneel Leeftijdsontslag (FLO) gewijzigd door het CTG. Als gevolg hiervan wordt het hiervoor beschikbare budget in drie jaren geheralloceerd over de publieke en private ambulancediensten. Voor de publieke ambulancediensten betekent dit een dekkingstekort op de FLOkosten. Als gevolg van een door de publieke diensten tegen deze beleidsregel aangespannen juridische procedure (kort geding), wordt deze beleidsregel op last van de rechter met ingang van 1 januari 26 teruggedraaid. Op dit moment is nog alleszins onzeker of het CTG in beroep gaat tegen de rechterlijke uitspraak en zo ja, wat de uitkomst van de bodemprocedure zal zijn. Omdat het vonnis van de bodemprocedure met terugwerkende kracht effect zal hebben, moet dus voor 26 reeds rekening worden gehouden met dit dekkingstekort. Eind 25 is er een nieuwe CAO afgesloten voor de sector Gemeenten, waarbij ook afspraken zijn gemaakt over de hervorming van de FLO. De uitwerking van de nieuwe (overgangs) regeling is nog niet helemaal afgerond, maar op grond van de verstrekte informatie kan worden geconcludeerd dat deze regeling een substantieel en structureel dekkingstekort veroorzaakt bij
alle publieke ambulancediensten. Voor de medewerkers die per 31 december 25 met FLO zijn, is een voorziening gevormd. De FLOkosten van deze medewerkers worden voortaan onttrokken uit deze voorziening. Omdat nog niet alle regelingen van het nieuwe CAO akkoord duidelijk zijn is voor 26 een inschatting gemaakt van de kosten van de hervorming van de FLO. Voor de komende jaren is geen betrouwbare inschatting te maken. Indien hierover duidelijkheid komt zal dit met de gemeenten worden gecommuniceerd. De meerkosten FLO zullen de komende jaren wel fors toenemen. Per afdeling bedraagt de benodigde gemeentelijke bijdrage: afdeling RAV MiddenWestBrabant RAV BrabantNoord Gemeentelijke bijdrage in totalen 235.593 265.348 Gemeentelijke bijdrage per inwoner,221,423 Gemeentelijke bijdrage in verband met eerdere besluitvorming in het kader van de Gemeenschappelijke meldkamer/c2 In de aanbiedingsnotitie in 23 van de beleidsbegroting van de Gemeenschappelijke Meldkamer van Midden en WestBrabant 23 t/m 26 werd inzichtelijk gemaakt dat ter dekking van de kosten van de meldkamer vanuit de GGD Hart voor Brabant,1 per inwoner benodigd was voor de regio Midden en WestBrabant. Na indexering in 24 is de gemeentelijke bijdrage uitgekomen op,11 per inwoner. Bij de GGD Hart voor Brabant is dit altijd in de begroting van de GGD opgenomen. Bij de GROGZ WestBrabant werd de,11 niet opgenomen in de begroting, maar werd het bedrag wel in rekening gebracht bij de gemeenten. Voor de regio Midden en WestBrabant is ter dekking van de MKA Midden en WestBrabant in 26 een gemeentelijke bijdrage noodzakelijk van,11 per inwoner ( 116.268). Voor de meerkosten van C2 voor de MKA BrabantNoord is in 26 een gemeentelijke bijdrage benodigd van,4 per inwoner ( 25.92). Tot en met 25 werd voor de meerkosten van C2 in de begroting van GGD Hart voor Brabant reeds,8 per inwoner aan gemeentelijke bijdrage opgenomen. Vanaf 26 wordt er,4 aan gemeentelijke bijdrage per inwoner afgeraamd, omdat er vanaf 26,4 per inwoner is opgenomen in de begroting van de GMC te Den Bosch. Gemeentelijke bijdrage vanwege meerkosten van een publieke organisatie De directe loonkosten voor het personeel van de RAV zijn genormeerd op basis van de geharmoniseerde CAO Ambulancezorg. De rechtspositie van de publieke ambulancediensten kent een aantal faciliteiten (ouderschapsverlof, leeftijdsverlof en extra feestdagen) die deze geharmoniseerde CAO niet kent. Als gevolg daarvan zijn de personele kosten van de publieke diensten in verhouding hoger dan bij de particuliere diensten. Dit verschil wordt niet gecompenseerd door het CTG en hierdoor ontstaat een negatief saldo bij de RAVen. Voor de regio Midden en WestBrabant betekent dit voor 26 een inwonerbijdrage van,153 per inwoner ( 161.718) en voor de regio BrabantNoord eveneens een bijdrage van,153 per inwoner ( 95.977).
4 GECONSOLIDEERD EXPLOITATIEOVERZICHT 26 4.1 Geconsolideerd exploitatieoverzicht 26 per regio (x 1 euro) Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit tarieven Mutatie financieringsoverschot/tekort MKA/RAV regio Brabant Noord 11.317. MKA/RAV regio MW Brabant 15.628 Overige act. Totaal RAV 26.945 Wettelijk budget aanvaardbare kosten 11.317 15.628 26.945 Overige opbrengsten Aanwenden voorzieningen Gemeentelijke bijdrage tbv FLO Gemeentelijke bijdrage tbv GMC/GMK/C2 Gemeentelijke bijdrage tbv meerkosten publieke organisatie 169 265 i 25 96 17 327 233 116 162 341 511 496 498 141 258 Som der bedrijfsopbrengsten 1 1.872 16.636 341 28.849 Bedrijfslasten Salarissen en sociale lasten Personeel derden Overige personeelskosten Kapitaallasten Huisvestingskosten Doorbelasting Shared Service Centre / GGD Toevoeging voorzieningen Overige bedrijfskosten 8.327 48 395 1.13 341 443 «1.42 11.748 214 58 898 664 75 1.887 5 1 2 56 9 19 2.125 272 977 1.967 1.5 1.22 3.398 Som der bed rijf slasten 1 1.969 16.741 236 28.946 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 97 15 15 97 Buitengewone baten Buitengewone lasten Resultaat deelneming Timmermans BV 97 97 Buitengewoon resultaat 97 97 RESULTAAT VOOR BESTEMMING 97 8 15 Mutatie algemene reserve (resultaat deelnemingen) Mutatie reserve aanvaardbare kosten 97 97 15 15 22 22 RESULTAAT NA BESTEMMING O
4.2 Geconsolideerd exploitatieoverzicht 26 per afdeling (x 1 euro) MKA BN MKA MWB RAV BN RAV MWB Overige act. Totaal RAV Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit tarieven Mutatie financieringsoverschot/tekort 1.98 1.97 1.219 13.721 26.945 Wettelijk budget aanvaardbare kosten 1.98 1.97 1.219 13.721 26.945 Overige opbrengsten Aanwenden voorzieningen Gemeentelijke bijdrage tbv FLO Gemeentelijke bijdrage tbv GMC/GMK/C2 Gemeentelijke bijdrage tbv meerkosten publieke organisatie 25 14 116 169 265 96 17 313 233 162 341 511 496 498 141 258 Som der bedrijfsopbrengsten 1.123 2.37 1.749 14.599 341 28.849 Bedrijfslasten Salarissen en sociale lasten Personeel derden Overige personeelskosten Kapitaallasten Huisvestingskosten Doorbelasting Shared Service Centre / GGD Toevoeging voorzieningen Overige bedrijfskosten 79 15 43 25 25 1.698 12 56 3 39 94 7.537 33 352 1.13 341 418 1.152 1.5 94 524 868 664 711 1.793 5 1 2 56 9 19 2.125 272 977 1.967 1.5 1.22 3.398 Som der bedrijfslasten 1.123 2.37 1.846 14.74 236 28.946 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening o 97 15 15 97 Buitengewone baten Buitengewone lasten Resultaat deelneming Timmermans BV 97 97 Buitengewoon resultaat 97 97 RESULTAAT VOOR BESTEMMING 97 8 15 Mutatie algemene reserve (resultaat deelnemingen) Mutatie reserve aanvaardbare kosten 97 97 15 15 22 22 RESULTAAT NA BESTEMMING De exploitatiecijfers worden in de volgende hoofdstukken per bedrijfsonderdeel toegelicht.
5 MELDKAMER BRABANTNOORD 5.1 Exploitatieoverzicht 26 M KA BrabantNoord (x 1 euro) Begroting Begroting 26 25 Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit tarieven 1.98 1.14 Mutatie financieringsoverschot/tekort Wettelijk budget aanvaardbare kosten 1.98 1.14 Overige opbrengsten O O Aanwenden voorzieningen O O Gemeentelijke bijdrage tbv FLO O O Gemeentelijke bijdrage tbv GMC/GMK/C2 25 5 Gemeentelijke bijdrage tbv meerkosten publieke organisatie Som der bedrijfsopbrengsten 1.123 1.154 Bedrijfslasten Salarissen en sociale lasten 79 799 Personeel derden 15 15 Overige personeelskosten 43 14 Kapitaallasten O 5 Huisvestingskosten O O Doorbelasting Shared Service Centre / GGD 25 61 Toevoeging voorzieningen. O O Overige bedrijfskosten 25_ 26 Som der bedrijfslasten 1.123 1.154 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening O O Buitengewone baten O O Buitengewone lasten O O Buitengewoon resultaat RESULTAAT VOOR BESTEMMING O O Mutatie algemene reserve (resultaat deelnemingen) O O Mutatie reserve aanvaardbare kosten RESULTAAT NA BESTEMMING O O
5.2 Toelichting op het exploitatieoverzicht 26 MKA BrabantNoord 5.2.1 Baten Het wettelijk budaet aanvaardbare kosten 26 is ten opzichte van 25 met 6. gedaald. Bij de berekening van het wettelijk aanvaardbare budget 26 is uitgegaan van rekenstaat nr. 3 van 25, inclusief correcties van nacalculaties voorgaande jaren en een indexering. De gemeentelijke bijdrage i.v.m. eerdere besluitvorming Gemeenschappelijke meldkamer/c2 daalt met 25.. Vanaf 26 wordt er,4 per inwoner (ca 25.) minder geraamd bij de MKA BN voor het gedeeltelijk aframen van de kosten voor C2. Deze post wordt voortaan geraamd bij de GMC in Den Bosch. 5.2.2 Lasten De overige personeelskosten zijn met 29. gestegen ten opzichte van de begroting 25. Dit wordt vooral verklaard doordat de doorbelastingen van overige personele kosten met ingang van 26 onder deze rubriek worden verantwoord. Tot en met 25 werden deze doorbelastingen verantwoord onder de rubriek doorbelasting van het shared service centre van de GGD. De doorbelasting van het shared service centre van de GGD is gedaald ten opzichte van 25 met circa 36.. Dit wordt verklaard doordat de RAV minder diensten afneemt van de GGD, vanwege het schaalvoordeel van de RA Ven. Verder werd in 25 onder deze rubriek doorbelastingen van overige personeelskosten verantwoord. Vanaf 26 worden deze doorbelastingen rechtstreeks op de rubriek overige personeelskosten geboekt. 5.2.3 Resultaat Het begrote resultaat 26 van de MKA BrabantNoord komt uit op een kostendekkend saldo. 5.3 Ontwikkeling personeelsbestand MKA BrabantNoord Begroting 26 Begroting 25 Verschil Staf en directie Dagelijkse leiding Centralisten Totaal vast personeel 3,74,5 9,89 14,13 4,59 1, 9,89 15,48,85,5, 1,35 Personeel derden,,, Totaal MKA BrabantNoord 14,13 15,48 1,35 5.4 Investeringsbegroting MKA BrabantNoord (x 1 euro) Totaal investeringsbegroting 26 MKA BrabantNoord. Investeringsbegroting 26
6 MELDKAMER MIDDEN/WESTBRABANT 6.1 Exploitatieoverzicht 26 MKA Midden/WestBrabant (x 1 euro) Begroting Begroting 26 25 Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit tarieven 1.97 1.84 Mutatie financieringsoverschot/tekort _ Wettelijk budget aanvaardbare kosten 1.97 1.84 Overige opbrengsten O O Aanwenden voorzieningen 14 O Gemeentelijke bijdrage tbv FLO O O Gemeentelijke bijdrage tbv GMC/GMK/C2 116 113 Gemeentelijke bijdrage tbv meerkosten publieke organisatie Som der bedrijfsopbrengsten 2.37 1.953 Bedrijfslasten Salarissen en sociale lasten 1.698 1.661 Personeel derden 12 115 Overige personeelskosten. 56 34 Kapitaallasten 3 48 Huisvestingskosten O O Doorbelasting Shared Service Centre / GGD 39 95 Toevoeging voorzieningen O O Overige bedrijfskosten 94^ 9_ Som der bedrijfslasten 2.37 1.962 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening O 9 Buitengewone baten O O Buitengewone lasten O O Buitengewoon resultaat RESULTAAT VOOR BESTEMMING O 9 Mutatie algemene reserve (resultaat deelnemingen) O O Mutatie reserve aanvaardbare kosten _ j)_ RESULTAAT NA BESTEMMING O O
6.2 Toelichting op het exploitatieoverzicht 26 MKA Midden/WestBrabant 6.2.1 Baten Het wettelijk budget aanvaardbare kosten 26 is ten opzichte van 25 met 67. toegenomen. Bij de berekening van het wettelijk aanvaardbare budget 26 is uitgegaan van rekenstaat nr. 3 van 25, inclusief correcties van nacalculaties voorgaande jaren en een indexering. De post aanwenden voorzieningen stijgt ten opzichte van 25 met 14.. Het betreft onttrekkingen aan de voorziening FLO. 6.2.2 Lasten De salarissen en sociale lasten zijn met 37. gestegen ten opzichte van de begroting 25 door: «indexering van de loonkosten zorgt voor een stijging van 5.; hogere kosten voormalig personeel ad 33.; bezuiniging op staf en management ad 58.. De overige personeelskosten zijn met 22. gestegen ten opzichte van de begroting 25. Dit wordt vooral verklaard doordat de doorbelastingen van overige personele kosten met ingang van 26 onder deze rubriek worden verantwoord. Tot en met 25 werden deze doorbelastingen verantwoord onder de rubriek doorbelasting van het shared service centre van de GGD. De overige bedrijfskosten zijn met 85. gestegen ten opzichte van de begroting 25. Dit wordt vooral verklaard doordat in 25 een onttrekking aan de voorziening GMS/C2 voor 67. was geraamd. De doorbelasting van het shared service centre van de GGD zijn gedaald ten opzichte van 25 met circa 56.. Dit wordt verklaard doordat de RAV minder diensten afneemt van de GGD, vanwege het schaalvoordeel van de RAVen. Verder werd in 25 onder deze rubriek doorbelastingen van overige personeelskosten verantwoord. Vanaf 26 worden deze doorbelastingen rechtstreeks op de rubriek overige personeelskosten geboekt. 6.2.3 Resultaat Het begrote resultaat 26 van de MKA Midden/WestBrabant komt uit op een kostendekkend saldo. 6.3 Ontwikkeling personeelsbestand MKA Midden/WestBrabant Begroting 26 Begroting 25 Verschil Staf en directie Dagelijkse leiding Centralisten Totaal vast personeel 8,88 1, 17,75 27,63 7,18 2, 16, 25,18 1,7 1, 1,75 2,45 Personeel derden, 2,4 2,4 Totaal MKA Midden/WestBrabant 27,63 27,58,5
6.4 Investeringsbegroting MKA Midden/WestBrabant (x 1 euro) Totaal investeringsbegroting 26 MKA Midden/WestBrabant Investeringsbegroting 26
7 RAV BRABANTNOORD 7.1 Exploitatieoverzicht 26 RAV BrabantNoord (x 1 euro) Begroting Begroting 26 25 Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit tarieven 1.219 9.16 Mutatie financieringsoverschot/tekort Wettelijk budget aanvaardbare kosten 1.219 9.16 Overige opbrengsten O O Aanwenden voorzieningen 169 O Gemeentelijke bijdrage tbv FLO 265 O Gemeentelijke bijdrage tbv GMC/GMK/C2 O O Gemeentelijke bijdrage tbv meerkosten publieke organisatie 96_ 979 Som der bedrijfsopbrengsten 1.749 1.139 Bedrijfslasten Salarissen en sociale lasten 7.537 6.576 Personeel derden 33 35 Overige personeelskosten 352 252 Kapitaallasten 1.13 1.6 Huisvestingskosten 341 195 Doorbelasting Shared Service Centre /GGD 418 997 Toevoeging voorzieningen O O Overige bedrijfskosten 1.152 1.24 Som der bedrijfslasten 1.846 1.139 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 97 O Buitengewone baten O O Buitengewone lasten O O Buitengewoon resultaat RESULTAAT VOOR BESTEMMING 97 O Mutatie algemene reserve (resultaat deelnemingen) O O Mutatie reserve aanvaardbare kosten 97 _ RESULTAAT NA BESTEMMING O
7.2 Toelichting op het exploitatieoverzicht 26 RAV BrabantNoord 7.2.1 Baten De stijging van de opbrengsten uit tarieven kan met name worden verklaard door een stijging van het wettelijk budget aanvaardbare kosten in 26. Het budget aanvaardbare kosten is gebaseerd op de toegestane kosten volgens het CTG, die doorberekend worden in de vervoerstarieven. De productieafspraken over 26 met de zorgverzekeraars moeten nog gemaakt worden. Op basis van de realisatiecijfers 25 zullen de volgende aantallen voorgesteld worden: 215 declarabele ritten en 31 EHBO ritten. Het wettelijk budget aanvaardbare kosten 26 is ten opzichte van 25 met 1.59. gestegen. Bij de berekening van het wettelijk aanvaardbare budget 26 is uitgegaan van rekenstaat nr. 3 van 25, inclusief correcties van nacalculaties voorgaande jaren en de herallocatie FLO, opgehoogd met,4 miljoen extra rijksmiddelen vanuit de landelijke 2 e tranche van 12 miljoen en,2 miljoen indexering. De post aanwenden voorzieningen stijgt ten opzichte van 25 met 169.. Het betreft onttrekkingen aan de voorziening FLO. De gemeentelijke bijdrage ter dekking van de FLO kosten neemt toe met 265.. In 25 was deze post niet onder deze rubriek geraamd, maar onder de rubriek gemeentelijke bijdrage vanwege meerkosten van een publieke organisatie. De gemeentelijke bijdrage vanwege meerkosten van een publieke organisatie daalt met 883., doordat vanwege bezuinigingen minder gemeentelijke bijdrage benodigd is. 7.2.2 Lasten De salarissen en sociale lasten zijn met 961. gestegen ten opzichte van de begroting 25 door: toename van aantal fte's ambulancebemanning met ca 7 fte ten opzichte van de begroting 25 met name om de gewenste paraatheid op het niveau te brengen zoals overeengekomen met de ziektekostenverzekeraars ad,4 miljoen; indexering van de loonkosten en effecten van de functiewaardering binnen GGD Hart voor Brabant zorgen voor een stijging van,3 miljoen; hogere kosten voormalig personeel ad,3 miljoen; bezuiniging op staf en management ad,1 miljoen. De overige personeelskosten zijn met 1. gestegen ten opzichte van de begroting 25. Dit wordt vooral verklaard doordat de doorbelastingen van overige personele kosten met ingang van 26 onder deze rubriek worden verantwoord. Tot en met 25 werden deze doorbelastingen verantwoord onder de rubriek doorbelasting van het shared service centre van de GGD. De huisvestingskosten nemen met 146. toe ten opzichte van 25, door de geplande nieuwe ambulancepost in Haps en de stijging van de exploitatiekosten bij de nieuwe post in Den Bosch. De doorbelasting van het shared service centre van de GGD zijn gedaald ten opzichte van 25 met circa 579.. Dit wordt verklaard doordat de RAV minder diensten afneemt van de GGD, vanwege het schaalvoordeel van de RAVen.
7.2.3 Resultaat Het begrote resultaat 26 van de RAV BrabantNoord komt uit op een negatief saldo van 97.. Ter dekking van het negatieve resultaat vindt er een onttrekking plaats uit de reserve aanvaardbare kosten (RAK) ad 97.. 7.3 Ontwikkeling personeelsbestand RAV BrabantNoord Begroting 26 Begroting 25 Verschil Staf en directie Dagelijkse leiding Verpleegkundigen Chauffeurs Totaal vast personeel 3,23 3, 6,54 57,46 124,23 5,21 3,9 56,4 54,41 119,92 1,98,9 4,14 3,5 4,31 Personeel derden,63,68,5 Totaal RAV BrabantNoord 124,86 12,6 4,26 7.4 Investeringsbegroting RAV BrabantNoord (x 1 euro) Bedrijfsgebouwen Ambulances Telefonie Medische inventaris Bedrijfsinstallaties Totaal investeringsbegroting 26 RAV BrabantNoord Investeringsbegroting 26 192 642 22 277 96 1.229
8 RAV MIDDEN/WESTBRABANT 8.1 Exploitatieoverzicht 26 RAV Midden/WestBrabant (x 1 euro) Begroting Begroting 26 25 Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit tarieven Mutatie financieringsoverschot/tekort Wettelijk budget aanvaardbare kosten Overige opbrengsten Gemeentelijke bijdrage tbv FLO Gemeentelijke bijdrage tbv GMC/GMK/C2 Gemeentelijke bijdrage tbv meerkosten publieke organisatie Som der bedrijfsopbrengsten 13.721 13.721 17 313 233 162 14.599 12.932 12.932 253 13.185 Bedrijfslasten Salarissen en sociale lasten Personeel derden Overige personeelskosten Kapitaallasten Huisvestingskosten Doorbelasting Shared Service Centre / GGD Toevoeging voorzieningen Overige bedrijfskosten 1.5 94 524 868 664 711 1.793 9.272 31 382 83 699 1.89 1.679 Som der bedrijfslasten 14.74 14.675 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening Buitengewone baten Buitengewone lasten Resultaat deelneming Timmermans BV Buitengewoon resultaat 15 O O 97 97 1.49 O O 5 5 RESULTAAT VOOR BESTEMMING 8 1.44 Mutatie algemene reserve (resultaat deelnemingen) Mutatie reserve aanvaardbare kosten 97 15 5 1.49 RESULTAAT NA BESTEMMING O
8.2 Toelichting op het exploitatieoverzicht 26 RAV M i d de n/westbrabant 8.2.1 Baten De stijging van de opbrengsten uit tarieven kan met name worden verklaard door een stijging van het wettelijk budget aanvaardbare kosten in 26. Het budget aanvaardbare kosten is gebaseerd op de toegestane kosten volgens het CTG, die doorberekend worden in de vervoerstarieven. De productieafspraken over 26 met de zorgverzekeraars moeten nog gemaakt worden. Op basis van de realisatiecijfers 25 zullen de volgende aantallen voorgesteld worden: 36185 declarabele ritten en 5145 EHBO ritten. Het wettelijk budget aanvaardbare kosten 26 is ten opzichte van 25 met 789. gestegen. Bij de berekening van het wettelijk aanvaardbare budget 26 is uitgegaan van rekenstaat nr. 2 van 25 van de RAV WestBrabant en de RAV MiddenBrabant, inclusief correcties nacalculaties voorgaande jaren en de herallocatie FLO, opgehoogd met,5 miljoen extra rijksmiddelen vanuit de landelijke 2 e tranche van 12 miljoen en,3 miljoen indexering. De overige opbrengsten nemen ten opzichte van 25 met 17. toe. Dit wordt veroorzaakt door de bijdrage vanuit de GGD Hart voor Brabant voor het dekkingstekort op de huisvestingskosten van de regio MiddenBrabant. Medio 27 is dit dekkingstekort opgelost, omdat dit dan gefinancierd wordt door het CTG. De post aanwenden voorzieningen stijgt ten opzichte van 25 met 313.. Het betreft onttrekkingen aan de voorziening FLO. De gemeentelijke bijdrage ter dekking van de FLO kosten neemt toe met 233.. In 25 was deze post niet onder deze rubriek geraamd, maar onder de rubriek gemeentelijke bijdrage vanwege meerkosten van een publieke organisatie. De gemeentelijke bijdrage vanwege meerkosten van een publieke organisatie daalt met 91., omdat vanwege de gerealiseerde bezuinigingen er minder gemeentelijke bijdrage benodigd is. 8.2.2 Lasten De salarissen en sociale lasten zijn met 778. gestegen ten opzichte van de begroting 25 door: toename van het aantal fte's ambulancebemanning met ca 1 fte ten opzichte van de begroting 25 met name om de gewenste paraatheid op het niveau te brengen zoals overeengekomen met de ziektekostenverzekeraars ad,5 miljoen; indexering van de loonkosten en effecten van de functiewaardering binnen GGD Hart voor Brabant zorgen voor een stijging van,3 miljoen; hogere kosten voormalig personeel ad,1 miljoen; bezuiniging op staf en management ad,1 miljoen. De overige personeelskosten zijn met 142. gestegen ten opzichte van de begroting 25. Dit wordt vooral verklaard doordat de doorbelastingen van overige personeelskosten met ingang van 26 onder deze rubriek worden verantwoord. Tot en met 25 werden deze doorbelastingen verantwoord onder de rubriek doorbelasting van het shared service centre van de GGD. De overige bedrijfskosten zijn met 114. gestegen ten opzichte van de begroting 25. Dit wordt verklaard door een verhoging van 44. van de brandstofkosten, vanwege de stijging van de brandstofprijs en een toename van de te rijden kilometers. Verder is er een stijging van de waskosten begroot ad 18. en is er vanwege de invoer van C2 een toename van de
communicatiekosten ad 36.. De post accountantskosten wordt met ingang van 26 voor 16. onder deze rubriek begroot. In 25 werden de accountantskosten verantwoord onder de rubriek doorbelasting Shared Service Centre / GGD. De doorbelastina van het shared service centre van de GGD zijn gedaald ten opzichte van 25 met circa 1.98.. Dit wordt verklaard doordat de RAV minder diensten afneemt van de GGD, vanwege het schaalvoordeel van de RAVen. 8.2.3 Resultaat Het begrote resultaat 26 van de RAV Midden/WestBrabant komt uit op een negatief resultaat van 8.. Ter dekking van het negatieve resultaat vindt er een onttrekking plaats uit de reserve aanvaardbare kosten (RAK) ad 15. en een toevoeging aan de algemene bedrijfsreserve ad 97. (positief resultaat deelneming Timmermans BV). 8.3 Ontwikkeling personeelsbestand RAV Midden/WestBrabant Begroting 26 Begroting 25 Verschil Staf en directie Dagelijkse leiding Verpleegkundigen Chauffeurs Totaal vast personeel 4,64 3,35 79,66 78,85 166,5 9,16 5,96 75,49 75,49 166,1 4,52 2,61 4,17 3,36,4 Personeel derden 2,14, 2,14 Totaal RAV Midden/WestBrabant 168,64 166,1 2,54 8.4 Investeringsbegroting RAV Midden/WestBrabant (x 1 euro) Ambulances Medische inventaris Totaal investeringsbegroting 26 RAV Midden/WestBrabant Investeringsbegroting 26 44 36 8
9 OVERIGE ACTIVITEITEN 9.1 Exploitatieoverzicht 26 Overige activiteiten (x 1 euro) Begroting Begroting 26 25 Bedrijfsopbrengsten Opbrengsten uit tarieven O O Mutatie financieringsoverschot/tekort Wettelijk budget aanvaardbare kosten O O Overige opbrengsten 341 347 Aanwenden voorzieningen ' O O Gemeentelijke bijdrage tbv FLO O O Gemeentelijke bijdrage tbv GMC/GMK/C2 O O Gemeentelijke bijdrage tbv meerkosten publieke organisatie Som der bedrijfsopbrengsten 341 347 Bedrijfslasten Salarissen en sociale lasten 5 48 Personeel derden 1 9 Overige personeelskosten 2 2 Kapitaallasten 56 63 Huisvestingskosten O 2 Doorbelasting Shared Service Centre / GGD 9 26 Toevoeging voorzieningen O O Overige bedrijfskosten 19 15 Som der bedrijfslasten 236 255 Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening 15 92 Buitengewone baten O O Buitengewone lasten O O Buitengewoon resultaat RESULTAAT VOOR BESTEMMING 15 92 Mutatie algemene reserve (resultaat deelnemingen) 15 92 Mutatie reserve aanvaardbare kosten RESULTAAT NA BESTEMMING O O
9.2 Toelichting op het exploitatieoverzicht 26 Overige activiteiten 9.2.1 Baten 9.2.2 Lasten 9.2.3 Resultaat Het begrote resultaat 26 van Overig vervoer komt uit op een positief saldo van 15.,=. Dit is vergelijkbaar met het begrote resultaat van 25. Het positieve saldo wordt toegevoegd aan de algemene reserve ter dekking van het begrote tekort. 9.3 Ontwikkeling personeelsbestand Overige activiteiten Begroting 26 Begroting 25 Verschil Staf en directie Totaal vast personeel,5,5,5,5,, Personeel derden,,, Totaal Overige Activiteiten,5,5, 9.4 Investeringsbegroting Overige activiteiten (x 1 euro) Auto's ten behoeve van huisartsenvervoer Investeringsbegroting 26 216.
1 KASSTROOMOVERZICHT 26 (x 1 euro) Begroting 2.6 Kasstroom uit operationele activiteiten Resultaat (voor bestemming) O Aanpassingen voor: Afschrijvingen 1.415 Toevoeging voorzieningen O Vrijval voorzieningen _ 1.415 Mutatie werkkapitaal: Mutatie vorderingen O Mutatie overlopende activa O Mutatie financieringstekort O Mutatie kortlopende schulden O Mutatie overlopende passiva _ Totaal kasstroom uit activiteiten 1.415 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in bedrijf (exclusief bestellingen) 2.245 Desinvesteringen _ Totaal kasstroom uit investeringsactiviteiten 2.245 Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossingen op verstrekte langlopende leningen O Nieuw verstrekte lening _ Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten _ Mutatie liquide middelen 83 Liquide middelen per begin boekjaar 2.33 Liquide middelen per einde boekjaar 1.473 Mutatie liquide middelen 83
11 FINANCIERINGSBELEID Het treasurystatuut geeft de infrastructuur voor de treasuryfunctie. Het treasurystatuut van de GR zal in 26 aan het bestuur worden aangeboden. De uitvoering vindt zijn weerslag in de financieringsparagrafen van de begroting en het jaarverslag. In de begroting komen de concrete beleidsplannen aan de orde, terwijl in het jaarverslag de realisatie van de plannen en de verschillenanalyse wordt gerapporteerd. Het treasurystatuut maakt onderscheid in de volgende elementen: 1. Algemene ontwikkelingen De GR RAV Brabant MiddenWestNoord heeft nog geen treasurystatuut opgesteld. Hiervoor wordt verwezen naar het treasurystatuut van de GROGZ WestBrabant (die optreedt als beheerorganisatie van de GR), dat formeel is vastgesteld door het dagelijks bestuur op 13 juni 22. De ingangsdatum is 1 juli 22. 2. Risicobeheer Het toegestane kasgeldlimiet bedraagt 8,2% van de jaarbegroting 26. leder kwartaal zal conform de wet FIDO aan Gedeputeerde Staten de gemiddelde bankstand per kwartaal worden gerapporteerd in vergelijking met de kasgeldlimiet. Deze rapportage vindt plaats op GR niveau. De financiering wordt zo geregeld, dat de GR in 26 binnen het toegestane kasgeldlimiet blijft. 3. Financiering In eerste instantie is het streven als het noodzakelijk is om leningen aan te gaan met de GROGZ WestBrabant en de GGD Hart voor Brabant, waarbij de vaste activa gefinancierd wordt door langlopende lening tegen een vast rentepercentage, conform de normberekening van het CTG. De overige vaste activa zal gefinancierd worden door een langlopende lening tegen een vast rentepercentage, wat overeenkomt met de resterende looptijd van de overige vaste activa. In de loop van 26 zal er bekeken worden om de leningen bij de GGDen om te zetten in leningen bij bankinstellingen. 4. Kasbeheer Het werkkapitaalbeslag wordt zoveel mogelijk beperkt door een snelle facturering. De gemeentelijke financiering wordt zoveel mogelijk vooraf en per halfjaar gefactureerd. In de begroting 26 is ervan uitgegaan, dat de mutatie werkkapitaal nihil is. Het kasstroomoverzicht laat een daling van de bankstand zien van,8 miljoen met een bankstand ultimo 26 van 1,5 miljoen positief. 5. Administratieve organisatie en interne controle (AO/IC) Conform de wet FIDO wordt er in 26 gestart met de rapportage over het beslag op de kasgeldlimieten. Vanuit het treasurystatuut van de GROGZ WestBrabant is de gewenste AO/IC beschreven. Hierin liggen alle taken en verantwoordelijkheden vast, met inachtneming van de gewenste functiescheiding.
12 WEERSTANDSVERMOGEN EN RISICO'S 12.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen: De weerstandscapaciteit, zijnde de middelen en mogelijkheden waarover de GR RAV Brabant MiddenWestNoord beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken, zijnde de reserves en voorzieningen; Alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn genomen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Specificatie weerstandscapaciteit 26 Reserve FLO 4.67 Reserve vakantiegeld/vakantiedagen 68 Voorziening dubieuze debiteuren 222 Voorziening functiewaardering 16 Begroot resultaat _ Totaal weerstandscapaciteit 5.66 12.2 Inventarisatie van de risico's De kosten van het functioneel leeftijdsontslag (FLO) ambulancevervoer worden vanaf 25 niet meer volledig vergoed door het CTG. Als gevolg van een door de publieke diensten tegen deze beleidsregel aangespannen juridische procedure (kort geding), wordt deze beleidsregel op last van de rechter met ingang van 1 januari 26 teruggedraaid. Op dit moment is nog alleszins onzeker of het CTG in beroep gaat tegen de rechterlijke uitspraak en zo ja, wat de uitkomst van de bodemprocedure zal zijn. Er loopt nog een bodemprocedure over de aanbesteding van ambulancevoertuigen, waarin in 26 vonnis zal worden gewezen. Het door de tegenpartij in eerste instantie aangespannen kort geding is door de deelnemende RA Ven gewonnen. In hoeverre en in welke mate in de bodemprocedure een schadevergoeding zal worden toegewezen is niet duidelijk. Het financiële risico is derhalve nu niet te omschrijven. In 26 komt de 2 e tranche van de landelijke middelen vanuit het CTG beschikbaar voor extra paraatheid. Hierover zijn afspraken gemaakt met de zorgverzekeraars. De uitkering van de laatste 1% van de middelen van de 2 e tranche wordt afhankelijk gesteld van het behalen van afgesproken prestatieverbeteringen. In de begroting 26 is er rekening mee gehouden dat de afgesproken prestatieverbeteringen worden behaald. In de begroting 26 is rekening gehouden met extra budget ad 6. vanuit het CTG voor huisvestingskosten. Op dit moment is hierover nog geen overeenstemming met de zorgverzekeraar. Voor het herstellen van de paraatheid overdag te Breda en het operationaliseren van een stationeringspost te Steenbergen heeft de provincie Brabant voor het jaar 23 een bedrag in de vorm van voorfinanciering van maximaal 62. ter beschikking gesteld. Voor de uitbreiding van de paraatheid voor de regio MiddenBrabant en BrabantNoord is door de provincie Brabant 1.192. beschikbaar gesteld. Terugvordering van dit bedrag en terugbetaling door. de GR zal dan pas geschieden indien met terugwerkende kracht tot 23 door het Rijk aanvullende structurele middelen beschikbaar