inhoud blz. De computer 3 1. Wat is een computer De delen van een computer 5 3. Hoe werkt een computer? 8 4. Van groot naar klein 12 5.

Vergelijkbare documenten
inhoud blz. 1. Een wereld vol letters 2. Letters 3. Plaatjes lezen 4. Het pictogram 5. Van plaatje naar teken 6. Letters en klanken

Inhoud 1. Allemaal botten 2. Stevig 3. Licht 4. Beschermen 5. Bewegen 6. Grote botten, kleine botten 7. In het gips 8. Dieren 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. 1. Een wereld vol cijfers 2. Een bot met streepjes 3. Tellen 4. Turven 5. Oude getallen 6. Onze cijfers 7. Tellen in drie talen

inhoud 1. Ontdek 2. Insecten 3. Een hart klopt 4. Het spoor 5. De magneet 6. Zie ik dat wel goed 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud blz. 1. Wielen 2. Draaien maar! 3. De boomstam 4. Rollen maar! 5. Van rollen naar rijden 6. Lichter, beter, sterker 7.

inhoud 1. Kunst! Wat is dat? 2. Het schilderij 3. Het beeld 4. Het verhaal 5. De dans 6. Het gebouw 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

Zintuigen. zien ruiken. horen. voelen. proeven

Inhoud blz. 1. Op reis 2. De trekschuit 3. De postkoets 4. De stoomtrein 5. De auto 6. Het vliegtuig 7. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s

inh oud 1. Inleiding 3 2. Kijken en zien 4 3. Proefjes 4. Hoogte, breedte en diepte 5. Gefopt door licht en donker 6. Gefopt door schuine lijnen

inhoud 1. Bloemen 2. Planten 3. Wat is een bloem? 4. Binnen in de bloem 5. De bloem krijgt bezoek 6. Van stamper naar vrucht

inhoud 1. Groeien 2. In de buik 3. De baby 4. De peuter 5, De kleuter 6. Het schoolkind 7. De puber 8. Volwassen 9. Bejaard 10. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. Helikopters 3 1. De geboorte van de helikopter 4 2. De delen van de helikopter 6 3. In de cockpit 7 4. De rotor 8 5.

inhoud blz. Kou 1. Het weer 2. Rillen van de kou 3. Kleren 4. Koelkast en vriezer 5. Koude kleuren 6. Noordpool en Zuidpool 7.

inhoud 1. Overal sterren 2. Wat is een ster? 3. Het leven van een ster 4. Een ster dichtbij 5. De zon 6. Sterren en kleuren 7.

inhoud 1. Voeten en poten 2. De olifant 3. De vlieg 4. De uil 5. De sprinkhaan 6. De giraf 7. De struisvogel 8. De gekko 9.

inhoud blz. 1. Drijven of zinken? 2. Lucht is licht 3. De duikboot 4. De zwemles 5. Zout en zoet water 6. Olie en water 7.

inhoud blz. De zeppelin 1. Graaf von Zeppelin 2. Hoe vliegt een zeppelin? 3. Zeppelin of blimp 4. De ramp met de Hindenburg 5. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Oren 2. De vleermuis 3. De olifant 4. De uil 5. De dolfijn 6. De postduif 7. De tijgermot 8. De kat 9. De hond 10. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Kom jij uit een ei? 2. Dieren uit een ei. 3. Vogels 4. Vissen 5. Insecten 6. Spinnen 7. Reptielen 8. Kikkers en padden 9.

inhoud Airbus A De eerste vlucht 2. Samenwerken 3. Het vervoer 4. Aan boord 5. De motoren 6. Maten 7. Luchthavens 8. Airbusweetjes 9.

inhoud 1. Mmmmm lekker zoet 2. Waar komt suiker vandaan? 3. Suiker vind je overal 4. Nog meer suiker 5. Te veel suiker 6. Hoe word je te dik?

Inhoud 1. Het gebit 2. De eerste tanden 3. Wisselen 4. Een nieuw gebit 5. Zorg voor je gebit 6. De tandarts 7. Een gaatje 8. Zoet 9.

inhoud blz. 1. Eten 3 2. De maaltijd 4 3. Het bestek 5 4. Planten en dieren 6 5. Uit eten 8 6. Eten in andere landen Dat lust ik niet

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

1. De maan 3 2. Volle maan 4 3. Een maand 6 4. De maan trekt 8 5. Een reis naar de maan 9 6. Op de maan Maanweetjes 11 8.

inhoud 1. Mijn fiets 2. De delen van een fiets 3. De loopfiets 4. Trappen maar! 5. Hoog op een wiel 6. De ketting 7. De damesfiets 8.

Initiatiefnemer Ben Vaske, Stichting Expertisecentrum Oefenen.nl. Projectmanagement Claudette Verpalen, Utrecht

inhoud Het konijn 1. Bos en duin 2. Het hol 3. Keutels 4. Gevaar 5. Een huisdier 6. Rassen 7. Filmpje Pluskaarten Bronnen en foto s

inhoud 1. Textiel? Wat is dat? 2. Weven met papier 3. Stoffen van textiel 4. Wol 5, Zijde 6. Katoen 7. Linnen 8. Filmpje Pluskaarten

inhoud Neuzen 1. Je neus 2. Groot is mooi 3. Wroeten 4. Grijpneus 5. Speurneus 6. Onder water 7. Zoem, zoem, ik ruik je 8. Ruiken met je tong

inhoud blz. 1. Water is niet gewoon 2. Water, ijs en wolken 3. Een kring 4. Drinken 5. Water in de zee 6. Olie en water 7. Vuil water wordt schoon

inhoud 1. Staarten 2. Weg vlieg! 3. Evenwicht. 4. Een fopstaart 5. Hoe vind je mijn staart? 6. Een extra arm 7. Een praatstaart 8.

inhoud blz. Lucht 1. Lucht is leven 2. Adem 3. Vieze lucht 4. Warme lucht 5. Wind: lucht beweegt 6. Lucht is sterk 7. Boeren en winden 8.

inhoud blz. 1. Borst of fles 2. Zogen 3. De boer en zijn dieren 4. De fabriek 5. Slagroom, boter en karnemelk 6. Kaas 7. Meer zuivel 8.

1. Bijen 3 2. Drie soorten bijen 4 3. Op zoek naar eten 5 4. Wonen 7 5. De imker 9 6. Honing Was Filmpje 13 Pluskaarten 14 Bronnen en

inhoud blz. 1. Au! Dat prikt! 3 2. Stekels 4 3. Nacht 5 4. Op zoek naar eten 6 5, Egel, pas op! 7 6. Mensen 8 7. Het nest van de egel 9 8.

inhoud blz. 1. Prikken en steken 2. De bij 3. De brandenetel 4. De mug 5. De kwal 6. De pieterman 7. De rode mier 8.

inhoud Herfst 1. Het weer 2. Overal blad 3. Zaden 4. Paddenstoelen 5. De eekhoorn 6. De egel 7. Insecten 8. Vogels op reis 9. Filmpje Pluskaarten

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

inhoud blz. Overal gereedschap 3 1. De timmerman 4 2. De schilder 5 3. De tandarts 6 4. De kok 7 5. De schoonmaker 8 6. De leerling 9 7.

inhoud De oude eik 1. In het park 2. De delen van de eik 3. Herfst 4. Dieren helpen de eik. 5. Winter 6. Lente 7. Rupsen 8.

Antwoorden op de vragen

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

Griezelboek. groep 3 en 4

inhoud 1. In de lucht 3 2. Ik zweef 4 3. Een sigaar in de lucht 5 4. Brand! 6 5. In de luchtballon 7 6. Landen op water 8 7. Op reis 9 8.

Raar, maar waar! Natuur Na

inhoud blz. 1. Soorten 3 2. Zo herken je een insect 4 3. Insecten en hun jong 6 4. Vijanden Meer insecten Filmpjes 15 Pluskaarten 16

inhoud 1. Inleiding 3 2. Schimmel 4 3. De paddenstoel 5 4. Uit het leven van een paddenstoel 7 5. Soorten paddenstoelen 6.

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

inhoud blz. Vleugels 3 1. Zweven 4 2. Vleugels om te zwemmen 5 3. De boemerang 6 4. Vogels op de grond 7 5. Het geheim van vliegen 8 6.

inhoud 1. Dieren op reis 2. Waarom dieren reizen 3. Op zoek naar eten 4. Op zoek naar een broedplek 5. Weg uit de kou 6. Filmpje Pluskaarten Bronnen

Antwoorden op de vragen

inh oud 1. Dieren in de winter 2. De egel 3. De vleermuis 4. De eekhoorn 5. De merel 6. De ree 7. De pad 8. Het lieveheersbeestje 9.

inhoud blz. 1. Huisdieren 3 2. De hond 5 3. De kat 6 4. De witte muis 7 5. De goudvis 8 6. Het konijn 9 7. De cavia De tamme rat 11 9.

Inhoud blz. 1. Honden 2. Van wolf naar hond 3. Rassen 4. Rashonden 5. Filmpjes Pluskaarten Bronnen en foto s Colofon en voorwaarden

inhoud 1. Torens 3 2. De kerktoren 4 3. Het kasteel 5 4. Nog meer torens 6 5. Beroemde torens 9 Pluskaarten 12 Bronnen 13 Colofon en voorwaarden 14

inhoud 1. Slangen 2. Een reptiel 3. Maten 4. Waar? 5. Ruiken 6. Gif 7. Wurgen 8. Hap, slik! 9. Een nieuwe jas 10. Weetjes 11. Filmpje Pluskaarten

inhoud 1. Vuur in de natuur 2. Mens en vuur 3. De mens maakt vuur 4. Licht en warmte 5. Vuur en eten 6. Werken met vuur 7.

inhoud Zee, strand en duin 1. Zand 2. Zon en wind 3. Het duin 4. Dieren in het duin 5. Eb en vloed 6. De jutter 7. Schelpen 8.

inhoud blz 1. Buideldieren 3 2. Kangoeroes 6 3. De wombat 8 4. De koala 9 5. De opossum De numbat De suikereekhoorn 12 8.

inhoud blz. 1. Haar 2. Met of zonder haar 3. Haar beschermt 4. Voelen met haar 5. Praten met haar 6. Mens en haar 7. Wenkbrauwen en wimpers

inhoud blz. 1. Zoet 2. Honing 3. Suiker 4. Zoet water 5. Smaak en proeven 6. Zoet en tanden 7. Wie zoet is. 8. Snoep 9. Filmpjes Pluskaarten

inh oud Huid en haar 1. De huid in lagen 2. Nieuwe huid 3. De huid in kleurtjes 4. Voelen met je huid 5. Zweet 6. Haartjes en kippenvel 7.

Verder zijn er een aantal producten die je hierop kan aansluiten, hier zijn een aantal producten:

inhoud 1. De merel 2. Waar is mijn eten? 3. De tuin 4. Vogels helpen 5, Wat eten vogels? 6. Vogels in de tuin 7. Een goede plek 8.

inhoud 1. Allemaal de kiebels 2. De bult 3. Kiebels in mijn haar 4. De kwal 5. De brandnetel 6. Huisdieren 7. Vlooien 8. Hooikoorts 9.

inhoud 1. De mier 2. De teek 3. De regenworm 4. De pissebed 5. De hoofdluis 6. De vlieg 7. De mug 8. De vlo 9. Filmpje Pluskaarten Colofon

Les 7 Doen: Windows Live Mail

inhoud blz. 1. Donker 3 2. Dikke jas 4 3. Het vriest 5 4. Sneeuw 6 5, Dieren in de winter 8 6. Bomen Winterkost Beweeg 12 9.

Rekenen Groep 7-2e helft schooljaar.

inhoud blz. Inleiding 3 1. De farao 4 2. De dood van de farao 5 3. Bewaard als mummie 6 4. Het graf 7 5. Groter en groter 8 6. De vorm 9 7.

Brunelleschi. De Dom van Florence

inhoud 1. Vogels op reis 3 2. Vogeltrek 4 3. Zomervogels 4. Wintergasten 5. Standvogels 6. Deeltrekkers 7. Op reis

inhoud 1. Slapen 2. Wat is slapen? 3. Waarom slaap je? 4. Slaapschuld 5. De biologische klok 6. Ochtend en avondmensen 7.

Het museum museum mu

inhoud 1. Lekker 3 2. Bij de boer 3 3. Tarwe malen 4. Bij de bakker 7 5. Bruin of wit 5. Allemaal broden 6. Filmpje 7. Pluskaarten Colofon 15

Geen fabriekswerk. Roeien met de wind mee en de stroom tegen. Jac Willekens

Waarom? 3 1. Waarom heeft een zebra witte en zwarte strepen? 4 2. Waarom worden bladeren in de herfst geel en oranje? 5 3. Waarom hebben leeuwen

6,4. Werkstuk door een scholier 1810 woorden 11 maart keer beoordeeld

In houd 1. Inleiding 2. De luchthaven 3. De vertrekhal 4. De douane 5. De wachtkamer 6. De bagage 7. Eten en drinken 8. De brandstof 9.

Extra les Muis en toetsenbord

inhoud 1. Inleiding 3 2. Wat is een maan? 4 3. Het ontstaan van de maan 4. De maan en de maanden 5. Kijken naar de maan 6. Landing op de maan

Ik en de maatschappij. Gezondheid

Verhoudingen in verband

Begeleide interne stage

Rekenen Groep 6-2e helft schooljaar.

inh oud Mars 1. Ons zonnestelsel 2. De rode planeet 3. Mars en de aarde 4. Leven op Mars? 5. Mars en fantasie 6. Een kijkje op Mars 7.

REKENEN VERHOUDINGEN Verhoudingen voor1f

Handleiding . Aan de slag. in beroep en bedrijf. Handleiding

Windows Training voor 50-plussers. PC50plus trainingen Eikbosserweg AK Hilversum tel:

Rekenen Groep 6-1e helft schooljaar.

Een desktopcomputer kan uit de volgende onderdelen zijn opgebouwd:

Auteurs boek: Vera Lukassen en René Valster Titel boek: Basis Computergebruik Versies: Windows 7 & Windows 8

Nederlands. Woordenschat Dienstverlening en zorg

inhoud blz. Goochelen 3 1. Goochelen of toveren? 4 2. Goochelmanieren 5 3. Goochelen maar! 8 4. Filmpjes 15 Pluskaarten 16 Bronnen en foto s 18

Antwoorden Rekenen Groep 5-1e helft schooljaar

inhoud 1. Inleiding 2. Wat is een planeet 3. Soorten planeten 4. Het ontstaan van planeten 5. De planeten 1.Mercurius 2. Venus 3. De Aarde 4.

Sssplitsss Handleiding instellingen

Antwoorden op de vragen

Transcriptie:

De computer

inhoud blz. De computer 3 1. Wat is een computer. 4 2. De delen van een computer 5 3. Hoe werkt een computer? 8 4. Van groot naar klein 12 5. Computerweetjes 15 6. Filmpjes 17 Pluskaarten 18 Bronnen en foto s 20 Colofon en voorwaarden 21

De computer Je leest dit boek op een computer. Computers zijn overal om ons heen. Computers zitten in allerlei apparaten. In dit boek lees je meer: Over wat een computer is. Over hoe een computer werkt. Over de onderdelen van een computer. En over hoe de computer werd geboren.

1. Wat is een computer? Een computer is een apparaat. In dat apparaat kun je gegevens die je intypt bewaren. Je kunt ze niet alleen bewaren, maar ook weer veranderen. Bij een computer denk je misschien alleen aan het apparaat waar je nu achter zit om dit boek te lezen. Het kan een computer zijn die op een vaste plek staat op een bureau (de desktop) Of misschien denk je aan een laptop, een tablet of een slimme telefoon. Dat zijn allemaal computers. Je kunt ze meenemen naar een andere plek. Maar mini-computers zitten ook in horloges of in speelgoed. Computers kunnen dus heel klein zijn. Je herkent ze niet meteen als een computer. de tablet de desktop de laptop het horloge de smartphone het speelgoed

2. De delen van een computer Een computer bestaat uit onderdelen. We doen net of een computer het lichaam van een mens is. Zo snap je beter hoe elk onderdeel werkt. De hersenen van de computer Onze hersenen zorgen ervoor dat we kunnen denken. Ook zorgen de hersenen ervoor dat onze spieren kunnen bewegen. Zonder hersenen werkt je lichaam niet. De computer heeft zoals jij ook hersenen. Je noemt het de CPU. Dit kleine onderdeel zorgt ervoor dat alle andere onderdelen van de computer hun werk kunnen doen. 5 1. computer 2. monitor 3. muis 4 1 4. toetsenbord 5. printer de CPU, de hersenen 2 3

Het moederbord De hersenen van de computer, de CPU, zit op het moederbord. Dat moederbord is het geraamte of skelet van de computer. Het is het deel dat alle onderdelen bij elkaar houdt. Zo kan elk onderdeel zijn werk goed doen. RAM RAM zijn de handen van de com-- puter. Met veel handen kun je meer dingen tegelijk doen. Je schrijft een verhaal op de computer, je luistert gelijk ook nog muziek op je computer. Ook kijk je op internet naar je email. Je doet veel dingen tegelijk. Hoe meer RAM hoe meer dingen de computer kan doen op hetzelfde moment. RAM, de handen van de computer het moederbord is het geraamte

De stroom De stroom is het hart van de computer. Het hart pompt ons bloed door ons lichaam heen. De stroom zorgt ervoor dat elk onderdeel kan gaan werken. De harde schijf De harde schijf is een soort rugzak die je op je rug meedraagt. Alleen die rugzak wordt wel altijd gedragen. In die rugzak zit van alles: plaatjes, muziek, emails, filmpjes, verhalen en spelletjes. Op de harde schijf (de rugzak) staat alles wat je wilt bewaren op de computer. Videokaart en monitor De videokaart zijn de ogen van de computer. Die ogen zijn niet zo goed. Je hebt er een bril bij nodig. Dat is de monitor. Nu kun je pas alles zien, wat je doet op de computer. De videokaart zijn de ogen. De harde schijf is de rugzak. De monitor is de bril.

3. Hoe werkt een computer De taal van de computer Een computer is eigenlijk een supersnelle rekenmachine. De computer begrijpt maar één taal. Het is een rekentaal. Die rekentaal heeft maar twee getallen. Het zijn de 0 en de 1. de taal van de computer Je denkt nu misschien: dat is een taal van niks, want je kunt alleen de getallen 01 en 10 maken. Dat is niet waar. Je kunt ook 001 en 010 en 100 maken. Of wat denk je van dit getal: 110000110110111011110? Met die 0 en die 1 kun je juist supergrote getallen maken. De computer herkent elk getal heel snel. Ook die hele grote getallen.

Allemaal getallen p Alles op een computer is een 0 of een 1. t Letters, kleuren, muziek lijnen, filmpjes, 9 spelletjes alles bestaat alleen maar uit 7 nullen en enen. De letter a zou bijvoorbeeld het getal 01010 kunnen zijn. De letter b 00010. De kleur geel krijgt het getal 00110011. Zo kun je alles een getalnaam geven. Eerst moet alles wel een getalnaam krijgen anders snapt de computer niet wat Alles bestaat uit nullen en enen hij moet doen. Aan en uit Het getal 1 op de computer Het getal 0 betekent in de computer dat er even geen stroom doorgaat. Het is een wit Het getal 2 op de computer rondje op het plaatje hiernaast. Bij het getal 1 kan er juist wel stroom door. De hoofdletter M op de computer Nu zie je een groen rondje. Die getallentaal is dus eigenlijk een taal van stroom of geen stroom.

Programma Er zijn mensen die de getallentaal goed snappen. Zij maken programma s. Zij zorgen dat al die nullen en enen voor ons iets gaan betekenen (woord, geluid). Zij maken een programma om een brief te typen of om een spelletje te spelen, maar ook een programma waarmee je op internet kunt, Al die lange getallen krijgen door het programma een betekenis. Een computer kan zijn werk alleen doen met een programma. Je herkent die programma s aan de kleine plaatjes. Als je erop klikt, gaat het programma starten. Zo n plaatje noem je een icoon of pictogram. Een programma om brieven te schrijven Iconen of pictogrammen

Op deze bladzijde zie je voorbeelden van programma s. Eronder staat wat je met dat programma kunt doen. Een bericht versturen Foto s veranderen Een programma om te rekenen Lekker racen met een auto Telefoneren met beeld tekenen

4. Van groot naar klein De eerste computer werd ongeveer 80 jaar geleden gebouwd. Er is niet een echte uitvinder van de computer. Er waren steeds mensen die de computer beter en sneller maakten. Op deze en de volgende bladzijden lees je daar meer over. ABC computer In 1942 is de computer nog steeds een rekenmachine. Maar deze computer is elektronisch. De computer maakt nog veel fouten. Dat is vervelend. Meer mensen gaan onderzoeken hoe het beter kan. De Z1 In 1936 bouwde Konrad Zuse (zeg Zoese) in Duitsland een machine die grote sommen kan uitrekenen. Voor zijn werk moest Zuse veel dingen uitrekenen. Deze machine hielp daarbij. De eerste computer was een rekenmachine die met de hand bediend werd.

UNIVAC De UNIVAC is een reusachtige computer. Het is de eerste computer die aan bedrijven verkocht werd. Daarvoor werden computers alleen gebruikt door de mensen die de computers probeerden beter te maken. MADM computer Deze computer had een programma. Het was nog steeds een rekenmachine. De computer maakte geen fouten, maar was wel erg groot. Je had er een flinke kamer voor nodig om de computer er in kwijt te kunnen.

De eerste PC Voor het jaar 1973 hadden alleen bedrijven een computer. Dat verandert ongeveer 40 jaar geleden. De computer is een stuk kleiner geworden. En kan ook thuis gebruikt worden. In die tijd moet je nog wel veel geld hebben om een PC te kunnen kopen. Een paar jaar later krijgt de computer een muis. De beeldschermen krijgen kleur. De computer wordt steeds kleiner en sneller. Je kunt het scherm met je vinger aanraken. Zo is een muis niet meer nodig.

5. Computerweetjes Internet Het internet is een netwerk van supercomputers over de hele wereld. Die supercomputers zijn met elkaar verbonden, Op die computers is allerlei informatie te vinden: het weer, kaarten, nieuws, boeken, recepten, sport, hobbies en nog veel meer. Jij kunt met je computer ook op dat netwerk komen en informatie opzoeken. Zoeken Om die infromatie te zoeken op internet gebruik je een zoekmachine. Google is een bekende zoekmachine. Bij google gebruiken ze grote computers om het internet af te speuren. Deze computers worden spinnen genoemd. Ze zoeken het hele web (internet) af naar infomatie. Als jij een woord intypt in de zoekmachine krijg jij alle websites te zien waar je meer kunt lezen over je vraag.

Ziek Ook een computer kan ziek worden. Hoe? Net als een mens door een virus. Een virus bij een ziek mens is erg besmettelijk. Het virus wil graag meer mensen ziek maken. Dat is ook zo bij computers. Er zijn mensen die zieke programma s maken. Die programma s worden verspreid over het internet. Vaak via email. Als mensen zo n programma starten, wordt hun computer ziek. De computer werkt niet goed meer en soms is informate op de computer verdwenen. Ongezond Lang achter een computer zitten, is niet zo gezond. Je zit lang in dezelfde houding en beweegt niet. Zeker als je ook nog eens lekker zit te snoepen. Normaal knipper je 20 keer in een minuut met je ogen. Achter een computer is dat maar 8 keer. Je ogen gaan er pijn van doen. Computers zijn leuk, maar bewegen is ook belangrijk.

6. Filmpje Klokhuis: Silicon Valley Bekijk het filmpje

Bronnen en foto s http://explainlikeakid.blogspot.com/2011/10/computer-parts-and-what-theydo.html http://wikikids.nl/computer http://nl.wikipedia.org/wiki/computer

Dit is een uitgave van E-duboek Website: www.eduboek.nl Copyright Age Cnossen 2012 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Ondanks alle aan de samenstelling van dit e-boek bestede zorg kan noch de auteur, noch de uitgever aansprakelijkheid aanvaarden voor schade die het gevolg is van enige fout in deze uitgave.