Werkstuk door een scholier 1926 woorden 27 maart 2004 5,8 26 keer beoordeeld Vak ANW Inhoudsopgave Inleiding Inhoudsopgave Natuurlijke broeikaseffect Versterkte broeikaseffect Oorzaken Gevolgen Internationale maatregelen Maatregelen in Nederland Conclusie Bronnenlijst Logboek Inleiding Ons onderwerp is het broeikasefect. Onze hoofdvraag is: "Welke maatrgelen kunnen er tegen het broeikas effect genomen worden en gebeurt dat ook" Voordat we deze hoofdvraag kunnen beantwoorden hebben we 3 deelvragen gemaakt: Wat is het broeikaseffect nu eigenlijk en wat zijn de oorzaken en gevolgen? Welke internationale maatregelen worden er genomen tegen het broeikaseffect? Wat voor maatregelen neemt Nederland? Natuurlijke broeikaseffect De aarde wordt verwarmd door de zon. Een gedeelte van de zonnestraling wordt door de atmosfeer terug de ruimte in gekaatst, een ander deel wordt omgezet in warmte op aarde. Ook deze warmte verdwijnt gedeeltelijk de ruimte in. Natuurlijke broeikasgassen, zoals waterdamp, CO2 en methaangas (moerasgas), zorgen ervoor dat de warmte die de aarde uitstraalt gedeeltelijk wordt teruggekaatst; deze gassen leggen een warme deken om de aarde. Ook vulkaanuitbarstingen zorgen voor opverwarming op aarde. De stof die bij een grootte vulkaanuitbarsting ontstaat reflecteerd de zonnestralen. Deze verwarming noemen we het broeikaseffect. https://www.scholieren.com/verslag/15589 Pagina 1 van 6
Zonder het natuurlijke broeikaseffect zou de gemiddelde temperatuur op aarde op jaarbasis -18 graden Celsius zijn, in plaats van de huidige +12 graden. Natuurlijke klimaatschommelingen Rood = El Nino Groen = Vulkanen Blauw = zonne-activieteit 1900-1920-1940-1960-1980-2000 Versterkte broeikaseffect Maar omdat de mens grote hoeveelheden broeikasgassen in de dampkring brengt, wordt het broeikaseffect behoorlijk versterkt. Vooral door de toegenomen hoeveelheid CO2, als gevolg van de industrialisatie, neemt het broeikaseffect enorm toe. Dit versterkte broeikaseffect kan een wereldwijde klimaatverandering tot gevolg hebben. De Verenigde Naties verwachten dat klimaatverandering gedurende de 21ste eeuw zou kunnen zorgen voor grote overstromingen, zeer extreme weersomstandigheden, droogte en ongeschiktheid van de landbouwgrond. Oorzaken Het versterkte broeikaseffect wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van bepaalde stoffen in de dampkring. De belangrijkste hiervan zijn: - kooldioxide (CO2): komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen zoals steenkool, aardolie, en aardgas. CO2 komt ook vrij bij ontbossing. - methaan (CH4): ontstaat vooral in de landbouw en in de veeteelt. - distikstofoxide (N2O, lachgas): komt vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen en gebruik van mest. - Fluorverbindingen: dit zijn stoffen als HKF s, PFK s en SF6 (deze stoffen worden gebruikt als vervangers voor CFK s). Verder hebben bepaalde stoffen een indirecte invloed op het versterkte broeikaseffect. Zoals bijvoorbeeld de stoffen: stikstofoxiden, koolmonoxide en vluchtige organische stoffen. De meeste bovengenoemde stoffen zijn een natuurlijk onderdeel van onze atmosfeer. Maar door menselijke factoren is de concentratie van kooldioxide in de atmosfeer de afgelopen twee eeuwen met ongeveer 30 procent toegenomen. De verbranding van fossiele brandstoffen, als steenkool, aardolie en aardgas heeft veel CO2 op niet-natuurlijke wijze vrijgemaakt. De mens heeft ook gezorgd voor een grote uitstoot van andere broeikasgassen. Sinds 1750 is de hoeveelheid methaan meer dan verdubbeld, de uitstoot lachgas nam toe met 15 procent, terwijl de aanwezigheid van CFK's in de atmosfeer slechts door menselijk handelen is te verklaren. Er zijn meer vluchtige organische stoffen de lucht ingekomen, en de hoeveelheid ozon in de troposfeer (de onderste tien kilometer van de atmosfeer) is verdubbeld. https://www.scholieren.com/verslag/15589 Pagina 2 van 6
Gevolgen Het klimaat op de aarde is de laatste tijd veranderd. De aardtemeperatuur gemiddeld 2 C gestegen. En de zeespiegel is met ongeveer 50 cm gestegen, door de opwarming zet het water in de oceanen uit waardoor het meer plaats inneemt. Bovendien smelt het ijs van gletsjers en het landijs aan de polen. De deze klimaatveranderingen hebben velen gevolgen. Door het uitzetten van het water en het smelten van ijskappen krijgen we een hoger zeespiegelniveau. Overstromingen, droogte en tropische cyclonen zullen heviger zijn, en dus meer schade aanrichten. Ook hebben de klimaatveranderingen invloed op de landbouw. Laaggelegen gebieden zullen onder water lopen en dus niet meer bruikbaar zijn voor de landbouw. Dat is een direct gevolg. Maar ook zal het grondwater in de kustgebieden zouter worden, dus gewassen kunnen beschadigd worden door het teveel aan zout. Door de opwarming zal ook de grondvochtigheid dalen; en dat heeft weer een negatieve invloed op het kiemen van de gewassen. Ook de natuur ondervindt gevolgen van veranderingen. Veel bestaande natuurlijke ecosystemen zullen zich niet snel genoeg kunnen aanpassen aan de veranderende omstandigheden, en dus grondig verstoord worden of misschien zelfs verdwijnen.de kans is er dat de natuurlijke omgeving (de habitat) van veel planten- en diersoorten zich sneller zal verplaatsen dan zij dat zelf kunnen, zodat hun overlevingskansen ernstig worden bedreigd. Maar ook zal het (schaarse)zoetwater meer verdampen door de verwarming van de aarde. Daardoor zal het drinkwaterprobleem steeds groter worden. Maar ook hebben de klimaatveranderingen veel gevolgen voor de gezondheid van de mens. Bij een warmer en vochtiger klimaat zullen pollensoorten (verantwoordelijk voor hooikoorts) en huismijten beter gedijen. Die leiden, net als de toename van (zomer)smog, tot een stijging van luchtwegenziekten. Ook zullen in Nederland de omstandigheden steeds gunstiger worden voor organismen die ziekten overbrengen, zoals de malariamug en de teek (de ziekte van Lyme). Het aantal gevallen van hittestress als gevolg van hittegolven zal toenemen. Ook komt er een toename in hittegevoelige ziekten en sterfte (dit zijn met name hart- en vaatziekten en longziekten) en ondervoeding en uitdroging door een verminderde voedsel- en watervoorziening. Een toename van de blootstelling aan UV-straling - een gevolg van de aantasting van de ozonlaag - kan leiden tot een stijging van het aantal mensen met huidkanker en grauwe staar. Ook kan door een verhoogde UV-belasting de afweer tegen infectieziekten afnemen. Internationale maatregelen 1. Het Klimaatverdrag van Rio de Janeiro: Tijdens de jaren '80 nam wereldwijd het besef toe dat de versterking van het broeikaseffect door de mens veroorzaakt was en dat er wat aan gedaan moest worden. In 1992 leidden internationale klimaatonderhandelingen tot het klimaatverdrag van Rio de Janeiro. In dit verdrag werd geprobeerd een balans te vinden tussen de milieubelangen en maatregelen die economisch haalbaar waren. Ecosystemen moesten beschermd worden tegen sterke klimaatschommelingen, maar de https://www.scholieren.com/verslag/15589 Pagina 3 van 6
voedselvoorziening moest wel gegarandeerd blijven en ook moest de economie de kans krijgen zich te ontwikkelen. Om dit te realiseren werd afgesproken dat belangrijke industrielanden de uitstoot van CO2 drastisch omlaag moesten brengen. 2. Het Protocol van Kyoto: Het verdrag van Rio de Janeiro werd verder uitgewerkt in het Protocol van Kyoto (1997). In dit protocol staat dat de geïndustrialiseerde landen de uitstoot van broeikasgassen in 2010 met gemiddeld 5 procent moeten verminderen ten opzichte van 1990. Voor Nederland is dit 6 procent. In de Kyoto-overeenkomst is een verplichtingperiode van 5 jaar opgenomen van 2008 tot 2012. In deze periode zijn de geïndustrialiseerde landen verplicht om aan de eisen van het protocol te voldoen. Bovendien staat in deze overeenkomst dat in het jaar 2005 al aantoonbare vooruitgang moet zijn geboekt. 3. De Klimaatconferentie van Den Haag Hoewel iedereen weet dat het belangrijk is om de broeikasgassen terug te dringen, maakten weinig landen haast met de ondertekening van het Protocol van Kyoto. Van 1997 tot 2000 bleken dat alleen wat eilandstaten en enkele ontwikkelingslanden bereid om hun handtekening te zetten. Om de internationale afspraken 'hard' te maken, werd van 13 tot 24 november 2000 een klimaatconferentie in Den Haag gehouden. De Klimaatconferentie in Den Haag heeft geen akkoord opgeleverd, omdat de belangen van sommige landen soms recht tegenover elkaar stonden. Rijke industrielanden vonden de kosten voor het terugdringen van de broeikasgassen te groot. Ontwikkelingslanden wilden niet gebonden zijn aan afspraken waarmee zij de uitstoot van broeikasgassen zelf moeten betalen, omdat dit de groei van hun economieën zou schaden. 4. De Klimaatconferentie van Bonn Om Kyoto te redden werd in juli 2001 in Bonn opnieuw onderhandeld over de punten waar in Den Haag ook al over was gepraat. De Verenigde Staten haakten definitief af, omdat de president Bush vond dat klimaatmaatregelen de Amerikaanse economie te veel zouden schaden. Dit was een grote klap, omdat de VS verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van 36,1 procent van alle broeikasgassen wereldwijd. Maar de conferentie in Bonn werd toch een succes, omdat alle overige landen besloten om wel door te gaan. In Bonn verplichtten de deelnemende landen zich om de Kyoto-doelstellingen te halen. Eventueel zouden ze dit doen door projecten in het buitenland te financieren waarmee de uitstoot van broeikasgassen wordt verminderd. Wanneer een lidstaat niet aan het protocol voldoet zal zij een straf krijgen. In Bonn werd verder afgesproken dat het Protocol van Kyoto ingaat als 55 landen, (die bij elkaar tenminste 55 procent van alle uitstoot CO2 voor hun rekening nemen) aan het verdrag meedoen. Over de hele wereld zorgt Amerika voor de meeste uitstoot (36,1 %), daarna de landen in de Europese Unie (24,2 %), Rusland (17,4 %), Japan (8,5 %), Canada (3,3 %) en Australië (2,1 %). In deze cijfers zijn de Derde Wereldlanden niet meegeteld. 5. Het Protocol van Kyoto Na de conferentie van Bonn besloten de landen van de Europese Unie gezamenlijk voorbereidingen te https://www.scholieren.com/verslag/15589 Pagina 4 van 6
treffen voor het tekenen van het Protocol van Kyoto. De officiële ratificatie was op 31 mei 2002. Japan tekende na veel aarzelingen op 4 juni 2002. En nadat Polen op 19 december 2002 het Protocol ratificeerde, doen nu ook alle EU-lidstaten mee met Kyoto. In Canada en Australië ontstond vanaf 2001 een felle discussie over het protocol, omdat deze landen een machtige energiesector hebben die bang was voor productiebeperkingen. Australië kondigde op 6 juni 2002 aan dat het land niet mee zou doen. Canada tekende het Protocol op 19 december 2002, en doet dus wel mee. Of Kyoto nu doorgaat hangt af van Rusland. In september 2002 heeft president Poetin aangekondigd dat hij het protocol steunt. Waarschijnlijk tekent Rusland in 2003. Maatregelen in Nederland Om aan deze intenationale verplichtingen te voldoen moet de Nederlandse regering maatregelen nemen. Zoals: - verhoging van de energiebelastingen - in samenwerking met de doelgroepen: landbouw, verkeer, bouw en industriezal een reductieplan worden opgezet voor andere broeikasgassen dan CO2 - versnelde invoer van andere (minder schadelijke) brandstoffen in het wegverkeer - betere benutting van het huisvestingsbeleid en de ruimtelijke ordening bij het terugdringen van de automobiliteit Met landen uit Centraal- en Zuid-Amerika heeft Nederland verder contracten gesloten in het kader van het Clean Development Mechanism (CDM) dat ook vastgelegd is in het Kyoto Protocol. Het CDM heeft drie doelen: - het stimuleren van duurzame energie en schone technologieën in ontwikkelingslanden - vermindering van de uitstoot van broeikasgassen - industrielanden hiermee helpen Nederland heeft CDM-contracten afgesloten met onder andere: Panama, Colombia, Costa Rica, Guatemala, El Salvador, en Uruguay. Naast de CDM-samenwerkingsprojecten met ontwikkelingslanden zijn er sinds 2000 ook samenwerkingsprojecten met andere industrielanden, de zogenaamde Joint Implementation-projecten. Via subsidies worden Nederlandse bedrijven gestimuleerd om projecten in het buitenland te ontwikkelen, waarmee de uitstoot van broeikasgassen wordt teruggedrongen. De projecten zijn gericht op: - het verbeteren van de energie-efficiency van elektriciteitscentrales en stadsverwarmingsinstallaties - de productie van duurzame energie - afvalverwerking - biomassa - herbebossing In 2002 toonde het Nederlandse bedrijfsleven veel belangstelling voor de Joint Implementation projecten. Met subsidies van het ministerie van Economische Zaken zijn projecten gestart in Bulgarije, Roemenië, Hongarije, Slowakije, Estland en Nieuw-Zeeland. https://www.scholieren.com/verslag/15589 Pagina 5 van 6
Conclusie: "Welke maatrgelen kunnen er tegen het broeikaseffect genomen worden en gebeurt dat ook?" De gevolgen van het versterkte broeikaseffect zijn zo ernstig dat er wel maatregelen genomen moeten worden. Maar dat gebeurd ook.. Er worden veel vergaderingen en congressen gehouden over dit actuele onderwerp. Omdat het een wereldwijd probleem is worden er maatregelen op zowel nationale- als internationale schaal getroffen. Internatiolale maatregelen, zoals het gedwongen verminderen van de uitstoot van broeikasgassen in geïndustrialiseerde landen hebben toch wel effect. Er wordt over de hele wereld gewerkt aan een schonere industrie en schonere energie. Maar ook de maatregelen die in Nederland worden genomen, zoals het verhogen van de energiebelastingen hebben effect. Doordat het onderwerp zo actueel is, op tv en in tijdschriften, weten meer mensen dat ze zuiniger moeten zijn op onze aarde. Bronnenlijst Voor ons werkstuk hebben we informatie van het internet gehaald. We hebben de volgende sites bekeken: www.knmi.nl www.milieuloket.nl nl.wikipedia.org www.knmi.nl/voorl/klimaat http://www.cmo.nl/ Logboek: 2 oktober: Hebben we in het les uur na gedacht over het onderwerp en de deelvragen. Gedurende week 41 hebben we thuis en op school aan het werkstuk gewerkt. Ieder ongeveer 1.5 uur tot 2 uur. 9 oktober: inleverdatum https://www.scholieren.com/verslag/15589 Pagina 6 van 6