HUNGAROLINGUA BASIC Niveau 1 door Gabriella Marschalkó
2 Debrecen 2011
HUNGAROLINGUA BASIC Een beginnerscursus Hongaars Niveau 1 door Gabriella Marschalkó Met medewerking van Dr. Pál Csontos & Philip M. Inman Lay out: Judit T. Nagy Nederlandse vertaling/bewerking: Edwin van Schie, Hongaarse School Opponent: Gábor Pusztai DEBRECENI NYÁRI EGYETEM 2011 3
De auteur bedankt de volgende personen voor hun gewaardeerde hulp, opmerkingen en suggesties bij de totstandkoming van de eerste versie van deze cursus: Dr. Pál Csontos, Philip M. Inman, Edit Hlavacska, Irén Kónya, Éva Kovács, Dr. Gyula Sankó en András Veréb. 4
TARTALOMJEGYZÉK (Inhoud) INLEIDING 6 KLINKERHARMONIE 7 HET HONGAARSE ALFABET A MAGYAR ABC 8 UITSPRAAK Een lesje Hongaarse fonetiek 8 1. KI VAGY? (Wie ben je?) 10 NYELVTAN (Grammatica: Persoonlijk voornaamwoord Vervoeging van het werkwoord lenni) 11 2. KÖSZÖNÉSEK (Begroetingen) 12 3. SZÁMOK (Getallen) 13 4. MAGYAR PÉNZ (Hongaars geld) 16 NYELVTAN (Grammatica Hoeveel? Rangtelwoorden) 17 5. HOGY VAGY? (Hoe gaat het met je?) 18 NYELVTAN (Grammatica Het achtervoegsel ul, ül ) 19 6. MIT CSINÁLSZ? (Wat doe je? Wat ben je aan het doen?) 20 NYELVTAN (Grammatica Werkwoordsvervoeging tegenwoordige tijd Bijwoorden van plaats met on, en, ön, n ) 21 7. HOVÁ MÉSZ MA ESTE? (Waar ga je vanavond naar toe?) 22 NYELVTAN (Grammatica Verleden en toekomende tijd van lenni Bijwoorden van plaats met ba, be ) 23 8. MIT KÉRSZ? (Wat wil je eten/drinken?) 24 NYELVTAN (Grammatica Beleefdheidsvorm u: ön/maga Lijdend voorwerp) 25 9. KÉRSZ EGY KÁVÉT? (Wil je koffie?) 26 NYELVTAN (Grammatica De achtervoegsels os, as, es, ös, s Meervoud) 27 10. TUD/AKAR/SZERET/SZERETNE (Willen, kunnen, houden van en zouden willen) 28 NYELVTAN (Grammatica Infinitief [hele werkwoord] Werkwoorden maken met zni ) 29 11. MILYEN IDŐ VAN MA? (Wat voor weer is het vandaag?) 30 NYELVTAN (Grammatica De ik werkwoorden Onregelmatige werkwoorden t.t.) 31 12. POSTÁN (Op het postkantoor) 32 NYELVTAN (Grammatica ez, az Leenwoorden uit andere talen) 33 13. MIT ESZÜNK MA ESTE? (Wat eten we vanavond?) 34 NYELVTAN (Grammatica Dubbele ontkenning Ontkenning van het werkwoord van, vannak ) 35 14. TETSZIK A RUHÁD (Ik vind dit een leuke jurk) 36 NYELVTAN (Grammatica Bezitsconstructies Nekem tetszik ) 37 15. AZ EMBERI TEST (Het menselijk lichaam) 38 NYELVTAN (Grammatica Nekem van ) 39 16. MILYEN SZEME VAN? (Wat voor kleur ogen heeft zij?) 40 NYELVTAN (Grammatica Weglating van het werkwoord van, vannak Trappen van vergelijking) 41 GYAKORLATOK (Oefeningen) 42 KLINKERHARMONIE 42 1. KI VAGY? 43 2. KÖSZÖNÉSEK 44 3. SZÁMOK 45 4. MAGYAR PÉNZ 47 5
5. HOGY VAGY? 48 6. MIT CSINÁLSZ? 49 7. HOVÁ MÉSZ MA ESTE? 51 8. MIT KÉRSZ? 53 9. KÉRSZ EGY KÁVÉT? 55 10. TUD/AKAR/SZERET/SZERETNE GITÁROZNI 57 11. MILYEN IDŐ VAN MA? 59 12. POSTÁN 60 13. MIT ESZÜNK MA ESTE? 62 14. TETSZIK A RUHÁD 64 15. AZ EMBERI TEST 65 16. MILYEN SZEME VAN? 66 HONGAARSE BASISGRAMMATICA 67 SZAVAK 72 WOORDENLIJST 85 APPENDIX 102 6
INLEIDING HONGAARSE KLINKERS 1. Achterklinkers a á o ó u ú 2. Voorklinkers e é ö ő ü ű (i í) táska ablak bicikli Tévé autó hal esernyő Fésű toll kártya dzsem Üveg ház olló tej Szekrény fagylalt pohár csirke Gyűrű szandál rózsa meggy Könyv Woorden met gemengde klinkers tányér kávé 7
taxi ceruza KLINKERHARMONIE De meeste uitgangen en achtervoegsels in het Hongaars passen zich qua klank aan aan de woorden waar ze bij staan. Meestal hebben zij twee of drie verschillende varianten. De keus van de uitgang wordt bepaald door de klankkleur van de klinkers in het woord. De uitgangen ban en ben staan bijvoorbeeld voor het Nederlandse voorzetsel in. Woorden die alleen achterklinkers bevatten krijgen de uitgang met de achterklinker: Zaandam ban (in Zaandam). Woorden met alleen voorklinkers krijgen de uitgang met de voorklinker: Enschede ben ( in Enschede). Woorden met gemengde klinkers krijgen (meestal) de achterklinkervariant: Maastricht ban ( in Maastricht). 1. Het Hongaars heeft geen voorzetsels. In plaats hiervan worden er uitgangen achter de woorden geplakt, die de woorden nadere informatie meegeven of hun functie in de zin bepalen: De paraplu ligt in de kast. Az esernyő a szekrény ben van. 2. Het bepaald lidwoord in het Hongaars is a, maar als het volgende woord begint met een klinker is het az : a szekrény az esernyő 3. Maak zinnen en vertel waar de dingen zich bevinden. táska szekrény A táska a szekrény ben van. (De tas ligt in de kast.) tej pohár esernyő autó bicikli ház váza ablak dzsem üveg (Het woord üveg kan ook worden gebruikt voor een glazen pot.) 4. Oefen dit mondeling met een medecursist: A: Hol van a táska? (Waar is de tas?) B: A táska a szekrényben van. (De tas ligt in de kast.) A: Hol van a tej? B:. A: Hol van az esernyő? B:. A: Hol van a bicikli? B:. A: Hol van a váza? 8
B:. A: Hol van a dzsem? B:. 9
HET HONGAARSE ALFABET A MAGYAR ABC a a bl a k als in b a k (maar met ny kö ny v als in ora nj e ronde lippen) o o lló als in k o p á h á z als in h aa r ó r ó zsa als in oo r, o gen b a b lak als in b ad ö k ö nyv als in p u t c bi c ikli als in fie ts (scherpe s!) ő eserny ő als in k eu ze of d eu ren cs cs irke als in Tsj ech p p énz als in p ut d hí d als in d al q I Q als koe dz e dz als dz in pizza r gyű r ű als in r ood (rol r!) dzs dzs em als in G e orge s e s ernyő als in ch ocola en sj oelen e t e als in p e t sz sz ekrény als in s urf (scherpe s!) é t é v é als in w e gen en w ee r t ú t als in t oetje f f ésű als in f oppen ty kár ty a als in tj alk en bee tj e g üve g als in g arçon, g ood u u tca als in b oe k gy gy űrű als dj in a di eu ú ú t als in b oe r h h al als in h al ü ü veg als in U trecht i cs i rke als in P ie t ű t ű z als in v uu r í v í z als in b ie r v v íz, é v als w in wie of v in hevig j te j als in j ullie w W C als in WC k tás k a als in k ip of k oe k x ta x i als x (in leenwoorden) l ha l als in koe l of l ief y New Y ork (leenwoorden en namen) ly fo ly ó als j in j ullie z ví z als in z aag m m eggy als in m et zs ró zs a als j in j ournaal n pé n z als in n ee Uitspraaktips en een lesje Hongaarse fonetiek 1. Klinkers a. Uitspraak Klinkers kunnen zowel kort als lang voorkomen. Van de klinkers i, o, u, ö, ü wordt de lange variant ( í, ó, ú, ő, ű ) twee keer zo lang uitgesproken als de korte varianten, er is hierbij geen andere klankverandering. Maar bij de a and e klinken de lange varianten ( á and é ) niet alleen langer maar ook anders. Zie het alfabet hierboven. 10
b. Spelling Lange klinkers ( á, é, í, ó, ú ) hebben één of twee streepjes (lengtetekens), korte klinkers ( a, e, i, o, u ) niet. Als de ö en ü lang worden krijgen zij een dubbele streep (Dit teken wordt ook wel de dubbele Hongaarse aigue (double acute) genoemd): ő en ű. In handschift staan de streepjes wat rechterop dan in drukvorm. 2. Ook de medeklinkers kunnen zowel lang als kort zijn. Lange medeklinkers worden twee keer zo lang uitgesproken als korte. Bij medeklinkers wordt lengte aangegeven door verdubbeling van de letter. Van medeklinkers die uit twee lettertekens bestaan wordt alleen de eerste letter verdubbeld. hal (vis) korte l olló (schaar) lange l szép (mooi) korte sz vissza (terug) lange sz Er zijn medeklinkers die met twee letters worden geschreven, maar slechts één klank vetegenwoordigen. szandál (sandaal) sz staat voor één klank, de scherpe s Ázsia (Azië) zs staat voor één klank, de j van j ournaal 3. Klinkerverlenging. Een a of e vóór een uitgang of achtervoegsel wordt lang. tásk a (tas) tásk á ban (in de tas) pinc e (kelder) pinc é ben (in de kelder) 4. De klemtoon van de woorden ligt altijd op de eerste lettergreep. Let op: olló (schaar) de eerste o heeft de klemtoon, maar is kort, de tweede ó is lang maar heeft geen klemtoon. 5. Probeer de volgende woorden te lezen, die je als opschriften in Hongarije kunt tegenkomen. tolni = duwen húzni = trekken nyitva = geopend zárva = gesloten bejárat = ingang kijárat = uitgang / afrit vészkijárat = nooduitgang indulás = vertrek nyitva tartás = openingstijden érkezés = aankomst nők = dames férfiak = heren kiadó = te huur eladó = te koop NUTTIGE UITDRUKKINGEN Bocsánat! Nem értem. = Sorry, ik versta/begrijp u niet. Nem beszélek magyarul. = Ik spreek geen Hongaars. Tessék! = Alstublieft! Hier! Köszönöm. = Dank u. 11
12 Szívesen. = Graag gedaan.
1. KI VAGY? (Wie ben jij?) A: B: A: B: A: B: A: B: A: Szervusz! Szia! Mi a neved? Renee vagyok. És te ki vagy? Én Kati vagyok. Én amerikai vagyok. És te? Én magyar vagyok. Renee, te beszélsz németül? Nem. Csak angolul és spanyolul beszélek és egy kicsit magyarul. És te? Én is beszélek angolul, természetesen magyarul és egy kicsit németül. (Hoi.) (Hallo.) (Wat is je naam?/hoe heet je?) (Ik ben Renee. En wie ben jij?) (Ik ben Kati.) (Ik ben Amerikaanse. En jij?) (Ik ben Hongaarse. Spreek jij Duits, Renée?) (Nee. Ik spreek alleen Engels en Spaans en een beetje Hongaars. En jij?) (Ik spreek ook Engels en natuurlijk Hongaars, en een beetje Duits.) SZAVAK (Woorden) Szia! = Hoi. magyar = Hongaars(s) angolul = in het Engels Szervusz! = Hallo, hoi német = Duits, Duitser spanyol = Spaans(se), Spanjaard mi? = wat? németül = in het Duits spanyolul = in het Spaans név = naam beszélsz = je spreekt egy kicsit = een beetje neved = je naam beszél/beszélni = spreken is = ook és = en nem = nee, niet természetesen = natuurlijk ki? = wie? csak = alleen maar magyarul = in het Hongaars amerikai = Amerikaan(s) angol = Engels(man), Engelse én = ik te = jij MILYEN NYELVEN BESZÉLSZ? (Wat voor taal spreek je?) A: Milyen nyelven beszélsz? (Wat voor taal spreek je?) B: Jól beszélek angolul és franciául. És (Ik spreek goed Engels en Frans. En een egy kicsit németül. beetje Duits) SZAVAK (Woordenlijst) milyen? = wat voor (een)? nyelv = taal jól = goed (bijwoord) EGYÉB NEMZETISÉGEK (Andere volkerennamen ) arab = Arabisch, Arabier iráni = Iraans, Iraniër norvég = Noor(s), Noorse flamand = Vlaams, Vlaming japán = Japans; Japanner olasz = Italiaan(s) fríz = Fries, Friezin koreai = Koreaan(s) osztrák = Oostenrijks, Oostenrijker 13
holland = Nederlands, Nederlander lengyel = Pool(s), Poolse svéd = Zweed(s), Zweedse 14
NYELVTAN (Grammatica) 1. Persoonlijke voornaamwoorden én = ik mi = wij te = jij ti = jullie ő = hij/zij ők = zij 2. Tegenwoordige tijd van het werkwoord van (zijn). /én/ vagyok = ik ben /mi/ vagyunk = wij zijn /te/ vagy = jij bent /ti/ vagytok = jullie zijn /ő/ van = hij/zij/het is /ők/ vannak = zij zijn 3. Het persoonlijk voornaamwoord wordt in het Hongaars vaak weggelaten. De werkwoordsuitgang laat al zien wat het onderwerp is. Alleen bij nadruk worden het persoonlijke voornaamwoord wel gebruikt. /Én/ Latifah vagy ok. = Ik ben Latifah. 4. Bijvoeglijke naamwoorden als angol, magyar, német kunnen ook nationaliteiten aanduiden en worden met een kleine letter geschreven. holland = Nederlands, Nederlander, Nederlandse 5. De woorden voor talen worden gevormd met het achtervoegsel ul, ül : Denk aan de klinkerharmonie. woorden met achterklinkers woorden met voorklinkers magyar ul (Hongaars, in het Hongaars) svéd ül (Zweeds, in het Zweeds) angol ul (Engels, in het Engels) német ül (Duits, in het Duits) spanyol ul (Spaans, in het Spaans) lengyel ül (Pools, in het Pools) olasz ul (Italiaans, in het Italiaans) fríz ül (Fries, in het Fries) franciá ul (Frans, in het Frans) japán ul (Japans, in het Japans) norvég ul (Noors, in het Noors) holland ul (Nederlands, in het Nederlands) flamand ul (Vlaams, in het Vlaams) UITDRUKKINGEN Még egyszer, légy szíves! = Nog een keer, graag. (Egy) kicsit lassabban, légy szíves! = Een beetje langzamer, graag. Nem tudom. = Ik weet het niet. (Egy) pillanat. = Momentje... Hogy mondják magyarul tafel? = Wat is tafel in het Hongaars? Bocsánat a késésért. = Sorry dat ik te laat ben, excuses voor de vertraging. 15