Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 15 december 2010



Vergelijkbare documenten
Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2010 CONCEPT. 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus.

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 8 februari 2011

Verkorte Besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 16 december 2015

OVERZICHT MOTIES/AMENDEMENTEN AB 2011

Adviezen/Conclusies vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 10 november 2009

Adviezen/Conclusies vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 12 januari 2010

2. Mededelingen / ingekomen stukken.

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 20 april 2011

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 31 oktober 2012

H O O G H E E M R A A D S C H A P D E S T I C H T S E R I J N L A N D E N. notulen vergadering algemeen bestuur. 17 juni 2009

AGENDAPUNT 3.8 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling Het Waterschapshuis Nummer: Voorstel

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 28 april 2010

In D&H: Steller: E. Lodder BMZ Telefoonnummer: 5881 SKK Afdeling: Management ondersteuning In AB: Portefeuillehouder: Kromwijk

Aankoop percelen BBL nr. 09.WSB/204

AGENDAPUNT 7. Onderwerp: Aankoop percelen BBL Nummer: Voorstel

AGENDAPUNT ONTWERP. Onderwerp: Wijziging Gemeenschappelijke Regeling BghU Nummer: Voorstel

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 21 december 2011

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.26 maart 2014

De grondverwerving is geregeld met de proefboerderij Zegveld voor zowel de omleiding als voor de naast gelegen grond.

1. Er mee in te stemmen om de Gemeenschappelijke regeling AQUON 2011 aan te vullen met een nieuw artikel 29a Borgtocht.

AGENDAPUNT 3.3 ONTWERP. Onderwerp: Ontwerp begroting 2015 Nummer: Voorstel

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 25 januari 2011

AGENDAPUNT 9 ONTWERP. Onderwerp: Wijzigen delegatieregeling Nummer: Voorstel

H O O G H E E M R A A D S C H A P D E S T I C H T S E R I J N L A N D E N. notulen vergadering algemeen bestuur 16 september 2009

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 18 december 2013


Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 2 oktober 2013

18 DECEMBER 2008: Besluit project Atalanta ( project dierenpark / centrum / theater)

Vergadering van De commissie Onderzoek van de Rekening. 15 april 2009 COR Status verslag Concept. de heer Romijn

AGENDAPUNT 3.6 ONTWERP. Onderwerp: Wijziging belastingverordeningen voor 2015 Nummer: Voorstel

HAMERSTUK AGENDAPUNT 3. Onderwerp: anti-afhaaksubsidie Nummer: v4. Voorstel

Als stemcijfer wordt getrokken nr. 15, mevrouw Ineke Sollewijn Gelpke.

2. Vaststelling agenda. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

Besluitenlijst raad 26 mei 2016.

De voorzitter geeft kennis van een bericht van verhindering. De heer Vonk Noordergraaf is afwezig.

Reglement van orde voor de raad, verordening op de raadscommissies en huishoudelijk reglement van het presidium

Als bijlage bij dit voorstel is het communicatieplan voor de vier projecten bijgevoegd (bijlage 6).

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 30 september 2014

Bestuur van de Unie van Waterschappen Posbus AE Den Haag. Leiden, 24 februari 2011.

REGLEMENT VAN ORDE 2. Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie. Inhoudsopgave INHOUDSOPGAVE

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 24 september 2014

BESLUITENLIJST. Voorronde Open Huis. Datum: 10 september 2015 Onderwerp: Discussienota herziening subsidiebeleid

Verslag. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

GEMEENTE REIMERSWAAL. Vastgesteld : 20 december 2016 Agendapunt : 4 Poststuk :

Besluitenlijst RAADSVERGADERING

AGENDAPUNT 4 ONTWERP. Nummer: Onderwerp: Wijziging verordeningen Zuiveringsheffing en Verontreinigingsheffing. Voorstel

Besluit tot vaststelling ontwerpbesluit tot wijziging Reglement Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2008

1. Opening. 3. Aanwijzing primus voor de hoofdelijke stemming. 4. Vaststelling agenda.

HAMERSTUK. Beslispunt 1 is aangepast in die zin dat in te stemmen met gewijzigd is in kennis te nemen van.

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.12 februari 2014

Nr Vergadering: 24 mei 2016 Onderwerp: Besluitenlijst raadsvergadering 21 juni 2016

Aan de orde is het debat naar aanleiding van een algemeen overleg op 14 februari 2008 over de Raad voor het concurrentievermogen.

CONCEPT - NOTULEN. Nummer Onderwerp Actie

Ontwerpbesluit Wijziging Reglement waterschap Vallei en Veluwe pag. 3. Toelichting pag. 5. Bijlage Nota van toelichting bij ontwerpbesluit pag.

Raadsvergadering : 12 april 2016 agendapunt : Commissie : Bestuur en Ruimte

mevrouw I. van Mulligen

Raad V versie 3 december Verordening functioneringsgesprekken burgemeester

Uitnodiging. 1) Opening. 2) Mededelingen Mw. Gooijer heeft gemeld afwezig te zijn en haar reactie vooraf door te geven.

een aanvullend krediet van ,- toe te kennen voor de uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan de Oude Sluis te Nieuwegein.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluitenlijst van de vergadering van de Statencommissie Verkeer en Milieu van 9 januari 2013

2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

B e s l u i t e n l i j s t R A A D S V E R G A D E R I N G

Memorie van antwoord. Convenant actieve informatieplicht

GEMEENTE GOIRLE Griffie. Besluitenlijst raadsvergadering begroting d.d. 8 november Vaststelling begrotingsstukken 2012 De raad besluit tot:

Gemeenteraad Landsmeer

2. Vaststelling agenda De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

BESLUITENLIJST. Vaststelling agenda

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 3 april 2012

Notulen van de openbare commissievergadering ABM

Besluitenlijst van de vergadering van de raad van de gemeente Eemsmond gehouden op donderdag 23 april 2015 in het gemeentehuis te Uithuizen.

Besluitenlijst 13 februari 2015

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

VERGADERDATUM STUKDATUM AFDELING NAAM STELLER. 19 november november 2014 Bedrijfsbureau/Heffen S.Stiphout/M.Vliegenthart

Concept-Besluitenlijst raad 5 maart 2015

BESLUITENLIJST voor de vergadering van het college van B&W Datum: 12 januari 2016

Den Haag, 3 mei Openbaar gedeelte. 1. Verslag van de vergadering van 15 februari 2017 Voorstel: vaststellen

Onderwerp Gezamenlijk besluit tot wijziging van het Reglement van Waterschap Vallei en Veluwe

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Notulen Algemene Ledenvergadering d.d. 23 februari 2009

Adviezen commissie Algemene Bestuurlijke Zaken d.d. 30 augustus 2004 van uur tot uur.

Adviezen/Conclusies Vergadering commissie Bestuur, Middelen en Zuiveringsbeheer d.d. 13 november 2012

Aanpassingen vergaderstructuur. Voorstel. Inleiding. Toelichting vergaderstructuur

Agendapunt Voorstel Besluit / toezegging Actie door / vervolgprocedure. De commissievoorzitter, dhr. Paymans, opent de vergadering om uur.

AGENDAPUNT 4 ONTWERP. Nummer: v9. Onderwerp: Extra krediet watergebiedsplan Zegveld & Oud-Kamerik. Gelezen

In het kader van de behandeling van dit voorstel merken wij nog het volgende op:

Feitenrelaas Stuurgroep Bedrijventerrein West Achterhoek

Huishoudelijk reglement gemeentelijke adviesraad voor leefmilieu en natuur

CONCEPT-NOTULEN COMMISSIE SENIORENCONVENT. Datum vergadering : 10 juni 2004

Reglement van Orde van het college

Besluitenlijst Voorrondes Openbaar Raadsavond Wormerland - dinsdag 1 oktober Voorrondes

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 10 juli 2013

Doel van de activiteit Bespreken van het raadsvoorstel en bepalen of het raadsvoorstel besluitrijp is t.b.v. de raadsvergadering van 16 januari 2014

Notulen vergadering algemeen bestuur d.d.19 november 2014

: Nieuw belastingstelsel

Ad Jongenelen, Carola van t Schip en Frank Reiber

Besluitenlijst raad 6 juli 2017.

Algemeen Bestuur. De commissie heeft geadviseerd het voorstel door te geleiden voor besluitvorming in het Algemeen Bestuur

Commissie Beleid, Plannen en Projecten

Onderwerp: Zienswijze HWH 2.0 en reactiebrief evaluatierapport TAX-i Nummer:

Transcriptie:

Plaats : Houten, Bestuurszaal Van : 14.00-17.45 uur Aanwezig : Water Natuurlijk G.P. Beugelink (hoogheemraad); mevrouw S. Lukács; mevrouw E. van der Vorm-Gouman; G.J.P. Jansen; P. Blokdijk; mevrouw L.A. Tutein Nolthenius : CDA E.J. Miltenburg (hoogheemraad); J.M. Verheul; J.G.M. Kromwijk; mevrouw M.L.A.A. de Bont-de Krom : PvdA J.G.M. Reerink (hoogheemraad); mevrouw J.A. Balkema; mevrouw G.A. van der Nat : VVD J.L.M.M. Damen; G.H.J. Weierink; R.D. Woittiez : Waterschap@inwonersbelangen P.M. Terpstra; H.B.G. Ketting : Algemene Waterschapspartij A.E. Jansen : ChristenUnie J.P. Verweij (CU) : Partij voor de Dieren W. van der Steeg : Agrariërs H.A.P. van der Maat (hoogheemraad); G. van den Hoeven; H. Schalkwijk : Bedrijven B.P.W.M. Moors; N.J.M. Ypma (Bedrijven) : Bos- en Natuureigenaren W.H.J. de Beaufort; M.J. Glastra (Bos- en Natuureigenaren) Afwezig : mevrouw A. Hiemstra (AWP); G. van Leeuwen (SGP) Voorzitter : P.J.M. Poelmann (dijkgraaf) Secretaris : drs. E.Th. Meuleman Notulist : mevrouw C.H. Kemper (Notuleerservice Nederland) 1. Opening, vaststelling agenda en loting primus De voorzitter opent de vergadering van het algemeen bestuur. Er zijn afmeldingen ontvangen van mevrouw Hiemstra (AWP) en de heer Van Leeuwen (SGP). De heren Ypma (Bedrijven) en Jansen (AWP) zijn verlaat. Vaststellen agenda en loting primus Op tafel liggen aangepaste versies van de verkorte besluitenlijst en de actiepuntenlijst. De agenda zoals die voorligt, wordt vastgesteld. De loting primus komt uit op nummer 29: de heer Woittiez (VVD). De heer Tycho van der Hoog, de jeugddijkgraaf, zal aansluitend aan de vergadering kort spreken. 2. Notulen vergadering a) Notulen vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2010 Pagina 3, agendapunt 4, Reactie van het DB, laatste aandachtsstreepje. De zin 'Dat doen veel waterschappen.' moet worden geschrapt. Met deze wijziging wordt het verslag vastgesteld. Er zijn geen punten 'naar aanleiding van'. b) (Aangepaste) verkorte besluitenlijst vergadering algemeen bestuur d.d. 23 november 2010 Er zijn geen wijzigingen en punten naar aanleiding van. c) (Aangepaste) Actiepuntenlijst vergaderingen BMZ, SKK en algemeen bestuur versie 1 december 2010 De heer Verweij (CU) dringt erop aan dat de organisatie de afspraken die in de vergadering worden gemaakt ook opneemt in de actiepuntenlijst. De heer Damen (VVD) en Mevrouw Van der Vorm (WN) vragen om, zoals toegezegd, de evaluatie en eventuele actualisering van de nota over het omgaan met het cultuurhistorisch erfgoed op te nemen op de actiepuntenlijst. De voorzitter zegt dit toe. Actiepunt 2. Staat vandaag op de agenda. Dit punt kan van de lijst. Actiepunt 66. Hiervoor zal nog een datum worden bepaald. Actiepunt 67. Hiervoor zal nog een datum worden bepaald. Aan de actiepuntenlijst gehechte globale bestuurlijke agenda commissies en algemeen bestuur 2011 Mevrouw Van der Vorm (WN) merkt op dat als de begrotingswijziging 2011 ruim voor de voorjaarsnota zal worden aangeboden, die moet worden geagendeerd in het eerste kwartaal. De voorzitter geeft aan dat gezien de beschikbare tijd in alle redelijkheid besloten is de begrotingswijziging 2011 samen met de voorjaarsnota (2012) aan te bieden. De heer Woittiez (VVD) stelt voor om toch al in een eerder stadium een eerste gedachte over de begrotingswijziging bij het algemeen bestuur neer te leggen. De voorzitter geeft aan dit verzoek mee te zullen nemen in het overleg van het Pagina 1 van 12

college dinsdag aanstaande. Ook zal eerst worden nagegaan of dit voor de organisatie haalbaar is. Nog voor kerstmis zal het algemeen bestuur over de uitkomst worden geïnformeerd. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) constateert dat er voor 2011 maar één keer een bestuursrapportage is opgenomen. Daarnaast blijkt dat de financiële rapportages naar achteren opschuiven en dat de Burap 2010-II ongeveer gelijk met de voorjaarsnota zal worden aangeboden. De heer Miltenburg merkt op dat de Burap 2010-II in concept al ruim voor de voorjaarsnota zal worden aangeboden. Burap 2011-I gaat over het eerste halfjaar van 2011. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) zou het op prijs stellen om bij de behandeling van de voorjaarsnota ook over de voorlopige cijfers van de Burap 2011-I te kunnen beschikken. De voorzitter zegt toe dit voorstel ook mee te nemen in het collegeoverleg van dinsdag aanstaande. Er zal een nieuwe planning worden opgesteld. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) merkt op dat het toch niet zo is dat nu impliciet besloten is dat er maar één keer per jaar over de financiën zal worden gerapporteerd. De heer Miltenburg geeft aan dat er al een afspraak ligt om in de vergadering van de commissie BMZ van 25 januari 2011 de hele cyclus van planning en controle voor teleggen en te bespreken. 3. Ingekomen stukken en mededelingen Ingekomen stukken Brochure 'Van bestrijding naar preventie, een portret van de muskusrattenbestrijding Midden-Nederland'. De heer Van der Steeg (PVDD) vraagt naar aanleiding van de brochure over de muskusrattenbestrijding om dit onderwerp te agenderen. Dit mede gezien de landelijke ontwikkelingen. De voorzitter zegt toe dit punt op de agenda van de commissie BMZ te zetten. Rapport 'Werk aan de delta, investeren in een veilig en aantrekkelijk Nederland'; Deltaprogramma 2011. Uitnodiging voor de conferentie 'Duurzaam waterbeheer, het blauwe perspectief van het Groene Hart' op 10 februari 2011. Uitnodiging voor het Nieuwjaarsontbijt van De Stichtse Rijnlanden op 3 januari 2011. Een afdruk van de dia's van de presentatie van de Unie van Waterschappen over het (concept) bestuursakkoord. Mededelingen Rwzi Utrecht De heer Reerink geeft een toelichting op wat besloten is in de afsluitende stuurgroepvergadering over de rwzi Utrecht. Op financiële gronden is geconcludeerd dat verplaatsing van de rwzi niet haalbaar is. De gemeente Utrecht heeft nog wel gevraagd of het mogelijk is om de installatie nog een tijd in stand te houden en later pas te besluiten. Wellicht zijn er nog oplossingen denkbaar. Gezien de toestand waarin de rwzi zich bevindt, is dit in relatie tot de bedrijfszekerheid onverantwoord. Daarnaast verloopt de huidige vergunning eind 2012. Bij het aanvragen van een nieuwe vergunning moet ook verantwoording worden afgelegd over de kwaliteit van de installatie. Tussen de gemeente, provincie en het waterschap zijn afspraken gemaakt over hoe de contacten in het vervolg over dit onderwerp zullen verlopen. Door De Stichtse Rijnlanden wordt nu een masterplan opgesteld voor de plannen met de rwzi. Binnen het masterplan komen aparte plannen voor de waterlijn en voor de sliblijn. Begin januari 2011 komt de ambtelijke notitie over hoe het masterplan zal worden opgezet. Hiervoor wordt t.z.t. een voorbereidingskrediet gevraagd. Omstreeks september 2011 verwacht men de behandeling van het masterplan in het algemeen bestuur. Op 16 december 2010 zal er door de drie organisaties een gezamenlijk persbericht worden uitgestuurd. De heer Moors (Bedrijven) vraagt of de stuurgroep nu is opgeheven. De heer Reerink antwoordt dat dit feitelijk zo is. De heer Verweij (CU) stelt voor met de aanvraag van het voorbereidingskrediet ook aan te geven wanneer het algemeen bestuur aan zet is. De heer Reerink merkt op dat een voorbereidingskrediet bij het college wordt aangevraagd. Over het te lopen traject zal het algemeen bestuur steeds worden geïnformeerd, zodat inbreng daarop mogelijk is. De heren Ypma (Bedrijven) en Jansen (AWP) voegen zich bij de vergadering. Bestuursakkoord Unie van Waterschappen met het Rijk, IPO, VNG, RWS en Vewin De voorzitter geeft een toelichting op de presentatie van de Unie van Waterschappen gehouden voor de klankbordgroep op 10 december 2010. De Unie van Waterschappen neemt in een extra ledenvergadering op 18 februari 2011 een besluit over het sectorakkoord Water. Over de ontwikkelingen tot die tijd zal de voorzitter het algemeen bestuur frequent op de hoogte houden. Mevrouw De Bont (CDA) vraagt of het duidelijk is wat de consequenties van de miljardentekorten voor het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) zijn. De voorzitter geeft de feiten over het HWBP. Het tweede programma dat nu loopt, kende nog een niet gedekt deel van ongeveer 1,2 miljard euro. Een deel daarvan wordt nu gedekt door de 100 miljoen euro per jaar die moeten worden opgebracht door de waterschappen. In 2014/2015 zal de bijdrage van de waterschappen worden verhoogd tot uiteindelijk 200 miljoen euro per jaar. De voorzitter verwacht dat dit een structurele bijdrage zal worden. Het derde HWBP is in de maak en zal eind 2012 gereed zijn. De omvang Pagina 2 van 12

daarvan is nog niet bekend, maar die zal zeker meer dan een miljard euro bedragen. Een deel daarvan zal ook weer door de waterschappen moeten worden opgebracht. De heer Damen (VVD) vraagt namens zijn fractie in hoeverre De Stichtse Rijnlanden nu al kan anticiperen op de te spelen rol binnen de opschaling van de muskusrattenbestrijding. De voorzitter geeft aan dat er veel overleg wordt gevoerd over dit probleem. Er ligt een model op tafel waarover op 6 oktober 2010 overeenstemming leek te bestaan tussen de hoogheemraden van de negen betrokken waterschappen. In dit model zou voor Zuid-Holland het gebied beneden de Nieuwe Waterweg door het waterschap Rivierenland worden beheerd en het gebied daarboven door een organisatie geleid door De Stichtse Rijnlanden. Daarnaast zou deze organisatie Noord-Holland gaan beheren. Een daadwerkelijk besluit hierover is nog niet genomen. Hierdoor is het algemeen bestuur nog niet daarover geïnformeerd. De Stichtse Rijnlanden heeft altijd open gestaan voor het vervullen van de taak van de muskusrattenbestrijding en heeft daarvoor ook nog steeds alle aandacht. In januari 2011 wordt er een definitief voorstel verwacht. Het overnemen van de muskusrattenbestrijding heeft voor De Stichtse Rijnlanden geen budgettaire gevolgen. Er zal wel helderheid moeten komen over hoe de geldstromen gaan lopen. Mevrouw Van der Vorm (WN) geeft aan dat haar fractie van mening is dat in het bestuursakkoord ook zou kunnen worden ingegaan op de wijze waarop de waterschappen hun verkiezingen organiseren. Het is voorbarig om eventueel na één verkiezingsronde al te concluderen dat het systeem van directe verkiezingen geen goed systeem zou zijn. Dit neemt niet weg dat de verkiezingen wel beter zouden moeten worden georganiseerd dan de eerste keer gebeurd is. WN dient mede namens de PvdA een motie hierover in. Motie (volgnummer 31) De motie is ondertekend door WN en de PvdA. De motie wordt voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. Motie volgnummer 31 Aandachtspunten om in te brengen in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen op 17 december 2010 Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in vergadering bijeen op 15 december 2010 Kennis genomen hebbende van - het voornemen van de Unie van Waterschappen op 17 december 2010 de uitgangspunten voor een bestuursakkoord te bespreken met de leden; - het feit dat de Unie van Waterschappen zich in het bestuursakkoord niet expliciet wil uitspreken voor directe verkiezingen, Constaterende, dat - het waterschap een volwaardige overheid is met een gesloten huishouding gericht op veilige dijken, droge voeten, schoon water ; - dat het waterschap daarmee van primair belang is voor de Nederlandse delta; - dat het waterschap een overheid is die democratische legitimatie behoeft; - dat het kabinet voornemens is de waterschapsbesturen voortaan via de gemeenteraden te laten kiezen, Overwegende, dat - de rijksoverheid thans voornemens is door een spoedwet de in dit verband door de Unie van Waterschappen in november 2009 aangeboden 100 miljoen euro eenzijdig als bezuiniging op te leggen, zonder in te gaan op de aan dat aanbod verbonden randvoorwaarden, Van mening zijnde, dat - indirecte verkiezingen onvoldoende recht doen aan de herkenbaarheid en het draagvlak van het waterschap voor de ingelanden; - indirecte verkiezingen onvoldoende recht doen aan het democratisch beginsel voor een volwaardige overheid en daarmee de legitimatie van de gekozenen vanuit de ingelanden verzwakken; - ingelanden met directe verkiezingen directe invloed kunnen uitoefenen op de besteding van de door hen opgebrachte gelden voor een efficiënt en doelmatig waterbeheer; - voor een effectief en gedragen bestuurlijk handelen en voor de in belang toenemende samenwerking met gemeenten bij waterbeheer een zo groot mogelijke legitimatie nodig is; - gezien bovenstaande directe verkiezingen de voorkeur verdienen, Draagt de vertegenwoordiger van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in de ledenvergadering van de Unie van Waterschappen op de volgende punten met klem in te brengen bij het op te stellen bestuursakkoord: - handhaving van het huidige systeem van waterschapsverkiezingen, waaronder voor het merendeel directe verkiezingen door de ingelanden met een lijstenstelsel; - opnemen van de waterschapsverkiezingen in de Kieswet; - het houden van de verkiezingen op dezelfde dag als de verkiezingen voor de gemeenteraden; Pagina 3 van 12

- verwijzingen naar indirecte verkiezingen zoveel mogelijk te vermijden, En vraagt het college de motie voorafgaande aan de vergadering van de Unie van Waterschappen te verspreiden onder de andere waterschapsbesturen, En gaat over tot de orde van de dag. De heer Damen (VVD) vraagt namens zijn fractie aan de indieners van de motie of zij vinden dat de waterschappen voordat er directe verkiezingen plaatsvonden, volgens hen niet herkenbaar waren. En hij vraagt of, gezien de hectische periode rond het voortbestaan van de waterschappen, het doel en de rol van de waterschappen niet belangrijker zijn dan de wijze waarop de waterschapsbesturen zijn gekozen. Aan de volledige vergadering vraagt de VVD of het wel zinvol is energie in deze discussie te steken. Dit gezien de positie die de waterschappen in het regeerakkoord hebben gekregen en de mening van de meerderheid van de Tweede Kamer dat directe verkiezingen niet nodig zijn. De heer Ypma (Bedrijven) vraagt aan WN en de PvdA waarom indirecte verkiezingen niet democratisch genoeg zouden zijn. Als die via de gemeenteraden zouden lopen, dan is de relatie met de gemeenten er ook. De heer Ketting (W@I) geeft aan dat volgens zijn fractie de Unie van Waterschappen hierover aan zet is. W@I ondersteunt de motie wel. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) geeft aan dat zijn fractie vindt dat de positie van geborgden moet blijven bestaan. De geborgden dragen mede zorg voor een wezenlijk element van het waterschap. Het zou jammer zijn als er indirecte verkiezingen zouden komen. Men heeft geconstateerd dat de besturen van de waterschappen door de directe verkiezingen juist versterkt zijn. De heer Verweij (CU) geeft aan dat ook de CU voorstander is van directe verkiezingen en daarom de motie zal steunen. Toch is het goed te kijken naar de keuzemogelijkheden die door de regering zijn geboden: het waterschapsbestuur wordt gekozen uit het midden van de gemeenten of de gemeenteraden kiezen via een lijstenstelsel. De CU heeft voor dat laatste een sterke voorkeur. De heer Verheul (CDA) geeft namens het CDA aan dat het voortbestaan van de waterschappen belangrijker is dan de vorm van de verkiezingen. Gezien de wijze waarop de motie is gesteld zal het CDA de motie toch steunen. De heer Woittiez (VVD) zou graag willen weten wat de persoonlijke zienswijze is van de heer Poelmann op het meenemen van de wenselijkheid van directe verkiezingen in de besprekingen rond de opstelling van het bestuursakkoord. De heer Jansen (AWP) geeft aan dat zijn fractie de motie ondersteunt. Zijn fractie vindt het jammer dat het gaat over de twee vormen van verkiezingen. Het zou beter zijn de discussie op een hoger niveau te voeren: hoe kunnen de waterschappen in de toekomst het beste worden bestuurd. Vanuit die discussie zouden ook verschillende vormen van bestuursvertegenwoordiging naar voren kunnen worden gebracht. De voorzitter geeft aan dat zijn persoonlijke zienswijze strikt genomen niet van belang is. Als gedeputeerde was hij destijds van mening dat directe verkiezingen het geheel 'te politiek' zouden maken. Maar directe verkiezingen waren een eis van de Tweede Kamer. Er is nu een stelsel en dat functioneert. Dat moet wellicht nog worden verbeterd, maar bij het steeds maar weer veranderen van het stelstel door de overheid is Nederland niet gebaat. Hij heeft goed geluisterd naar de Staatssecretaris op 1 november 2010 tijdens het waterschapscongres. Die heeft aangegeven dat het verstandig is te praten over hoe de directie verkiezingen er uit moeten zien en niet over of die er wel moeten komen. Maar de Unie van Waterschappen maakt zelf uit wat zij doet en vindt. Als de Unie van Waterschappen toch voor de directe verkiezingen zal gaan, gaat de voorzitter daar ook voor. Hij zou het echter jammer vinden als er helemaal niet zou mogen worden nagedacht over de indirecte verkiezingen. In dat verband zou hij zijn voor het lijstenstelsel en een zonder last of ruggespraak opererend algemeen bestuur. De motie laat voldoende ruimte om beide wegen te bewandelen. De heer Damen (VVD) merkt nog op dat zijn fractie de motie begrijpt en sympathiek vindt, maar toch vasthoudt aan het regeerakkoord. Mevrouw Van der Vorm (WN) gaat in op de vragen en opmerkingen van bestuursleden. WN twijfelt niet aan de herkenbaarheid van dit bestuur en het waterschap nu. Daar twijfelt men wel aan bij indirecte verkiezingen. Het belangrijk vinden van het voortbestaan van het waterschap sluit niet uit dat er gepraat kan worden over de vorm van de verkiezingen. Indirecte verkiezingen zijn niet democratisch, omdat de waterschappen naast de gemeenten staan. Het is onlogisch als er door of vanuit een zelfde bestuurslaag gekozen wordt. Het behouden van de rol van de geborgden is voor WN een uitgangspunt. Men wil tenslotte dat het huidige systeem wordt gehandhaafd. De heer Damen (VVD) wil namens de VVD nog graag weten wat het standpunt is van het bestuur van de Unie van Waterschappen. Voor de voorzitter is dit tijdens de laatste vergadering niet duidelijk geworden. Men is erg verdeeld. Pagina 4 van 12

De heer Ypma (Bedrijven) blijft van mening dat een waterschap een uitvoerende taak heeft die niet valt onder de 'algemene democratie'. Het betreft hier een functionele democratie. De voorzitter sluit de beraadslagingen en brengt de motie in stemming. Er zijn 28 stemgerechtigden aanwezig. Stemverklaringen De heer Ypma (Bedrijven) geeft aan dat zijn fractie gezien de eerste twee argumenten in de motie onder 'Van mening zijnde, dat' men tegen de motie stemt. Stemming: drieëntwintig stemmen voor (WN, PvdA, CDA, W@i, AWP, PVDD, CU, Bos en Natuureigenaren, Agrariërs) en vijf stemmen tegen (VVD, Bedrijven). De motie is aangenomen. De heer Verweij (CU) verzoekt om de globale planning van de bestuurlijke besluitvorming van het algemeen bestuur af te stemmen op wat er rond het bestuursakkoord nog gaat plaatsvinden. De heer voorzitter geeft aan dat dit, gezien de wijzigingen die er steeds zijn, niet zinvol is. 4. Wijziging peilbesluit Rijnenburg Op advies van de commissie SKK wordt dit stuk als hamerstuk aangeboden. Er zijn geen op- of aanmerkingen. Het algemeen bestuur besluit om 1. De Nota van inspraak op de ontwerpwijziging van het Peilbesluit Rijnenburg 2009 (DM 328614) vast te stellen. 2. De Wijziging Peilbesluit Rijnenburg 2009 (DM299674) met toelichting (DM 299675) vast te stellen. 3. Het gewijzigde peilbesluit te benoemen als "Wijziging Peilbesluit Rijnenburg 2009 [2010]". 5. Wijziging verordening Zuiveringsheffing en Verontreinigingsheffing Eerste termijn De heer Verweij (CU) dient een amendement in om de besluiten zoals genoemd in onderdeel B van de verordening te schrappen. Als het tarief zoals voorgesteld wordt vastgesteld, zal er te veel geld bij de burgers worden opgehaald. Amendement (volgnummer 32) Het amendement is ondertekend door de CU. Het amendement wordt voldoende ondersteund en maakt deel uit van de beraadslagingen. Amendement volgnummer 32 De tarieven van De Stichtse Rijnlanden gaan in 2011 niet omhoog Het algemeen bestuur van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden in vergadering bijeen op 15 december 2010 Overwegende, dat - de voorgestelde tarieven zijn gebaseerd op de begroting 2011 die op 23 november 2010 door het algemeen bestuur is vastgesteld; - het begrotingsoverschot 2010 in deze begroting niet is meegenomen; - de inspanningsverplichting die het college op zich heeft genomen om de kostenstijging voor 2011 terug te brengen naar 3,5%, ook voor 2011 een begrotingsoverschot op zal leveren; - een begrotingsoverschot bij vaststelling van de jaarrekening wordt toegevoegd aan de reserve of kan worden teruggegeven aan de belastingbetalers; - het bestuur in 2011 wil bekijken of de bandbreedte van de reserves niet naar beneden moet worden bijgesteld; - er in 2011 mogelijk een begrotingswijziging komt; - het achteraf terugstorten van te veel geïnde belastingen veel gedoe en kosten met zich meebrengt, Besluit het voorstel als volgt te amenderen: de voorgestelde besluiten onder B (twee keer) worden geschrapt, En gaat over tot de orde van de dag. Toelichting - Het tarief voor de zuiverings- en verontreinigingsheffing wordt hiermee niet verhoogd en blijft op het niveau van 2010. - Vooruitlopend op de vaststelling van de Jaarrekening 2010 wordt alvast een deel van het begrotingsoverschot teruggegeven aan de belastingbetalers. - De omvang van de reserves zal ook met deze voorlopige teruggave nog verder toenemen. - De toelichting in de verordening moet overeenkomstig dit amendement worden aangepast. - De tarieven voor de watersysteemheffing gaan ook niet omhoog. Door het tarief voor de zuiverings- en verontreinigingsheffing gelijk te houden, kan het waterschap aan haar inwoners een positieve boodschap geven: "De tarieven gaan in 2011 niet omhoog". Financiële toelichting Pagina 5 van 12

- De prognose voor het begrotingsoverschot 2010 (Burap 2010-I) is 3,7 miljoen euro. - De prognose voor het begrotingsoverschot 2011 op basis van de inspanningsverplichting van het college is minimaal 2 miljoen euro. - De vastgestelde begroting 2011 leidt tot een tarief van 54,66 euro per vervuilingseenheid. Het tarief 2010 is 53,94 euro per vervuilingseenheid en wordt dan ook het tarief voor de aanslag 2011 (is tarief begroting minus de uitgave). - Het bedrag dat bij de aanslag 2011 wordt teruggegeven aan de belastingbetalers bedraagt (0,72 euro maal 927.984 eenheden) 668.150 euro. De heer Weierink (VVD) geeft namens zijn fractie aan dat hij positief is over het door de CU ingediende amendement. Daarin staan dezelfde opmerkingen die de VVD eerder ook al naar voren bracht. De heer Verheul (CDA) stelt namens zijn fractie voor nu eerst af te wachten wat de besprekingen begin 2011, waarover afspraken zijn gemaakt, zullen opleveren. Voor die tijd moeten er geen besluiten worden herzien. Mevrouw Van der Vorm-Gouman (WN) geeft aan dat haar fractie zich daarbij aansluit. De heer Miltenburg begrijpt de wensen van de CU en de VVD. De begroting is vastgesteld op 23 november 2010 en daarmee de tarieven voor 2011. Met een amendement kan hierop geen wijziging meer worden aangebracht. Bij de in het voorjaar 2011 te voeren besprekingen, zal op alle genoemde punten worden teruggekomen. Het college ontraadt het amendement. Tweede termijn De heer Weierink (VVD) geeft aan dat gezien de toelichting van de heer Miltenburg zijn fractie het zinvoller vindt dit onderwerp bij de besprekingen in het voorjaar 2011 terug te laten komen. De heer Verweij (CU) constateert na de toelichting door de heer Miltenburg dat er dus wel een overschot op de begroting bestaat. Het betreft dit overschot waarop het amendement is gebaseerd. Bij de bespreking van de jaarrekening in 2011 en een constatering van een overschot, zal waarschijnlijk weer naar voren worden gebracht dat het te omslachtig is om geld terug te geven aan de belastingbetaler. Daarom is het verstandig om nu toch het amendement door te voeren. De heer Miltenburg geeft aan dat met mogelijke overschotten in 2010 voor de begroting van 2011 al rekening is gehouden. De heer Woittiez verlaat voor een kort moment de vergadering. De voorzitter sluit de beraadslagingen en brengt het amendement in stemming. Er zijn 27 stemgerechtigden aanwezig. Er zijn geen stemverklaringen. Stemming: vier stemmen voor (CU, W@i, AWP) en drieëntwintig stemmen tegen (WN, CDA, PvdA, VVD, PVDD, Agrariërs, Bos- en Natuureigenaren, Bedrijven). Het amendement is verworpen. De heer Glastra (Bos- en Natuureigenaren) verlaat de vergadering vanwege verplichtingen elders. De voorzitter brengt het voorstel over de wijzigingen van de twee verordeningen in stemming. Er zijn 26 stemgerechtigden aanwezig. Stemverklaringen De heer Ketting (W@I) geeft aan tegen te zullen stemmen. Stemming: vijfentwintig stemmen voor (WN, CDA, PvdA, VVD, PVDD, CU, AWP, de heer Terpstra (W@I), Agrariërs, Bos- en Natuureigenaren, Bedrijven) en één stem tegen (de heer Ketting (W@I)). Het voorstel wordt overgenomen. Het algemeen bestuur besluit om 1. De verordening Zuiveringsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2009 aan te passen. 2. De verordening Verontreinigingsheffing Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden 2010 aan te passen. 3. De datum van de inwerkingtreding van deze besluiten vast te stellen op 1 januari 2011 met uitzondering van onderdeel A van besluit 1 en onderdeel A van besluit 2 en deze onderdelen in werking te laten treden op het tijdstip dat de Drinkwaterwet, Staatsblad 2009, 370, in werking treedt. De voorzitter besluit na overleg met de vergadering agendapunt 7 in verband met de korte behandeltijd vóór agendapunt 6 te behandelen. 7. Onderzoeksprotocol voor de rekenkamerfunctie Pagina 6 van 12

Eerste termijn De heer Jansen (AWP) verwijst naar wat er staat op pagina 3 onder Onderzoeksplan over de 'sterke adviserende rol' die het algemeen bestuur heeft. Zijn fractie vraagt zich af hoe het algemeen bestuur zijn verantwoordelijkheid kan nemen als zijn rol adviserend is. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) licht namens de rekenkamer toe dat de rol van het algemeen bestuur zeer belangrijk is. Aan alle fracties is gevraagd wat de onderwerpen zijn die de rekenkamer zou moeten onderzoeken. Daarvan is een lijst opgesteld. Van de onderwerpen wordt bepaald of die voldoen aan de criteria die zijn opgesteld. Uiteindelijk maakt de rekenkamer een onafhankelijke keuze. Het algemeen bestuur kan steeds weer onderwerpen, bijvoorbeeld bij de behandeling van de jaarrekening, naar voren brengen. Zo wordt het advies van het algemeen bestuur en de onafhankelijkheid van de rekenkamer bewaakt. De voorzitter merkt op dat naast de rekenkamer ieder algemeen bestuurslid het recht heeft zaken rond De Stichtse Rijnlanden te onderzoeken. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) geeft nog aan dat op de lijst vooral zaken staan over de bedrijfsvoering. De rekenkamer heeft afgesproken daar vooral die onderwerpen uit te halen die gaan over de relatie met de burger. Over de onderwerpen die behandeld worden en die, gelet op de criteria, niet kunnen worden behandeld, wordt het algemeen bestuur geïnformeerd. Wat betreft bedrijfsvoering speelt de accountancy ook een rol. Vanuit de commissie BMZ zou ook aan het college kunnen worden gevraagd bepaalde onderwerpen door de accountant te laten onderzoeken. De voorzitter sluit de beraadslagingen en brengt het voorstel van de rekenkamercommissie in stemming. Er zijn 27 stemgerechtigden aanwezig. Er zijn geen stemverklaringen. Stemming: het voorstel wordt unaniem aangenomen. Het algemeen bestuur besluit om Gelet op artikel 8 van de 'Verordening voor de rekenkamercommissie Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden', vastgesteld door het algemeen bestuur in zijn vergadering van 30 juni 2010 (dm.nr. 300375), het 'Onderzoeksprotocol voor de rekenkamerfunctie van het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden' (dm.nr 343265) vast te stellen. 6. Strategisch grondbeleid Eerste termijn De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) stelt namens zijn fractie dat wanneer het over grond gaat het altijd over emoties gaat. Dat wil zeggen dat bij een grondnota goed moet worden gekeken hoe die kan worden gelezen. Door het opnemen van minnelijke overeenkomsten onder het hoofdstuk verwervingsinstrumenten kan er een verkeerd beeld ontstaan. In het licht van hoe de nota gelezen kan worden is het expliciet opnemen van de gedoogplicht niet wenselijk en overbodig. Het is een wettelijk instrument dat al lang bestaat. Het lijkt alsof het hier als nieuw instrument wordt neergezet. Op deze manier creëert het waterschap zijn eigen weerstand. Als tweede punt merkt de heer De Beaufort op dat het onderscheid dat wordt gemaakt tussen de wateropgaven vanuit het Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) en de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) wat naïef is. De KRW is een wet en niet zomaar een inspanningsverplichting. Het naar voren schuiven van deze verplichting kan Nederland in de toekomst problemen opleveren. Het expliciet maken van dit onderscheid roept ook onnodige discussies op. Het waterschap heeft taken en die moeten zonder onderscheid worden uitgevoerd. Als derde punt noemt de heer De Beaufort de landgoederen die vallen onder de Natuurschoonwet. Die gronden kunnen niet worden verkocht, tenzij er allerlei fiscale en juridische hobbels worden genomen. Grondverwerving is in verhouding tot wat hier geregeld moet worden niet effectief. Privaatrechtelijke overeenkomsten vormen hier in feite de enige zinnige mogelijkheid. Als laatste punt verwijst de heer De Beaufort naar de tabellen in hoofdstuk 5 waarbij de beste optie is gemarkeerd. De beste optie is echter per gebied verschillend en altijd maatwerk. Met het aangeven van de beste optie wordt er al gestuurd in de richting van een bepaalde oplossing. Daarnaast merkt hij op dat er een verschil zit tussen de tekst en wat in kaart 8.1 staat over de Lekdijk. De heer Van der Steeg (PVDD) sluit zich namens zijn fractie aan bij wat de Bos- en Natuureigenaren over de KRW naar voren hebben gebracht. De PVDD vraagt zich af of de nota afdoende is om de doelstellingen van De Stichtse Rijnlanden te gaan halen. Het bewijs dat dit niet zo is, is in de nota zelf terug te vinden in de opmerkingen over de natuurvriendelijke oevers. Daarnaast refereert de PVDD aan de onduidelijkheid op pagina 23 over het toepassen van onteigening in het kader van de KRW-doelstellingen. De heer Van der Steeg vraagt of het toch niet mogelijk is hierover wel duidelijkheid te krijgen, eventueel samen met andere waterschappen en de Universiteit Utrecht. De vraag die de PVDD heeft is hoe het college denkt de doelstellingen voor de natuurvriendelijke oevers wel te kunnen halen. Pagina 7 van 12

De heer Verweij (CU) geeft aan dat hij eerder het uitdrukkelijke verzoek heeft neergelegd om als algemeen bestuur jaarlijks een helder overzicht te krijgen van alle gelden die in grond zitten: gronden die nog op de balans staan, die zijn doorgeschoven naar andere kredieten, of die zijn verkocht. De CU wil graag de toezegging dat dit punt ook onder punt 4 van het voorstel valt. De heer Ketting (W@I) wil graag van WN en de PvdA weten hoe zij straks om zullen gaan met hun ambities, als blijkt dat het algemeen bestuur het standpunt van de hoogheemraden de heren Van der Maat en Miltenburg volgt en de nota afkeurt. Daarnaast heeft W@I dezelfde vraag aan de andere leden van het college. De heer Van den Hoeven (Agrariërs) geeft aan dat zijn fractie zich aansluit bij de opmerkingen van de Bos- en Natuureigenaren. Daarnaast benadrukt hij dat de 'gedoogplicht' uit de nota moet worden gehaald. Opname daarvan kan ertoe leiden dat de ingelanden op voorhand hun hakken in het zand zetten. Het verzoek is om op pagina 6 onder 'Wie beheert de gronden?' toe te voegen dat met terreinbeheerders agrariërs, agrarische natuurverenigingen of agrarisch particulier natuurbeheer wordt bedoeld. In de communicatie naar het gebied zou het beleid voor natuurvriendelijke oevers kunnen worden gekoppeld aan de waterberging. De ingelanden krijgen dan waarschijnlijk meer begrip voor de natuurvriendelijke oevers. Mevrouw Tutein Nolthenius (WN) geeft namens haar fractie aan dat men het juist vindt getuigen van grote zorgvuldigheid door eerst uitgebreid gesprekken te voeren en alle mogelijkheden af te lopen. Uiteindelijk moet er wel een juridisch middel beschikbaar zijn om de doelstelling te kunnen halen. Het gaat tenslotte over verplichtingen. Of de juridische dwangmiddelen per se opgenomen moeten worden in de nota is voor WN niet duidelijk. Men vindt het ook zorgvuldig dat, als er van de gedoogplicht gebruik moet worden gemaakt, het mandaat bij het algemeen bestuur ligt. Mevrouw De Bont (CDA) stelt namens haar fractie dat het jammer is dat er een splitsing is gemaakt tussen onteigening en gedogen. Die is waarschijnlijk tot stand gekomen omdat voor doelstellingen binnen de KRW er niet onteigend kan worden. Zij wijst ook op de onrust binnen het gebied en het belang van communicatie. Om de KRWdoelstellingen te kunnen halen, zal eerst het gebied hierover moeten worden geïnformeerd. Met name geldt dit voor de natuurvriendelijke oevers. Ook het CDA heeft graag antwoord op de vraag hoe De Stichtse Rijnlanden denkt de KRW-doelstellingen wel te gaan halen. Over het noemen in de nota van het instrument gedoogplicht heeft het CDA nog steeds zorgen. Om die reden dient het CDA, met steun van de VVD en de Agrariërs, een amendement in. In het amendement (volgnummer 33) is een voorstel voor het wijzigen van de tekst van de punten 1.a, 2 en 3 van het besluit opgenomen. Het dictum luidt: Punt 1.a wijzigen in: voor uitsluitend de aanleg van hoofdwatergangen en kunstwerken voor deze hoofdwatergangen wordt een actieve grondstrategie gevolgd met juridische dwang als uiterste mogelijkheid. De daadwerkelijke inzet van juridische dwang voor een individueel geval zal pas plaatsvinden na een besluit van het Algemeen Bestuur. Punt 2 wijzigen in: Het instrument juridische dwang niet in te zetten voor doelen van de Europese Kaderrichtlijn Water. Punt 3 wijzigen in: Middels een gebiedsgericht mandaat per gebied aan te geven de hoeveelheid grond, benodigde middelen en de beheer-/ exploitatiekosten welke men nodig denkt te hebben ten behoeve realisatie van de gestelde doelen in het betreffende gebied.. Daarnaast wordt gevraagd de nota aan te passen in de geest van de genoemde wijzigingen. Het amendement met volgnummer 33 heeft wel deel uitgemaakt van de beraadslagingen, maar is later bij de behandeling van het agendapunt gewijzigd in amendement 33a. Mevrouw Balkema (PvdA) wijst er namens haar fractie op dat het juister zou zijn geweest als het minderheidsstandpunt van twee hoogheemraden zou zijn opgenomen in het besluit zelf. Daarnaast merkt men op dat in de nota duidelijk is aangegeven dat er maatwerk per locatie geleverd zal worden en dat dat via de minnelijke weg zal gebeuren. Als uiterste middel om de doelen te realiseren zal soms het middel van juridische dwang nodig zijn. Om die reden hoort dit instrument ook in de gereedschapskist te zitten. De wijze van communicatie naar betrokkenen blijft wel een belangrijk aandachtspunt. De heer Damen (VVD) wijst er namens zijn fractie op dat een dergelijke nota alleen de basis is, en dat maatwerk en creativiteit uitgangspunten moeten blijven. Het grondbeleid blijft een middel om doelen te realiseren. Wel moet hierbij het feit dat grond emotie is, niet uit het oog worden verloren. Samenwerking via overeenkomsten als uitgangspunt, staat nu dan ook helder in de nota. Wel heeft de VVD nog moeite met de gedoogplicht. Die komt nog teveel over als 'het pistool op de borst'. Dit kan juist het krijgen van vertrouwen van de eigenaren in de weg staan. Om die reden steunt men het door het CDA ingediende amendement. Alleen daar waar het gaat over veiligheid zou onteigening van toepassing mogen zijn. In de oplegnotitie mist men dat de nota nu het uitgangspunt vormt voor het grondbeleid binnen de watergebiedsplannen. De VVD maakt zich zorgen over verschillende overheden. Die snijden fors in subsidies zoals bijvoorbeeld die voor het beheer van natuur door agrariërs. Dit zou betekenen dat De Stichtse Rijnlanden wellicht zijn eigen beleid in deze zou moeten herijken. De redenen voor het niet aan willen gaan van beheerovereenkomsten door agrariërs, zijn wellicht dus veel complexer dan gedacht. Hiernaar zou, zoals in een eerdere vergadering door het CDA gevraagd, meer Pagina 8 van 12

onderzoek moeten worden gedaan. De consequenties uit dit onderzoek zouden moeten worden verwerkt in de nota grondbeleid. Daarnaast wijst de VVD nog op de scheiding van functie tussen het uitvoeren van een project en het aankopen van grond. Ook de exploitatiekosten van gronden in bezit bij De Stichtse Rijnlanden verdienen nog aandacht. Gronden in bezit bij De Stichtse Rijnlanden zouden zo veel mogelijk aan eigenaren van aangrenzende percelen moeten worden overgedragen. De heer Damen wijst nog op het door de VVD gewenste gebiedsgericht mandaat (punt 3 van het amendement) en op het noemen van de fiscale voordelen voor grondeigenaren bij overheidsingrijpen. Wat betreft de nota merkt de VVD nog op dat de gronden van de Stichting Vernieuwing Gelderse Vallei niet bovenop, maar in de flanken van de Utrechtse Heuvelrug liggen. Men zou anders met deze gronden moeten omgaan. Als laatste vraagt men zich af waarom op pagina 26, tweede alinea, nog staat dat 'het waterschap moet streven naar volledig eigendom'. De heer Jansen (AWP) geeft aan dat zijn fractie van mening is dat De Stichtse Rijnlanden geen grootgrondbezitter moet worden. Wel moet het waterschap zijn doelen halen. Het verwerven van grond als laatste redmiddel is daarbij ook toegestaan. Daarbij adviseert men er uiteindelijk naar te streven de aangekochte gronden weer te verkopen. De heer Ypma (Bedrijven) geeft aan dat voor zijn fractie de realisatie van natuurvriendelijke oevers en de slibvang om de doelen van de KRW te halen niet onder de categorie 'zwaar' vallen. Het gaat om het effect, en niet om het eigendom. Het inzetten van de gedoogplicht voor die onderdelen zou uit de nota moeten worden gehaald. Wat betreft de tabellen in hoofdstuk 5 sluit men zich aan bij de Bos- en Natuureigenaren. Men vraagt zich verder nog af in hoeverre bij het toepassen van gedoogplicht er een vergoeding staat tegenover de waardevermindering van de grond. De heer Beugelink gaat in op de opmerkingen en vragen. Hij geeft aan dat grond soms heilig kan zijn voor de eigenaar, maar soms gaat ook het algemeen belang boven het particulier belang. Het gaat in de discussie vooral over de KRW en de juridische dwang die daarvoor zou kunnen worden overwogen. Dat betreft dus de natuurvriendelijke oevers en de slibvangen in het Kromme Rijngebied. De aanleg van natuurvriendelijke oevers in relatie tot de waterberging vloeit voort uit het NBW. Hiervoor zijn onteigening en gedoogplicht wel degelijk aan de orde. Dat staat ook expliciet in de nota vermeld. De heer Beugelink is absoluut geen voorstander van gedogen of onteigenen. Afspraken op basis van vrijwilligheid blijven het belangrijkste instrument. Toch blijft er behoefte aan het instrument van gedoogplicht. Dat komt voort uit de behoefte om de opdracht die er ligt goed te kunnen uitvoeren. Het niet van de grond komen van de aanleg van de natuurvriendelijke oevers komt volgens de heer Beugelink onder andere omdat met de aanleg pas recent is begonnen, er nog onduidelijkheid bestaat over vergoedingen en de communicatie nog niet optimaal is. Het zou onterecht zijn om alleen naar 'de agrariër die niet zou willen' te wijzen. Er valt in dit verband nog een wereld te winnen. De heer Ketting (W@I) merkt bij interruptie op dat door Nederland erg ambitieuze doelen in het kader van de KRW zijn gesteld. Die ambitieuze doelen zijn door Europa overgenomen. Men heeft nu dus een probleem om die doelen te halen. De heer Beugelink weerspreekt dat. Er is juist door Nederland alle rek uit de KRW gehaald. Wat er nu is afgesproken moet dan ook echt gehaald worden. Het is een resultaatverplichting. Of Nederland en heel Europa die gaan halen is nog maar de vraag, waarop het antwoord in de toekomst ligt. Dat wil niet zeggen dat de gedoogplicht nu de oplossing is om het resultaat wel te halen. De KRW-doelstelling wordt in de nota gezien als een zware opgave. De reden hiervoor is dat het college niet lijdzaam wil toezien, dat niet aan de doelen kan worden voldaan die staan in het waterbeheerplan. Het college kan hierover niet ter verantwoording worden geroepen als het niet de instrumenten krijgt om het plan uit te voeren. Het uitgangspunt zal echter altijd vrijwilligheid blijven. In het geval van juridische dwang heeft het algemeen bestuur altijd het laatste woord. Emoties zijn geen goede uitgangspunten voor openbaar bestuur. Gezien de bezwaren die hoogheemraden Van der Maat en Miltenburg hebben geuit tegen de nota, de gesprekken die de heer Beugelink heeft gevoerd met de LTO en de reactie van het algemeen bestuur, komt hij met een voorstel. Hij wil het gebruiken van de gedoogplicht zoals dit nu in de nota staat, opschorten en de tijd nemen om met alle betrokken organisaties, waaronder de LTO en de terreinbeherende organisaties, te komen tot een bestuursakkoord. In dit akkoord is dan maatwerk het uitgangspunt, maar uiteraard wel onder voorwaarden. In dit akkoord kan ook een tijd worden afgesproken waarop zaken geregeld zouden moeten zijn. Indien dat dan niet lukt, kan alsnog de discussie over het instrument gedoogplicht worden gevoerd. De voorzitter merkt op dat opschorten betekent dat,als de nota wordt vastgesteld, dit gebeurt onder de voorwaarde dat van de gedoogplicht geen gebruik wordt gemaakt zoals beschreven in de nota, althans tot een zeker moment. In de komende tijd zal dan overleg worden gevoerd om te komen tot een conceptbestuursakkoord. Hiermee zal het college dan terugkomen bij het algemeen bestuur. De heer Beugelink beantwoordt nog een aantal vragen. Als de nota zou worden afgekeurd zal met het waterbeheerplan aan de slag worden gegaan en zal worden gekeken in hoeverre het plan gerealiseerd kan worden. De nota is een verzameling spelregels. Om die toe te kunnen passen is de grondmanager onontbeerlijk. Het Pagina 9 van 12

onderbrengen van gronden bij agrarische verenigingen of bij agrariërs is prima. Met het aanstellen van de grondmanager komt er een functiescheiding tussen behoefte aan grond binnen projecten en de aankoop daarvan. Het gebiedsgerichte mandaat is voor de heer Beugelink de raming van de hoeveelheid grond die nodig is voor het uitvoeren van het watergebiedsplan. Deze raming is in het plan ook opgenomen. Het plan wordt goedgekeurd en daarmee is er een mandaat. Er ontstaat een discussie tussen de VVD, het CDA en de voorzitter. Beide fracties zijn het niet eens met een mandaat van een miljoen euro dat niet specifiek aan een gebied gekoppeld is. De voorzitter geeft aan dat de nota een waterschapsbrede nota is. Het totale gebied van De Stichtse Rijnlanden is groter dan de gebieden waarvoor een watergebiedsplan beschikbaar is. De nota gaat over alle zaken waarvoor op enig moment grond nodig is. Het voorstel van de PvdA is om onderdeel 3 uit het amendement niet te zien als een wijziging van, maar als een toevoeging aan punt 3 van het voorgestelde besluit. Dat wil zeggen als een specificatie voor punt 3 van het collegevoorstel. De voorzitter legt dit voor aan het CDA. Het CDA, de Agrariërs en de VVD, die dit punt specifiek heeft ingebracht in het amendement, stemmen in met deze wijziging van amendement 33 (amendement volgnummer 33a). Op de nota zelf zal door de heer Beugelink een aanvulling worden geschreven die ter goedkeuring aan het algemeen bestuur zal worden voorgelegd. Tweede termijn De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) geeft aan dat men niet snapt waarom door de heer Beugelink zo wordt gehamerd op de gedoogplicht die nodig is als instrument. Dit instrument bestaat al lang bij wet. Het is dus niet nodig om het hier expliciet op te nemen. Hij pleit nogmaals voor een concreet, goed communiceerbaar verhaal. Wat betreft de drie punten in het amendement kan zijn fractie alleen met het derde punt, als toevoeging, instemmen. Met de punten 1 en 2 is men het niet eens. De heer De Beaufort mist het antwoord op het verwerven van gronden in relatie tot de Natuurschoonwet. Hij verwachte een toezegging dat dit punt wordt opgenomen. De heer Van der Steeg (PVDD) geeft aan dat hij zich aansluit bij de opmerkingen van de Bos- en Natuureigenaren. Punt 2 van het amendement is voor de PVDD onacceptabel. De heer Verweij (CU) geeft aan dat hij zich aansluit bij de opmerkingen van de Bos- en Natuureigenaren. Graag zou men nog een antwoord willen hebben op de vraag over het overzicht van de grondbalans en de daaraan gekoppelde financiën. De heer Ketting (W@I) merkt op dat in het geval het amendement wordt aangenomen, de heer Beugelink de plannen met minder middelen zal gaan realiseren. Ook wordt voorgesteld de nota aan te nemen maar niet helemaal uit te voeren. Dat wil impliciet zeggen dat de nota geen haast heeft. Het is dan ook beter om die in te trekken. Er kan dan nog een keer over worden nagedacht en het college kan er eerst samen uitkomen, alvorens de nota weer aan het algemeen bestuur wordt aangeboden. De nota kan dan ook nog worden bezien in het licht van de volgens de nota benodigde investeringen en de nog te voeren discussie over bezuinigingen in het voorjaar van 2011. Op de vragen die de heer Ketting aan WN en de PvdA heeft gesteld, heeft hij helaas geen antwoord gekregen. Hij spreekt hierover zijn ergernis uit en ook over het optreden van sommige fracties bij vergelijkbare zaken. Mevrouw Tutein Nolthenius (WN) geeft namens haar fractie aan zij het belangrijk vindt dat de heer Beugelink zijn onderzoek om te komen tot een bestuursakkoord uitvoert. Met punt 3 van het amendement is men het eens, maar niet met de punten 1 en 2. Mevrouw De Bont (CDA) geeft aan dat ook haar fractie het zeer zinnig vindt dat de heer Beugelink wil gaan praten met de belanghebbenden over een bestuursakkoord. Wel stelt het algemeen bestuur met elkaar het beleid vast en een bestuursakkoord hoort bij de uitvoering. Misschien moet dit toch eerst plaatsvinden en moet de nota later worden vastgesteld. Meer informatie aan de betrokkenen, vergroot ook het maatschappelijk draagvlak. Hieraan ontbreekt het zeker nog bij de ingelanden. Het CDA blijft erbij dat de nota alleen kan worden vastgesteld met handhaving van het amendement. Mevrouw Balkema (PvdA) zegt dat haar fractie zich aansluit bij wat de Bos- en Natuureigenaren en WN naar voren hebben gebracht. Wat betreft het informeren van de ingelanden sluit men zich aan bij het CDA. In punt 3 van het amendement kan men zich vinden, maar niet in de punten 1 en 2. De heer Damen (VVD) geeft aan dat zijn fractie zich aansluit bij hetgeen door het CDA naar voren is gebracht. De VVD zou graag nog een reactie hebben op de eerder gestelde vragen. De heer Ypma (Bedrijven) zou ook nog graag een reactie willen krijgen op zijn vragen en opmerkingen. Zijn fractie ondersteunt het amendement. De heer Beugelink merkt op dat het instrument van gedoogplicht inderdaad al bestaat. Daarvan is eerder ook gebruik gemaakt omdat het niet anders meer kon. Zo zit de gedoogplicht ook in de nota. Pagina 10 van 12

Mevrouw Van der Vorm (WN) vraagt per direct een schorsing aan. De voorzitter schorst de vergadering voor 15 minuten. Mevrouw Van der Vorm (WN) verzoekt mede namens de PvdA het college om de nota zoals die voorligt in te trekken. Dit om verwijzingen naar de gedoogplicht uit de nota te kunnen halen en met een aangepaste nota terug te kunnen komen. Gedoogplicht is een instrument dat van rechtswege bestaat. Dat hoeft niet expliciet te worden vermeld. De voorzitter beschouwt dit als een motie van orde. De heer Damen (VVD) is van mening dat met het in stemming brengen van het amendement de nota gewoon kan worden behandeld. De VVD is niet voor terugtrekking van de nota. De heer Ypma (Bedrijven) wil dan wel graag weten wat er wel en wat er niet verandert. De voorzitter stelt dat alles wat met gedogen heeft te maken uit de nota zal worden gehaald. Daarnaast kunnen voorgestelde wijzigingen zoals van de Agrariërs worden meegenomen. Mevrouw De Bont (CDA) vraagt zich namens haar fractie af of met het voorstel ook de onteigening van de baan is. De voorzitter geeft nogmaals aan dat wat WN voorstelt helder is. Dat gaat niet over onteigening. De heer Verweij (CU) geeft aan het voorstel van harte te ondersteunen. Het vertrouwen is er dat het college met een heel goed voorstel zal komen. De heer De Beaufort (Bos- en Natuureigenaren) sluit zich namens zijn fractie aan bij de CU. Gelet op artikel 38 van het Reglement van Orde voor het algemeen bestuur besluit het college het voorstel tot vaststelling van de Nota Strategisch Grondbeleid in te trekken. De heer Beugelink zegt toe zo spoedig mogelijk een aangepaste nota aan het algemeen bestuur voor te leggen. Bij het maken van de aanpassingen zal ook goed gekeken worden naar wat er vandaag, naast de gedoogplicht, naar voren is gebracht. Het amendement met volgnummer 33a wordt door de VVD, het CDA en de Agrariërs ingetrokken. Het maakt daarmee geen onderdeel meer uit van de beraadslagingen. 8. Rondvraag De heer Ypma (Bedrijven) merkt op dat de berichtgeving over de vaststelling van de begroting maar de halve waarheid bevatte. In het persbericht staat dat er een lastenverhoging is van 0,6%. Dat er een kostenstijging is van 5,6% wordt nergens gemeld. De Bedrijven zouden dit graag zien rechtgezet. De voorzitter geeft aan dat de bekendmaking ging over de tarieven. Er is goed over de inhoud nagedacht en wat er staat, is in feite wat er besloten is. De heer Ketting (W@I) merkt op dat op alle oplegnotities in de kop de keuze staat om 'geheim ja of nee' aan te kruisen. Volgens hem zou dat 'vertrouwelijk of openbaar ja of nee' moeten zijn. De heer Ketting stelt het op prijs als dit wordt aangepast. Hij heeft uit opmerkingen begrepen dat De Stichtse Rijnlanden geen geheimen kent. De voorzitter merkt op dat 'vertrouwelijk' in juridische zin niets betekent. Met 'geheim' wordt duidelijk wat ermee bedoeld wordt. Het woord is hier welbewust gekozen. De heer Jansen (AWP) pleit ervoor dat insprekers en anderen indien gewenst, als zij dit althans tijdig melden, gebruik zouden moeten kunnen maken van audiovisuele middelen. Volgens het reglement is dat nu niet toegestaan. De voorzitter antwoordt dat het reglement dat niet verhindert. Er zou geen bezwaar moeten zijn om audiovisuele middelen te gebruiken. Het moet wel geregeld worden. De heer Damen (VVD) stelt het op prijs de uitslagen van de benchmarking die voor alle waterschappen is gemaakt, te ontvangen. De voorzitter antwoordt dat die al is rondgestuurd. Het onderwerp komt aan de orde in de eerstvolgende vergadering van de commissie BMZ op 25 januari 2011. De heer Weierink (VVD) weet van recente rampenoefeningen bij andere waterschappen. De Stichtse Rijnlanden heeft dit jaar geen oefening gehouden. Is er contact geweest over het samen uitvoeren van rampenoefeningen? Een tweede vraag is of er voor de Lek gestopt gaat worden met de steenstort. De voorzitter antwoordt dat er geen contacten specifiek hierover zijn geweest. In 2011 wordt zeker aandacht besteed aan de rampenoefeningen. Met andere organisaties/waterschappen is altijd contact over dit soort zaken. Over het stoppen van de steenstort in de Lek is niets bekend. Dit zal worden nagegaan. Mevrouw Balkema (PvdA) wil graag in relatie tot het halen van de doelen van het waterbeheerplan geïnformeerd worden over de stand van zaken van de uitvoeringsprogramma's. De voorzitter zegt toe dit uit te zoeken en dit punt op de actiepuntenlijst op te nemen. De heer Van der Maat deelt mee dat hij gisteren samen met de heer Reerink het baggerprogramma in de stad Utrecht heeft afgesloten. Daar is door De Stichtse Rijnlanden een geweldige prestatie geleverd. De heer Van der Maat nodigt iedereen uit zaterdag a.s. een bezoek te brengen aan de levende kerststal op zijn bedrijf. Pagina 11 van 12

6. Sluiting De voorzitter reikt aan alle bestuursleden De Bosatlas van Nederland waterland uit. Aan deze atlas is ook door De Stichtse Rijnlanden meegewerkt. De voorzitter sluit de vergadering en geeft het woord aan de jeugddijkgraaf Tycho van der Hoog. Vastgesteld in de openbare vergadering van 1 maart 2011, Voorzitter, w.g. P.J.M. Poelmann Secretaris, w.g. drs. E.Th. Meuleman Pagina 12 van 12