Landelijke Brancherichtlijn Verkeer Rijkswaterstaat



Vergelijkbare documenten
Richtlijn optische- en geluidssignalen DV&O, vers!e

BLAD GEMEENSCHAPPELIJKE REGELING

BRANCHERICHTLIJN OPTISCHE EN GELUIDSSIGNALEN MINISTERIE VAN DEFENSIE

Brancherichtlijn. Optische en Geluidssignalen Veiligheidsregio s

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen brandweer 2016

Brancherichtlijn Optische & Geluidssignalen. Dienst Bedrijfsbeveiliging Tata Steel. Februari 2014 Versie 1.0

Brancherichtlijn Optische en geluidssignalen spoedeisende medische hulpverlening

Brancherichtlijn Politie

Antwoorden Kennisvragenlijst voorrangsvoertuigen

Brancherichtlijn Optische & Geluidssignalen

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Reddingsbrigade. Versie 1.0, november 2007

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Spoedeisende medische hulpverlening

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen Spoedeisende medische hulpverlening

Brancherichtlijn OPTISCHE EN GELUIDSSIGNALEN BRANDWEER

Brancherichtlijn Optische en Geluidssignalen het Nederlandse Rode Kruis

Theorieboek. rijbewijs A

Nieuws van het. Kenniscentrum. Voorrangsvoertuigen. Wijziging in het projectteam. In dit nummer:

Emiel Sanders Staf IR Henny Kennedy TL IR Peter Damen TL IR John Monsieurs TL IR

Provinciaal blad van Zuid-Holland

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Brancherichtlijn optische en geluidssignalen Brandweer

Certificeringssysteem voor rijinstructeurs bestuurder voorrangsvoertuig

Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg

Overzicht van verkeersbevoegdheden. van vrijstellingen. Brandweer en spoedeisende medische hulpverleningsdiensten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Brondocument theorie-examen HAP-chauffeur

Brancherichtlijn optische en geluidssignalen brandweer. Herziene druk

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Rapportage m.b.t. de inhoud van de standaard rijopleiding voor bestuurders van een hulpverleningsvoertuig.

Ontwikkeling brancherichtlijn optische en geluidssignalen NVBR

Nota van toelichting aan LMC gekoppelde basisprioriteiten in GMS Versie 27 september 2018

Eerste ervaringen blauw zwaailicht en sirene voor Rijkswaterstaat veelbelovend

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 wordt als volgt gewijzigd:

Datum 22 mei 2015 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de uitzending Ongelukkige Spoed

Wijzigingen in het projectteam

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

Weggebruikers met voorrang benaderd

401A. Risico s signaleren bij het rijden met brandweervoertuigen. Oefening

Oefenen met optische en geluidssignalen op de openbare weg. Versie: 1.0, 15 december 2015

Voorrang hebben versus overschrijding van de maximumsnelheid

Het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer wordt gewijzigd als volgt:

FAQ Vrijstelling oefenen op de openbare weg met optische en geluidssignalen

Geachte heer Huizing,

Datum 30 april 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over ongevallen met voorrangsvoertuigen van de politie, brandweer en ambulance

Van hulpverlener naar verdachte. Een onderzoek naar de juridische aspecten van ongevallen met voorrangsvoertuigen

1e druk, 4e oplage, februari Instituut Fysieke Veiligheid (IFV) ISBN:

Files. We kunnen er samen wat aan doen.

dat bij Koninklijk Besluit van 12 augustus 1978, Staatsblad 458, is vastgesteld het Besluit wegslepen van voertuigen;

Een kruispunt. is geen jungle

Deze brochure frist je kennis op van deze op het eerste gezicht vanzelfsprekende, maar o zo noodzakelijke regels. Een kruispunt is immers geen jungle!

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor

Interne beleidsregels ontheffingen RVV 1990 Scherpenzeel 2015

Vragen en antwoorden theorie verkeersregels en verkeerstekens - Deel 1

Schriftelijke instructie verkeersregelaars bij Evenementen

besluit van de gemeenteraad

Verkeersregelaar. ex:pla n. smart educational tools

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

Prioritaire voertuigen met een dringende opdracht Enkele aspecten van verkeersveiligheid en verkeersleefbaarheid

Voorrangsvoertuigen! Wie, wat en wanneer?

VERKEERSBOETES 2019: ALLE BEDRAGEN OP EEN RIJ

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Onderzoeksprogramma van het Kenniscentrum Voorrangsvoertuigen voor

Benelux Reacties kunt u geven via het feedbackformulier.

ARRONDISSEMENTALE STAFDIENST STAFAFDELING BEVEILIGING BEWAKING & VERVOER DIENSTVOORSCHRIFT. 6 september idssianalen;, :ing) G ik ontische-

Beleidsregels ontheffingsverlening parkeerschijfzone kernwinkelgebied Raalte

GEMEENTE SCHERPENZEEL

7 Manoeuvres en bewegingen

De verkeersregelaar bij evenementen Regionaal Orgaan Verkeersveiligheid Gelderland

B&W 7 september 2010 Gemeenteblad

Volledige technische uitvoering van de optische en akoestische signaleringsinstallatie voor brandweervoertuigen + checklist.

Tip: oefen het examen op beschikbaar vanaf 7 maart

Richtinggevend kader. Bijzondere verkeersbevoegdheden

Snelweg invoegen, inhalen, uitvoegen.

doe-fiche fietser Opstappen en wegrijden uw kind politie Bilzen - Hoeselt - Riemst nog niet kiest de dichtsbijzijnde plaats waar de rit kan beginnen.

Voor de realisatie van voornoemd project worden werkterreinen en bouwwegen ingericht.

Moet je voorrang verlenen aan de fietser? Toelichting De fietser is een bestuurder en komt hier van rechts op een gelijkwaardig kruispunt.

Welkom 23/10/2014. Open WiFi netwerk: t Godshuis

Het vaststellen van de openingstijden kan wel aan het college worden gedelegeerd of gemandateerd.

Een stilstaand voertuig voorbijrijden

Kerntaak: 1. Ziet toe op orde en veiligheid in het publieke domein 2. Treedt op bij incidenten en Hulpmiddelen: geen. calamiteiten Toetsduur:

Verkeerswetgeving fietsers

Implementatieplan gedragsadviezen

Wegsleepverordening Dordrecht

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Houten, nr. BWV gelezen en besluit;

Wegsleepverordening 2003

Branchestandaard blijvende vakbekwaamheid

Aanvulling. categorie AM

2. Regulier leerlingenvervoer betreffende excursies, zwemonderwijs e.d. 2.1 Per personenauto.

Module 4 Handelingsanalyses (Auto)snelweg

VERKEERSBEGRIPPEN. bij het Verkeersexamen Overzicht van verkeersbegrippen, die belangrijk zijn voor kinderen. verkeersbegrip uitleg

Beleidsregels ontheffingen artikel 87 RVV 1990 Schiedam 2013

B en W nummer ; besluit d.d

Ontwerp-Verkeersbesluit A28 Zwolle-Zuid - aansluiting Ommen

Artikel 06c gedrag bij in- en uitrijden werkvakken en tijdelijke uitritten en het laden en lossen

Module. Module Rotonde Rotonde

Test theorie: Autowegen en Autosnelwegen

Plan van aanpak Excessen voor tijdens en na optocht

Transcriptie:

Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu Landelijke Brancherichtlijn Verkeer Rijkswaterstaat 20juli 2015 Werkdocument versie 1.0

Inhoud 1 Inleiding.3 2 Wet en Regelgeving.3 2.1 wet en regelgeving 3 2.2 De omschrijving van de dringende taak 4 3 Toepassingsbereik 4 4 Uitvoering 4 4.1 Prioritering van meldingen 4 4.2 Toestemming en voeren van optische en geluidssignalen 5 4.3 Gebruik van overige signalen 5 5 Gedragscode en afwijken 6 5.1 Verantwoordelijkheid 6 5.2 Afwijken van de richtlijn 6 5.3 Gedragscode bestuurders 6 5.3.1 Prioriteit 1 7 5.3.2 Prioriteit 2 S 5.3.3 Prioriteit 3 S 6 Vaardigheden en opleiding 8 6.1 Vaardigheden bestuurder van voertuigen 8 6.2 Aanwijzing opleiding en herhalingsinstructie S 6.3 Trainen en oefenen met optische en geluidssignalen 9 6.4 Opleiding Wegverkeersleiders 9 Pagina 2 van 9

onder 1 Inleiding Deze brancherichtlijn is opgesteld om leidinggevenden en medewerkers van Rijkswaterstaat een handreiking te bieden bij het op een verantwoorde wijze toepassen van de regelgeving inzake het gebruik van de optische en geluidssignalen. Daarnaast geeft deze richtlijn helderheid over de prioritering van meldingen en de daaraan gekoppelde taken en verantwoordelijkheden van zowel de verkeerscentrale als de bestuurder van bij de Rijkswaterstaat in gebruik zijnde motorvoertuigen. Voor de bestuurder is de inhoud verplichtend en dus dient men in overeenstemming daarmee te handelen. Deze brancherichtlijn Rijkswaterstaat is gebaseerd op de brancherichtlijnen van de politie en de brandweer. De toepassingen zijn echter aangepast aan de werkzaamheden van de weginspecteur (WIS) / Officier van Dienst (OvD). Deze brancherichtlijn is van toepassing op bij Rijkswaterstaat in gebruik zijnde motorvoertuigen die rijden met optische en geluidssignalen (en dus voorrangsvoertuig zijnde in de zin van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens, hierna RVV 1990). De brancherichtlijn is aangepast aan de in maart 2009 gepubliceerde Regeling Optische en Geluidssignalen 2009 en het besluit tot aanwijzing van Rijkswaterstaat als hulpverleningsdienst voor de periode 1 september 2015 tot 1 september 2017, van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van, nr. IenM/BSK-2015/... (nader in te vullen na 20 augustus 2015). De bestuurder van een voorrangsvoertuig blijft steeds strafrechtelijk verantwoordelijk voor zijn eigen beslissingen en rijgedrag. Het gebruik van de optische en geluidssignalen rechtvaardigt niet dat het overige verkeer in gevaar wordt of kan worden gebracht of onnodig wordt gehinderd (artikel 5 Wegenverkeerswet 1994). De in deze brancherichttijn neergelegde uitgangspunten kunnen bij incidenten in de afweging van het Openbaar Ministerie worden meegewogen. Het Openbaar Ministerie kan in dergelijke gevallen eveneens rekening houden met het feit dat de betrokken chauffeur de maatschappij druk van grote spoed als hulpverlener ten dienste was. Het Openbaar Ministerie kan tot strafrechtelijke vervolging overgegaan wanneer de chauffeur gezien de gegeven situatie een ontoelaatbare mate van gevaar heeft doen ontstaan en er sprake is van een overtreding van de verkeerswetgeving. 2 Wet en Regelgeving 2.1 wet en regelgeving De Regeling optische en geluidssignalen 2009 is gebaseerd op de artikelen 29, eerste lid en 30, tweede lid, van het RVV 1990 dat weer gebaseerd is op de artikelen 13, tweede lid, 22, 26 en 71 van de Wegenverkeerswet 1994. Tevens wordt in deze regeling het begrip dringende taak uit het eerste lid van artikel 29 RVV 1990 uitgelegd en zijn de in het derde lid genoemde voorschriften, betreffende het blauwe zwaai- flits- of knipperlicht opgenomen eisen uitgewerkt. Voorts is het voeren van het in artikel 30 RVV 1990 genoemde groene of gele zwaai- flits- of knipperlicht nader uitgewerkt in deze regeling. Tot slot is in artikel 3 van deze regeling bepaald dat er een brancherichtlijn moet zijn opgesteld. Artikel 29 RVV 1990 komt er op neer dat bestuurders van motorvoertuigen in gebruik bij politie, brandweer, diensten voor spoedeisende medische hulpverlening en andere door de minister aangewezen hulpverleningsdiensten een blauw zwaai-, flits- of knipperlicht en een tweetonige hoorn mogen voeren om kenbaar te maken dat zij een dringende taak vervullen. Deze optische en geluidssignalen moeten nadrukkelijk worden onderscheiden van andere signalen. Wanneer een Pagina 3 van 9

motorvoertuig optische en geluidssignalen gebruikt, wordt het automatisch een voorrangsvoertuig. Bestuurders van voorrangsvoertuigen, zoals gedefinieerd in artikel 1, onderaan, van het RVV 1990 hebben op basis van artikel 91 van datzelfde reglement de bevoegdheid af te wijken van alle voorschriften van het RVV 1990 voor zover de uitoefening van hun taak dit vereist. Daarbij mag echter het verkeer niet in gevaar worden gebracht of onnodig worden gehinderd (artikel 5 WVW 1994). Volgens artikel 50 RVV 1990 moeten weggebruikers bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan. Dit houdt tevens in dat indien slechts één van beide signalen gebruikt wordt, geen sprake is van een voorrangsvoertuig en de bestuurder van een dergelijk voertuig zich aan de normale voorrangsregels moet houden. In artikel 30 RVV 1990 wordt de basis gelegd voor het voeren van een ander bijzonder signaal, te weten het geel of groen zwaai-, flits- of knipperlicht. Ten aanzien van het gele licht gaat het om waarschuwingen aan medeweggebruikers dat hinder mogelijk is (zie artikel 30 RVV 1990, jo. artikel 6 Regeling optische en geluidssignalen 2009). In artikel 5, derde lid van de regeling is bepaald dat het groene zwaai-, flits- of knipperlicht uitsluitend gebruikt mag worden om het voertuig van de hoogst betrokken leidinggevende aan te geven. In de Regeling optische en geluidssignalen 2009 zijn de voorwaarden neergelegd waaronder het gebruik van optische en geluidssignalen zijn toegestaan. Ook de aanwijzing van de andere (hulpverlenings)diensten die gebruik mogen maken van de bijzondere signalen en de technische eisen gesteld aan de bijzondere signalen zijn neergelegd in die regeling 2.2 De omschrijving van de dringende taak Ingevolge artikel 2 van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 is er slechts sprake van een dringende taak als bedoeld in artikel 29, eerste lid van het RVV 1990, in geval van: 1. Een voor de mens levensbedreigende situatie die directe hulp van de betrokken hulpverleningsdiensten vergt; 2. Het voorkomen van een voor de mens levensbedreigende situatie of een situatie waarin ernstige schade aan gebouwen of goederen ontstaat; 3. Een ernstige verstoring van de openbare orde of rechtsorde, waarvoor een directe en snelle inzet noodzakelijk is. 3 Toepassingsbereik Deze brancherichtlijn is van toepassing op bestuurders van motorvoertuigen in gebruik bij Rijkswaterstaat die in de uitoefening van hun functie, weginspecteurs en officieren van dienst in opdracht van, of met toestemming van de regionale verkeerscentrale, gebruik maken van optische en geluidssignalen. Onder Weginspecteur wordt in deze brancherichtlijn verstaan: de weginspecteurs van Rijkswaterstaat; De officieren van dienst van Rijkswaterstaat. 4 Uitvoering 4.1 Prioritering van meldingen Rijkswaterstaat kent een aantal prioriteiten die door de wegverkeersleiders van de regionale verkeerscentrales kunnen worden toegekend aan een melding. Het vraagstuk of een melding of Pagina 4 van 9

een opdracht past binnen het concept dringende taak bepaalt of hij mag besluiten tot het verlenen van toestemming. De wegverkeersleider kan te allen tijde de aan de melding toegekende prioriteit wijzigen. Prioriteit 1 Melding waarvan de wegverkeersleider van de verkeerscentrale vindt dat de noodzaak aanwezig is om snel ter plaatse te zijn. Er is daarbij sprake van een dringende taak zoals hierboven omschreven. Deze prioriteit is daarmee de enige soort die ertoe kan leiden dat met optische en geluidssignalen gereden kan worden. Prioriteit 2 Melding waarvan de noodzaak om ter plaatse te gaan aanwezig is, maar waarbij niet direct sprake is van een dringende taak. Prioriteit 3 Melding waarbij niet direct de noodzaak om ter plaatse te gaan aanwezig is. 4.2 Toestemming en voeren van optische en geluidssignalen Het gebruik van de signalen is uitsluitend toegestaan na toestemming van de wegverkeersleider van de verkeerscentrale. Deze verleent slechts toestemming indien er sprake is van een dringende taak. De verleende toestemming wordt geregistreerd. De wegverkeersleider van de verkeerscentrale wijst, indien hij dit nodig acht, bij het verlenen van toestemming tot het gebruik van optische en geluidssignalen de bestuurder van het voorrangsvoertuig op het belang van eigen en andermans veiligheid. De bestuurder beslist zelf of hij gebruikmaakt van de verkregen toestemming tot het voeren van optische en geluidssignalen. Daarbij weegt hij nogmaals de situatie en omstandigheden. Indien hij gebruikmaakt van de optische en geluidssignalen voert hij deze in principe gedurende de hele rit. Mocht de bestuurder besluiten dat het gebruik van optische en geluidssignalen niet meer op zijn plaats is, en zijn signalen uitzet, dan vervolgt hij de rest van de rit zonder de status van voorrangsvoertuig. Het voortdurend aan- en uitzetten van de signalen wordt onwenselijk geacht. Indien in zeer bijzondere omstandigheden de toestemming van de verkeerscentrale niet kan worden afgewacht, kan de operationeel leidinggevende (OVD) toestemming verlenen om optische en geluidssignalen te voeren. In deze gevallen wordt achteraf melding gedaan bij de verkeerscentrale. Het gebruik van alleen de geluidssignalen is niet toegestaan. 4.3 Gebruik van overige signalen Naast het blauwe zwaai-, flits of knipperlicht is Rijkswaterstaat ook gerechtigd om andere bijzondere signalen te voeren, te weten: geel zwaai-, flits- of knipperlicht Ingevolge artikel 30 RVV 1990 en artikel 6, eerste lid onder a van de Regeling optische en geluidssignalen 2009 moet het gele licht worden gebruikt als de kans bestaat dat het stilstaande motorvoertuig, tijdens werkzaamheden ten behoeve van de hulpverlening op of langs de weg, niet op tijd door andere weggebruikers wordt opgemerkt. Bij het gebruik van alleen het blauwe zwaai-, flits of knipperlicht vervalt de status van voorrangsvoertuig. Pagina 5 van 9

en 5 Gedragscode en afwijken 5.1 Verantwoordelijkheid Het gebruiken van het blauw-zwaailicht en sirene brengt een bepaalde verantwoordelijkheid met zich mee en daarom is een gestandaardiseerde manier van werken noodzakelijk. 1) De bestuurder van een voorrangsvoertuig blijft steeds strafrechtelijk verantwoordelijk voor zijn eigen beslissingen en rijgedrag. Het gebruik van de optische en geluidssignalen rechtvaardigt niet dat het overige verkeer in gevaar wordt of kan worden gebracht of onnodig wordt gehinderd (artikel 5 Wegenverkeerswet 1994). 2) De wegverkeersleider bepaalt in principe de prioritering van de rit. 3) De weginspecteur rijdt aan op de manier behorend bij deze prioritering. 4) Wanneer de weginspecteur met prioriteit 1 aanrijdt houdt hij/zij zich aan de gedragscode beschreven in paragraaf 5.3. 5) Bij het gebruik van alleen het blauwe zwaai-, flits of knipperlicht of alleen het gebruik van geluidssignalen vervalt de status van voorrangsvoertuig. 5.2 Afwijken van de richtlijn In het kader van de uitoefening van de taak is het de weginspecteur in bijzondere situaties toegestaan om af te wijken van de normen gesteld in de branchetichtlijn. Deze bevoegdheid tot afwijking geldt voor alle weginspecteurs en officieren van dienst. De weginspecteur stelt altijd (indien mogelijk) vooraf de verkeerscentrale op de hoogte van zijn of haar beslissing tot afwijking van de brancherichtlijn. De verkeerscentrale, accepteert en registreert deze beslissing. Indien het niet mogelijk is om vooraf deze melding te doen, wordt deze altijd achteraf bij de verkeerscentrale gemeld (zie 4.2). De betrokken weginspecteur blijft eindverantwoordelijk voor afwijking van de brancherichtlijn. Iedere afwijking van de richtlijn en aangegeven prioritering, wordt achteraf geëvalueerd. De evaluatie gebeurt door de portefeuillehouder IM van de regio s met de weginspecteur en de wegverkeersleider. De teamleiders worden van de evaluatie op de hoogte gebracht. 5.3 Gedragscode bestuurders Motorvoertuigen met optische en geluidssignalen verstoren het normale verkeersbeeld; niet alleen door geluid en licht, maar ook door een ander rijgedrag (van zowel bestuurders van voorrangsvoertuigen als hierop reagerende overige weggebruikers). De bestuurder van een voorrangsvoertuig dient zich dus bewust te zijn van het feit dat de reactie van overige weggebruikers een onvoorspelbare factor is. Voorspelbaar gedrag van bestuurders van voorrangsvoertuigen komt de verkeersveiligheid ten goede. Een dergelijke situatie kan gecreëerd worden door een gezamenlijke - ook voor de buitenwacht herkenbare - gedragscode af te spreken over veelvoorkomende en tevens gevaarlijke situaties. Algemeen Het afwijken van algemeen geldende verkeersregels en gedragsnormen gebeurt restrictief en alleen indien daartoe voldoende noodzaak bestaat. Hierbij maakt de bestuurder een afweging tussen te nemen risico en het beoogde doel. Het in- en uit schakelen van de optische en/of geluidssignalen dient op zodanige wijze te geschieden dat dit geen onvoorziene schrikreacties geeft bij de overige weggebruikers. Zeker moet worden voorkomen dat dit in- of uitschakelen gebeurd vlak voor of op een kruisingsvlak. Pagina 6 van 9

5.3.1 Prioriteit 1 Bij prioriteit 1 toestemming mag het blauwe zwaailicht met geluidssignalen gevoerd worden. Het voertuig wordt dan een voorrangsvoertuig. De verkeerscentrale geeft aan dat er urgentie is om ter plaatse te komen. De bestuurder van een voorrangsvoertuig dient zich bewust te zijn van zijn bijzondere positie en verantwoordelijkheden. De optische en geluidssignalen worden gebruikt als vraag om medewerking van andere weggebruikers en niet als breekijzer. De bestuurder moet zich rekenschap geven van de mogelijkheid dat andere weggebruikers hem niet horen en/of zien, dan wel zijn richting en/of snelheid niet goed kunnen inschatten. Dit betekent dat er rekening gehouden dient te worden met onvoorziene of onberekenbare reacties van andere weggebruikers. Het algehele rijgedrag van de bestuurder van het voorrangsvoertuig dient beheerst te zijn. Bij specifieke situaties moet men als volgt handelen: Kruispunten Het naderen en oversteken van kruispunten gebeurt met aangepaste snelheid. Bij het oprijden van het kruisingsvlak dient de bestuurder van het voorrangsvoertuig ervan uit te gaan dat andere weggebruikers hem niet hebben opgemerkt en hem dus mogelijk niet voor laten gaan. Daarom wordt zo nodig gestopt. Rood licht Het negeren van een rood verkeerslicht gebeurt met een snelheid van maximaal 20 kilometer per uur. Bij bruggen en spoorwegovergangen wordt het rode licht niet genegeerd en mag niet worden doorgereden. Vluchtstrook Een vluchtstrook wordt bereden met een snelheid van maximaal 20 km per uur boven de snelheid van het verkeer op de rijbaan, met een snelheid van maximaal 50 km per uur. Maximumsnelheid De rijbaan wordt bereden met een snelheid van maximaal 40 km per uur boven de ter plaatse geldende maximumsnelheid Tegen het verkeer inrijden Dit is slechts toegestaan als er sprake is van een significante tijdwinst en er met een snelheid wordt gereden waarbij gestopt kan worden binnen de afstand die te overzien is en waarover de rijbaan vrij is. Dit geldt voor gebodsborden, geslotenverklaringen en het rijden op weghelften bestemd voor het tegemoet komend verkeer. Vooraf moet er toestemming zijn van politie en/of verkeerscentrale en moet het duidelijk zijn dat de weg volledig is afgesloten en er geen verkeer meer tegemoet kan komen. Plaats oo de weg bij files 1. Indien een vrije vluchtstrook beschikbaar is voor het voorrangsvoertuig, wordt er gebruik gemaakt van deze vluchtstrook. 2. Indien de vluchtstrook niet beschikbaar is, wordt bekeken of er een mogelijkheid bestaat middels afkruisen door Rijkswaterstaat om tijdig een rijstrook vrij te laten maken. 3. Indien opties 1 en 2 niet uitvoerbaar zijn, wordt gebruik gemaakt van de methode van midden doorrijden. Hierbij wordt tussen de le en 2e rijstrook middendoor gereden. Hierbij is de le rijstrook die rijstrook die het dichtst tegen de middenberm aan zit. Plus- en sitsstroken Bij aanwezigheid van plus- en spitsstroken, kan wanneer deze gesloten zijn, gebruik worden gemaakt van deze stroken. Pagina 7 van 9

Wanneer er hierbij file is, worden de snelheden aangehouden, zoals beschreven in de paragraaf vluchtstrook gebruik. Wanneer er geen file is en de spits- of plusstrook is gesloten, kan de snelheid zoals beschreven onder maximum snelheid worden aangehouden. 5.3.2 Prioriteit 2 Bij een prioriteit 2 melding, moet de weginspecteur wel snel ter plaatse komen, maat is er geen dringende taak maar wel noodzaak dat de Rijkswaterstaat ter plaatse komt. Bij een prioriteit 2 melding rijdt de weginspecteur niet met optische- en akoestische signalen maar kan wel gebruik maken van de vrijstelling die hij al heeft voor het uitvoeren van zijn werk. De weginspecteur kan indien nodig gebruik maken van deze vrijstelling om de werkzaamheden uit te voeren (bijvoorbeeld het parkeren op een fietspad). De weginspecteur is op basis van kennis, inzicht en bekendheid bevoegd om de prio 2 te veranderen naar een prio 1 (dan wordt het een dringende taak). Dit moet hij dan echter wel altijd melden (bijvoorkeur vooraf en indien dit niet mogelijk is altijd achteraf) bij de regionale verkeerscentrale. Elke afwijking/verandering van de prioritering wordt achteraf geëvalueerd. 5.3.3 Prioriteit 3 Alle overige meldingen die inzet van de weginspecteur vragen. De uitrukkende voertuigen mogen geen gebruik maken van optische en geluidssignalen en evenmin van de vrijstelling. Zij dienen zich aan alle verkeersregels te houden die ook voor het overige verkeer gelden. 6 Vaardigheden en opleiding 6.1 Vaardïgheden bestuurder van voertuigen De bestuurders van motorvoertuigen, zoals genoemd in hoofdstuk 3, die zijn belast met een uitvoerende taak en daarbij de mogelijkheid hebben om gebruik te [moeten] maken van optische en geluidssignalen, dienen opgeleid en getraind te zijn in de uitvoering van deze rijtaken. De opleidingen en herhalingsopleidingen dienen te voldoen aan de omschrijvingen zoals hieronder in de paragraven 6.2 en 6.3 De opleidingen dienen binnen het (herhalings)opleidingsprogramma van Rijkswaterstaat te worden uitgevoerd. (Eerdere) Opleidingen van andere organisaties worden niet als vervangend beschouwd. Wanneer de weginspecteur niet aan deze opleidingsvoorwaarden voldoet, of niet slaagt voor de examens, wordt de bevoegdheid voor het rijden met optische- en geluidssignalen ingetrokken. 6.2 Aanwijzing opleiding en herhalingsinstructie De Dienstleiding wijst een persoon of groepen personen aan die in daartoe ingerichte motorvoertuigen met inwerking zijnde optische en geluidsignalen mogen besturen. Zie hiervoor hoofdstuk 3 waarbij dit wordt ingeperkt tot de weginspecteurs en officieren van dienst. Voordat een weginspecteur met blauw zwaailicht en geluidssignalen mag rijden, moet hij het juiste rijopleiding hebben doorlopen en zijn getraind. Deze training: Dient eens in de 3 jaar te worden herhaald, om de vaardigheden van alle uitvoerende ambtenaren, die zijn belast met een uitvoerende taak en daarbij de kans hebben om gebruik te [moeten] maken van optische en geluidssignalen, hun beroepsvaardigheden actueel op peil te houden In de training moeten minimaal de elementen uit de PolitieRijvaardigheidTraining zijn opgenomen (BROA) Omvat een speciale instructie, waarin gewezen wordt op onder andere de strafrechtelijke en civielrechtelijke consequenties van het direct of indirect veroorzaken van schade of Pagina 8 van 9

t letsel tijdens de rit, het gedrag en de reactie van weggebruikers op de optische en geluidssignalen en het gewenste rijgedrag van de betrokken bestuurder 6.3 Trainen en oefenen met optische en geluidssignalen In de trainingen voor uitvoerend personeel wordt aandacht besteed aan het daadwerkelijk rijden met optische en geluidsignalen. Tijdens deze trainingen meldt de medewerker zich in bij de betreffende regionale verkeerscentrale. Met deze regionale verkeerscentrale worden afspraken gemaakt dat: de desbetreffende eenheid meerijdt met ca. tien prio imeldingen ongeacht de locatie of afstand. Indien het instructievoertuig als eerste ter plaatse is wordt daadwerkelijk opgetreden. Indien de afstand (te) groot is krijgt de rijinstructeur de vrijheid om de rit af te breken op het moment dat hij het voldoende vindt. Mocht het meldingenpatroon zodanig zijn dat er geen of onvoldoende prio 1 meldingen meegereden kon worden kan de rijinstructeur een oefen rit optische en geluidsignalen, zoals beschreven in het lesplan, rijden. Hieraan zijn de volgende voorwaarden verbonden: o vooraf wordt telefonisch de verkeerscentrale op de hoogte gebracht o de verkeerscentrale moet toestemming geven o de rijinstructeur geeft de route aan (startpunt-eindpunt) van de oefen rit. o de wetgeving blijft van kracht Bedoelde oefenritten zijn uitsluitend onder begeleiding van een (politie)rijinstructeur toegestaan. 6.4 Opleiding Wegverkeersleiders De opleiding van de wegverkeersleiders is tweeledig. 1) Er komt een werkinstructiekaart, met daarbij een stroom- / afwegingsschema voor het bepalen van de prioriteit van een melding. 2) Naast dit stroomschema krijgt een deel van de groep, in dagdeelsessies voorlichting / instructie vanuit een extern opleidingsbedrijf voor het wegnemen van onzekerheid voor het uitvoeren van de prioritering. Hierbij zal de volledige groep verder via een soort van train de trainer concept via deze eerste groep worden bijgespijkerd in de werkoverleggen. Vastgesteld, op 21 juli 2015 De Hoofdingenieur-directeur Verkeer en Watermanagement, Ir Pagina 9 van 9