GEMEENTE SCHERPENZEEL

Transcriptie

1 GEMEENTE SCHERPENZEEL MANDAATBESLUIT WEGSLEEPREGELING SCHERPENZEEL 2002 Burgemeester en wethouders van de gemeente Scherpenzeel; gelet op het bepaalde in de Wegenverkeerswet 1994, het Besluit wegslepen van voertuigen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; in aanmerking nemend de verkregen toestemming van de korpschef van de politieregio Gelderland-Midden voor het mandaat; besluiten: vast te stellen het volgende Mandaatbesluit Wegsleepregeling Scherpenzeel 2002: Artikel 1 Uitoefening wegslepen Het college van burgemeester en wethouders draagt de uitoefening van de hierna omschreven bevoegdheden op aan de korpschef van de politie Gelderland-Midden, de aan hem ondergeschikte opsporingsambtenaren en de door hen in concrete gevallen aan te wijzen bijzondere opsporingambtenaren: a. het overbrengen en in bewaring stellen van voertuigen op kosten van de overtreder, zoals genoemd in artikel 170, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994; b. het doen opmaken van proces-verbaal als bedoeld in artikel 5:29, lid 2 van de Algemene wet bestuursrecht; c. het doen bijhouden van een bewaringsregister zoals genoemd in artikel 170, lid 4 van de Wegenverkeerswet 1994; d. het op schrift stellen van de beslissing tot toepassing van bestuursdwang op grond van artikel 170, lid 1, van de Wegenverkeerswet 1994; e. het bekendmaken van de beschikking als bedoeld in artikel 171 van de Wegenverkeerswet 1994; f. het opschorten van de afgifte van voertuigen als bedoeld in artikel 5:29, lid 4, van de Algemene wet bestuursrecht totdat de ingevolge artikel 172 van de Wegenverkeerswet 1994 verschuldigde kosten zijn voldaan. g. het innen van de kosten als bedoeld in artikel 172 van de Wegenverkeerswet 1994; h. het verkopen, overdragen van eigendom om niet of vernietigen van overgebrachte en in bewaring gestelde voertuigen, die niet binnen dertien weken na meevoering kunnen worden teruggegeven als bedoeld in artikel 5:30, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht; i. het plegen van het regelmatig overleg met de officier van justitie als bedoeld in artikel 170, lid 3 van de Wegenverkeerswet 1994.

2 -2- Artikel 2 Ondermandaat De korpschef van de politieregio Gelderland-Midden heeft toestemming het overbrengen en in bewaring stellen van voertuigen op kosten van de overtreder, zoals genoemd in artikel 170, lid 1 van de Wegenverkeerswet 1994, feitelijk uit te laten voeren door Autoberging Schreuder B.V., Nijverheidsweg 23 te Woudenberg. Artikel 4 Inwerkingtreding Dit besluit treedt tegelijk met de Wegsleepregeling Scherpenzeel 2002 in werking. Artikel 5 Citeertitel Dit besluit wordt aangehaald als: Mandaatbesluit Wegsleepregeling Scherpenzeel Scherpenzeel, 2 juli 2002 burgemeester en wethouders van Scherpenzeel, de secretaris de burgemeester

3 GEMEENTE SCHERPENZEEL BELEIDSREGEL BEHOREND BIJ HET MANDAAT BESLUIT WEGSLEPEN VAN VOERTUIGEN Deze beleidsregel maakt deel uit van de gemeentelijke wegsleepverordening en geeft een overzicht van de situaties waarbij en op welke wijze uitvoering gegeven wordt aan de bepalingen van de voornoemde wegsleepverordening. : Sleepsituaties waarbij het voertuig zodanig geplaatst is dat het wegslepen in principe altijd noodzakelijk is i.v.m. veiligheid/vrijheid van het verkeer dan wel het vrijhouden van plaatsen. : Onder de categorie B vermelde situaties is een nadere afweging gemaakt. Tot het wegslepen van een voertuig overgaan onder de aldaar vermelde situatie. RVV 1990 Artikel: Art. 23 lid 1 Als bestuurder zijn voertuig laten stilstaan: a. op een kruispunt of overweg b. op een fietsstrook / op rijbaan naast fietsstrook c. op oversteekplaats of binnen vijf meter daarvan d. in een tunnel e. bij bushalte bij geblokte markering of binnen 12 M. van het bord, behalve voor het in- of uitstappen van passagiers f. op rijbaan langs een busstrook g. langs gele doorgetrokken streep Art. 24 lid 3 Als bestuurder een voertuig dubbel parkeren Art. 38 Als bestuurder van een motorvoertuig op meer dan 2 wielen bij slecht zicht overdag en 's nachts buiten de bebouwde kom op de rijbaan dit voertuig onverlicht tot stilstaan brengen en oplangs autosnelwegen en autowegen gelegen - parkeerstroken - parkeerhavens - vluchtstroken - - vluchthavens Categorie indeling: beleidsregels behorend bij het mandaatbesluit wegsleepregeling Scherpenzeel

4 -2- Art. 39 Als bestuurder, bij slecht zicht overdag en 's nachts een aanhangwagen onverlicht tot stilstand brengen buiten de bebouwde kom op de rijbaan en op langs autosnelwegen en autowegen gelegen - parkeerstroken - parkeerhavens - vluchtstroken - vluchthavens Art. 40 Degene die bij slecht zicht overdag en s nachts buiten de bebouwde kom op de rijbaan een wagen onverlicht tot stilstand brengt. Art. 43 lid 2 Als bestuurder een voertuig tot stilstand brengen op de rijbaan van een autosnelweg of autoweg of op de invoeg- en uitrijstroken van een auto(snel)weg. Art. 58 Het niet aanduiden van een stilstaand motorvoertuig op meer dan 2-wielen en aanhangwagen d.m.v. een gevarendriehoek of knipperend waarschuwingslicht indien dit voertuig een obstakel vormt voor naderende bestuurders en niet tijdig als zodanig kan worden opgemerkt. Art. 62 jo bord E 2 Een voertuig laten stilstaan in strijd met een verbod om stil te staan (stopverbod). Art. 62 jo bord E 5 Andere voertuigen dan taxi's, parkeren bij een taxistandplaats. Art. 62 jo bord E 6 Andere voertuigen dan een motorvoertuig op meer dan 2 wielen waarin geldige gehandicaptenparkeerkaart is aangebracht of een gehandicaptenvoertuig parkeren op een gehandicaptenparkeerplaats beleidsregels behorend bij het mandaatbesluit wegsleepregeling Scherpenzeel

5 -3- Art. 24 lid 1 onder f Parkeren op een parkeergelegenheid bestemd voor het onmiddellijk laden/lossen van goederen. Art. 10 lid 1 Als andere weggebruiker dan genoemd in art. 2, 4 en 7 het voetpad of trottoir gebruiken. Art. 24 lid 1 Een voertuig parkeren: a. bij een kruispunt op minder dan 5 meter daarvan b. voor een inrit of uitrit c. buiten bebouwde kom op rijbaan voorrangsweg d. op parkeerplaats (bord E4) - met andere cat. voertuigen dan aangegeven - op andere wijze dan aangegeven - op andere dagen of uren dan aangegeven e. langs gele onderbroken streep Art. 25 lid 1, 2 en 3 Parkeren in parkeerschijfzone anders dan is aangeduid of aangegeven of in strijd met de voorwaarden, dan wel anders dan op een onderbod staat aangegeven. Art. 43 lid 3 Behoudens in noodgevallen is het weggebruikers verboden op een autosnelweg of autoweg, gebruik te maken van - vluchtstrook - vluchthaven - berm Art. 46 Als bestuurder van een motorvoertuig in een woonerf parkeren anders dan op aangeduide of aangegeven voor parkeren bestemde weggedeelten. Art. 62 jo bord C 1 / G7 Gesloten verklaring voor genoemde cat. weggebruikers waarbij ieder gebruik van de weg verboden is. Wanneer de normale gang van het voetgangersverkeer wordt belemmerd, dan pas wegslepen. Uitsluitend wanneer op grond van artikel 170 lid 1 WvW 94 noodzakelijke verwijdering geboden is. Afhankelijk van omstandigheden, het laten staan van een voertuig voor langere tijd op genoemde plaatsen en met name in de berm is ongewenst. Terughoudenheid is gewenst. beleidsregels behorend bij het mandaatbesluit wegsleepregeling Scherpenzeel

6 -4- Art. 62 jo bord E 1 Een voertuig parkeren in strijd met bord E 1 (parkeerverbod). Art. 24 lid 2 Parkeergelegenheid voor bepaalde categorie of groep voertuigen, zodanig dat geparkeerd wordt in strijd met hetgeen op de onderborden bij bord E4 t/m E8 en E12 en E13 staat vermeld. Art. 24 lid 4 Parkeren bij een parkeergelegenheid aangeduid met bord E4 t/m E13 indien de parkeergelegenheid is voorzien van parkeervakken, buiten de vakken parkeren. Art. 24 lid 1 onder g (bord E9) Parkeergelegenheid alleen bestemd voor vergunninghouders. Art. 82 lid 1 Een voertuig tot stilstand brengen in strijd met een bevel of aanwijzing, gegeven door een daartoe bevoegd en als zodanig kenbaar ambtenaar. Art. 5 WvW. Een gedraging op de weg waarbij de vrijheid van het verkeer zonder noodzaak wordt belemmerd of de veiligheid in gevaar wordt gebracht of kan worden gebracht. Afhankelijk van verkeerssituatie en omstandigheden, hier kan het buitensporig lang parkeren door andere bestuurders bepalend zijn of er gesleept wordt. Het handelen in strijd met bevel of aanwijzing is niet bepalend doch de mate waarin de veiligheid op de weg in gevaar wordt gebracht of de vrijheid van het verkeer wordt belemmerd dan wel het vrijhouden van plaatsen in het geding is. Een voertuig verlaten zonder dat de bestuurder de nodige voorzorgmaatregelen heeft getroffen tegen het gevaar of de hinder die het voertuig op de weg veroorzaakt of kan veroorzaken kan het wegslepen ervan rechtvaardigen. beleidsregels behorend bij het mandaatbesluit wegsleepregeling Scherpenzeel