Thema De ruimte Inhoud 1. Het heelal 2. Het ontstaan van het heelal en het zonnestelsel 3. Sterren en sterrenstelsels 4. De zon 5. De planeten van ons zonnestelsel 6. De stand van de aarde de maan de zon
1. Wat is het heelal? Het heelal is heel erg groot. Het heelal heeft geen begin en geen einde. Het heelal wordt ook de ruimte of het universum genoemd. Het heelal bestaat onder andere uit: sterren (waaronder de zon) planeten (waaronder de aarde) manen kometen, planetoïden Zet de juiste naam bij de prenten. Kies uit bovenstaande onderdelen van het heelal
2. Het ontstaan van het heelal en het zonnestelsel Onderzoekers ontdekten dat het heelal is ontstaan na de oerknal of de Big Bang (grote knal). Ze schatten dat dit 13, 7 miljard jaar geleden is. Vóór de oerknal zat al het materiaal en alle energie in één klein gebiedje, puntje of belletje. Het was er heter en zwaarder dan alles wat we ons maar kunnen voorstellen. En ineens ontplofte dit, al het materiaal werd de ruimte in geslingerd. Uit het stof en het gas dat de ruimte in geslingerd werd, ontstonden miljarden sterrenstelsels. Eén sterrenstelsel bestaat opnieuw uit verschrikkelijk veel sterren. De Melkweg is een voorbeeld van zo n sterrenstelsel, één van de sterren uit de Melkweg is onze eigen zon. Ons eigen zonnestelsel is ongeveer 5 miljard jaar geleden ontstaan uit een enorme wolk van gas en stof. Na lange tijd is uit het warmste deel de zon ontstaan, die licht en warmte ging uitstralen. Aan de koudere buitenkant van de wolk klonterden deeltjes samen tot planeten. De klonters die uiteindelijk overbleven zien we nu als kometen en meteorieten. Zet in de juiste volgorde door er een nummer voor te zetten: Ons zonnestelsel met de zon en de planeten De oerknal Vele sterrenstelsels
3. Sterren en sterrenstelsels 3.1 Wat zijn sterren? Sterren zie je als het helder weer is s avonds aan de hemel staan. Het zijn grote gasbollen die licht en warmte uitstralen. Er zijn meer sterren in het heelal dan dat er zandkorrels zijn op alle stranden op aarde. Sterren hebben niet allemaal dezelfde kleur, ze kunnen geel, rood, blauw of wit zijn. De kleur zegt iets over de temperatuur van de ster. 3.2 Hoe ver staan sterren van de aarde? Voor ons lijken sterren kleine lichtgevende puntjes aan de hemel. In werkelijkheid zijn sterren echter heel groot, ze lijken alleen maar klein omdat ze zo ver weg staan. Om de afstand van sterren ten opzichte van de aarde uit te drukken gebruiken we lichtjaren. Een lichtjaar is de afstand die het licht in een jaar aflegt, in een seconde is dat 300 000 kilometer. Het licht van de sterren dat we zien is dus eigenlijk oud licht, omdat het lang onderweg is tot aan de aarde. 3.3 Wat zijn sterrenstelsels? Een sterrenstelsel is een groep van sterren. Sterrenstelsels draaien, dit kun je goed zien als je een sterrenstelsel van boven bekijkt, je ziet dan een enorme spiraal armen. Ons sterrenstelsel heet de Melkweg.
Verbeter de fouten in volgende zinnen (kijk voor hulp in de tekst): Sterren zijn kleine lichtgevende puntjes aan de lucht. Alle sterren zijn wit. Om de afstand van de sterren ten opzichte van de aarde uit te drukken, gebruikten we kilometer. Ons sterrenstelsel heet de Waterstraat.
4. De zon Vul in op de juiste plaats: licht en warmte 100 keer hete gassen 150 000 000 km ster zonnestelsel voor je ogen, zonnebrand, zonneslag, 16 000 000 C 5000 C De zon... => is de die het dichtst bij ons ligt. => is een gigantische bol van. geeft, noodzakelijk voor leven op de aarde. => is het middelpunt en het grootste hemellichaam van ons. => is ruim groter dan de aarde. => is van de aarde verwijderd. => is erg warm: binnenin en aan de buitenkant. => kan ook gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld.
5. De planeten van ons zonnestelsel De is het middelpunt van ons zonnestelsel. Het zonnestelsel bestaat verder uit 8 planeten 5 dwergplaneet. Hieronder zie je een afbeelding van het zonnestelsel met zijn verschillende planeten en dwergplaneet in de baan die ze rond de zon draaien. Bepaal de volgorde van de 8 planeten en de bekendste dwergplaneet ten opzichte van de zon aan de hand van onderstaande tips. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Mercurius staat het dichtst bij de zon. Jupiter is de grootste planeet. Er zit een ring rond Saturnus. Er staan drie planeten tussen de zon en Mars. Uranus staat een plaats verder van de zon dan Saturnus. Neptunus is de achtste planeet vanaf de zon. Pluto is het verst van de zon verwijderd. Voeger dacht men dat Pluto een planeet was. Pluto is echter geen echte planeet, maar een dwergplaneet. Venus staat dichter bij de zon dan de aarde.
6. De stand van de aarde de maan de zon Benoem de hemellichamen (aarde maan zon). Trek pijlen om aan te tonen dat de hemellichamen draaien. 6.1 De aarde draait rond zijn eigen as Dit duurt 24 uur Zo ontstaat dag en nacht In welk deel van de aarde is het dag en in welk deel van de aarde is het nacht?
6.2 De aarde draait rond de zon Dit duurt ongeveer een jaar Zo ontstaan de seizoenen en het lengteverschil van de dagen Kleur de tekst die bij de zomer hoort geel en de tekst die bij de winter hoort blauw.
6.3 De maan draait rond de aarde Dit duurt ongeveer een maand Dit zorgt ervoor dat je de maan elke dag een beetje anders ziet. De maan geeft zelf geen licht, maar reflecteert het licht van de zon. Als de maan tussen de zon en de aarde staat, kan er geen licht gereflecteerd worden en we zien geen maan (nieuwe maan). Als de maan zich aan de andere kant van de aarde dan de zon bevindt, reflecteert de volledige maan de zon (volle maan). Kleur met gele en zwart de manen volgens de opgegeven namen:
Wat kan je na dit thema 1. Het heelal Je kan vier kenmerken van het heelal geven. 2. Het ontstaan van het heelal en het zonnestelsel Je kan vertellen dat alles begonnen is bij de big bang. 3. Sterren en sterrenstelsels Je kan vertellen wat een ster is. Je kan vertellen wat lichtjaren zijn. Je kan vertellen wat een sterrenstelsel is. 4. De zon Je kan de belangrijkste kenmerken van de zon geven. 5. De planeten van ons zonnestelsel Je kan de 8 planeten van ons zonnestelsel opnoemen. Je kan de juiste positie van de planeten bepalen t.o.v. de zon. 6. De stand van de aarde de maan de zon Je kan dag en nacht verklaren. Je kan een jaar en de seizoenen verklaren.