-:^ss>'^ rwaterstaat ;neraal Rijkswaterstaat. Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Vergelijkbare documenten
Project VNK de Veiligheid van Nederland in Kaart. Overstromingen in Nederland, kansen en gevolgen

Klimaatverandering en ruimtelijke investeringen

IN DEZE NIEUWSFLITS. De brochures maken de uitleg over de gehanteerde methode en de eerste resultaten eenvoudiger.

Historische analyse van de gevolgen van overstromingen in Nederland

Hydraulische randvoorwaarden voor categorie c-keringen

MKBA Waterveiligheid 21e eeuw

Notitie. : Jos van Alphen : Bas Jonkman Datum : 15 juli 2008 : Bart Parmet Onze referentie : 9T6387.A0/NN0001/902968/Rott

2.2.1 Noordelijke kust

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen Achtergrondrapport Wieringermeerdijk (dijkring 13)

Onderwerp: Veiligheid Nederland in Kaart Nummer: Dit onderwerp wordt geagendeerd ter kennisneming (n.a.v.) besluitvorming college)

Deltadijken: locaties die voorrang verdienen vanuit het perspectief van slachtofferrisico s

Vragen van het Ministerie van Financien ten aanzien van Noodoverloopgebieden

1.1 Overstromingsscenario s

Versie 22 september Inleiding

PROVINCIAAL BLAD. Gelet op artikel 2.4 van de Waterwet en artikel 4.1 van de Wet ruimtelijke ordening;

Verkenning meerlaagsveiligheid 110

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

Een evaluatie van het beleid inzake de veiligheid tegen overstromen

Standaardmethode2004 Schade en Slachtoffers als gevolg van overstromingen

Maatschappelijke kosten-batenanalyse Waterveiligheid 21e eeuw. Bijlage G: Monte Carlo-analyse

Op de voorstellen van gedeputeerde staten van Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Gelderland;

Veiligheid primaire waterkeringen,

Provinciale Staten. Gedeputeerde Staten van Overijssel, voorzitter, secretaris.

Overstromingsrisico van dijkringgebieden 14, 15 en 44

Van Neerslag tot Schade

Inventarisatie verkiezingen tot 1 januari Herindelingsverkiezingen

Hoofdrapport onderzoek overstromingsrisico s

Nederland. in kaart. Tussenresultaten fase 1B

Hydraulische randvoorwaarden categorie c-keringen

IJsseldijk Zwolle-Olst Masterclass

Visie Water en Ruimtelijke Ontwikkeling bijlage 1

Gelezen het voorstel van gedeputeerde staten van Zuid-Holland van 21 november 2017, kenmerk PZH ;

Assetmanagement bij waterkeringen

Wat is de invloed van Bypass IJsseldelta op de Waterveiligheid?

I de voorzitter van Provinciale Staten

INGEKOMENN STUK. Aan algemeen bestuur 23 april Voorstel aan ab Kennisnemen van

Hoe gaat Nederland nu om met de veiligheid tegen overstromingen?

Veiligheid Nederland in Kaart 2

van overschrijdingskans naar overstromingskans

Welke informatie wordt bij het risico-oordeel getoond?

Rondetafelgesprek hoogwaterbescherming: CPB bijdrage over maatschappelijke kosten-batenanalyse

Inhoud. 1. Inleiding Doorstroming Wegwerkzaamheden Informatie Aangeven maximumsnelheid Goede en slechte voorbeelden 16

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Rivierverruiming in een nieuw perspectief

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat RIKZ. WINN Verkenning compartimentering. Rapport. Januari WL delft hydraulics Q4112

Samenvatting. Toetsing veiligheid. Diefdijklinie

hydraulische, morfologische en scheepvaarteffecten dijkversterking BR636-1 BR636-1/smei/147 ir. A. Zoon

Onderwerp: wijziging Waterverordening Hoogheemraadschap

Toelichting op leggers en beheerregisters primaire waterkering

Hiermee beantwoord ik de vragen van het lid Smaling (SP) over de alarmerende staat van de Duitse dijken net over de grens (ingezonden 8 juli 2015).

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Opdrachtgever: Rijkswaterstaat. Gevolgberekening falen Blankenburgtunnel

Overstroombaar gebied. Als het water komt. keteneffecten als gevolg van een overstroming. Durk Riedstra. Rijkswaterstaat Waterdienst.

Overstromingsscenario s voor rampenplannen

Handreiking ontwerpen met overstromingskansen. Datum 23 december 2013

Grebbedijk - Deltadijk? Studie naar de betekenis van actualisering van de beschermingsniveaus van de Grebbedijk

Overstromingen en wateroverlast

Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Maximale subsidiebedragen

Primaire waterkeringen getoetst. Landelijke Rapportage Toetsing 2006

2013? Provinciale Staten van Noord-Holland: Besluiten: Uitgegeven op 4 juni Gelezen het voorstel van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland;

Bypass Kampen Overstromingsberekeningen

Risico s in bedijkte termen

De beheersing van overstromingsrisico s

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitvoering Wet op het financieel toezicht ( Wft ), De Nederlandsche Bank

ij'. Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijkswaterstaat .~ \~

thema 1 Nederland en het water topografie

Urgentie van acties omtrent veiligheid tegen overstromen

Presentatie waterschap Brabantse Delta. Conferentie Water en Veiligheid

Volop verbindingen tussen water en ruimte MIRT-Onderzoek Alblasserwaard-Vijfheerenlanden

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Voorbeeld kaartvervaardiging: kreekruginfiltratie De volgende 5 factoren zijn gebruikt voor het bepalen van de geschiktheid voor kreekruginfiltratie:

Doorbraakvrije dijken: wensdroom of maakbaar?

Bodemgebruik in Nederland,

Veiligheid Nederland in Kaart 2

Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Van mogelijke naar kansrijke strategieën. Uitwerking in gebiedsproces Hollandsche IJssel.

Piekberging Haarlemmermeer

WHAT S UP ZUIDERZEELAND? AARDRIJKSKUNDE, THEORETISCHE OPDRACHT

PO2502 SWV Oost Achterhoek ,74% PO2503 SWV Primair Passend Onderwijs ,55%

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Memo Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat 31 AUG Afschrift aan

Bouwsteen A Welke dijken tellen mee? Een verdiepingsslag op het veiligheidsdenken

De veiligheid van de primaire waterkeringen in Nederland

Kennismaking Landelijk Informatiesysteem Water en Overstromingen. Stefan Nieuwenhuis. Watermanagementcentrum Nederland (WMCN)

Veiligheid Nederland in Kaart Inschatting van het aantal slachtoffers ten gevolge van overstroming

Tussenresultaten Pilot Waterveiligheid Botlek

Geachte dames en heren,

Kaart bodemgebruik van Nederland, 2010

Vergelijking van afslagrisico's kustzone met risico's elders in Nederland

Casestudies voor overstromingsschade in dijkringgebieden 30, 31 en 32

Overstromingsrisico s Nieuw beleid, nieuw lesmateriaal

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

Hoe overstromingsgevoelig is uw collectie? Durk Riedstra Rijkswaterstaat Water Verkeer en Leefomgeving

Deltaprogramma Rivieren. Samenvating. Plan van Aanpak

Kenmerk ZWS Doorkiesnummer +31 (0) /

Ruimte per inwoner,

Alternatieve locaties Hoeksche

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Eindexamen aardrijkskunde havo 2000-I

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Kaart 13: Afwateringsgebieden. Afwateringsgebieden. Legenda. IJsselmeer IJsselmeer bij bijzondere omstandigheden

Transcriptie:

-:^ss>'^ rwaterstaat ;neraal Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde

Ministerie van Verkeer en Waterstaat Mt.. ^^^g =_ Dienst Weg- en Waterbouwkunde Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat -*a=-r-s r^ Schade na overstroming een eerste verkenning 16 oktober 2000 Publicatienummer W-DWW-2000-060 Schade na overstroming

Inhoudsopgave Inhoudsopgave 2 11nleiding3 2 Methode schadeberekening 4 3 Berekende schade 7 4 Conclusies en aanbevelingen 11 Bijlage Schade per dijkringgebied 14 Bodemgebruiksvormen 15 Schade na overstroming

1 Inleiding Op dit moment is geen zicht op de grootte van de gevolgen van mogelijke overstromingen. In haar brief d.d. 14 juli 2000 nummer KD/AK2000/9084, gericht aan de voorzitter van de Tweede Kamer, onderschrijft Staatssecretaris De Vries de wenselijkheid van onderzoek naar de gevolgen van een overstroming, waardoor er zicht ontstaat op zowel de kosten als de baten van hoogwaterbeschermingsmaatregelen. Deze brief onderstreept de behoefte aan inzicht in mogelijke gevolgen van een overstroming. In de studie die dit rapport beschrijft, wordt verkend hoe groot de (bedrijfs)economische gevolgen zouden kunnen zijn. Resultaten zijn in kaart- en tabelvorm gepresenteerd. Andersoortige gevolgen zoals slachtoffers, emotionele schade en angst, milieuschade of schade aan landschap, natuur of cultuurhistorie zijn niet in beschouwing genomen. Verder zijn zeer globale aannamen gedaan omtrent overstromingspatronen. Met deze globale aanpak is een eerste inzicht verkregen. De resultaten geven enig idee van de grootte van de schade na een overstroming. De dijkringgebieden zijn op vergelijkbare wijze behandeld, waardoor ze onderling vergeleken kunnen worden. Daarmee kunnen de resultaten een - zij het beperkte - rol spelen in veiligheidsvraagstukken en bewustwording van overstromingsgevaar. Door de beperkingen van de methode en de globale aanpak zijn de resultaten beperkt toepasbaar en vooral geschikt voor globale analyses waar een eerste inzicht in de grootte van de schade na een overstroming gewenst is. Zo worden in het rapport toepassingen beschreven als gewenste beschermingsniveaus en de zoektocht naarnoodoverloopgebieden. Verder is duidelijker geworden welke lacunes er nog zijn. Daarmee kan de studie een rol vervullen in de verdere vormgeving van het gewenste onderzoek en methodiekontwikkeling. Schade na overstroming

2 Methode schadeberekening De hier gebruikte methode is gebaseerd op de methode die door de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen goedgekeurd is [1]. In de toepassing worden vier stappen genomen: bepaling van de waterdiepte per rekencel van 500 x 500 rw; verdeling van het landgebuik over de rekencel van 500x500 nf; en berekening van de schade. De geschatte waterdiepte (kaartbijlage: "Waterdiepte na overstroming") is een geschematiseerde weergave van de werkelijkheid die ontstaat bij de volgende aannames: dijkringgebieden zijn als één geheel beschouwd (voor de ligging van de dijkringgebieden zie figuur 1), het volume binnenstromend water is onbeperkt en het water komt zo hoog te staan als het laagste punt in de kruin van de omringende dijk. Voor de hoogteligging van het maaiveld is gebruik gemaakt van het bestand TopHoogteMD, dat ongeveer één hoogtepunt per hectare kent. Per rekencel van 500 x 500 m 2 is een gemiddelde hoogteligging berekend. Door de gemiddelde hoogteligging van het maaiveld en de waterhoogte te confronteren wordt de waterdiepte na een overstroming per rekencel bepaald. Ten behoeve vari analyses in hellende gebieden langs derivierenis ook schade berekend in het hypothetische geval van een waterdiepte van 9 m in alle rekencellen, onafhankelijk van de hoogteligging van het maaiveld. Dit hypothetische geval wordt gezien als de situatie waarbij de hoogst denkbare schade optreedt. Bodemgebruik is uit diverse digitale kaartbestanden afgeleid (CBS bodemgebruik 1996, 6-positie postcodebestand, woningaantallen en -typen, top50vector). De gebruikte kaarten hebben een schaal van minstens 1:50.000. Informatie omtrent de economische activiteiten en het aantal arbeidsplaatsen daarin is afgeleid uit de Mailer bestanden van Dun & Bradstreet. Een deel van de informatie is direct geografisch bepaald (bijvoorbeeld weidegrond en (spoor)wegen), een deel heeft via aan koppeling aan het postcodebestand een ruimtelijke aanwijzing gekregen (woningaantallen en -typen en arbeidsplaatsen). Het bodemgebruik is vertaald naar categorieën (zie bijlage bodemgebruiksvorm). Per rekencel van 500 x 500 m 2 is bepaald hoeveel oppervlak, lengte en arbeidsplaatsen per bodemgebruiksvorm voorkomen. Schade na overstroming

Figuur 1 Dijkringgebieden in Nederland [2] Schade kan bijvoorbeeld ontstaan aan constructies, voorraden of huisraad, of doordat een bedrijf tijdelijk niet kan produceren. Er is rekening gehouden met direct verlies (gerepresenteerd door een vervangingswaarde) en productieverliezen binnen het getroffen gebied. Er is geen rekening gehouden met schade die ontstaat buiten het gebied. Zo is bijvoorbeeld de schade die bedrijven in Rotterdam ondervinden door de uitval van infrastructuur in het rivierengebied niet meegenomen. Aan iedere bodemgebruiksvorm (zie bijlage "Bodemgebruiksvormen") is een waarde verbonden die het maximale verlies door een overstroming representeert. Schadefuncties geven weer welk percentage van het maximale verlies aan schade per bodemgebruiksvorm optreedt en als functie van de waterdiepte in het overstroomde gebied. De schade is dus te berekenen door per bodemgebruiksvorm in een rekencel de waterdiepte en het maximale verlies te combineren (zie figuur 2). Voor het samenstellen van de kaarten zijn optellingen over de bodemgebruiksvormen per rekencel gemaakt, en is vervolgens per dijkringgebied een optelling van de schade gemaakt. Schade na overstroming

Meer informatie omtrent methode en gebruikte data is te vinden in "Schade na overstroming - achtergrond rapport" [3]. bodem gebruik Schademodule schadéfürt'ctie schade-omvang overstromingsdiepte '0,8 '6.6 : o,4 '. ;ó'., \ 0.',., ' ;..0 v1-*: '2..-3-', 1.'5 ;... overstrcïmingijiepté,..' Figuur 2 Stappen in bepaling schade Schade na overstroming

3 Berekende schade De resultaten van deze eerste verkenning zijn te vinden in de bijlage "Schade per dijkringgebied" en de kaartbijlagen: schade na overstroming bij de geschatte waterdiepte per rekencel van 500 bij 500 m 2 ; schade na overstroming bij de geschatte waterdiepte per dijkringgebied; schade na overstroming bij een waterdiepte van 9 m per rekencel van 500 bij 500 m 2 ; en schade na overstroming bij een waterdiepte van 9 m per dijkringgebied. Zoals te verwachten is de mogelijke schade groot in gebieden die intensief gebruikt worden zoals Centraal Holland. In de kaarten per rekencel is duidelijk de (kapitaal)intensiteit van het bodemgebruik terug te zien. De bijlage "Schade per dijkringgebied" geeft de resultaten getalsmatig weer. De figuren 3 en 4 laten zien dat het grootste gedeelte van de schadeonstaat aan woningen en bedrijven. De gemiddelde verdeling is nauwelijks afhankelijk van de overstromingsdiepte. Locaal kan de verdeling natuurlijk afwijken van de gemiddelde verdeling die hier gepresenteerd is. Verdeling schade over hoofcategorieen landbouwgebruik, bij een geschatte overstromingsdiepte landbouw overi S 3,0% ^m... bedrijven woningen landbouw woningen/ 31,0% W^^^^^A H overig bedrijven 62,0% Figuur 3 Schade na overstroming

Verdeling schade over hoofdcategorieen landbouwgebruik, bij overstromingsdiepte 9 m 3,o% bedrijven woningen i landbouw overig womngenl ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ H bednjven 40,0% \ V ^ ^ ^ ^ ^ ^ ^ m 54,0% Figuur4 Discussie Effecten van aannamen Door de aanname in de bepaling van de waterdiepte dat het water naar het laagste gedeelte in het dijkringgebied loopt, wordt schade in de hellende dijkringgebieden van het rivierengebied onderschat. De aanname maakt dat de locatie van de bres in de dijk geen invloed heeft op de waterdiepte. In de schade komt dus niet tot uitdrukking dat bij een bres aan de stroomopwaartse zijde van een dijkringgebied het water eerst door hoger gelegen gebied stroomt, voordat het laagste gedeelte bereikt wordt. Aan de andere kant leidt de aanname dat het volume rivierwater onbeperkt is tot een overschatting van de schade. Het effect van secundaire keringen of compartimenteringdijken is in de aanpak niet verwerkt, behalve daar waar een dergelijke dijk deel uitmaakt van de primaire waterkering (zoals bijvoorbeeld de Diefdijk, die de dijkringgebieden "Betuwe en Tieler- en Culemborgerwaarden" en "Alblasserwaard en de Vijfheerenlanden" scheidt). Compartimenteringdijken kunnen zowel een gunstig effect als een ongunstig effect op de schade hebben. Wanneer compartimenteringdijken een bebouwd gebied isoleren, kan de waterdiepte, en daarmee de schade hoog oplopen. Behalve voor schade kan er een zeer ongunstig effect voor het aantal slachtoffers optreden. Compartimenteringdijken kunnen een gunstig effect sorteren wanneer het potentieel overstroomd gebied groot is, zoals in dijkringgebied Groningen en Friesland. In plaats van overstroming van het totale gebied komt dan slechts een deel onder water te staan. Schade die optreedt buiten het overstroomde gebied, bijvoorbeeld door de uitval van infrastructuur, is niet in beschouwing genomen. Zou dat wel in rekening worden gebracht, dan zou de berekende schade veel groter kunnen zijn. De hierboven aangestipte onderwerpen vragen om nadere uitwerking en kwantificering in vervolgonderzoek. Toepassi ngsmogel ij kheden Verhouding tussen schade en normen (veiligheidsvraagstuk en bewustwording) De Deltacommissie (1960) heeft indertijd voorgesteld om niet overal in ons land hetzelfde beschermingsniveau aan te houden, maar om onderscheid te maken naar het te beschermen belang. Centraal Holland als dichtst bevolkt, door de zee bedreigd gebied in Nederland met het meest gei'nvesteerd vermogen, zou het best beveiligd tegen overstromingen moeten zijn. Voor Centraal Holland is - op Schade na overstroming

basis van een economische analyse - gekozen voor een overschrijdingskans van waterstanden als ontwerpnorm van 1/10.000 per jaar. Voor de andere kustgebieden van Nederland werden grotere overschrijdingskansen acceptabel geacht, omdat de economische waarde daar minder was. Zo is voor Zeeland en Groningen - Friesland vastgesteld dat de dijkvakken twee tot vier decimeter lager konden zijn dan in Centraal Holland, wat voor de overschrijdingskans uitkomt op 1/4000 per jaar. Naderhand is ook voor het rivierengebied een norm vastgesteld. Omdat hoge rivierwaterstanden zich tijdig aankondigen, waardoor voorzorgsmaatregelen getroffen kunnen worden, een overstroming met zoet water minder schade opievert dan een overstroming met zout zeewater en een doorbraak in het rivierengebied niet leidt tot hele diepe stroomgeulen zoals in een getijdengebied, werd een nog iets mindere veiligheid in het rivierengebied van 1/1250 aanvaardbaar gevonden. Figuur 5 geeft de beschermingsniveaus, zoals die in de Wet op de Waterkering vastgelegd zijn. NsdsrtamJ Veiligheid per Dijkringgebied,^ Legenda 12 nummer dijkringgebied \, i^v ^ ^ g j 1/10.000 perjaar OjH \ 1 1 1/4000 perjaar ^T V/ I I 1/2000 perjaar M g*/ I^H 1/1250 perjaar ^Hf^H jt^. hoge gronden (ook ^^^^^^^^^^P ^^ buiten Nederland) ^^^^^^V^V^ buiten Nederland ^ ^ ^ ^ ^ ^ H j\ N0 rd2ee yfl^r~^ / 6 u- " '. Duitsland Belgie 30 40 60 km Figuur 5 Beschermingsniveaus in Nederland [2] De berekeningsresultaten van de schade kunnen worden bezien als een combinatie van de intensiteit van de schade (dat is de schade per oppervlakteeenheid) en de grootte van de dijkring. De totale schade is het grootst in Noord- Holland, Groningen en Friesland en Centraal Holland. Noord- en Zuid-Holland worden beschermd met een hoog beschermingsniveau van 1/10.000 perjaar, Groningen en Friesland 1/4.000 perjaar. De grote schade in dit dijkringgebied Schade na overstroming

zou kunnen betekenen dat Groningen en Friesland een hoger beschermingsniveau verdienen. Aan de andere kant is het bij deze grote gebieden niet reëel om aan te nemen dat het dijkringgebied geheel overstroomt. Dat zou ervoor pleiten om meer naar schade intensiteit te kijken dan naar de totale schade. In grote lijnen komen de beelden van beveiligingsniveaus en intensiteit van de schade beter met elkaar overeen. Ook hierop zijn uitzonderingen te vinden: de intensiteit van de schade in het rivierengebied kan een hoger beschermingsniveau rechtvaardigen. Ook de Commissie Rivierdijken [4] en de Commissie Toetsing uitgangspuntenrivierdijkversterkingen [5] concludeerden dat op basis van economische gronden een hoge waarde van de veiligheidsnorm de voorkeur zou verdienen. De resultaten ondersteunen het advies van de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen [6] om een steeds terugkerende politiek-maatschappelijke afweging over de gewenste bescherming tegen overstromingen te maken, waarin de kosten en baten van hoogwaterbeschermingsmaatregelen mede een rol spelen. Zoekgebieden voor noodoverloop (veiligheidsvraagstuk) Voor de vijfde Nota Ruimtelijke Ordening wordt gezocht naar mogelijkheden om ruimte te reserveren in het geval een zeer hogerivierafvoerop Nederland af komt. Ruimte wordt gezocht voor zogenaamde retentiegebieden, die regelmatig (eens in 100 tot 1000 jaar) ingezet worden. De retentiegebieden maken, evenals de dijken, deel uit van de reguliere beschermingsmaatregelen. Verder wordt nagedacht over een handelwijze, wanneer een afvoer ons land bereikt die leidt tot hogere waterstanden dan de waterstanden die bij Wet vastgelegd zijn. De basisgedachte daarbij is dat beter een gecontroleerde overstroming kan plaatsvinden waar het water relatief weinig schade aanricht, dan een ongecontroleerde overstroming waarbij veel schade optreedt en slachtoffers vallen. De geproduceerde kaarten kunnen bij de globale zoektocht naar geschikte gebieden van dienst zijn. Vooral de schade bij een overstromingsdiepte van 9 m geven een bruikbaar inzicht. Dit laat onverlet dat bij een definitieve aanwijzing nadere analyse nodig is over de effectiviteit van de gecontroleerde overstroming, de wijze waarop water bij een gecontroleerde overstroming door het gebied stroomt en de verdere consequenties van een dergelijk besluit. Schade na overstroming 10

4 Conclusies en aanbevelingen Conclusies De verkenning van de (bedrijfs)economische gevolgen van een overstroming geeft een indicatie van de grootte van de schade na een overstroming. De dijkringgebieden zijn op vergelijkbare wijze behandeld, waardoor ze onderling vergeleken kunnen worden. De resultaten kunnen een - zij het beperkte - rol spelen in veiligheidsvraagstukken en bewustwording van overstromingsgevaar. Concrete aandachtsvelden zijn het evalueren van de beschermingsniveaus van verschillende dijkringgebieden en de aanwijzing vannoodoverloopgebieden. Door de beperkingen van de hier gebruikte methode zijn de resultaten vooral geschikt voor globale analyses en toepassingen waar een eerste inzicht in de grootte van de schade na een overstroming gewenst is. Met de eerste globale toepassing is ook duidelijker geworden welke lacunes er nog zijn. Daarmee kunnen de studieresultaten een rol vervullen in de verdere vormgeving van het door TAW gewenste vervolgtraject over het verfijnen van een methode om gevolgen van een overstroming te bepalen [6]. Aanbevelingen Het verdient aanbeveling om de methode verder te ontwikkelen. Daarvoor is breed overleg nodig op verschillende terreinen: verschillende overheden en diverse disciplines zullen daarbij betrokken dienen te worden. Zo adviseert de Technische Adviescommissie voor de Waterkeringen om kennis uit disciplines als economie, ruimtelijke ordening, landbouwkunde, psychologie, cultuurhistorie en natuurbeheer erbij te betrekken [6]. In hoofdstuk 3 is vermeld dat schade die optreedt buiten het overstroomde gebied niet is meegenomen. Het is aan te bevelen om te onderzoeken of en hoe dit soort effecten beschouwd moeten worden. Voorzien wordt een inventariserende fase waarin in samenspraak met diverse autoriteiten op bovenstaande disciplines wordt bekeken welke gevolgen op wat voor wijze beschouwd zouden moeten worden. Gepoogd zal worden om tot instrumentaria te komen, zodat de gevolgen gekwantificeerd kunnen worden. Verder verdient het aanbeveling om mogelijkeoverstromingspatronen in kaart te brengen. Uitgaande van (waarschijnlijke) doorbraakpunten en doorbraakpunten waar de gevolgen van een overstroming groot kunnen zijn, zullen overstromingspatronen in beeld gebracht moeten worden. De effecten van compartimenteringdijken zullen in de patronen tot uiting komen. Een instrumentarium ligt gereed en wacht op verdere toepassing. Op dit moment loopt een studie waarin gezocht wordt naar een eenduidige aanpak. Die studie zal uitmonden in een aanpak waarin doorbraken die veel aan hetrisicobijdragen (door een hoge faalkans en/of grote gevolgen) gecombineerd worden tot een risico voor een dijkringgebied. Daarin worden faal kansen, overstromingsscenario's (twee dimensionale overstromingsbeelden), de snelheid van de groei van bressen, de grootte van de bres en tot slot gevolgen per overstromingsscenario in samenhang beschouwd. De daarmee ontwikkelde kennis kan ingezet worden om een beter beeld van gevolgen van overstromingen in Nederland te krijgen. Schade na overstroming 11

Referenties [1] N. Vrisou van Eek, M. Kok, A.C.W.M. Vrouwenvelder, 12 januari 2000 Standaardmethode Schade en slachtoffers als gevolg van overstromingen; deel 1: Standaardmethode, deel 2: Achtergronden RWS-DWW, 2000 [2] J.H.A. Teulings, 1996 Wet op de waterkering: tekstuitgave [3] M. Dijkman, 1 juli 2000 Schade na overstroming - achtergrondrapport RWS-DWW, nummer W-DWW-2000-059, 2000 [4] Commissie Rivierdijken, 1977 Rapport Commissie Rivierdijken RWS-HW, 1977 [5] WL en EAC RAND, 1993 Toetsing uitgangspunten rivierdijkversterkingen, eindrapport Commissie Toetsing Uitgangspunten Rivierdijkversterkingen RWS, 1993 [6] TAW, juni 2000 Van overschrijdingskans naar overstromingskans; hoofdrapport en achtergrondrapport RWS-DWW, 2000 Schade na overstroming 12

Schade per dijkringgebied Dijkring Oppervlakte (ha) Schade (Mfl) Intensiteit schade (Mfl/ha) Schade (Mfl) Intensiteit schade (Mfl/ha) bij waterdiepte zoals gepresenteerd bij waterdiepte zoals gepresenteerd bij waterdiepte 9 m. bij waterdiepte 9 m. 1 2 3 4 5 6 7 8 Schiermonnikoog Ameland Terschelling Vlieland Texel Friesland en Groningen Noordoostpolder Flevoland 824 3.224 1.880 23 12.747 493.839 48.608 97.405 174 498 401 81 2.994 159.672 14.216 49.971 0,21 0,15 0,21 3,54 0,23 0,32 0,29 0,51 257 854 555 156 3.644 253.177 14.747 54.887 0,31 0,26 0,30 6,83 0,29 0,51 0,30 0,56 9 Vollenhove 62.665 14.874 0,24 28.909 0,46 10 Mastenbroek 9.439 4.896 0,52 8.599 0,91 11 IJsseldelta 15.024 3.046 0,20 12.313 0,82 12 13 Wieringen Noord-Holland 22.294 153.135 3.968 150.004 0,18 0,98 5.183 215.705 0,23 1,41 14 Zuid-Holland 222.553 622.968 2,80 883.778 3,97 15 Lopiker- en Krimpenerwaard 31.826 28.142 0,88 50.469 1,59 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 34a 35 36 36a 37 38 39 40 41 42 43 Alblasserwaard en Vijfheerenlanden IJsselmonde Pernis Rozenburg Voome-Putten Hoeksche Waard Eiland van Dordrecht Biesbosch Land van Altena Coeree-Overflakkee Schouwen Duivenland Tholen en St. Philipsland Noord Beveland Walcheren Zuid Beveland west Zuid Beveland oost Zeeuwsen Vlaanderen Kreekrak polder West-Brabant Ceertruidenberg Donge Land van Heusden/de Maaskant Keent Nederhemert Bommelerwaard Alem Heerewaarden Land van Maas en Waal Ooij en Millingen Betuwe, Tieler- en Culemborgerwaard 39.058 12.503 152 306 18.892 24.526 4.908 2.662 16.429 22.404 21.888 13.862 7.688 20.006 26.304 7.660 71.862 3.158 73.696 358 12.907 73.730 104 95 10.846 92 215 27.902 3.433 62.572 41.725 61.958 818 1.767 27.721 14.924 15.947 208 6.605 7.275 6.956 4.960 1.415 18.966 14.578 4.489 26.275 93 28.636 598 13.413 35.809 9 6 9.516 67 106 12.109 1.339 24.907 1,07 4,96 5,38 5,77 1,47 0,61 3,25 0,08 0,40 0,32 0,32 0,36 0,18 0,95 0,55 0,59 0,37 0,03 0,39 1.67 1,04 0,49 0,09 0,06 0,88 0,73 0,49 0,43 0,39 0,40 52.074 73.392 938 2.017 31.942 19.230 20.829 323 10.899 9.313 8.483 5.806 2.027 22.092 16.738 4.782 29.605 344 105.720 1.207 34.077 118.166 12 7 13.091 94 206 60.774 2.194 71.657 1,33 5,87 6,17 6,59 1,69 0,78 4,24 0,12 0,66 0,42 0,39 0,42 0,26 1,10 0,64 0,62 0,41 0,11 1.43 3.37 2.64 1.60 0.12 0,07 1,21 1,02 0,96 2,18 0,64 1.15 Schade na overstroming 13

44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 Dijkring Kromme Rijn Gelderse Vallei Eem polder Arnhemse- en Velpsebroek Rijn en IJssel IJsselland Zutphen Gorssel Oost Veluwe Salland Oppervlakte Schade (Mfl) (ha) bij waterdiepte zoals gepresenteerd Intensiteit schade (Mfl/ha) Schade (Mfl) Intensiteit schade (Mfl/ha) bij waterdiepte bij waterdiepte 9 m. bij zoals waterdiepte gepresenteerd 9m. 63.505 22.635 3.252 2.222 28.709 5.134 2.732 4.317 30.790 24.613 72.886 5.598 2.189 10.456 1.145 5.231 472 1.659 12.043 1.15 0,25 0,99 0,36 0,22 1,91 0,11 0,05 0,49 195.105 65.968 3.569 22.519 42.577 2.921 9.064 2.152 24.074 48.598 3,07 2.91 1,10 10,14 1,48 0,57 3,32 0,50 0,78 1,97 Schade na overstroming 14

Bodemgebruiksvormen Hoofdcategorie Categorie Landbouw (direct en indirect) Glastuinbouw (direct en indirect) Stedelijk Cebied Recreatie Extensief Recreatie Intensief Oppervlaktewater Vliegvelden Rijkswegen Autowegen Overige wegen Spoorwegen Vervoermiddelen Gemalen Zuiveringsinstallaties Eengezinswoningen Laagbouwwoningen Hoogbouwwoningen Boerderijen Delfstoffenwinning, Industrie, Nutsbedrijven (direct en indirect) Bouw (direct en indirect) Handel/Horeca (direct en indirect) Transport en Communicatie (direct en indirect) Banken en Verzekeringswezen (direct en indirect) Landbouw Woningen Bedrijven Overig Schade na overstroming 15

Schade na overstroming bij gepresenteerde waterdiepte per dijkringgebied Schade intensiteil in Mfl/ha Geen gegevens " ' 2 0,2-0,4 4-8 Totale schade in Mfl 700000 100000 10000 < 1000 Topografie CD CD Buitenland Water Overig gebied Stedelijk gebied Rijksgrens Landcontour Dijkring Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde Toelichting De schade per dijkringgebied is een afgeleide van de ruimteiijk varierende schade bij de gehanleerde waterdiepte. Voor de schade per dijkringgebied zijn twee maten gepresenteerd: de totale schade, de intensiteit van de schade. Voor de laatste maat is de totale schade van het dijkringgebied gedeeld door het oppervlak van het dijkringgebied. Datum: juli 2000 Kaartvervaardiging: Meetkundige Dienst. 17059 0 10 20 km

Schade na overstroming bij gepresenteerde waterdiepte Waterdiepte Schade in Mfl/ha Topografie I I 0 0-0,05 Buitenland Water Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde 0,05-0,25 0,25-0,50 0,50-5 5-50 50-500 Overig gebied Dijkring Rijksgrens Landcontour Toelichting De schade is bepaald op grond van het gemiddelde waarde- en productieverlies van de diverse vormen van bodemgebruik en op basis van de waterdiepte. Datum: juli 2000 Kaartvervaardiging: Meetkundige Dienst, 17059 0 10 20 km

Schade na overstroming bij een waterdiepte van 9 m per dijkringgebied Schade intensiteit in Mfl/ha Topografie 0-0,2 Buitenland Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dienst Weg- en Waterbouwkunde 0,2-0,4 > 8 Totale schade in Mfl 700000 100000 10000 < 1000 Water Overig gebied Stedelijk gebied Rijksgrens Landcontour Dijkring Toelichting De schade per dijkringgebied is een afgeieide van de ruimtelijk varierende schade bij een waterdiepte van 9 m. Voor de schade per dijkringgebied zijn twee maten gepresenteerd: de totale schade, de intensiteit van de schade. Voor de laatste maat is de totale schade van het dijkringgebied gedeeld door het oppervlak van het dijkringgebied. Datum: juli 2000 Kaartvervaardiging: Meetkundige Dienst. 17059 10 20 km

Waterdiepte na overstroming Gemiddelde diepte in meters Topografie Droog I I 0-1 Buitenland Water Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rrjkswaterstaat Dtenst Weg- en Waterbouwkunde 1-2 2-3 3-4 4-5 5-6 Overig gebied Dijkring Rijksgrens Landcontour Toelichting De waterdiepte in de dijkringen is een geschematiseerde weergave van de werkelijkheid die ontstaat bij de volgende aannames: dijkringgebieden zijn als een geheel beschouwd, het volume binnenstromend water is onbeperkt, het water komt zo hoog te staan als de laagste kruin van de dijk. 6-7 Meer dan 7 Datum: juli 2000 Kaartvervaardiging: Meetkundige Diensi. 17059 10 20 km

Schade na overstroming bij een waterdiepte van 9 m Schade in Mfl/ha Topografie 0-0,05 1 1 Buitenland Water Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat Dlenst Weg- en Waterbouwkunde..,,. 0,05-0,25 ^ ^ 0.25-0,50 ^ ^ 0,50-5 ^ ^ 5-50 Overig gebied Dijkring Rijksgrens Landcontour Toelichting De schade is bepaald op grand van het gemiddelde waarde- en productieverlies van de diverse vormen van bodemgebruik en op basis van een veronderstelde waterdiepte van 9 m over het totale gebied. ^ ^ 50-500 Datum: juli 2000 Kaartvervaardiging: Meetkundige Dienst. 17059 0 10 20 km

waterstaat voor techni voor de weg- en waterbouw. De dienst adviseert, onderzoekt en draagt kennis over in de constructieve weg- en waterbouw, de natuur- en milieutechniek van fysieke infrastructuur, waterkeringen en watersystemen en de grondstoffenvoorziening voor de bouw, inclusief de milieuaspecten. «Kr Dienst Weg- en Waterbouwkunde, Rijkswaterstaat Postadres: Postbus 5044 '2600 CA Delft Bezoekadres: Van der Burghweg 1 ^ 2628 CS Delft Telefoon: (015) 251 83 08 : uielefax:(015) 251 85 55 1 E-mail: dwwmail@dww.rws.minvenw.nl "* - Internet: www.minvenw.nl/rws/dww/home/ Intranet: www.venwnet.minvenw.nl/rws/dww/home/ ublicatienummer: W-DWW-2000-06tt